MENGELWERK*
Op reis met Barnnm Bailer.
dor afgetreden, bewindslieden. En ook weten
we heel wel, hoo do ervaring heeft geleerd,
dat zelfs de meest werkzame Ministeriën bij
het aftreden voor zichzelvcn moesten erken
nen, dat het resultaat verre ia gebleven bo
neden dc verwachting, die bij het optreden
te goeder trouw werd gekoesterd.
Maar als, gelijk in de verkiezingsdagen ifl
geschied, het Ministcrie-Pierson wordt voor-
gestold als het voorbeeld ten opzichte van
8 o c i a 1 e hervormingen voor alle volgende
Ministeries, dan schijnt het toch, dat althans
daarop wel wat kan worden afgedongen.
En zoo w ij het niet deden, wel, dan doen
het, we zeggen niet ce mannen van Troelstra,
maar de werklieden van Heldt.
De vrienden in zeer bijzonderen zin van het
Ministerie in ruste.
De Tijd bevatte een artikel over Sport.
Op den voorgrond zet het blad, dat het geen
vijand is van die soort sport, welke een ge
zonde lichaamsbeweging geeft, zenuwen en
spieren sterkt en van koffiehuisbezoek en
drinkgewoonte afkecrig maakt.
Uc Tijd komt echter op tegen sport, welke
tal van ongelukken doet ontstaan, zooals ver
leden Zondag op de Wielerbaan te Amster
dam voorkwamen, en dan wcnscht het blad
ook krachtiger bepalingen omtrent het rij
den met fietsen en automobielen langs den
oponbaren weg.
Ia, wcnschen wij te vragen, zoo schrijft De
Tijd in dc eerste plaats, hetgeen onder toe
lating van autoriteiten en onder toeloop van
het beschaafde publiek bij sommige wedstrij
den te zien is, minder ergerlijk dan het kat-
knuppelon bij onbeschaafde boeren of de
Mensur aan de Duitsche Universiteiten?
Bij elk der wedstrijden,welke wij op het
oog hebben kan zonder overdrijven gezegd
worden, dat mcnschenlevens op het spel
slaan.
Het voorkomen van ongeluk n bij soortge
lijke wedstrijden is geen onvoorzien en nood
lottig toeval, het is een omstandigheid,
welke daaraan schier noodzakelijk verbon
den ia: op welke bij de organisatie van zooda
nige wedstrijden gerekend wordt. Yan be-
rtouwbarc zijdo vernamen wij, hoe bij af-
stands-wcd8trijden genccsheercn met verband-
kisten en chirurgische instrumenten op tal
van punten gestationneerd werden, om dc vcr-
eisehte hulp te verleenen. Bleek later, dat
geen der leelnemers aan den wedstrijd zoo
danige hulp had noodig gehad en dat allen
gaaf van lijf en leden daarvan waren terug
gekeerd, dan werd gcjucht als over een on
verhoopt geluk
Dat het herhaaldelijk bijwonen van meer
nog het werkzaam deelnemen aan derge
lijke wedstrijden op geest en gemoed nood
zakelijk een nadeeligen invloed moet oefenen;
dat daardoor het gevoel wordt afgestompt;
het juiste begrip omtrent dc waarde van het
mcnsehenleven en omtrent dc gevallen, waar
in dit ter bereiking van hooger goed mag ge
waagd worden, noodzakelijk verloren gaat,
dit alles behoeft wel niet nader te worden
aangetoond. Ten allen tijde heeft het deelne
men aan bloedige vermaken ofhet bijwonen
van spelen, van welke mcnschenlevens dc
inzet waren, schadelijk en verwilderd op dc
karakters gewerkt.
Over het geheel, meencn wij, behoort op clo
ze en op andere schadelijke uitwassen van
sport eenigszins meer te worden gelet. Meer
gelet in de eerste plaats door de ouders. Maar
al t veel gebeurt het, dat sportfeeston en
wedstrijden de aanleiding zijn van groote on
gebondenheid.
Wie hieraan mocht twijfelen, geve slechts
acht op het gehalte van het vrouwelijk pu
blick, hetwelk bij sommige van de hier be
doelde wedstrijden de eerste rijen der tribu
nes, enz. inneemt. En nu spraken wij nog niet
eens van dc geldverspilling, de onzedelijke
weddenschappen, enz., die ook bij dergelijke
gelegenheden meer en meer inzwang schijnen
te komen.
Meer gelet ook door dc Overheid.
Do vergunning tot het houden van allerlei
rijden' behoorde o. i. gebonden tc wor
den aan bepalingen, welke de gevaren daar
bij, zoo al niet geheel en al wegnemen (het-
jecn wel onmogelijk zal wezen), dan toch tot
y n vpcl geringere mate terugbrengen.
En dan bespreekt De Tijd het gebruik van
fietsen en automobielen langs straat en
gracht, waardoor het verkeer voor voetgan
gers, clic slecht ter been, harcihoorig of sterk
bijziende zijn, gevaarlijk wordt.
Wij gcloovcn volstrekt niet, vervolgt het
blad dat fietsers en automobilisten een ras
vormen meer roekeloos, aanmatigend of boos
aardig dan het gros der menschheid; maar
toch is het een feit, dat de gewone voetgan
gers tegenwoordig vaak den indruk ontvan
gen, als zou, naar het oordeel van hceren en
dames fietsers cn automobilisten, de openbare
straat of weg eigenlijk hun alleen toebehoo-
ren en zou hij daarop eenvoudig geduld wor
de. Wat had hij zich op het midden der straat,
buiten dc kleine steentjes of verhoogde voet
paden te begeven 1 hoorden wij reeds een
paar malen bij het aanrijden van een voetgan
ger door een fietser met echte of voorgewendo
verontwaardiging vragen; hetgeen niet belet,
dat vele fietsers ook van kleine steencn en
voetpaden gebruik maken, zoo dikwijls het
hun gelegen komt.
Ongetwijfeld zijn op dit punt en op meer
andere, zooals op het rijden met te grooto
snelheid op fietsen en vooral met de zooveel
gevaarlijker automobielen, strengere bepalin
gen gcwcnscht»
In Duitschland moet elk rijwiel voorzien
zijn van een bij de politie bekend en van verro
duidelijk herkenbaar nummer. Overtredin
gen van wielrijders knnnen daardooT gemak
kelijk geconstateerd worden. Waarom is dit
ook niet bij ons? Bij de groote snelheid,
waarmede hij kan ontkomen is thans de fiets
rijder in bijna alle gevallen verzekerd van
volkomen straffeloosheid.
Nog behoorde o. i. strafbaar te worden g>
stcld het berijden van den openbaren weg mot
rijwiel of automobiel door ongeoefenden.
Zeer veel gevallen van' aanrijding en van
meer of minder ernstige ongelukken zijn te
wijten aan de onvoorzichtigheid van perso
nen, die volstrekt hun stuur niet meester zijn
to uch desniettemin^ dikwijls met .vrij groote
snelheid, bewegen door drukke straten. Hier
door moeten bij het eerste het beste ongewone,
dat hun voorkomt, noodzakelijk ongelukken
ontstaan.
Dergelijke ongeoefende fietsers zijn hot
grootste gevaar voor voetgangers, welke om
de oen of andere reden hen niet vlug kunnen
ontwijken. Hetzelfde geldt, natuurlijk, in
veel hoogere mate van bestuurders van auto
mobielen. In onze groote steden met toene
mend druk verkeer op de openbare straat
van voetgangers, fietsers, karren, rijtuigen,
electrische- en andere trams, mag, dunkt ons,
niet aan den eersten den besten worden vrij
gelaten, zich met een zóó gevaarlijk voertuig
als de moderne automobiel, onder de menigte
tc bewegen; van hem dient altoos het bew a
gevorderd, dat hij het bestuur van dat voer
tuig volkomen in zijn macht heeft»
Een legende noemt De Nederlander het
verhaal, dat wij uit de Nieuwe Groninger
Courant mededeelden betreffende de rol, die
mr. DeSavorninLohmaninde dagen
der laatste Kabinetscrisis zou hebben ver
vuld. net orgaan van den heer Lohman
noemt dat een legende, „zóó phantastisch,
dat men zich afvraagt of uit de duimon van
Haagsche briefschrijvers dan alles te zui-
gon is."
De Nederlander vindt het „maar gelukkig
voor do hoeren, dat de 17de September na
dert, waarop de opening van een nieuwe par
lementaire periodo hen uit hun komkommer-
ellendo verlossen zal."
Het nieuwe ministerie zal nu wel
dra, in do T r o o n r e d o van 17 dezer, zijn
voornemens kenbaar maken. In afwach
ting van dat Staatsstuk zwijgen de dagbla
den over hetgeen zij hopen of vreezen; zij
hebben trouwens vroeger meerendeels het
hunne reeds gezegd. Maar hot tijdschrift De
Economist was daartoe nog niet in de gele
genheid. Wij vermelden uit de enkele blad
zijde, die het aan het optreden van het nieu
we Kabinet wijdt, de volgende regelen:
„Zeker zal in tal van economische vraag
stukken, ten deele nog door de afgetreden
Regeering voor do Kamer gebracht, door het
thans opgetreden Kabinet positie worden ge
nomen. Het bankoctrooi zal door dit minis
terie vernieuwd moeten worden; over de her
ziening van de Armenwet, de regeling van
het arbeidscontract, de beperking van don
arbeidsduur voor volwassenen in sommige
bedrijven, droogmaking van do Zuiderzee,
dc drankquaestie, hot pensioenvraagstuk, de
tariefherziening zal het ministerie zich heb
ben uit to spreken.
Wat de pensioenquaestie aangaat, waar
over dc antirevolutionaire en de katholieke
partij beiden zich vrij beslist hebben uitge
sproken, zal het ons benieuwen' of en in wel
ken zin, do Regecring haar oplossing aan
durft, en of zij het, ongetwijfeld zeer alge
meen, verzet, dat de invoering eener ,,pen-
sioenbclasting" in de arbciderswcrcld ont
moeten zou, zal durven trotseeren. Niet zon
der betcekenis dunkt het ons, dat de premier
op een desbetreffende vraag, den Kamers
\an Arbeid heeft verzocht, over het avant-
pro jet- Lely van advies te blijven dienen.
Veel negatieve adviezen zouden het motief
kunnen leveren om deze aangelegenheden
voorloopig in studio te houden, en inmid
dels bijv. dc regeling der ziekteverzekering,
welke veol minder principiecle moeilijkheden
oplevert, tor hand te nemen. Van antirevolu
tionaire zijde werd reeds bij dc behandeling
der Ongevallenwet betoogd, dat de ziektever
zekering vóór had moeten gaan.
Het optreden van mr. Harte als minister
van Financiën betreuren wij; niet zoozeer
omdat het ons nog moeite kost om te gewen
nen aan het denkbeeld den zetel van mr. Pier-
son door hem te zien ingenomen, als wel om
dat de benoeming van een katholiek, in het
bijzonder van dezen katholiek, tot minister
van financiën vermoedelijk zal blijken te be-
teekenen, dat de heer Kuyper, in zake han
delspolitiek, zijn katholieke bondgenooten
in Brabant en Limburg in zeer te betreuren
mate is moeten „in het gevlei" komen. De
nieuwe minister van waterstaat, handel en
nijverheid zal zijn collega van financiën in
dit opzicht geen moeilijkheden in den weg
leggen.
Verscheidene antirevolutionaire bladen,
met De Hollander en do Stichtsche Courant
aan 't hoofd, komen op tegen de voorstellin
gen van Barnum en Bailey en waarschuwen
hun lezers tegen dc verleiding, die van de
reusachtige reclame dezer lieden uitgaat. In
de eerste plaats natuurlijk om de zaak zel
ve, maar ook omdat op die wijze schatten
van geld het land uitgaan, die voor ander en
beter doel besteed konden worden.
De N ederlander verklaart niemand om zijn
doen of laten in deze te zullen verketteren.
Maar wel zich verplicht te achten tegenover
deze oorverdoovende reclame er aan te her
inneren, dat dezelfde bezwaren, die voor den
Christen tegen iederen circus bestaan, bij
Barnum en Bailey niet minder groot zijn,
maar integendeel nog veel reusachtiger af
metingen aannemen. „Uit de illustraties
blijkt dit voldoende. Met name omtrent het
zedelijk gehalte van vele vertooningen is
geen twijfel mogelijk. Weerzinwekkend is
daarbij ook het exploitceren van menschelyk
ongeluk, als bijv. de tentoonstelling van een
man met een hondenkop, enz., enz.
„Nogmaals" dus eindigt De Nederlander
„een iedor wete, wat hij doe; maar nie
mand loope ct zijns ondanks in. Wij zeggen
dit, omdat vooral ook op het Christelijk pu
bliek hier to lande schijnt gerekend te wor
den.
Toen onzen directeur in het begin der vori
ge weck vruchteloos twee duizend regels ad
vertenties werden aangeboden, verzekerde
de impressario met klem, dat deze circus niets
onchristelijks had cn dat Barnum in Ameri
ka geregeld in de kerk kwam.
„Wc are a christian paper", zei de
directeur.
„And wo arc a christian institution" 1
luidde het antwoord.
Nog werd gezegd: „De Standaard neemt
de advertenties ook op", waarop werd ge
antwoord: aVooreexat geloof jx u cn :rt
de tweede plaats moet ieder het voor zich
zelf weten."
Later nog: „Gij zijt het eerste blad iri de
oudo of nieuwe wereld, dat de advertentie»
weigort."
Antwoord: „Een moet het eerste zijn."
Eindelijk zei de impressario: „En tóch zul
len wij maken, dat al uw lezers bij de vertoo
ning komen", waarop natuurlijk weer het
bescheid: „Daarom behoef ik ze er niet te
brengen, als dit tegen mijn geweten ingaat.
Zoo er iemand onzer lezers mocht heen
gaan, gaat hij nu in elk geval niet zonder
waarschuwing.
Nu Barnum en Bailey weldra in het na
burige 's-Gravenhage hun tenten zullen op
slaan, om daar voorstellingen te geven, wel
ke zeer stellig ook cioor tal van Leidenaars
zullen worden bijgewoond, is het zeker niet
onaardig te lezen wat in het „Handelsblad"
cloor v. L. omtrent hen gezegd werd. Hij
vertelde als volgt;
M'n trein kwam in Zufcfen aan, 's avonds
tegen kwart over negenen. Het station lag
verlaten, het stationsplein lag verlaten, Zut-
fen was leeg. Alleen een koeteier van de pos
terijen stond op zijn post en aan hem vroeg
ik waar Barnum en Bailoy hun tenten had
den opgeslagen. En toen ik vernam, dat het
terrein meer dan een half uur ver was, luid
de mijn tweede vraag waar een stalhouder
te vinden was.
Na wat zoeken, afgaande op do aandui
ding, vond ik een stalhouder.
„Baas, kan je me nog rijden naar Barnum
en Bailcy?"
„Wa^blief, meneer
^Ik wou graag naar Barnum",
Weer begreep de man het niet. Alleen zijn
vrouw, dio het gespTek semjnbaar gehoord
had in de kamer naast den stal, kon het hem
duidelijk maken.
Het hoofd door een kier van do deur ste-
kendo, riep zij: „Meneer wil naar 'fc spul".
„O, mot meneer naar het spul, dan zal 'k
inspannen, de wagen staat net voor."
En terwijl de man het paard haalde, ging
ik eens naar den wagen kijken, om iets te
doen te hebben. Het ecnige voertuig, dat ik
zag staan, was een Janplezier, groot genoeg
voor twaalf menschen.
De man kwam met zijn bles, spande hem
voor den Janplezier, die heusch voor mij al
leen bestemd was. En om geen al te gek fi
guur te maken, al was het dan ook in m'n
eige-n oogen, ging ik naast den koetsier zit
ten, die mo dadelijk vertelde, dat de bles zoo
best liep, wat ook werkelijk waar was. Daar
na natuurlijk over 't spul. 's Middags was
hij er geweest en 't was mirakels mooi, mi
rakels mooi. „Wat 'n peerdcnl" En dan de
olifanten cn kameelenEr waren bessten bij,
die ze in „Artis" niet hadden. Daar hadt je
zoo'n grooten vogel, dien do dames op d'r
hoed zetten, dien vondt je in „Artis" niet.
Na nog wat praten begreep ik, ^at de man
het over een struisvogel had.
Dan hadden de menschen hem verteld, dat
één zoo'n nijlpaard een halve ton kostte. Nu,
hij had liever z'n bles.
En zoo praatte de man door, om mij den
weg tc bekorten, die ine naderhand, bij de
betaling der kosten, toch al kort genoeg leek.
Do rit ging langs den Dcventerweg naar
Gorsscl. Bij den overweg van het spoor, niet
ver van Gorsscl daar was het terrein van
Barnum kwamen een tiental menschen
ons te gemoet wandelen, daarna weer een
klompje, en nog één.
„Zon het spul al uit wezen?"
„Nee, meneer, dat kan niet, het begon
half acht."
En niettegenstaande de klok nu pas even
halfticn stond, was het tóch waar, wat wij
direct zouden merken.
De menschenmassa werd dichter en dich
ter, do breede weg was als een massief li
chaam. Het rijtuig kon niet verder, er was
geen pad te snijderi in do volte. En we ston
den stil, tot de grootste massa voorbij was.
Een hooge wagen met zes paarden kwam
aan, dc eerste van Barnum, die naar de laad
plaats ging. Daarna paarden en weer wagens
Op het terrein stond niets meer dan het
geraamte van' een groote tent, de lappen zeil
doek en dc palen. Mannen liepen hard, werk
ten hard, onder contröle van een langen Ame
rikaan, in een grijze jas.
„Kunt u mo ook zeggen, waar mr. Wat-
kin6 is?"
„Die is bij de laadplaats".
Ik weer terug naar de laadplaats, dichtbij
het station, wat gauwer gezegd is, dan ge
daan, omdat mijn koetsier weer stapvoets
moest rijden achter een grooten wagen van
de world-,,show".
Bij de laadplaats vroeg ik aan een paar
Engelsch-sprekenden, of ze ook wisten waar
mr. Watkins was, en ze wisten het niet. Dit
vroeg ik aan vijf, zes verschillende menschen
en steeds wisten ze het niet.
Eindelijk wist iemand me te vertellen, dat
mr Watkins die dc persbemoeiingen op
zich heeft genomen bij Barnum en Bailey
te bed lag
Dus dan naar do slaapwagens Er stonden
vijf enorme achter elkander. Een joDgen, in
een witten kiel, vertelde me, dat mr. Watkins
in den oerstcn wagen lag, en op mijn verzoek
gaf hij een visitekaartje aan hem af. Direct
daarna moest ik in den wagen komen, en mr.
Watkins ontving me, half zich oprichtende
in zijn veldbed, met een uitgestoken hand.
Ik maakte hein mijn excuses natuurlijk
over mijn vrijpostigheid, en den last, dien ik
hem veroorzaakte, maar daar wilde hij niets
van weten. Ik vertelde hem, dat h?t doel van
mijn koniet waB, het meereizen met zijn trein
var Zutfen naar Nijmegen, om ir» deze plaats
het opbouwen der tenten te zien. Er. toen ik
hem dit verzoek deed, was hij dadelijk be
reid. Waarom had ik het niet vooruit ge
schreven? Dan had hij eon slaapkamer voor
mij ingeruimd; nu ging dat niet me>er. Het
speot feem yrpcsclijk, maar ik paoesfc den
nacht doorbrengen in een gewonen goederen
wagen.
En of ik hem al vertelde, dat dit er heusch
niet op aan kwam, was de ma:i toch vol ex
cuses over deze slechte behandeling
Maar enfin, er was niets aan te doen I Of
ik dus even wilde wachten, dan zou hij zich
aankleedcn, om met mij wat rond te gaan,
en een plaatsje te zoeken.
En in dien tijd, dat mr. Watkins zich aan
kleedt, zal ik beschrijven, wat het doel is van
dit artikel, cn wat op de laadplaats te zien
was.
Het doel dan is te vertellen, alles wat bij
Barnum en Bailey te zien is, en wat een ge
heim blijft voor het groote publiek. Niet dus
zal ik spreken over de mooie paarden, de
wilde beesten, de clowns, kortom niet over
de voorstelling.
Het is nu meer te doen, om 't reizen en trek
ken van den troep, om het laden en lossen,
om de kleine bijzonderheden, die dikwijls zeer
interessant kunnen zijn.
Het vervoer geschiedt in karren, groote en
kleine. Daarin worden de tenten opgeborgen,
het zeildoek, de palen, kortom alio benoo-
digdhodea. De wilde beesten zitten in kooien.
De olifanten, kameelen in groote wagens, de
paarden in open paardenwaggons.
Het pakken van deze wagens geschiedt op
het terrein, dadelijk bij het afbreken.
Van dit afbreken zelf en dit inpakken kan
ik niets meedeelen, omdat ik te laat in Zut-
fen aankwam.
De zware wagens, getrokken door vier, zes,
tot twaalf paarden toe, komen bij de laad
plaats, waar de platte treinwagons gereed
staan'.
De platte wagens zijn nagenoeg net zoo
ingericht als bij onze treinen. De zware wa
gen moot nu geschoven worden op den plat
ten waggon, die, op wielen loopendc, natuur
lijk een meter boven den grond staat.
Aan den waggon worden dus twee loop
planken gezet, breede, platte balken, met op
staande randen, en de zware wagens worden
door twee paarden tegen deze helling opge
trokken. Het werk gaat zonder eenig geraas,
alles stil, cn toch zeer vlug. Eenieder weet
wat hij to doen heeft, en hoe hij het moet
doen.
De groote werkpaarden, die de vrachten
trekken, gaan direct, geheel getuigd, naar
hun wagens.
Mr. Watkins was intusschen klaar met
zijn toilet, en deelde mij mee, dat er vier trei
nen gingen. Eén was reeds op weg naar Nij
megen. Deze bestond uit twaalf wagens. In
drie wagens waren dc olifanten, acht platte
waggons waren beladen met vier en twintig
wagens of kooien voor dierenvervoer, één
wagen was bestemd voor kleine dieren.
Deze trein was reeds vóór tienen vertrok
ken.
Voor mij was Eet best mee to gaan met
den tweeden trein, dan kon ik plaats nemen
in het afgesloten deel van een goederenwa
gen, daar was een gemakkelijke, stoel cn een
bank.
Deze trein, die tegen halftwaalf vertrek
ken moet, heeft zeventien wagens, zeven plat
te met negentien wagens, acht gesloten wa
gens voor kunst- en werkpaarden, cn pony's.
De derde trein, die te halféén vertrekt, telt
zeventien wagens, zes platte met veertien
wagons, acht gesloten, waarin honderd vijftig
paarden en drie slaapwagens.
De vierde trein, met zeventien wagens, ver
trekt na éénen. Tien platte wagens zijn be
laden met vijf en twintig wagens, één wagen
met twaalf kameelen, één gesloten wagen met
de bagage der artisten en vijf slaapwagens.
Elke trein staat onder toezicht van een
treinwachter, die natuurlijk meerijdt en
voornamelijk zijn zorg moet besteden aan do
dieren.
Al het materiaal van den trein is dus van
Barnum en Bailey, uitgezonderd do locomo
tief en twee goederenwagens.
De spoorwegmaatschappij behoeft bij het
laden en lossen nergens voor te zorgen, noch
voor verlichting, die voldoende geschiedt
door flambouwen, noch voor contróle, noch
voor arbeidskrachten.
Toen wij vertrokken, verliet mr. Watkins
mij. Eerder kon ik hem hiertoe niet bewegen.
En in mijn gemakkclijken stoel spoorde ik
in woeste vaart van Zutfen over Arnhem
naar Nijmegen.
Ir. het tweede deel van den wagen sliepen
op den grond een achttal paarden jongens op
matrassen. Zij snurkten flink en stoorden
zich noch aan schokken, noch aan stilstaan.
Aan één stuk sliepen zij door tot den morgen.
En in den mooien nacht genoot ik op het
voorbalkon van den suizenden wind, van de
donkere boomen.
Tegen halftwee werden de lichten van Nij
megen zichtbaar, en toen de trein reed over
do Waalbrug, spiegelden prachtig de zachte
lichten in het kalme water.
Om drie uren waren alle treinen binnen.
En nu spoedig aan den gang, om alles weer
in orde to brengen voor de middagvoorstel
ling? Mis. Wij hebben allen tijd, en het werk
behoeft niet te beginnen voordat het licht
wordt, om over vijven.
In Nijmegen staan op het stationsplein al
eenigo honderden menschen te wachten, man
nen en jongens, dit wat teleurgesteld worden,
als zij hooren, dat het lossen eerst over een
paar uurtjes zal gebeuren. En wat er in die
paar uurtjes is geschied, weet ik niet Dc
stoel was gemakkelijk en het lichaam moe.
Om vijf uren wekt de treinwachter mij. Na
mij gaat hij mr. Watkins uit don slaap halen,
dat was hem uitdrukkelijk gezegd. De eerste
trein wordt gelost Twee paarden trekken
de waggons van de platte wagens, cn alle
wagens, die aan één katroltouw zitten, gaan
een eind mee.
De groote deuren van de werkpaardenwa
gens zijn opengezet, en kalm, wanneer riet
hun beurt is, gaan ze uitzichzelf naar bene
den. Twee aan twee, staan ze achter elkaar,
de witten bij dc witten, de bruinen bij de
bruinen. Prachtige, zware Ainerikaansche
paarden.
En de zware wagens worden bespannen
door vier, zes of acht paarden, soms meer,
een jongen klimt op den bok, neemt de mas
sa's teugels kalm jn dg handen^ .ordent ze, en
met een sigaret in den mond, rijdt hij kalm
weg naar het terrein.
In ruim twintig minuten is een trein ge
lost.
Te lang blijven bij dit lossen kan echter
niet, thans moeten wij naar het terrein. En
mr. Watkins, steeds onvermoeid, vertelt mij
onderweg, dat alles van Barnum en Bailcy
Amerikaansch is, behalve natuurlijk dc in
ternationale artisten.
Voor het paardenwerk in de letterlijks
en figuurlijke beteekenis zijn alleen Ame
rikanen tc gebruiken. Zij alleen kunnen zóó
rijden met vier, vijf, zes teams. Elke wagen
heeft zijn naam. De grootste, die de palen
vervoert van de enorme tont, heet de ..Ocea
nian."
Het voedsel voor de menschen wordt go-
kocht in de stad, waar de opvoeringen gege
ven worden.
Mr. Watkins was zeer tevreden over Ne
derland. Het publiek was zeer bereidwillig
en in het geheel niet lastig, de recettes waren
flink. Alleen was er soms gebrek aan politie
toezicht.
Toen wij bi, het terrein kwamen een tien
minuten loopen, stonden er van de twaalf
tenten, reeds zes.
Juist werd de groote menagerie in orde
gemaakt.
De tenten zijn van voor regen oudoor-
dringbaar zeildpek. Zeer ingenieus, door ka
trollen en tonwen, wordt het zeildoek go-
spannen over de palen, of liever dc palen ge
stoken onder het zeil. De zware palen rusten
op een blok hout, zijn dus niet in den grond
gedreven. Die blokken hout zijn plat van bo
ven, rond van onderen, met ijzer beslagen'.
De paal komt dus te rusten op het platte ge
deelte. Om dit. blok worden kleine paaltjes
geslagen, zoodat het niet kan uitschieten.
Op deze wijze wordt voorkomen een te
diep indringen van de groote palen in den.
drassigen bodem. En bovendien is het voor
deel, dat bij hevige rukwinden de paal mee
geeft, en dus minder kans heeft van breken,
of neerslaan.
Zoo heeft er te Praag eens een 6torra ge
woed, die boomen ontwortelde. Aan dc ten
ten was niet dc minste schade toegebracht.
Een tent is binnen een halfuur opgezet
Zeer gehaast, maar stil gaan de werklieden
hun gang. Waar men leven en herrie hoort,
kan men er zeker van zijn, vreemde werk
lieden te zien. Duitschers of Hollanders, die
voor één of twee dagen zijn aangenomen.
De keuken is niets dan één wagen. De aati
rechtbank is een der zijwanden, die open
klapt naar buiten. Twee groote ovens bran
den flink. En wanneer de keuken 's avond i
het eerste weggaat, wordt dc tent, waarin
hij staat, geborgen in den wagen, en zou nie
mand vermoeden dat dit een keuken is met
een capaciteit voor zes h zevenhonderd men
schen daags.
De smidse, voor kleine reparaties cn het
maken van hoefijzers, is een wagen. Op het
terrein staan twee electrische wagens, expres
vervaardigd voor den circus.
De eet-tent geeft plaats voor meer dan
vierhonderd man te gelijk Aan cenigc tafels
tten de werklieden, terwijl apart de amb
tenaren cn de artisten plaats nemen.
Er wordt ontbeten precies wanneer de
hoofdpaal overeind staat van de groote cir
custent. Alles gaat militairement, cn voor
het ontbijt wordt drie kwartier gegeven.
Het ontbijt, is wat krachtig voor Holland-
sche magen. Het begon met een stuk meloen',
daarna twee biefstukjes met gebakken spek,
aardappelen met boter, brood en diverse En-
gelsche sauees. De koffie, die hier zeer veel
wordt gedronken, is uitstekend.
Ook bij het ontbijt zijn dc werklieden,
die eveneens vlecsch, aardappelen en brood
krijgenkalm cn stil.
In een hoekje van de zaal zat het Chinco^
sclie tweelingspaar, met twee monden het
ééne lichaampje te voeden. Een Borneo-be-
woner trok zijn biefstuk aan kleine reepjes,
en at hem met dc handen.
De perstent is zeer gerieflijk ingericht.
Eenige tafeltjes en stoelen, twee typewriters
staan ter beschikking van de journalisten.
En no aog ten slotte ecnige losse opmer
kingen kris en kras v-oor elkaar
Het terrein in Nijmegen is zandgrond, in
het geheel niet drassig. De wagens, getrok
ken door de groote paarden, zijn echter zoo
zwaar, dat er gaten in den grond getrokken
worden van vijf, zes decimeters diepte.
De vijf percent stedelijke belasting zal dus
wel noodig zijn voor liet onderhoud der we
gen, 2elfs ij een uitstekende klinkerbestra
ting.
Wanneer een waggon geladen is met plan
ken, dan is liet veel te lastig, bij het lossen,
plank voor plank uit den wagen te nemen.
Veel vlugger kan en moet dit gaan Hier
voor heeft men apart geconstrueerde inrich
tingen. In den gewonen, van boven open war
gen past een doos, om het zoo uit le druk
ken ook van hoven open. Deze doos nu,
waarin planken zijn, wordt uit den wagen
ge trok—en, en de inhoud valt ineens op den
grond. Alles en allen worden gecontroleerd.
Alle wagens en assen worden bekeken, allo
mogelijke voorzorgsmaatregelen voor dc vei
ligheid genomen.
Een aardig staaltje van de kracht der groo
te olifanten: Een wagen was tot de assen in
het zand geraakt Acht, toen twaalf paarden
trokken cn hcschcn, maar c^en beweging was
in den wagen te krijgen. Toen word de groo-
te olifant een prachtstuk van een dier
gehaald. De kop werd onder den wagen
stoken, de breede nek opgeheven, en de wa
gen ging de hoogte in.
Deze olifanten zijn uitstekend gedresseerd
en worden veel gebruikt voor het vervoer
van wagens.
Voor elf uren stond alles in Nijmegen, ge
reed voor de middagvoorstelling. Aan het
plaatskaartenbureau zitten veertien men
schen om de plaatskaartjes te overhandigen,
Barnum en Bailey zijn Amerikanen, cö
werken met Amerikanen. Reclame en nog
eens reclame.
In vlugheid en zin voor het practischc gaat
er niemand boven Barnum en Bailcy.