LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 24 AUGUSTUS. - TWEEDE BLAD.
Anno 1001.
PERSOVERZICHT.
Feuilleton,
Een opvoedster.
No. 12730
Do Kamper Courant waarschuwt de li.be-
,'ralen in do nieuwe Tweede Kamer tegen het
gevaar, dat de leiding der oppositie
:uit hun handen zou overgaan in die van de
sociaal democraten. Zy hebben „to waken,
dat hun beginselen niet verslappen. Zy moeten
'ook in de oppositie voortdurend die begin
selen op den voorgrond brengen, en zich
i daarvan niet laten terughouden door zootsap-
'.pigo overwegingen. En vooral mogen zy niet
'uit overvloed van gematigdheid of uit over-
dreven welwillendheid voor de politieke tegen-
Standers met hun beginselen transigeeren."
De Bociaal-demociaton in de Kamer zullen
,zich tegenover het ministerie der korkeiyke
richtingen krachtig doen golden. Blijft de
Regeering in gebreke sociale wetten voor te
^dragen of voldoen haar voordrachten niet aan
de eischen eener doortastende sociale politiek,
^y zal in deze afgevaardigden beatryders
vinden, die haar niot ontzien. „Wat zal
«vraagt de Kamper Courant de indruk
wezen, wanneer daartegenover do liboralen
een slappe, toegeeflyke houding aannemen?"
Te Zaandam is opgericht de Veroeniging
„Bond van Werkgeveis in hot Houtbedryf",
mot het doel de belangen by en in hun bedryf
te behartigen o. m. door:
het nemen van maatregelen ter voorkoming
'van werkstakingen;
do leden by te staan en te steunen by
Intimidatie van de zyde der werklieden en
corporation en geheele of gedeeltelyke werk-
staking;
het beramen en nemen van maatregelen,
'die in zoodanige gevallen wenscheiyk zyn,
inzonderheid het voorschrijven van een een
vormige gedragsiyn;
het houden van byeenkomston der leden,
waarin hun belangen een onderwerp van be
spreking zullen uitmaken;
het vormen van een fonds;
alle wettige middelen, die aan het doel
bevorderlyk kunnen zyn.
Deze Bond is dus, meent De Nieuwe Courant,
een workgevers-vereeniglng hoofd-
zakelyk ter voorkoming en eventueel
tor bestryding van werkstakingen,
en ter beoordeeling van doze proefneming
pchryft het blad:
Voorop dient gesteld, dat het zedeiyk recht
der patroons, om zich tegen het gevaariykste
en vaak lichtvaardig gebruikte wapen der
werklieden, de workstakking, gezamenlyk
toe te ruston, op goen enkelen grond kan
worden ontkend. Tegenover weerstandskassen
en stakingsfondsen kunnen en mogen andor-
zyds organisaties gesteld worden, welke ook
daar het weerstandsvermogen versterken.
De Bond echter kan op zeer verschillende
wyzon werken. Hy kan zoodanige maatregelen
ten behoeve der by zyn leden in dienst zyndo
werklieden nemen, dat werkstakingen geheel
doelloos, overbodig zouden zyn, een roekelooze
daad van de zyde der arbeiders. Doet de Bond
dit, dan verricht by inhooge mate nuttig werk:
in de eerste plaats door by de Vereeniging
aangesloten leden en waarschyniyk ook
patroons daarbuiten, die anders óf onwillig
zouden zyn of zich onmachtig zouden achten
zekere redeiyke verbeteringen in de arbeidsvoor
waarden aan te brengen, daartoe te dwingen
of te bewegen en door het duchtig argument,
dat de concurrentie er zich tegen verzet, te
verzwakken of weg te nemen.
In do tweede plaats door de arbeidsvoor
waarden ter plaatse en indirect in het alge
meen te verbeteren. In de dorde plaats door
den werklieden beter te leeren beseffen, hoe
©rnstigen stap zy doen door don arbeid neer
te leggen en door op die wyze don invloed
van volksleiders tegen te gaan, welke hen
soms tot ongemotiveerde en verbitterende werk
stakingen beweegt. En zoo meer.
Maar ook op andere wyze zou een Bond
als deze kunnen werken. By zou ter voor
koming van werkstakingen zich financieel zoo
krachtig kunnen maken, dat een werkstaking
voor de werklieden een hopeloos ondernomen
zou zyn en, bouwend op die kracht, de arbeids
voorwaarden zoo ongunstig mogeiyk kunnen
houden.
Men zou afspraken kunnen maken tot be
dreiging met ontslag, neerkomende op een
aanslag op vereonigingsrecht of vryheid van
politieke zienswyze, ingeval er een gedeelte-
88)
Onbevangen keek hy nog eenmaal naar het
paar, dat in de huisdeur stond, en glimlachte
om het dwaze figuur van Poggerlink. Doch
die glimlach verdween, toen zyn blik verder
gleed, naar de vensters der kamer, waar nu
moeder en zuster stonden, by de sohryftafel.
Aan die schryftafel zou nu meteen het
document vervaardigd worden, dat een keer
punt in de geschiedenis van het huis Farland
beduidde.
XIII.
i Stóphanio wist niet, wat zy deed. De angst
voor schande had haar alle bezinning geroofd.
Zy wilde haar zoon redden en ze gaf daarvoor
de dochter prys. "Want het was een misdaad,
die zy pleegde aan het hart van dit halfge-
rypte kind.
Karla had zich nooit anders getoond dan
sen oppervlakkig, bedorven, coquet ding. De
onthullingen, die haar nu werden gedaan over
den toestand, waarin Thoo, en door hem de
geheele familie, verkeerde, maakten echter op
haar een diepen indruk.
Het was een vreeseiyk halfuur voor Sté-
phanie; want onder het dicteeren van den
brief ging haar toch een licht op over het
gevaar, waaraan zy dat kind blootstelde.
De brief was een meesterstuk van naïeve
overredingskunst. In aangapende woorden
schilderde hy de ellende, den nood en jammer
der moeder, die leed zonder te kunnen helpen
en het niet waagde, zelve aan de grootmoeder
illes te openbaren. Was een groote «om,
lyke werkstaking dreigde of uitgebroken was.
En aldus zou een Bond als deze hetzelfde
kwaad doen, wat sommige werkliedenvereni
gingen uitrichtennl. de betrekkingen tusschon
werkgever en werknemer bemoeiiyken en do
verhoudingen verscherpen. In het laatste ge
val zou de vereeniging waarschyniyk niet
lang duren; dit zullen de oprichters zelf beter
weten dan iemand.
En daarom gelooven wy, dat hun voor
naamste middel tot voorkoming van werk
stakingen zal zyn het zooveel mogeiyk en
gezamenlyk verbeteren der arbeidsvoorwaar
den. Blykt dit hun ernstig voornemen en
houden zy daaraan vast, dan zullen zy tevens
mot des te meer kracht en recht zich tegen
onmogelyke of overdreven eischen kunnen
vorzetten en hun medeleden steunen by inti
midatie van de zyde van werklieden en cor
poratism In verschillende omstandigheden zal
dan tevens hun bestuur als vertegenwoordiger
dor' werkgever8belangen by voorkomende ge-
deoltolyko arbeidsconflicten bemiddelend kun
nen optreden.
Dr. D. A. de Jong Jzm, te Leiden, echryft
aan het Tijdschrift v. Geneeskunde:
Van het begin van hot jaar 1900 af, oigen-
ïyk reeds van het najaar van 1899 af, werd
door my een onderzoek ingesteld, hetwelk
zich in dezelfde richting bewoog als dat van
Koch, waarvan de resultaten door dezen ge
loerde op het tuberculose-congros te
Londen werden medegedeeld.
By myn onderzoek mocht ik den steun der
R9geering ondervinden en ik zal van de ver
richte proefnemingen en verkregen resultaten
een uitvoerig verslag hebben uit te brengen
aan don minister van binnonlandsche zaken.
Het onderzoek is nagenoeg geëindigd en
met het opmaken van het verslag werd reeds
oen aanvang gemaakt; het zal echter nog wel
een paar maanden duren, voordat het in zyn
geheel gereed is.
Do resultaten, waartoe het onderzoek geleid
heeft, werden door my evenwel, juist in
verband met de mededeelingen van Koch,
reods voorloopig ter kennis van de Regeering
gebracht. Van den minister van binnonland
sche zaken ontving ik bericht, dat hot by
hem geen bezwaar ontmoet, indien die rosul-
taton reeds thans in ruimeren kring worden
bekend gemaakt.
Do conclusies, waartoe ik op grond van
myn onderzoek ben gekomen, stemmen niet
overeen met die van Koch (en Schütz), en
zUn in het kort de volgende:
I. Tuberkelbacillen van den mensch kunnen
by runderen tuberculeuze processen veroor
zaken.
II. Ook by andere huisdieren, schapen,
geiten, honden, en bovendien by apen, kunnen
tuberkelbacillen van den mensch tuberculose
doen ontstaan.
III. De tuberculose, door van don mensch
afkomstigo tuberkelbacillen by de bovenge
noemde dieren opgewekt, is echter gewoonlyk
minder hovig, dan die, door tuberkelbacillen,
van het rund afkomstig, veroorzaakt.
IV. Wy mogen daarom voor den runder-
bacillus een gewoonlyk sterkere virulentie dan
voor don menschenbacillus aannemen.
V. Het kan met worden verwacht, dat die
sterkere virulentie van den runderbacillus, by
runderen, schapen, geiten, honden en apen
tegenover den van den mensch afkomstigen
bacillus waargenomen, juist by don mensch
zich niet zou openbaren.
VI. In verband met het voorgaande moet
aan den mensch als oorzaak van de over
brenging van tuberculose op het rund, een
geringere beteekenis worden toegekend dan
aan hot rund als oorzaak van de overbren
ging van. tuberculose op den mensch.
VIL De tuberculose van het rund verdient,
met het oog op de gezondheid van den
mensch, nog meer de aandacht der hygiëne
dan vroeger.
Aanleiding tot het instellen van een onder
zoek vormden de in Amerika verrichte onder
zoekingen van Smith en de meening van
prof. Fokker omtrent de met-identiteit van
tuberculose van den mensch en van het rund,
dikwyis in het openbaar verkondigd. Moeiiyk
kon ik vermoeden, dat de ontdekker van den
tuberkelbacillus zich met een dergeiyk onder
zoek, misschien op veel uitgebreider schaal,
bezighield. Nu hy echter de resultaten van
zyn onderzoek bekend gemaakt heeft endoor
zyn conclusies de geleerdo en niet geleerde
wereld begrypelykerwyze in opschudding
die men van de oude vrouw vroeg; maar zy
zou daarvan dan ook de voldoening hebben,
een geheel gezin te redden van het grootste
gevaar, en van do spoedige terugbetaling kon
ze zeker zyn.
Karla, nog opgewonden en onder den invloed
van het ryk besproeide déjeuner, kreeg het
zelfs met haar gevoel te kwaad, en de op het
papier gevallen traan ontbrak by wyze van
illustratie niet. In een P.S. vroeg de schryfster
excuus voor die tranenvlekken.
Stóphanie dankte door wroeging go-
kweld het meisje mot een kus en stuurde
haar spoedig de kamer uit.
„Hy verdient hot nietl" mompelde zotoen,
en een oogenblik dacht se er zelfs aan, don
brief niet te verzendenDoch hy was nu
eenmaal geschreven, Karla was van de zaken
op de hoogte, en andere redding wist zy niet.
Zoo ging de brief met het hartverscheurend
smeeken om hulp de wereld in.
Karla was van dit oogenblik als omge
keerd; bedrukt en stil liep ze door het huls;
tegen Gudrun sprak ze geen woord.
Men wachtte den volgenden morgen het
telegram van grootmoeder. "Uur na uur ver
liep, onder toenemende zenuwachtigheid. Het
werd haast vyf urennog nletB. Theo stelde oen
telegram aan de oude vrouw op; men wachtte
nog tot vyf urentoen bracht hy het zelf naar
het telegraafbureau.
Een nacht van kwelling, een morgen vol
spanning. Eindeiyk kwam een telegrambesteller
hot hek in. Theo snelde hem te gemoet De
man bracht een telegram, geadresseerd aan
Karla. Theo rukte het hem uit de hand en
bracht het naar zyn moeder. Deze opende
met bevende vingers het couvert,
„Kom dadeiyk hierheen, ft wacht Je. Karo-
lino Farland, Bachacock"
bracht, nu acht ik bet, juist om het zeer
groote belang van de zaak, geoorloofd reeds
thans de resultaten van myn proefnemingen
mede te doelen, wyi deze verschillen van die,
welke door Koch werden verkregen. In de
gegeven omstandigheden meen ik gerechtigd
te zyn op myn later uitvoerig verslag vooruit
te loopen; ik ben dan ook van voornemen
omtrent het onderzoek zelf uitvoerige mede
deelingen te doen op de aanstaande algemeen©
vergadering van do Maatschappy tot bevor
dering der Veeartsenykunde, welke op 20 en
21 September a. s. te Utrecht zal worden
gehouden.
In D$ Telegraaf schryft de heer J. H. van
Balen een artikel over do verwachtingen, die
hy van het nieuwe Kabinet heeft ten opzichte
van de kolonie Suriname.
En die verwachtingen zyn zeer goed;
gegrond op wat de huidige Minister van
Koloniën voor deze Kolonie gedaan hoeft:
De nieuwe Minister van Koloniën toch is
oud-Gouverneur van Suriname en, wat meer
zegt, heeft in den tyd, dat hy daar den schep-
ter zwaaide, veel voor Suriname gedaan, ter-
wyl hy, bedriegt onze herinnering ons niet,
alleen afgetreden is, omdat hy voor Suriname
te veel geld vroeg en er, als gevolg daarvan,
verschil van meening ontstond tusschen hem
en den toenmaligen Minister van Koloniën
over de wyze, waarop de Kolonie moest be
stuurd worden.
Jhr. Van A6ch van "Wyck was in Suriname
zeer populair en kon met de Koloniale Staten
goed overweg, iets, wat niet van iederen
gouverneur kan gezegd worden. Een oogen
blik liep hy wel is waar gevaar zyn populariteit
te verliezen, toen hy de verordening deed
aannemen om de leprozen onder toezicht te
stellen van R.-K. geesteiyken op Groot-
Chatillon, doch toen het voorloopig gesloton
contract, ton gevolge van de bemoeiingen van
den Minister Yan Dedem, ontbonden werd,
liep de zaak met een sisser af.
Ter verbetering van verkeersmiddelen, af
watering, enz. deed Van Asch van "Wyck veel,
zoodat hy horhaaldelyk zyn begrooting be
snoeid zag door de Tweede Kamer. Het lang
gekoesterde denkbeeld van het aanleggen van
een proeftuin bracht hy tot uitvoering, en
het was ook onder zyn bestuur, dat twee
groote werken werden ontworpen, nl. do af
sluiting van het Saramacca-kanaal en de in
poldering en op-loozing-brengen van 2500
H.A. land naby Paramaribo.
Opstootjes ouder de Britsch Indische koelies
gaven aanleiding tot de emigratie van Javanen
naar Suriname, een onderneming, welke
thans nog, zooals bekend is, geregeld wordt
voortgezet.
Van niet minder belang mag hot voor
Suriname geacht worden, dat het jhr. Van
Asch van Wyck was, die in 189*2 de bekende
commissie benoemde, welke! onderzoeken zou
of kolonisatie van Europeanen (Nederlandsche
landbouwers) naar Suriname gewonscht is.
Do vrucht van dit onderzoek was het bekende
rapport, waarnaar ik meermalen verwees.
Gaat men na, wat jhr. Van Asch van Wyck
als Gouverneur voor Suriname deed, dan go-
loof ik, dat de veronderstelling, dat de Kolo
nie ook van hem als minister wel wat
mag verwachten, gewettigd is.
Doch niet alleen op den Minister van
Koloniën, ook op den minister president is
de hoop van den schryver gebaseerd. Dr.
Kuyper toch heeft zich meor dan eens in
gunstigen zin over landverhuizing uitge
laten, en ook hy zal dus zyn medewerking
willen verle6nen aan emigratie naar dezer
Kolonie.
Alles by eengenomen, komt de heer Van
Balen tot dozo conclusie:
Het zal na deze herinneringen niemand
vreemd voorkomen, dat ik, met hot oog op
het verleden van den heer Van Asch van
Wyck als gouverneur van Suriname
en met het oog op hetgeen dr. Kuyper over
emigratie schreef, van hot optreden van die
excellenties in onze regeering veel voor Suri
name verwacht.
Hier Ügt hot land, om do kleine luyden te
doen emigreeren, voor ons open. Het is onze
eigen kolonie, die op handen wacht om-den
vruchtbaren grond te ontginnen. Wy behoeven
geen faciliteiten te vragen aan een vreemde
regeering en geen Hollanders naar een vreemd
land to zenden. Een Hollandsche kolonie
wacht hen met open armen.
Met den heer Van Balen hopen wy, dat ook
Geen woord ovor geld, geen sprake van
hulp zelfs.
Theo was buiten zichzelven. De dag snelde
aan, waarop hy als een lage bedrieger voor
Poggerlink en Pairapol zou staan. Dat de laatste
nu ook door allerlei toevalligheden was opge
houden l Hy had nog gohoopt, van hem iets
los te krygen; doch hy had zich moeten
troosten met de hernieuwde belofte, dat de
beloofde termynen stipt op tyd zouden worden
betaald.
Maar wat gaven die mondelinge beloften
tegenover zyn schuldoischers
Eindeiyk wist Theo van zyn moeder toe
stemming te krygen, om Karla naar Bacharach
te laten vertrekken. Nu eerst spraken broeder
en zuster met elkaar, en de „groote broer"
maakte een erbarmeiyk figuur tegenover het
meisje, dat hy altyd als een kind had be
handeld.
Gudrun toonde groote verbazing over Karla's
plotseling vertrek; maar men gaf haar geen
uitleg.
Weer brak nu een tyd van duldelooa wachten
en hopen aan. De eene dag na den anderen
verliep, zonder dat er taal of teeken werd
vernomen.
Theo gevoelde, dat hy onder de huidige
omstandigheden geen recht meer had, op
Nelly's liefde te hopenhy wist, dat een ont
moeting met haar hem nu niet anders zou
opleveren dan nieuwe zielepyn. Toch werd hy
als door een onweerstaanbare macht naar haar
toe gedreven, en hy besloot te gaan en de
comedie tot het einde vol te houden.
Men ontving hem vriendeiyk en nam ge-
reedeiyk genoegen met de verontschuldiging,
dat de drukte, welke de zaak met Paimpol
veroorzaakt^ hem had verhinderd, eerder te
Suriname de vruchten moge plukken van den
nieuwen koers, die gevolgd zal worden. Dat
de Kolonie deelt in de liefde van den Minister
van Koloniën, ia overbekend.
liet Huisgezin bepleit een betere op
leiding van onderwjj zera,
Twee dingen, zegt het blad, zyn noodig:
lo. grooter kieschkeurigheid by het aanne
men van jongeheden om voor hot gewichtige
onderwyzersambt te worden opgeleid, 2o.
betere opleiding.
Wie beseft, welk een gewichtige rol de onder-
wyzer heeft te vervullen, hoe het onder
richt en de opvoeding van veruit de meeste
kindoren uitsluitend in zyn handen berust,—
hoe hy by de overigen althans de grond
slagen legt, waarop straks zal worden voort
gebouwd zal ons toegeven, dat nog veel
te veel onderwyzers „gemaakt" worden.
Wy zeggen „gemaakt". Wat toch is hot
geval? Er bestaan in ons land een groot aan
tal normaalscholen, die groen en ryp aan
nemen om aan den gang te blyven. Zit erin
een jongen maar iets in, dan praat men den
ouders voor, dat hy onderwyzer moet worden:
de opleiding kost niets, en binnen enkele
jaren verdient hy evenveel als een volwassen
knap werkman.
Zulk een vooruitzicht is aanlokkeiyk; de
menschelyke ydelheid helpt een handje: welke
ouder ziet uit zyn jongen niet graag een
„mynhoer" groeien? en het eind is, dathy
voor onderwyzer gaat studeeren.
Do jongen wordt, zoo goed en zoo kwaad
als het gaat, volgestampt met de noodige
examenkennis, haalt het radicaal van onder
wyzer, en blyft zyn hoolo vorder leven
een stumper.
Zoo zyn er honderden.
Het is zeker waar, dat de onderwyzers
geen professors behoeven to zyn en dat van
een streng wetenschappelyke opleiding geen
sprake kan wezenmaar de aanstaande onder
wyzers behooren een helderen kop, een vlug
verstand, een gezond oordeel te bezitten.
Minder mag men niot eischen.
Een goed, een kundig onderwyzer is een
zegen voor de jeugd, aan zyn leiding too-
vortrouwd. Een minder goed, een slecht
onderwyzer is een ramp, en het nadeel, dat
hy teweegbrengt, kan niet te hoog worden
aangeslagen.
Daarom: men leid© enkel hen tot onder
wyzer op, dio de noodige waarborgen bioden.
En blykt onder do opleiding, dat de adspi-
rant-onderwyzer niet van het hout is, waar
van men goede onderwyzers snydt, dat men
dan den moed hebbe, hem het kiezen van
een andoren werkkring aan to raden. Ten
halve gekeerd is altyd nog beter dan tot het
einde toe dwalen.
Doch ook do opleiding behoeft verbetering. Er
zyn ongetwyfeld goede normaalscholen, maar
over het algemeen is de inrichting gebrekkig.
Deze opleidingsscholen (die modellen behoor
den to zyn) moeton hot maar al te vaak
stellen mot byeengoharkto leerkrachten, die
het les geven aan do normaalscholen er „en
passant" by waarnemen. Niet altyd ook zyn
dezo leerkrachten van den eersten rangmen
weet zich nogal oens te bohelpen, ten koste
van het onderwys natuurlijk.
Nu is het voor het hoofd van een school
heel aangenaam, als onderwyzer aan een
normaalschool nog een paar honderd gulden
per jaar by te verdienen, maar men mag do
kwoekelingen niet. do dupes laten worden van
eon inrichting, die met kunst en vliegwerk
in wezen wordt gehouden.
Het is lang niet ieders taak, jongelieden
tot onderwyzer op te leiden. De noodige
examenkennia aanbrengen, dat gaat in den
regel wel, vooral als men wat routine in hot
africhten heeft: doch een stevigen grondslag
te leggen voor latere studie, scherp en zuiver
te loeron denken, juist te leeron waarnemen,
gezond te leeron oordeelen en niet by het
woord des meesters te leeren zweren, dit
alles eischt een ongemeen talent, veel kennis,
veel tact.
Moet de opleiding van veel onderwyzers
gebrekkig worden genoemd, to betreuren is
hot, dat aan hun verdere ontwikkeling en
vorming veel te weinig aandacht wordt ge
schonken.
Do meesten zyn aan zichzelf overgelaten,
studeeren wat, tobben veel, en doen hun
best om de hoofdakte te verwerven. Maar
hun gezichtskring, die ten gevolge hunner
opleiding beperkt is, wordt niot verruimd;
Doch de scherpe blik van Nelly merkte wel,
dat Theo's vroolykheid gedwongen was. Lang
zamerhand echter geraakte hy weer onder den
weldadigen Invloed van deze gezellige huise-
lykheid en hy slaagde er in, de spoken voor
eon oogenblik te verbannen. Zelfs Nelly werd
dupe en geloofde aan al wat Theo loog over
zyn zaken en bezigheden.
Opeens werd er gebeld. Theo schrikte onwil
lekeurig; wel lachte hy zelf terstond om die
vrees. Welke boodschap kon hem toch hier
boreiken? Maar hy dacht met kloppend hart
aan Karla.
Nelly ging naar de deur en kwam spoedig
daarna terug met eeu brief.
„Raad eens, wat ik hier heb?" plaagde zy.
Thoo maakte eerst een grapje, maar toen
hy hoorde, dat de brief van Faimpol was,
kon hy nauwelyks zyn ongeduld bedwingen.
Schertsend wilde het meisjo hem ontwyken,
doch hy zette haar na, en het was hem
bittere ernst.
Eindeiyk ving hy haar en wilde haar den
brief ontnemendoch zy hield dien stevig vast
„Wat heb jo toch voor geheimen, Nelly?"
fluisterde hy, zoo toeder als hy kon in zyn
staat van angst en opgewondenheid.
Nelly antwoordde, eveneens fluisterend:
„Ik heb oom Paimpol alles gezegd".
„Meisje 1" riep Theo, op oen toon van verwyt.
„Was dat niet goed?" vroeg Nelly. „Den
laatsten keer, toen hy hier was, heeft hy my
in verhoor genomendoch ons gesprek werd
toen afgebroken. Hy beloofde my, onderweg
te schiyven. En hier ls de brief."
„Maar laat dien dan toch zien, llefstel Ben Je
bang, dat hy slechte dingen over my schryft?"
Hy las, in het halfdonker, het adres. Plotse
ling rukte hy Nelly den hriftf ttU» de handen
bezag het poststempel
zy blyven hangen aan hun book en aan de
letter van hun boekzy doen misschien een
massa dótailkennia op, maar een frissche,
krachtige strooming golft niet door hun hoofd,
opgevuld met boekenstof.
Behoort er verbetering te komen in de
eerste opleiding, ook voor de verdere vorming
dient althans iets te worden gedaan. Het
minste is wel het oprichten van flinke cur
sussen, waar kundige mannen de onder
wyzers niet africhten, maar bekwamen voor
de hoofdakte.
Deze zorg hoeft het Ryk veel te lang ver
waarloosd. Voor de opleiding onzer genees-
heeren en rechtsgeleerden wordt goon geld
gospaard, maar don ondorwyzer laat men, als
hy zyn eerste akte behaald heeft en eigeniyk
pas aan den drempel der schoolwereld staat,,
aan zyn lot over.
Dit moet anders worden. De nieuwe regee
ring zou een goed werk doen, Indien zy ter
hand nam wat de opvolgende liberale regee
ringen hebben verzuimd. En mochten er tegen
het oprichten van Rykscursussen bezwaren
bestaan, welnu, dan kon zy door het toe
kennen van een ruim subsidie het in-het-
leven-roepen en in-stand-houden van parti
culiere cursussen bevorderen.
In ieder geval, ook de technische zyde van
het onderwys- of liover onderwyzersvraagstuk
verdient do aandacht, omdat de groote zaak
der volksopvoeding daarby zoo nauw is be
trokken. Goede, kundige onderwyzers to heb
ben is van het hoogste gewicht, en bet ware
niet onaardig, inJien een anti liberale rogeering
dat groote belang op krachtige wyze bevor
derde. Wat zouden mr. Levy en mr. Van
Houten daar wel van zoggen!
Ook het weekblad Dc Katholieke. School wydt
een artikel aan de gebrekkige opleiding der
onderwyzers, voor zoover deze althans door
normaallessen geschiedt. Het blad schryfc:
Het wil ons voorkomen, dat de tegenwoor
dige toestand in zako do akte-examens op
don duur onhoudbaar zal blyven. Wat toch
is het go val?
De opleiding voor onderwyzer kan volgens
de wet op drie verschillende manieren ge
schieden: 1. aan kweekscholen, 2. aan nor
maallessen, 3. door hoofden van echoion.
Hoe is het nu mogeiyk, dat candidaten,
die niet aan kweekscholen zyn opgeleid, kun
nen voldoen aan eischen, die met recht aan
loerlingen van kweekscholen mogen gesteld
worden?
By de toelatingsexamens is het aantal can
didaten voor de Rijkskweekscholen moestal
zeer groot: uit 100 en moer jongelui worden
or een twintigtal mot uitstekenden aanleg na
twee, drie schiftingon uitgezocht. Deze loer
lingen krygen gedurende vier jaren eiken dag
van 6 tot 7 uur les van knappe leeraren, die
over allo mogolyko leermiddelen beschikken.
Daarby zyu zy by de aanneming reeds op
een aardigo hoogte; want de opgaven voor
Rokeqen on Tail zyn by do toolatingsexamens
vaak oven moeiiyk als voor de hulpakto.
Deze jongelui mogen na volbrachten leertyd
hetzelfde examen doen, als anderen, die hun
opleiding aan normaallessen of by een hoofd
der school ontvingen.
Aan normaallessen nu is een keuzo by de
aanneming meestal niet zoer groot; op veel
plaatsen zelfs worden candidaten met woinig
konnis on nog minder aanleg toegelaten; het
aantal lesuren bedraagt slechts ongoveer de
helft van dat aan de kweekscholen, de leer
middelen zyn vaak niet voltallig en hot leer-
arond personeel kan omnogeiyk met zooveel
zorg gekozen worden als dat der kweekscholen.
Daarby komt, dat het geven van normaal-
lossen een zwaar work is, dat door de hoofden
van scholen by hun gewonen, vaak niot go-
makkeiyken arbeid moet worden verricht.
Eindeiyk dryft do omgeving de leerlingen
der normaallessen gewoonlyk minder tot stu
deeren aan dan die der kweekschool, wyi zy
by hun ouders inwonen, niet altyd een ge
schikte gelegenheid om te studeeren bezitten
en veol afleiding hebben.
Indien mon die toostanden vergeiykt, dan
zal men gereedeiyk toegeven, dat het zeer
moeiiyk, zoo niet onmogeiyk, is, deze twee
categorieën van leerlingen aan eenzelfde
examen te onderwerpen. Men zou denken, dat
alle leerlingen dor kweekscholen mot de
hoogste cyfers de akte moesten bohalon en
dat b'Jna alle leorlingen dor normaallessen
worden afgewezen. Do ondervinding geeft ons
hier gelyk. 't Is een uitzondering, dat leer-1
„Waar is hy verzogen?"
„Wat ben je weer driftig I" pruilde Nelly.
„Kan je het stempel niet lezen? Tc Bacha
rach is hy verzonden, als je het dan volstrekt
weten wiltl"
„Te Bacharach!Theo's knieën knikten.
Op dit oogenblik hoorde men Joanne aan
komen.
„Laat my den brief eerst lozen!' vleide
Theo, die nog zyn uiterste best deed, een
overmoedig gezicht te zetten.
„Maar Theol" zei het meisje verwytond.
Haastig omarmde hy haar en drukte eon
kus op haar lippen.
„Ik wilIk wil hem lezen I" riep hy
hartstochteiyk.
Ontsteld rukte Nelly zich los.
„Dat is toch niot zooals het behoort!" zei
het meisje.
De deur ging open en Jeanne verscheen.
„Zeg, booswichten, waar biyf jelui? Pas op,
mama zal brommen l"
Theo lachte luid en gedwongen. Hy had
den brief snel in den zak laten glydon. Schert
send bood by Jeanne den arm en sprong met
haar de gang door naar do kamer, waar
mevrouw Van dor Kerken was.
Nelly volgde in gedrukte stemming; zo ge
loofde, dat men aan haar gezicht zou zien,'
dat hy haar gekust had.
Er werd echter in de huiskamer geen enkele
toespeling van dien aard gemaakt; doch toen
men haar, als gewoonlyk, vroeg, om wat viool
te spelen, begon ze plotseling te weenen. Ze
zei, dat ze niet spelen kon; Theo moest maar'
heengaan; want zo verlangde naar rust: z*.
had hoofdpyo.
bWwdt wrtttJpil