N®. 12654-
Dinsdag 28 Mei.
A®. J9G1.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Ned.-Zuidafrikaansclie ïereeniging.
Feuilleton,
De Roos van Horton.
IDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maandon. fHl l f 1.10.!
"Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zyn 1.80
Franco per post
1.65-,
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel rneer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Afdeding Leiden en Omstreken
Ontvangen by den PenningmeesterZoeter-
woudache Singel 41
Door bemiddeling van het Letdsch Dagblad
Gecollecteerd door Cato op do bruiloft van
Piet en Minaf 5
Ter oere van Bruid en Bruidegom voor
de Boeren,2
Gecollecteerd op een groenmakers-
partytjo van een 12'/j-jarigQechtvereeni-
ging voor de Boeren1
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester of aan het Bureel van dit
Blad.
Leiden, 28 Mei.
Da voorzitter van het hoofdcomité van
hot Roode Kruis heeft bericht ontvangen, dat
dr. J. C. J. Bieren8 do Haan den 26sten dezer
in welstand uit Zuid-Afiika by zyn familie
te Haarlem is teruggekeerd.
Dr. Bierens do Haan, die met de eerste
Noderlandscho ambulance naar Zuid-Afrika
vertrok en deze week weer zyn betrekking
als assistent aan het academisch ziekenhuis
alhier hoopt te aanvaarden, zal "Woensdag
middag met den trein van 2 u. 26 m. alhier
aankomen en alsdan officieel worden ontvangen.
Op hot perron en in do eerste-klasse-wac-ht-
kamer zal hy worden verwelkomd namens
de Leidsche afdeeling van het „Roode Kruis",
zoomede door het bestuur der afdeeling Leiden
en omstreken en der studenten-afdeeling van
«1e Nederlandsch-Zuid-afrikaansche Voreeniging.
Landauers zullen inmiddels op het Stations
plein gereedstaan, waarmede hy naar zyn
woning zal worden geleid, langs Stationswog,
Stoonstraat, Blauwpoortsbrug, Paardensteeg,
Borstelbrug, Kort-Rapenburg, Breestraat, Steen-
•chuur en Rapenburg, tot aan zyn woning.
Het is zeker overbodig de bewoners van
die straten alsmede die van aangrenzende
«traten, uit te noodigen do vlaggen van
hun woningen uit te stekon als een bowys
van vreugde over de behouden terugkomst
van den heer Bierens de Haan en als een
bewys van eympathie met hetgeen hy voor
onzo strydendo stamverwanten op het oorlogs
veld heeft gedaan.
Te zynen huizo zal hy weer door een
andere commissie worden opgewacht ter
aanbieding van het huldebiyk der ingezetenen.
Intu8schon bracht dr. Bierens de Haan, toen
regelrecht uit Zuid Afrika komende, reeds
Zondag-morgen een voorloopig bezoek aan zyn
womug, om met een volgenden trein weor naar
Haarlem te vertrekken.
Het oponthoud was, dus slechts zeer kort
en van geheel par.iculioren aard.
Aan het station had een begrooting plaats,
welke misschien juist ddarom te treffender
was, omdat er nagenoeg geen tyd tot voor-
boreiding was geweest.
Toen de eerste oogenblikkon, gowyd aan
het weerzien van naaste familiebetrekkingen,
voorby waren, nam, te midden van een groep
medici met hun dames, van bestuursleden
der afdeeling Lolden van het „Roode Kruis",
van de Zuidafrikaansche Vereeniging en verder
vanj veel toevallig aanwezenden, prof JRosen-
stoin, als voorzitter van den „Geneeskundigen
Kring", het woord, om op de hem eigen
welsprekende en bartelyke wyze den braven
Biorens de Haan te verwelkomen.
Deze, verbaasd en ontroerd, had toch de
kracht, om in eenige goed gekozen woorden
zyn dank uit te drukken voor deze onverwachte
ontvangst. Hy legde er daarby den nadruk
op, dat hy de Boeren verlaten had mot een
gevoel van bewondering en van diep, Innig
medeiyden, en dat volgens zyn overtuiging
zy eerst din de wapenen zullen neerleggen, wan
neer hun feitoiyk geen enkel hulpmiddel meer is
overgebleven.
Dr. Bierens do Haan, hoewel tamely k sterk
vergryed en Ietwat vermagerd, ziet er toch
even flink en opgewekt uit als vroeger.
Daarvan zal men zich nu morgennamiddag
kunnen overtujgen, wannoorde officioele
begroeting en de tocht door de stad zullen
geschieden.
Naar aanleiding van het verzoek van
den heer W. J. van 't Sant, O.-I. ambtenaar,
met verlof hier te lande en tydeiyk rerblyf
houdende te dezer stede, om terugbetaling van
schoolgeld, lager onderwys, geven B. en Wa.
in overweging aan adressant terugbetaling
van schoolgeld te verleenen voor zyn doch
tertje Ida Lamberta over de maand April van
dit jaar, aangezien dit wegens vestiging in de
gemeente het onderwys aan de Meisjesschool
lste klasse eerst sedert 1 Mei j.l. heeft
gevolgd.
Ten aanzien van een desbetreffend verzoek
van de Leidsche Katoenmaatschappy, voorheen
De Heyder Co., deelen B. en Ws. mede,
dat, wat er ook te zeggen moge zyn voor
de verschillende argumenten, door adressanto
aangevoerd om van de betaling van recognitie
voor de door haar te leggen waterleiding en
do daarvoor verei3chte werken vrygesteld te
worden, toch niet aan haar verzoek kan
worden voldaan, omdat de desbetreffende
verordening dergelijke vrystelJing niet toelaat.
Mitsdien geven zy in overweging afwyzqnd
op het verzoek te beschikken.
In verband met het verzoek van do
heeren H. W. Rübenkamp en A. F. deRooy,
wonende aan de Leidsche Buurt, te Oegatgeest,
en met het daaromtrent by commissaiissen
der gasfabriek ingewonnen advies, stellen B.
en Ws. den gemeenteraad voor, in overeen
stemming met vroeger op dergeiyke verzoeken
genomen besluiten, commissarissen der gas
fabriek to machtigen de perceelen van adres
santen, aan de gasleiding aan te sluiten, onder
voorwaarde, dat de aanleg kosten geheel door
adressanten zullen worden bestreden en onder
voorbehoud, dat de prys van hot gas voor
verbruikers, buiten Leiden woonachtig, door
den Gemeenteraad wellicht boven het Leidsche
tarief kan worden verhoogd.
Den gemeenteraad is door B. en Ws.
ter vaststelling aangeboden het 2de gedeelte
van het kohier der plaatselyke directe belas
ting voor 1901, omvattende de wyken5-12.
By onveranderde vaststelling van dit ge
deelte zal het belastbaar inkomen van het
geheele kohier bedragen f 6,684,786. Aange
zien op de begrooting voor 1901 een bedrag
van f 160,000 als opbrengst van deze belasting
is uitgetrokken, waarby overeenkomstig art. 1
der Verordening 6 pCt. moet worden gevoegd
voor kwade poston, zou een som van
f 168,000 moeten worden geheven; overeen
komende met 2,512 percent van het belastbaar
inkomen.
Intus8chen is B. en Ws. gebleken, dat het
dienstjaar 1900 een zeer belangryk batig slot
zal opleveren, in hoofdzaak ten gevolge van
de hoogere winst der Gasfabriek, welke do
geraamde som met ongeveer f 46,000 over
schrijdt.
B. en Ws. vinden daarin reden om voor te
stellen ten behoeve van het dienstjaar 1901
to beschikken over ongeveer f 18,000 uit hok
vermoedeiyk batig saldo van 1900, waardoor
de percentage dezer belasting thans op 2'/4
zoude kunnen worden bepaald, met een
opbrengst van f 150,407.68.
B. en Ws. geven den Raad ln overweging
tot vaststelling van het geheele kohier over
te gaan, en de heffingspercentage te be
palen op 2
(Het belastbaar inkomen bedroeg het vorige
jaar 6,599,109.)
Ter vervulling van de vacature van 3de
onderwyzeres aan de openbare lagere school
der 3de kl. No. 4 alhier, ontstaan door do be
noeming van mej. A. Lem tot 2de onderwyzeres
aan de Meisjesschool 2de kl., is de volgende
voordracht opgemaakt: lo. mej C. A. de
Hondt, tydeiyk 3de onderwyzeres aan de
openbare lagere school der 3de klasse No. 4
2o. mej. L. A. E. van Nouhuys, idem aan de
openbare lagere school der 3de klasse No. 5;
3o. mej. M. K. van Wyk, idem aan de open
bare lagere school der 3de klasse No. 3.
Naar ons van bevoegde zyde wordt
medegedeeld, heeft dr. Th. G. den Houter
ontslag genomen als lid van den gemeenteraad.
De gemeenteraad alhier zal a. s. Donderdag
namiddag te twee uren oen openbare ver
gadering houden.
De „Vryzinnigo Kiesvereeniging" alhier
zal een algemeene vergadoring houden op
Vrydag-avond 31 Moi a. s. in het Nutsgebouw,
o. a. tot het doen eener keuze van een candi
daat voor het lidmaatschap van de Provinciale
Staten. Voorloopige candidaton zyn de heeren
P. Alma Lz., F. H. A. Driessen, Mr. J.
Oppenlieim, W. F. Yerhey van Wyk en J. C.
Zaalberg.
Het Ryks Ethnographi8ch Museum alhier
heeft van den heer J. Mulder, lid der firma
Mulder, Redeker Co., te Amsterdam, ten
geschenke ontvangeneen dubbel zwaard, in
houten scheedo met groen gekleurd hoornen
belegsel en mot geelkoperen beslag aan groep
en scheede. Afkomstig uit China.
Aan den schenker is do dank der Regeering
betuigd.
Do „Staatscourant" bevat de statuten
dor Vereeniging lot bo vordering van de
opleiding tot instrumentmaker, te Lelden.
By de heden alhier gehouden openbare
verkooping van cokes in partyen van 10
en 5 HL. waren de prijzen 6.,- en/-3.
H. M. do Koningin Moeder heeft een
groote zilveren medaille toegezegd voor den
door de Haarlemsche letterlievende vereeniging
J. J. Cremor" uitgeschroven toonoolwodstryd.
Het bericht als zou de 2de luitenant der
infanterie A. Kaptein om detacheering by
het Oost-Indisch leger hebben verzocht, ia
onjuist.
Het Indisch Genootschap hield Zaterdag
onder voorzitterschap van den boer E. B.
Kielstra de voorzitter, mr. C. Pynacker Hor-
dyk, was verhinderd tegenwoordig te zyn
zyn algemeene jaarvergadering.
In het verslag van den secretaris, den heer
J. Boudewyn8e, werd hulde gebracht aan de
nagodachtenis van hot overleden bestuurslid
den heer B. J. A. Spaan, en het afgetreden
bestuurslid jhr. mr. Elout van Soeterwoude.
Hy resumeerde de gohouden voordrachten in
het afgeloopen jaar. Het ledental der vereeni
ging is geklommen tot 281,
Uit do rekening van den penningmeester,
mr. E. Douwes Dekker, bleek, dat de finan-
cieele toestand gunstig was en een voordeelig
saldo van f 78.27 aanwezig is.
Het kapitaal dor vereeniging zal waarschyn-
ïyk spoedig voor oen deel moeten aangewend
worden voor hot drukken van den catalogus
der bibliotheek, aan welks vervaardiging de
adjunct-bibliothecaria ijverig werkzaam is.
Do aftredende bestuursleden, mr. Pynacker
Hordyk, mr. E. Douwes Dekker en P. J.
Kooreman, werden herkozen.
De Londenscke correspondent van het
„A. H." schryft:
Naar ik verneem zal ds. Baart de la Faille
9 Juni door professor Van Maanen bevestigd
worden in do Hollandscho kerk in Austin
Friars en zyn intreerede houden. De dienst
begint op den gewonen tyd: 11.15 vm.
De correspondent van de „N. R. Ct." te
Konetantinopel schryft:
„Op de door alle couranten der hoofdstad
afgedrukte verdere lyst van personen, tegen
wie de procureur-generaal van het Hof van
Appèl te Stamboel, krachtons orders van hooger
hand, een bevel tot inhechtenisneming heeft
uitgevaardigd, komt ook voor Ali Noen bei,
consul-goneraal van Turkye te Rotterdamen
wel wegens hoogverraad en majesteitsschennis
door het op heftige wyze aanvallen van den
Souverein en de Keizeriyke regeering in op
ruiende bladen en geschriften. Wanneer de
beschuldigde zich niet binnen veertien dagen
(na 21 Mei) voor de lyfslraffejyko (crimmeelo)
rechtbank te Stamboel stelt, zal hy by ver
stek worden veroordeeld en zyn goederen
worden verbeurd verklaard.
„Daar in genoemd rechterlyk collego
naiuurlyk niemand aan zyn schui l zal kunnen
twyfelen, en zyn veroordeeling tot den strop,
of minstens tot laDgjango opsluiting in do
beruchte citadellen te Akkra (SyriÖ) of in
Barbarye, dus zeker is, zal de gedaagde aan
die vriendeiyke uitnoodiging van den procureur-
generaal, om naar hier te komen, wel geen
gevolg geven.
„Ali Noeri bei, op het oogenblik dus op do
vlucht en geschorst in zyn betrekking, werd
ten paleize al lang verdacht van Jong-Turksche
woelingen, en het moet hem al reeds een maand
geloden duideiyk zyn geworden wat hem boven
het hoofd hing, toen de dagbladcensuur de
opneming verbood van een artikeltje, dat hy
aan een der Fransche couranten alhier had
gezonden, en waarin hoog werd opgegeven
van de vereering, welke de Ottomaanscbe
consul-generaal to Rotterdam voor den ver
heven persoon des Khalief-Sultans koesterde,
van zyn trouw aan de keizeriyke regeering,
van zyn onvermoeide en vruchtbare werk
zaamheid ten behoeve van zyn vorst en het
ryk in Nederland, enz.
„Mon denkt er nu te Jildiz hard over, de
aldus opengevallen consulplaata te Rotterdam
te geven aan Mundji bei, sedert verleden jaar
October benoemd consul generaal van Turkye
in Don Haag; in welke quahteit hy evenwel
door do Nederlandsche regeering, welko het
niet wenscbelyk vindt naast den gezant ook
nog een Turkschen consul in de hofstad te
hebben, nimpier is eikeud; en waarvoor hy
dan ook nog steeds tevergeefs op het exequator
wacht. Door zyn overplaatsing naar Rotterdam
zou dan dat onaangename incident op voor
alle pariyen bevredigende wyze geregeld
worden."
De minister van oorlog heeft gunstig
beschikt op eon request van het Hoofdbestuur
van „Volksweerbaarheid" om den leden dier
Vereeniging evenals in 1900 ook in 'dit jaar
de deelneming te vergunnen aan do schiet
oefeningen, o. a. aan hen, die met vrucht het
voorbereidend militair onderricht hebben ge
noten. De militaire banen in de garnizoenen
staan daartoe in de maanden Mei Augustus
oen dag in do week open. De deelnemers
moeten medebrengen hun bewys van lidmaat
schap van „Volksweerbaarheid" eneenbewjjs,
dat zy met vrucht voorbereidend schietondor-
richt hebben genoten, afgegeven door den
betrokken officier-onderwyzer.
De Raad der gemeente Rotterdam be
noemde tot assistent-geneesheer in het zieken-
huls dr. J. Loopuyt, en tot assistent-heel-
meester dr. E. W. Sickemeyer. Het voorstol
tot aanstelling aan het ziekenhuis van een
uitwonend geneeskundige voor pathologisch-
anatomische-en bacteriologische onderzoekingen
op een jaarwedde van f 2000 b, f 3000, word
goodgekeurd.
De Raad stond voorts f 220,000 toe voor
den aanleg van drinkwaterleiding in nieuwe
straten by de Maashaven en 131,000 voor
het dempen van een paar vaarten aan de
Oostpoort.
De gepens. kapt. ter zee J. M. A. van
Muiken is op 62 jarigen ouderdom te 's Graven-
hage overleden.
Te Breda overleed de gepensionneerd kapitein
van het Oostindi6che leger O. Bakker.
Te Utrecht ia overleden m den ouderdom
van 46 jaren, de heer W. P. A. M. Kluit,
kapitein-luitenant ter zee, lid van het Hooge
Militaire Gerechtshof.
Do overledene was met ingang van 1 JaD.
1900 tot deze laatste functie benoemd, na
een eervolle loopbaan by de vloot.
Hy was gerechtigd tot het dragen van het1
Eereieeken voor belangryke krygsverrichtin-
gen in Atjeh, waar hy o. m. doelnam aan de
actie tegen Samalangan in 1877voorts tot
het dragen van het kruis van ridder 3de klasso
van de (Russische) orde van St.-Anna en van
het kruis voor 25 jarigen dienst als officier.
Den laten Juni was hy tot den rang van
kapitein-luitenant ter zee bevorderd.
Op de algemeene begraafplaats te Utrecht
werd gisteren het stoffeiyk overschot ter aarde
besteld. Onder de talryke aanwezigen be
vonden zich do loden van het Hoog Militair
Gerechtshof, generaal-majoor Roelants, stelling-*
commandant, do luit.-kol. Ottonhof.
De president van het Hoog Militair Gerechts
hof, mr. Van Bolhuis, bracht hulde aau de
nagedachtenis van den man, dio in zyn korte
leven reeds zoov-eol tot stand bracht. ZJn
eenvoud en rondheid werden door allen zeer
gewaardeerd.
De kapt. tor zee, L. A. H. Lamio, herinnerde
wat de overledene voor de marine was geweest.*
Namens do weduwe en verdere familie
dankte hy ^len voor do ondervonden barte
lyke belangstelling.
Biykens bU hot Departement van Marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. pantseideksclnp
„Noordbrabant", onder bevel van den kapitein
ter zee I. van den Bosch, 26 dezer te A any'
(King Georgo Sound) aangekomen.
Do gemeenteraad van Groningen besloot
met do Allgemeine Elektricitats Gesellschufb
te Beriyn een overeenkomst te sluiton be
treffende de uitvoering van wei kou voor de
stichting van het electrisch centraal station
der gemeente. Het contract zal loopon over
een bedrag van 476,650 mark. De stoom-'
installatie zal worden geleverd door de firma
Gebr8. Stork, te Hengeloo, voor 137,000 mark.
Ds. Otto Schrieke, te Enschedee, redac-1
teur van „De Vaderlander", deolt mede, dat'
zyn blad met 1 Juli ophoudt te verschynen.
Het stoomschip „Augsburg", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 24 Mei van Marseille; i
de „General" (uitreis) vortrok 25 Mei van
Napels; de „Koningin-Regentes", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 26 Mei te Genua
en zette de reis voort; de „Prinses Sophie,"
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 26
41)
Haar huwolyk was nooit bewezen. Men
had evenmin do kerkregisters nagezien, als
actvcrtentiön in de couranten geplaatst; ook
was haar huwelyks akte niet te voorschijn
gekomen en evenmin haar echtgenoot. Zy
kon de kerk, waar zy getrouwd wa3, evenmin
opgeven als weervinden en dat was voor
haar bloedverwanten volkomen voldoende.
Alles, wat zy voor het oogenblik verlaogden,
was het vruchtgebruik van haar inkomen;
later, na verloop van vyf jaren, zou zy dan
een zekeren glans ook om haar bloedver
wanten verspreidon, door een zoogenaamd
schitterende party te doen.
Dagen en weken verliepen en Rosamund
zag niets meer van lord Airdrie; maar wan
neer zy aan hem en aan haar dwaze halve
bekentenis dacht, dan gloeide haar gelaat als
vuur, zelfs in donker. Dos te meer hoorde
'zy echter van hem, want Amy's spraakzame
tong hield zich voortdurend met hem bezig.
Ook ontmoette zy byna eiken dag Tommy
op oen kleinen Shetland-pony, door een ry knecht
vergezeld, en ofschoon z(j angstig elke ont
moeting mot den vader vermeed, zoo waren
zy en Tommy toch de beste vrienden van
do wereld. Het gebeurde dikwyis, dat zy een
heolen tyd naast zyn miniatuur-uitgavo van
een paard reed en dan don snellen gang van
haar vurig bruintje in overeenstemming met
do korte pooten van den pony trachtte te
brengen. Tommy dweepte met de „mooie
•^ame": .hy gpralc met zyn vader zeer dik
wyis over haar en zeide tegen hem, dat
hy van ganscher harte wenschto, dat zy by
hen zou komen inwonen, een wensch, dien
zyn vader zeer bedaard opnam, maar die den
dikken knecht byna het leven kostte, zoozeer
moest hy zyn lachen onderdrukken. Hu en
do andore dienstboden hadden hun eigen
meening over hun heer en de mooie miss
Balmaine. Waarom was zy er zoo opgesteld
met het kind to ryden en maakte zij zooveel
werk van hem? Er bestaat het volgende
gezegde: „Men maakt een kind ter wille van
de kinderjuffrouw het hof."
Miss Balmaine's bemoeiingen droegen overi
gens do volle goedkeuring van het dienst
personeel weg. Het huis was eenzaam en
ongezellig zonder vrouw des huizes en het
was zoo'n vreemd gezicht hun heer alleen
met den kleinen jongen in die groote kamers
te zien, vonden zy. Af en toe was er eens
een heerengezelschap en een paar maal had
den daar ook reeds heeren gelogeerd. Maar
lord Airdrie hield overigens niet van men-
sclïen zien; hy hield van do jacht en den kleinen
Tommy, ja, hy hield vreeseiyk veel van hem,
beweerden zy. Tom was echter ook een kind,
waarop elk vader trotsch kon zyn. De vroeg
tijdige ontberingen, het leven buiten en de
slechte kost hadden zyn groei niet belem
merd, integendeel, hy zag er eerder als een
kind van vyf dan van vier jaar uit. Arm
ventje 1 Niemand wist zyn geboortedag
ofschoon hy in het kerkregister te Horton was
ingeschreven en dus had zyn vader een
willekeurigen dag vastgesteld, welke trouw
gevierd werd. Tommy had een voornaam,
aristocratisch voorkomen, d«ze bedeljongen,
wiens mooie, blanke armpjes en schouders
de sporen van schrammen en striemen had
den gedragen. Ja, daaraan had onmiskenbaar
de moeder van het kind, die het had verla
ten, schuld, en ter wille van die striemen
wilde zyn vader haar nimmer, nimmer ver
geven I
Het was toch eigenaardig. „Is het mogeiyk
instinct", vroeg lord Airdrie zichzelven onge-
loovig af, „of is hot toeval, dat Rosamund
zoo iets byzonder aantrekkelyks voor het
kind heeft, en Tommy voor haar?" Deze sprak
immers voortdurend over haar, over de ver
halen, die zy hem vertelde, over do mooie
haasjes, die zy voor hem uit haar zakdoek
had geknoopt; hy stond haar zelfs toe, hem
te kussen, en dat was eon groote gunst van
zyn kant, ja, hy ging zelfs zoo ver, haar in
zyn gebed te gedenken. „Lieve Heer, zegen
my en laat my een goede jongen worden;
en, lieve God, zegen papa en de mooie dame
on Klepie" (Klepie was de pony). Ronald
luisterde dan stilzwygend. Hot was immers
zoo natuurlyk, dat hy haar ook in zyn gebed
opnam, zy was immers zyn moeder, ofschoon
g§en van beiden het wist en hoe mooi
zagen zy er naast elkaar uitl Die gedachte
drong zich onwillekeurig aan hem op, toen hy
hen beiden op zekeren dag in de nabybeid van
het park inhaalde. Zy waren te paard, Rosa
mund op een bruinen volbloed-hengst, dien
zy slechts met moeite in toom kon houden,
terwyi zy zich naar Tommy toeboog, dio
haar op levondigen toon een verhaal vertelde,
waarover beiden harteiyk lachten. Ja, ook zy
lachte als een vrooiyk, jong meisje, evenals
eertyds in de dagen van Horton.
Ronald kwam langzaam over het grasveld
achter hen aan; hy verlustigde zich in het
groepje vóór hem en stelde zich voor „hoe
het had kunnen zyn", toen plotseling zyn
gelaat betrok; de herinnering aan moeder
Nan's vuile hut doemde in al haar afschuwe
lykheid voor hem op. Haastig reed by nu
naar hen toe, alsof hy ze zoo juist pas had
gezien, nam zü'n hoed af en zeido, dat hy
hoopte, dat miss Balmaine het goed maakte.
Miss Balmaine vond niets zoo onaangenaam,
dan dat lord Airdrie haar met Tommy samen
trof; zy zocht het gezelschap van zyn kind
slecht wanneer zy kon vermoeden, dat hy uit
was. Zy nam dus haastig afscheid van Tommy,
draaido vervolgons met een styve buiging
voor zyn vader haar onrustig paard om en
was spoedig uit den gezichtskring verdwenen.
XXVL
Een week later, toen de familie Brice juist
in hot salon byoen was en op do aankondiging
van het diner wachtte, trad een knecht met
een briefje op een presenteerblaadje binnen
en op miss Balmaine toegaande, zeide hy
„Hot rytuig wacht op u, miss."
„Van wien kan dat zun?" riep de jongo
dame, torwyi zy den brief onverschillig opende.
„Loos, als 't je belieft, hardop l" riep Amy
dadelyk.
Rosamund's oogen vlogen over de volgende
regelen
„Geachte Mejuffrouw t
„Master Tommy is een groot ongeluk
overkomen. Hy vraagt steeds naar u,
en lord Airdrie laat u verzoeken, onver-
wyid te komen. Wy gelooven niet, dat
het kind den nacht overleven zal.
#Uw gehoorzame dienares,
„Martha Trent."
Het briefje ontviel aan Rosamund's hand,
toen zy den laatsten regel las.
„Hoe ontzettendl" riep Amy, hot blad
oprapend.
„Arme kleine Tommyl Zyn vader zal ge-'
heel buiten zichzelven zynl"
„Maar wilt gy er dan werkeiyk heengaan,
Rosamund?' vroeg haar moeder verdriotig.
„Gy kunt immers toch niet helpen en het
zal zulk een vreemden indruk maken. Wat
zullen de dienstboden wel denken?"
„Ik moet wagen by de dienstboden aan
stoot te geven, want er heengaan doe ik
zeker en wel dadelyk."
„Wat? Zonder middagetent" riep overste
Brice, wiens afgod het middagmaal was.
„Denkt u, dat ik hier gerechten zou kun
nen afwerken, torwyl het arme kind naar
my roept?"
„Gy kunt onmogeiyk alleon gaan, kind,*
en de juiste persoon, om je te vergezellen,
is je vader." Dat zeggende keek mrs. Brice
haar echtgenoot smeelcend aan.
„Ik ga om dezen tyd niet uit/' antwoordde
hy, „om ^chtor Rosamund's grillen en ander
mans zieko kinderen aan te rennen."
„Eu ik kan zelve niet meegaan, ik heb
zulk een aangezichtspijn; ook maakt my het
zien van een doodzieke voor een week van
streek," verzekerde mrs. Brice; „ik ben zoo
teergevoelig, zoo vreeseiyk weekhartig l"
„Zou ik Rosamund niet kunnen bescher
men?" vroeg Amy.
„Neen, gy zoudt maar in den weg zyn,*
antwoordde haar tante; twee meisjes zou,
nog erger zyn dan óón. Rosamund, gy moet
Wheeler meenemen, jawel. Bedenk toch, wat
do men8chen zullen zeggen l Do woning van
een jonggezel en gy, een ongetrouwd meisje
Wordt verwig dj