MENGELWERK.
FBAMS J8ZEF BITTETO
„theoretisch een klove gaapt, waarover geen
brug valt te spannen. Maar in de practyk
valt van die klove, gelukkig, zoo goed ala
piets te bespeuren en Ioopen we by elkaar
in en uit".
Dat laatste "heb Ik cok met eenlge verwon
dering bespeurd. Die Friesche Broeders schenen
van in- en nitloopen te houden. Men weet
menigmaal zelfs niet, waar zy te vinden zijn.
'Alleenlijk meen ik, dat zy drukker by de
anti revolutionairen inloopon dan omgekeerd.
Dat doet niet denken aan vastheid van be
ginsel, en wekt geen vertrouwen. Ik hoop
.'dan ook, dat de Christelyk-Historiscben in
Friesland, die niet by de vijanden van hun
Kerk. in- en urtloopen, zich niet zullen laten
loverhalen, om in de kaart van dr. Kuyperte
spelen.
Onder hét hoofd Beginselen" besprak De
Standaardhet program van-den Christ.-
pist. Kiezersbond met do toelichting.
Onjuist vindt het blad het gezegde, dat in
«den bel geen afgerond noch volkomen
stelsel van staatkunde to vindon is.
„Het stelsel van staatkunde, dat onder
fcsraél gold, ds er wel terdoge in to vinden.
(Zelfs is het nergens andera te vinden dan in
den Bijbel. Bedoeld zal dan ook wel zyn, dat
clo Heilige Schrift geen voor ons geldend
'en verplichtend stelsel van staatkunde in
afgeronden en uil ge werkten vorm geeft. Zoo
echter is deze verklaring een s'ag tegen den
.windmolen. Wie toch heeft ooit hét tegendeel
beweerd
Van beteekenis acht het blad do verklaring,
dat zy, die een stelsel van staatkunde ont-
werpen, rekening moeten houden
met wat de (Bybel leert.
„Er is dus geen sprake van oen onder
worpen z y n aan den wil Gods, die in de
Heilige Schrift geopenbaard is, maar alleen
van een r e k-e n i n g hou d o n or mede. Nu,
wie inzake het staatsrecht beslissingen moet
nemen, moet mot zooveel Tekening houden;
met liet verleden, met den actueelen toestand,
met wat in andere landen geldt, met wat
kundige schrijvers geleeraard hebben. En zoo
derhalve nu ook met wat de Bybél leert 1
Ieder voelt het zwakke der uitdThkkmg."
Het program zegt, dat er toch in den Bybel
beginselen liggen opgesloten omtrent zekere
verhoudingen en noemt daarvan een drietal.
Hierover zegt De Standaardr
„Veel geeft de Schrift dus niét. Toch
iets. Dat t o c h is welsprekend.
En „onder meer" worden na drie dingen
genoemd, lét wel om de grenzen van do
macht der overheid te bepalen en het stelsel
'van staatkunde op te bouwen. En die drie
zijn: de verhouding van man on vrouw, do
zelfstandigheid van het gezin en de betrekking
tusschen heer en dienaar.
Is het met ryk?.
Meer nog, ook omtrent doze drio verhou
dingen geelt de Heilige Schrift geen ordinan-
iién, maar er liggen in liaar omtrent deze
'drie dingen „beginselen opgosloten".
Zal men nu ten minste aan die „opgesloten
beginselen" gehoorzaamheid schuldig zyn?
Ook dat niet, maar wol is het van belang,
zoo staat er, „van welken geest de maunen
doordrongen zyn, die zulke vraagstukken
moeten oplossen".
En dan zegt De Banier nogal, dat zy het
principieel meer met dezen Bond eens is dan
met do Anti-revolutionairen.
Kon De Bartier ouit eigen program driestor
verloochenen?"
De weergekeerde zoon»
Thomas "Wille, de gryzo doodgraver, zat
In het kleine kamertje voor het raam en
keek naar buiten, naar de langzaam dalende
'schemering.
Zyn vrouw, wier haar ook reeds grijs begon
to worden, kwam by hem 6taan en Jegdo
haar witte, gerimpelde hand op zyn schouder.
„Vader, je moet naar don toren, om hot
feest in te luiden. Het is byna tyd."
De oude man schrikte. Hy had gedroomd.
Zyn gedachten hadden hem ver, heel ver wog,
paar vroegere tyden, gevoerd. Nu was hy
plotseling met een schrik in de werkélykheid
Teruggekeerd. Het groote oogen zag hy zyn
Vrouw aan.
„Hebt gy weer aan hom gedachtvroeg
zy met zachte stem.
Hy knikte, veegde een traan weg en-.stond op.
„Hot is vandaag tien jaar geledon, dat hy
ons dat verschrikkelijke verdriet aandeod,"
zeido de oude vrouw met bevende stem. „Dat
.was een treurig Pinksterfeest."
Do oude man knikte even, toen nam hy.
zyn hoed en verliet do kamer. Terwyl hy
zoo langzaam de smalle boventrap opgiüg,
kwamen al dio gedachten aan den verloren
zoon weer by hem op, en toen hy bovon by
den klokkestool was gekomen, viel hy op
de bank neer, drukte zyn handen voor het
gezicht en begon luid te schreien. Maar zyn
plicht riep hem. De oude torenklok sloeg
niet brommende slagen. Het was tytl. Nu
moest het feest wordon ingeluid. Hy richtte
zich weer op, greep naar het klokkotouw en
begon den klepel in beweging te brengen.
Plechtig, tot heel in de verte, hoorde men
de kiokketonen, tonen uit het schoone ryk
van vrede, waar eeuwige liefde heerscht,
waar vergeving geschonken wordt aan allon,
die ze komen zoeken, tonen uit do eeuwige
sferon, die de hoop aan do geloovigen voor-
toovert; tonen, die al het goede en edele in
con menscbenziel doen ontwaken en zoo den
sterveling eemge oogenblikken nader brengen
tot den eeuwigen vrede.
En de oude man, dio heol in de hoogte de
klok luidde, verzonk meer en meer in gopoins
en terwyl by de oudo, styvo vingers om hot
touw klemde, kwam hem zyn goheelo lydens-
geschiedenis van do laatsto jaren weer voor
den geest en met een bevend hart doorleefde
hy alles nog eens.
Hoe dikwyls had hy jaren géloden hier
mot zyn zoon gestaan on hoe dikwyls had
de kleine Karei, vrooiyk en vlug als een
eekhoorntje, bovenin de balken rondgeklauterd 1
Daar, op die bank, had hy gezeten, om naar
do sprookjes te luistoren, en hier, by dit luik,
bad hy zoo dikwyls gekeken naar het uit
gestrekte, bloeiende land; alles, alles kwam
den oud© weer in de gedachten. Maar hoe
geheel anders was alles afgetoopen, hoe anders
dan hy had gehooptI Daar benoden, door dö
schemering heen, zag hy de rivier, do wilde,
onstuimige rivier, en daar was het gebeurd,
daar lagen al de duizenden verwachtingen van
een arm, treurig vaderhart begraven.
De klok zwoog.
Langzaam stierven de laatste tonen weg.
Toen werd het stil daar boven in den
klokkostoel en de oude man zat en staarde
droomend met vochtigo oogen In de groote
ruimte, dio zich voor hem uitbreidde.
Hy vervolgde zyn droomen, maar doorzijn
geheelen gedachtenioop drong altyd weer, als
een wegstervende klokketoon, dat eene:
„Myn lieve jongon, waarom heb je my dat
verdriet aangedaan?"
Het begon donker te worden, de oudo man
ging de trap af en deed, zooals gewo'oniyk,
voordat hy naar huis kwam, nog eens de
rondo op het kerkhof. De kiezelstoenen op
de paden knarsten onder zyn voeten. Lang
zaam ging hy van de eene afdeeling naar de
andore. Hot eerst naar do graven van de
kinderen, dan naar de „nieuwe", teen naar
de „oude", en het laatst naar de familiegraven.
Hy kende ieder graf zóó goed, dat bjj het
midden in den nacht wel had kunnen vinden.
Alles was in orde.
Maar hy bleef staan en zag om zich heen,
als zocht hy iets, en hy dacht: „Och, had
do rivier hem mg toch teruggebracht, dan
wist ik ten minste waar ik aan zfjn graf kon
bidden; doch ook dit laatste is my ontzegd."
Met eon diepen zucht ging hy -eindelijk
naar zyn huisje terug.
Toen hy een uur laior met zyn vrouw
aan het avondeten zat, werd er voorzichtig
aan het hek gebeld; zacht als een bede klonk
het geluid door de stilt© van den vredigen
avond.
De beide oudjes zagen elkander verbaasd
aan. Niemand durfde iets zeggen. Zy hadden
een voorgevoel, alsof er iets gebeuren zou.
Eindelyk stond hy op, nam zyn stok en de
lantaarn en ging naar het hek.
De oude vrouw bleef luisterend achter de
deur staan.
„"Wie js daar?" riep de doodgraver met
vaste stem.
Van buiten werd zacht .geantwoord: „Een
zieke bedelaar. Ik bid u, laat my by u over
nachten."
„Waarom gaat gy niet naar het dorp?
Daar is een ziekenhuis 1" riep de oudo knorrig.
„Tk kan niét verder," smeekte de vreem
deling; „bob toch medeFyden met inflj'ï"
De oudo zweeg on was het nog niet mot
zichzelf eens.
Hy wilde den vreemdeling wel binnenlaten,
maai' er kwam wantrouwen by hom op, wanfc-
or zwierf zooveel slecht volk in den omtrek.
Daar kwam echter do oade vrouw aanloopon
en fluisterde haar man in het oor: „Wees
niet zoo hard, vader] Laat hem binnen, h\j
kan toch «in de kamor liggen."
Zonder iots daarop te antwoorden, deod de
oude man het hok open en liet don vreemdeling
binnengaan.
Het was een man van dertig jaar, groot
en breedgeschouderd, met een donkeren, ver
wardon baard. Het gezicht was ingevallen en
geelbleekz\jn donkere oogen schitterden
koortsachtig. Hy stamelde verlegen eon paar
woorden van dank, maar vermeed het, zyn
weldooners daarby aan te zien. Toon men
hem verzocht iets to eten, bedankte hy. Hy
verlangde alleen to slapen.
De oude luitjes zagen elkaar vragend aan.
Geen van beiden durfden zy hun gedachten
uitspraken, maai* zy Jazen uit -elkanders bLik,
dat zy hetzelfde gedacht hadden: de blik van
den vreemdeling herinnerde htm aan hun zoon.
Daar gebomde eensklaps iots zonderlings,
wat de beide oudjes hevig deed -ontstollen.
Wat gebonrde -er
De vreemdeling keerde zich om, knikte
even goeden nacht en liep, zonder dat men
hem den weg gewezen had, naar do kamer,
waar vroeger hun zoon geslapön had.
Strak, met bleeke geziohten, staarden de
ondo lieden naar den vreemdeling. Een doode-
lyke angst had hen als hot ware verlamd,
zoodat zy geen woord konden spreken.
Voordat hy echter by de kamerdeur was,
draaide hy zich nog eens om en zag de
oude vrou w sprakeloos, met sen smeekenden
blik aan.
De oudo vrouw gaf een schreeuw het
was oen jubelkreet: «,Myn Karei, myn jongen I"
JA het volgende oogonblik «lag de zwerver
voor het oudje en verborg zyn hoofd in den
schoot dor schreiende vrouw-
En de oude man, nog altyd sprakeloos
van schrik en vorbazing, stond -er by en zag
naar beiden.
Eindelyk begon de wedergevondene te spre
ken: „Ik ben uw zoon. Gy hebt my als een
doode betreurd, maar het is mij nog niet
vergund geworden, den oeuwlgon vrede te
vinden; uitgeput en gejaagd ben ik door de
woreld gegaan, om rust on vergetelheid te
vinden, maar hot was alles tevergeefs, ik
vond nergens datgene, waarnaar ik zoo ver
langend zocht.".
Een lange stilte heeTschte er. Niemand durfde
iots zeggen of vragen. Slechts het zachte
snikken der moedor was hoorbaar.
Toen begon de zoon weer: „Qyvondtmyn
kleoderen aan den oever van de rivier, en
daarom dacht gy, dat ik my had verdronken.
Doch ik deed bet niet. Wel was het eerst
myn plan geweest, want ik had ingezien,
dat ik ellendig en diep gezonken was, niot
waard om uw naam to dragen, en 'toen myn
vader my had gevloekt, en my voor altyd
do ouderlijke woning had verboden, toen wilde
ik niet langer loven. Ik wilde in het water
springen. Maar toon ik in dien nacht by de
rivier kwam, was het of eon on weerstaan bai-e
macht my van don oever trok. 'Ik gevoelde
berouw, ik bad zelfs, doch ik durfde niet
terugkeeren. Myn jas lag nog aan den kant,
toen ik vluchtte. Ik rende ovor het veld, zoo
hard ik kon, alsof ik vervolgd werd, om zoo
gauw mogeiyk weg te komen."
Weer ontstond er een lange, pyniyke stilte.
Toen sprak de zoon verder: „En zoo ben
ik nu al die jaron door de wereld gegaan.
Ik wilde boete doen voor al het verdriet, dat
ik u heb aangedaan. Ik wilde als een ander,
als oen beter mensch terugkoeren. Gy zoudt
niets van my hooren, voordat ik u vreugde
en geluk kon meebrengen, O, ik heb my alle
mooite daarvoor gogeven, maar het was alles
tevergeefs. De vlook drukte my. Ik kon myn
volle levenskracht en levenslust niet woder-
vinden. Ik ging inneriyk ten gronde. Eu nu
kom ik tot u als oen gebroken man, en
smeek alleen, dat gy my hior in vrede laat
sterven."
Snikkend omhelsde hy de oude vrouw, die
hem aan haar hart drukte, en toen kwam
ook de oude man en legde sprakeloos,
zogenend, zyn hand op hot hoofd van den
weergekeorden zoon.
Toen do gryze Wille den volgenden morgen
de feestklok luidde ©n het Pinksterkoraal
plechtig in do heilige stilte van den ochtend
weerklonk, zag de oude man naar beneden
op de wereld, die prykte in het frissche lente
groen. Hy vouwde de styve vingors on bad
aaclit:
„Hemelsche Vader, ik dank T7, dat ik deze
vreugde nog heb mogen beleven, en ik hoop
verder op Uw goedheid, dat hot naar Uw
wil geschiede. Amen 1"
3C(iite STAATSLOTERIJ.
Trekking van Vrijdag 31 51 eL
5de Klasse. Ssfce Lijst.
NIETEH.
3
2678
4899
•7153
6619
MW2
14308
16674
18800
67
89
4912
84
21
69
72
16738
78
144
2624
17
7206
50
61
83
79
96
94
68
61
33
9677
84
14429
,16824
18905
222
68
63
7363
80
12137
14522
31
8
24
69
99
84
9731
46
66
43
19012
345
69
6100
90
37
12211
85
69
30
.'W
.2710
38
7400
51
58
14633
90
G9
423
82
89
12
60
61
69
16902
19112
83
2828
8203
16
9855
12345
81
58
29
514
42
17
85
74
68
99
82
33
92
2908
31
93
10050
85
14716
17031
87
97
40
54
7605
65
«7
25
47
94
98
67
«fil
48
10119
12460
87
69
19204
808
63
73
51
36
99
14818
93
8
42
77
6395
67
39
12612
68
17168
60
54
99
6409
7724
102H
37
96
80
61
7.01
3017
72
61
57
52
14950
T7201
19306
10
68
6648
«1
ir!07
12609
88
11
55
V
81
61
92
21
69
15018
17
01
18
3129
68
7825
36
82
49
62
97
68
73
85
7814
46
12753
85
'81
19125
63
75
5615
82
61
b7
89
17327
41
861
85
43
78
75
12808
15101
76
61
1018
3225
€6
8009
10513
37
T8
7B
63
167
29
68
14
35
■43
15254
90
68
.73
77
73
17
39
44
71
17405
19523
'92
90
92
28
72
«5
15371
94
36
1.113
3343
•6728
64
88
74
15431
96
41
27
63
33
76
10631
S3
67
98
19654
1306
69
90
■95
40
89
81
17515
67
9
96
6636
8101
81
12906
91
31
86
.88
3413
75
45
10712
99
16504
45
19704
1485
23
6S48
74
73
13038
7
66
76
80
39
49
8244
78
40
19
84
19816
97
89
62
75
95
13149
62
88
39
1673
3591
90
6017
8406
10855
85
86
97
62
76
92
34
10508
b7
16673
17602
67
1694
3621
79
60
69
13205
80
3
19922
1700
24
6127
8535
84
9
15711
39
29
6
34
6246
43
88
.11
32
65
93
10
36
73
55
11011
89
62
75 -20039
'56
37
76
8639
11130
133 o4
64
17763
20129
73
66
61
60
44
80
81
76
63
94
3724
6301
72
11220
99
15848
17812-
87
1300
3817
62
76
43
13400
68
38
20205
15
56
64
,77
08
10
68
97
21
60
3908
83
.8743
11302
19
78
17939
26
1903
13
«25
90
11
64
75908
47
83
22
26
32
97
JJ4I/5
82
63
63
92
26
28
68
8804
6
13515
T 6021
10025
20357
60
62
98
56H
43
22
32
36
35
77
53
4014
93
25
<48
39
64
85
2029
25
47
95
44
70
82
18117
20418
46
47
88
esoo
47
97
9l
33
80
73
66
6601
3
60
13633
16142
35
99
67
4115
-41
72
73
84
16284
48
20513
2105
22
63
9057
81
92
88
18284
61
24
4272
83
9122
85
13720
89
18316
39
20C59
29
75
6725
29
11571
23
95
7.1
58
94
30
61
77
13820
16382
62
82
73
4312
66
84
94
27
94
93
20710
2230
59
64
93
11652
43
164.8
18422
72
55
62
85
'8291
11748
67
21
34
87
90
63
88
02
81
97
25
61
20812
S3
4420
6827
66
83
13920
67
67
,21
2338
81
63
90
11W6
23
74
18533
47
62
85
67
9MB
•51
Ai
16546
63
61
67
4650
81
28
85
4 I
77
73
91
2421
66
96
29
11914
Cl
98
18652
20905
28
70
6917
78
91
1403.1
16827
'68
16
45
92
43
80
12024
66
4l
1873»
66
85
4707
7089
05
27
14121
44
41
79
2522
33
99
94u3
32
Ou
46
7B
82
46
91
7102
30
35
98
73
93
93
74
4897
46
9513
KECLAME^,
a 40 Cents per regel.
Alle geneeshoeron beschouwen het na
tuurlijke löOO 10
als het eonige zouthoudende purgeermiddel,
dat aangenaam is om in to nemen. By "kleine
.giften genomen, is zyn werking absoluut
zeker en werkt het oplossend na. Op 10
wereldtentoonstellingen mot gouden medailles
bekroond. Overal verkrijgbaar.
Gemengd Nieuwe.
Cricket. De volgende spelers
hebben zich thans bereid vorklaard deel uit
te maken van hot Nederlandsche elftal, dat
in de eerste weken van Augustus een vyftal
wedstryden in Engeland zal spelen: C. J.
Poathuma on A. Kool, van „Rood en Wit";
Feith, Bourlier.en K. Boufcema, van de 's-Grav.
C.-C..; D. Beyerinck, van Ajax"J. Rincker en
J. C. Schiöder, van Amsteie C.-C., en J.
Hisgen, van „Volharding". Dit negental zal men
traohten aan te vullen met een wicketkeeper,
om Schroder zoo noodig to vervangen, en een
zachten bowler.
Als captain zal vormoedelyk deheer Postbu-
ma optreden.
Het programma vermeldt vooraanstaanden
Zondag gisten Pinksterdag) den cerste-klasse-
wedstyd Ajax-Victoria in Leiden, en voor den
2den Pinksterdag een ontmoeting tusschen
Noord-Holland en Zuid-Holland in Den Haag.
Eeedssedert ©enige dagen hield
de politie te Rotterdam, gewaarschuwd door
de buren, al toezicht op en in de woning
van A. V. in de Assondelftetraat, wiens
vrouw niet wèl by het hoofd scheen, tot
groot gevaar voor haar jongste kind, een
knaapje van 6 maanden. Woensdag avond
word de toestand daar in huis zoo ernstig,
dat de commissaris van politie, de hoer L. J.
C. Vuyk, vergezeld van den inspecteur den
heer W. Blom, zich derwaarts begaf om
afdoende maatregelen te nemen. De biykbaar
aan godsdienstwaanzin lydendo moeder wilde
haar kind niet meer voeqon en keek er
heelemaal niet naar om. Even voor de komst
van den heer Vuyk was by deze lydende
moeder een andere vrouw binnengekomen,
mot wie zy al geruime» tyd godsdienstige
by oenkomsten hield. Als slot dezer laatste
bijeenkomst ging de moeder haar bezoekster
te iyf. Beide vrouwen rolden over den grond
en met geweld moesten zy gescheiden worden,
echter niet voordat de bezoekster eemge
verwondingen, waaronder byiwonden, in den
hals had opgeloopen. De lijdende vrouw ia
door tuascbenkomst der politie naar het
Ziekenhuis gebracht en het kindje is by een
familielid opgenomen. Buren hadden er zich
in de laatste dagen over ontfermd en het nu
en dan wat pap gevoerd. De wonden, die do
andere vrouw opliep, zyn in een apotheek
uitgebrand.
Een naby do Oudo Plantage uit do Maas,
aldaar, opgehaald lyk is horkend voor dat
van den korporaal P. M. J. S., van do kolo
niaie reserve to Zutfon.
In het Ziekenhuis is ter verpleging opge
nomen de waschvrouw J. G. M. V., wonende
in de Mamixstraat. Naar aanleiding van een
twist met haar beminde heeft zy in de Nieuwe
Plantage uit een flesch zoutzuur gedronken.
Haar toestand is met gevaarlyk.
By het noderlaten van een hak aan boord
van het Engelsche stoomschip „Shalland",
liggende aan boei 19, Is gistermorgen ©en
22-jarig bootwerker, wonende in de Boompjes,
te water geraakt en verdronken. Zyn iyk ia
niet gevonden.
Ter "uitlevering aan de Dultsche rogeerlng
zyn door de ifjks véld wachters van Rotterdam
naar Emmerik overgebracht R. Oóttheiner en
A. Hucke, verdacht van verduistering, te
Hamburg gepleegd. Eerstgenoemde onderging
te Rotterdam reeds 1% jaar gevangenisstraf
wegens diefBtal van een aangetoékendon brief
ten nadoole van de 'firma R. op do INieuw-e-
haven. '0L R.
Het bericht van hot ongeluk
met de ^Shamrock", en van het gevaar, dat
koning Eduard daarby had geloopen, heeft
begrypeiykerwyze in Engeland groote ont
roering gewekt, on de bladen bevatten veel
by zonder hedon en nog meer beschouwingen
over bet geval.
De millionnair Sir Thomas Lipton, tevens
oen der voornaamste Bportmen van het Vor-
eenigd Koninkryk, heelt 'ieder jaar een jacht
beschikbaar voor denEngelsch-Amerikaanschen
wedatryd om don gouden beker, de groote
gebeurtenis op het gebied dor zoilsport aan
heide kanten van don Atlantische» Oceaan.
Sedert drie jaar hebban de Engelschen het
ongelukkig getroffon: de „Shamrock" is telkens
door het Amerikaansche jacht Columbia"
geslagen. Eu dacht Sir Thomas», dat 'hot
oogen blik gekomen was om 'het met een
nieuw jacht te probeeren, en zoo is onlangs
de „Shamrock II", volgons de nieuwste vin
dingen der -scheepsbouwkunst geconstrueerd,
van stapel geloopen.
Maar er kwamen woldra gebreken aan het
licht: No. 2 kon het blykbaar zelfs met op
nemen tegen No. 1, en dus legde men er zich
op too, het vaartuig te ver be ter on. Woensdag
moest do „Shamrock JI" bewyzen, dat ze nu
haar oudere naamgenoot kon staan, en koning
Eduard, die, mot vier vyfden van zyn onder
danen, het grootste belang stelt in den jaar-
lykschen zerlwedstryd om den beker, bad
boioold by de proef tegenwoordig te zyn.
Het was de eerato keer, na den dood van
koningin Victoria, dot de Koning in het open
baar zou deelnemen aan sport, en nog betrof
het een zaak, die in zeer intiemen krmg be
disseld was.
's Ochtends om negen uren vertrok de
Koning, door oen enkolen adjudant vergezeld,
uit Marlborough House, en omstrooks halfelf
was by te Southampton. Zonder eenig ver
toon *word do Koning aan den trein opge
wacht door Sir Thomas Lipten, en eon stoom-
sloop bracht don Koning, den ol gen aar van -
het jacht en enkele geuoodigdon naar de
„Shamrock", die tegonover de Osborne" lag.
Het was prachtig weer.
Do twee jachten lichtten het anker en
kwamen aan de oosteiy-ke punt van bot eiland
Wight. Ter lioogle van Calshot bleek reeds,
"dat bet buitengaats veBl barder woel dan
men in den SoJent dacht, en he twee „Sham
rocks" ondervonden dat ook; toch werd aan
boord van do „Erin" het toekan gegeven om
zich voor dG uivaart gereed te maken. Een
paar minuten later kwam op hot onverwachtst
de windvlaag, ten gevolge waarvan, «naar het
schijnt, eerst do boegspriet van de ^Sham
rock II" ontzet werd; onmiddeliyk daarop
brak de steng, en een seconde later sloeg de
geheele kolossale mast overboord, met de
wolk van zeilen en het grootste deel van het
want. Van dan wal gezien, was het alsof
opeens alles, wat zich boven het dek van het
jacht bevond, afgeschoren was, en mon achtte
het omnogelyk, dat or geen mensohen by
het ongeluk omgekomen, althans gekwetst
zouden zyn.
Koning Eduard en Sir Thomas zaten met
de overige gaston ver genoog achter den mast
om weinig gevaar te ioopen, xLonr de vallende
stengen getroffen of door het want of de
zoileu in zee gesleurd te worden, maar Bom-
migon achtten het een wonder, dat het ranke
vaartuig don schok doorstond en niet veronge
lukte. Hoe dat zy, de Koning bewaarde zyn
kalmte, -stelde de dames gerust on werd
weldra opgenomen door een van de sloepen,
die zoo spoedig mogeiyk van Ue „Erin", de
„Shamrock I" (die zelf zwaar beschadigd
was), en een ander jacht, de „Sybarite", uitge
zonden waren; ook twee torpedobarkussen
stoomden zoo snel mogeiyk naar de plaats
van het onheil, maar behoefden geen hulp to
verleen en. Van de equipage van liet jacht,
uit 37 man bestaande, waren er eenigen
overboord goslingerd, maar zy kwamen er
met een nat pak af.
De koning koorde, na met Lipton aan boord
van de „Erin" gegeten te hebben, om tien
uron naar Londen terug. Do kwaadaardige
windvlaag heeft intusBchon Sir Thomas/" 50,0U0
schade berokkend.
Volgens een nader telegram Is het ranke
vaartuig omgeslagen. Tot au toe belooft ifcJir
Thomas Lipton met veel pleizier van zyn
jachten.
Er is geen denken aan, de „Shamrock"
weer in goeden etaat te brengen vóór 20
Augustus; vermoedelijk zal Sir Thomas dus
tot de „New-York Yacht Club" het verzook
richten, den termyn te verloDgen.
Te Nieuw-York ia men overtuigd, dat de
„Shamrock" in verhouding tot baar gewicht
te hoog opgetuigd was. Men heelt daar de
beste verwachtingen van de /Constitution",
die by de proeftochten uitstekend falyft voldoen,
en naar men vast he opt, den beker met
succes zal verdedigen.
Het vervolg, in do „In dépen
dance", van de getuigenverklaring van Ester
hazy voor den Fransohen consul te Londen
is van uiterst weinig belang.
Interessanter is wat do „American Register"
van Esterhazy weet te vertellen. Dat blad
heeft den ulaan laten nagaan en is er achter
gekomen, dat hy ruim In z(jn geld zit en te
London goedo .sior maakt. Maar de pointdj
van bot verhaal zit daarin, dat Esterhazy nu
van de omainuü imn Drcymgoiaeel«vert uigd
zou zyn. Ten einde de Fransobe regeering te
noodzaken do Dreyfus-zaak opnieuw aan te1
vallen, zou Esterhazy naar Frankryk terug-I
koeren, en als, wat hy voorziet, de Fran3che'
politie hem op vryo voeten laat, zal
zichzelf govangen gaan geven. De „American
Register" maakt haar verhaal nog wat
pikanter, door mede te doelen, dat zy de'
namen van de personen ,te Parys en te
Londen, die hot plan van Esterhazy steunen,'
voorloopig nog geheim houdt wegens de
„ernstige gebeurtemeeen, die pp bot punt zyn,
plaats te grypen".
Z w a r e baan d en ,i n R u slan d. Da,
steden Polotsk, in de provincie Witebek, on
Brest Litowsky, in do prov.inoio Warschau,
zyn byna geheel verwoest. Hot scheen, dat!
beide plaatsen geheel in do aachgolegdsouden
woFdan, want aan allo vier dezyden brak bet,
vuur uit. Te Brest-Lito wsky hooft in en ver
scheidene inwoners gearresteerd op grond,
dat ze hun eigon huizen aanstak oir, om de
assurantie promie to ontvangen.
Het vuur heeft to Polobsk ongeveer 500
huizen, de meeste van hout, in do asch
gelogd. Do brand brak hot eerst uit in een
houtzaagmolen.
Te Brest-Litowsky beeft bot vuur .dat ge
deelte der stad verwoest, waar de voornaamste
gebouwen zyn. De moesto eigenaren waren
niet verzekerd. Het grootste aantal dier be
woners is geheel geruïneerd en verbiyft in de
open lucht. Hior brak de brand uit in .een
artilleriegebouw, waarin bommen, met meliniot
geladen, waren opgeborgen, dio de soldaten
met veel moeite naar elders ovor brachten.
Do brand vernielde voor een kapitaal van
verscheidene millioonen roebels /en heeft twee
dagen gewoed.
Te Dresden is oen reusachtige
boom in den Grossen Garten, welks ouderdom
op - 300 jaren geschat wordt, .plotseling top
zwaar geworden en op klaarlichten dag, terwyl
er veel monschen in het paik wandelden,
op den grond geploft. Het was een wonder,
dat or niemand verpletterd werd. De boom
was volkomen gaaf; men veronderstelt, dat de
vochtige grond den boom niet langer hoeft
kunnen bonden.
Te Har 6e winkel, by Gütersloh, in
Weatfalen, heelt een jonge heorenboer een
Nederlander, die in het bosch werkte .en dien
hy voor oen reebok had aangezien, doodge
schoten.
INGEZONBEIM.
Geachte Beer RedacteurI
Gun my voor dit ©tukje s. v. p. een plaalsb»
in Uw blad en ontvang by voorbaat daarvoor
myn dank.
U Bostkof in Lentedos.
Sloot tusschen Bloem- en Nipponstraat
in Lentegeur.
Het wordt alles, alles, geur en flear om
ons heen. De werkman wil daar ook van
genieten en schuift, na. volbrachten arbeid en
des Zondags zyn'stoel dicht by het geopende
raam en steekt vergenoegd zyn Goudache
I'ÜP °P 011 geniet rust. Doch do werklieden
on vrouwen (of bewoners) van «Bloem- en.
Nipponstraat kunnen dit niet doon, houden
•deur-en en ramen dicht, want o, die sloot, zy
nekt nu al zoo. Wat zal bet dan in dea
Zomer wezen
En de werkman, thuiskomendo uit warme
bedompte fabrieken en werkplaatsen, waar-
«onder er zyn wier goed nat ie rvan het
transpireeren, kan daar geen rust vinden on
fleurt, als vanzelf sprekend, ook niet op, want
bet is in huis ook bedompt.
Ja, Mynheor, het is zelfs zóó, dat de vrou
wen, die gewooniyk op de plaats wosschen,
het (m genoemde .straten) in huis mootea
doen, vanwege den geur dor sloot, ziet U.
Deze sloot is even voorby de Bloemstraat
afgedamd en aan den Lagen Ryndyk staat
20 tot 30 cM. water.
Moet daarin geen verandering komen?
Heeren der gezondheids commissie, ik verzoek'
U, wanneer het eens mooi weer is, by mfj
te komen en dan eens te genieten voor
het geopendo raam, of een wandeling te maken
over den Lagon Ryndfjk en dan een blik te;
slaan op de sloot. (N.B. liefst apoedig, want
de toestand ls onhoudbaar).
U, Mynheer, nogmaals dankende voor ao
-verleende plaatsruimte, ben ik
ven bewoner der Mocmstraat.
Gemeenteraad Tan OcgstgccMU
Vöorzïtter: de heer J. G. M. van Griethxijeen,
burgemeester.
Alwezig: de heer D. vau der Putton.
Medegedeeld en voor kennisgeving wordon aan
genomen do besluiten van Gedeputeerde Staten
tot goedkeuring van dou Hoofdelijken Omslag l'JOl
en tot at- en overschrijving op de begroot mg
1900 en 1901.
Op hot verzoek van enkele ingezetenen om
duinwaterleiding, wordt besloten te berichten, dat
deze aangelegenheid in ernstige overweging en
onderzoek is.
Ann den heer J. H. Willink wordt op diens
verzoek wogens vertrek afscbry ving verleend van
ilooldelijken Omslag voor 8 maanden.
Do jaarwedde van den goaieento geneesheer
wordt voor het jaar 1901 met ƒ200 verhoogd.
Aan mej. Verhoef—Clique wordt up Imar ver
zoek eervol ontslag verleend als vorloskuudige
dezer gemeente met 1 Juni a. b. en li. eu Ua,
gemachtigd sollicitanten op te roepen ter vervul
ling dier vacature, terwyl wordt vastgesteld eea
nieuwe instructie.
Besloten woidt do verhuring der kacbels voor
dB scholen en hot Raadhuis ondershands aan te
besteden aan H. W. Rubonkamp alhier en voor
do leverantie van grind eon publieke aanbesteding
to houden.
De verordeningen tot heffing en invordering
van hoofdelijken omslag, worden vastgesteld in
dien zin, dat eon inkomsttubelastiiig mot 1 Jan.
a. s. zal worden ingevoerd door sohatling van het
üelastbaar inkomen zonder eigen aangifte of klassi-
ficatie, terwyl jaarlijks de -peiconiage zal worden
vastgesteld, die van het zuiver belastbaar inkomen
gelijkelijk zal worden geheven. Daaibij znl een
som van /"4UÜ als onbelastbaar worden afeetrok-
keu. teiw.jl bovendien voor ieder kind beuedea
17 jareü, zonder eigen inkomsten, f 'Ea in minde
ring zal komen.
Met het oog op de a. 8. uitbreiding van den
Raad, wordt vastgesteld een nieuwn veroidenmg
voor den rooster van aftreding der raadsleden.
Eindelijk worden enkele reclames tegen den
Hoold. Omslag behandeld en daarna overgegaan
tot een geheime zitting, ter bespreking van de
duinwaterleiding.