Bad
Roode Bordeaux-Wijn,
MANCHETKNOOPEN
KLIKEE, Niewstraat 12.
C. HEÏIIS Ju, Doezastraat 6.
STOOMTRAM
W. TAN ROSSOM DS CHATTEL,
f It- per Anker van 45 ft.
Tandarts Regensburg
in de nieuwste modellen voorhanden.
Openbare Verkooping,
Preanger Koffie f 0.52de 5 ons.
Oe beste Java-Koffie f Ö.4Ö de 5.0ns.
No. 12G61
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 5 JUNI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1901.
PERSOVERZICHT.
Teryolg der Adyertentiën.
een vertrouwd Boekhouder
J. L. CREYGHTON.
in GOUD en ZILVER
HAARLEMMERSTRAAT 114. 5074 8O
PEFt FL.ESCH SO CENTS.
Madera 50, Roode Port 55, Witte Port 60 Cts. p. fl.
LEIDEN—De VinkVoorschoten—Veur (Leitischen-
dam)WijkerbrugVoorburg—'s-Gravenhage.
Vertrek van Leiden naar De Vink eu Voorsclioten
Naar Venr (leidschendam), Wijkerbrug, Voorburg en 's-Gravcnkago:
Bij mooi weder open Tramrijtuigen.
De Kamper Courant, gaande redeneeren
over opmerkingen, die nu en dan bladen der
•rechterzijde maken, als zouden de sociaal
democraten en de liberalen tot één
familie behooren en „verre neven" zijn, legt
de bekentenis af, dat in 1897 de loop van
zaken meegebracht heeft, dat in enkele
districten de liberale kiezers zich by de her
stemmingen genoodzaakt zagen hun stem op
een sociaal-democraat uit te brengen. Maar
^dat geschiedde door nooden gedrongen, be-
!toogt zy, en om grooter kwaad te keeren,
en met do zekerheid voor oogen, dat zy in
het Parlement vrij wel onschadelijk zouden zyn.
Niemand kan h. i. te goeder trouw gemeend
hebben, dat daardoor oenigerlei band tusschen
de liberalen en de sociaal democraten werd
gelegd.
„Dat ook deze laatsten hot zoo niet hebben
begrepen, is," meent de Kamper Courant,
„voldoende gebleken, èn in de °Kamer, èn
daarbuiten. Als de socialistische afgevaardig
den voor sommige hervormingen hebben ge
stemd, door de Jiuerale Regeering voorgesteld,
•dan was het, omdat zy tegenover het volk
de verantwoordelijkheid voor het doen mis
lukken dier hervormingen niet durfden dragen.
Maar het is tevens gebleken, dat voor een
krachtige hervormingspolitiek hun medewer
king kan gemist worden. En in het algemeen
zullen de zaken er niet slechter om gaan,
als men hen in het volgend Parlement niet
terugvindt. De breedsprakigheid van de meesten
1 hunner, hun toeleg om de parlementaire debat
ten dienstbaar te maken aan de propaganda
naar buiten, en de moeite, die de leider der
debatten voortdurend heeft om hen binnen
de orde te houden, dit alles kan niet strek
ken om een zuinig besteden van den nationa-
len tyd te bevorderen on dus de afdoening
van zaken te bespoedigen".
Ook al zou men in de soc.-dem, geen party
hebben te zien, in wie het hart niet klopt
voor hetgeen ons als volk lief en dierbaar
is en aan ons nationaal bestaan stevigheid
geeft, en al zou de omverwerping der maat
schappij niet het doel zijn, waarop hun stre-
ven moet uilloopon, dan nog zou, concludeert
ide Kamper Courant, er in heel hun optreden
weinig sympathieks en veel weerzinwekkends
zijn. Het komt haar voor, dat ook do werk
lieden onder do kiezers in de vier jaren, die
achter ons liggen, zullen geloerd hebben, dat er
betere pleitbezorgers voor hun belangen zijn.
Eet Centrum zet uiteen, dat nu de omstandig
heden wel eenigszins anders dan in 1897
voor de sociaal-democratische en
de christoiyk-historische party zijn.
!In 1897, herinnert het, hadden deze partyeir
het in hun macht, by de herstemmingen op
tal van plaatsen de schaal van rechts naar
links te doen overslaan, en dit gaf z. i. hun
jeen beleokenis, welke geenszins in verhouding
.stond tot hun getalsterkte. Het succes dier
partyen was, betoogt Hel Centrum, alleen
fdestyds te danken aan de vrees voor een
'denkbeeldig „clericaal gewaad." De liberalen
beschouwden hen z. i. als bondgenooten, om
„erger" te voorkomen, om een meerderheid
te vormen, die van Troelstra tot Bastert zou
gaan. Maar sinds dien zyn, zegt Het Centrum,
tusschen de liberalen en socialisten harde
.woorden gevallen, terwyi ook de christelyk-
histonschen do overtuiging opdeden, dat zy
in zulk een meerderheid weinig op hun
plaats zyn, althans daarvan slechts gering
party trekken.
Ditmaal zullen, dus verklaart Het Centrum,
de twee groepen, die het bespreekt, op eigen
wieken moeten dry ven en met eigen krachten
voor den dag komen. Opmerkende, dat in
elk der groepen men onderling elkander niet
met vrede kan laten, meent Het Centrum,
dat het te bezien zal staan of, nu ookandero
omstandigheden hun ongunstiger zyn ge
worden, hun optreden by de verkiezingen in
Juni van zulk een invloed zal zijn, als vior
jaren geleden. Het eenige, wat zy (misschien!)
by 1897 vóór hebben, is, zegt het, dat ze
nu kunnen wyzen op in de Tweede Kamer
zitting hebbende leden. Het Centrum wil hier
mede allerminst te verstaan geven, dat de
Kamer dezo afgevaardigden niet zou kunnen
missen. Maar in het algemeen mag z. i.
worden gezegd, „dat de bange verwachtingen,
j welke van het parlementair optreden dier
'lieeren werden gekoesterd, gelukkig niet
geheel in vervulling gingen."
„Dit geldt," vervolgt Het Centrum, „in 't
byzonder van don heer De Visser, die zich
'stelselmatig van de storende anti-papistische
uitingen zyner party wist te onthouden en
syn plaats in de Kamer niet zonder ver
dienste bezette. De heeren Bastert en Van
Katnebeek bleven conservatief-liberaal als
weleer.
En wat de sociaal-democratische afgevaar
digden betreft, de onveranderiyke afkeer, welke
iederen katholiek moet bezielen van het
Bociallsme als stelsel, behoeft ons niet te be
letten de persooniyke qualiteiten van som
migen zyner volgelingen te erkennen.
En dan* moet gezegd, dat mr. Troelstra
een yver ontwikkelde, die anderen waariyk Let
voorbeeld mag worden gestold, zy het dan
met meer zelfbeheersching; dat de heer
der Zwaag de Kamer meer dan eens óp
snedige opmerkingen vergastte; dat de heer
Schaper blyken gaf van een merkwaardige
antodidactische vorming; en dat do heer Van
Kol wel eens goede dingen over Indiö zei,
al ontbrak daaraan een bedenkeiyke overdry-
ving niet. De waarheid moet ook tegenover
politieke vyanden worden hooggehouden."
Intusschen verheugt Het Centrum zich, dat
de stryd thans wellicht op meer zuiveren
bodem zal kunnen worden gevoerd dan in
1897, en dat de socialisten en christel-his-
torischen waarschyniyk geen grooteren invloed
zullen uitoefenen dan hun billy kerwy ze toe
komt. Hoewel beide groepen, naar zyn
meening, „kleine en in zichzelf verdeelde min
derheden vormen", besluit Het Centrum toch
met te verklaren, dat men „tegenover hun
ageeren en agiteeren steeds op zyn hoede
moet zyn, opdat de toestand niet anders worde".
Hot Handelsblad schreef o. a.
„Onder de verschillende richtingen op staat
kundig gebied, die thans by de kiezers van
Nederland om „gunst en recommandatie"
vragen, staat de liberale party het
moet rondweg worden erkend in een nogal
belangryk opzicht zeer ten achter. Zy ver-
schynt op lange na niet met zoo gevulde
handen als de andere tot de kiezers, namelyk
wat beloften aangaat.
De kerkeiyke lichtingen zyn veel sterker
gewapend. Immers, de clericalen van ver
schillende kleur schuiven allen het zieleheil,
den godsdienst op den voorgrond. Zy bedreigen
met den goddeliyken toorn het verwaten
menschdom, dat hun leer verwerpt, een leer
van weinig liefderyke uitsluiting, en waarby
zy elkander onderling verketteren, evenzeer
als degenen, die, juist ter wille van den
godsdienst, Staat en Kerk streng gescheiden
willen houden. Maar tevens beloven zy den
hemel aan al wie naar hun raadgevingen
luistert.
Een ander lokaas houden de sociaal-demo
craten den burgers voor. Zy beloven hun den
hemel op aarde, een soort van luilekkerland.
Daartoe moeten dan eerst do theorieën en
droombeelden worden verwezenlykt, welke
zy zich vormen van de menscheiyke maat-
schappy maar met zeer vrymoedige weg-
eyfering van de menscheiyke natuur, welke
gelyk de Latynsche dichter zelde als men
haar met een hooivork heeft uitgedroven, op
een drafje terugkeert. In algemeen stemrecht,
in alles en nog wat regelende wetten, in
algeheele onderwerping van het individu aan
de staatsmacht welke zelve slechte door
feilbare menschon kan worden uitgeoefend
beloven zy het universeel geneesmiddel tegen
alle maatscbappeiyke kwalen.
Hoe karig ïykt, tegenover deze clericale en
socialistische beloften, wat de liberale party
den kiezers aanbiedt. Haar staatkundige over
tuiging is in de eerste plaats gericht op de
vryheid, waaraan zy haar naam ontleent. Yry-
heid van godsdienst; geen kerkeiyk gezag,
dat boven het staatsgezag geldt. Vryheid
van de burgers tegenover elkander on tegen
over het staatsgezag. Enkel tor wering van
willekeur en misbruik perken en grenzen,
door het wetteiyk gezag vastgesteld, om in
den stryd van belangen de vryheid van den
een geen inbreuk te doen maken op die van
den ander. Geen overdracht van verantwoor-
deiykheld op anderen; ieder verantwoordeiyk
voor eigen doen on laten. Zoo belooft de
liberale party goenaardschof hemolschparadys.
Wel is haar streven nog steeds gelyk
Thorbecke het kernachtig uitdrukte„de ont
wikkeling van zelfstandige kracht bevor
deren;" haar doel: „dat ieder de gelegen
heid vinde om op de plaats te komen, waar
by naar zyn vermogen tot den bloei van het
geheel kan medewerken."
Sinds deze woorden door den grooten staats
man te Ilmenau in zyn beroemde Narede
werden geschreven, is het dorde eener eeuw
verstreken en hebben ook de denkbeelden
der liberalen over de toepassing dier leer,
over de middelen om haar leven te geven
zich gewyzigd.
De ontwikkeling der staten in het begin
der 19de eeuw heeft er toe geleld, dat de
liberale party langen tyd hoofdzakeiyk haar
zorg heeft gewyd aan de bevordering van
persooniyke vryheid. De inrichting der regee
ring en der maatschappy was ruim honderd
jaren geleden het tegendeel van vryheid.
Bepaalde godsdiensten, bepaalde standen,
bepaalde groepen hadden voorrechten, welke
moesten verdwynen alvorens van vrye staats
burgers sirake kon wezen. Het zyn de libe
ralen geweest, die deze vryheid voor de burgery
ook in N derland hebben veroverd en aan
de meest^ oude privileges een eind hebben
gemaakt.
Aan de liberalen hebben de Katholieken en
de Israëlieten de vrye uitoefening en inrich
ting van hun eeredionst te danken, hun geiyk-
stelling met de protestantsche bevolking voor
de wet. De liberalen hebben de voorrechten
van den adel doen verdwynen. De liberalen
hebben de macht der regenten, onder welken
naam ook, onderworpen aan wettelyke regelen,
en haar gesteld onder het toezicht of het
medebestuur van door de burgers gekozen
afgevaardigden voor ryk, provincie en gemeente.
En een niet minder krachtigen waarborg
hebben zy den burgers gegeven door ruime
openbaarheid en door de vryheid van de pers.
Het waren tevens de liberalen, die paal en
perk hebben gesteld aan het zoogenaamd
„vaderiyk" bestuur, dat volwassen burgers
als onmondigen behandelde.
Deze geschiedkundige wording en roeping
der liberale party bevat de verklaring, waarom
haar beleid geruimen tyd vooral was gericht
op het opruimen van belemmeringen, in een
terugtreden van het staatsgezag, dat voorheen
alles boheerschend was, in het openzetten
van de gesloten deuren on vensters, om de
frissche levenslucht te doen binnenstro omen
en aan do werkkracht der burgers tot een
ruim uitslaan van haar vleugels ruimte te
geven.
Wat de liberalen, sedert do Grondwets
herziening van 1848, vooral onder leiding van
Thorbecke, voor het Nederlandsclie volk in
het algemeen hebben gedaan, wordt maar al
te vaak vergeten omdat het tegenwoor
dig levend geslacht is opgegroeid onder het
genot der door de liberalen veroverde vry
heid. Het afbreken van hinderpalen, die vroeger
aan do algemeene ontwikkeling in den weg
stonden, het opheffen van allerlei voorrech
ten en ongelykheden, het vervangen der
vroegere geheimzinnigheid in het bestuur door
volledige openbaarheid, het vrymaken van
vereenigingen en vergaderingen zyn al
deze maatregelen niet zoovele liefboomen ge
weest voor den vooruitgang op ruim gebied?
Hebben niet alle partyen, zonder onderscheid,
daarvan genot geliad?
En naast deze groote zorg voor ruimere
persooniyke vryheid werd de „ontwikkeling
tot zelfstandige kracht" niet vergeten. Vooral
voor do zwakken in de maatschappy hebben
de liberalen ook in de laatste halve eeuw
ontzaglyk veel gedaan. Wanneer do werkman
thans voor zyn brood, zyn brandstoffen, zyn
varkensvleesch, zyn zeep geen cent belasting
heeft te betalen war.neer zy zich
vryeiyk kunnen vereenigen ook tegenover de
werkgevers wanneer de exploitatie
hunner vrouwen on dochters en hunner jonge
kinderen is verboden wanneer de jeugd
overal gelegenheid vindt kosteloos goed onder-
wys te ontvangen, en ook het ambachtsonder-
wys allengs in ruime mate wordt verspreid
dan hebben zy dat alles in hoofdzaak aan de
liberalen te danken, die thans door de leiders
van clericalen en socialisten worden aange
vallen en verguisd.
De liberalen verschynen voor de kiezers
dus niet met manden vbl beloften, maar
met een niet onaardig lystje van daden.
De Nederlander zegt naar aanleiding hiervan
Men moet in verkiezingsdagen wat slikkon.
Het Handelsblad uit de dwaze beschuldiging,
dat do „clericalen" aan de kiezers den
hemel beloven.
In een hoofdartikel onder het opschrift
„Beloften en daden" zegt de rodactie, dat de
liberalen by clericalen en sociaal democraten
noodzakelyk ten achter staan in het doen van
beloften. Immers de clericalen „beloven den
hemel aan al wio naar hun raadgevingen
luistert". En „een ander lokaas houden de
sociaal democraten don burgers voor. Zy beloven
hun den hemol op aarde, een soort van lui
lekkerland". „Hoe karig lykt, tegenover deze
clericale en socialistische beloften, wat de
liberale party den kiezers aanbiedt".
Tegenover de socialisten heeft het Handels
blad voor een groot deel gelyk. Maar tegen
over do „clericalen" is dolzinniger en weerzin
wekkender klacht ondenkbaar. Het is een
voudig profanie, te onderstellen, dat ooit een
antirevolutionair tot de kiezers zou zeggen:
Zoo ge myn candidaten stemt, komt ge in
den hemel. Hoe een redactie als die van het
genoemde blad zoo iets durft beweren, is ons
eon raadsel. Niet wie een „clericaal" stemt,
maar wie gelooft in Jezus Christus, die zal
zalig worden (Hand. 16 31). En wy weten
niet, dat één christeiyk blad in on3 land
aanleiding heeft gegeven tot de heiligschennis
van het Handelsblad.
Prof. dr. A. P. Fokker heeft in de Provinciale
Groninger Courant mr. S. van Houten
behandeld.
De hoogleeraar begint met een aanhaling
uit „God, Eigendom en Familie", waarin
de heer Van Houten optreedt als stryder
tegen het bourgeois-liberalisme op economisch
gebied en eischte, dat de bezittenden in het
belang der niet-kiezers geldelyke offers zouden
brengen.
Had een zijner bestryders, zegt prof. Fokker,
dit toen voorgesteld als het „uitpompen van
de brandkast ten behoeve der broodkast",
Van Houton zou hobben moeten antwoorden,
dat dit eon hatelyko voorstolling was van
een rechtvaardige daad.
Maar de eer van dio voorstelling is be
waard gebleven voor mr. Van Houten
zei ven, en de geestigheid, haar gevonden te
hebben, moet des te meer worden gewaar
deerd, omdat zy in de eersto plaats mr. Van
Houten treft en de conservatieven van beter
allooi er zich zeker wel aan hobben geërgerd.
„Van Houten'8 goschriften" zegt de
hoogleeraar „hebben do oogen geopend
aan duizenden volgelingen. Hem komt onge-
twyfeld de verdienste toe, een helder licht te
hebben geworpen op het egoïsme van het
„laisser faire" der censuskiezers. Maar in
1901 staan nu al die volgelingen vyandig
tegen hem over, en als hy nog eens een
énkele maal voor een Kamerzetel in aan
merking komt, dan heeft hy zulks te danken
aan hen, over wier economische en staats-
rechtelyke leer hy zoo kranig den staf-heeft
gebroken. Men zou nu meenen, dat Van
Houlen dan als berouwvol zondaar in den
schoot der conservatief-liberale party het
„bourgeois liberalisme" noemde hy die moest
z(jn teruggekeerd; maar dien gang naar
Canossa heeft hy nooit gemaakt."
„Het behoeft geen betoog," zegt prof.
Fokker, „dat van den man, die in „God,
Eigendom en Familie" als sociaal hervormer
is opgetreden, in de eerste plaats mocht
worden verwacht, dat hy zou medewerken
om aan de door hem gesignaleerde onrecht
vaardigheid in onze wetten een einde te
maken. Maar de wet op den kinderarbeid
van 1874 en zyn onteigeningsvoorstel uit
gezonderd, heeft deze raadselachtige man
stelselmatig oppositie gevoerd tegen alles
wat door anderen, door zyn leerlingen, in
die richting werd voorgesteld. Zelfs kon de
onlangs aangenomen Woningwet in zyn
oogen geen genade vinden. Daarentegen
heeft hy zonder blikken of blozen durven
verklaren, dat armenzorg hot éónige is, waar
voor do sociaal meer bevoorrechten de
beurs moeten openen. Onvermoeid heeft hy
brieven gepubliceerd, die hy „staatkundige
blieven" noomt, ofschoon hy ze met meer
recht persooniyke brieven zou kunnen
noemen. Want uit die brieven blykt niets
zoo duidelyk als d^t Van Houten een
onbegrensde vereering heeft voor zyn eigen
staatsbeleid, dat hy alles wat door anderon
godaan wordt afkeurt en maar niet kan
begrypen, waarom men hem geen zetel op
het Binnenhof bezorgt. Van zyn leerlingen
heeft hy dien niet te wachten; als hy er
ooit nog een krygt, zal het zyn uit do han
den van hen, die hy als „bourgeois-liberalen"
heeft bestreden. Dezen hobben reeds lang
begrepen, dat ze van hem niets te vreezen
hebben. Zy waardeeren zelfs een tegenstander,
die wei blaft, maar niet byt, en bovendien
altyd gereed is om met de groote scherp
zinnigheid, waarover hy beschikt, te betoogen,
dat het maar beter is om Gods water over
Gods akkor te laten loopen. Een serieus tegen
stander is hy voor hen in goon geval. Aan
do stembus zullen deze voorstanders, uit
opportunisme, heeren vergunninghouders ont
moeten, die van Van Houten verwachten, dat
hy hun persooniyke belangen zal bevorderen.
Doch genoog. Ik begryp volkomen wat dr.
Schaepman heeft gevoeld, toen hy op zoo'n
kernachtige wys zyn deernis met dezen poli
ticus heeft uitgesproken". (Men herinnert zich,
dr. Schaepman schreef: „Mij deert des mans".)
„Hoe een man van de wetenschappeiyke be-
teekenis van den schryver van „God, Eigen
dom en Familie" er toe is kunnen komen,j
van zyn principieels tegenstandors en van
heeren drankverkoopers een mandaat te be-!
geeren, is my een raadsel en ik betreur het,
dat Van Houten de wetenschap, waarin hy
een eoroplaats innam, heeft kunnen verlaten!
voor de practische politiek, waarin by getoond
heeft slechts de rol van obstructionist te
kunnen spelen. Mogen de kiezeis verstan
diger zyn en hem naar het studeervertrek
terugwyzen", eindigt de hoogleeraar.
In de Nieuwe Groninger Courant beantwoordt
mr. Van Houten prof. Fokker, wien hy ver-
wyt te verzwygon, dat tydens het door hem
aangehaalde geschrift des heeren v. H. de
Tweede Kamor word gekozen door een
honderdduizendtal in elke gemeente hoogst
aangeslagenen in de directe belastingen,
daarentegen nu door allen, die eenig kenteekon
van geschiktheid of welstand kunnen aan-
toonen, reeds ten getale van meer dan zes
honderdduizend. En dit aantal kon aanzienlyk
grootor zyn, zegt mr. v. H., als er door de
naast aan de tegenwoordige kiezers grenzende
volksklasse eenige moeite word gedaan, een
dezer kenteekenon te verwerven of slechts
van het bezit daarvan by het bestuur te
doen blyken.
Verzwegen wordt, dat sodert het geciteerde
artikel geschreven werd door de vroeger uit
sluitend tot kiesrecht geroepen meer-gogoeden
in successie-, vermogens-, bedryfs- en per-
soneele belasting tal van millioenen meer tot
de staatsinkomsten worden bygedragen dan
voorheen, waartegen op do min-gegoeden
drukkondo belastingen zyn afgeschaft. In 1874
was het ook de bedoeling van den grond
eigendom aanzienlyk meer te heften; dit is
niet doeniyk gebleken, wyl kort daarna do
graanpryzen en de waarde van het land aan
zienlyk daalden en pachters en eigenaren
zware verliezen leden.
Ten aanzien van 's heeren v. H.'s onteige
ningsvoorstel had prof. F. niet mógen ver
zwygon, dat dit zonder iemand od recht te
doen en onkel door aan het actieve kapitaal
en den arbeid gemakkelyk beschikking te
verschaffon over voor nieuw bedryf bonoo-
digden grond het hart der sociale quaestie
raakt en meer genezing zal brengen in zieke
maatschappelyke toestanden, dan eenig voor
stel, dat ooit by do wetgevende macht aan
hangig is gemaakt.
Van zyn oppositie tegen sommige onder
dooien van ongevallen- en woningwet wordt
gewaagd, alsof mr. v. H. daarmede ten doel
had, aan de arbeidende klasse 'n voordeeltje
te onthouden. Verzwegen wordt, dat ik bewees,
onwederlegbaar en onwederlegd, dat die wetten,
zooals zy liggen, arbeids- en woongelegenheid
schaarscher zullen maken en dus juist die
klasso zullen benadeelen.
„Wat zou ik in prof. Fokker een vurig
aanhanger hebben, als hy my maar begreep 1"
roept mr. v. H. uit. „Als hy maar van kwak-
zalvery op wetgevend gebied evenzeer een af
keer had als op medisch gebied l Als by slechte
de sociale hygiëne evengoed verstond als die
des lichaams.
„Ook op maatschappeiyk gebied geneestde
natuur, niet dö doctor. Men kweekt en herstelt
de maatschappelyke gezondheid, als men
slechts het keursiyf der wetten wat ruimer.'
maakt. Daarentegen bederft men zooveel door'
dwang. Slechte raadgevers hebben helaas by
een groot deel des volks hot geloof in do vry
heid, het vertrouwen in eigen kracht onder-
mynd. Alles moet tegenwoordig van wetton
komen. En het eind is, dat men een heirleger
ambtenaren, een zee van strafvervolgingen,
onafzienbare stapels paperassen in het leven
roept.
„Prof. Fokker herhaalde onlangs" zoo
eindigt de heer v. H. „van my sprekende
het woord van dr. Schaepman, „my deert des
mans", zelden is deernis zoo mieplaatst ge
weest. Met my behoeft waariyk niemand deer-1
nis te hebbenwel het minst indien of omdat
het volk myn diensten op staatkundig gebied
niet meent te behoeven. Maar „my deert des
volks", wanneer hel zoo z waar gestraft wordt, j
als ik voorzie, enkel wegens zyn misplaatst i
vertrouwen in oen kliek van heel- en half- j
geleerden, die onze wetgeving verpruischon en
voor wier politiek alleen in het Duitsch oen'
goede naam is Maszrogeln."
ZOETERWOUDE Geboren: Job Jacobus,
Z. van G. v. d. l'jst en M. Pieterse. Petros
Gerardus, Z. van A. liilgersom en P. Faaneman.
Overleden: J. Maagdeleyn, 63 j., hnisvr. van'
K. de Neef. P. van Klaveren 8 d. C. Roioe-
veoo, 58 j., huisvr. van W. Q. Yyverborg. -<
J, van Leeuwen, 3 j.
Gehuwd: O. de Bruyn 28 j., wonende te
Oegstgeeat, en 0. G. van Dam, 22 j., wonend^
Ibier.
Blaautlag, Woensdag en
Zaterdag 4855 8
te consulteeren van 10—1 uur
Haarlemmerstraat 48a, Leiden.
UETBiiGU:
om een paar uur in de week do
boeken by te houden, op een
Bloemistkantoor te Noordwyk. Opgaaf
van referentiën en verlangd salaris
te adresseeren onder No. 1 aan den
Boekb. van A. DOBSMA5T,
5061 10 te Noordwyk.
Inrichtingen voor kond en
warm water, voor gas of
kolen vu nr, met en zoniler
donchcinrichtlng. 4093 12
Men lette er op, dat de ECHTE Kinadruppels van Dr. DE VRIJ
f 1.— kosten, en de naam II. NANNIXG buiten op de roode doos
staat. Goedkoope namaaksels zyn in omloop. 631 6
in het Notarishuis aan
den Burg te Leiden,
by opbod op Zaterdag
Juni, by afslag op
Zaterdag 15 Juni 1901,
telkens des namiddags te kalfaclit,
ten overstaan van Mr. L. M. J. H.
EERSTENS, Notaris te Leiden, van:
(met rechterlijke machtiging
1. HUIS en ERF, gelegen te Leiden
in de Bouwelouwesteeg No. 15, groot
88 centlaren, bevattende bene don:
Zykamer, Binnenkamer, Keuken, open
Plaats en Tuintje; boven: Voor
kamer, Achterkamer, Keuken en
grooten Zolder. 4833 35
Het perceel heeft Duinwater.
Verhuurd: beneden voor 2.25 en
boven voor ƒ2.— per week.
(Vrijwillig):
2. Het HUIS en ERF, gelegen te
Leiderdorp, aan het Jaagpad, naby
de Doesbrug, No. 29, groot 84 cen
tiaren, bevattende: Zykamer, Binnen
kamer, Keukentje, Tuin en Zolder.
Verhuurd voor f 1.50 per week.
De perceelen zyn te bezichtigen
daaga vóór en op de dagen van velling
en afslag van 10—2 uren en te aan
vaarden na do betaling der kooppen
ningen den laten Juli 190L
7.55, 9.-, 10.-, 11.-, 12.-, 1.-, 1.56, 3.-, 4.10, 5.-, 6.-,
7.-, 8—, 9.- en 9.55.
7.55, 10 -, 12.-, 1.56, 4.10, 5—, 7.-, 9 - en 9.55.
Amsterdamsche Tijd. 4740 38