R* 12630 feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. f De Herstemmingen Stads-Gehoorzaal Stads-Gelioorzaal De toegang tot de Stajjfjaal it pllecn aan ie Breestraat. 1 Leiden, 27 Juni. Ffl©uiiioton. Vorst en Werkman. Donderdag; £27 Juni. - A». 1901. PRIJS DEZER COtrKABTi. JjVoor Lolden per 8 maandenf'. I t f l.tO.1 r^TJalton Loiden, por loopor en waar agonten govostlgd r(]n :{Frauco por poot i 1.30 1.65 PRIJS DER ADVERTEÏfTIEN Tan 1-6 regols f 1.05. Iedere regel moor f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incaaseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. ?oor leden van de Tweede KAmer hebben, heden plaats en de uitslag tal nog dezen Wond bekend wprdon. Van verschillende zUden 1® ona verzekerd, dat het publlceeren van den uitslag ^«örigs: maal in do uitstekend Is bevallen. Vooral daar het dien avond regenachtig was, trof hot bijzonder l Wy weten dus niets beters te doen daade Alezers woer uit to noodigen lieden- \ponderdag-)avond naar de to bogoron, alwaar do uitslag op dsiolfdo wyxe als op 11 Juni 11. sal worden bekend gemaakt. Do deuren der Stadszaal worden niet tóór halfzeven geopend. "«f-1 /- Gekozen z(jn by de candldaatstelllng en op 14 Juni: «gr 23 Roomsch-Katholieken, 22 Anti-revolutionairen, 9 Liberalen, 2 Chr.-Hlstorischen, 2 Vryz.-Democraten, 0 Sociaal-democraten. 08. 1 V In herstemming kwamen heden voor de overige 42 zetels: 27 Liberalen, li Roomsch-Katholieken, 26 Anti-revolutionairen, 9 Sociaal-Democraten, 1 Vryz.-Democraat, 8 Cbriat.-Historlschen, 1 Yolksparty. Offlcleëlo Kennisgevinffon. De Oargemeester der gemeonte Leiden; Gelot op art, 53, 2de lid der Kieswet en op art. 10, 6do lid der Gemeentewet; Brengt tor algomeone konnis, dat de opgaven van de namen der candidaten voor het lidmaat schap van den Genioenteraad van Leiden in bet tweede kiesdistrict, ter vervulling vnn de vacature ontstaan lea gevolge van het door den heer dr. Th. G. den fiouter genomen ontslag, op den 25sten Juni 1901, b\j bem ingeleverd, en de candidaten- Jijst niet proces-verbaal op de Secretarie dezer gemeente voor eoa iedor ter inzage zijn neder- gelegd, in afschrift z\jn aangeplakt op de groote pers yan het Raadhuis en dat die opgaven eu de eandidatenlijst met proces-verbaal, mede in af schrift, togen betaling der koston verkr£(;baar tiju geoteld ter Gemeonte-Seoretane. Leiden, De Burgemeester voornoomd, 26 Juni lyOL H. JUTA, Weth., lo.-Burg. Burgomceslor en "Wethouders der gemeenlo Leideu; Gelet op art. 98 der Kieswet; Brengen ter algemeone kenuis, dat bet proces verbaal van de zitting van het boofdstembureau, bedoeld bij art. 93 der Kieswet, iot bet vaststellen van den uitslag der herstemming ter verkiezing van óón lid van do Provinciale Staten van Zuid- Bolland in bet kiesdistrict Leidon, op do groote pers van het Raadhuis it aangeplakt en voor een ieder ter Secretarie ter inzage is ncdergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Wetblo.-Burg. 26 Juni 1901. VAN HEYST, Secretaris. De Burgemeester dor gemeonte Leiden, Gelet op art. 53, 2de lid der Kieswet en op art 10, 6ae lid der Gemeentewet; Brengt ter algemeene kennis, dat de opgaven van de namen der candidaten voor het lidmaat schap van den Gemeenteraad in de drie districten van de gemeente Loiden, op den 25sten Juni 1901 bij hem ingeleverd, en de candidatenlijsten met processen-verbaal op de Secretarie dezer gemeente* voor een leder ter inzage zijn nedergolegd, in. afschrift eyn aangeplakt op do groote pers van. het Raadhuis en dat die opgaven en de candidaten lijsten niet processen-verbaal, mede in afschrift, tegen betaling der kosten verkrijgbaar zy'n gesteld: ter Gemeent9-Secretario. Leiden, De Burgemoester voornoemd, 26 Juni 190L H. O. JUTA, Weth., lo.-Burg. Primitief kohier der Plaatselijke directe belasting. Burgemeester en Wethoudera der gemeente Lolden brengen ter algemoene kennis, dat het primitief* kohier der Plaatselijke Directe Belas ting voor 1901 in afeohrift gedurende v ij f maanden ter Secretarie der gemeente voor eon, ieder ter lozing is nedorgelogd; dat bezwaren tegen den aanslag binnen driov maandon na de nitreikiDg van het aanslagbiljet, op o n g.e b e g e 1 d papier bij den Gemeenteraad kunnen worden ingediend; en dat togen 'a Itaada beslissing, binnen dertig dagen na de mededeeliog daarvan, by de Gedepu teerde Staten der provinoie Zuid-Holland in beroep kan worden gekomen, eveneens bij ongozegeld adres. Zy herinneren er voorts de belanghebbenden oit- drukkoiyk a&u, dat door het indienen van bezr. areo en het instellen van beroep, de verpliohting tot betaling, van den aanslag uiot wordt opgeschort. Burgemeester tn Wethouders van Leideu, Leiden, H. O. JUTA, Wetb., lo.-Burg, 23 Juni 1J0L YAN HEYdT, Bcoretaris. Gisterochtend vergaderde te Lis&e in het hotel „De Witte Zwaan" de R.-K. patroons- vereenlging „Gildenbond". De dorpelingen hadden ter eere hunner gasten vlaggen uit gestoken. De vergadering werd door den voor zitter, den heer Jos. Ph. J. Cuypere, geopend, waarna bleek, dat allo afdeelingen vertegen woordigd waren. Uit het jaarverslag van den 6ecretari9, den heer M. H. M. Rademaker, werd vernomen, (jat de afdeoling Leiden had opgehouden te bestaan, maar dat pogingen worden in het weik gesteld om haar weer op te richten. Een nieuwe afdeeling is goaticht te Lisse. De pogingen, om er ook teJJaarlem eon te krygen, zyn nog niet met euccea be kroond. De vergadering begroette het jaar verslag met applaus. Besloten werd tot het zenden van tele grammen ter betuiging van hulde aan H. M, de Koningin en aan Mgr. Botteraanne, in welk laatste Z. D. IJ. dank werd gebracht voor het laatste Vastenmandement. Uit bet verslag van den penningmeester bleek, dat de Vereeniglng niet meer met een tekort in kas, geiyk de vorige jaren, te kampen had; zy sloot nu met een klein voordeelig saldo. Do rekening werd in orde bovondon en goedgekeurd. Voor bet nazien der nieuwe rekening werden aangewezen de afdeelingen Rotterdam en Llsae. Do aftredende bestuursleden, de heeren Cuypere, Van Catz, Bredlus en Harm, werden horkozen. Hierna werd de ochtend-vergade ring gesloten. In den namiddag-vergadering werden de op do agenda vermelde onderwerpon behandeld. President Kruger bracht gisteren zyn lang verwacht bezoek aan Rotterdam, on hoe Rotterdam hem ontving, do menachonmuren, reeds vóór de aankomst aan de Oosterkade' opgesteld, bewezen het. Blikbaar hadden veel werklieden vryaf gokrogen. Aan het Maas- etatlon een schilderachtig tooneeltjo! Op goederenwagons menschen, op daken menschon, menschen on nog eens menschen l En daar vóór de bereden eorewacht van Transvaaische oud siryders, oen muziekkorps in Boeren- kleedeidracht ellen in spanning. Photo-- grafen ook, die klaar stonden voor hun opnamen. Daar komt beweging in de ©erewacht, zy stelt zich op, Kruger is hot nog niet. Npg wat tyds, verwyderd hoozeegeroop en daar treedt hy op het houten perron, den zyden hoed zwaaiend in de hand. Een kreet van begae8tering etygt op uit honderden.' borsten. Met den President arriveerden do heeren;1 Wolmarans en Wossels, leden van het Repu blikeinsche driemanschap, Grobler, onderstaats secretaris van buitenlandsche zaken van d©< Zuidafrlkaansche Republiek^ Bredoll, De Bruyn^i secretaris van het driemanschap, Van Boe*- 6Choten on dr. Heymans. President Kruger stapt In het rytuig van den burgemeester, die naast hem plaats neemt* Do muztok speelt de Boeien-volksliederen^ Kruger hoort zo, staande in het rytuig, mot ontblooten hoofde aan. De broodo, nog krachtige gestalte is ©enigs zins voorovergebogen, de machtige kop van. wilskracht en onverstoorbare kalmte verraadt geen innerlyke gevoelens. Alleen is zeer dul- doiyk te zien, dat de President eenigen tyd de oogen gevestigd hóudt op de oud stryderar die de eerewacht vormen. Ook werpt hy een blik op de omgeving, die dryft in het blank» zonnelicht. Dan gaat hy zitten, maakt een- langdurig, breodgroetond gebaar, en de Btoet zet zich ln boweging. Overal gejuich en gejubel, zich voortplan tend tot het stadhuis, waar de stoet ophoudt eu de offlcieolo ontvangst gaat plaats vinden... De President wordt in de Kamer van B. en. WA. binnongeloid, waar.de burgemeester hom namens de gemoonto Rotterdam harteiyk wel kom heot. Hot verheugt ons u in gezond heid hier te zien en dat uw krachten toege laten hebben Rotterdam met een bezoek to. •vorooren. Daardoor voldoet go aan den algemeen gekoestorden wonsch der goheelo burgery, die het verzoek, tot u gericht, om deze gemeente te bezoeken, mot grooto sympathie hoeft be groet, want allon zyn begeosterd over den stryd van een klein volk voor vryheid on onafhan kelijkheid. Rotterdam heoft medegeleefd in den stryd, door u en uw volk gostreden, het heeft dion begrepen. En daarom ls het, dat het u niet ontvangt mot feestolUkhoden on luister. Do muziek echter geeft u den weer klank van de hymnen uwa volks, als bewys van do hartoiyke gevoolons van onze stad Jegons de Transvaaische Republiek. (Applaus) President Kruger antwoordde met oon kort woord van dank Yoor do welwillende ontvangst en zette don moeiiykon stryd uiteen, dien de Republieken te Btryden hebben. Hy gelooft wol, dat Rotterdam dion stryd begrepen heoft. By hem staat nog het vaBto geloof, dat de Heer Zyn volk zal vrymaken. (Applaus) In een leuastoel ging Kruger toen aan oen tafeltje, waar hy zyn broedgerandon hoogen hoed mot rouwband on zyn rotang wandol- stok met gesneden ivoren handvat op legde. Na de korte, kernachtige toespraak van den President werden de wethouders, do heeren Hudig, Drost, Van Citter en Hlntzen, aan hem voorgesteld en daarna do secretaris en de Raadsleden in volgorde van ouderdom.. Na de vooretelling boog de burgemeester zich naar den President, en nog eens legde' hy hem uit: „Dat Is nu de gehoole Raad van Rotterdam.'* Moeizaam stond Kruger daarop weer over eind, en toen zei hy rond, en oer-eenvoudig: „Ik ben dankbaar voor de ontvangst. zóó maar, zonder rodevoering of wat ook".. En vervolgens geleidde de burgemeester den Staatspresident naar zyn kamer, waar een déjeuner gereed etond. Hier zaten aan: Kruger met de heoron van zyn oragoving, en het gemeentebestuur. En do muziekkorpsen bulten bleven den grooten oudeman omgeven met plechtig feeatgodruisch, waarmee do burgery telkens weor inatomde. Te halfdrie kwamen de rytuigen aan het. stadhuis wedor voor en werd do groote rytoer gemaakt, In de Doelen hield de heer Meerkamp v. Embden een rode, waarin hy o. a. zeide niet gedacht te hebben, toon president Kruger vóór 17 jaar Rotterdam bezocht, dat hy than© nog eens hier zou moeten komen om to pleiten voor recht en vryheid. Gaarne had men hom een rustigen ouden dag toegewenaeht,. maar dat heeft, helaas, niet zoo mogen zyn- Met bewondering hebben wy, vervolgde- spreker, U on Uw volk, trouw ter zyde* gestaan door Steyn en de Vrystaters, gado«- geslagen ln den etryd voor waarheid, vryhold» en onafhankelijkheid, sterk door uw onwankel baar geloof in rechtvaardigheid on ln God* Dat hebben niet alleon wy, maar heel Europa begrepen. Gy hebt getoond, dat het woord, onzer Koningin waarheid bevatte: dat ook. oon klein volk groot kan zyu in alles, wat edel en goed ls. Spr. hoopte, dat de uitslag van het ïydon en stryden der Transvalere hun volk en land ten zegen mocht zyn. President Kruger, antwoordende, bedankte in de eerste plaats voor den welkomstgroet, hem toegebracht. Staart hy in zyn gedachte terug op den oorlog, dan treedt hem steeds voor don geest hot duivelachtige ln de hande lingen van Engeland, dat vrouwen en kinderen, vermoordt. Verder toonde hy aan, hoe aan den oorlog nleta dan leugen en bedrog ten grondslag liggen. Men hoeft wel beweerd, dat doze gelegon was in de houding van de Trans vaaische regoerlng In zako het stemrecht, doch inmiddels waa deze reeds lang voorbereid door Jamoson, alleen met hot doel om de Zuidafrlkaansche Staten ton onder te brengen. Doch gebeuren zal dat niet. Wy hebben slechts éón keuzo, en dat is doodvechten of overwinnen. Dat alles beproofd was om de moeiiykhedon uit den weg te ruimen, bewezen de concessies, van Republikeinscho zydo gedaan in zake hot kiesrecht aan de uitlandors. Het is dus niet waar, hot ls een openbare leugen als men zegt, dat wy op het gebied van kiesrecht niet wildon toegeven. Maar van het begin af aan is er alleen leugen en bedrog in het spel geweost. God alleen regeeit echter. Wel zgn we ernstig beproefd, maar do Heer kastydt allen, die HU liefheeft. Hot is echter onze onwankelbare overtuiging, dat do Hoor te Zyner tyd zal zeggen: „Tot hiertoe en niet vorder," en alles ten beste zal keeron, Zyn volk zal roddon. De sympathie, zoowel in Holland als in andere staten ondervonden, pleit voor hun gevoel voor recht on gerechtigheid, en dat is Gode welgevallig, want onze God is oen recht vaardig God, Na deze met vee vuur uitgesproken rede ving de audiöntie aan. By bot déflló werden docr verschillende' corporaties nog huldeblijken in den vorm van1 een krans, een bloemstuk, gedichten, enz. overhandigd. Te halfvyf was het dóftló geöindigd on< zongen de kinderen tot besiuit nog *en lied. Omstreeks vyf uren werden de rytuigen- weder bestegen voor den derden rytoer, waarvan het einddoel het Maashotel was. Ook glstoravond is president Kruger van do zyde der Rotterdainscbe burgery een indruk wekkende hulde gebracht 111 don ^orm eener( eerenade. Reeds om 5 uren pakte oen groote menigte zich samen voor het Maashotol, een menigte, die bestendig iu getalsterkte won, zoodat tegen 8 uren byna drievierde gedoolte van de Boompjes geheel tot san de rivier waa gevuld met tallooze rtyen toeschouwers. De politledokter vorloeude ar.n zes personen' geuoeskundige hulp. Yoor het hotel zolf was een groote ruimte door de politie open ge houden. IJorhaaldeiyk stegen uit die menigte geestdriftige kreten en weerklonken do Zuid-I afrikaanscho volksliederen. Dit werd eimlojyk zoo steik, dat de President zich togen 8 uren op het balkon vertoonde, her- en dor waar; met den hoed zwaaiend© tot do betoog io op straat en ln de huizen, want ln de laatste waren alle ramen dicht met dames bezet. j Van oen hoer, wonende aan den Oostzeedyk, is, tydens hy zich In het gedrang bevond, zyn horlogo met ketting ontvroemd. Tegen negen uren kwamen voor het hotel- het korps hoornblazers van de schutterij, bene vens het „Rotte's Mannenkoor" met banier. - By do aankomst van de ©©ronade ontstond er zóó'n gedrang, dat drie vrouwen werden geperst tegen de leuning van den oprit der Willemsburg, ten gevolge waarvan, nadat zy bevryd waren, geneeskundige hulp ook voor haar moest worden ingeroepen. De serenade ving ♦an met hot spelen van do „Vierkleur" en het Vryslaatsch Volkslied door het koper. Daarop bracht „Rotte's Mannenkoor"* ten gehoore Transvaal ©n Nederland, van L. F. Brandts Buys, het slotgedeelte dercanlato „Pro jure et libertate", eveneons van Buys, en Psalm 184 vers 8, begeleid door het koper. Dit laatste speelde ook nog1 de Nederlandsche volksliederen. De Prosidont bad zich gedurende de geheele uitvoering blootshoofds op hot balkon bevonden. Na leder nummer steeg een oorverdoovendl gejuich op, terwyt de President wuifde. Aan de deputatie, beslaande uit do heeren VerhoU, directeur, en De Richemont, eerevoorzitter van „Rotte's Mannenkoor", Brandts Buys, compo nist van de gezongen liederen, kapt. v. Buren van do schuttory on Blumentritt, kapélmeester der hoornblazers, die door "den President bin-, nen genoodigd werden, verzocht do President aan de zangers, muzikanten en publiek dank* te betuigen voor do hulde, aan zyn land en volk gebracht. Daarna marcheerden do ultvooiendo ver-J eonigingen af en werden transparanten uit gestoken, waarop de woorden: „Stilte, de Presi- dent slaapt". Langzaam nam de tnonschonzee af. Nog heel lang bleef het in do binnenstad levendig. Nog moet vermeld, dat gistermiddag by den tweeden rytoor op de Kruiskade de waar-' nemend hoofdcommissaris, de heer Inliulzen, in zyn rytuig staande, door een onverwachten schok uit zyn rytuig word geslingerd en een ernstig kwetsuur aan zyn been bekwam, waardoor hy waarschyniyk ©enigen tyd rust' zal moeion houdon. - Historisch* schets. Op oen prachtigen morgen in de maand Juli 1716 zat op een der houten banken, die aan hot strand der Sond by Kopenhagen tot ruston uitnoodigen, een eenvoudig, maar netjes gekleede jongo man van even in de twintig jaar. Zyn uiteriyk deed hem kennen ai3 een handworksman, die vooral den fljneren arbeid tot zyn ambacht gekozen hoeft, en in de slanke, jnaar toch krachtige gestalte, in hot door krullend donker haar omiysto gezicht, waarby een klein baardje voortreffeiyk paste, lag iots innemends, iets, dat van schranderheid en goedhartigheid getuigde. Op dit oogenblik daarentegen vertoonde zich als een schaduw op het voorhoofd Yan den onbeweegiyken en zichtbaar in gepeins ver zonken jongeling. Hy had geen oog voor de pracht van don schoonen zomerdag, geen blik voor het heeriyke panorama, dat zich voor zyn voeten ontrolde: de als van zilver schitto- lende zee, waarop de zon uit don azuren hemel nederstraaldo, de tallooze schepen, van den zwaarbevrachten koopvaardyer tot de nietige visscherspink, do drukte on beweging op de eerst onlangs aan de overzyde aange legde battery „de drie kronen", niets van dat '♦lies was in staat de lusteloosheid van den jongen man te verjagen, de wolken zyner ziel te verdry ven. Het strand zelf was op dit tydstip van den weinig bezocht; hy kon zich dus onge stoord aan zyn gedachten overgeven. De enkele personen, die voor zaken of op hun wandeling voorbykwamen, letten evenmin op den jongen man als by om hunnentwil het hoofd ophief. Een juist daarlangs komende heer scheen evenwel een uitzondering te willen maken: met den langzamen tred eens wandelaars schreed hy over den strandweg, maar in tegen stelling met den jongen man bewees de hel dere blik uit het donkere oog, dat vorschend in alle richtingen zweefde, welke belangstelling hy overhad voor liet bonte, levendige beeld, dat zich op die wyde watorvlakte vóór liem uitstrekte. Het uitwendige voorkomen, de snit der eenvoudige kleoding, de groote, ronde hoed, waaronder het gladde, donkere haar halflang en ongepoederd te voorschyn kwam, de geheele houding van den man, die ruim voortig jaar oud scheen te zyn, dat alles duidde den vreemdeling aanhet was oen dier verschyningen, die zelfs in de eenvoudigste kleederdracht de opmerkzaamheid tot zich trekkon. De wandelaar was reeds byna do bank van den Jongen droomer voorbygegaan, zonder dat deze hem had opgemerkt; toen, zyn blik toe vallig zy waarts richtende, hield h(j zyn schreden ineen oogenblik scheen hy zich te bedenken, maar terstond daarop was hy biykbaar zeker van zyn zaak, en terwjjl hy op den jongen man toeging, klopte hy hom vry ruw op den echouder. „Holal" sprak hy in het Deensch, maar zyn tongval verried dadeiyk den vreeradejing, „ik wilde my slechts overtuigen, of de droo- mige peinzer, voor wien noch Gods heeriyke schepping noch de menschen aanwezig schynen te zyn, dezelfde flinke jongen is, dien lk eenige dagen geleden op een wandeling byna op tettal/d© plek &antro4 on wiens opgeruimdheid my zoo good aanstond l Is dit een plaats, waar oen rechtgeaard goudsmidsgezol zich op een geraakkeiyke bank moet uitstrekken, terwyi hy zich in de werkplaats arbeid kan verschaffen, - zoo gy althans werkelyk degene zyt, voor wien go u onlangs hebt uit- gogeven?" Do jonge man was by die overwachte toe spraak verschrokken opgesprongen, een vluch tige bl03 had hot knappe gelaat gekleurd, en hy antwoordde: „Een ander, die hetzelfde gevraagd had als gy, zou ik ten bescheid gegeven hebben: „Wat gaat het u aan?" En als hy niet uit zichzelven zyn weg gegaan was, zou ik hom dien gewezen heubon. Maar gU zyt oen vreemdeling, en behoort tot hot gevolg van don Tsaar aller Russen, don machtigen Peter, Kopenhagens gast, geiyk gyzelf; daarom, en tevens omdat ook gy my goed aanstondt, toen wy onlangs elkaar hier aantroffen, en omdat g(j my veel van vreemde steden verteldet en in myn oenvoudigen levens loop belang scheent te stellen, daarom wil ik u te woord staan en u zeggen, wat my het leven vergalt, wat my het hart dreigt te breken." De Rus lachte. „Ha, is het hart ook In 't spel? De oude geschiedenisjaloezie, valscli- beid we kennen dat. Is dat nu oen reden om de wereld en zichzelvon te haten, de een zaamheid te zoeken, als een uil? Waarom zyt ge, als ge toch geen lust hadt om te werkon, niet naar Hirschholm gegaan, waar geheel Kopenhagen zich verdringt, om den Russischen Tsaar aan te gapen, die heden aldaar verwacht wordt?" „En die misschien, golyk het reeds meer dan eens gebeurd is, do goede burgers voor den gek houdt?" meende de jonge man, dio allengs in een betore stemming scheen to geraken, „want meestal verdringt Kopenhagen zich juist op 'die plaatsen, waar do Tsaar niet aanwezig is, torwyi hyzelf in do tegenover gestelde richting zyn genoegen zoekt. Hot moet een wonderiyk heer zyn, naar men zegt, maar by al zyn ruwheid moot hy een warm hart bozitton, en do woldoenor zijns volks wezen." „Zyt go niet nieuwsgierig, den gaat uws Koning© te zien, over wien iedereen spreekt, dat gy, naar 't my voorkomt, ternauwernood moeite doet zyn aangezicht te zlon to krygen?" vroeg do vreemdeling, terwyl do blik uit liet donkere oog daarby zóó vast op het gelaat van- den jongen man rustte, alsof hy tot in het binnenste zyner ziel wilde dringen. Maar even openhartig als oprecht was de blik van don goudsmidsgozel, toen hy ant woordde: „Zeker heb ook ik dien drang ge voeld, maar de twee keeren, toen dit geschiedde, zag ik den Russischen alleenhoerachor naast onzen Koning, door hovelingen on officieren omringd, te paard voorby draven, maar voor zoover de stofwolken en de afstand het toe lieten, zou ik eerdor do kleur van zyn ros dan die zyner oogen met zekerheid kunnen beschryven. En nu," voegde hy er by, bet benopen hart in een diepen zucht ontladend, „nu is my alles onverschillig, Tsaar en Koning, lust en leven." „En ik herhaal," viel de Rus hem in de red6n, „ge raoöst u schamen, tor wille van oen meisje hot leven te haten I Versmaadt go het genot van den lavendon appel, omdat ge oens een worm in zoo'a vrucht gevondon hebt?" „Gy legt m|Jn verdriet verkoer* uit, myn heer," hernam do jonge man snel; „zoo het meisje, dat myn liart bezit, my ontrouw waro goworden, dan zou ik eon lafaard zyn, en het waro zonde, daarover logon God en de wereld in verzet te komen; maar dat myri' trouwe 01#a geiyk met mu ongolukkig moet wordon, zio, mynheer, dat is het, wat my hot hart bro6kt, on er is geen middel, ei helpt geen tegonstand, om het woord lo ver zachten, dat ons van elkander scheidt, want het is het woord baars vadero, ifijjakeor, en liever wil ik alles verdragon, dan dat ik het meisje tegen don man zou opzetten, wien zjj het leven to danken heeft, en die het steeds goed mot zyn oonig kind meende; want baas Finskoy is zwak, maar goedhartig, on ongaarne, zou ik zyn oude dagen willen verkorten „Heet do vader van dat meisje Finskoy?", zoo brak de vreemcriin? dien woordenstroom af; „die naam klinkt niet als die van een' Doen." „Dat is hy ook niet," luidde hotanlwoordf „baas Iwan, Finskoy'© vader, die zich jaren geleden als eerzaam kunstdraaier in Kopen hagen vestigde en wions zaak door Olga's vader op dezelfde wyze <s voortgezet, is uit Rusland hierheen getrokken; ikzelf eolitor Niels Hansen Is myn naam ben van Deensch Moed, de eenigo zoon mijner vroeg, gestorven ouders, en God is myn getuige, dat ik by myn vreten hun gezegend aandenken geen schande heb p.angedaan, ofschoon cy m(J geen schatten hebben nagelaten," „Indien uw tong niet anders sproekt dan uw hart denkt, schijnt go eon fiinko jongen te zyn, wien eon vador gorust do toekomst van zyn kind kan toovortrouwen," sprak do vreemdeling. „Hoo komi hot, dat meestor Finskoy u versmaadt?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1