No. 12697
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 17 JULI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1901.
PERSOVERZICHT.
-y'-
^0:
In De Standaard komen twee ingezonden
•tukken voor, welke "we hier laten volgen.
Het eerste luidt:
Mijnheer de Redacteur!
Ondergeteekende, adviseerend bestuurslid
van de Kiesvereeniging „Ned. en Oranje"
•lhier, wendt zich tot u met de volgende
'inlichtingen. Hy hoopt, dat professor dr. P.
A. Tichelaar, voorzitter der Vryzinnige Kies-
Vereeniging, thans gerust zal gesteld worden
,want de eer onzer party schynt hem byster
'veel belang in te boezemen. Toen na de eerste
'•temming voor de Provinciale Staten bleek,
dat,er een herstemming moest plaats hebben
'tusschen de heer en Alma en Van Cranen-
jburgh, verspreidde zich een gerucht (dat niet
uit onze kringen kwam), dat de heer Alma
pok katholiek was. Ik wendde mjj onmiddeliyk
fot den voorzitter der Katholieke Kiesver
eniging, die mij mededeelde, dat dit volgens
pyn meening niet zoo was, wars van alle
kwade en onedele praktyken. Ook by de ver
kiezingen werd het door ons tegengesproken.
jProfessor Tichelaar evenwel, die, schynt het,
(gaarne een tegenhanger van Rotterdam II
zocht, gaat op een los gerucht af en schryft
Iton tweeden male aan Het Vaderland om den
heer Boekee als verspreider van dit gerucht
!aan te wyzen.
Het had tot de goede vormen behoord, dat
Zyn Hooggeleerde den heer Boekee hiervan
kennis had gegeven, door hem een exemplaar
!van Het Vaderland te laten toezenden. Doch
hiervan geen sprake.
De heer Boekee wendt zich persooniyk tot
'hem met de bescheiden vraag, wie de ver
spreider van dit gerucht was. Professor
- pTiehelaar noemt den persoon; ook deze wordt
•dóór den heer Boekee bezocht, maar ook hy
iwist het weer van een derde en de derde
.van een vierde. Geen enkelo party xan zich
wachten voor zulke losse geruchten. Zyn
'Hooggeleerde schynt nog iemand van het
joude régime te zyn, die zyn tegenparty houdt
ivoor het niet denkend deel der natie. In een
italryk bezochte openbare vergadering voegde
.hy een zeer ontwikkel^ anti-rev. Raadslid toe
dat zyn beweringen dom waren; hy moest
^evenwel ervaren, dat hy met een doordenker
en nadenker te doen had.
De beor Boekee heeft my uitdrukkeiyk
verklaard, dat hy den heer Alma reeds vele
'jaren kent als liberaal en nu en dan met
^hem in handelsbetrekking stond. In elk geval
kan er geen boos opzet in het spel zyn.
Met beleefd verzoek professor Tichelaar voor
vmyn rekening een exemplaar van De Standaard
toe te zenden, noem ik my met hoogachting
Uw dienstw. dienaar
Leiden, G. Mulder,
12 Juli I90L Oude Singel 196.
Het tweede stuk is van den volgenden
Inhoud:
Mijnheer de Redacteur I
Wil s.v.p. het volgende in De Standaard
plaatsen. By voorbaat myn dank.
Prof. Tichelaar heeft in Het Vaderland aan
!Bden leider van ons zoogenaamde chriBteiyk
volksdeel" de gelegenheid geopend om te
ionderzoeken aan welke ongerechtigheid iemand
ivan de Antir. Kiesvereeniging zich zou heb-
iben schuldig gemaakt by de jongste Staten
verkiezing.
Uitneraond.
Do Hoogleeraar etelt er prys op, dat „de
.leider van ons zoogenaamde „christelyke
'volksdeel" het geüeele terrein van werkzaam
heid zyner volgelingen alhier eens verkent."
:Dat dit een verkwikkeiyke bezigheid voor
'hem zal worden, kan de Hoogleoraar hem
.niet beloven.
Laat ik U mogen zeggen, Mynheer de
Redacteur, dat wy in Leiden het resultaat
;van dat onderzoek in vergeiyking van wat
aan de overzyde geschied ia, gerust zullen
(afwachten.
Opdat het onderzoek met niet al te groote
vrees voor wat raeh te weten-zal komen, zal
--bog-onnon worden, wil ik even meedeelen met
wolken maatstaf hier gemeten wordt.
De hoogleeraar Tichelaar is in de leer ge
weest by Mr. Levy.
Uit do rede van mr. Levy moest ook zoo
ongeveer deze gevolgtrekking gemaakt worden.
Na zeer nadrukkeiyk geconstateerd te heb
ben, dat de anti-revolutionaire party is een
'clericale party, en het afschuwelyke van zulk
.een party duideiyk was gemaakt, moest ieder
hoorder wel gevoelen, dat elk lid dezer party
leigeniyk toch al zeer dankbaar moest zyn,
ongehinderd 's heeren straten te kunnen pas-
Beeron.
En zulke wezens durven het nu nog bestaan,
niet alleen om aanspraak te maken op zekere
burgerrechten, maar wat de onbeschaamdheid
in top is, zy vermeten zich zelfs den stryd
aan te binden mot het doel een bepaalden
invloed te kunnen uitoefenen op den gang
van zaken.
Naar dat heilige terrein moest een anti-
revolutionair niet om durven zien; dat
moest aan den zoogenaamd vryzinnige onbe
twist gelaten worden.
En tegenover mik een uitgangspunt Btaat
onze party in Lelden, hoe ge het ook wilt
nemen, in elk geval diep diep schuldig.
Wanneer echter ergens in Nederland van
wege een Antir. Kiesvereeniging een rede
was gehouden, geiyk er hier in Leiden een
gehouden Is vanwege de zoogenaamde Vry
zinnige Kiesvereeniging door Mr. Levy, ik
geef U de verzekering, M. de R., dat de
papierfabrieken voor die gelegenheid dubbele
hoeveelheid hadden moeten fabriceeren, om
al do crltlek en het schandaal-geroep der
Liberale bladen te bergen.
En i(| zouden d&n reden gehad
hebben.
De anti-revolutionairen nemen van zoo
iets natuuriyk weinig notitie. Zy zyn er te
zeer aan gewoon, om zoo behandeld te worden.
Hiermede wil ik voor 't oogenblik de komende
dingen afwachten.
Leiden13 Juli 1001. W. Pbra.
A propos: Weet de Hoogleeraar ook waar
dat gerucht vandaan kwam, den avond vóór
de jongste Staten-verkiezing in Leiden, dat
de Pastoor en do Koster van Tilburg zich
zouden hebben opgehangen?
In een asterisk „Geld of geest" zegt De
Standaard
By het Volksdagblad heeft het geld den
geest willen dwingen, en de geest heeft
fier, kloek, en wat de Duitschers noemen
pflichtgetreu, het geld weerstaan.
De hoofdredacteur de heer Schwarz, en mot
hem geheel de redactie van dit blad, zette
liever zichzelven naakt aan den dyk, dan aan
boord te blijven toen de directie een valsche
vlag In top heesch.
Dit is op hoogon prys te stellen.
Niet alsof wie den heer Schwarz kent, anders
van hem verwacht had, maar omdat het geld
in de bultenlandsche pers slag op slag zulk
een schandelijke overwinning behaalde, dat
het gevaar ook voor onze Nederlandschepers
steeds grooter wordt, om ongemerkt in dezelfde
booze macht bekneld te raken.
Tot dusver staat onze Nederlandsche pers
in dat opzicht nog zoo moreel hoog; en
haar hierin door zyn kloeke daad cordateiyk
gostorkt te hebben is de wezenlyko verdienste,
waarop de heer Schwarz zich beroemen mag,
en waarvoor wie buiten het geBchil staat, en
toch onze pers liefheeft, hem heeft te danken.
Ook al bleek toch, dat de directie, met het
contract in handen, zich naar de letter ver
dedigen ken, er geldt hier een natuuriyk
en usueel recht, dat nimmer tegenover
welke redactie ook mag geschonden worden;
en d&t juist ia het, wat hier geschiedde, toen
men de redactie dwingen wilde te verdedigen
wat ze afkeurde.
Wat het geld zich ook vermeto, de geest,
zoo er waariyk geest in leeft, binden, mag
het niet, en kan het - niet.
Het Volk schryft nog over het ontslag
van den heer Schwarz o. a. het vol
gende
„Wat er in opvalt -is, alat er niet mèer
onderscheid wordt gemaakt, gelyk in de eerste
verklaring, tusschen oen meerderheid en een
minderheid onder do commissarissen. Zou men
dus mooton aannemen, dat zo allen tezamen
schuldig staan aan dit karakterloos spelon
van don kapitalisten-knecht?
Wy vragen dit, omdat enkelen der com
missarissen vortrouwensplaatson in de arbei
dersbeweging innemen. Wy noemen P. Hols,
die secretaris van den Typografenbond is, en
H. J. Scheulderman, secretaris vanhetNeder-
landsch Comitó voor algemeen Kiesrecht.
Het is een eisch van publieke moraliteit,
dat bekend worde, wie der commissarissen
medeplichtig is aan dit schandaal.
Het is duideiyk, dat personen, die zich de
gehoorzame lakei van een bankier als den
heer Van Hall getoond hebben, zich onwaardig
hebben gemaakt om een post van beteekenis
in de arbeidersbeweging te vervullen. Het
gewicht van hun daad wordt nog ernstiger,
nu het biykt, dat de heer Schwarz niet,
zooals hy in z(jn eerste stuk meedeelde, zyn
ontslag genomen heeft, maar dat het hem
gegeven is door directie en commissarissen
op last van den geldschieter.
Het is noodzakeiyk, dat het volle licht over
deze smerige zaak schyne."
De heer De Kierk (het voor Rotterdam
II gekozen Kamerlid) wordt door de Sticht-
sche Courant (het orgaan van het Kamerlid
De Waal Malefyt) gesommeerd om zich aan
een nieuwe stemming der kiezers te
onderwerpen. Ook zy meent, dat de door
hem afgelegde verklaring onvoldoende is,
zeggende
„Het schandelyke stuk heeft ongetwyfeld
by tal van kiezers z(jn werking niet gemist.
Maar dan is erkenning, zelfs al gaat die
met innig leedwezen gepaard, dat een „fout"
is begaan, ook geenszins voldoende. Dan
moeten ook de gevolgen van die fout zooveel
mogeiyk worden weggenomen.
Als iemand oen gunst verkrygt o. a. op
grond van een aanbevelingsbrief, die later
v a 1 s c h blykt te z(jn geweest, is het niet
genoeg, dat h(j, wanneer later die valschheid
aan het licht komt, verklaart haar te b o-
treuren, maar is hy als oeriyk man ver
plicht om den persoon, die van die „fout"
de dupe werd, in de gelegenheid te stellen,
zoo dit mogelijk is, opnieuw te beslissen.
De heer De Klerk kan dit in Rotterdam II
doen door zyn mandaat, ter verovering
waarvandoor zyn vrienden een valsch stuk
is gebezigd, weder ter beschikking
zyner kiezers te stellen!
Zal hy daartoe overgaan?
Ten slotte veroorloven wy one nog éón op
merking. Zy is deze:
Herhaaldeiyk is beweerd, dat de heer De
Klerk zelf deel uitmaakt van het bestuur der
liberale Kiesvereeniging in district H.
Is dit zoo, dan achten wy het dringend
noodig, dat door hem alsnog de stellige
verklaring wordt afgelegd, dat alles, wat
met het „schandelyk stuk" in district II
heeft plaats gehad, geheel buiten zyn
medeweten is geschied."
Een dergelyko eisch wordt door de Zut-
fensche Courant gesteld aan een te Lochem
gekozen gemeenteraadslid, den heer O. A.
W. Nairac, op den volgenden grond. Ter
aanbeveling van dien candidaat verscheen
vóór de stemming een advertentie, sohynbaar
uitgaande van -een Werkliedenvereeniging,
en op den dag na de stemming volgde een
nieuwe advertentie, inhoudende, dat de onder
teekenaren de aanbeveling niet namens die
Vereeniging, doch alleen p er s oo n 1 y k hadden
geplaatst. De Zutf. Ct. onderstelt, dat de heer
Nairac van dit alles niets geweten heeft. Maar
dan. dunkt haar de eenige weg, «die hem
als man van eer openstaat, ten einde zich
aan het verwyt te onttrekken, dat hy zyn
zetel aan misleiding van de kiezers door
apderen dankt, deze: dat hy zyn mandaat
opnieuw ter beschikking van de kiezers stelt."
De vraagWat het liberalisme go-
geven heeft? beantwoordt de Nieuwe
Del/tsche Courant by het einde der liberale
regeeringsperiode aldus:
Het liberalisme ligt over de geheele linie
geslagen.
Niet verslagen als in '88, toen alleen de
Tweede Kamer omging.
Neon, ook de Eerste Kamer gaat, zoodra
de Christelyke partyen dit wenschen of willen,
totaliter om, van links naar rechts.
In zekeren zin is dus het liberalisme in
Nederland dood. En van een doode mag een
necrologie gegeven worden.
Als men de liberale hoofdorganen wilde
gelooven, zou men gaan meenen, dat het
liberalisme o zoo ontzagiyk veel voor landen
volk gedaan beeft. En dat do kerkeiyke partyen
zoo goed als niets uitgericht hebben.
Alles en alles wordt er dan by gehaald wat
de „glorie" van het liberalisme ook maar
eenigszins kan verhoogen.
Nu is hot geen ondankbaar werk om dat
zaakje op te knappen,-want de „kerkeiyken"
zyn maar een drietal jaren aan het bewind
geweest.
Wat van vóór 1848 dateert, geschiedde
vanzelf door de liberalo party. In don zin,
waarin er nu van gesproken wordt, was er
voor dat jaar nog geen katholieke party, en
van do anti-rev. was nog heel geen sprake.
Tot de „fails et gestes" der liberalen behoort
do stelselmatige bevoorrechting van de partyen
van ongeloof en revolutie. Nog zoo heel lang
niet geleden, moest men liberaal zyn om
voor een staatsbetrekking benoemd te kunnen
worden, en nog steeds wordt door onder
scheidene middelen, niet het minste door be
voorrechting van een godsdienstloos openbaar
ondorwys, de richting der Christelyke partyen
achtergezet.
Maar dat is niet alles. Het liberalisme heeft
jarenlang de belastingpenningen der bevolking
dienstbaar gemaakt om het ongeloof op onze
universiteiten en andere inrichtingen van
openbaar onderwys te verkondigen, met het
gevolg, dat al die inrichtingen thans zyn:
kweekplaatsen van ongeloof en revolutie en
socialisme. Het liberalisme heeft gepoogd een
reeks van jaren lang het Nederlandsche volk
afkeerig te maken van de positief Christelyke
beginselen.
Onder het liberalisme zyn er begrippon ln
zwang gekomen, en vooral onder de „be
schaafden", over zedeiykheld, over gezin en
huwelyk, over straf en vaderlandsliefde, die
lynrecht indruischen tegen de beginselen van
het christendom.
Een liberaal zal ons toeroepen: Wy hebben
vele goede wetten tot stand gebracht.
Een vraag: Zouden die goede welton er
ook niet zyn gekomen, als de „kerkeiyken"
aan het bewind waren geweest?
Wat schreef ook de liberale prof. Buys in
1877 in De Gids„Indien onze liberalen nog
voorthollen, dan is het enkel ln gedachtenen
indien zy biyken gaven van voortvarendheid,
dan zoeke men die minder in de wetten, die
zy tot stand brachten, dan in hun redevoe
ringen."
Het eenige, waarmee de liberalen zich ge
weldig druk maakten, was de openbare school,
de school, waarvan het heette, dat de natie er
zoo gehecht aan was. Het kabinet-Mackay
verlosto het land voor eenigen tyd van den
schoolstryd.
Het la eenvoudig een dwaasheid, te be
weren, dat uitsluitend aan de liberalen al de
hervormingen der laatste jaren te danken
zyn. Daaraan hebben zoowel de „kerkeiyken"
als de liberalen meegewerkt.
Goed beschouwd zyn de liberalen, met
name op het gebied der sociale quaestle,
eerst aan het werk gegaan, nadat zy door
de „kerkeiyken" en radicalen hiertoe ge
dwongen waren. Het eerste liberale ministerie
van „sociale rechtvaardigheid is pas in '97
opgestaan.
Uit een artikel in het te 'e-Gravenhage
verschydend anti-rev. weekblad,getiteldAn
dere Maximen, blykt, dat de nieuwe
meerderheid in de Staten van
Zuid Holland al dadeiyk te velde zal trekken
tegen de subsldiên voor het ambachtsonder-
wys en dat zich van anti-revolutionaire zydo
vooral verzet zal openbaren tegen het voorstel
van de (nü afgotreden) gedeputeerden, om het
subsidie voor hot Conservatorium van Muziek
te 's Gravenhago te brengen van f 2000 op
f 3000.
Naar aanleiding hiervan schryft De Nieuwe
CourantOf ook van katholieke zydo inge
stemd zal worden met de anti-revolutionaire
doctrine, dat muziek uit den booze is en
alleen „waarde" heeft voor de voorstanders
der moderne levensbeschouwing, valt ernstig
te betwyfelen. Zooveel is zeker, dat onze
muziekschool bezocht wordt door minstens
evenveel katholieke als protestantsche leer
lingen.
Dan wordt door het blad ook uit den booze
geacht het provinciaal subsidie voor de
kweekschool voor bewaarsch ooi
houder essen to Leiden. Het schynt
of het anti-rev. blad ook bewaarschoolhoude-
resson behept acht met moderne levensbe
schouwingen. Het rangschikt toch het Leid-
eche Instituut evenals een naar de denkbeelden
van dr. Ruyach op te richten provinciaal
krankzinnigengesticht, onder de instellingen,
„die een bepaalde richting of levensbeschou
wing voorstaan en dus niet voor alle richtin
gen toegankeiyk zyn".
Dit ontbrak waariyk nog maar aan den
partystrfjd, dat men ook al speciale krank
zinnigengestichten gaat maken voor orthodoxe
lydera en speciale voor liberale ïyders, en dab
men bewaarschoolhouderessen kweekt, die by
de kinderen reeds in hun prille jeugd de
kiemon leggen voor sektegeest en onverdraag
zaamheid.
Het zal er binnenkort gezellig ln onze samen
leving gaan uitzien!
De Maasbode kan niet instemmen mol het
denkbeeld van De Nieuwe Courant, dat generaal
Kool zou moeten aanblijven.
Al kan men, meent zy, in het algemeen
tot zekere hoogte meegaan met het donk
beeld, dat hy, die do verantwoording aandorst
van een gebrekkige wet, nu ook maar moet
staan voor de uitvoering er van, wy passen
voor het aanprijzen van dezen Minister, omdat
hy een militairist is p u r sang, een man,
die ons t. a. der landsdefensie op een weg
voeren wil, dien wy krachtens ons katholiek
program nimmer betreden mogen.
Dc Nieuwe Courant zei zelve, herinnert Dc
Maasbodedat Minister Kool wel den knoop
ontwarde, maar daardoor de Kamer bracht
op een punt, waar zy eigeniyk niet wezen
wilde.
Dit nu juist, vindt De Maasbode, druischte
in togen allo begrip van gezonde wetgeving,
dat do Minister, van den nood der tijden pro-
flteerende, do volksvertegenwoordiging der
mate in het gedrang zetto, dat zy naar oen
punt werd gedreven, waar zy niet zyn wilde,
alleen maar opdat toch elndelyk eons de
„knoop" zou worden doorgehakt.
Ook volgens De Nieuwe Courant treden wo
met deze wet ten eenenmale terug op den
weg der sociaal-militaire hervormingen. Maar
dan zouden wy, van dit standpunt consequent
doorredeneerende, ook maar den heer Borgesius
moeten handhaven, die aan ons volk een Leer
plichtwet gaf, welke naar de bekentenis van
vriend en vyand zeiven juist in de kardinale
punten zoo gebrekkig mogeiyk was.
Maar nog om een andere reden wenscht
De Maasbode generaal Kool niet aan het
Departement van Oorlog te houden. Zy wil een
Ohristeiyk Minister. Vooral daar in de pro
gramma's der rechterzyde zulk een treffende
overeenkomst te bespeuren valt, zoo dikwyis
de moreele verheffing van den Nederlandschen
soldaat ter sprake komt. Het antirevolutio
naire program spreekt van: „bovenal kracht
zoeken in hot moreel van den soldaat"; dat
der katholieken wil streven „naar verheffing
van het zedeiyk leven by land- en zeemacht"
de christeiyk-historische Kiezersbond noemt
het: „by onze legermacht de zedelykheid be
vorderen"; het vry-antirevolutionair program
wil in leger, kazerne en op vloot, het leiden
van een eerbaar leven bevorderende Friescho
christeiyk-historischen elndelyk gebruiken ter
zake dezelfde woorden als boven uit hot anti
revolutionair program aangehaald.
Onder hot hoofd Nieuwe Koers lezen
we in Het Nederlandsche Dagblad het volgende:
Geachte Redactie l
Wanneer het hart tot spreken dringt, zo*
spreek. Dat hebben we reeds als school
jongens geleerd, en zouden wo dan op ryperen ,j
leeftyd het „spreek" maar veranderen inf1
„zwyg toch"? Immers, neen I Daaromvergui!
my 8. v. p. een bescheiden plaatsje ia uv?
blad, om eenige opmerkingen te maken en
vragen te stellen in verband met wat d*
laatste verkiezing voor leden der Tweede
Kamer heeft aan hot licht gebracht
Velen met my hebben zich met bezorgd
heid afgevraagdWat zou de nieuwe koere
zyn, waarvan mr. Verkouteren heeft gesproken
Een zich begeven in Kuyperiaansch vaarwater
Maar dan is de C.-H. Bond een onding
geworden; waarom zich dan niet heelemaal
by de anti-rev. aangesloten? Dan wordt ten
minste kleur bekend. Deugt dan het program -
van den O.-H. Bond niet meer? Waarom dan
niet byv. een half jaar voor do vorkiozingon
gezegd: willen wy succes hebben, dandionon
wy het roer anderë to wenden. Eu nu, woiko
resultaten heeft de verkiezing voor do C.-H.
party opgeleverd? Slechts een, zeggo óón,
candidaat, dr. De Visser, is gekozen geworden.
Dat ie een mager loon voor diensten, aan do
anti-rev. bewezen. M. i. is het een groote
verkeerdheid geweest, zich zoo in te spannen
voor de zustervereeniging" Met opzet
plaats ik hierachter een vraagteeken, want,
als zy dit ware, dan zou do oprichting van
den C.-H. Bond geen reden van bestaan gehad
hebben. Daarom: Waarom is de C.-H. Bond
opgericht?
Vier jaren Jang ademden de artikelen in
Het Ned. Dagblad, onderteekond met V., een
wel willenden geest voor het nu op scheiden
staande lib. ministerie. Vier jaren lang word
gewezen op het geheime werken van dr.
Kuyper, om dat ministerie te doen vallen.
En nu? Nu wordt aan den heer R. geant
woord: „Wie in den Bond alleen zoekt
Roomschenhaat en Kuypor-vrees, zal zich met
den nieuwen koers moeiiyk kunnen veroonigen,
maar wie het oneerlyk vindt en onoprecht
met do Chr. vlag te zwaaien en voor het
liberalisme te werken, zal toegeven, dat hot
beter is om met de anti rev. te gaan togen
de lib. dan met de lib. tegen de antl-rov.
Contrasteert dit antwoord niet mot wat 4
jaren lang in Het Ncd. Dagblad is beleden?
M. i. wel. Ik voor my kom er ruiterlyk voor
uit, dat eon lib. ministerie boven een c 1 e r.-
antirev. gesteld moet worden, want en
hier wensch ik met kracht den nadruk, op
te leggen welke concessies zuilen aan Rome
gedaan worden? Wat zal het lot z(ju der 1
Ned.-Herv. Kerk, waarvoor onze vaderen hun
bloed hebben vergoten? Of heeft die Kerk
soms haar „raison d'être" verWm Voor mp,
en, Godo zy dank, voor r zonden met
my, is zy een plantingo Ziedaar oen
tweetal vragen, die velen met my zich stellen, 1
nu we staan vóór een clor.-antirev. ministerie,
waar naar een der R. K. bladen meldde
de C.-H. gerust buitengesloten kunnon worden.
En als het waar is, dat de meerderheid onder
de antirev. Kamerloden tot de Nod.-Horv,
Kerk behoort, waarom dan niet, toen het
nog t(Jd was, by hen te propageeron voor
de C.-H. beginselen? Omdat don C.-H. een
krachtige leider ontbreekt? Maar zou dan
onder de aanwinst geen leider te vinden zyn?
De heer V. d. B. zegt in zijn ingezonden
stuk, waarmede u zekeriyk instemt, omdat
geen enkel woord ter bestryding ia toege
voegd: er staat thans een geslacht op, dat
vreemd is aan het conflict in 1886, dat....
dit niot heeft doorleefd on er duszich
niet meer zóó warm om zal maken.
Tot dat geslacht reken ik mij, daar ik in
dat jaar nog geen 20 jaren telde Edoch, do
wonde, toen geslagen, voel ik nog terdege.
En in menigen familie- en vriendenkring
schrynt zy nog zeer. M. i. zullen er nu nog
meer dan 15 jaren moeten verloopon, oer dlo
wonde aan hot heelen gaat.
Dan ten slotte nog dit. Waarvoor n u met
do aangehaalde woorden van wylen prof. Fruin
voor don dag gekomen? Hebben zo nu eerst
de rechte beteekenis gekregen?
Ziehier eenige vragen, die, o, zoovelen, leden^
der Ned.-Herv. Kerk, zich stellen. „God be-4
hoede Nederland" was de bede onzer vaderen
en do belyders van Jezus Christus on Dien
gekruist, in de Ned.-Herv. Kerk voegen or by:
„eri do Ned.-Herv. Kerk".
Uw dw. dien.
J. K.
Een hieraan toegevoegd bijschrift luidt:
De tegenstelling tusschen een liboiaal en
een clericaal kabinet is zoo onzuiver rnogo-
ïyk. Het nu weggaande ministerie toch heeft,
zoo clericaal mogeiyk geregeerd. Het is niet
zeer logisch uit oen anti-Roomsch standpunt
voor een liberaal kabinet te yvoren, zooais
ook nog onlangs door De Nieuwe Sprokkelaar
is opgemerkt. De houding van JJet Nederlandsche
Dagblad tegenover hot kabinet Pierson is
volstrekt niot altijd welwillend goweoat. Meer
malen is dat kabinet principieel bestreden.
Reeds de samenstelling uit liberale en sociale
elementen is dadeiyk een fout genoemd. Kot
■«-.I'.
Vervolg der Advertentiën.
De moderne mensch schynt voor onderrichtingen over
verzorging der tanden stokdoof te zyn geworden. Anders
is de onverantwoordelyke nalatigheid, waarmede het gebit
behandeld wordt, niet te vorklaren. Het is eenvoudig een
raadsel. Byna dageiyks kan men in tydschriften, bro-
ohuros enz. de dringendste vermaningen lezen omtrent
de onvermydelyke, voor bet lichaam schadelijke gevolgen,
1 die het niet verzorgen van den mond na zich sleept. In
weekbladen heeft de rubriek „TaDdhygiêne" een vaste
plaate, en toch heeft minstens twee derden van het
menachdoBQ slechte tandou af oen onwelriekende^ adem.
Ik vraag myzelven afhoe is zoo iets in 's hemels naam
mogeiyk? Kan men niet meer lezen? Is men Oostindisch
doof? Is de afkeer van den kultuurmensch tegen alles,
wat „geloof" heet, zoo sterk, dat hy absoluut niets meer
gelooft? Wellicht wordt er te veel geschreven, zoodat
de mensch er van oververzadigd is. Hy leest, maar
neemt het gelezene niet in zich op.
In geen enkel tydperk was het met hot menscheiyk
gebit zoo slecht gesteld, als tegenwoordig. Uit onder
zoekingen is gebleken dat reeds van de 100 school
kinderen slechts tien, in vele stroken zolfs slechts drie,
een gaaf gebit hebben. Dus'circa 90 pCt. van alle school
kinderen hebben reeds slechte tanden 1 De indirecte
oorzaken van het van^geslacht tot geslacht snel toe
nemend bederf der tanden zyn gegrond op onze levens
gewoonten en op onze w(jze van voeding; weeke, aan
voedingzouten arme spy zen, ondoelmatige opvoeding der
zuigelingen, geërfde geschiktheid voor slechte tandvorming,
intensieve hoofdarbeid, maar vóór dat alles onreinheid en
onvoldoende verzorging van den mond. De directe
aanleiding voor het liolworden der kiezen ie te zoeken
ia de spleetzwammen, die in don mond rotting en gisting
veroorzaken. Wordt de mond niet verzorgd en rein
gehouden, dan biedt hy een uitstekend broeinest (tem
peratuur 37°) voor deze kleine, maar zeer gevaarlyke
levende wezens, die er de meest gunstige levens- en
voedingsvoorwaarden in vinden. Voedingsstoffen voor de
bacteriën z(jn: etensresten, mondslUm, afgeatooten cellen
van de mondsiymhuld, vryiiggende tandzenuwen, enz.
Uit deze voedingsstoffen produceeren de spleetzwammen
schadeiyke stofwisselingsproducten, nameiyk melkzuren,
waardoor het glazuur der tanden wordt aangetast. Ook
is het bedenkeiyk, dat naast deze tandverwoestende spleet
zwammen, zich tallooze ziektenverwekkende (pathogene)
bacteriën in dezen natuuriyken broedovon voeden, en
voortdurend bereid zyn tot een aanval op het totaal-
organisme. Naast vele andere, zijn in holle kiezen en in
onzuivere mondholten (vaders en moedors, denkt er aan 1)
de kiemen van XHj>lai Jacrle gevonden. Daarom hecjiten
doctoren en tandartsen met recht zooveel waarde aan
de goede mondverzorging by kindcrcu!
Voor den donkenden lezer, (alleen deze komt in aan
merking), volgt uit het vorenstaande vanzelf, dat het
dagelyks meermalen zuiveren van de mondholte absoluut
noodzakeiyk is. Verder la het duldeiyk hoe de ver»
zorging van den mond doelmatig moet geschieden.
Eenvoudjg dit. men moet den spleetzwammen hun
voedsel ontnemen en daardoor hun ontwikkeling onmo
gelijk maken. Dit geschiedt door het mechanisch ver
wijderen der bovenbedoelde voedingsstoffen en door langs
chemischen weg invloed uit te oefenon op de zwammen
zelf. Het eerste geschiedt door het gebruik van den land-
borstel, hot tweede door aanwending van antiseptische
mondwaters. De borstel zij niot to hard, als mondwater
is gebleken Odol het best te zyn. Wy weten uit be
proefde navorschingen, zoowel als door langjarige prac-
tische ondervinding, dat Odol het meest antiseptisch
werkzame en onschadeiykste mondwater is, dat wo tegen
woordig ter beschikking hebben.
Het spreekt vanzelf, dat men aan Odol geon toovor*
kracht mag toeschrijven. Holle kiezen kan ook Odol 11efc
moer vullen, dat moet de tandarts doen. De vroos voor
den tandarts, die nog stamt uit de overoude tydon toen
de hoeren smeden het kiezentrekken als nevenhandwerk
uitoefenden, die vrees is bolacheiyk.
6515 130 (tandarts A. WERKENiuiN-Beriyn.)