LEIDSCH DAC3LAD, ZATERDAG 29 JUNI. DERDE BLADi - Anno 1901. Feuilleton. Vorst oa Werkman. No. 12GS2 ITlnABoleoio Kroniek» Wederom bleof de Amerikaansche ufdeeling op onze markt den toon aangeven, maar ditmaal waren de berichten, die van uit Nieuw-York tot ons kwamen, verre van gunstig. De goede ver wachtingen van den bankstaat, gepaard aan de Bteeds beter wordende spoorwegontvangsten, deden veeleer het tegendeel vermoeden, doch hierin werden alle Beurzen teleurgesteld. De berichten bleken van meer ernstigen aard. Zoowel het bekend worden van de faillietverklaring dor Leipzig er Bank als een dito bericht, de Seventh Natio nal Bank te Nieuw-York betreffende, werden met schrik ontvangen en onmiddellijk begroet met een daling in de meeste waardon. Ook Staats fondsen leden hieronder; het bericht, dat de directeuren der Leipziger Bank in hechtenis zyn genomen, doet verdere moeilijkbeden vreezen. Toch blijven de Amerikaansche Spoor weg waarden het geliefkoosde speculatie- artikel; de handel hierin was, ondanks de afbrok kelende koersen, tamelyk opgewekt en levendig, vooral in Atchison, Missouri, Kansas Texas, Southern Railway en Wabash, deze laatste op geruchten, dat de B Debentures in 3-pOts.-, misschien zelfs in 4-pCts.-obligati6n zouden tvorden omgewisseld. Die belangstelling verminderde vrel eecigazina op het uitblijven der bevestiging van de onderhandelingen tusschen Gould eu de Pennsylvania. Voor Atchison Topeka en Unions be stond mede locale belangstelling. De vroeger zoo ruime handel in Union-Pacific heeft plaats gemaakt voor matige vraag. Er is wel geen werke lijke consolidatie in uitzicht tusscbou de U n i o n- •Paoific en do St.-Paul, maar er wordt meer uitbreiding gegeven aan het plan van samenwerking en gemeenschappelijk belang; hierdoor ontstaat een nog zekerder wijze van overeenstemming dan door een nieuwe combinatie, die de uitstaande obligatiescbuld slechts zou vermeerderen. Nor folk a moesten oenig verlies ljjdon, op be richten eener ernstige overstrooming in de Pacahon- tas-mijndistricten. S t.-L ouis en San-Francisco bleven goed op prys; de votingtrust zal 1 Juli opgeheven worden. Op de Europeesche Staatsfondsen maakten de üollandsche een gunstige uit zondering en konden, ondanks de verhooging van don koers van geld op prolongatie, nog iets opkomen. Metallieken behielden ook hun vast karakter. Portugeezen namen in navolging van Londen een teruggaande beweging aan, hoewel in den laatsten tijd de stemming voor deze fondsen meer een vasten grond toonde in verband met onderhandelingen, welke wederom zouden hebben plaats gehad betreffende een conversie der buiten- landsche schuld. Tot nu toe hebben alle bespre kingen en samenkomsten tot geen resultaat ge leid en ook thaDS zijn geen besluiten van beteekeni3 te verwachten. Eerst in het begin van het volgend jaar, als de Cortes weder samenkomt, zou een ernstig plan kunneu worden voorgelegd; tot zoolang echter moeten alle conversie-geruchten met de grootste reserve worden aangenomen. Intuaachen hebben ook te Londen door de verschillende cemitó's besprekingen van een eventueel conversy^, plan plaats gehad en zou een voorloopige Over eenstemming omtrent de te steljen voorwaarden zyn verkregen. Russische Staatsfondsen waroü stil, Russisohe Sporen iets beter. In het alge meen schijnt het jaar voor Russische Spoor wegen zeer gunstig to z(jn geweest. Op de Russ. Zuidoostenr. Spoorwegen zal 2 Rbl. per aandeel worden uitgekeerd. Sedert 2 jaar had goeu dividend-uitkeeriug plaats. Turken werden lager verhandeld. Het is voor do toekomst van Turkije van groot belang of de OttomaaD8che Bank nieuwe voorschotten zal geven. De ontvangsten bij de administratie der Turksche openbare schuld in Mei zijn sterk achteruitgegaan, terwijl de regeering nog voor een bedrag van 100,000 pd. at. aan de spoorwegen verschuldigd is wegeDS kilometergarantie. Een verdeelde stem-1 miug, het meest naar den Hauwen kant overhellende, heerschle voor Zuidamerikaansche Staats fondsen; zoowel Mexicanen als Brazi lianen brokkelden geleidelijk in koers af. Colurobianen en D o m i n i ca n e n moesten het eerst behaald avans weer prijsgeven. Venezuelanen genoten goede vraag en hoogero noteoringen op bericht van ontvangst der remise. Van de I n d u st r i e e 1 e ondernemingen waren Petroleumwaarden wel het meest gezocht. Koninklijken werden belangrijk hoo- ger verhandeld op bericht van de aanboring eener nieuwe bron in Perlak. Het gevolg was, dat door winstneming de koersen iets teruggingen; hierbjj sloten zioh ook Palembang aan. E n i ra ondervond een scherpe reactie, terwjjl Dordsche en Hannover flink in koers ver beterden. Op enkele uitzonderingen na had de Tabaks- markt een stil verloop. Door den goeden uitslag der taxation kreeg de markt eeD beter aanzien voor Medan, Namoe-D.jawi, Rotterdam- Do 1 i en ook Franco-Del i. De overige soor ten ondervonden meest de nawerking van de ont stemming der Benrzen. Mijnwaardon waren algemeen lager. Redjang-Lebong alleen sluit met eenige verheffing. De N e d e r I. H a n d. M p ij. bpsloot in de on langs gehouden vergadering haar kapitaal te ver- grooten «n als bewijs hoe dit bericht werd op genomen, diene, dat er onmiddellijk een daling in de noteering viel waar te nemen. Het bericht wekt dan ook bevreemding, ondanks do verzeke ring der directie, dat een verdere ontwikkeling in het bedrijf en een groote uitbreiding van zaken ook meerder kapitaal vereischt. Ruim ƒ9,000,000 wenscht zij dadelyk aan nieuwo aandeelen te plaatsen, maar een groot deel van het maatsch. kapitaal werd hieraan onttrokken door belegging in fondsen, die geen voordeel afwerpen, doch slechts kleinere dividenden veroorzaakten. Het is nu do vraag of door vergrooting van het kapitaal het dividend aiot nog meer verwaterd zal worden. Bijnlandsche Bank. l>e Tilburgscko moordzaak. De uitspraak, gisteren, van de arrondisso- ments-rechtbank te Breda In de strafzaak van Gasparua Augustlnus Mutsaers, oud 26 jaar, schilder, wonende te Tilburg, luidde als volgt De Arrondissements-Rechtbank te Breda, rechtdoende in strafzaken enz.; Gezien de akte van dagvaarding, aan den beklaagde geëxploiteerd, ten einde te worden terechtgesteld wegens de feiten, ln die akte uitgedrukt; Gezien en voorlezing gedaan van het bevel schrift van verwijzing dezer Rechtbank d.d. 2 Maart 1.1. en van de overige stukken, waarvan de voorlezing in het proces verbaal der zitting Is gerelateerd; Gezien do overige stukken van het proces; Gehoord de getuigen in hun verklaringen, die den vereischten Eed hebben afgelegd, en de met namen genoemde getuigen in hun onbeëedigde verklaringen, zoomede de deskun digen in hun beëedigde rapporten; Gehoord den beklaagde ln zyn gegeven antwoorden tor audiëntie dezer rechtbank; Gehoord den heer Officier in zijn voordracht der zaak en in zjjn geschreven en onderteekond requisitoir, aan deze rechtbank overgegeven, houdende, dat het de rechtbank moge behagen den beklaagde schuldig te verklaren aan dood slag, vergezeld of voorafgegaan van een straf baar feit (het plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden den leeftfid van 16 jaar) on gepleegd met het oogmerk om by betrap ping op heeterdaad aan zichzelvon straffeloos heid te verzekeren en mitsdien te veroordeelen tot levei&lange gevangenisstraf, met last tot teruggave van de stukken van overtuiging aan den eigenaar of anderen rechthebbende. Gehoord den beklaagde in zyn verdediging, voorgedragen by monde van zyn raadsman mr. F. E. Pels Ryckeu, advocaat en procureur te Breda. Do Rechtbank, nadat ieder rechter zijn ge voelen geuit heeft, overeenkomstig de "Wet. Overwegende dat de beklaagde is gedag vaard ter zake: dat hy in het tijdsverloop tusschen 21 en 25 Augustus 1900 te Tilburg Maria Catharine Wilhelmlna Kessols, geboren aldaar den 2den Maart 1889, opzettelijk van het leven zou hebbeu beroofd, door haar op zettelijk, met het oogmerk om haar het loven te benomen, een kleedlngstuk (onderlijfje) zoo vast om den hals te snoeren, dat zfi dien tengevolge gewurgd werd en den stikkings- dood stierf, en zfinde deze doodslag vooraf gegaan of vergezeld geweest van het door hem, beklaagde, opzettelijk plegen van on tuchtige handelingon met meergenoemd meisje, nader bfi dagvaarding omschreven en gepleegd met het oogmerk om bfi betrapping op heeter daad op dit strafbaar feit zlchzelven straffe loosheid te verzekeren; Overwegende dat de Rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen acht, dat de beklaagde zich zou hebben schuldig gemaakt aan de feiten, hem by voormelde dagvaarding ten lasto gelegd; als waren we oude bekenden„Hó, meneer? Ik heb u wel zien zitten schrijven al die dagen. Van welke krant bent u?" „Was dat niet lollig?" vroeg een der andere mannen ,toen je daar in eens buiten stond?" „Lollig?" vroeg Mutsaers zacht ver baasd - „ja, met tranen.begrijp je dèt niet? 't Is net of 't niet wa4r is toen ze dat zeien van mfi, zie je, toen begreep ik't nlot.... „Had je 't niet verwacht?" „Jawel, do heele week al, van voor't open bare af.'t Kön niet, ik ston te vaat maar as zo 't zoo ineens tegen je zeggen, zie je. En do vader vertelde, al door met die achende hulloogen: HU had altfid vertrouwen; hU wist wel, as je onschuldig bent biyf je er buiten - ten minste bü de rechters hier in 't land. Maar Ik, zie je lk was van morgen overgekomen met z'n kleeren, want de advooaat had 't wel gedacht ze zouden 'fc me telephoneeren, raar, maar ik weet niks meer, als dat ik ln eens by 'in was, ln de cel, en toen lag 'ie om me hals.... Ja! Hy had z'n pakkiezie je, zooals ze 't daar dragen.... nou, ik zal 't maar zeggen: z'n boevenpakkle nog an. En meteen moest Te 't telegrapheeren naar z'n drie broers; zelfs in België weten ze nou, dat Te onschuldig is, want daar werkt ook 'n loon van me; die wilden ze hier niet meer hebben, zie je, om de zaak.... en lk ook: drio en twintig jaar bediende geweest in de „Harmonie", maar toen 't gebeurdeóók geschorst Och mensch'k had 'm in die tien maanden niet gezien Ja zei de zoon het is net waar wat de verdediger zei by zyn pleiten; alleen had ik gezelschap an de spinnen; niemand van de familie mocht by me komen, as vyf minuten me moeder, en daar waren alle rechters by, en er óók niet over schry ven. Maar'k begreep 't vanmorgen wel. Do president stuurde een boodschap: „Niet boeien vandaag." Dat was vry, hè? Niemand, dio je ls troostte, hè? Behalve de verdediger. Knappe man, hè menoer? Beste man. Hy had zóó'n pak feli citaties, allemaal om my Ziet u, toen ik los was, kwam ik by meneer in de advocateDkamer, en daar zag ik al dat volk. „'k Ga er niet door," zei ik. „'k Ga d'r niet uit, zoo. Want ze willen d'r oen relletje van maken en daar ben jo nou toch te te raar voor, met aldoor grienen enoch, want zie je, die lui doen of je een plezierreisje gemaakt bobt;na zooiets voel je je nooit meer heelemaal vry, geloof ik „Vannacht zeker onrustig geslapen....?" „Nooit veel geslapen." „Hè, als je geweten toch goed ls „Nee meneer, as ze je 's avonds in verhoor nemen, en ze zeggen je maar altyd: „jy weet er meer van, jy weet er meer van; vertel wat je weet" En ik had alles gezegd wat ik wist; en honderd veertig stukkon, allemaal eigenhandig geteekend. Maar dan lag lk 's nachts te denkenkon lk nou nog maar wat vinden, wist lk nog maar wat, en dan ging ik alles weer haarfijn na. 'k Dacht wel 's dat ik gek zou worden. Maar nee, ze zouden me niet hebben. Daarom wist ik ook allerlei nog zoo good als ik de getuigen hoorde praten. Nou, d'r ia wat gelogen, maar u weet ook, meneer, als me vrinden me d'r uit wilden helpen,zie je, door to liegen, zei 'k 't dan ook niet even goed. Maar dat zo dat jurkje expres met groene vorf gesmeerd hebben, dat's een feit, hoor. 'k Wil er niks meer van zeggen; 'kneem 'tgeen mensch kwaiyk, zie je, van dat liegen; alles ls nou voorby, en vergeren hè? 'nBorrel? Dank jo Nelis, nou eerst na moeder. zie je'k wou niks geen relletjes, van niemand, al meenen ze 'tnog zoo goed. Als 'k thuis ben kruip ik onder de dekens, en hoe minder volk hoe liever; dat ls geen zaak voor lolletjes. Daarom komen we ook zóó hierheen. Heel stilletjes zyn me vader en ik weggekomen door de cellulaire gevangenis, en toen geloopon naar moneor Rycken. Daar was me moeder ook... „Hoe hield die zich..,?" „Mot je niet vragen. En meneer had een rytuig laten voorkomen, en dat zou ons hier brengen, maar toen we aan,Gilze-Ryen waren, zeg lk: Vader, we gaan verder lóópen; die zon weer op je rug en je wordt zoo styf en zoo papperig. Want ik ben wel dik geworden, maar dat ls van 't stoeltje-zitten; geen kracht, hoor... Twoomaal ben ik org ,oweest( in do gevangenis; on ik wist nr.L .vat dat1 was vroeger, 'waar vader?" „En hoe bob je 't andera gehad in dt gevangenis „Nou „Daar zwegen we over" zei vader. „Toen met het requisitoir, was jo toon niet bang?" „Bang niet; ik wist, dat lk van den officier niets anders te wachten had; maar toen 'ie' daar zei: „levenslange gevangenisstraf!' toen spoot oen traan uit me oog; daar kon 'k niks an doen 1 „En nou rookt '1e maar; hy Is zoo'n lief hebber" zei vader „en nooit 'n trekkie' gehad al dien tyd, hè? Jongen, daar komt' je oome an En de jonge Mutsaers ineens vooruit, en de hand van den man gedrukt, en zyn' bovenarm, hy heel ernstig; oom schater-; lachend met tranen en 'm kloppend op den' rug „Wèl, wèl1" „De muziek van Kessels zou komen, Gus/*| „Laat ze maar biyven mot hun relletjes". „De advocaat heeft toch geiyk gehad j zei vader die heeft wel gezegd: ik wil| met plezier z'n straf uitzitten, want hy! komt vry." „Wat oen gemeene truc was" stoof de schilder ineens op. „Ja", dat durf ik zeggen dat wyf uit Utrecht; die van moordenaar li moordenaar! Toen stond ik te beven as 'n kind, hè? van kwaadaardigheid, en als je| dan niks mag zeggen 'k Heb 't mensch j immers nooit gezien; 'k zou niet weten waarj 'k 't moest zoeken." Maar met een schok stond hU stil, zich verslikkend in zijn woorden: „Broer Jan,' vadorl" en opeens ontspande dat strakke,1 gezicht tot schreien en daardoorheen zoo innig liefkoozend de oogen; in een sprong was een1 stoere, jonge militair tegen hem aan, niet wetend hoe te doen, maar bevend drukkend' de handen, hem toebuigend het hoofd, in' aandoeniyk snikken; en het jongste zusje, het gezicht achter haar schort verborgen^ hing aan zyn arm, te slap haast om tej loopen; en de oudere zuster kwam maar, naar vader, één arm om zyn hals; en al did( geburen, die kinderen, die vrouwen met witte', mutsjes, een massa werkvolk aan de poort van de fabriek, allen heel stil en ingetogen, even| knikkend, verlegen groetend met de hand aan1 de pet, zacht prevelend: „Dag, Mutsers" allen te zeer getroffen om Iets drukkers to doen En in do deur van de lagere propere, woning, tusschen de vensters met propere; plooigordyntjes, stond de moeder, hem tot zich trekkend van ver met de oogen, dej armen hem toegehouden, groote, breede vrouw,* moeder, die 'r kinderen in haar omhelzing] veilig beschermen kan En de schilder liep M harder, zyn gezicht vuurrood, maar[ ernstig-strak weer; en Ineens vloog hy het. huls in, trok vader, broer en zusters h&r'i-j tochteiyk binnen en sloot veilig achter hen. de deur van thuis t Verwezen bleven de buren staan, zwygend; j „daar ben lk nou net kapot van," verbrak) een der vrouwen na een peo» humoristisch J do stilte. En niemand dacht er over om Br de stad zelf de menschen, dio daar in greotaj menigte wachtten op den schilder, te gaaoi zoggen, dat hy er al was. ifl Zoolang er niet méér licht is over de vreesa-j ïyke misdaad, is alle vertoon trouwens ook] veel beter achterwege gelaton. Maar 's avondaj zal 't er ln dat stille buurtje wel niet zóó b|/] gebleven zyn. j Naar vernomen wordt, zou de officier van justitie by de arrondissements rechtbank to! Breda het voornemen hebben hooger beroep1 aan te teekenen tegen het vrysprekend vonnis,' Programma Tan Muziekuitvoeringen* ZOMERZORG. Dinsdag 2 Juli, te halfaoht,! te geven door hot Stafmuziekkorpi va.i het 4de Regiment Infanterie, dirooteur de heer W. van Erp. Eerste afdeeliug: No. 1. Marche Militaire No. li Sohubert; 2. Ouverture „Hans Saohe", Lortzingjf 3. Vorspiel und Soènen a. d. Oper pDer Evangelie-^ raann", Kienzl; 4. „Faust". Divertissement. Balletl du 5me Aote, Gounod. Tweede Afdeeling:] No. 5. Ouverture „Freia", Mann; 6. Walzer ausj dem Ballet .Dornröschen" (arr. W. van Erp), Tsohaïkowsky7. a. öerceuso de Jocelyn", Godardj, b. Marohe Funèbre d'uoe Marionette, Gounod i' 8. Fantaisie sur ,La Bohème", Opóra de Leonca-i vallo (op verzoek), Van Erp. I No. 6 eerste uitvoering op „Zomerzorg." „O, groote heer," ging de jonge man mot warmte voort, „zoo gy werkeiyk de machtige man zyt, waarvoor gy u uitgeeft, en dat geloof ik vast ontvang dan mijn vurigen dank, dat gy u zoo genadig met den een- voudigen, armen handwerksgezel hebt inge laten, die dat nimmer vergeten zal; maar u vorder met myn aangelegenheden lastig te vallen, ware onbeschaamd en schier beleedigend voor Uwe Majesteit. Laat my daarom zwygen en alleen dragen, wat Gods wil beschikt." „Het schynt Gods wil, dat ge een bloodaard moet worden, Niels Hansen," riep de Tsaar; „als ge thans uw zaak uit eigen vryen wil opgeeft, zou u zulks in myn oogen verdacht maken." „Majesteit!" Een vlammende blos overtoog het aangezicht van den jongen man. „Goed, ik wil niet twyfelen, en daarom verlang ik antwoord; het betreft immers slechts een boodschap en hot tegenbericht, gewisseld tusschen meester Iwan Finskoy en den Russischen Tsaar Peter. Verhaal dus 1" De jon£3 goudsmid had zyn gedachten weor by een. „Zoodra ik Uwe Majesteit verlaten had," begon hy, „zocht ik den baas op, om de boodschap over te brengen. Ik trof het gunstigde oud-gezel was uitgegaan, meester Finskoy had in huis iets te doen, en Olga was juist alleon in de werkplaats. Evonals ik had ook zy de hoop byna opgegeven, want na myn vertrek was er tusschen haar en haar vader menif hard woordje gevallen, en Fttttaflik had hot tuut nog maar aangestookt; maar toen ik haar inderhaast vertelde wat my overkomen, wat voor geluk en eer my wedervaren was, toen blonk er iets in haar oog, en zy zegende „Ik ken dat, vrouwentranen," viel de monarch ongeduldig in de rede, „ik bedoel,— toen haar vader kwam heeft die je toen ook gezegend?" „Ach neen, Sire," antwoordde Niels moede loos. Toen baas Finskoy kwam en ik hem overbracht, wat de groote Tsaar Peter my bevolen had, lachte hy me uit en riep, dat ik-het slachtoffer van oen grappenmaker ge worden was, maar toen ik het niet opgaf en myn zaak staande hield, toen werd hy boos, alsof ik hemzelven voor den gek wilde houden en hem diets maken, dat de Tsaar geneigd was in eigen persoon voor Niels Hansen aan zoek to doen om Olga's hand. Ongelukkiger- wyze kwam Frederik er by, die den oude gelyk gaf, en daardoor verloor ik heelemaal, wat ik meende gewonnen te hebben, want de baas wilde zich in Frederiks oogen groot houden. Nu deed hy, of hy de grap in ernst opnam, en riep my ten slotte lachend toe: „Als Tsaar Peter wil, dat gy myn schoonzoon wordt, laat hy dan ook voor Niels Hansen de voorwaarde volbrengen, die Ik, zooals gy weet, aan den toekomstigen echtgenoot mijner dochter gesteld heb, en op de draaibank in myn werkplaats een proefstuk vervaardigen. Vertel dat aan uw lastgever!" eindigde hy, op do deur wyzend, „en vóór hy zich daarvan gekweten heeft, wil ik je niet meor in de nabyheid van myn kind zien. En zoo ging ik heen," besloot de jonge man zyn verslag, „en sta nu beschaamd en bedroefd vóór u. Vorgeef my, zoo myn woorden u gekrenkt hebben, ik handeld» volgens uw eigen wil, machtige heac." dat weliswaar het aanwezig zyn van bloed sporen ln den echllderskiel en in eenige andere kleedingstukken van den beklaagde, de aanwezigheid van eenige deels met bloed be vlekte kleedingstukken van het slachtoffer in den koffer van beklaagde, zyn bekendheid met de plaats waar het ïyk van het verslageno meisje lag zyn eigenaardige houding op Woensdag, Donderdag en Vrydag, 22, 23 en 24 Augustus 1900 zoo deze omstandigheden kunnen bewezen worden geacht, wellicht het vermoeden wettigen dat aan den bekl. meer omtrent de gepleegde misdaad bekend ls, dan uit zyn verklaringen ln den loop van de in structie of van de behandeling der zaak ter terechtzitting zou volgen, doch dat ln leder geval al de aanwyzingen, in dit geding aan wezig ln haar onderling verband genomen, aan de Rechtbank niet gewichtig genoeg voor komen, om daardoor wettig en overtuigend bewezen te achten dat de beklaagde zou zyn de dader van het afschuweiyk misdryf, hem by akte van dagvaarding ten laste gelegd; Gezien artt. 216, 219, 220 van het Wetboek van Strafvordering. Rechtdoende in uaam der Koningin; Spreekt don beklaagde vry van het feit hem by akte van dagvaarding te lasto gelegd. Beveelt zyn lnvryheidstelling ten ware hy om andere redenen mocht ln hechtenis biyven". Een luid applaus op de publleko tribune werd onmiddellijk onderdrukt, doch tenslotte tóch herhaald. De beklaagde, die dezen keer niet geboeid was, bleof zeer kalm en gaf door geen enkel woord te kennen wat er in hem omging. Van alle kanten kwam men af op den verdediger, mr. Pels Rycken, om hem de hand te drukken. En buiten kwamen al spoedig honderden samen om Mutsaers te zien by zyn lnvryheid stelling. Als een loopvuurtje giDg de mare dat Mutsaers vry zou komen, door de stad Breda en van alle kanten liepen de menschen aan om hem te zien. Do grootste menigte posteerde zich voor het poortje naast het Paleis van Justitie, anderen gingen aan den uitgang van het hui» van bewaring, maar de secuursten Btormden naar het station, en zy wachtten. De trein van 11 u. 44 m. naar Tilburg stond gereed te vertrekken. Daar verscheen de dievenwagen. Alles er omheen, maar geen Mutsaers ver scheen. Waar niemand op verdacht was geweest, gebeurde. Tegen halftwaalf ging Mutsaers door de verbindingsgang van het huis van bewaring naar de cellulaire govangenis. Daar kwam een rytuig voor. Hy stapte in; gekleed, naar de corrosp. van de „N. R. C." vernam, in de kleeren, die zyn vader en broer gisterochtend reeds gebracht zouden hebben. En zonder dat or een haan naar kraaide, reed hy weg. Inmiddels werd telkens een willekeurig voetganger ln Breda uitge roepen als „de schilder" en dan vloog leder daarop af, steeds feller bediscussieerend do vraag: schilder of koster? welk laatste de menschen de laatste dagen in twee partyen verdeeld houdt, zóó liartstochtelyk, dat de reohters, de ollicier en do verdediger tal van opgewonden brieven kregen met aanwyzingen, mot bedreiglngon, mot glorieuze huldebetui* gingen; briefkaarten zoo vuil lasteriyk soms, dat de post ze in couvert bestelde. Terwyi in Tilburg honderden aan het station Mutsaers wachtten, kwam zyn moeder alleen aan en toen waren alle uitingen van biydschap voor die vrouw en aan heel enkelo vertrouwden vertelde zy toen, dat Gus met een rytuig uit Breda kwam, den Steenweg langs, vergezeld van zyn vader, want hy wildo zooveel mogeiyk allen oploop voorkomen. Twee minuten vau dien weg ia zyn huisje in de Watertoren straat, waar nu familie en vrienden in biydo stemming den jongen schilder verbeidden. De correspondent van de „N. R. C." ging Mutsaers met twee mannen te gemoet, en vertelt van zyn onderhoud het volgende: By de tweede barrière kwamen we Mutsaers togen, met zyn vader. Niets opmerkeiyks nu meer aan hem, des morgens in't gevangenpak naast den marechaussee nog die dramatische verschynlng. Nu was hy op z'n Zondagsch: Strooien hoed, zwart pak, en een witte das met rose bloempjes. Een gewone jonge vent zoo op dien weg in 't zonlichten zyn vader, torsend oen hengelsmand met versnaperingen, do roode oogen lachend en huilend te gelyk. De schilder keek me even aan en zei toen, Yriendeiyk klopte de monarch don jongen handwerksman op den schouder. „En g{j deedt goed," antwoordde hy; „zoo gemakkeiyk zal baas Finskoy den Tsaar aller Russen niet hebben uitgedaagd, als hy zich niet verwaar digt tot my te komen, dan zoek ik hem op. Is zyn werkplaats ver van hier?" „'t Is maar een korto afstand," luidde Hansens antwoord, „maar, machtige heer, zoudt gy werkeiyk om my neen, dat mag ik niet toelaten, gy kont de styf- hoofdigheid van baas Finskoy niet, en Frederik zou u op een ongepaste manier kunnen be jegenen." „My?" De blik des Tsaren fonkelde weer met dat onweerstaanbaar vuur, waarvoor elk woord verstomde, „ik heb het wel met andere hardhoofden klaar gespeeld," voegdo de monarch er op den vroegeron toon by, „vooral met een Zweed, nietwaar, Gregoro- witch?" zoo wendde hy zich tot den staats raad, dio inmiddels op een wenk zyns ge bieders nader gekomen was. „Uwe Majesteit heeft nooit een toegeworpen handschoen laten liggen," merkte de staats raad scherp aan, „'t is alleen maar jammer, dat ditmaal do werpende hand niet precies zoo odel is al» die van don Stockholmer, Karei XII." De Tsaar kneep de lippen op elkaar, zyn toegevendheid had den geleerde, dien by tevens als een soort van hofnar beschouwde, het recht toegekend hem aldus toe te spreken. „Ga nu, Gregorowitchl" beval hy den staats raad, „en gy, Niels Hansen, wys ons den weg l" Het huis, dat baas Finskoy's woning en werkplaats bevatte, was een voor dien tyd statig gebouw in de drukste straat der konink- ïyke residentie Kopenhagen. Zonder opzien te verwekken, had do Tsaar het doel bereikt. In de eenvoudige kleederdracht, onder den breed- geranden hoed, vermoedden de minsten den onbeperkten gebieder over een halve wereld, en wie hom herkende, paste wel op, geen al te vryen loop aan zyn nieuwsgierigheid te laten. Want het was niet alleen bekend, dat do Deensche koning er streng de hand aan hield, het incognito van zyn hoogen gast te doen bewaren, maar men wist ook, dat de verheven bezoeker van Denemarkens hoofdstad zelf meer dan eens zyn ontevredenheid bad te kennon gegeven over do al te groote indrin gerigheid, waarvan hy dikwyis te ïyden had. De zydeur, door welke men terstond in do werkplaats van Finskoy kon komen, was ge sloten. Op het kloppen van den jongen man vertoonde zich een knap meisje met blauwo oogen en donkerblond haar, een vriendelyke verschyning, eenvoudig, doch keurig gekleed. Ruslands machtigen heerschor was het geen raadsel, wie hy vóór zich zag, en goedgeluimd ving hy terstond aan: „Nietwaar, gy zyt de jonge maagd Olga, dio don blooden, maar eeriyken Niels Hansen een goed hart toe draagt?" By den aanblik van den jongen nam hadden Olga's oogen een helderen glans vertoond, maar toen do vreemde heer, die, ondanks zyn minzame woorden, een zekere waardigheid openbaarde, haar aldus toesprak, werden haar wangen purperrood gekleurd; misschien ver moedde zy thans, na Niels' verhaal, welke persooniykheid het was, die op dit oogenblik haars vaders huis betrad. De stem dreigde haar den dienst te weigeren. „Als de hooge heer in de pronkkamer zou willen gaan stamelde zy, „vader is boven, ik zal hom dadelyk „Laat maar!' viel de Tsaar in de rode, „niet in zyn pronkkamer, maar in zyn werk plaats verzocht meester Iwan Finskoy den alleonheerscher aller Russen. Breng my daar-"] heen en meld uw vader, dat ik op hem wacht.'* Olga wilde nog iets in 't midden brengen, maar op een driftig gebaar van haar Niels j gelukkig door niemand anders opgemerkt voldeod zy aan den wensch van den onver-] wachten hoogen bezoeker. Zy voorde het kleine' gezelschap eenige schreden verder en een] deur openend, noodigde zy do lieeren uit de werkplaats binnen te treden. Dit was een goed verlichte, netjes ondeih houden ruimte, door een houten beschot in] twee ongeiyke helften verdeeld: in het eerste,1 grootste gedeelte was de knecht met de leer lingen bezig, in het tweede stonden de draai-, banken van den meoster en van zyn meester-] knecht, Frederik Hollman, welke laatste op dit uur gowooniyk afwezig was. J Naar de oigeniyko werkplaats haars vader3 had Olga de bezoekers gebracht; gedienstig, had zy den grooton leuningstoel voor den hoogen heer nader geschoven, voor zy zich' verwyderdo om haar vader te gaan verwittigen.1 De Tsaar knikte het meisje vriendeiyk toe enj zonder zich op don aangeboden zetel neer to< zetten, wandelde hy de werkplaat» rond, metj een onderzoekenden blik de geheel of gedeelte-] ïyk gereede voorwerpen bekijkend. Het duurde niet lang, of do meester ver«| scheen. De vader van Olga was oon welgedaan' personage, met aanleg voor gezet hei Igry zenden i baard en hoofdhaar. Aan do goedigo uitdrukt] king in zyn gelaat, dat op 'Jen eersten blik do Slawische afkomst verried, zou rnon niet] zeggen, dat baas Finskoy zoo Jiardvochtigj kon zyn de hoop van oen paar jonge menschen: wreed te verwoesten, nadat hijzelf die hoop] had doen ontkiemen. (Wèrdi vervolgd}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 9