LEIDSCH DAC3LAD, ZATERDAG 29 JUNI. DERDE BLADi - Anno 1901.
Feuilleton.
Vorst oa Werkman.
No. 12GS2
ITlnABoleoio Kroniek»
Wederom bleof de Amerikaansche ufdeeling op
onze markt den toon aangeven, maar ditmaal
waren de berichten, die van uit Nieuw-York tot
ons kwamen, verre van gunstig. De goede ver
wachtingen van den bankstaat, gepaard aan de
Bteeds beter wordende spoorwegontvangsten, deden
veeleer het tegendeel vermoeden, doch hierin
werden alle Beurzen teleurgesteld. De berichten
bleken van meer ernstigen aard. Zoowel het bekend
worden van de faillietverklaring dor Leipzig er
Bank als een dito bericht, de Seventh Natio
nal Bank te Nieuw-York betreffende, werden
met schrik ontvangen en onmiddellijk begroet
met een daling in de meeste waardon. Ook Staats
fondsen leden hieronder; het bericht, dat de
directeuren der Leipziger Bank in hechtenis zyn
genomen, doet verdere moeilijkbeden vreezen.
Toch blijven de Amerikaansche Spoor
weg waarden het geliefkoosde speculatie-
artikel; de handel hierin was, ondanks de afbrok
kelende koersen, tamelyk opgewekt en levendig,
vooral in Atchison, Missouri, Kansas
Texas, Southern Railway en Wabash,
deze laatste op geruchten, dat de B Debentures
in 3-pOts.-, misschien zelfs in 4-pCts.-obligati6n
zouden tvorden omgewisseld. Die belangstelling
verminderde vrel eecigazina op het uitblijven der
bevestiging van de onderhandelingen tusschen
Gould eu de Pennsylvania.
Voor Atchison Topeka en Unions be
stond mede locale belangstelling. De vroeger zoo
ruime handel in Union-Pacific heeft plaats
gemaakt voor matige vraag. Er is wel geen werke
lijke consolidatie in uitzicht tusscbou de U n i o n-
•Paoific en do St.-Paul, maar er wordt meer
uitbreiding gegeven aan het plan van samenwerking
en gemeenschappelijk belang; hierdoor ontstaat
een nog zekerder wijze van overeenstemming dan
door een nieuwe combinatie, die de uitstaande
obligatiescbuld slechts zou vermeerderen.
Nor folk a moesten oenig verlies ljjdon, op be
richten eener ernstige overstrooming in de Pacahon-
tas-mijndistricten.
S t.-L ouis en San-Francisco bleven goed
op prys; de votingtrust zal 1 Juli opgeheven
worden.
Op de Europeesche Staatsfondsen
maakten de üollandsche een gunstige uit
zondering en konden, ondanks de verhooging van
don koers van geld op prolongatie, nog iets
opkomen.
Metallieken behielden ook hun vast karakter.
Portugeezen namen in navolging van
Londen een teruggaande beweging aan, hoewel
in den laatsten tijd de stemming voor deze fondsen
meer een vasten grond toonde in verband met
onderhandelingen, welke wederom zouden hebben
plaats gehad betreffende een conversie der buiten-
landsche schuld. Tot nu toe hebben alle bespre
kingen en samenkomsten tot geen resultaat ge
leid en ook thaDS zijn geen besluiten van beteekeni3
te verwachten. Eerst in het begin van het volgend
jaar, als de Cortes weder samenkomt, zou een
ernstig plan kunneu worden voorgelegd; tot zoolang
echter moeten alle conversie-geruchten met de
grootste reserve worden aangenomen. Intuaachen
hebben ook te Londen door de verschillende
cemitó's besprekingen van een eventueel conversy^,
plan plaats gehad en zou een voorloopige Over
eenstemming omtrent de te steljen voorwaarden
zyn verkregen.
Russische Staatsfondsen waroü stil,
Russisohe Sporen iets beter. In het alge
meen schijnt het jaar voor Russische Spoor
wegen zeer gunstig to z(jn geweest.
Op de Russ. Zuidoostenr. Spoorwegen zal 2 Rbl.
per aandeel worden uitgekeerd. Sedert 2 jaar had
goeu dividend-uitkeeriug plaats.
Turken werden lager verhandeld. Het is voor
do toekomst van Turkije van groot belang of de
OttomaaD8che Bank nieuwe voorschotten zal geven.
De ontvangsten bij de administratie der Turksche
openbare schuld in Mei zijn sterk achteruitgegaan,
terwijl de regeering nog voor een bedrag van
100,000 pd. at. aan de spoorwegen verschuldigd is
wegeDS kilometergarantie. Een verdeelde stem-1
miug, het meest naar den Hauwen kant overhellende,
heerschle voor Zuidamerikaansche Staats
fondsen; zoowel Mexicanen als Brazi
lianen brokkelden geleidelijk in koers af.
Colurobianen en D o m i n i ca n e n moesten
het eerst behaald avans weer prijsgeven.
Venezuelanen genoten goede vraag en
hoogero noteoringen op bericht van ontvangst
der remise.
Van de I n d u st r i e e 1 e ondernemingen
waren Petroleumwaarden wel het meest
gezocht. Koninklijken werden belangrijk hoo-
ger verhandeld op bericht van de aanboring eener
nieuwe bron in Perlak. Het gevolg was, dat door
winstneming de koersen iets teruggingen; hierbjj
sloten zioh ook Palembang aan.
E n i ra ondervond een scherpe reactie, terwjjl
Dordsche en Hannover flink in koers ver
beterden.
Op enkele uitzonderingen na had de Tabaks-
markt een stil verloop. Door den goeden uitslag
der taxation kreeg de markt eeD beter aanzien
voor Medan, Namoe-D.jawi, Rotterdam-
Do 1 i en ook Franco-Del i. De overige soor
ten ondervonden meest de nawerking van de ont
stemming der Benrzen.
Mijnwaardon waren algemeen lager.
Redjang-Lebong alleen sluit met eenige
verheffing.
De N e d e r I. H a n d. M p ij. bpsloot in de on
langs gehouden vergadering haar kapitaal te ver-
grooten «n als bewijs hoe dit bericht werd op
genomen, diene, dat er onmiddellijk een daling in
de noteering viel waar te nemen. Het bericht
wekt dan ook bevreemding, ondanks do verzeke
ring der directie, dat een verdere ontwikkeling
in het bedrijf en een groote uitbreiding van zaken
ook meerder kapitaal vereischt. Ruim ƒ9,000,000
wenscht zij dadelyk aan nieuwo aandeelen te
plaatsen, maar een groot deel van het maatsch.
kapitaal werd hieraan onttrokken door belegging
in fondsen, die geen voordeel afwerpen, doch
slechts kleinere dividenden veroorzaakten. Het is
nu do vraag of door vergrooting van het kapitaal
het dividend aiot nog meer verwaterd zal worden.
Bijnlandsche Bank.
l>e Tilburgscko moordzaak.
De uitspraak, gisteren, van de arrondisso-
ments-rechtbank te Breda In de strafzaak van
Gasparua Augustlnus Mutsaers, oud 26 jaar,
schilder, wonende te Tilburg, luidde als volgt
De Arrondissements-Rechtbank te Breda,
rechtdoende in strafzaken enz.;
Gezien de akte van dagvaarding, aan den
beklaagde geëxploiteerd, ten einde te worden
terechtgesteld wegens de feiten, ln die akte
uitgedrukt;
Gezien en voorlezing gedaan van het bevel
schrift van verwijzing dezer Rechtbank d.d.
2 Maart 1.1. en van de overige stukken,
waarvan de voorlezing in het proces verbaal
der zitting Is gerelateerd;
Gezien do overige stukken van het proces;
Gehoord de getuigen in hun verklaringen,
die den vereischten Eed hebben afgelegd, en
de met namen genoemde getuigen in hun
onbeëedigde verklaringen, zoomede de deskun
digen in hun beëedigde rapporten;
Gehoord den beklaagde ln zyn gegeven
antwoorden tor audiëntie dezer rechtbank;
Gehoord den heer Officier in zijn voordracht
der zaak en in zjjn geschreven en onderteekond
requisitoir, aan deze rechtbank overgegeven,
houdende, dat het de rechtbank moge behagen
den beklaagde schuldig te verklaren aan dood
slag, vergezeld of voorafgegaan van een straf
baar feit (het plegen van ontuchtige handelingen
met iemand beneden den leeftfid van 16 jaar)
on gepleegd met het oogmerk om by betrap
ping op heeterdaad aan zichzelvon straffeloos
heid te verzekeren en mitsdien te veroordeelen
tot levei&lange gevangenisstraf, met last tot
teruggave van de stukken van overtuiging
aan den eigenaar of anderen rechthebbende.
Gehoord den beklaagde in zyn verdediging,
voorgedragen by monde van zyn raadsman
mr. F. E. Pels Ryckeu, advocaat en procureur
te Breda.
Do Rechtbank, nadat ieder rechter zijn ge
voelen geuit heeft, overeenkomstig de "Wet.
Overwegende dat de beklaagde is gedag
vaard ter zake: dat hy in het tijdsverloop
tusschen 21 en 25 Augustus 1900 te Tilburg
Maria Catharine Wilhelmlna Kessols, geboren
aldaar den 2den Maart 1889, opzettelijk van
het leven zou hebbeu beroofd, door haar op
zettelijk, met het oogmerk om haar het loven
te benomen, een kleedlngstuk (onderlijfje)
zoo vast om den hals te snoeren, dat zfi dien
tengevolge gewurgd werd en den stikkings-
dood stierf, en zfinde deze doodslag vooraf
gegaan of vergezeld geweest van het door
hem, beklaagde, opzettelijk plegen van on
tuchtige handelingon met meergenoemd meisje,
nader bfi dagvaarding omschreven en gepleegd
met het oogmerk om bfi betrapping op heeter
daad op dit strafbaar feit zlchzelven straffe
loosheid te verzekeren;
Overwegende dat de Rechtbank niet wettig
en overtuigend bewezen acht, dat de beklaagde
zich zou hebben schuldig gemaakt aan de
feiten, hem by voormelde dagvaarding ten
lasto gelegd;
als waren we oude bekenden„Hó, meneer?
Ik heb u wel zien zitten schrijven al die
dagen. Van welke krant bent u?"
„Was dat niet lollig?" vroeg een der
andere mannen ,toen je daar in eens
buiten stond?"
„Lollig?" vroeg Mutsaers zacht ver
baasd - „ja, met tranen.begrijp je dèt
niet? 't Is net of 't niet wa4r is toen ze dat
zeien van mfi, zie je, toen begreep ik't nlot....
„Had je 't niet verwacht?"
„Jawel, do heele week al, van voor't open
bare af.'t Kön niet, ik ston te vaat
maar as zo 't zoo ineens tegen je zeggen,
zie je.
En do vader vertelde, al door met die
achende hulloogen: HU had altfid vertrouwen;
hU wist wel, as je onschuldig bent biyf je
er buiten - ten minste bü de rechters hier
in 't land. Maar Ik, zie je lk was van
morgen overgekomen met z'n kleeren, want
de advooaat had 't wel gedacht ze zouden
'fc me telephoneeren, raar, maar ik weet
niks meer, als dat ik ln eens by 'in was, ln
de cel, en toen lag 'ie om me hals.... Ja!
Hy had z'n pakkiezie je, zooals ze 't
daar dragen.... nou, ik zal 't maar zeggen:
z'n boevenpakkle nog an. En meteen moest
Te 't telegrapheeren naar z'n drie broers;
zelfs in België weten ze nou, dat Te onschuldig
is, want daar werkt ook 'n loon van me;
die wilden ze hier niet meer hebben, zie je,
om de zaak.... en lk ook: drio en twintig
jaar bediende geweest in de „Harmonie",
maar toen 't gebeurdeóók geschorst
Och mensch'k had 'm in die tien maanden
niet gezien
Ja zei de zoon het is net waar wat de
verdediger zei by zyn pleiten; alleen had ik
gezelschap an de spinnen; niemand van de
familie mocht by me komen, as vyf minuten
me moeder, en daar waren alle rechters by,
en er óók niet over schry ven. Maar'k begreep
't vanmorgen wel. Do president stuurde een
boodschap: „Niet boeien vandaag." Dat was
vry, hè? Niemand, dio je ls troostte, hè?
Behalve de verdediger. Knappe man, hè
menoer? Beste man. Hy had zóó'n pak feli
citaties, allemaal om my
Ziet u, toen ik los was, kwam ik by meneer
in de advocateDkamer, en daar zag ik al dat
volk. „'k Ga er niet door," zei ik. „'k Ga
d'r niet uit, zoo. Want ze willen d'r oen
relletje van maken en daar ben jo nou toch
te te raar voor, met aldoor grienen
enoch, want zie je, die lui doen of je
een plezierreisje gemaakt bobt;na zooiets
voel je je nooit meer heelemaal vry, geloof
ik
„Vannacht zeker onrustig geslapen....?"
„Nooit veel geslapen."
„Hè, als je geweten toch goed ls
„Nee meneer, as ze je 's avonds in verhoor
nemen, en ze zeggen je maar altyd: „jy weet
er meer van, jy weet er meer van; vertel
wat je weet" En ik had alles gezegd
wat ik wist; en honderd veertig stukkon,
allemaal eigenhandig geteekend. Maar dan
lag lk 's nachts te denkenkon lk nou nog
maar wat vinden, wist lk nog maar wat, en
dan ging ik alles weer haarfijn na.
'k Dacht wel 's dat ik gek zou worden.
Maar nee, ze zouden me niet hebben.
Daarom wist ik ook allerlei nog zoo good als
ik de getuigen hoorde praten. Nou, d'r
ia wat gelogen, maar u weet ook, meneer,
als me vrinden me d'r uit wilden helpen,zie
je, door to liegen, zei 'k 't dan ook niet even
goed. Maar dat zo dat jurkje expres
met groene vorf gesmeerd hebben, dat's een
feit, hoor. 'k Wil er niks meer van zeggen;
'kneem 'tgeen mensch kwaiyk, zie je, van
dat liegen; alles ls nou voorby, en vergeren
hè? 'nBorrel? Dank jo Nelis, nou eerst
na moeder. zie je'k wou niks geen
relletjes, van niemand, al meenen ze 'tnog
zoo goed. Als 'k thuis ben kruip ik onder de
dekens, en hoe minder volk hoe liever; dat
ls geen zaak voor lolletjes. Daarom komen
we ook zóó hierheen. Heel stilletjes zyn me
vader en ik weggekomen door de cellulaire
gevangenis, en toen geloopon naar moneor
Rycken. Daar was me moeder ook...
„Hoe hield die zich..,?"
„Mot je niet vragen. En meneer had een
rytuig laten voorkomen, en dat zou ons hier
brengen, maar toen we aan,Gilze-Ryen waren,
zeg lk: Vader, we gaan verder lóópen; die
zon weer op je rug en je wordt zoo styf
en zoo papperig. Want ik ben wel dik geworden,
maar dat ls van 't stoeltje-zitten; geen kracht,
hoor... Twoomaal ben ik org ,oweest(
in do gevangenis; on ik wist nr.L .vat dat1
was vroeger, 'waar vader?"
„En hoe bob je 't andera gehad in dt
gevangenis
„Nou
„Daar zwegen we over" zei vader.
„Toen met het requisitoir, was jo toon niet
bang?"
„Bang niet; ik wist, dat lk van den officier
niets anders te wachten had; maar toen 'ie'
daar zei: „levenslange gevangenisstraf!'
toen spoot oen traan uit me oog; daar kon
'k niks an doen 1
„En nou rookt '1e maar; hy Is zoo'n lief
hebber" zei vader „en nooit 'n trekkie'
gehad al dien tyd, hè? Jongen, daar komt'
je oome an
En de jonge Mutsaers ineens vooruit, en
de hand van den man gedrukt, en zyn'
bovenarm, hy heel ernstig; oom schater-;
lachend met tranen en 'm kloppend op den'
rug „Wèl, wèl1"
„De muziek van Kessels zou komen, Gus/*|
„Laat ze maar biyven mot hun relletjes".
„De advocaat heeft toch geiyk gehad j
zei vader die heeft wel gezegd: ik wil|
met plezier z'n straf uitzitten, want hy!
komt vry."
„Wat oen gemeene truc was" stoof de
schilder ineens op. „Ja", dat durf ik zeggen
dat wyf uit Utrecht; die van moordenaar li
moordenaar! Toen stond ik te beven as
'n kind, hè? van kwaadaardigheid, en als je|
dan niks mag zeggen 'k Heb 't mensch j
immers nooit gezien; 'k zou niet weten waarj
'k 't moest zoeken."
Maar met een schok stond hU stil, zich
verslikkend in zijn woorden: „Broer Jan,'
vadorl" en opeens ontspande dat strakke,1
gezicht tot schreien en daardoorheen zoo innig
liefkoozend de oogen; in een sprong was een1
stoere, jonge militair tegen hem aan, niet
wetend hoe te doen, maar bevend drukkend'
de handen, hem toebuigend het hoofd, in'
aandoeniyk snikken; en het jongste zusje,
het gezicht achter haar schort verborgen^
hing aan zyn arm, te slap haast om tej
loopen; en de oudere zuster kwam maar,
naar vader, één arm om zyn hals; en al did(
geburen, die kinderen, die vrouwen met witte',
mutsjes, een massa werkvolk aan de poort
van de fabriek, allen heel stil en ingetogen, even|
knikkend, verlegen groetend met de hand aan1
de pet, zacht prevelend: „Dag, Mutsers"
allen te zeer getroffen om Iets drukkers to
doen
En in do deur van de lagere propere,
woning, tusschen de vensters met propere;
plooigordyntjes, stond de moeder, hem tot
zich trekkend van ver met de oogen, dej
armen hem toegehouden, groote, breede vrouw,*
moeder, die 'r kinderen in haar omhelzing]
veilig beschermen kan En de schilder
liep M harder, zyn gezicht vuurrood, maar[
ernstig-strak weer; en Ineens vloog hy het.
huls in, trok vader, broer en zusters h&r'i-j
tochteiyk binnen en sloot veilig achter hen.
de deur van thuis t
Verwezen bleven de buren staan, zwygend; j
„daar ben lk nou net kapot van," verbrak)
een der vrouwen na een peo» humoristisch J
do stilte. En niemand dacht er over om Br
de stad zelf de menschen, dio daar in greotaj
menigte wachtten op den schilder, te gaaoi
zoggen, dat hy er al was. ifl
Zoolang er niet méér licht is over de vreesa-j
ïyke misdaad, is alle vertoon trouwens ook]
veel beter achterwege gelaton. Maar 's avondaj
zal 't er ln dat stille buurtje wel niet zóó b|/]
gebleven zyn. j
Naar vernomen wordt, zou de officier van
justitie by de arrondissements rechtbank to!
Breda het voornemen hebben hooger beroep1
aan te teekenen tegen het vrysprekend vonnis,'
Programma Tan Muziekuitvoeringen*
ZOMERZORG. Dinsdag 2 Juli, te halfaoht,!
te geven door hot Stafmuziekkorpi va.i het 4de
Regiment Infanterie, dirooteur de heer W. van Erp.
Eerste afdeeliug: No. 1. Marche Militaire No. li
Sohubert; 2. Ouverture „Hans Saohe", Lortzingjf
3. Vorspiel und Soènen a. d. Oper pDer Evangelie-^
raann", Kienzl; 4. „Faust". Divertissement. Balletl
du 5me Aote, Gounod. Tweede Afdeeling:]
No. 5. Ouverture „Freia", Mann; 6. Walzer ausj
dem Ballet .Dornröschen" (arr. W. van Erp),
Tsohaïkowsky7. a. öerceuso de Jocelyn", Godardj,
b. Marohe Funèbre d'uoe Marionette, Gounod i'
8. Fantaisie sur ,La Bohème", Opóra de Leonca-i
vallo (op verzoek), Van Erp. I
No. 6 eerste uitvoering op „Zomerzorg."
„O, groote heer," ging de jonge man mot
warmte voort, „zoo gy werkeiyk de machtige
man zyt, waarvoor gy u uitgeeft, en dat
geloof ik vast ontvang dan mijn vurigen
dank, dat gy u zoo genadig met den een-
voudigen, armen handwerksgezel hebt inge
laten, die dat nimmer vergeten zal; maar u
vorder met myn aangelegenheden lastig te
vallen, ware onbeschaamd en schier beleedigend
voor Uwe Majesteit. Laat my daarom zwygen
en alleen dragen, wat Gods wil beschikt."
„Het schynt Gods wil, dat ge een bloodaard
moet worden, Niels Hansen," riep de Tsaar;
„als ge thans uw zaak uit eigen vryen wil
opgeeft, zou u zulks in myn oogen verdacht
maken."
„Majesteit!" Een vlammende blos overtoog
het aangezicht van den jongen man.
„Goed, ik wil niet twyfelen, en daarom
verlang ik antwoord; het betreft immers
slechts een boodschap en hot tegenbericht,
gewisseld tusschen meester Iwan Finskoy
en den Russischen Tsaar Peter. Verhaal dus 1"
De jon£3 goudsmid had zyn gedachten weor
by een. „Zoodra ik Uwe Majesteit verlaten
had," begon hy, „zocht ik den baas op, om
de boodschap over te brengen. Ik trof het
gunstigde oud-gezel was uitgegaan, meester
Finskoy had in huis iets te doen, en Olga
was juist alleon in de werkplaats. Evonals
ik had ook zy de hoop byna opgegeven, want
na myn vertrek was er tusschen haar en
haar vader menif hard woordje gevallen, en
Fttttaflik had hot tuut nog maar aangestookt;
maar toen ik haar inderhaast vertelde wat
my overkomen, wat voor geluk en eer my
wedervaren was, toen blonk er iets in haar
oog, en zy zegende
„Ik ken dat, vrouwentranen," viel de
monarch ongeduldig in de rede, „ik bedoel,—
toen haar vader kwam heeft die je toen
ook gezegend?"
„Ach neen, Sire," antwoordde Niels moede
loos. Toen baas Finskoy kwam en ik hem
overbracht, wat de groote Tsaar Peter my
bevolen had, lachte hy me uit en riep, dat
ik-het slachtoffer van oen grappenmaker ge
worden was, maar toen ik het niet opgaf en
myn zaak staande hield, toen werd hy boos,
alsof ik hemzelven voor den gek wilde houden
en hem diets maken, dat de Tsaar geneigd
was in eigen persoon voor Niels Hansen aan
zoek to doen om Olga's hand. Ongelukkiger-
wyze kwam Frederik er by, die den oude
gelyk gaf, en daardoor verloor ik heelemaal,
wat ik meende gewonnen te hebben, want
de baas wilde zich in Frederiks oogen groot
houden. Nu deed hy, of hy de grap in ernst
opnam, en riep my ten slotte lachend toe:
„Als Tsaar Peter wil, dat gy myn schoonzoon
wordt, laat hy dan ook voor Niels Hansen
de voorwaarde volbrengen, die Ik, zooals gy
weet, aan den toekomstigen echtgenoot mijner
dochter gesteld heb, en op de draaibank in
myn werkplaats een proefstuk vervaardigen.
Vertel dat aan uw lastgever!" eindigde hy,
op do deur wyzend, „en vóór hy zich daarvan
gekweten heeft, wil ik je niet meor in de
nabyheid van myn kind zien. En zoo ging ik
heen," besloot de jonge man zyn verslag,
„en sta nu beschaamd en bedroefd vóór u.
Vorgeef my, zoo myn woorden u gekrenkt
hebben, ik handeld» volgens uw eigen wil,
machtige heac."
dat weliswaar het aanwezig zyn van bloed
sporen ln den echllderskiel en in eenige andere
kleedingstukken van den beklaagde, de
aanwezigheid van eenige deels met bloed be
vlekte kleedingstukken van het slachtoffer in
den koffer van beklaagde, zyn bekendheid
met de plaats waar het ïyk van het verslageno
meisje lag zyn eigenaardige houding op
Woensdag, Donderdag en Vrydag, 22, 23 en
24 Augustus 1900 zoo deze omstandigheden
kunnen bewezen worden geacht, wellicht het
vermoeden wettigen dat aan den bekl. meer
omtrent de gepleegde misdaad bekend ls, dan
uit zyn verklaringen ln den loop van de in
structie of van de behandeling der zaak ter
terechtzitting zou volgen, doch dat ln leder
geval al de aanwyzingen, in dit geding aan
wezig ln haar onderling verband genomen,
aan de Rechtbank niet gewichtig genoeg voor
komen, om daardoor wettig en overtuigend
bewezen te achten dat de beklaagde zou zyn
de dader van het afschuweiyk misdryf, hem
by akte van dagvaarding ten laste gelegd;
Gezien artt. 216, 219, 220 van het Wetboek
van Strafvordering.
Rechtdoende in uaam der Koningin;
Spreekt don beklaagde vry van
het feit hem by akte van dagvaarding te
lasto gelegd.
Beveelt zyn lnvryheidstelling ten ware
hy om andere redenen mocht ln hechtenis
biyven".
Een luid applaus op de publleko tribune
werd onmiddellijk onderdrukt, doch tenslotte
tóch herhaald.
De beklaagde, die dezen keer niet geboeid
was, bleof zeer kalm en gaf door geen enkel
woord te kennen wat er in hem omging.
Van alle kanten kwam men af op den
verdediger, mr. Pels Rycken, om hem de
hand te drukken.
En buiten kwamen al spoedig honderden
samen om Mutsaers te zien by zyn lnvryheid
stelling.
Als een loopvuurtje giDg de mare dat
Mutsaers vry zou komen, door de stad Breda en
van alle kanten liepen de menschen aan om
hem te zien. Do grootste menigte posteerde
zich voor het poortje naast het Paleis van
Justitie, anderen gingen aan den uitgang van
het hui» van bewaring, maar de secuursten
Btormden naar het station, en zy wachtten. De
trein van 11 u. 44 m. naar Tilburg stond gereed
te vertrekken. Daar verscheen de dievenwagen.
Alles er omheen, maar geen Mutsaers ver
scheen. Waar niemand op verdacht was
geweest, gebeurde. Tegen halftwaalf ging
Mutsaers door de verbindingsgang van het huis
van bewaring naar de cellulaire govangenis.
Daar kwam een rytuig voor. Hy stapte in;
gekleed, naar de corrosp. van de „N. R. C."
vernam, in de kleeren, die zyn vader en
broer gisterochtend reeds gebracht zouden
hebben. En zonder dat or een haan naar
kraaide, reed hy weg. Inmiddels werd telkens
een willekeurig voetganger ln Breda uitge
roepen als „de schilder" en dan vloog leder
daarop af, steeds feller bediscussieerend do
vraag: schilder of koster? welk laatste de
menschen de laatste dagen in twee partyen
verdeeld houdt, zóó liartstochtelyk, dat de
reohters, de ollicier en do verdediger tal van
opgewonden brieven kregen met aanwyzingen,
mot bedreiglngon, mot glorieuze huldebetui*
gingen; briefkaarten zoo vuil lasteriyk soms,
dat de post ze in couvert bestelde.
Terwyi in Tilburg honderden aan het station
Mutsaers wachtten, kwam zyn moeder alleen
aan en toen waren alle uitingen van biydschap
voor die vrouw en aan heel enkelo vertrouwden
vertelde zy toen, dat Gus met een rytuig uit
Breda kwam, den Steenweg langs, vergezeld
van zyn vader, want hy wildo zooveel mogeiyk
allen oploop voorkomen. Twee minuten vau
dien weg ia zyn huisje in de Watertoren
straat, waar nu familie en vrienden in biydo
stemming den jongen schilder verbeidden.
De correspondent van de „N. R. C." ging
Mutsaers met twee mannen te gemoet,
en vertelt van zyn onderhoud het volgende:
By de tweede barrière kwamen we Mutsaers
togen, met zyn vader. Niets opmerkeiyks nu
meer aan hem, des morgens in't gevangenpak
naast den marechaussee nog die dramatische
verschynlng. Nu was hy op z'n Zondagsch:
Strooien hoed, zwart pak, en een witte das
met rose bloempjes. Een gewone jonge vent
zoo op dien weg in 't zonlichten zyn vader,
torsend oen hengelsmand met versnaperingen,
do roode oogen lachend en huilend te gelyk.
De schilder keek me even aan en zei toen,
Yriendeiyk klopte de monarch don jongen
handwerksman op den schouder. „En g{j deedt
goed," antwoordde hy; „zoo gemakkeiyk zal
baas Finskoy den Tsaar aller Russen niet
hebben uitgedaagd, als hy zich niet verwaar
digt tot my te komen, dan zoek ik hem op.
Is zyn werkplaats ver van hier?"
„'t Is maar een korto afstand," luidde
Hansens antwoord, „maar, machtige heer,
zoudt gy werkeiyk om my neen,
dat mag ik niet toelaten, gy kont de styf-
hoofdigheid van baas Finskoy niet, en Frederik
zou u op een ongepaste manier kunnen be
jegenen."
„My?" De blik des Tsaren fonkelde weer
met dat onweerstaanbaar vuur, waarvoor elk
woord verstomde, „ik heb het wel met
andere hardhoofden klaar gespeeld," voegdo
de monarch er op den vroegeron toon by,
„vooral met een Zweed, nietwaar, Gregoro-
witch?" zoo wendde hy zich tot den staats
raad, dio inmiddels op een wenk zyns ge
bieders nader gekomen was.
„Uwe Majesteit heeft nooit een toegeworpen
handschoen laten liggen," merkte de staats
raad scherp aan, „'t is alleen maar jammer,
dat ditmaal do werpende hand niet precies
zoo odel is al» die van don Stockholmer,
Karei XII."
De Tsaar kneep de lippen op elkaar, zyn
toegevendheid had den geleerde, dien by tevens
als een soort van hofnar beschouwde, het
recht toegekend hem aldus toe te spreken.
„Ga nu, Gregorowitchl" beval hy den staats
raad, „en gy, Niels Hansen, wys ons den weg l"
Het huis, dat baas Finskoy's woning en
werkplaats bevatte, was een voor dien tyd
statig gebouw in de drukste straat der konink-
ïyke residentie Kopenhagen. Zonder opzien te
verwekken, had do Tsaar het doel bereikt. In
de eenvoudige kleederdracht, onder den breed-
geranden hoed, vermoedden de minsten den
onbeperkten gebieder over een halve wereld,
en wie hom herkende, paste wel op, geen al
te vryen loop aan zyn nieuwsgierigheid te
laten. Want het was niet alleen bekend, dat
do Deensche koning er streng de hand aan
hield, het incognito van zyn hoogen gast te
doen bewaren, maar men wist ook, dat de
verheven bezoeker van Denemarkens hoofdstad
zelf meer dan eens zyn ontevredenheid bad
te kennon gegeven over do al te groote indrin
gerigheid, waarvan hy dikwyis te ïyden had.
De zydeur, door welke men terstond in do
werkplaats van Finskoy kon komen, was ge
sloten. Op het kloppen van den jongen man
vertoonde zich een knap meisje met blauwo
oogen en donkerblond haar, een vriendelyke
verschyning, eenvoudig, doch keurig gekleed.
Ruslands machtigen heerschor was het geen
raadsel, wie hy vóór zich zag, en goedgeluimd
ving hy terstond aan: „Nietwaar, gy zyt de
jonge maagd Olga, dio don blooden, maar
eeriyken Niels Hansen een goed hart toe
draagt?"
By den aanblik van den jongen nam hadden
Olga's oogen een helderen glans vertoond,
maar toen do vreemde heer, die, ondanks zyn
minzame woorden, een zekere waardigheid
openbaarde, haar aldus toesprak, werden haar
wangen purperrood gekleurd; misschien ver
moedde zy thans, na Niels' verhaal, welke
persooniykheid het was, die op dit oogenblik
haars vaders huis betrad.
De stem dreigde haar den dienst te weigeren.
„Als de hooge heer in de pronkkamer zou
willen gaan stamelde zy, „vader is boven,
ik zal hom dadelyk
„Laat maar!' viel de Tsaar in de rode,
„niet in zyn pronkkamer, maar in zyn werk
plaats verzocht meester Iwan Finskoy den
alleonheerscher aller Russen. Breng my daar-"]
heen en meld uw vader, dat ik op hem wacht.'*
Olga wilde nog iets in 't midden brengen,
maar op een driftig gebaar van haar Niels j
gelukkig door niemand anders opgemerkt
voldeod zy aan den wensch van den onver-]
wachten hoogen bezoeker. Zy voorde het kleine'
gezelschap eenige schreden verder en een]
deur openend, noodigde zy do lieeren uit de
werkplaats binnen te treden.
Dit was een goed verlichte, netjes ondeih
houden ruimte, door een houten beschot in]
twee ongeiyke helften verdeeld: in het eerste,1
grootste gedeelte was de knecht met de leer
lingen bezig, in het tweede stonden de draai-,
banken van den meoster en van zyn meester-]
knecht, Frederik Hollman, welke laatste op
dit uur gowooniyk afwezig was. J
Naar de oigeniyko werkplaats haars vader3
had Olga de bezoekers gebracht; gedienstig,
had zy den grooton leuningstoel voor den
hoogen heer nader geschoven, voor zy zich'
verwyderdo om haar vader te gaan verwittigen.1
De Tsaar knikte het meisje vriendeiyk toe enj
zonder zich op don aangeboden zetel neer to<
zetten, wandelde hy de werkplaat» rond, metj
een onderzoekenden blik de geheel of gedeelte-]
ïyk gereede voorwerpen bekijkend.
Het duurde niet lang, of do meester ver«|
scheen. De vader van Olga was oon welgedaan'
personage, met aanleg voor gezet hei Igry zenden i
baard en hoofdhaar. Aan do goedigo uitdrukt]
king in zyn gelaat, dat op 'Jen eersten blik
do Slawische afkomst verried, zou rnon niet]
zeggen, dat baas Finskoy zoo Jiardvochtigj
kon zyn de hoop van oen paar jonge menschen:
wreed te verwoesten, nadat hijzelf die hoop]
had doen ontkiemen.
(Wèrdi vervolgd}