ti\ 12692 Donderdag 11 Juli. A« T901. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leidcu, 11 Juli. Feuilleton. De Gevangene der „Fortuna". LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: (Voor Leiden per 8 maanden1.10.' Puiten Loiden, per looper en waar agonten goeeatigd z\Jn 1.80 i Franco per post i 1.65-, PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grooter® letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Offldeele Kennisfferlnffoiu Burgemeester en Wethouders ven Leiden; Gelet op art. 98 der Kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat de processen- verbaal van de zittingen van de hoofdsteuibureaux, bedoeld bij art. 93 der Kieswet, tot het vaststellen van den uitslag der stemming ter verkiezing vau 'dertien loden van den Gemeenteraad in de drie -kiesdistricten van de gemeente Leiden, op de .groots pers van het Raadhuis zijn aangeplakt en voor eon ieder ter Secretarie dezer gemeente ter inzago zijn nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, H- G. JUTA, Weth., loc.-Burg. 10 Juli 1901. VAN HEIJST, Secretaris. Burgemeeeler en Wethouders van Leiden; Gelet op art. 98 der Kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat het proces verbaal van de zitting van het hoofdetembureau, bedoeld bij art. 93 der Kieswet, tot het vaststellen van den uitslag der stemming ter verkiezing van één lid van den Gemeenteraad van Leiden in het tweede kiesdistrict, ter vervulling van de vacature, ontstaan ten gevolge van het door den heer dr. Th, G. den Houter genomen ontslag, op do grooto pers van het Raadhuis is aangeplakt en voor een ieder ter Secretarie dezer gemeente ter inzage is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth.,loc.-Burg. 10 Juli 1901. VAN HEYST, Secretaris. Geslaagd zyn voor de hoofdakte der Kweekschool tot opleiding van Bewaarschool, 'houderessen te Leidon, do dames: M. Alings- A. W. Arnold, S. B. B. Beyl, C. M. J. Buising, M. J. van Du uren, A. C. Friderichs, E. G. de Haan, R. Heeren, H. Janszen, C. F. Landzaat, C. Langerys, A. Maartense, M. Maurenbrecher, 'E. N. Mekking, J. W. Mulder, H. Swerms, G. M. Valken, J. M. F. Welle en A. C. de Wit. By Koninkiyk besluit is op zUn verzoek, eervol ontslag verleend, onder gehoudenheid, dat hy de op hem uit kracht der wet nog rustende verplichtingen als gewoon lid dor d.d. schuttery volbrengt, aan den heer A. L. Quant ale kapitein alhier. .By de dienstdoende schuttery te Leiden benoemd; tot kapitein de heer J. H. van Waveren, thans lsto-luitenant-adjudant, met vergunning om tevens laatstgenoemde betrek king tijdelijk waar te nemen totdat in de vacature zal zijn voorzien. Vergunning verleend is aan don heer J. A. Bos, boter- en kaashandelaar, te Leiden, tot het aannemen van deu titel en van het ordeteeken van chevalier du mérite agricole, •hem door den minister van landbouw der Fransche Republiek verleend. De Leidsche tooneolvereeniging „Jacob Cats" zorgt ten gerieve barer leden voor ver scheidenheid, niet alleen wat haar voorstel lingen betreft, maar ook wat de gezellige bijeenkomsten aangaat, waarop soms allerver- makoiykste voordrachten worden gehouden. Thans bestond ze uit een concert door de kleine kapel van het vierde regiment infan terie onder leiding van den heer Job. Oostelaar. Dat ook dit welkom was, bleek uit den goed bezetten tuin van „Zomerzorg" gisteravond en uit den bijval, welke aan de verschillende nommera ten deel viel. Hot was een mooi tuinfeest, waarbU het telkens ontstoken van bengaalsch vuur niet ontbrak en dat met een bal in de zaal werd besloten, waarvan door heel wat liefhebsters on liefhebbers werd gebruik gemaakt, ook al was de temperatuur er nu niet precies heel laag te noemen. Het tegenovergestelde was juist eer hot geval. Maar voor zulk oen lieihebbery moet men iets overhebben I By de lste en 3de batt. van het 2de reg. veld-art. te 's-Gravenhage en by de 5de batt. van dat korps te Leiden, zyn de miliciens der lichting van 1898 voor herhalingsoefeningen onder de wapenen gekomen om tot 13 Aug. geoefend te worden. De „Vereeniging van Onderwyzers en Onderwyzeressen" in het arrondissement Leiden, zal haar zestiende vergadering houden op Zaterdag 13 Juli a. e., 's voormiddags te halfelf, in „Zomerzorg" te Leiden. Punten van behandeling zyn: 1. Opening door den voorzitter. 2. Liederen, te zingen door de heeren P. van der Hoeven, A. Horróe, G. L. Hofateenge en E. Peters. 3. Rekening van den penningmeester. 4. Vorkiezing van drie bestuursleden. (Dubbeltal voor de vacature W. Koops: J. Corbeau en P. W. de Jong. Voor de vacature N. van der Walle: J. P. F. Kosters en M. van Wyk. Voor de vacature L. den Ouden: J. Vorwey de Winter en L. van Oeveren). 5. Benoeming der feest commissie (15-jarig best. der Ver.). Voorgesteld worden: de heeren N. Brouwer, P. Beumer, W. Cramer, W. F. de Gunst, P. van der Hoovon, A. Horreó, J. F. Luycx, J. J. Niesman, Ph. Rank en L. Vermaas. 6. Opmerkingen, betreffende de arr.-bibliotheek. 7. Lezing van dr. H. Blink over „de Chlneezen en de Oostersche vraagpunten." 8. Keuze van do plaats, tot het houden der volgende vergade ring. Door het bestuur worden voorgesteld: Hülegom en Leiden. 9. Omvraag en sluiting. By Koninkiyk besluit is aan Leendert van Dorp, loteling voor de lichting van 1901 uit de gemeente Leiden, nadat by by de militie te land Is ingeiyfd en voor den dienst geschikt zal zyn bevonden, ontheffing van den werkeiyken dienst by de militie verleend tot 1 Maart 1903. De 2de-luit.-kwartierm. W. B. Slotboom, van het lste reg. veld art., wordt 31 dozer eervol ontheven van zyn werkzaamheden ten bureelo van don intendant in de Nieuwe Holl. Waterlinie en voor on bepaalden tyd gedeta cheerd by het 5de bat. 5de reg. inf. te Utrecht. Herbenoemd zyn tot leden der Permanente Commissie voor de Roodery te Scheveningen de heeren A. de Niet en M. v. d. Toorn Jzn. De vergadering, te Amsterdam gehouden, op uitnoodiging van eenige besturen van bouw kundige en oudheidkundige genootschappen, ter bespreking van de wenschelykheid om het thans aLs Koninkiyk palels dienstdoende raad- huls op den Dam, weder in te richten tot zetel van het stadsbestuur, hoeft tot het aannemen eener motie geleid, waarby het gomeentobestuur van Amsterdam wordt uit- genoodigd de zaak aan een onderzoek te onderwerpen. Door de heeren Blankenberg, Den Hertog, Josephus Jitta, Van Waterschoot v. d. Gracht en Worm8er, leden van den Gemoenteraad, is naar hot „N. v. d. D." weet mede te deelen het voorstel gedaan om: lo. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te onderzoeken: of het Paleis op den Dam ruimte genoeg aanbiedt om te dienen als zetel van het Gemeentebestuur en secretarie en, zoo ja, te trachten de medewerking der Regeering te verkrygen, opdat de stad weder de vrye beschikking erlange over het Paleis; 2o. om inmiddels de voordracht van B. en Ws. tot verbouwing van het Raadhuis aan don O.-Z. Voorburgwal aan te houden. Tot ridder in de orde van Oranje Nassau is benoemd dr. Max Seiffert, bekend door zyn uitgavo van Swoelincks werken en door tal van onderzoekingen op het gebied der Neder- landsche muziekgeschiedenis. Hare Majesteit de Koningin met Z. K. H. den Prins, en gevolg, zullen Maandag 15 Juli, voor ongeveer 14 dagen op 8oestdyk komen logeeren by H. M. de Koningin-Moeder. B. en Ws. van Amsterdam stellen den gemeenteraad voor, om van de Ned. Bouw- maatschappy voor f 25,031.25 aan to koopen een terrein aan de Van-Ostadestraat, groot 1125 M1., tot etichiing daarop van een school lste klasse voor 560 kinderen. Tevens stellen zy den gemeenteraad voor, een subsidie van f 500 te verleenen aan de Koninkiyke Weerbaarheids-Vereeniging „Clau dius Civilis" ter tegemoetkoming in de kosten van de nationale schietwedstryden, in de maand Augustus aldaar te houden, ter gelegenheid van haar 50 jarig bestaan. De prins en de prinses van Bentheim met drie kinderen brachten gistermiddag een bezoek aan de koninkiyke familie op het Loo. Zy arriveerden aan liet station te Apel doorn om 12.39 en werden afgehaald door de Koningin en Prins Hendrik, de adjudanten graaf Schimmolpenniuck en Zeegers Ryser en de hofdame jonkvrouw Snoeck. In drie hofrytuigen reden de vorstelyke personen naar het paleis. Per trein van 8.25 vertrokken do gasten weder naar Bentheim, uitgeleid op dezelfde wyze als waarop de ontvangst plaats had. Gisteren arriveerde ten paleize 't Loo een deputatie van oen opperofficier en twee hoofd officieren der Koninkiyke Nederlandsche Marine, tor aanbieding van een huwelyksgeschenk aan H. M. Mr. P. Brooshooft, tydeiyk hier te lande vertoevende, heeft by den heor J. H. do Bussy te Arasterdam uitgogeven een brochure: „De ethische koers on de koloniale politiek". By de jongste verkiezingen werden z. 1. de belangen der Indische volken, wier beharti ging even goed aan ons parlement is opge dragen als die der Nederlandsche, geheel over het hoofd gozien. Daaroin hooft hy in deze brochure een overzicht gegeven van hetgeen voor de bevolking van Oost-Indiè nog valt to doen en van de richting, waarin die z. i. behoort te geschiedon. Do heer J. Knol, te Dalen (Drente), die daar tot lid van den gomeenteraad is gekozen, heeft van den burgemeester de mededeoling ontvangen, dat, volgens de gomeentewet, het lidmaatschap van den Raad niet vereenlgbaar is mot zyn betrekking van veearts aldaar. De heer Knol deelt dezo zionswyze niet on is voornemens den hoogeren autoriteiten te verzoeken in dezen uitspraak te doen. Men loost in hot „Utr. Dagbl.": „Tegen het voeren van den verkiezingsstryd met oneerlyke middelen kan niet luide genoeg geprotesteerd worden. „Gisteren zyn, blUkbaar van liberale zyde, In district B te Ucrecht biljetten verspreid, waarin alleen de heeren Boers en Van Eeldo en niet de heer Van Dieren Byvoet werd aanbevolen. Onder de biljetten stond o. a. de naam van mr. G. H. van Bolhuis, als voorzitter van het afdeelingsbestuur B der Utr. KiezersvereenigiDg. Aangezien dit buiten voorkennis en dus zonder toestemming van mr. Van Bolhuis is geschiod, heeft deze, biykens een aan ons gericht schryven, zich door een dergelyke manoeuvre in zyn goeden naam aangetast gevoelende, een klacht by den officier van justitie ingediend." Do ministors van buitenlandscho zaken, binnenlandsche zaken, marine, financiën, oorlog en koloniën houden deze week geen audiöntie. Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde 10 Juli van Nieuw-Yoik to Rotterdam; d „Koning Willem II", van Batavia naar Amster dam, vertrok 10 Juli van Perimde „Zingara" vertrok 10 Juli van Rotterdam naar New port News. B. en W. van Arnhem zyn van oordeel, dat het met het oog op het groote bedrag f 21,283,60), dat jaariyks door de gemeente Arnhem moet worden betaald voor de ver pleging van krankzinnigen, aanbeveling ver dient om ernstig te overwegen of ook alhier van gemeentewege niet zal worden overge gaan tot de oprichting van een krankzinnigen gesticht. Vooral ook omdat het niet moeiiyk zal vallen hiervoor een gemeenteterrein te bestemmen, (Waterberg op Sonsbeek). De ver- eeniging CentraaUsraëlietisch krankzinnigen gesticht in Nederland, stelde ln uitzicht, dat met haar onderhandelingen zouden kunnen worden aangeknoopt over hot opnemen harer krankzinnigen, mits gelegenheid worde geo pend tot plaatsing van 250 300 patiënten, en het opnemen van lste en 2de klasse lyders. B. en Ws. stellen nu voor over te gaan tot de benoeming van een Raadscommissie, aan welke zal worden opgedragon te onder zoeken of het wenscheiyk is, van gemeente wege een krankzinnigengesticht op te richten en deswege aan den Raad een rapport in to dienen met een globale raming dor kosten van oprichting en van beheer, en de baten der exploitatie van oen dergeiyk gesticht. Met ingang van 1 Juli 1901 is dr. E. Bessom, tot dien datum leeraar in de oude talen aan het Chriatoiyk Gymnasium te Utrecht, be noemd tot rector aan diezelfde inrichting. De heer H. Pollema, hoofd der school met den Bybel te Nyland, gem. Wymbritse- radeel, heeft do benoeming tot lid van Godep. Staton van Friesland aangenomen. Hy zal zyn ambt als ondervvyzer neerleggen. Naar men meldt, zal van de kolonialo reserve dit jaar het tweede detachement niet vóór October naar O.-Indië vertrekken. Het Zweodsche fregat „Freja" hoeft Amsterdam verlaten. Da. J. Boer Knottnerus, to Vriezonveen, hoeft voor het beroep naar do Ned.-Herv. Gem. te Amsterdam bedaukt. Men meldt uit Amsterdam, dat Mr. F. A.van Hall gisteravond op zyn eigen terrein, in 't Paleis voor Volksvlijt voor eon tweo- drie honderd personen gesproken heeft als candidaat eenor groep van onafhankelijke kiezers. Onder de opgekomenen zullen er stellig wol goweest zyn, die zich van dezen avond iets pikants of amusants hadden voorgesteld. Dezulken zyn bedrogen uitgekomen. De hoer Van Hall is als woordvoerder zegt de „N. R. C." wydloopig, bemint het voorlezen van schrifturen en spreekt veelal binnensmonds. Een en ander is niet geschikt zelfs voor hen, die evenals hyzelf, in het opwarmen der beruchte zaak Haas- Van Hall een genot schynea te vinden, eenig charme aan zyn optreden te verleenen. Uit eerbied voor do bloedverwanten van dezon candidaat Jaat de correspondent het, wat het oersto gedeelte der oratio betreft, by do mededeeliDg, dat de spreker het eervol verleden van zyn voorzaat tot introductie zyner eigen candidatuur bezigde. Overigens liep zyn gansche toespraak bijna uitsluitend over dat requisitoir van den officier van justitie en dat vonnis der rechtbank, waarvan hy zyn gedachten biykbaar en dit scbynt zeer verklaarbaar niet kan losmaken, overdag niet en des nachts niet. Hy had weder allo stukkon by zich, het vonnis, zyn lango brievon aan den minister van justitie. En zelfs toen men in het korte debat, dat op de toespraak volgde, van ander® zaken wilde reppen, gaf hy te kennen, het liefst te debatteeren over de periode zyns levens, toen h(j 28 dagen achtereen op de bank der beschuldigden zat. Wat hem toen wedervaren is, houdt sedert zyn denkvermogen' gevangen, dat was duidelyk. In enkele kleine trekjes vertoonde deze vergadering het karakter ook van andera samenkomsten, waarby mr. Van Hall de hoofd-', figuur is. Er was een voorzitter, plomp en verlegen, die niet zelf de vergadering leidde, maar door mr. Van Hall geleid werd. Als mr. Van Hall over zyn presidium van liet Paleis voor Volksvlyt sprak, applaudisseerde er een groep voor het Paleis; en als hy zeide, dat hy de Nederlandscho Opera had gesticht, applaudiaseorde or een groep voor do Opera. By het debat kwam ook do quaestio van het „Volksdagblad", in ons vong nommer medegedeeld, ter sprake. Daarop wilde mr. Van Hall liever niet ingaan. Hy beweerde, dat reeds eenige dagen vóór zyn candidaat- stelling de hoofdredacteur, do heer R. Schwarz, ontslagen was wegens een geschil met de directie over do leiding van bot blad, dat hy, de hoofdredacteur, tot een by wagon eener politieko party (de vryzinnlg-democratische) wilde maken. Een der redacteuren van het „Volksdag blad" deelde echter mede, dat de heer Van Hall wel degeiyk op den heer Schwarz een pressio trachtte uit te oefenen ten gunste zyner candidatuur en dat daarin alleen de grond van het besluit der redactie was gelegen. Do hoofdredacteur en de redacteuren hebben allo verantwoordelykheid voor wat nu verder in doze dagen in het blad zal verschynen, van zich afgeworpen. De heer Schwarz deelt verder mede, dat do gisteren door verschillende bladen opga- j nomen verklaring betreffende het ontslag der redactie gisteravond n i o t in het blad zelf is 1 verschonen. De directie heeft in overleg met den pre sident-commissaris, geweigerd het stuk in „Hot Volksdagblad" te plaatsen, niettegen staande het contract van aanstelling uitdruk- keiyk bepaalt, dat alleen de heer Schwarz over den inhoud van het blad on hot al of1 niet opnemen van stukken te beslissen heeft. Daarentegen heeft do directie van „Het Volksdagblad" onder de „Ingezonden Mede- deelingen" het volgende doen plaatsen „De mannen van „Het Volksdagblad" stemmon morgen (Donderdag) nat|iurlyk alsi óón man op: mr. F. A. van Hall." Onder het hoofdje „Misleiling" deelt het f „Hbl." het volgende mode: „Er wordt ten bate dor candidatuur-Vani Hall een strooibiljet verspreid, waaronder tal van namen zyn afgedrukt. De volgende heeren vorzochten ons echter mede te deelen, dat zonder hun medeweten van hun namen ia gebruik gemaakt en zy de candidatuur-Yan Hall niet wonschen te steunen: I. Fiank, Nieuwendyk 179; Emil Citroon, Roki-i 71; J. de Bruin, Waterlooplein 91; Ph. Boilyn; I. Franco Mendes, Arastel 29e; D. Monterinos, N. Heerengracht; S. Lam, Waterlooplein 08;l I. Franco Mendes, Frederiksplein 10, B. S. Snatager, Jodenbreestraat 77; 3. N. Klein- Kramer, Waterlooplein 23. Tor-Aar. In deze gemeente xtjn voor dit' jaar de eerste boonen, getooid door J. Hoo- gervorst Jac.z., 1.1. Lirandag door tusschen- komst van den Tuindorsbond Terzonden naar Amsterdam. 6) Ik zou deze zaak echter gaarne geheim willen houden, om geen ongerustheid te wekken. Misschien loopt ditmaal alles in der minne af. Dan bohoef ik myn overige man schappen niet ook er in te betrekken. In het andere geval zal ik overwegen, wat er dan gedaan moet worden. Ik zou wel zelf gaan, maar ik moet op myn dochter letten, die myn toezicht en myn bystand niet kan ontberen." „Zulks behoeft geen verontschuldiging," viol Filippo Ijverig in de rede. „Ik twyfel geenszins aan uw moed, signor capitano, en miss Folice kan en mag haar vader niet missen, dien zy zoo boven alles liefheeft." Filippo meende erg verstandig te handelen, door zoo te sproken, want zyn kapitein mocht allerminst vermoeden, dat hy van diens ge heim afwist en op weg was de verdwenen mevrouw Longford te zooken on haar weer tot Felice te voeren. De kapitein bleef kalm, niettegenstaande hy deze brutale leugen van Filippo als een stook gevoelde, dien hy het liefst met zyn mes beantwoord had. „Ge zyt een goede jongen, Filippo," be tuigde hy met gehuichelde oprechtheid „Ik zal uw goede gezindheid jegens my en myn ongelukkig kind steeds indachtig blyven. Laat alle verdere regeling aan my over, en wanneer u hot geschikte oogenblik gekomen schynt, daal dan heimelijk in de sloep af en roei zacht weg. Wat gü dan verder te doen hebt, moet gy zelf maar overleggen en geheel naar eigen goedvinden handelen." De kapitein verwyderde zich snel, om weer do leiding van het schip over te nemen. Het was nacht. Dicht by het eiland lag do „Fortuna" stil Om zyn dochter niet te ver ontrusten, naar hy zeide, had do kapitein zacht commando's gegeven, die even zacht uitgevoerd werden. "De jol van den kapitein de kleinste der sloepen had men van wapenen, vuurpylen en eenigen leeftocht voorzien en aan do davits (hangkettingen) zacht in hot water afgelaten. Dit beteekende, dat de kapitein later met eenige beproefde lieden aan land wilde gaan, om hot aantal en do positie der eilandbe woners uit te vorschen, wier legervuren als gloeilichtjes over het water heen schenen. Men mompelde iets van goud, dat in massa op het eiland te vinden zou zyn, en dat de matrozen deel aan den buit zouden krygen. Dit had Longford zelf uitgestrooid en bevolen, dat allen nog een korte rust zouden genieten, om op zyn commando boreid te zyn een lan ding te beproeven. Hyzelf ging nog eens onder dek, en allen volgden zyn voorbeeld, want in de kajuit der bemanning schonk men bier, grog en andere versnaperingen, die de kapitein had doen op dienen. Alles verliep, geiyk deze verwacht had. Eensklaps kwam de eerste stuurman be neden en wekte den schynbaar sluimerenden gezagvoerder met de tyding, dat de boot ver dwenen was en te geiyk Filippo, doch deze alleen. Longford, die zich hield alsof hy zich ver slapen had en zich zeer verbaasd aanstelde, ylde terstond naar het dek, om aldaar deze mededeeling bevestigd te zien. Dadeiyk gaf hy zyn hart lucht in verwen- schingea over den #desertour", sprak van verraad en een mogelijken overval van de door Filippo to hulp geroepen wildon. Naar allen schyn had de Italiaan aan do eiland bewoners het schip willen uitleveren, om zich daarvoor tot meester over het goudryke oiland te laten maken. De inboorlingen kenden niets van de behandeling en het besturen van een schip; hy alleen kon hen daarin onderrichten en het roofzuchtige gespuis gemakkelyk over halen op kaapvaart uit te gaan. Dit en nog andere dingen sprak do opgewonden man en gaf terstond bovel do zeiien te hyschon en dit govaariyk vaarwater to verlaten. Hy be weerde, dat Filippo slechts onwetendheid had voorgewend, dat hy het eiland en zyn bewoners nog van een vroegere reis kende en aldus uit baatzucht handelde. Hy wist zyn eigen verraad, jegens Filippo gepleegd, zoo goed te bemantelen, dat allen om de hun ontsnapte winst met verbittering tegen den vluchteling vervuld waren on hem zyn lot gaarne gunden. Het schip was weer onder zeil on hield van het eiland af; en nu kon de kapitein andermaal zyn legerstede opzoeken. Hy deed zulks. Zyn dorst naar wraak was geloscht. Van Filippo had hy voor zich en zyn dochter niets meer te vreezen. Inmiddels was Filippo geland. Onbewust van alles, wat aan boord der „Fortuna" was voorgevallen, leefde in zyn moedige borst slechts de eene wensch, zyn gevaariyke onder neming tot een goed einde te brengen. Zyn landing had hy gemakkelyk en zonder opgemerkt te worden, bewerkstelligd, want de kust was op de plek, waar hy aanlegde, dicht met mangroveboomen begroeid op deze breedten geen zeldzame verschyning. Aan een dezer wortelboomen, die het water als overbrugden, bond by zyn kloin vaartuig vast, nam er alles uit, wat hy voor zyn expeditie noodig had, en klauterde door het dichte houtgewas aan land. Geluiden van dieren of menschon waren nergens te vernemen, een bewys, dat de eilandbewoners van de nadering van een groot schip geen vermoeden hadden. Filippo zag nog eens zyn wapens na. Toen beval hyvyn ziel aan God en aanvaardde den tocht naar het met bosch begroeid gedeelte van het bergachtige eiland. Het was oogen- schynlyk slechts weinige vierkante mUlen groot. Aan den rand van het woud vlamden de vuren op, en Filippo beschreef een omweg, om dit kamp der wilden niet van don misschien bewaakten zeekant te naderen. 't Was inderdaad niet te ontkonnendeze voorraad van sandelhout beteekende een groote, schier onmetelyke rykdom. In de hoornen suisde on ruischte de nacht wind. Af en toe bleef de eenzame voetganger staan, om te luisteren en te bespieden. Hy vernam niets dan de woeste kloppingen van zyn hart on zyn eigen onregelmatige ademhaling. Thans voor do eerste maal kwam hy tot hot volle bewustzyn, aan welke ge varen hy hier was prysgogevon, en dat hy, zoo hy ontdekt en bedreigd werd, uitsluitend op zichzelven was aangewezen. Op hulp van het schip kon hy niot rekenen. Hy zag het heelemaal niet meer. Hot lag te ver weg. Op een gegeven oogenblik, toon hy eenige uren terugdacht, overviel hem iets als een gevoel van angst. Het ware, meende hy, toen beter geweest, als hy, geiyk hy eerst had willen doon, Felice van zyn voornemen kennis had gegeven. En dat had ook gekund, daar j hy, aangezien er zich niemand by hot vast- L gezette roer bevond, zifih licht buitendeks I had kunnen zwaaien en zich langs een aani de verschansing bevestigd touw tot haar ven ster laten afzakken. Zy zou thans door zynj kloppen niet meer verschrikt zyn geworden., Ja, zy moest er op verdacht zyn, dat hy do.' een of andore gelegenheid zou zoekon, om. haar in 't geheim te spreken. Maar of zy hem zou ho'oben laten vor- trekken? Dat was do vraag, die hom daarvan had teruggehouden. Een oogenblik bleef hy bosluitelooa staan. Een inwendige stom waarschuwde hem om to keeron. Maar onnvddellyk daarop noemdo. hy zich eon lafaard en trok opnieuw op zyn onbekend doel af. De tocht door hot dichte oerwoud was veel langer on moeiiyker dan hy verwacht had. Hoe langer hoe vaster raakte hy verward in het byna ondoordringbaar net van lianen en varenplanten, wilden wingerd on struikgev. Hy had zich reeds op onderscheidene plaai sen aan de scherpe doornen gewond, zyn kleoreu hingen hem gedeelteiyk aan flarden lar.gr het iyr. Door zulk eon woud was eon snollo terug tocht onmogeiyk. Hy moest trachten den zoom' van het bosch te bereiken. Daar had hy een; open weg. In dit dicht» houtgewas was hy verloren. Eindeiyk, na een voetreis van byna oen uur, ontwaarde hy weder de lichten tusschen de boomen. En nu eerst begon het eigonlyko gevaar van zyn nacbteiyken tocht. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1