N®. 12654- Dinsdag 28 Mei. A®. J9G1. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Ned.-Zuidafrikaansclie ïereeniging. Feuilleton, De Roos van Horton. IDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maandon. fHl l f 1.10.! "Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zyn 1.80 Franco per post 1.65-, PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel rneer f 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Afdeding Leiden en Omstreken Ontvangen by den PenningmeesterZoeter- woudache Singel 41 Door bemiddeling van het Letdsch Dagblad Gecollecteerd door Cato op do bruiloft van Piet en Minaf 5 Ter oere van Bruid en Bruidegom voor de Boeren,2 Gecollecteerd op een groenmakers- partytjo van een 12'/j-jarigQechtvereeni- ging voor de Boeren1 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester of aan het Bureel van dit Blad. Leiden, 28 Mei. Da voorzitter van het hoofdcomité van hot Roode Kruis heeft bericht ontvangen, dat dr. J. C. J. Bieren8 do Haan den 26sten dezer in welstand uit Zuid-Afiika by zyn familie te Haarlem is teruggekeerd. Dr. Bierens do Haan, die met de eerste Noderlandscho ambulance naar Zuid-Afrika vertrok en deze week weer zyn betrekking als assistent aan het academisch ziekenhuis alhier hoopt te aanvaarden, zal "Woensdag middag met den trein van 2 u. 26 m. alhier aankomen en alsdan officieel worden ontvangen. Op hot perron en in do eerste-klasse-wac-ht- kamer zal hy worden verwelkomd namens de Leidsche afdeeling van het „Roode Kruis", zoomede door het bestuur der afdeeling Leiden en omstreken en der studenten-afdeeling van «1e Nederlandsch-Zuid-afrikaansche Voreeniging. Landauers zullen inmiddels op het Stations plein gereedstaan, waarmede hy naar zyn woning zal worden geleid, langs Stationswog, Stoonstraat, Blauwpoortsbrug, Paardensteeg, Borstelbrug, Kort-Rapenburg, Breestraat, Steen- •chuur en Rapenburg, tot aan zyn woning. Het is zeker overbodig de bewoners van die straten alsmede die van aangrenzende «traten, uit te noodigen do vlaggen van hun woningen uit te stekon als een bowys van vreugde over de behouden terugkomst van den heer Bierens de Haan en als een bewys van eympathie met hetgeen hy voor onzo strydendo stamverwanten op het oorlogs veld heeft gedaan. Te zynen huizo zal hy weer door een andere commissie worden opgewacht ter aanbieding van het huldebiyk der ingezetenen. Intu8schon bracht dr. Bierens de Haan, toen regelrecht uit Zuid Afrika komende, reeds Zondag-morgen een voorloopig bezoek aan zyn womug, om met een volgenden trein weor naar Haarlem te vertrekken. Het oponthoud was, dus slechts zeer kort en van geheel par.iculioren aard. Aan het station had een begrooting plaats, welke misschien juist ddarom te treffender was, omdat er nagenoeg geen tyd tot voor- boreiding was geweest. Toen de eerste oogenblikkon, gowyd aan het weerzien van naaste familiebetrekkingen, voorby waren, nam, te midden van een groep medici met hun dames, van bestuursleden der afdeeling Lolden van het „Roode Kruis", van de Zuidafrikaansche Vereeniging en verder vanj veel toevallig aanwezenden, prof JRosen- stoin, als voorzitter van den „Geneeskundigen Kring", het woord, om op de hem eigen welsprekende en bartelyke wyze den braven Biorens de Haan te verwelkomen. Deze, verbaasd en ontroerd, had toch de kracht, om in eenige goed gekozen woorden zyn dank uit te drukken voor deze onverwachte ontvangst. Hy legde er daarby den nadruk op, dat hy de Boeren verlaten had mot een gevoel van bewondering en van diep, Innig medeiyden, en dat volgens zyn overtuiging zy eerst din de wapenen zullen neerleggen, wan neer hun feitoiyk geen enkel hulpmiddel meer is overgebleven. Dr. Bierens do Haan, hoewel tamely k sterk vergryed en Ietwat vermagerd, ziet er toch even flink en opgewekt uit als vroeger. Daarvan zal men zich nu morgennamiddag kunnen overtujgen, wannoorde officioele begroeting en de tocht door de stad zullen geschieden. Naar aanleiding van het verzoek van den heer W. J. van 't Sant, O.-I. ambtenaar, met verlof hier te lande en tydeiyk rerblyf houdende te dezer stede, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwys, geven B. en Wa. in overweging aan adressant terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor zyn doch tertje Ida Lamberta over de maand April van dit jaar, aangezien dit wegens vestiging in de gemeente het onderwys aan de Meisjesschool lste klasse eerst sedert 1 Mei j.l. heeft gevolgd. Ten aanzien van een desbetreffend verzoek van de Leidsche Katoenmaatschappy, voorheen De Heyder Co., deelen B. en Ws. mede, dat, wat er ook te zeggen moge zyn voor de verschillende argumenten, door adressanto aangevoerd om van de betaling van recognitie voor de door haar te leggen waterleiding en do daarvoor verei3chte werken vrygesteld te worden, toch niet aan haar verzoek kan worden voldaan, omdat de desbetreffende verordening dergelijke vrystelJing niet toelaat. Mitsdien geven zy in overweging afwyzqnd op het verzoek te beschikken. In verband met het verzoek van do heeren H. W. Rübenkamp en A. F. deRooy, wonende aan de Leidsche Buurt, te Oegatgeest, en met het daaromtrent by commissaiissen der gasfabriek ingewonnen advies, stellen B. en Ws. den gemeenteraad voor, in overeen stemming met vroeger op dergeiyke verzoeken genomen besluiten, commissarissen der gas fabriek to machtigen de perceelen van adres santen, aan de gasleiding aan te sluiten, onder voorwaarde, dat de aanleg kosten geheel door adressanten zullen worden bestreden en onder voorbehoud, dat de prys van hot gas voor verbruikers, buiten Leiden woonachtig, door den Gemeenteraad wellicht boven het Leidsche tarief kan worden verhoogd. Den gemeenteraad is door B. en Ws. ter vaststelling aangeboden het 2de gedeelte van het kohier der plaatselyke directe belas ting voor 1901, omvattende de wyken5-12. By onveranderde vaststelling van dit ge deelte zal het belastbaar inkomen van het geheele kohier bedragen f 6,684,786. Aange zien op de begrooting voor 1901 een bedrag van f 160,000 als opbrengst van deze belasting is uitgetrokken, waarby overeenkomstig art. 1 der Verordening 6 pCt. moet worden gevoegd voor kwade poston, zou een som van f 168,000 moeten worden geheven; overeen komende met 2,512 percent van het belastbaar inkomen. Intus8chen is B. en Ws. gebleken, dat het dienstjaar 1900 een zeer belangryk batig slot zal opleveren, in hoofdzaak ten gevolge van de hoogere winst der Gasfabriek, welke do geraamde som met ongeveer f 46,000 over schrijdt. B. en Ws. vinden daarin reden om voor te stellen ten behoeve van het dienstjaar 1901 to beschikken over ongeveer f 18,000 uit hok vermoedeiyk batig saldo van 1900, waardoor de percentage dezer belasting thans op 2'/4 zoude kunnen worden bepaald, met een opbrengst van f 150,407.68. B. en Ws. geven den Raad ln overweging tot vaststelling van het geheele kohier over te gaan, en de heffingspercentage te be palen op 2 (Het belastbaar inkomen bedroeg het vorige jaar 6,599,109.) Ter vervulling van de vacature van 3de onderwyzeres aan de openbare lagere school der 3de kl. No. 4 alhier, ontstaan door do be noeming van mej. A. Lem tot 2de onderwyzeres aan de Meisjesschool 2de kl., is de volgende voordracht opgemaakt: lo. mej C. A. de Hondt, tydeiyk 3de onderwyzeres aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 4 2o. mej. L. A. E. van Nouhuys, idem aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 5; 3o. mej. M. K. van Wyk, idem aan de open bare lagere school der 3de klasse No. 3. Naar ons van bevoegde zyde wordt medegedeeld, heeft dr. Th. G. den Houter ontslag genomen als lid van den gemeenteraad. De gemeenteraad alhier zal a. s. Donderdag namiddag te twee uren oen openbare ver gadering houden. De „Vryzinnigo Kiesvereeniging" alhier zal een algemeene vergadoring houden op Vrydag-avond 31 Moi a. s. in het Nutsgebouw, o. a. tot het doen eener keuze van een candi daat voor het lidmaatschap van de Provinciale Staten. Voorloopige candidaton zyn de heeren P. Alma Lz., F. H. A. Driessen, Mr. J. Oppenlieim, W. F. Yerhey van Wyk en J. C. Zaalberg. Het Ryks Ethnographi8ch Museum alhier heeft van den heer J. Mulder, lid der firma Mulder, Redeker Co., te Amsterdam, ten geschenke ontvangeneen dubbel zwaard, in houten scheedo met groen gekleurd hoornen belegsel en mot geelkoperen beslag aan groep en scheede. Afkomstig uit China. Aan den schenker is do dank der Regeering betuigd. Do „Staatscourant" bevat de statuten dor Vereeniging lot bo vordering van de opleiding tot instrumentmaker, te Lelden. By de heden alhier gehouden openbare verkooping van cokes in partyen van 10 en 5 HL. waren de prijzen 6.,- en/-3. H. M. do Koningin Moeder heeft een groote zilveren medaille toegezegd voor den door de Haarlemsche letterlievende vereeniging J. J. Cremor" uitgeschroven toonoolwodstryd. Het bericht als zou de 2de luitenant der infanterie A. Kaptein om detacheering by het Oost-Indisch leger hebben verzocht, ia onjuist. Het Indisch Genootschap hield Zaterdag onder voorzitterschap van den boer E. B. Kielstra de voorzitter, mr. C. Pynacker Hor- dyk, was verhinderd tegenwoordig te zyn zyn algemeene jaarvergadering. In het verslag van den secretaris, den heer J. Boudewyn8e, werd hulde gebracht aan de nagodachtenis van hot overleden bestuurslid den heer B. J. A. Spaan, en het afgetreden bestuurslid jhr. mr. Elout van Soeterwoude. Hy resumeerde de gohouden voordrachten in het afgeloopen jaar. Het ledental der vereeni ging is geklommen tot 281, Uit do rekening van den penningmeester, mr. E. Douwes Dekker, bleek, dat de finan- cieele toestand gunstig was en een voordeelig saldo van f 78.27 aanwezig is. Het kapitaal dor vereeniging zal waarschyn- ïyk spoedig voor oen deel moeten aangewend worden voor hot drukken van den catalogus der bibliotheek, aan welks vervaardiging de adjunct-bibliothecaria ijverig werkzaam is. Do aftredende bestuursleden, mr. Pynacker Hordyk, mr. E. Douwes Dekker en P. J. Kooreman, werden herkozen. De Londenscke correspondent van het „A. H." schryft: Naar ik verneem zal ds. Baart de la Faille 9 Juni door professor Van Maanen bevestigd worden in do Hollandscho kerk in Austin Friars en zyn intreerede houden. De dienst begint op den gewonen tyd: 11.15 vm. De correspondent van de „N. R. Ct." te Konetantinopel schryft: „Op de door alle couranten der hoofdstad afgedrukte verdere lyst van personen, tegen wie de procureur-generaal van het Hof van Appèl te Stamboel, krachtons orders van hooger hand, een bevel tot inhechtenisneming heeft uitgevaardigd, komt ook voor Ali Noen bei, consul-goneraal van Turkye te Rotterdamen wel wegens hoogverraad en majesteitsschennis door het op heftige wyze aanvallen van den Souverein en de Keizeriyke regeering in op ruiende bladen en geschriften. Wanneer de beschuldigde zich niet binnen veertien dagen (na 21 Mei) voor de lyfslraffejyko (crimmeelo) rechtbank te Stamboel stelt, zal hy by ver stek worden veroordeeld en zyn goederen worden verbeurd verklaard. „Daar in genoemd rechterlyk collego naiuurlyk niemand aan zyn schui l zal kunnen twyfelen, en zyn veroordeeling tot den strop, of minstens tot laDgjango opsluiting in do beruchte citadellen te Akkra (SyriÖ) of in Barbarye, dus zeker is, zal de gedaagde aan die vriendeiyke uitnoodiging van den procureur- generaal, om naar hier te komen, wel geen gevolg geven. „Ali Noeri bei, op het oogenblik dus op do vlucht en geschorst in zyn betrekking, werd ten paleize al lang verdacht van Jong-Turksche woelingen, en het moet hem al reeds een maand geloden duideiyk zyn geworden wat hem boven het hoofd hing, toen de dagbladcensuur de opneming verbood van een artikeltje, dat hy aan een der Fransche couranten alhier had gezonden, en waarin hoog werd opgegeven van de vereering, welke de Ottomaanscbe consul-generaal to Rotterdam voor den ver heven persoon des Khalief-Sultans koesterde, van zyn trouw aan de keizeriyke regeering, van zyn onvermoeide en vruchtbare werk zaamheid ten behoeve van zyn vorst en het ryk in Nederland, enz. „Mon denkt er nu te Jildiz hard over, de aldus opengevallen consulplaata te Rotterdam te geven aan Mundji bei, sedert verleden jaar October benoemd consul generaal van Turkye in Don Haag; in welke quahteit hy evenwel door do Nederlandsche regeering, welko het niet wenscbelyk vindt naast den gezant ook nog een Turkschen consul in de hofstad te hebben, nimpier is eikeud; en waarvoor hy dan ook nog steeds tevergeefs op het exequator wacht. Door zyn overplaatsing naar Rotterdam zou dan dat onaangename incident op voor alle pariyen bevredigende wyze geregeld worden." De minister van oorlog heeft gunstig beschikt op eon request van het Hoofdbestuur van „Volksweerbaarheid" om den leden dier Vereeniging evenals in 1900 ook in 'dit jaar de deelneming te vergunnen aan do schiet oefeningen, o. a. aan hen, die met vrucht het voorbereidend militair onderricht hebben ge noten. De militaire banen in de garnizoenen staan daartoe in de maanden Mei Augustus oen dag in do week open. De deelnemers moeten medebrengen hun bewys van lidmaat schap van „Volksweerbaarheid" eneenbewjjs, dat zy met vrucht voorbereidend schietondor- richt hebben genoten, afgegeven door den betrokken officier-onderwyzer. De Raad der gemeente Rotterdam be noemde tot assistent-geneesheer in het zieken- huls dr. J. Loopuyt, en tot assistent-heel- meester dr. E. W. Sickemeyer. Het voorstol tot aanstelling aan het ziekenhuis van een uitwonend geneeskundige voor pathologisch- anatomische-en bacteriologische onderzoekingen op een jaarwedde van f 2000 b, f 3000, word goodgekeurd. De Raad stond voorts f 220,000 toe voor den aanleg van drinkwaterleiding in nieuwe straten by de Maashaven en 131,000 voor het dempen van een paar vaarten aan de Oostpoort. De gepens. kapt. ter zee J. M. A. van Muiken is op 62 jarigen ouderdom te 's Graven- hage overleden. Te Breda overleed de gepensionneerd kapitein van het Oostindi6che leger O. Bakker. Te Utrecht ia overleden m den ouderdom van 46 jaren, de heer W. P. A. M. Kluit, kapitein-luitenant ter zee, lid van het Hooge Militaire Gerechtshof. Do overledene was met ingang van 1 JaD. 1900 tot deze laatste functie benoemd, na een eervolle loopbaan by de vloot. Hy was gerechtigd tot het dragen van het1 Eereieeken voor belangryke krygsverrichtin- gen in Atjeh, waar hy o. m. doelnam aan de actie tegen Samalangan in 1877voorts tot het dragen van het kruis van ridder 3de klasso van de (Russische) orde van St.-Anna en van het kruis voor 25 jarigen dienst als officier. Den laten Juni was hy tot den rang van kapitein-luitenant ter zee bevorderd. Op de algemeene begraafplaats te Utrecht werd gisteren het stoffeiyk overschot ter aarde besteld. Onder de talryke aanwezigen be vonden zich do loden van het Hoog Militair Gerechtshof, generaal-majoor Roelants, stelling-* commandant, do luit.-kol. Ottonhof. De president van het Hoog Militair Gerechts hof, mr. Van Bolhuis, bracht hulde aau de nagedachtenis van den man, dio in zyn korte leven reeds zoov-eol tot stand bracht. ZJn eenvoud en rondheid werden door allen zeer gewaardeerd. De kapt. tor zee, L. A. H. Lamio, herinnerde wat de overledene voor de marine was geweest.* Namens do weduwe en verdere familie dankte hy ^len voor do ondervonden barte lyke belangstelling. Biykens bU hot Departement van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantseideksclnp „Noordbrabant", onder bevel van den kapitein ter zee I. van den Bosch, 26 dezer te A any' (King Georgo Sound) aangekomen. Do gemeenteraad van Groningen besloot met do Allgemeine Elektricitats Gesellschufb te Beriyn een overeenkomst te sluiton be treffende de uitvoering van wei kou voor de stichting van het electrisch centraal station der gemeente. Het contract zal loopon over een bedrag van 476,650 mark. De stoom-' installatie zal worden geleverd door de firma Gebr8. Stork, te Hengeloo, voor 137,000 mark. Ds. Otto Schrieke, te Enschedee, redac-1 teur van „De Vaderlander", deolt mede, dat' zyn blad met 1 Juli ophoudt te verschynen. Het stoomschip „Augsburg", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 24 Mei van Marseille; i de „General" (uitreis) vortrok 25 Mei van Napels; de „Koningin-Regentes", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 26 Mei te Genua en zette de reis voort; de „Prinses Sophie," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 26 41) Haar huwolyk was nooit bewezen. Men had evenmin do kerkregisters nagezien, als actvcrtentiön in de couranten geplaatst; ook was haar huwelyks akte niet te voorschijn gekomen en evenmin haar echtgenoot. Zy kon de kerk, waar zy getrouwd wa3, evenmin opgeven als weervinden en dat was voor haar bloedverwanten volkomen voldoende. Alles, wat zy voor het oogenblik verlaogden, was het vruchtgebruik van haar inkomen; later, na verloop van vyf jaren, zou zy dan een zekeren glans ook om haar bloedver wanten verspreidon, door een zoogenaamd schitterende party te doen. Dagen en weken verliepen en Rosamund zag niets meer van lord Airdrie; maar wan neer zy aan hem en aan haar dwaze halve bekentenis dacht, dan gloeide haar gelaat als vuur, zelfs in donker. Dos te meer hoorde 'zy echter van hem, want Amy's spraakzame tong hield zich voortdurend met hem bezig. Ook ontmoette zy byna eiken dag Tommy op oen kleinen Shetland-pony, door een ry knecht vergezeld, en ofschoon z(j angstig elke ont moeting mot den vader vermeed, zoo waren zy en Tommy toch de beste vrienden van do wereld. Het gebeurde dikwyis, dat zy een heolen tyd naast zyn miniatuur-uitgavo van een paard reed en dan don snellen gang van haar vurig bruintje in overeenstemming met do korte pooten van den pony trachtte te brengen. Tommy dweepte met de „mooie •^ame": .hy gpralc met zyn vader zeer dik wyis over haar en zeide tegen hem, dat hy van ganscher harte wenschto, dat zy by hen zou komen inwonen, een wensch, dien zyn vader zeer bedaard opnam, maar die den dikken knecht byna het leven kostte, zoozeer moest hy zyn lachen onderdrukken. Hu en do andore dienstboden hadden hun eigen meening over hun heer en de mooie miss Balmaine. Waarom was zy er zoo opgesteld met het kind to ryden en maakte zij zooveel werk van hem? Er bestaat het volgende gezegde: „Men maakt een kind ter wille van de kinderjuffrouw het hof." Miss Balmaine's bemoeiingen droegen overi gens do volle goedkeuring van het dienst personeel weg. Het huis was eenzaam en ongezellig zonder vrouw des huizes en het was zoo'n vreemd gezicht hun heer alleen met den kleinen jongen in die groote kamers te zien, vonden zy. Af en toe was er eens een heerengezelschap en een paar maal had den daar ook reeds heeren gelogeerd. Maar lord Airdrie hield overigens niet van men- sclïen zien; hy hield van do jacht en den kleinen Tommy, ja, hy hield vreeseiyk veel van hem, beweerden zy. Tom was echter ook een kind, waarop elk vader trotsch kon zyn. De vroeg tijdige ontberingen, het leven buiten en de slechte kost hadden zyn groei niet belem merd, integendeel, hy zag er eerder als een kind van vyf dan van vier jaar uit. Arm ventje 1 Niemand wist zyn geboortedag ofschoon hy in het kerkregister te Horton was ingeschreven en dus had zyn vader een willekeurigen dag vastgesteld, welke trouw gevierd werd. Tommy had een voornaam, aristocratisch voorkomen, d«ze bedeljongen, wiens mooie, blanke armpjes en schouders de sporen van schrammen en striemen had den gedragen. Ja, daaraan had onmiskenbaar de moeder van het kind, die het had verla ten, schuld, en ter wille van die striemen wilde zyn vader haar nimmer, nimmer ver geven I Het was toch eigenaardig. „Is het mogeiyk instinct", vroeg lord Airdrie zichzelven onge- loovig af, „of is hot toeval, dat Rosamund zoo iets byzonder aantrekkelyks voor het kind heeft, en Tommy voor haar?" Deze sprak immers voortdurend over haar, over de ver halen, die zy hem vertelde, over do mooie haasjes, die zy voor hem uit haar zakdoek had geknoopt; hy stond haar zelfs toe, hem te kussen, en dat was eon groote gunst van zyn kant, ja, hy ging zelfs zoo ver, haar in zyn gebed te gedenken. „Lieve Heer, zegen my en laat my een goede jongen worden; en, lieve God, zegen papa en de mooie dame on Klepie" (Klepie was de pony). Ronald luisterde dan stilzwygend. Hot was immers zoo natuurlyk, dat hy haar ook in zyn gebed opnam, zy was immers zyn moeder, ofschoon g§en van beiden het wist en hoe mooi zagen zy er naast elkaar uitl Die gedachte drong zich onwillekeurig aan hem op, toen hy hen beiden op zekeren dag in de nabybeid van het park inhaalde. Zy waren te paard, Rosa mund op een bruinen volbloed-hengst, dien zy slechts met moeite in toom kon houden, terwyi zy zich naar Tommy toeboog, dio haar op levondigen toon een verhaal vertelde, waarover beiden harteiyk lachten. Ja, ook zy lachte als een vrooiyk, jong meisje, evenals eertyds in de dagen van Horton. Ronald kwam langzaam over het grasveld achter hen aan; hy verlustigde zich in het groepje vóór hem en stelde zich voor „hoe het had kunnen zyn", toen plotseling zyn gelaat betrok; de herinnering aan moeder Nan's vuile hut doemde in al haar afschuwe lykheid voor hem op. Haastig reed by nu naar hen toe, alsof hy ze zoo juist pas had gezien, nam zü'n hoed af en zeido, dat hy hoopte, dat miss Balmaine het goed maakte. Miss Balmaine vond niets zoo onaangenaam, dan dat lord Airdrie haar met Tommy samen trof; zy zocht het gezelschap van zyn kind slecht wanneer zy kon vermoeden, dat hy uit was. Zy nam dus haastig afscheid van Tommy, draaido vervolgons met een styve buiging voor zyn vader haar onrustig paard om en was spoedig uit den gezichtskring verdwenen. XXVL Een week later, toen de familie Brice juist in hot salon byoen was en op do aankondiging van het diner wachtte, trad een knecht met een briefje op een presenteerblaadje binnen en op miss Balmaine toegaande, zeide hy „Hot rytuig wacht op u, miss." „Van wien kan dat zun?" riep de jongo dame, torwyi zy den brief onverschillig opende. „Loos, als 't je belieft, hardop l" riep Amy dadelyk. Rosamund's oogen vlogen over de volgende regelen „Geachte Mejuffrouw t „Master Tommy is een groot ongeluk overkomen. Hy vraagt steeds naar u, en lord Airdrie laat u verzoeken, onver- wyid te komen. Wy gelooven niet, dat het kind den nacht overleven zal. #Uw gehoorzame dienares, „Martha Trent." Het briefje ontviel aan Rosamund's hand, toen zy den laatsten regel las. „Hoe ontzettendl" riep Amy, hot blad oprapend. „Arme kleine Tommyl Zyn vader zal ge-' heel buiten zichzelven zynl" „Maar wilt gy er dan werkeiyk heengaan, Rosamund?' vroeg haar moeder verdriotig. „Gy kunt immers toch niet helpen en het zal zulk een vreemden indruk maken. Wat zullen de dienstboden wel denken?" „Ik moet wagen by de dienstboden aan stoot te geven, want er heengaan doe ik zeker en wel dadelyk." „Wat? Zonder middagetent" riep overste Brice, wiens afgod het middagmaal was. „Denkt u, dat ik hier gerechten zou kun nen afwerken, torwyl het arme kind naar my roept?" „Gy kunt onmogeiyk alleon gaan, kind,* en de juiste persoon, om je te vergezellen, is je vader." Dat zeggende keek mrs. Brice haar echtgenoot smeelcend aan. „Ik ga om dezen tyd niet uit/' antwoordde hy, „om ^chtor Rosamund's grillen en ander mans zieko kinderen aan te rennen." „Eu ik kan zelve niet meegaan, ik heb zulk een aangezichtspijn; ook maakt my het zien van een doodzieke voor een week van streek," verzekerde mrs. Brice; „ik ben zoo teergevoelig, zoo vreeseiyk weekhartig l" „Zou ik Rosamund niet kunnen bescher men?" vroeg Amy. „Neen, gy zoudt maar in den weg zyn,* antwoordde haar tante; twee meisjes zou, nog erger zyn dan óón. Rosamund, gy moet Wheeler meenemen, jawel. Bedenk toch, wat do men8chen zullen zeggen l Do woning van een jonggezel en gy, een ongetrouwd meisje Wordt verwig dj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1