MENGELWERK* Op reis met Barnnm Bailer. dor afgetreden, bewindslieden. En ook weten we heel wel, hoo do ervaring heeft geleerd, dat zelfs de meest werkzame Ministeriën bij het aftreden voor zichzelvcn moesten erken nen, dat het resultaat verre ia gebleven bo neden dc verwachting, die bij het optreden te goeder trouw werd gekoesterd. Maar als, gelijk in de verkiezingsdagen ifl geschied, het Ministcrie-Pierson wordt voor- gestold als het voorbeeld ten opzichte van 8 o c i a 1 e hervormingen voor alle volgende Ministeries, dan schijnt het toch, dat althans daarop wel wat kan worden afgedongen. En zoo w ij het niet deden, wel, dan doen het, we zeggen niet ce mannen van Troelstra, maar de werklieden van Heldt. De vrienden in zeer bijzonderen zin van het Ministerie in ruste. De Tijd bevatte een artikel over Sport. Op den voorgrond zet het blad, dat het geen vijand is van die soort sport, welke een ge zonde lichaamsbeweging geeft, zenuwen en spieren sterkt en van koffiehuisbezoek en drinkgewoonte afkecrig maakt. Uc Tijd komt echter op tegen sport, welke tal van ongelukken doet ontstaan, zooals ver leden Zondag op de Wielerbaan te Amster dam voorkwamen, en dan wcnscht het blad ook krachtiger bepalingen omtrent het rij den met fietsen en automobielen langs den oponbaren weg. Ia, wcnschen wij te vragen, zoo schrijft De Tijd in dc eerste plaats, hetgeen onder toe lating van autoriteiten en onder toeloop van het beschaafde publiek bij sommige wedstrij den te zien is, minder ergerlijk dan het kat- knuppelon bij onbeschaafde boeren of de Mensur aan de Duitsche Universiteiten? Bij elk der wedstrijden,welke wij op het oog hebben kan zonder overdrijven gezegd worden, dat mcnschenlevens op het spel slaan. Het voorkomen van ongeluk n bij soortge lijke wedstrijden is geen onvoorzien en nood lottig toeval, het is een omstandigheid, welke daaraan schier noodzakelijk verbon den ia: op welke bij de organisatie van zooda nige wedstrijden gerekend wordt. Yan be- rtouwbarc zijdo vernamen wij, hoe bij af- stands-wcd8trijden genccsheercn met verband- kisten en chirurgische instrumenten op tal van punten gestationneerd werden, om dc vcr- eisehte hulp te verleenen. Bleek later, dat geen der leelnemers aan den wedstrijd zoo danige hulp had noodig gehad en dat allen gaaf van lijf en leden daarvan waren terug gekeerd, dan werd gcjucht als over een on verhoopt geluk Dat het herhaaldelijk bijwonen van meer nog het werkzaam deelnemen aan derge lijke wedstrijden op geest en gemoed nood zakelijk een nadeeligen invloed moet oefenen; dat daardoor het gevoel wordt afgestompt; het juiste begrip omtrent dc waarde van het mcnsehenleven en omtrent dc gevallen, waar in dit ter bereiking van hooger goed mag ge waagd worden, noodzakelijk verloren gaat, dit alles behoeft wel niet nader te worden aangetoond. Ten allen tijde heeft het deelne men aan bloedige vermaken ofhet bijwonen van spelen, van welke mcnschenlevens dc inzet waren, schadelijk en verwilderd op dc karakters gewerkt. Over het geheel, meencn wij, behoort op clo ze en op andere schadelijke uitwassen van sport eenigszins meer te worden gelet. Meer gelet in de eerste plaats door de ouders. Maar al t veel gebeurt het, dat sportfeeston en wedstrijden de aanleiding zijn van groote on gebondenheid. Wie hieraan mocht twijfelen, geve slechts acht op het gehalte van het vrouwelijk pu blick, hetwelk bij sommige van de hier be doelde wedstrijden de eerste rijen der tribu nes, enz. inneemt. En nu spraken wij nog niet eens van dc geldverspilling, de onzedelijke weddenschappen, enz., die ook bij dergelijke gelegenheden meer en meer inzwang schijnen te komen. Meer gelet ook door dc Overheid. Do vergunning tot het houden van allerlei rijden' behoorde o. i. gebonden tc wor den aan bepalingen, welke de gevaren daar bij, zoo al niet geheel en al wegnemen (het- jecn wel onmogelijk zal wezen), dan toch tot y n vpcl geringere mate terugbrengen. En dan bespreekt De Tijd het gebruik van fietsen en automobielen langs straat en gracht, waardoor het verkeer voor voetgan gers, clic slecht ter been, harcihoorig of sterk bijziende zijn, gevaarlijk wordt. Wij gcloovcn volstrekt niet, vervolgt het blad dat fietsers en automobilisten een ras vormen meer roekeloos, aanmatigend of boos aardig dan het gros der menschheid; maar toch is het een feit, dat de gewone voetgan gers tegenwoordig vaak den indruk ontvan gen, als zou, naar het oordeel van hceren en dames fietsers cn automobilisten, de openbare straat of weg eigenlijk hun alleen toebehoo- ren en zou hij daarop eenvoudig geduld wor de. Wat had hij zich op het midden der straat, buiten dc kleine steentjes of verhoogde voet paden te begeven 1 hoorden wij reeds een paar malen bij het aanrijden van een voetgan ger door een fietser met echte of voorgewendo verontwaardiging vragen; hetgeen niet belet, dat vele fietsers ook van kleine steencn en voetpaden gebruik maken, zoo dikwijls het hun gelegen komt. Ongetwijfeld zijn op dit punt en op meer andere, zooals op het rijden met te grooto snelheid op fietsen en vooral met de zooveel gevaarlijker automobielen, strengere bepalin gen gcwcnscht» In Duitschland moet elk rijwiel voorzien zijn van een bij de politie bekend en van verro duidelijk herkenbaar nummer. Overtredin gen van wielrijders knnnen daardooT gemak kelijk geconstateerd worden. Waarom is dit ook niet bij ons? Bij de groote snelheid, waarmede hij kan ontkomen is thans de fiets rijder in bijna alle gevallen verzekerd van volkomen straffeloosheid. Nog behoorde o. i. strafbaar te worden g> stcld het berijden van den openbaren weg mot rijwiel of automobiel door ongeoefenden. Zeer veel gevallen van' aanrijding en van meer of minder ernstige ongelukken zijn te wijten aan de onvoorzichtigheid van perso nen, die volstrekt hun stuur niet meester zijn to uch desniettemin^ dikwijls met .vrij groote snelheid, bewegen door drukke straten. Hier door moeten bij het eerste het beste ongewone, dat hun voorkomt, noodzakelijk ongelukken ontstaan. Dergelijke ongeoefende fietsers zijn hot grootste gevaar voor voetgangers, welke om de oen of andere reden hen niet vlug kunnen ontwijken. Hetzelfde geldt, natuurlijk, in veel hoogere mate van bestuurders van auto mobielen. In onze groote steden met toene mend druk verkeer op de openbare straat van voetgangers, fietsers, karren, rijtuigen, electrische- en andere trams, mag, dunkt ons, niet aan den eersten den besten worden vrij gelaten, zich met een zóó gevaarlijk voertuig als de moderne automobiel, onder de menigte tc bewegen; van hem dient altoos het bew a gevorderd, dat hij het bestuur van dat voer tuig volkomen in zijn macht heeft» Een legende noemt De Nederlander het verhaal, dat wij uit de Nieuwe Groninger Courant mededeelden betreffende de rol, die mr. DeSavorninLohmaninde dagen der laatste Kabinetscrisis zou hebben ver vuld. net orgaan van den heer Lohman noemt dat een legende, „zóó phantastisch, dat men zich afvraagt of uit de duimon van Haagsche briefschrijvers dan alles te zui- gon is." De Nederlander vindt het „maar gelukkig voor do hoeren, dat de 17de September na dert, waarop de opening van een nieuwe par lementaire periodo hen uit hun komkommer- ellendo verlossen zal." Het nieuwe ministerie zal nu wel dra, in do T r o o n r e d o van 17 dezer, zijn voornemens kenbaar maken. In afwach ting van dat Staatsstuk zwijgen de dagbla den over hetgeen zij hopen of vreezen; zij hebben trouwens vroeger meerendeels het hunne reeds gezegd. Maar hot tijdschrift De Economist was daartoe nog niet in de gele genheid. Wij vermelden uit de enkele blad zijde, die het aan het optreden van het nieu we Kabinet wijdt, de volgende regelen: „Zeker zal in tal van economische vraag stukken, ten deele nog door de afgetreden Regeering voor do Kamer gebracht, door het thans opgetreden Kabinet positie worden ge nomen. Het bankoctrooi zal door dit minis terie vernieuwd moeten worden; over de her ziening van de Armenwet, de regeling van het arbeidscontract, de beperking van don arbeidsduur voor volwassenen in sommige bedrijven, droogmaking van do Zuiderzee, dc drankquaestie, hot pensioenvraagstuk, de tariefherziening zal het ministerie zich heb ben uit to spreken. Wat de pensioenquaestie aangaat, waar over dc antirevolutionaire en de katholieke partij beiden zich vrij beslist hebben uitge sproken, zal het ons benieuwen' of en in wel ken zin, do Regecring haar oplossing aan durft, en of zij het, ongetwijfeld zeer alge meen, verzet, dat de invoering eener ,,pen- sioenbclasting" in de arbciderswcrcld ont moeten zou, zal durven trotseeren. Niet zon der betcekenis dunkt het ons, dat de premier op een desbetreffende vraag, den Kamers \an Arbeid heeft verzocht, over het avant- pro jet- Lely van advies te blijven dienen. Veel negatieve adviezen zouden het motief kunnen leveren om deze aangelegenheden voorloopig in studio te houden, en inmid dels bijv. dc regeling der ziekteverzekering, welke veol minder principiecle moeilijkheden oplevert, tor hand te nemen. Van antirevolu tionaire zijde werd reeds bij dc behandeling der Ongevallenwet betoogd, dat de ziektever zekering vóór had moeten gaan. Het optreden van mr. Harte als minister van Financiën betreuren wij; niet zoozeer omdat het ons nog moeite kost om te gewen nen aan het denkbeeld den zetel van mr. Pier- son door hem te zien ingenomen, als wel om dat de benoeming van een katholiek, in het bijzonder van dezen katholiek, tot minister van financiën vermoedelijk zal blijken te be- teekenen, dat de heer Kuyper, in zake han delspolitiek, zijn katholieke bondgenooten in Brabant en Limburg in zeer te betreuren mate is moeten „in het gevlei" komen. De nieuwe minister van waterstaat, handel en nijverheid zal zijn collega van financiën in dit opzicht geen moeilijkheden in den weg leggen. Verscheidene antirevolutionaire bladen, met De Hollander en do Stichtsche Courant aan 't hoofd, komen op tegen de voorstellin gen van Barnum en Bailey en waarschuwen hun lezers tegen dc verleiding, die van de reusachtige reclame dezer lieden uitgaat. In de eerste plaats natuurlijk om de zaak zel ve, maar ook omdat op die wijze schatten van geld het land uitgaan, die voor ander en beter doel besteed konden worden. De N ederlander verklaart niemand om zijn doen of laten in deze te zullen verketteren. Maar wel zich verplicht te achten tegenover deze oorverdoovende reclame er aan te her inneren, dat dezelfde bezwaren, die voor den Christen tegen iederen circus bestaan, bij Barnum en Bailey niet minder groot zijn, maar integendeel nog veel reusachtiger af metingen aannemen. „Uit de illustraties blijkt dit voldoende. Met name omtrent het zedelijk gehalte van vele vertooningen is geen twijfel mogelijk. Weerzinwekkend is daarbij ook het exploitceren van menschelyk ongeluk, als bijv. de tentoonstelling van een man met een hondenkop, enz., enz. „Nogmaals" dus eindigt De Nederlander „een iedor wete, wat hij doe; maar nie mand loope ct zijns ondanks in. Wij zeggen dit, omdat vooral ook op het Christelijk pu bliek hier to lande schijnt gerekend te wor den. Toen onzen directeur in het begin der vori ge weck vruchteloos twee duizend regels ad vertenties werden aangeboden, verzekerde de impressario met klem, dat deze circus niets onchristelijks had cn dat Barnum in Ameri ka geregeld in de kerk kwam. „Wc are a christian paper", zei de directeur. „And wo arc a christian institution" 1 luidde het antwoord. Nog werd gezegd: „De Standaard neemt de advertenties ook op", waarop werd ge antwoord: aVooreexat geloof jx u cn :rt de tweede plaats moet ieder het voor zich zelf weten." Later nog: „Gij zijt het eerste blad iri de oudo of nieuwe wereld, dat de advertentie» weigort." Antwoord: „Een moet het eerste zijn." Eindelijk zei de impressario: „En tóch zul len wij maken, dat al uw lezers bij de vertoo ning komen", waarop natuurlijk weer het bescheid: „Daarom behoef ik ze er niet te brengen, als dit tegen mijn geweten ingaat. Zoo er iemand onzer lezers mocht heen gaan, gaat hij nu in elk geval niet zonder waarschuwing. Nu Barnum en Bailey weldra in het na burige 's-Gravenhage hun tenten zullen op slaan, om daar voorstellingen te geven, wel ke zeer stellig ook cioor tal van Leidenaars zullen worden bijgewoond, is het zeker niet onaardig te lezen wat in het „Handelsblad" cloor v. L. omtrent hen gezegd werd. Hij vertelde als volgt; M'n trein kwam in Zufcfen aan, 's avonds tegen kwart over negenen. Het station lag verlaten, het stationsplein lag verlaten, Zut- fen was leeg. Alleen een koeteier van de pos terijen stond op zijn post en aan hem vroeg ik waar Barnum en Bailoy hun tenten had den opgeslagen. En toen ik vernam, dat het terrein meer dan een half uur ver was, luid de mijn tweede vraag waar een stalhouder te vinden was. Na wat zoeken, afgaande op do aandui ding, vond ik een stalhouder. „Baas, kan je me nog rijden naar Barnum en Bailcy?" „Wa^blief, meneer ^Ik wou graag naar Barnum", Weer begreep de man het niet. Alleen zijn vrouw, dio het gespTek semjnbaar gehoord had in de kamer naast den stal, kon het hem duidelijk maken. Het hoofd door een kier van do deur ste- kendo, riep zij: „Meneer wil naar 'fc spul". „O, mot meneer naar het spul, dan zal 'k inspannen, de wagen staat net voor." En terwijl de man het paard haalde, ging ik eens naar den wagen kijken, om iets te doen te hebben. Het ecnige voertuig, dat ik zag staan, was een Janplezier, groot genoeg voor twaalf menschen. De man kwam met zijn bles, spande hem voor den Janplezier, die heusch voor mij al leen bestemd was. En om geen al te gek fi guur te maken, al was het dan ook in m'n eige-n oogen, ging ik naast den koetsier zit ten, die mo dadelijk vertelde, dat de bles zoo best liep, wat ook werkelijk waar was. Daar na natuurlijk over 't spul. 's Middags was hij er geweest en 't was mirakels mooi, mi rakels mooi. „Wat 'n peerdcnl" En dan de olifanten cn kameelenEr waren bessten bij, die ze in „Artis" niet hadden. Daar hadt je zoo'n grooten vogel, dien do dames op d'r hoed zetten, dien vondt je in „Artis" niet. Na nog wat praten begreep ik, ^at de man het over een struisvogel had. Dan hadden de menschen hem verteld, dat één zoo'n nijlpaard een halve ton kostte. Nu, hij had liever z'n bles. En zoo praatte de man door, om mij den weg tc bekorten, die ine naderhand, bij de betaling der kosten, toch al kort genoeg leek. Do rit ging langs den Dcventerweg naar Gorsscl. Bij den overweg van het spoor, niet ver van Gorsscl daar was het terrein van Barnum kwamen een tiental menschen ons te gemoet wandelen, daarna weer een klompje, en nog één. „Zon het spul al uit wezen?" „Nee, meneer, dat kan niet, het begon half acht." En niettegenstaande de klok nu pas even halfticn stond, was het tóch waar, wat wij direct zouden merken. De menschenmassa werd dichter en dich ter, do breede weg was als een massief li chaam. Het rijtuig kon niet verder, er was geen pad te snijderi in do volte. En we ston den stil, tot de grootste massa voorbij was. Een hooge wagen met zes paarden kwam aan, dc eerste van Barnum, die naar de laad plaats ging. Daarna paarden en weer wagens Op het terrein stond niets meer dan het geraamte van' een groote tent, de lappen zeil doek en dc palen. Mannen liepen hard, werk ten hard, onder contröle van een langen Ame rikaan, in een grijze jas. „Kunt u mo ook zeggen, waar mr. Wat- kin6 is?" „Die is bij de laadplaats". Ik weer terug naar de laadplaats, dichtbij het station, wat gauwer gezegd is, dan ge daan, omdat mijn koetsier weer stapvoets moest rijden achter een grooten wagen van de world-,,show". Bij de laadplaats vroeg ik aan een paar Engelsch-sprekenden, of ze ook wisten waar mr. Watkins was, en ze wisten het niet. Dit vroeg ik aan vijf, zes verschillende menschen en steeds wisten ze het niet. Eindelijk wist iemand me te vertellen, dat mr Watkins die dc persbemoeiingen op zich heeft genomen bij Barnum en Bailey te bed lag Dus dan naar do slaapwagens Er stonden vijf enorme achter elkander. Een joDgen, in een witten kiel, vertelde me, dat mr. Watkins in den oerstcn wagen lag, en op mijn verzoek gaf hij een visitekaartje aan hem af. Direct daarna moest ik in den wagen komen, en mr. Watkins ontving me, half zich oprichtende in zijn veldbed, met een uitgestoken hand. Ik maakte hein mijn excuses natuurlijk over mijn vrijpostigheid, en den last, dien ik hem veroorzaakte, maar daar wilde hij niets van weten. Ik vertelde hem, dat h?t doel van mijn koniet waB, het meereizen met zijn trein var Zutfen naar Nijmegen, om ir» deze plaats het opbouwen der tenten te zien. Er. toen ik hem dit verzoek deed, was hij dadelijk be reid. Waarom had ik het niet vooruit ge schreven? Dan had hij eon slaapkamer voor mij ingeruimd; nu ging dat niet me>er. Het speot feem yrpcsclijk, maar ik paoesfc den nacht doorbrengen in een gewonen goederen wagen. En of ik hem al vertelde, dat dit er heusch niet op aan kwam, was de ma:i toch vol ex cuses over deze slechte behandeling Maar enfin, er was niets aan te doen I Of ik dus even wilde wachten, dan zou hij zich aankleedcn, om met mij wat rond te gaan, en een plaatsje te zoeken. En in dien tijd, dat mr. Watkins zich aan kleedt, zal ik beschrijven, wat het doel is van dit artikel, cn wat op de laadplaats te zien was. Het doel dan is te vertellen, alles wat bij Barnum en Bailey te zien is, en wat een ge heim blijft voor het groote publiek. Niet dus zal ik spreken over de mooie paarden, de wilde beesten, de clowns, kortom niet over de voorstelling. Het is nu meer te doen, om 't reizen en trek ken van den troep, om het laden en lossen, om de kleine bijzonderheden, die dikwijls zeer interessant kunnen zijn. Het vervoer geschiedt in karren, groote en kleine. Daarin worden de tenten opgeborgen, het zeildoek, de palen, kortom alio benoo- digdhodea. De wilde beesten zitten in kooien. De olifanten, kameelen in groote wagens, de paarden in open paardenwaggons. Het pakken van deze wagens geschiedt op het terrein, dadelijk bij het afbreken. Van dit afbreken zelf en dit inpakken kan ik niets meedeelen, omdat ik te laat in Zut- fen aankwam. De zware wagens, getrokken door vier, zes, tot twaalf paarden toe, komen bij de laad plaats, waar de platte treinwagons gereed staan'. De platte wagens zijn nagenoeg net zoo ingericht als bij onze treinen. De zware wa gen moot nu geschoven worden op den plat ten waggon, die, op wielen loopendc, natuur lijk een meter boven den grond staat. Aan den waggon worden dus twee loop planken gezet, breede, platte balken, met op staande randen, en de zware wagens worden door twee paarden tegen deze helling opge trokken. Het werk gaat zonder eenig geraas, alles stil, cn toch zeer vlug. Eenieder weet wat hij to doen heeft, en hoe hij het moet doen. De groote werkpaarden, die de vrachten trekken, gaan direct, geheel getuigd, naar hun wagens. Mr. Watkins was intusschen klaar met zijn toilet, en deelde mij mee, dat er vier trei nen gingen. Eén was reeds op weg naar Nij megen. Deze bestond uit twaalf wagens. In drie wagens waren dc olifanten, acht platte waggons waren beladen met vier en twintig wagens of kooien voor dierenvervoer, één wagen was bestemd voor kleine dieren. Deze trein was reeds vóór tienen vertrok ken. Voor mij was Eet best mee to gaan met den tweeden trein, dan kon ik plaats nemen in het afgesloten deel van een goederenwa gen, daar was een gemakkelijke, stoel cn een bank. Deze trein, die tegen halftwaalf vertrek ken moet, heeft zeventien wagens, zeven plat te met negentien wagens, acht gesloten wa gens voor kunst- en werkpaarden, cn pony's. De derde trein, die te halféén vertrekt, telt zeventien wagens, zes platte met veertien wagons, acht gesloten, waarin honderd vijftig paarden en drie slaapwagens. De vierde trein, met zeventien wagens, ver trekt na éénen. Tien platte wagens zijn be laden met vijf en twintig wagens, één wagen met twaalf kameelen, één gesloten wagen met de bagage der artisten en vijf slaapwagens. Elke trein staat onder toezicht van een treinwachter, die natuurlijk meerijdt en voornamelijk zijn zorg moet besteden aan do dieren. Al het materiaal van den trein is dus van Barnum en Bailey, uitgezonderd do locomo tief en twee goederenwagens. De spoorwegmaatschappij behoeft bij het laden en lossen nergens voor te zorgen, noch voor verlichting, die voldoende geschiedt door flambouwen, noch voor contróle, noch voor arbeidskrachten. Toen wij vertrokken, verliet mr. Watkins mij. Eerder kon ik hem hiertoe niet bewegen. En in mijn gemakkclijken stoel spoorde ik in woeste vaart van Zutfen over Arnhem naar Nijmegen. Ir. het tweede deel van den wagen sliepen op den grond een achttal paarden jongens op matrassen. Zij snurkten flink en stoorden zich noch aan schokken, noch aan stilstaan. Aan één stuk sliepen zij door tot den morgen. En in den mooien nacht genoot ik op het voorbalkon van den suizenden wind, van de donkere boomen. Tegen halftwee werden de lichten van Nij megen zichtbaar, en toen de trein reed over do Waalbrug, spiegelden prachtig de zachte lichten in het kalme water. Om drie uren waren alle treinen binnen. En nu spoedig aan den gang, om alles weer in orde to brengen voor de middagvoorstel ling? Mis. Wij hebben allen tijd, en het werk behoeft niet te beginnen voordat het licht wordt, om over vijven. In Nijmegen staan op het stationsplein al eenigo honderden menschen te wachten, man nen en jongens, dit wat teleurgesteld worden, als zij hooren, dat het lossen eerst over een paar uurtjes zal gebeuren. En wat er in die paar uurtjes is geschied, weet ik niet Dc stoel was gemakkelijk en het lichaam moe. Om vijf uren wekt de treinwachter mij. Na mij gaat hij mr. Watkins uit don slaap halen, dat was hem uitdrukkelijk gezegd. De eerste trein wordt gelost Twee paarden trekken de waggons van de platte wagens, cn alle wagens, die aan één katroltouw zitten, gaan een eind mee. De groote deuren van de werkpaardenwa gens zijn opengezet, en kalm, wanneer riet hun beurt is, gaan ze uitzichzelf naar bene den. Twee aan twee, staan ze achter elkaar, de witten bij dc witten, de bruinen bij de bruinen. Prachtige, zware Ainerikaansche paarden. En de zware wagens worden bespannen door vier, zes of acht paarden, soms meer, een jongen klimt op den bok, neemt de mas sa's teugels kalm jn dg handen^ .ordent ze, en met een sigaret in den mond, rijdt hij kalm weg naar het terrein. In ruim twintig minuten is een trein ge lost. Te lang blijven bij dit lossen kan echter niet, thans moeten wij naar het terrein. En mr. Watkins, steeds onvermoeid, vertelt mij onderweg, dat alles van Barnum en Bailcy Amerikaansch is, behalve natuurlijk dc in ternationale artisten. Voor het paardenwerk in de letterlijks en figuurlijke beteekenis zijn alleen Ame rikanen tc gebruiken. Zij alleen kunnen zóó rijden met vier, vijf, zes teams. Elke wagen heeft zijn naam. De grootste, die de palen vervoert van de enorme tont, heet de ..Ocea nian." Het voedsel voor de menschen wordt go- kocht in de stad, waar de opvoeringen gege ven worden. Mr. Watkins was zeer tevreden over Ne derland. Het publiek was zeer bereidwillig en in het geheel niet lastig, de recettes waren flink. Alleen was er soms gebrek aan politie toezicht. Toen wij bi, het terrein kwamen een tien minuten loopen, stonden er van de twaalf tenten, reeds zes. Juist werd de groote menagerie in orde gemaakt. De tenten zijn van voor regen oudoor- dringbaar zeildpek. Zeer ingenieus, door ka trollen en tonwen, wordt het zeildoek go- spannen over de palen, of liever dc palen ge stoken onder het zeil. De zware palen rusten op een blok hout, zijn dus niet in den grond gedreven. Die blokken hout zijn plat van bo ven, rond van onderen, met ijzer beslagen'. De paal komt dus te rusten op het platte ge deelte. Om dit. blok worden kleine paaltjes geslagen, zoodat het niet kan uitschieten. Op deze wijze wordt voorkomen een te diep indringen van de groote palen in den. drassigen bodem. En bovendien is het voor deel, dat bij hevige rukwinden de paal mee geeft, en dus minder kans heeft van breken, of neerslaan. Zoo heeft er te Praag eens een 6torra ge woed, die boomen ontwortelde. Aan dc ten ten was niet dc minste schade toegebracht. Een tent is binnen een halfuur opgezet Zeer gehaast, maar stil gaan de werklieden hun gang. Waar men leven en herrie hoort, kan men er zeker van zijn, vreemde werk lieden te zien. Duitschers of Hollanders, die voor één of twee dagen zijn aangenomen. De keuken is niets dan één wagen. De aati rechtbank is een der zijwanden, die open klapt naar buiten. Twee groote ovens bran den flink. En wanneer de keuken 's avond i het eerste weggaat, wordt dc tent, waarin hij staat, geborgen in den wagen, en zou nie mand vermoeden dat dit een keuken is met een capaciteit voor zes h zevenhonderd men schen daags. De smidse, voor kleine reparaties cn het maken van hoefijzers, is een wagen. Op het terrein staan twee electrische wagens, expres vervaardigd voor den circus. De eet-tent geeft plaats voor meer dan vierhonderd man te gelijk Aan cenigc tafels tten de werklieden, terwijl apart de amb tenaren cn de artisten plaats nemen. Er wordt ontbeten precies wanneer de hoofdpaal overeind staat van de groote cir custent. Alles gaat militairement, cn voor het ontbijt wordt drie kwartier gegeven. Het ontbijt, is wat krachtig voor Holland- sche magen. Het begon met een stuk meloen', daarna twee biefstukjes met gebakken spek, aardappelen met boter, brood en diverse En- gelsche sauees. De koffie, die hier zeer veel wordt gedronken, is uitstekend. Ook bij het ontbijt zijn dc werklieden, die eveneens vlecsch, aardappelen en brood krijgenkalm cn stil. In een hoekje van de zaal zat het Chinco^ sclie tweelingspaar, met twee monden het ééne lichaampje te voeden. Een Borneo-be- woner trok zijn biefstuk aan kleine reepjes, en at hem met dc handen. De perstent is zeer gerieflijk ingericht. Eenige tafeltjes en stoelen, twee typewriters staan ter beschikking van de journalisten. En no aog ten slotte ecnige losse opmer kingen kris en kras v-oor elkaar Het terrein in Nijmegen is zandgrond, in het geheel niet drassig. De wagens, getrok ken door de groote paarden, zijn echter zoo zwaar, dat er gaten in den grond getrokken worden van vijf, zes decimeters diepte. De vijf percent stedelijke belasting zal dus wel noodig zijn voor liet onderhoud der we gen, 2elfs ij een uitstekende klinkerbestra ting. Wanneer een waggon geladen is met plan ken, dan is liet veel te lastig, bij het lossen, plank voor plank uit den wagen te nemen. Veel vlugger kan en moet dit gaan Hier voor heeft men apart geconstrueerde inrich tingen. In den gewonen, van boven open war gen past een doos, om het zoo uit le druk ken ook van hoven open. Deze doos nu, waarin planken zijn, wordt uit den wagen ge trok—en, en de inhoud valt ineens op den grond. Alles en allen worden gecontroleerd. Alle wagens en assen worden bekeken, allo mogelijke voorzorgsmaatregelen voor dc vei ligheid genomen. Een aardig staaltje van de kracht der groo te olifanten: Een wagen was tot de assen in het zand geraakt Acht, toen twaalf paarden trokken cn hcschcn, maar c^en beweging was in den wagen te krijgen. Toen word de groo- te olifant een prachtstuk van een dier gehaald. De kop werd onder den wagen stoken, de breede nek opgeheven, en de wa gen ging de hoogte in. Deze olifanten zijn uitstekend gedresseerd en worden veel gebruikt voor het vervoer van wagens. Voor elf uren stond alles in Nijmegen, ge reed voor de middagvoorstelling. Aan het plaatskaartenbureau zitten veertien men schen om de plaatskaartjes te overhandigen, Barnum en Bailey zijn Amerikanen, cö werken met Amerikanen. Reclame en nog eens reclame. In vlugheid en zin voor het practischc gaat er niemand boven Barnum en Bailcy.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6