No. 1KOO
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 20 JÜLI. - DERDE BLAD.
Feuilleton.
Een opvoedster.
Anno 1901.
Burgerlijke Stand.
yiaiMnifeel» graalelij
Niettegenstaande de Bears in het begin der
week in een eenigszins flauwe «temming verkeerde,
mogen wjj hot verloop over het algemeen gunstig
'noemen. Dank zy den goeden grondtoon, die voor
Amerika&nsche spoorwegwaarden bljjft heerschen,
'hadden de Europeosche Staatsfondsen
,#en ferm voorkomen.
i Geld op prolongatie was gemakkelyk verkrijgbaar,
«oodat de Hollandsche Staatsfondsen,
xonder veel van de vorige koersen of te wgkeu,
een flink aanzien hadden.
Ook Metallieken waren vaster, doch werden
niet druk verhandeld. Levendiger handel met
veel vraag voor Parys viel voor Pojtugeezen
waar te nemen. Dank zij de energie derFransche
regeering, is het eindelijk met Portugal tot een
vergelyk gekomen wat betreft de rogeling der
'Portugeosche Staatsschuld. De bij
zonderheden zijn, daar het een diplomatieke zaak
geldt, niet direct bekend. Men zegt echter, dat
de overeenstemming gegrond is op een gegaran
deerde rente van 1'/, pCt. van af Januari 1902.
Spanjaarden konden iets in prijs avan-
;ceeren. De begrootings-commissie heeft besloten
de door den minister van financiën ingediende
wetsontwerpen te verdagen. Het is waar, ver
worpen zyn zij daarom niet, maar ook geenszins
aangenomen. Het protest der buitenl. vertegenwoor
digers van Spaansche buitenlandsche
schuld zal wel eenigermate geëerbiedigd worden.
iNÓgmaals dient er op gewezen, dat het opleggen
eoner belasting van 20 pCt. de overeenkomst van
il8&2 geheel te niet zou doen; deze toch was door
de' fondsenhouders aangegaan op belofte van vrij-
(«tolling van welke belasting ook.
Bussen waren vrij vast, doch met weinig
Affaire.
Io VVladikawkas-sporen hadden eenige
omzetten plaats tegen ietwat verhoogde koerseD.
netto-ontvangsten dezer Maatschappij in 1900
- Tevortreffcn die van 1899 met 3,416,000 roebels, ter-
wijl tevens de vooruitzichten voor 1901 gunstig
Afzijn. Ondanks den oogeoschynlijk grooten geldnood
van Turkije ontmoetten Turksche fondsen
aan het einde der week eenige belangstelling.
Opnieuw is do vlottende schuld met 25,000 T. p.
verrijkt, door de öttomaansche Bank als voorschot
gegeven. Sedert 1896 is het bedrag der vlottende
schuld, door de Porto aangegaan, tot meer dan 30
millioen T. p. gestegen, zoodat de gevolgen niet
kunnen uitblijven. Terwijl men vroeger zich min-
etens wachtte de rechten der schuldeischers aan
te tasten, is dit de laatste jaren bijna eon gewoonte
geworden.
Nederl. Z.-Afrik. Spoorwegobligatiën werden
tegen opnieuw lagere koersen verhandeld.
De Zuidamerik. Staatsfondsen, die
i ook de week in sympathie met de Amerik. Spoor-
i wegwaarden lager waren ingegaan, verbeterden
i aanmerkolyk.
Brazilianen muntten uit door verdere koers-
verheffing, waarbjj zich ook Mexicanen aan
sloten. Daarentegen verloren Argentijnen eenige
'punten, niettegenstaande de minister van financiën
verklaarde, ook ondanks den nieuwen financieelen
toobtand, de verplichting tegenover de buitenland
sche crediteuren'nauwgezet to zullen nakomen.
Van de Petroleum markt valt ditmaal niet
heel veel te zeggen. Ware het niet, dat do
•Indische soorten op" het laatst van de week
iets betere neigingen toonden, voorzeker hadden
'wij het verloop zonder eeuig voorbehoud met deu
'naam „zwak" kunnen bestempelen.
Amsterdam-Rumeensche verloren onge
veer 3'/j pCt. in verband met hot bericht der
faillietverklaring der Maatschappij.
Evenmin traden Tabakswaarden sterk op
den voorgrond, ofschoon or voortdurend vraag
'blijft bestaan voor Niouwe Assahan en ook
iD e 1 i-M ij. en Sonembah van de hoogere koer
sen profiteerden. Daarentegen moesten M e d a n-
en ook L a n g k a t-T a b a k eenig verlies lijden.
In verband met de herstellende beweging in
•Noord-Celebes bogonnen de My n waarden
met goede vraag voor de meeste Maatschappijen.
K wa n dang-Soem alata en Noord-Col e bos
konden hun hoogere koersen ten volle hand
haven.
Ned.-In d. Mynbouw sloten na eenige
pchommelingen lager, terwyl R e d jang-Lebong
na een op- en neerwaartsche bewoging mot
hoogere koersen uit de markt traden.
Voor aandeelen Kon. W.- Indische Mail
dienst be3lond goede vraag tegen hoogere
koersen.
l>e obligatie-schuld dozer My. word met /"500,000
vergroot door de uitgifte van 4-pCts.-obligatiën.
In Nederl. H a n d e 1 - M ij. gaven eenige
epoculatieve aankoopen redeu tot herstol, echter
spoedig opgevolgd door een kleine koersdaling.
„Maar wat dan, jongons, wat dan?"
Stóphanie had eindelyk weer kleur op hot
gelaat.
„Och, het was maar zoo'n ideevan
Earla oigenlyk. Je klaagde altyd over het
sfochte atelier ginds by je vaders huis."
„En nu heeft moesjo een heel nieuw voor
u laten maken, hier by ons, oom Heinz l"
Pracht was zóó getroffen, dat hy nauweiyks
'woorden vond. Hy liet de boide meisjes los
'en ging op Stóphanie toe; dicht voor haar
bleef hy staan; zyn gelaat vertoonde oen
vreemde mengeling van ontroering en scholm-
sclio grappigheid. Hy keok de meisjes aan en
weer naar haar mama, terwyl hy liet gebaar
van een omhelzing maakte.
„Mag ik?" vroeg by.
Karla klapte in do handen.
„Jawell" riep zy, jubelend van do pret.
In een ommezien had Pracht zyn vriendin
op beide wangen gekust.
„En nu naar het nieuwe paleis, oom!"
De meisjes namen hem in haar raidden en
trokkon hem snel mee naar de dour.
„Wie kan daar iets tegen beginnen!" riep
by, gemaakt wanhopig. „Kom moe, lieve
vriendin, die meisjes trekken my de armen
van liet ïyfl"
Onder lachen en schertsen verdween het
klaverblad.
Stóphanie wil volgen, maar eindelyk begeeft
Laar do kracht. Een hartverscheurend snikken
4tygt op tal iuar borU, slechts cc
Wat de Amerikaanse he spoten betreft,
is het verloop geweest, zooals wy gezegd hebben.
Spoedig toch bleek, dat wij gelijk hadden, toas
wy de vorige week er op wezen, dat de geruchten,
zoo al waarheid bevattende, minstens zeer over
dreven zouden zijn. Het duurde dan ook niet lang,
of men sprak de berichten van groote schade
tegen; regen was hier en daar gevallen, enz.,
snz. Een en ander mag gerust als een wel
geslaagde manoeuvre der speculanten beschouwd
worden. Wel bestond er eenige reden van
ongerustheid door de staking der staal werkers
en de altijd nog bestaande wrijving tusschen
de mannen der Union- en Northera-Paciflc-Sporen,
doch ook deze oneenigheid schijnt thans uit den
weg gornimd te zjjn. Het spreekt vanzelf, dat
van tyd tot tijd sen spanning zal ontstaan tus
schen de regenten dier machtige spoorwegsyste
men, welke zich thans hebben voorgenomen met
elkander samen te werken, dat kan niet anders,
dooh daar staat tegenover, dat men do heeren
Morgan Harriman heeft kunnen leeren kennen
als zeer bekwame financiers en mannen, die in
staat zyn van een wrak een zeewaardig schip te
bouwen; diensvolgens mogen wij gerust de con
clusie trekken, dat zy alles in hot werk zullen
stellen om de door hon tot stand gebrachte
systemen en combinaties ook in stand te honden.
Het zyn mannen, die in staat zyn met raillioenen
te rekenen en deze vruchtbaar te maken, en geen
dolle speculanten. Wanneer werkelyk een vergelijk
tot stand is gekomen en mannen als President
Hill, Pierpont Morgan, William Rockefeller, Harri
man TwoDably, Samuel Rea en W. K. v. d. Bilt
met elkander samonwerkon, dan zijn de besto
krachten der groote spoorweg-systemen ver-
eenigd, zij zullen dan als belanghebbenden de
Northern-Pacifio helpen besturen. Hot gevolg van
deze bekendmakingen was een algeheele reprise
der markt en wel voornamelijk in Union?Pacific-
aandeelen, die trouwens het meest geleden hadden.
Thans noteeren Topeka's weder 77tt Denvers
42H Missouris 27, Southern-Pacific 55*f Union-
Pacific 106X Wabash 20Jf Gulfshares 19X
preferente Gulfshares 40^ Ontario's 39X enz.,
enz. De markt sloot zeer vast. Het spreekt van
zelf, dat het vertrouwen door het gebeurde in
Mei zoodanig geschokt werd, dat het minste wolkje
aan den hemel reeds voldoende is om een flinke
daling teweeg te brengen, welke dan op haar
beurt een ieder den schrik om het hart doet slaan
zondor dat men zich eerst overtuigt of hier een
afdoende reden voor aanwezig is. Do economische
toestand in de Yereenigde Staten blijft nog steeds
gunstig. Rijnlandscht Bank.
KOLONIËN.
BATAVIA, 15—18 Juni.
Van hot gowosteiyk bestuur van Ambolna
is het volgend telegram ontvangen:
Algemeone politieke toestand over het algo-
meen gunstig; gezondheidstoestand gunstig,
behoudens enkele koortsgovallen.
Biykens telegraphi6ch bericht van den
resident van Ternato en Onderhoorigheden is
die gewesteiyk bestuurder van een dienstreis
naar Noord-Oost-Halmaheira teruggekoerd; de
verhouding tusschen Christenen en Moham
medanen werd aldaar vry goed bevonden. De
gezondheidstoestand was goed. Java-Ct
„De Locomotief" bericht hot volgende:
„Eenige maanden geledon behandelde do
raad van justitie te Soerabaia de zaak van
den heer H. G. B., hoofdredacteur van het
„Soor. Handelsblad."
„Hy moest terechtstaan wegens het plaatsen
van verscheidene artikelen togen den heer K.,
tabaksfabrikant te Djember.
„Do heer B. zelf was intusschen naar
Nederland vertrokken; uit zyn naam verzocht
de redacteur v. G. ora instructie, doch kon
geen enkel document toonen, dat hy daartoe
was gemachtigd.
„De raad verklaarde toen den officier van
justitie niet-ontvankeiyk in zyn requisitoir.
Mr. Lens teekende daartegen verzet aan.
„Het hooggerechtshof heeft nu het vonnis
vernietigd en gelast de zaak opnieuw in
behandeling te nemen zonder den heer B.,
zoodat deze by verstek zal worden veroor
deeld."
ATJEH.
Uit Eotta-Radja is dato 8 Juni aan „Do
Padanger" o. a. geschreven:
Naar aanleiding der alhier ontvangen be
richten, dat een bende gewapende Atjehers uit
het Tapa Toeansche zou oversteken naar de
Banjak-eilanden om daar te rooyen en te
plunderen, werd den militairen commandant
enkel pynlyk, weenend geluid komt over haar
lippen. Zy drukt de handen voor liet gezicht,
dat rood van schaamte is, en werpt zich neer
voor haar schrijftafel, achteloos met beide
armen wegstootond, wat daar in bevallige
wanorde is verzameld: de sieriyke lyst met
do portretten harer kinderen en een prachtige
stander met de photographic van een ern-
stigen, ouden man, met helder hoog voorhoofd
en een vriondeiyken blik.
De arme Stóphanie weent niet, haar oogen
zyn droog, en als zy' eindelyk in haar hart
brekende ellende het ontstelde, door smart
verstoorde gelaat opheft, staart haar blik in
de welbekende, ernstige, vaste trekkon van
den sinds lang overleden comraercieraad en
ridder *an hooge orden Th. F. A. Farland
zaliger.
II.
Toon Theo's grootvader omstreeks het jaar
1835 van Spandauer boeren het groote stuk
grond tusschen Grünewald en Spree kocht
om er zyn chemische fabriek pp te stichten,
had zyn vriend Pracht hem duchtig uitge
lachen. Den grond kreeg hy wel is waar voor
een spotprysje, maar het was dan ook „aan
het einde der wereld". Leberecht Pracht voor
spelde zyn vriend een spoedig einde. Doch hy
had valsch geprofeteerd, zooals de meeste
profeten; want tien jaren later doorsneden
reeds de yzeren banden van de nieuwmodische
uitvinding, een spoorweg, het eenzame land,
en van jaar tot jaar kwam de grens van
Borlyn en Charlottenburg dichter by Farlands
bezitting.
Terwyl Leberecht Pracht, die zich tege*
ïykertyd in het westen der oudste voorstad
van Beriyn, Moabit, had gevestigd, nog heden
er op wachtte, dat nieuwe straten den
te T^ïnpat Toean opgedragen, deze berichten
tb onderzoeken en zoo mogeiyk de benden
uiteen te dryven, voordat zy aan hun voor
genomen plan hadden gevolg gegeven.
Volgens informaties zou de bende staan
onder twee als echte bandieten en dobbelaars
bekend «taande personon, die zich in het
landschap Kloót, grenzende aan Singkel, zouden
ophouden. Daarheen werd dus een detacho-
mont gezonden om te patrouilleeren en de
bende op to zoeken, maar men kwam tot
geen resultaat.!
De bevolking gaf geen teekenen van onrust,
terwyl de opgerioepen hoofden dadeiyk kwamen
en op de vra^g, wat xy van bovenstaande
berichten wisten, was het antwoord eenstem
mig, dat er geen djahats gesignaleerd waren.
In het ovorig gedeelte van Tampat Toean
bleef het kalm. Uit het bivak Blang Pedir
werd onafgebroken gepatrouilleerd, doch geen
vyand aangetroffen. Een poging tot oplichting
van den zoon van het bendehoofd Toekoe
Bin bleef zonder succes, want het aangewezen
buis bleek leeg te zyn.
Verder werd door do mobiele colonne een
tocht ondernomen naar een landschap in het
gebergte, dat was me een echte klimparty,
paden bestonden er, om zoo te zeggen, niet.
Het voornemen om de bendon in deze schuil
plaats op te jagen mislukte, men kreeg geen
aanraking met den vyand, omdat hy nog
dieper het gebergte Ingegaan wa«. Ook de
overige bevolking vermeed met ons in aan
raking te komen.
Wat men met dezen tocht wel bereikte,
was, dat men aan den bovenloop der gevolgde
rivier vermoódeiyk uitgestrekte steenkolen-
lagen ontdekt; had, daar de rivierbedding voor
een gedeelte juit niets anders dan steenkool
bestaat. Enfin, dat zal een nader onderzoek
moeten uitmaken.
Een minder aangenaam bericht van Tampat
Toean is, dat er zich gevallen van cholora
hebben voorgedaan. Het begon met berichten,
dat er uit de bovenstreken een ziekte gemeld
werd, waarvan men, naar de beschry ving, die
de inlanders er van gaven, cholera maakte.
Do dokter, diö naar de besmette strekon
gezonden werd, kon niet bepaaldeiyk cholera
constateeren, toch was het naar het scheen
een besmetteiyke ziekte en vermoedeiyk over
gebracht uit de Alaslandon, die op hun beurt
wel weer besmet zullen zyn geraakt door de
In Deli geheerscht hebbende cholera.
Communicatie met de besmette streken
werd verboden; doch niettegenstaande dat,
stierven er op de hoofdplaats ook een paar
gedeibewoners, onder verdachte verschynselen.
Daar deze gevallen echter onder de bevolking
doodgezwegen weiden, kwamen zy pas ter
kenni88ö van het bestuur, toen zich meerdore
sterfgevallen hadden voorgedaan.
In de bonting zelf overleed tot nog toe
slechts een soldatenvrouw onder verschynselen
van cholera.
Van de andore landschappen ter Westkust
niet veel byzonders.
Werpen we een blik op de andere kust
van Atjeh, dan zien we, dat daar alle verzet
zich in hoofdzaak concentreeit in de land
schappen Piimbang en Pedala, waar de benden
van don sultan en Nja Mamac Perlak rond-
zwiorven. Een afdeeling marechaussee, die
tot dokking van den opnomor in Piimbang
diende, werd telkens door kleine trqepjes
lastig gevallen, zonder dat men kans zag dien
bendon afbreuk te doen.
Volgens berichten zou ook het hoofd van
dat landschap zich thans by don vyand aan-
gesloton hebben met een aantal met geweren
bewapende volgelingen.
De achtergebleven bevolking helpt den vyand
ook, door dezen steeds op de hoogte van onze
bewegingen te houden.
Toen kort daarna berichten kwamen, dat
zich veel gewapenden in het naastgelegen
Pedada vertoonden en vooral op de gedel
aldaar, besloot de commandant der 2de divisie
marechaussee er een eind aan te maken en
de benden te verjagen.
Aan de brigades marechaussee in Pesangan
werd bevel gogeven de gedel Pedada te
omsingelen, terwyl de brigades uit Samalangan
dan in het gebergte stelling zouden nemen
om do vluchtende benden op te vangen.
Het succes by de gedei viel echter tegen,
men kon slechts 5 man neerschietendaaren
tegen liep de vluchtende vyand zooals gedacht
werd in de fuik, door in de richting dor
andere helft op te dringen.
By een daarna voortgezetten tocht naar do
onaangenamen wind, die van het zuiden van 1
de Jungfernheide kwam aanwaaien, zouden
beletten de vensters van zyn eerwaardig
woonhuis te bereiken, zaten Farlands erfge-
namen midden in een voorstad van fraaie
villa's; en de weduwe van don comraercie
raad, mevrouw Stóphanie, had vyftigmaal de
door haar schoonvader destyds betaalde som
kunnen krygen, zoo ze eindelyk haar buren
het genoegen wilde doon, don grooten, hoogen
fabrieksschoorsteen een kwartier verder naar
Spandau te verplaatsen.
Maar zy dacht er niet aan, de kolossale
inrichting, die voor de beste concurrenten niet
behoefde onder to doen, te verkoopen. En zoo
moesten de onvoorzichtige buren van mevrouw
Farland, die na den dood van den zooge-
naamden „jongen" Farland, wyien den com-
mercioraad, op het verdwynen der fabriek
hadden gerekend, den rook blyven slikken,
dien de weinig beloofde schoorsteen der schoone
weduwe i>y dikke wolken uitblies.
Leberecht Pracht had in geen jaren het
huis zyner vriendin betreden; want do.jicht,
die hem .kwelde, belette hem, zyn ouderwetsch
verbiyf ander3 dan per rolstoel te verlaten.
Een troost was hem de telephoon, welke
uitvinding hem in staat stolde, elk oogenblik
nieuws Yan de familie te vernemen.
Heden nu, zes dagen na de terugkomst van
zyn zoon, den professor, uit Noorwegen, had
de babbeltoestel den ouden heer verkondigd,
dat hy eindelyk woer eens „de kindoren" by
zich zou zien.
Juffrouw Schlitt, de huishoudster, berouwde
het wel dadeiyk, dat haar de oneerbiedige
uitdrukking was ontvallen; „O, hoe lief, dat
de kinderen menoer weer eens komen op
zoeken I" maar het hoofd der firma L. Pracht
eu Zoou schudde enkel joviaal den Hinken,
bovenlanden maakte men by enkele ontmoe- j
tingGh nog een 20-tal doodon, die met hun
goweren in onze handen vielen.
Ook de colonne onder den overste Van der
Willigen zette de benden achterna, maakte
een 25tal dooden en vervolgde hen tot in het
hooggebergte, waar tal van groote en flinke
schuilplaatsen met bruismiddelen gevonden
werden, die vernield en aan de vlammen
prysgegeven werden.
Genoemde colonne heeft volgens de laatste
berichten een bivak aan de O. grens van
Samalangan betrokken.
^Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië
zyn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Met
ingang van den dag, waarop het hooggerechtshof
van Nederlandsch-lndië in verband rnet het be-
naalde bij de wet van 11 Januari 1901 (Staatsblad
No. 123) opnieuw zal worden samengesteld:
tot procureur-generaal bij het hooggerechtshof
van Nederlandsch-lndië, tevens advocaat-fiscaal
voor do land- eu zeemacht, mr. J. F. Phitzingor,
thans diezelfde betrekking bekleedende;
tot vice-preaident van het hooggerechtshof van
Nederlandsch-lndië mr. J. J. F. van Hamel en
mr. W. A. P. F. L Winckel, beiden thans diezelfde
betrekking bekleedendo;
tot raadsheer in het hooggerechtshof van Neder-
landach-Indië, mra. W. C. Berkhout, C. H. Nieu-
wenhuys, J. It. Voute, P. Lugt, allen thans diezelfde
betrekkiog bekleedende, mr. H. J. A. Wilmar, A.
C. J. Helfrich, beiden rechterlijke hoofdambtenaren
op nou-activiteit, laatstelijk diezelfde betrekking
bekleed hebbende, mr. P. J. van der Zweep eu
J. Reepmaker, beiden thans diezelfde betrekking
bekleedende;
tot griffier van het hooggerechtshof vau Neder
landsch-lndië, mr. I. A. Nederburgb, thans die
zelfde betrekking bekleedende;
tot eersten-substituut griffier van het hoogge
rechtshof mr. J. P. L. Gelpke, thans diozelfde
betrekking bekleedende;
tot tweeden-substituut-griffier van het hoogge
rechtshof mr. F. C. Boogaard, thans diezelfde be
trekking bekleedende.
Ontslagen: Op verzoek eervol uit 'slands
dienst, de gowezen zoutverkooppakhuismeester le
Toeloeng-Agoeng (Kediri) A. A. G. van Woerden;
met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te
zijn ingegaan in de maand Januari 1901.
Overgeplaatst: Van de gemengde school
te Pekalongan naar de derdo school te Soerabaia,
de tijdelijke hulponderwyzerea mej. P. M. Berkeljpn.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Overge
plaatst; Dy de troepenmacht in Atjeh t. nJi.:
do eerste luitenant by het reebterhalf eerste
bataljon W. Uoogers de eeiste luitenant-adjudant
bij het garnizoensbataljon van Palembang M. Kole
de eerste luitenant bij het garnizoensbataljon der
Wester Afdeoüng van Borneo W. Dozy
bij bet tiendo bataljou de tweede luitenant bj
het vijftiende bataljon J. W. A. Vorateege;
bij net eerste depot-bataljon, de kapitein by het
garnizoensbataljon van Sumatra's Oostkust, mobiele
troepenmacht te Tandjong-Kala S. A. Schut;
by bet garnizoensbataljon van Sumatra's Oost
kust, mobiele troepenmacht te Tandjong Kala, de
kapitein G. A. Feekes;
bij heteerste-reservebataljon, de eersto-luitenant-
adjudaut by bet derde depot-bataljon W. van der
Meer;
by het dorde depot-bataljon, de eerste-luitenant-
adjudant bij het subsisteoUokader to Batavia Ige-
evacueerd vau Tandjong-Kala naar Batavia' L.
J. A. Bolle;
Geplaatst: Bij het strafdetachement to
Ngawi, de kapitein oervol onthoven als comman
dant van de militaire strafgevangonis tevens buis
van detentie te Tjimabi L. F. J. A.;Glaser;
op verzoek eervol ontheven van zijn adjudants-
betrokking, de eorste-luitenaDt adjudant bij het
twaalfde bataljon W. van der Wielen.
Ingetrokken: De overplaatsing by de
troepenmacht in Atjeh van den tweedon luitenant
bij bet achttiende bataljon J. C. Regenhardt.
Overgeplaatst: By het eerste depot-
bataljoD, de kapitein bij hot garnizoensbataljon
van Celebes, Menado en Timor J. F. L. Kessler;
by bot departement van oorlog in de vyfde
afdeeling, de derde commies F. J. Seitz;
op het bureau van den beheerder van het ge
westelijk raagazyn van kleeding en uitrusting te
Batavia, de tweede commies L. G. J. Franke.
Benoemd: Tot commandant van de militaire
strafgevangenis, tevens huis van detentie te Tji
mabi en in verband hiermede gevoerd a la suite
van zya wapen, de kapitein bij bet strafdetncho-
nient te Ngawi, J. W. Beukers.
Overgeplaatst: Bij de troepenmacht in
Atjeh t.n.i., do 2de luit. bij bet 18de o.italjóa J. C.
Regenhardt;
van het korps genietroepen te Magelang bij den
gewestelijken en plaatselyken genieaienst van do
eerste militaire afdeeling op Java te Batavia, de
late luitenant der gonie, W. R. A. Slicher;
vao de 19de corap. artillerie (comp. van Palem
bang) te Palembang by het eubsistentenkader te
Batavia, de 1ste luit. der art. A. vau der Hegge
Spiez;
vau Loeboe Sikapiug naar Kajoetanam, de officier
van gezondheid der 2de kl. C. R. M. Homburg
van Kajoetanam naar Tjimabi, de officier van
gezondheid lste kl. M. J. Klejjer.
Verleend: Wegens langdurigen dienst een
jaar verlof naar Europa, aau den lsten luit. der
inf. jhr. J. C. C. Sandberg;
Benoemd: Vut opziener over de draaierij bij
den artillorie constructiewinkel te Soerabaia, d«
ambtenaar op non-activiteit A.Doomwoerd, vroeger
die betrekkiog bekleed bobbende.
Opgav# van passagiers, van Batavia vertrokken
Daar Marseille en Nederland, mot hot s.s. .Lawoe",
kapitein N, Guthrie; gep. majoor der infanterie
W. Hamerster, eebtgeuoote en dochter, landmeter
derde kl. bij bet kadaster H. E. Cuuy, echtgenoot#
en kind, mevr. I, P. H. Tollenaar gob. Ermeling,
controleur by het binnenlandsch bestuur J. L. Kogel,
echtgenoole en vier kinderen, mejufi'r. M. Jonkera,
jongeheer J. Jonkers, gep. 2de commies residentie-,
kantoor to Medan G. Knylf, de beeron A. A. vaa
Deldsn en A. Breetnan, mej. J. Anten, de heer
C. D. Wouters, J. A. Lugteu, W. A. Otteo, drie
jongedames A. L. F. P. van der Pavcrt, J. W.
.Straatmeyer, P. G. C. Hajenius, H. L. A IIoog-
velt, benevens Hr. Ma. troepen en scbepelingon
•n 114 emigranten, bestemd voor Suriname.
Te Padang embórkeereD: de hoerR. D. Verbeek
en echtgenoole.
Iteslrijdiug van luberculose*
De werkzaamheden aan het nieuwe gebouw
voor het Sanatorium voor weinig-vermogende
Nederlandsche longiyders te Davos gaan goed
vooruit.
Sedert ruioi 2 weken reeds is bet huis
onder dak en heeft men een begin gemaakt
met het binnonwerk, terwyl met aanleg der
centrale verwarming dezer dagen zal worden
begonnen.
Het parterre bevat bureau, slaapkamer voor
twee verpleegsters, garderobe, centrale verwar
ming, keukon, lokaal voor do dlensuiofle»,
provisiekamer, waschinrichting en strykkamer.
Op de bel-ótage zyn zit- en slaapkamer van
den Inwonenden geneesheer, zitkamer der
directrice, zitkamer der verpieegeters, salon
der patiónten en een ruime hal, eetzaal en
onderzoekkamer met laboratorium.
Op do verdere verdiepingen bevinden zich 6
kamors voor patiónten, 14 kamera voor 2
patiónten en 6 kamers voor 1 patiönt, te zamen
52 patiënten, benevens slaapkamers der direc
trice, der 3<io verpleegstor, van den boekhouder
en voor het dienstbodenpersoneel, verder ver
trek voor kleinere operalies, badkamer en
disponibo'i ruimte.
Alle paüöntenkamers hebben houten, af-
waschbare wandon, de vloeren door het geheele
gebouw zyn met linoleum bedekt, het Sanato
rium is voorzien van electrische verlichting
on centrale vorwarming. Aau de zuidzyde be
vinden zich twee overdekte terrassen, elk 25
meter lang.
De overbrenging van hot Sanatorium uit het
gobouw, waarin het sedort de oprichting, nu
4 jaren geledon, gevestigd was, zal circa 1
November a.s. plaats grfypeD, de plechtige ope
ning, welke men hoopt d.at door onzen gezant
te Bern zal geschieden, vermoedeiyk circa
15 Novembor a s.
Door don overgang naar het nieuwe gebouw
wordt het Nederlandsch Sanatorium te Davos,
1 Sept. 1897 door de Nederlandsche kolonie
aldaar opgericht mot het doel weinig vormogende
Nederl. longiyders in staat to stellen tegen zoo
gering mogelyke kosten hun gezondheid te
herwinnen, op 'oly venden grondslag gevestigd.
ALKEMADE. Geboren: Wilhelmus Leonardu»
Antoniu8, Z. vau J. F. Sombeek en (J. H. Hendriks.
Cornelia Theodorus, Z. van H. van Amsterdam en
J. Hoogenboom. Gerardus Cornelia, Z. vau C.
Pouw en J. Heemskerk. Gerarda Theodora, D.
van W. Hoogenboom en G. Akorboom.
Overleden: Arie, 5 j., Z. van J. de Wit en
H. van Wiermgon. W. Slootweg, echtg, van
M. van Smeerdyk 60 j. Cornelia Antontus, 12
dagen, Z. van G. van der Meer eu A. Elstgeest. j
STOMP WIJK. Ondertrouwd: R. v. Uol-
stein jm. 33 j. en M. J. v. Driel jd. 38 j. 1
Bevallen: M. Luk geb. Massée Z. G. A.
Fleuren geb. Kessels D. M. Mooyman geb.
v. d. Meer D.
VELJR. O v e r 1 e d o u: G. Boon M. 84 j., wedr.
van C. v. Dorp.
WOU BRUG GE. Geboren: Arie, Z. van T,
van den Boom en M. C. de Rijk. Gijsbertus
Cornelia, Z. van A. C. Borst en M. van Boteren.
ZEGWAARD. Geboren: Cornolia, I), van C.
Berkel en A. Westhoek. Samuel Anthouie, Z,
van J. du Clou en B. E. Meerburg.
Overleden: E. Vollebregt Cd. 37 i.
ZOETERMEER, Geboren: Aatje, D. van L.
Waltman eu A. Lamens.
Weerbericht Tan SO Juli.
Verwachting. Zwakke tot matigen
zuidoiyken wind. Toenemende bewolking.
Onweer. Weinig verandering ln temperatuur,1
nu by na tachtigjarigon kop en zei, op zyn
eigenaardig rumoerige manier: „Wat drommel l
kindoren blyven zo voor my, al werden ze
grootmoeders!"
En twee uren later reed hot rytuig der
Farlands het hek binnen en stond na een
kranigen zwaai stil vlak voor de huisdeur.
Door het geheele huis klonk het als een
vreugdetyding„De kinderen zyn er weert"
Ieder mocht de beide knappe meisjes graag
ïyden, en men wist, dat „de oude" nu voor
de eerstvolgende uren goed gehumeurd zou zyn.
„Zoo, wilde bengels," aldus begroette hy
de meisjos, „kom jelui hier woer den boel in
de war schoppen? Rust en vrede verstoren,
hö? Wat wil jelui nu weer?.... Danst niet
zoo voor myn neus heen en weer, maar gaat
netjes zitten, zooals het behoort, wanneer je
by oude menschen op visite bontEn wat
ziet me dat er weer uit l Dragen ze nu heusch
die afschuweiyko poffen in de mouwen?
Zog, Karla, waar heb je het kruis, dat ik je
pas heb gegeven?"
Hy tierde en speelde den bullebak, en toch
beefde hy van vreugde over het bezoek, en
de oude oogen werden vochtig, toen hy de
wegens hot mooie herfstweer nog in lichte
toiletjes gestoken frissche, jonge meisjes voor
zich zag.
„Pas?" lachte Karla, wier fonkelende oogon
door do openstaande deur der suite naar den
professor zochten. „Maar, grootvadertje, ik bon
al driemaal jarig geweest, sinds u my dat
kruis gaf."
De oudo schudde het hoofd en zei brommerig
„Ik kan je toch niet allo jaren een kruis
cadeau geven?.... Gudrun, zog jy nu zelf:
wordt ze niet hoe langer hoe brutaler? Och,
als ik er nog aan donk, hoe tevreden en zoet
zo vroeger mot haar poppen speelde lDaar
op dat tabouretje zat ze danWil je er
dadeiyk weer gaan zitten, Karla, jy deug
niet? Juffrouw Schlitt, juffrouw Schlitt
riep hy de huishoudster toe, die met stralend
gezicht in de kamer kwam, „hebben we nog
dien hansworst van Karla, waarmoe hot kleintje1
al tyd speolde?" i
Er bogon nu een levendig debat tusschen
de huishoudster en den oudon heer, die alles
er by sleepte. De meisjes namen intusschen
haar gewone plaatsen inGudrun in een
schommelstoel, Karla crp een klein bankje.
Juffrouw Schlitt kreeg iast, allerlei verver-J
schingen te halen. De jongedames hadden nog
niet gedineerd en verklaarden beslist, niets t®
zullen eten; doch de oud® stond op zyn wil.
Hy was buitengewoon jaloersch en wiido de
kinderen geheel alleen voor zich hebben.
„Och, zoo'n malligheid mot dat late oten l*
bromde hy. „Zeker een Qitvinding van Theodorf!
En in de fabriek wil hy dat ook doordry ven?
De arbeiders zullen hem wat bedanken! Di®|
Engelsche dwaasheden! Ik kan die Engelscheil
nu eenmaal niet uitstaan 1" j
Er scheon hem daarby eon zeer or.aang®-;
name ervaring uit zyn zaken te binnen t®
schieten; want hy trok zonuwachtig het zydon
kalotje, dat hy op hot hoofd had, heen en weer.;
„En hoe is het met mama? Die komt niet
meer bij mij, armen, ouden manZeker omdat,
ik eenvoudig gebloven ben en aan geen Engel*'
schen etenstijd doe? Ze hoeft zeker de com
plimenten ook niet voor nvj •.neogogevon 2-"
H orili vervolgd.)