ti\ 12692
Donderdag 11 Juli.
A« T901.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leidcu, 11 Juli.
Feuilleton.
De Gevangene der „Fortuna".
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
(Voor Leiden per 8 maanden1.10.'
Puiten Loiden, per looper en waar agonten goeeatigd z\Jn 1.80
i Franco per post i 1.65-,
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1 8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooter®
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Offldeele Kennisfferlnffoiu
Burgemeester en Wethouders ven Leiden;
Gelet op art. 98 der Kieswet;
Brengen ter algemeene kennis, dat de processen-
verbaal van de zittingen van de hoofdsteuibureaux,
bedoeld bij art. 93 der Kieswet, tot het vaststellen
van den uitslag der stemming ter verkiezing vau
'dertien loden van den Gemeenteraad in de drie
-kiesdistricten van de gemeente Leiden, op de
.groots pers van het Raadhuis zijn aangeplakt en
voor eon ieder ter Secretarie dezer gemeente ter
inzago zijn nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, H- G. JUTA, Weth., loc.-Burg.
10 Juli 1901. VAN HEIJST, Secretaris.
Burgemeeeler en Wethouders van Leiden;
Gelet op art. 98 der Kieswet;
Brengen ter algemeene kennis, dat het proces
verbaal van de zitting van het hoofdetembureau,
bedoeld bij art. 93 der Kieswet, tot het vaststellen
van den uitslag der stemming ter verkiezing
van één lid van den Gemeenteraad van Leiden
in het tweede kiesdistrict, ter vervulling van de
vacature, ontstaan ten gevolge van het door den
heer dr. Th, G. den Houter genomen ontslag, op
do grooto pers van het Raadhuis is aangeplakt
en voor een ieder ter Secretarie dezer gemeente
ter inzage is nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth.,loc.-Burg.
10 Juli 1901. VAN HEYST, Secretaris.
Geslaagd zyn voor de hoofdakte der
Kweekschool tot opleiding van Bewaarschool,
'houderessen te Leidon, do dames: M. Alings-
A. W. Arnold, S. B. B. Beyl, C. M. J. Buising,
M. J. van Du uren, A. C. Friderichs, E. G. de
Haan, R. Heeren, H. Janszen, C. F. Landzaat,
C. Langerys, A. Maartense, M. Maurenbrecher,
'E. N. Mekking, J. W. Mulder, H. Swerms,
G. M. Valken, J. M. F. Welle en A. C. de Wit.
By Koninkiyk besluit is op zUn verzoek,
eervol ontslag verleend, onder gehoudenheid,
dat hy de op hem uit kracht der wet nog
rustende verplichtingen als gewoon lid dor
d.d. schuttery volbrengt, aan den heer A.
L. Quant ale kapitein alhier.
.By de dienstdoende schuttery te Leiden
benoemd; tot kapitein de heer J. H. van
Waveren, thans lsto-luitenant-adjudant, met
vergunning om tevens laatstgenoemde betrek
king tijdelijk waar te nemen totdat in de
vacature zal zijn voorzien.
Vergunning verleend is aan don heer J. A.
Bos, boter- en kaashandelaar, te Leiden, tot
het aannemen van deu titel en van het
ordeteeken van chevalier du mérite agricole,
•hem door den minister van landbouw der
Fransche Republiek verleend.
De Leidsche tooneolvereeniging „Jacob
Cats" zorgt ten gerieve barer leden voor ver
scheidenheid, niet alleen wat haar voorstel
lingen betreft, maar ook wat de gezellige
bijeenkomsten aangaat, waarop soms allerver-
makoiykste voordrachten worden gehouden.
Thans bestond ze uit een concert door de
kleine kapel van het vierde regiment infan
terie onder leiding van den heer Job. Oostelaar.
Dat ook dit welkom was, bleek uit den goed
bezetten tuin van „Zomerzorg" gisteravond
en uit den bijval, welke aan de verschillende
nommera ten deel viel. Hot was een mooi
tuinfeest, waarbU het telkens ontstoken van
bengaalsch vuur niet ontbrak en dat met een
bal in de zaal werd besloten, waarvan door
heel wat liefhebsters on liefhebbers werd
gebruik gemaakt, ook al was de temperatuur
er nu niet precies heel laag te noemen. Het
tegenovergestelde was juist eer hot geval.
Maar voor zulk oen lieihebbery moet men
iets overhebben I
By de lste en 3de batt. van het 2de reg.
veld-art. te 's-Gravenhage en by de 5de batt.
van dat korps te Leiden, zyn de miliciens der
lichting van 1898 voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen gekomen om tot 13 Aug.
geoefend te worden.
De „Vereeniging van Onderwyzers en
Onderwyzeressen" in het arrondissement
Leiden, zal haar zestiende vergadering houden
op Zaterdag 13 Juli a. e., 's voormiddags te
halfelf, in „Zomerzorg" te Leiden.
Punten van behandeling zyn: 1. Opening
door den voorzitter. 2. Liederen, te zingen
door de heeren P. van der Hoeven, A. Horróe,
G. L. Hofateenge en E. Peters. 3. Rekening
van den penningmeester. 4. Vorkiezing van
drie bestuursleden. (Dubbeltal voor de vacature
W. Koops: J. Corbeau en P. W. de Jong.
Voor de vacature N. van der Walle: J. P. F.
Kosters en M. van Wyk. Voor de vacature
L. den Ouden: J. Vorwey de Winter en L.
van Oeveren). 5. Benoeming der feest
commissie (15-jarig best. der Ver.). Voorgesteld
worden: de heeren N. Brouwer, P. Beumer,
W. Cramer, W. F. de Gunst, P. van der
Hoovon, A. Horreó, J. F. Luycx, J. J. Niesman,
Ph. Rank en L. Vermaas. 6. Opmerkingen,
betreffende de arr.-bibliotheek. 7. Lezing
van dr. H. Blink over „de Chlneezen en de
Oostersche vraagpunten." 8. Keuze van do
plaats, tot het houden der volgende vergade
ring. Door het bestuur worden voorgesteld:
Hülegom en Leiden. 9. Omvraag en sluiting.
By Koninkiyk besluit is aan Leendert
van Dorp, loteling voor de lichting van 1901
uit de gemeente Leiden, nadat by by de
militie te land Is ingeiyfd en voor den dienst
geschikt zal zyn bevonden, ontheffing van den
werkeiyken dienst by de militie verleend tot
1 Maart 1903.
De 2de-luit.-kwartierm. W. B. Slotboom,
van het lste reg. veld art., wordt 31 dozer
eervol ontheven van zyn werkzaamheden ten
bureelo van don intendant in de Nieuwe Holl.
Waterlinie en voor on bepaalden tyd gedeta
cheerd by het 5de bat. 5de reg. inf. te Utrecht.
Herbenoemd zyn tot leden der Permanente
Commissie voor de Roodery te Scheveningen
de heeren A. de Niet en M. v. d. Toorn Jzn.
De vergadering, te Amsterdam gehouden,
op uitnoodiging van eenige besturen van bouw
kundige en oudheidkundige genootschappen,
ter bespreking van de wenschelykheid om het
thans aLs Koninkiyk palels dienstdoende raad-
huls op den Dam, weder in te richten tot
zetel van het stadsbestuur, hoeft tot het
aannemen eener motie geleid, waarby het
gomeentobestuur van Amsterdam wordt uit-
genoodigd de zaak aan een onderzoek te
onderwerpen.
Door de heeren Blankenberg, Den Hertog,
Josephus Jitta, Van Waterschoot v. d. Gracht
en Worm8er, leden van den Gemoenteraad, is
naar hot „N. v. d. D." weet mede te deelen
het voorstel gedaan om:
lo. Burgemeester en Wethouders uit te
noodigen te onderzoeken: of het Paleis op den
Dam ruimte genoeg aanbiedt om te dienen
als zetel van het Gemeentebestuur en secretarie
en, zoo ja, te trachten de medewerking der
Regeering te verkrygen, opdat de stad weder
de vrye beschikking erlange over het Paleis;
2o. om inmiddels de voordracht van B. en
Ws. tot verbouwing van het Raadhuis aan
don O.-Z. Voorburgwal aan te houden.
Tot ridder in de orde van Oranje Nassau
is benoemd dr. Max Seiffert, bekend door zyn
uitgavo van Swoelincks werken en door tal
van onderzoekingen op het gebied der Neder-
landsche muziekgeschiedenis.
Hare Majesteit de Koningin met Z. K. H.
den Prins, en gevolg, zullen Maandag 15 Juli,
voor ongeveer 14 dagen op 8oestdyk komen
logeeren by H. M. de Koningin-Moeder.
B. en Ws. van Amsterdam stellen den
gemeenteraad voor, om van de Ned. Bouw-
maatschappy voor f 25,031.25 aan to koopen
een terrein aan de Van-Ostadestraat, groot
1125 M1., tot etichiing daarop van een school
lste klasse voor 560 kinderen.
Tevens stellen zy den gemeenteraad voor,
een subsidie van f 500 te verleenen aan de
Koninkiyke Weerbaarheids-Vereeniging „Clau
dius Civilis" ter tegemoetkoming in de kosten
van de nationale schietwedstryden, in de maand
Augustus aldaar te houden, ter gelegenheid
van haar 50 jarig bestaan.
De prins en de prinses van Bentheim
met drie kinderen brachten gistermiddag een
bezoek aan de koninkiyke familie op het
Loo. Zy arriveerden aan liet station te Apel
doorn om 12.39 en werden afgehaald door
de Koningin en Prins Hendrik, de adjudanten
graaf Schimmolpenniuck en Zeegers Ryser
en de hofdame jonkvrouw Snoeck. In drie
hofrytuigen reden de vorstelyke personen naar
het paleis.
Per trein van 8.25 vertrokken do gasten
weder naar Bentheim, uitgeleid op dezelfde
wyze als waarop de ontvangst plaats had.
Gisteren arriveerde ten paleize 't Loo een
deputatie van oen opperofficier en twee hoofd
officieren der Koninkiyke Nederlandsche Marine,
tor aanbieding van een huwelyksgeschenk
aan H. M.
Mr. P. Brooshooft, tydeiyk hier te lande
vertoevende, heeft by den heor J. H. do
Bussy te Arasterdam uitgogeven een brochure:
„De ethische koers on de koloniale politiek".
By de jongste verkiezingen werden z. 1. de
belangen der Indische volken, wier beharti
ging even goed aan ons parlement is opge
dragen als die der Nederlandsche, geheel over
het hoofd gozien. Daaroin hooft hy in deze
brochure een overzicht gegeven van hetgeen
voor de bevolking van Oost-Indiè nog valt to
doen en van de richting, waarin die z. i. behoort
te geschiedon.
Do heer J. Knol, te Dalen (Drente), die daar
tot lid van den gomeenteraad is gekozen,
heeft van den burgemeester de mededeoling
ontvangen, dat, volgens de gomeentewet, het
lidmaatschap van den Raad niet vereenlgbaar
is mot zyn betrekking van veearts aldaar.
De heer Knol deelt dezo zionswyze niet on
is voornemens den hoogeren autoriteiten te
verzoeken in dezen uitspraak te doen.
Men loost in hot „Utr. Dagbl.":
„Tegen het voeren van den verkiezingsstryd
met oneerlyke middelen kan niet luide genoeg
geprotesteerd worden.
„Gisteren zyn, blUkbaar van liberale zyde,
In district B te Ucrecht biljetten verspreid,
waarin alleen de heeren Boers en Van Eeldo
en niet de heer Van Dieren Byvoet werd
aanbevolen. Onder de biljetten stond o. a.
de naam van mr. G. H. van Bolhuis, als
voorzitter van het afdeelingsbestuur B der
Utr. KiezersvereenigiDg. Aangezien dit buiten
voorkennis en dus zonder toestemming van
mr. Van Bolhuis is geschiod, heeft deze,
biykens een aan ons gericht schryven, zich
door een dergelyke manoeuvre in zyn goeden
naam aangetast gevoelende, een klacht by den
officier van justitie ingediend."
Do ministors van buitenlandscho zaken,
binnenlandsche zaken, marine, financiën, oorlog
en koloniën houden deze week geen audiöntie.
Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde
10 Juli van Nieuw-Yoik to Rotterdam; d
„Koning Willem II", van Batavia naar Amster
dam, vertrok 10 Juli van Perimde „Zingara"
vertrok 10 Juli van Rotterdam naar New
port News.
B. en W. van Arnhem zyn van oordeel,
dat het met het oog op het groote bedrag
f 21,283,60), dat jaariyks door de gemeente
Arnhem moet worden betaald voor de ver
pleging van krankzinnigen, aanbeveling ver
dient om ernstig te overwegen of ook alhier
van gemeentewege niet zal worden overge
gaan tot de oprichting van een krankzinnigen
gesticht. Vooral ook omdat het niet moeiiyk
zal vallen hiervoor een gemeenteterrein te
bestemmen, (Waterberg op Sonsbeek). De ver-
eeniging CentraaUsraëlietisch krankzinnigen
gesticht in Nederland, stelde ln uitzicht, dat
met haar onderhandelingen zouden kunnen
worden aangeknoopt over hot opnemen harer
krankzinnigen, mits gelegenheid worde geo
pend tot plaatsing van 250 300 patiënten,
en het opnemen van lste en 2de klasse lyders.
B. en Ws. stellen nu voor over te gaan
tot de benoeming van een Raadscommissie,
aan welke zal worden opgedragon te onder
zoeken of het wenscheiyk is, van gemeente
wege een krankzinnigengesticht op te richten
en deswege aan den Raad een rapport in to
dienen met een globale raming dor kosten van
oprichting en van beheer, en de baten der
exploitatie van oen dergeiyk gesticht.
Met ingang van 1 Juli 1901 is dr. E.
Bessom, tot dien datum leeraar in de oude talen
aan het Chriatoiyk Gymnasium te Utrecht, be
noemd tot rector aan diezelfde inrichting.
De heer H. Pollema, hoofd der school
met den Bybel te Nyland, gem. Wymbritse-
radeel, heeft do benoeming tot lid van Godep.
Staton van Friesland aangenomen. Hy zal zyn
ambt als ondervvyzer neerleggen.
Naar men meldt, zal van de kolonialo
reserve dit jaar het tweede detachement niet
vóór October naar O.-Indië vertrekken.
Het Zweodsche fregat „Freja" hoeft
Amsterdam verlaten.
Da. J. Boer Knottnerus, to Vriezonveen,
hoeft voor het beroep naar do Ned.-Herv. Gem.
te Amsterdam bedaukt.
Men meldt uit Amsterdam, dat Mr. F.
A.van Hall gisteravond op zyn eigen terrein,
in 't Paleis voor Volksvlijt voor eon tweo- drie
honderd personen gesproken heeft als candidaat
eenor groep van onafhankelijke kiezers. Onder
de opgekomenen zullen er stellig wol goweest
zyn, die zich van dezen avond iets pikants of
amusants hadden voorgesteld. Dezulken zyn
bedrogen uitgekomen.
De hoer Van Hall is als woordvoerder
zegt de „N. R. C." wydloopig, bemint
het voorlezen van schrifturen en spreekt
veelal binnensmonds. Een en ander is niet
geschikt zelfs voor hen, die evenals hyzelf,
in het opwarmen der beruchte zaak Haas-
Van Hall een genot schynea te vinden, eenig
charme aan zyn optreden te verleenen.
Uit eerbied voor do bloedverwanten van
dezon candidaat Jaat de correspondent het,
wat het oersto gedeelte der oratio betreft, by
do mededeeliDg, dat de spreker het eervol
verleden van zyn voorzaat tot introductie
zyner eigen candidatuur bezigde. Overigens
liep zyn gansche toespraak bijna uitsluitend
over dat requisitoir van den officier van
justitie en dat vonnis der rechtbank, waarvan
hy zyn gedachten biykbaar en dit scbynt
zeer verklaarbaar niet kan losmaken, overdag
niet en des nachts niet.
Hy had weder allo stukkon by zich, het
vonnis, zyn lango brievon aan den minister
van justitie. En zelfs toen men in het korte
debat, dat op de toespraak volgde, van ander®
zaken wilde reppen, gaf hy te kennen, het
liefst te debatteeren over de periode zyns
levens, toen h(j 28 dagen achtereen op de
bank der beschuldigden zat. Wat hem toen
wedervaren is, houdt sedert zyn denkvermogen'
gevangen, dat was duidelyk.
In enkele kleine trekjes vertoonde deze
vergadering het karakter ook van andera
samenkomsten, waarby mr. Van Hall de hoofd-',
figuur is. Er was een voorzitter, plomp en
verlegen, die niet zelf de vergadering leidde,
maar door mr. Van Hall geleid werd. Als
mr. Van Hall over zyn presidium van liet
Paleis voor Volksvlyt sprak, applaudisseerde
er een groep voor het Paleis; en als hy zeide,
dat hy de Nederlandscho Opera had gesticht,
applaudiaseorde or een groep voor do Opera.
By het debat kwam ook do quaestio van
het „Volksdagblad", in ons vong nommer
medegedeeld, ter sprake. Daarop wilde mr.
Van Hall liever niet ingaan. Hy beweerde,
dat reeds eenige dagen vóór zyn candidaat-
stelling de hoofdredacteur, do heer R. Schwarz,
ontslagen was wegens een geschil met de
directie over do leiding van bot blad, dat hy,
de hoofdredacteur, tot een by wagon eener
politieko party (de vryzinnlg-democratische)
wilde maken.
Een der redacteuren van het „Volksdag
blad" deelde echter mede, dat de heer Van
Hall wel degeiyk op den heer Schwarz een
pressio trachtte uit te oefenen ten gunste
zyner candidatuur en dat daarin alleen de
grond van het besluit der redactie was gelegen.
Do hoofdredacteur en de redacteuren hebben
allo verantwoordelykheid voor wat nu verder
in doze dagen in het blad zal verschynen, van
zich afgeworpen.
De heer Schwarz deelt verder mede, dat
do gisteren door verschillende bladen opga- j
nomen verklaring betreffende het ontslag der
redactie gisteravond n i o t in het blad zelf is 1
verschonen.
De directie heeft in overleg met den pre
sident-commissaris, geweigerd het stuk in
„Hot Volksdagblad" te plaatsen, niettegen
staande het contract van aanstelling uitdruk-
keiyk bepaalt, dat alleen de heer Schwarz
over den inhoud van het blad on hot al of1
niet opnemen van stukken te beslissen heeft.
Daarentegen heeft do directie van „Het
Volksdagblad" onder de „Ingezonden Mede-
deelingen" het volgende doen plaatsen
„De mannen van „Het Volksdagblad"
stemmon morgen (Donderdag) nat|iurlyk alsi
óón man op: mr. F. A. van Hall."
Onder het hoofdje „Misleiling" deelt het f
„Hbl." het volgende mode:
„Er wordt ten bate dor candidatuur-Vani
Hall een strooibiljet verspreid, waaronder tal
van namen zyn afgedrukt. De volgende heeren
vorzochten ons echter mede te deelen, dat
zonder hun medeweten van hun namen ia
gebruik gemaakt en zy de candidatuur-Yan
Hall niet wonschen te steunen: I. Fiank,
Nieuwendyk 179; Emil Citroon, Roki-i 71;
J. de Bruin, Waterlooplein 91; Ph. Boilyn;
I. Franco Mendes, Arastel 29e; D. Monterinos,
N. Heerengracht; S. Lam, Waterlooplein 08;l
I. Franco Mendes, Frederiksplein 10, B. S.
Snatager, Jodenbreestraat 77; 3. N. Klein-
Kramer, Waterlooplein 23.
Tor-Aar. In deze gemeente xtjn voor dit'
jaar de eerste boonen, getooid door J. Hoo-
gervorst Jac.z., 1.1. Lirandag door tusschen-
komst van den Tuindorsbond Terzonden naar
Amsterdam.
6)
Ik zou deze zaak echter gaarne geheim
willen houden, om geen ongerustheid te
wekken. Misschien loopt ditmaal alles in der
minne af. Dan bohoef ik myn overige man
schappen niet ook er in te betrekken. In het
andere geval zal ik overwegen, wat er dan
gedaan moet worden. Ik zou wel zelf gaan,
maar ik moet op myn dochter letten, die myn
toezicht en myn bystand niet kan ontberen."
„Zulks behoeft geen verontschuldiging,"
viol Filippo Ijverig in de rede. „Ik twyfel
geenszins aan uw moed, signor capitano, en
miss Folice kan en mag haar vader niet
missen, dien zy zoo boven alles liefheeft."
Filippo meende erg verstandig te handelen,
door zoo te sproken, want zyn kapitein mocht
allerminst vermoeden, dat hy van diens ge
heim afwist en op weg was de verdwenen
mevrouw Longford te zooken on haar weer
tot Felice te voeren. De kapitein bleef kalm,
niettegenstaande hy deze brutale leugen van
Filippo als een stook gevoelde, dien hy het
liefst met zyn mes beantwoord had.
„Ge zyt een goede jongen, Filippo," be
tuigde hy met gehuichelde oprechtheid „Ik
zal uw goede gezindheid jegens my en myn
ongelukkig kind steeds indachtig blyven. Laat
alle verdere regeling aan my over, en wanneer
u hot geschikte oogenblik gekomen schynt,
daal dan heimelijk in de sloep af en roei
zacht weg. Wat gü dan verder te doen hebt,
moet gy zelf maar overleggen en geheel naar
eigen goedvinden handelen."
De kapitein verwyderde zich snel, om weer
do leiding van het schip over te nemen.
Het was nacht. Dicht by het eiland lag do
„Fortuna" stil Om zyn dochter niet te ver
ontrusten, naar hy zeide, had do kapitein
zacht commando's gegeven, die even zacht
uitgevoerd werden.
"De jol van den kapitein de kleinste der
sloepen had men van wapenen, vuurpylen
en eenigen leeftocht voorzien en aan do davits
(hangkettingen) zacht in hot water afgelaten.
Dit beteekende, dat de kapitein later met
eenige beproefde lieden aan land wilde gaan,
om hot aantal en do positie der eilandbe
woners uit te vorschen, wier legervuren als
gloeilichtjes over het water heen schenen.
Men mompelde iets van goud, dat in massa
op het eiland te vinden zou zyn, en dat de
matrozen deel aan den buit zouden krygen.
Dit had Longford zelf uitgestrooid en bevolen,
dat allen nog een korte rust zouden genieten,
om op zyn commando boreid te zyn een lan
ding te beproeven.
Hyzelf ging nog eens onder dek, en allen
volgden zyn voorbeeld, want in de kajuit der
bemanning schonk men bier, grog en andere
versnaperingen, die de kapitein had doen op
dienen.
Alles verliep, geiyk deze verwacht had.
Eensklaps kwam de eerste stuurman be
neden en wekte den schynbaar sluimerenden
gezagvoerder met de tyding, dat de boot ver
dwenen was en te geiyk Filippo, doch deze
alleen.
Longford, die zich hield alsof hy zich ver
slapen had en zich zeer verbaasd aanstelde,
ylde terstond naar het dek, om aldaar deze
mededeeling bevestigd te zien.
Dadeiyk gaf hy zyn hart lucht in verwen-
schingea over den #desertour", sprak van
verraad en een mogelijken overval van de
door Filippo to hulp geroepen wildon. Naar
allen schyn had de Italiaan aan do eiland
bewoners het schip willen uitleveren, om zich
daarvoor tot meester over het goudryke oiland
te laten maken. De inboorlingen kenden niets
van de behandeling en het besturen van een
schip; hy alleen kon hen daarin onderrichten
en het roofzuchtige gespuis gemakkelyk over
halen op kaapvaart uit te gaan. Dit en nog
andere dingen sprak do opgewonden man en
gaf terstond bovel do zeiien te hyschon en
dit govaariyk vaarwater to verlaten. Hy be
weerde, dat Filippo slechts onwetendheid had
voorgewend, dat hy het eiland en zyn bewoners
nog van een vroegere reis kende en aldus
uit baatzucht handelde.
Hy wist zyn eigen verraad, jegens Filippo
gepleegd, zoo goed te bemantelen, dat allen
om de hun ontsnapte winst met verbittering
tegen den vluchteling vervuld waren on hem
zyn lot gaarne gunden.
Het schip was weer onder zeil on hield
van het eiland af; en nu kon de kapitein
andermaal zyn legerstede opzoeken. Hy deed
zulks. Zyn dorst naar wraak was geloscht.
Van Filippo had hy voor zich en zyn dochter
niets meer te vreezen.
Inmiddels was Filippo geland. Onbewust
van alles, wat aan boord der „Fortuna" was
voorgevallen, leefde in zyn moedige borst
slechts de eene wensch, zyn gevaariyke onder
neming tot een goed einde te brengen.
Zyn landing had hy gemakkelyk en zonder
opgemerkt te worden, bewerkstelligd, want
de kust was op de plek, waar hy aanlegde,
dicht met mangroveboomen begroeid op
deze breedten geen zeldzame verschyning.
Aan een dezer wortelboomen, die het water
als overbrugden, bond by zyn kloin vaartuig
vast, nam er alles uit, wat hy voor zyn
expeditie noodig had, en klauterde door het
dichte houtgewas aan land.
Geluiden van dieren of menschon waren
nergens te vernemen, een bewys, dat de
eilandbewoners van de nadering van een groot
schip geen vermoeden hadden.
Filippo zag nog eens zyn wapens na. Toen
beval hyvyn ziel aan God en aanvaardde den
tocht naar het met bosch begroeid gedeelte
van het bergachtige eiland. Het was oogen-
schynlyk slechts weinige vierkante mUlen
groot. Aan den rand van het woud vlamden
de vuren op, en Filippo beschreef een omweg,
om dit kamp der wilden niet van don misschien
bewaakten zeekant te naderen.
't Was inderdaad niet te ontkonnendeze
voorraad van sandelhout beteekende een
groote, schier onmetelyke rykdom.
In de hoornen suisde on ruischte de nacht
wind. Af en toe bleef de eenzame voetganger
staan, om te luisteren en te bespieden.
Hy vernam niets dan de woeste kloppingen
van zyn hart on zyn eigen onregelmatige
ademhaling. Thans voor do eerste maal kwam
hy tot hot volle bewustzyn, aan welke ge
varen hy hier was prysgogevon, en dat hy,
zoo hy ontdekt en bedreigd werd, uitsluitend
op zichzelven was aangewezen. Op hulp van
het schip kon hy niot rekenen. Hy zag het
heelemaal niet meer. Hot lag te ver weg.
Op een gegeven oogenblik, toon hy eenige
uren terugdacht, overviel hem iets als een
gevoel van angst. Het ware, meende hy, toen
beter geweest, als hy, geiyk hy eerst had
willen doon, Felice van zyn voornemen kennis
had gegeven. En dat had ook gekund, daar j
hy, aangezien er zich niemand by hot vast- L
gezette roer bevond, zifih licht buitendeks I
had kunnen zwaaien en zich langs een aani
de verschansing bevestigd touw tot haar ven
ster laten afzakken. Zy zou thans door zynj
kloppen niet meer verschrikt zyn geworden.,
Ja, zy moest er op verdacht zyn, dat hy do.'
een of andore gelegenheid zou zoekon, om.
haar in 't geheim te spreken.
Maar of zy hem zou ho'oben laten vor-
trekken? Dat was do vraag, die hom daarvan
had teruggehouden.
Een oogenblik bleef hy bosluitelooa staan.
Een inwendige stom waarschuwde hem om
to keeron. Maar onnvddellyk daarop noemdo.
hy zich eon lafaard en trok opnieuw op zyn
onbekend doel af.
De tocht door hot dichte oerwoud was veel
langer on moeiiyker dan hy verwacht had.
Hoe langer hoe vaster raakte hy verward in
het byna ondoordringbaar net van lianen en
varenplanten, wilden wingerd on struikgev.
Hy had zich reeds op onderscheidene plaai sen
aan de scherpe doornen gewond, zyn kleoreu
hingen hem gedeelteiyk aan flarden lar.gr
het iyr.
Door zulk eon woud was eon snollo terug
tocht onmogeiyk. Hy moest trachten den zoom'
van het bosch te bereiken. Daar had hy een;
open weg. In dit dicht» houtgewas was hy
verloren.
Eindeiyk, na een voetreis van byna oen
uur, ontwaarde hy weder de lichten tusschen
de boomen. En nu eerst begon het eigonlyko
gevaar van zyn nacbteiyken tocht.
{Wordt vervolgd.)