MENGELWERK. FBAMS J8ZEF BITTETO „theoretisch een klove gaapt, waarover geen brug valt te spannen. Maar in de practyk valt van die klove, gelukkig, zoo goed ala piets te bespeuren en Ioopen we by elkaar in en uit". Dat laatste "heb Ik cok met eenlge verwon dering bespeurd. Die Friesche Broeders schenen van in- en nitloopen te houden. Men weet menigmaal zelfs niet, waar zy te vinden zijn. 'Alleenlijk meen ik, dat zy drukker by de anti revolutionairen inloopon dan omgekeerd. Dat doet niet denken aan vastheid van be ginsel, en wekt geen vertrouwen. Ik hoop .'dan ook, dat de Christelyk-Historiscben in Friesland, die niet by de vijanden van hun Kerk. in- en urtloopen, zich niet zullen laten loverhalen, om in de kaart van dr. Kuyperte spelen. Onder hét hoofd Beginselen" besprak De Standaardhet program van-den Christ.- pist. Kiezersbond met do toelichting. Onjuist vindt het blad het gezegde, dat in «den bel geen afgerond noch volkomen stelsel van staatkunde to vindon is. „Het stelsel van staatkunde, dat onder fcsraél gold, ds er wel terdoge in to vinden. (Zelfs is het nergens andera te vinden dan in den Bijbel. Bedoeld zal dan ook wel zyn, dat clo Heilige Schrift geen voor ons geldend 'en verplichtend stelsel van staatkunde in afgeronden en uil ge werkten vorm geeft. Zoo echter is deze verklaring een s'ag tegen den .windmolen. Wie toch heeft ooit hét tegendeel beweerd Van beteekenis acht het blad do verklaring, dat zy, die een stelsel van staatkunde ont- werpen, rekening moeten houden met wat de (Bybel leert. „Er is dus geen sprake van oen onder worpen z y n aan den wil Gods, die in de Heilige Schrift geopenbaard is, maar alleen van een r e k-e n i n g hou d o n or mede. Nu, wie inzake het staatsrecht beslissingen moet nemen, moet mot zooveel Tekening houden; met liet verleden, met den actueelen toestand, met wat in andere landen geldt, met wat kundige schrijvers geleeraard hebben. En zoo derhalve nu ook met wat de Bybél leert 1 Ieder voelt het zwakke der uitdThkkmg." Het program zegt, dat er toch in den Bybel beginselen liggen opgesloten omtrent zekere verhoudingen en noemt daarvan een drietal. Hierover zegt De Standaardr „Veel geeft de Schrift dus niét. Toch iets. Dat t o c h is welsprekend. En „onder meer" worden na drie dingen genoemd, lét wel om de grenzen van do macht der overheid te bepalen en het stelsel 'van staatkunde op te bouwen. En die drie zijn: de verhouding van man on vrouw, do zelfstandigheid van het gezin en de betrekking tusschen heer en dienaar. Is het met ryk?. Meer nog, ook omtrent doze drio verhou dingen geelt de Heilige Schrift geen ordinan- iién, maar er liggen in liaar omtrent deze 'drie dingen „beginselen opgosloten". Zal men nu ten minste aan die „opgesloten beginselen" gehoorzaamheid schuldig zyn? Ook dat niet, maar wol is het van belang, zoo staat er, „van welken geest de maunen doordrongen zyn, die zulke vraagstukken moeten oplossen". En dan zegt De Banier nogal, dat zy het principieel meer met dezen Bond eens is dan met do Anti-revolutionairen. Kon De Bartier ouit eigen program driestor verloochenen?" De weergekeerde zoon» Thomas "Wille, de gryzo doodgraver, zat In het kleine kamertje voor het raam en keek naar buiten, naar de langzaam dalende 'schemering. Zyn vrouw, wier haar ook reeds grijs begon to worden, kwam by hem 6taan en Jegdo haar witte, gerimpelde hand op zyn schouder. „Vader, je moet naar don toren, om hot feest in te luiden. Het is byna tyd." De oude man schrikte. Hy had gedroomd. Zyn gedachten hadden hem ver, heel ver wog, paar vroegere tyden, gevoerd. Nu was hy plotseling met een schrik in de werkélykheid Teruggekeerd. Het groote oogen zag hy zyn Vrouw aan. „Hebt gy weer aan hom gedachtvroeg zy met zachte stem. Hy knikte, veegde een traan weg en-.stond op. „Hot is vandaag tien jaar geledon, dat hy ons dat verschrikkelijke verdriet aandeod," zeido de oude vrouw met bevende stem. „Dat .was een treurig Pinksterfeest." Do oude man knikte even, toen nam hy. zyn hoed en verliet do kamer. Terwyl hy zoo langzaam de smalle boventrap opgiüg, kwamen al dio gedachten aan den verloren zoon weer by hem op, en toen hy bovon by den klokkestool was gekomen, viel hy op de bank neer, drukte zyn handen voor het gezicht en begon luid te schreien. Maar zyn plicht riep hem. De oude torenklok sloeg niet brommende slagen. Het was tytl. Nu moest het feest wordon ingeluid. Hy richtte zich weer op, greep naar het klokkotouw en begon den klepel in beweging te brengen. Plechtig, tot heel in de verte, hoorde men de kiokketonen, tonen uit het schoone ryk van vrede, waar eeuwige liefde heerscht, waar vergeving geschonken wordt aan allon, die ze komen zoeken, tonen uit do eeuwige sferon, die de hoop aan do geloovigen voor- toovert; tonen, die al het goede en edele in con menscbenziel doen ontwaken en zoo den sterveling eemge oogenblikken nader brengen tot den eeuwigen vrede. En de oude man, dio heol in de hoogte de klok luidde, verzonk meer en meer in gopoins en terwyl by de oudo, styvo vingers om hot touw klemde, kwam hem zyn goheelo lydens- geschiedenis van do laatsto jaren weer voor den geest en met een bevend hart doorleefde hy alles nog eens. Hoe dikwyls had hy jaren géloden hier mot zyn zoon gestaan on hoe dikwyls had de kleine Karei, vrooiyk en vlug als een eekhoorntje, bovenin de balken rondgeklauterd 1 Daar, op die bank, had hy gezeten, om naar do sprookjes te luistoren, en hier, by dit luik, bad hy zoo dikwyls gekeken naar het uit gestrekte, bloeiende land; alles, alles kwam den oud© weer in de gedachten. Maar hoe geheel anders was alles afgetoopen, hoe anders dan hy had gehooptI Daar benoden, door dö schemering heen, zag hy de rivier, do wilde, onstuimige rivier, en daar was het gebeurd, daar lagen al de duizenden verwachtingen van een arm, treurig vaderhart begraven. De klok zwoog. Langzaam stierven de laatste tonen weg. Toen werd het stil daar boven in den klokkostoel en de oude man zat en staarde droomend met vochtigo oogen In de groote ruimte, dio zich voor hem uitbreidde. Hy vervolgde zyn droomen, maar doorzijn geheelen gedachtenioop drong altyd weer, als een wegstervende klokketoon, dat eene: „Myn lieve jongon, waarom heb je my dat verdriet aangedaan?" Het begon donker te worden, de oudo man ging de trap af en deed, zooals gewo'oniyk, voordat hy naar huis kwam, nog eens de rondo op het kerkhof. De kiezelstoenen op de paden knarsten onder zyn voeten. Lang zaam ging hy van de eene afdeeling naar de andore. Hot eerst naar do graven van de kinderen, dan naar de „nieuwe", teen naar de „oude", en het laatst naar de familiegraven. Hy kende ieder graf zóó goed, dat bjj het midden in den nacht wel had kunnen vinden. Alles was in orde. Maar hy bleef staan en zag om zich heen, als zocht hy iets, en hy dacht: „Och, had do rivier hem mg toch teruggebracht, dan wist ik ten minste waar ik aan zfjn graf kon bidden; doch ook dit laatste is my ontzegd." Met eon diepen zucht ging hy -eindelijk naar zyn huisje terug. Toen hy een uur laior met zyn vrouw aan het avondeten zat, werd er voorzichtig aan het hek gebeld; zacht als een bede klonk het geluid door de stilt© van den vredigen avond. De beide oudjes zagen elkander verbaasd aan. Niemand durfde iets zeggen. Zy hadden een voorgevoel, alsof er iets gebeuren zou. Eindelyk stond hy op, nam zyn stok en de lantaarn en ging naar het hek. De oude vrouw bleef luisterend achter de deur staan. „"Wie js daar?" riep de doodgraver met vaste stem. Van buiten werd zacht .geantwoord: „Een zieke bedelaar. Ik bid u, laat my by u over nachten." „Waarom gaat gy niet naar het dorp? Daar is een ziekenhuis 1" riep de oudo knorrig. „Tk kan niét verder," smeekte de vreem deling; „bob toch medeFyden met inflj'ï" De oudo zweeg on was het nog niet mot zichzelf eens. Hy wilde den vreemdeling wel binnenlaten, maai' er kwam wantrouwen by hom op, wanfc- or zwierf zooveel slecht volk in den omtrek. Daar kwam echter do oade vrouw aanloopon en fluisterde haar man in het oor: „Wees niet zoo hard, vader] Laat hem binnen, h\j kan toch «in de kamor liggen." Zonder iots daarop te antwoorden, deod de oude man het hok open en liet don vreemdeling binnengaan. Het was een man van dertig jaar, groot en breedgeschouderd, met een donkeren, ver wardon baard. Het gezicht was ingevallen en geelbleekz\jn donkere oogen schitterden koortsachtig. Hy stamelde verlegen eon paar woorden van dank, maar vermeed het, zyn weldooners daarby aan te zien. Toon men hem verzocht iets to eten, bedankte hy. Hy verlangde alleen to slapen. De oude luitjes zagen elkaar vragend aan. Geen van beiden durfden zy hun gedachten uitspraken, maai* zy Jazen uit -elkanders bLik, dat zy hetzelfde gedacht hadden: de blik van den vreemdeling herinnerde htm aan hun zoon. Daar gebomde eensklaps iots zonderlings, wat de beide oudjes hevig deed -ontstollen. Wat gebonrde -er De vreemdeling keerde zich om, knikte even goeden nacht en liep, zonder dat men hem den weg gewezen had, naar do kamer, waar vroeger hun zoon geslapön had. Strak, met bleeke geziohten, staarden de ondo lieden naar den vreemdeling. Een doode- lyke angst had hen als hot ware verlamd, zoodat zy geen woord konden spreken. Voordat hy echter by de kamerdeur was, draaide hy zich nog eens om en zag de oude vrou w sprakeloos, met sen smeekenden blik aan. De oudo vrouw gaf een schreeuw het was oen jubelkreet: «,Myn Karei, myn jongen I" JA het volgende oogonblik «lag de zwerver voor het oudje en verborg zyn hoofd in den schoot dor schreiende vrouw- En de oude man, nog altyd sprakeloos van schrik en vorbazing, stond -er by en zag naar beiden. Eindelyk begon de wedergevondene te spre ken: „Ik ben uw zoon. Gy hebt my als een doode betreurd, maar het is mij nog niet vergund geworden, den oeuwlgon vrede te vinden; uitgeput en gejaagd ben ik door de woreld gegaan, om rust on vergetelheid te vinden, maar hot was alles tevergeefs, ik vond nergens datgene, waarnaar ik zoo ver langend zocht.". Een lange stilte heeTschte er. Niemand durfde iots zeggen of vragen. Slechts het zachte snikken der moedor was hoorbaar. Toen begon de zoon weer: „Qyvondtmyn kleoderen aan den oever van de rivier, en daarom dacht gy, dat ik my had verdronken. Doch ik deed bet niet. Wel was het eerst myn plan geweest, want ik had ingezien, dat ik ellendig en diep gezonken was, niot waard om uw naam to dragen, en 'toen myn vader my had gevloekt, en my voor altyd do ouderlijke woning had verboden, toen wilde ik niet langer loven. Ik wilde in het water springen. Maar toon ik in dien nacht by de rivier kwam, was het of eon on weerstaan bai-e macht my van don oever trok. 'Ik gevoelde berouw, ik bad zelfs, doch ik durfde niet terugkeeren. Myn jas lag nog aan den kant, toen ik vluchtte. Ik rende ovor het veld, zoo hard ik kon, alsof ik vervolgd werd, om zoo gauw mogeiyk weg te komen." Weer ontstond er een lange, pyniyke stilte. Toen sprak de zoon verder: „En zoo ben ik nu al die jaron door de wereld gegaan. Ik wilde boete doen voor al het verdriet, dat ik u heb aangedaan. Ik wilde als een ander, als oen beter mensch terugkoeren. Gy zoudt niets van my hooren, voordat ik u vreugde en geluk kon meebrengen, O, ik heb my alle mooite daarvoor gogeven, maar het was alles tevergeefs. De vlook drukte my. Ik kon myn volle levenskracht en levenslust niet woder- vinden. Ik ging inneriyk ten gronde. Eu nu kom ik tot u als oen gebroken man, en smeek alleen, dat gy my hior in vrede laat sterven." Snikkend omhelsde hy de oude vrouw, die hem aan haar hart drukte, en toen kwam ook de oude man en legde sprakeloos, zogenend, zyn hand op hot hoofd van den weergekeorden zoon. Toen do gryze Wille den volgenden morgen de feestklok luidde ©n het Pinksterkoraal plechtig in do heilige stilte van den ochtend weerklonk, zag de oude man naar beneden op de wereld, die prykte in het frissche lente groen. Hy vouwde de styve vingors on bad aaclit: „Hemelsche Vader, ik dank T7, dat ik deze vreugde nog heb mogen beleven, en ik hoop verder op Uw goedheid, dat hot naar Uw wil geschiede. Amen 1" 3C(iite STAATSLOTERIJ. Trekking van Vrijdag 31 51 eL 5de Klasse. Ssfce Lijst. NIETEH. 3 2678 4899 •7153 6619 MW2 14308 16674 18800 67 89 4912 84 21 69 72 16738 78 144 2624 17 7206 50 61 83 79 96 94 68 61 33 9677 84 14429 ,16824 18905 222 68 63 7363 80 12137 14522 31 8 24 69 99 84 9731 46 66 43 19012 345 69 6100 90 37 12211 85 69 30 .'W .2710 38 7400 51 58 14633 90 G9 423 82 89 12 60 61 69 16902 19112 83 2828 8203 16 9855 12345 81 58 29 514 42 17 85 74 68 99 82 33 92 2908 31 93 10050 85 14716 17031 87 97 40 54 7605 65 «7 25 47 94 98 67 «fil 48 10119 12460 87 69 19204 808 63 73 51 36 99 14818 93 8 42 77 6395 67 39 12612 68 17168 60 54 99 6409 7724 102H 37 96 80 61 7.01 3017 72 61 57 52 14950 T7201 19306 10 68 6648 «1 ir!07 12609 88 11 55 V 81 61 92 21 69 15018 17 01 18 3129 68 7825 36 82 49 62 97 68 73 85 7814 46 12753 85 '81 19125 63 75 5615 82 61 b7 89 17327 41 861 85 43 78 75 12808 15101 76 61 1018 3225 €6 8009 10513 37 T8 7B 63 167 29 68 14 35 ■43 15254 90 68 .73 77 73 17 39 44 71 17405 19523 '92 90 92 28 72 «5 15371 94 36 1.113 3343 •6728 64 88 74 15431 96 41 27 63 33 76 10631 S3 67 98 19654 1306 69 90 ■95 40 89 81 17515 67 9 96 6636 8101 81 12906 91 31 86 .88 3413 75 45 10712 99 16504 45 19704 1485 23 6S48 74 73 13038 7 66 76 80 39 49 8244 78 40 19 84 19816 97 89 62 75 95 13149 62 88 39 1673 3591 90 6017 8406 10855 85 86 97 62 76 92 34 10508 b7 16673 17602 67 1694 3621 79 60 69 13205 80 3 19922 1700 24 6127 8535 84 9 15711 39 29 6 34 6246 43 88 .11 32 65 93 10 36 73 55 11011 89 62 75 -20039 '56 37 76 8639 11130 133 o4 64 17763 20129 73 66 61 60 44 80 81 76 63 94 3724 6301 72 11220 99 15848 17812- 87 1300 3817 62 76 43 13400 68 38 20205 15 56 64 ,77 08 10 68 97 21 60 3908 83 .8743 11302 19 78 17939 26 1903 13 «25 90 11 64 75908 47 83 22 26 32 97 JJ4I/5 82 63 63 92 26 28 68 8804 6 13515 T 6021 10025 20357 60 62 98 56H 43 22 32 36 35 77 53 4014 93 25 <48 39 64 85 2029 25 47 95 44 70 82 18117 20418 46 47 88 esoo 47 97 9l 33 80 73 66 6601 3 60 13633 16142 35 99 67 4115 -41 72 73 84 16284 48 20513 2105 22 63 9057 81 92 88 18284 61 24 4272 83 9122 85 13720 89 18316 39 20C59 29 75 6725 29 11571 23 95 7.1 58 94 30 61 77 13820 16382 62 82 73 4312 66 84 94 27 94 93 20710 2230 59 64 93 11652 43 164.8 18422 72 55 62 85 '8291 11748 67 21 34 87 90 63 88 02 81 97 25 61 20812 S3 4420 6827 66 83 13920 67 67 ,21 2338 81 63 90 11W6 23 74 18533 47 62 85 67 9MB •51 Ai 16546 63 61 67 4650 81 28 85 4 I 77 73 91 2421 66 96 29 11914 Cl 98 18652 20905 28 70 6917 78 91 1403.1 16827 '68 16 45 92 43 80 12024 66 4l 1873» 66 85 4707 7089 05 27 14121 44 41 79 2522 33 99 94u3 32 Ou 46 7B 82 46 91 7102 30 35 98 73 93 93 74 4897 46 9513 KECLAME^, a 40 Cents per regel. Alle geneeshoeron beschouwen het na tuurlijke löOO 10 als het eonige zouthoudende purgeermiddel, dat aangenaam is om in to nemen. By "kleine .giften genomen, is zyn werking absoluut zeker en werkt het oplossend na. Op 10 wereldtentoonstellingen mot gouden medailles bekroond. Overal verkrijgbaar. Gemengd Nieuwe. Cricket. De volgende spelers hebben zich thans bereid vorklaard deel uit te maken van hot Nederlandsche elftal, dat in de eerste weken van Augustus een vyftal wedstryden in Engeland zal spelen: C. J. Poathuma on A. Kool, van „Rood en Wit"; Feith, Bourlier.en K. Boufcema, van de 's-Grav. C.-C..; D. Beyerinck, van Ajax"J. Rincker en J. C. Schiöder, van Amsteie C.-C., en J. Hisgen, van „Volharding". Dit negental zal men traohten aan te vullen met een wicketkeeper, om Schroder zoo noodig to vervangen, en een zachten bowler. Als captain zal vormoedelyk deheer Postbu- ma optreden. Het programma vermeldt vooraanstaanden Zondag gisten Pinksterdag) den cerste-klasse- wedstyd Ajax-Victoria in Leiden, en voor den 2den Pinksterdag een ontmoeting tusschen Noord-Holland en Zuid-Holland in Den Haag. Eeedssedert ©enige dagen hield de politie te Rotterdam, gewaarschuwd door de buren, al toezicht op en in de woning van A. V. in de Assondelftetraat, wiens vrouw niet wèl by het hoofd scheen, tot groot gevaar voor haar jongste kind, een knaapje van 6 maanden. Woensdag avond word de toestand daar in huis zoo ernstig, dat de commissaris van politie, de hoer L. J. C. Vuyk, vergezeld van den inspecteur den heer W. Blom, zich derwaarts begaf om afdoende maatregelen te nemen. De biykbaar aan godsdienstwaanzin lydendo moeder wilde haar kind niet meer voeqon en keek er heelemaal niet naar om. Even voor de komst van den heer Vuyk was by deze lydende moeder een andere vrouw binnengekomen, mot wie zy al geruime» tyd godsdienstige by oenkomsten hield. Als slot dezer laatste bijeenkomst ging de moeder haar bezoekster te iyf. Beide vrouwen rolden over den grond en met geweld moesten zy gescheiden worden, echter niet voordat de bezoekster eemge verwondingen, waaronder byiwonden, in den hals had opgeloopen. De lijdende vrouw ia door tuascbenkomst der politie naar het Ziekenhuis gebracht en het kindje is by een familielid opgenomen. Buren hadden er zich in de laatste dagen over ontfermd en het nu en dan wat pap gevoerd. De wonden, die do andere vrouw opliep, zyn in een apotheek uitgebrand. Een naby do Oudo Plantage uit do Maas, aldaar, opgehaald lyk is horkend voor dat van den korporaal P. M. J. S., van do kolo niaie reserve to Zutfon. In het Ziekenhuis is ter verpleging opge nomen de waschvrouw J. G. M. V., wonende in de Mamixstraat. Naar aanleiding van een twist met haar beminde heeft zy in de Nieuwe Plantage uit een flesch zoutzuur gedronken. Haar toestand is met gevaarlyk. By het noderlaten van een hak aan boord van het Engelsche stoomschip „Shalland", liggende aan boei 19, Is gistermorgen ©en 22-jarig bootwerker, wonende in de Boompjes, te water geraakt en verdronken. Zyn iyk ia niet gevonden. Ter "uitlevering aan de Dultsche rogeerlng zyn door de ifjks véld wachters van Rotterdam naar Emmerik overgebracht R. Oóttheiner en A. Hucke, verdacht van verduistering, te Hamburg gepleegd. Eerstgenoemde onderging te Rotterdam reeds 1% jaar gevangenisstraf wegens diefBtal van een aangetoékendon brief ten nadoole van de 'firma R. op do INieuw-e- haven. '0L R. Het bericht van hot ongeluk met de ^Shamrock", en van het gevaar, dat koning Eduard daarby had geloopen, heeft begrypeiykerwyze in Engeland groote ont roering gewekt, on de bladen bevatten veel by zonder hedon en nog meer beschouwingen over bet geval. De millionnair Sir Thomas Lipton, tevens oen der voornaamste Bportmen van het Vor- eenigd Koninkryk, heelt 'ieder jaar een jacht beschikbaar voor denEngelsch-Amerikaanschen wedatryd om don gouden beker, de groote gebeurtenis op het gebied dor zoilsport aan heide kanten van don Atlantische» Oceaan. Sedert drie jaar hebban de Engelschen het ongelukkig getroffon: de „Shamrock" is telkens door het Amerikaansche jacht Columbia" geslagen. Eu dacht Sir Thomas», dat 'hot oogen blik gekomen was om 'het met een nieuw jacht te probeeren, en zoo is onlangs de „Shamrock II", volgons de nieuwste vin dingen der -scheepsbouwkunst geconstrueerd, van stapel geloopen. Maar er kwamen woldra gebreken aan het licht: No. 2 kon het blykbaar zelfs met op nemen tegen No. 1, en dus legde men er zich op too, het vaartuig te ver be ter on. Woensdag moest do „Shamrock JI" bewyzen, dat ze nu haar oudere naamgenoot kon staan, en koning Eduard, die, mot vier vyfden van zyn onder danen, het grootste belang stelt in den jaar- lykschen zerlwedstryd om den beker, bad boioold by de proef tegenwoordig te zyn. Het was de eerato keer, na den dood van koningin Victoria, dot de Koning in het open baar zou deelnemen aan sport, en nog betrof het een zaak, die in zeer intiemen krmg be disseld was. 's Ochtends om negen uren vertrok de Koning, door oen enkolen adjudant vergezeld, uit Marlborough House, en omstrooks halfelf was by te Southampton. Zonder eenig ver toon *word do Koning aan den trein opge wacht door Sir Thomas Lipten, en eon stoom- sloop bracht don Koning, den ol gen aar van - het jacht en enkele geuoodigdon naar de „Shamrock", die tegonover de Osborne" lag. Het was prachtig weer. Do twee jachten lichtten het anker en kwamen aan de oosteiy-ke punt van bot eiland Wight. Ter lioogle van Calshot bleek reeds, "dat bet buitengaats veBl barder woel dan men in den SoJent dacht, en he twee „Sham rocks" ondervonden dat ook; toch werd aan boord van do „Erin" het toekan gegeven om zich voor dG uivaart gereed te maken. Een paar minuten later kwam op hot onverwachtst de windvlaag, ten gevolge waarvan, «naar het schijnt, eerst do boegspriet van de ^Sham rock II" ontzet werd; onmiddeliyk daarop brak de steng, en een seconde later sloeg de geheele kolossale mast overboord, met de wolk van zeilen en het grootste deel van het want. Van dan wal gezien, was het alsof opeens alles, wat zich boven het dek van het jacht bevond, afgeschoren was, en mon achtte het omnogelyk, dat or geen mensohen by het ongeluk omgekomen, althans gekwetst zouden zyn. Koning Eduard en Sir Thomas zaten met de overige gaston ver genoog achter den mast om weinig gevaar te ioopen, xLonr de vallende stengen getroffen of door het want of de zoileu in zee gesleurd te worden, maar Bom- migon achtten het een wonder, dat het ranke vaartuig don schok doorstond en niet veronge lukte. Hoe dat zy, de Koning bewaarde zyn kalmte, -stelde de dames gerust on werd weldra opgenomen door een van de sloepen, die zoo spoedig mogeiyk van Ue „Erin", de „Shamrock I" (die zelf zwaar beschadigd was), en een ander jacht, de „Sybarite", uitge zonden waren; ook twee torpedobarkussen stoomden zoo snel mogeiyk naar de plaats van het onheil, maar behoefden geen hulp to verleen en. Van de equipage van liet jacht, uit 37 man bestaande, waren er eenigen overboord goslingerd, maar zy kwamen er met een nat pak af. De koning koorde, na met Lipton aan boord van de „Erin" gegeten te hebben, om tien uron naar Londen terug. Do kwaadaardige windvlaag heeft intusBchon Sir Thomas/" 50,0U0 schade berokkend. Volgens een nader telegram Is het ranke vaartuig omgeslagen. Tot au toe belooft ifcJir Thomas Lipton met veel pleizier van zyn jachten. Er is geen denken aan, de „Shamrock" weer in goeden etaat te brengen vóór 20 Augustus; vermoedelijk zal Sir Thomas dus tot de „New-York Yacht Club" het verzook richten, den termyn te verloDgen. Te Nieuw-York ia men overtuigd, dat de „Shamrock" in verhouding tot baar gewicht te hoog opgetuigd was. Men heelt daar de beste verwachtingen van de /Constitution", die by de proeftochten uitstekend falyft voldoen, en naar men vast he opt, den beker met succes zal verdedigen. Het vervolg, in do „In dépen dance", van de getuigenverklaring van Ester hazy voor den Fransohen consul te Londen is van uiterst weinig belang. Interessanter is wat do „American Register" van Esterhazy weet te vertellen. Dat blad heeft den ulaan laten nagaan en is er achter gekomen, dat hy ruim In z(jn geld zit en te London goedo .sior maakt. Maar de pointdj van bot verhaal zit daarin, dat Esterhazy nu van de omainuü imn Drcymgoiaeel«vert uigd zou zyn. Ten einde de Fransobe regeering te noodzaken do Dreyfus-zaak opnieuw aan te1 vallen, zou Esterhazy naar Frankryk terug-I koeren, en als, wat hy voorziet, de Fran3che' politie hem op vryo voeten laat, zal zichzelf govangen gaan geven. De „American Register" maakt haar verhaal nog wat pikanter, door mede te doelen, dat zy de' namen van de personen ,te Parys en te Londen, die hot plan van Esterhazy steunen,' voorloopig nog geheim houdt wegens de „ernstige gebeurtemeeen, die pp bot punt zyn, plaats te grypen". Z w a r e baan d en ,i n R u slan d. Da, steden Polotsk, in de provincie Witebek, on Brest Litowsky, in do prov.inoio Warschau, zyn byna geheel verwoest. Hot scheen, dat! beide plaatsen geheel in do aachgolegdsouden woFdan, want aan allo vier dezyden brak bet, vuur uit. Te Brest-Lito wsky hooft in en ver scheidene inwoners gearresteerd op grond, dat ze hun eigon huizen aanstak oir, om de assurantie promie to ontvangen. Het vuur heeft to Polobsk ongeveer 500 huizen, de meeste van hout, in do asch gelogd. Do brand brak hot eerst uit in een houtzaagmolen. Te Brest-Litowsky beeft bot vuur .dat ge deelte der stad verwoest, waar de voornaamste gebouwen zyn. De moesto eigenaren waren niet verzekerd. Het grootste aantal dier be woners is geheel geruïneerd en verbiyft in de open lucht. Hior brak de brand uit in .een artilleriegebouw, waarin bommen, met meliniot geladen, waren opgeborgen, dio de soldaten met veel moeite naar elders ovor brachten. Do brand vernielde voor een kapitaal van verscheidene millioonen roebels /en heeft twee dagen gewoed. Te Dresden is oen reusachtige boom in den Grossen Garten, welks ouderdom op - 300 jaren geschat wordt, .plotseling top zwaar geworden en op klaarlichten dag, terwyl er veel monschen in het paik wandelden, op den grond geploft. Het was een wonder, dat or niemand verpletterd werd. De boom was volkomen gaaf; men veronderstelt, dat de vochtige grond den boom niet langer hoeft kunnen bonden. Te Har 6e winkel, by Gütersloh, in Weatfalen, heelt een jonge heorenboer een Nederlander, die in het bosch werkte .en dien hy voor oen reebok had aangezien, doodge schoten. INGEZONBEIM. Geachte Beer RedacteurI Gun my voor dit ©tukje s. v. p. een plaalsb» in Uw blad en ontvang by voorbaat daarvoor myn dank. U Bostkof in Lentedos. Sloot tusschen Bloem- en Nipponstraat in Lentegeur. Het wordt alles, alles, geur en flear om ons heen. De werkman wil daar ook van genieten en schuift, na. volbrachten arbeid en des Zondags zyn'stoel dicht by het geopende raam en steekt vergenoegd zyn Goudache I'ÜP °P 011 geniet rust. Doch do werklieden on vrouwen (of bewoners) van «Bloem- en. Nipponstraat kunnen dit niet doon, houden •deur-en en ramen dicht, want o, die sloot, zy nekt nu al zoo. Wat zal bet dan in dea Zomer wezen En de werkman, thuiskomendo uit warme bedompte fabrieken en werkplaatsen, waar- «onder er zyn wier goed nat ie rvan het transpireeren, kan daar geen rust vinden on fleurt, als vanzelf sprekend, ook niet op, want bet is in huis ook bedompt. Ja, Mynheor, het is zelfs zóó, dat de vrou wen, die gewooniyk op de plaats wosschen, het (m genoemde .straten) in huis mootea doen, vanwege den geur dor sloot, ziet U. Deze sloot is even voorby de Bloemstraat afgedamd en aan den Lagen Ryndyk staat 20 tot 30 cM. water. Moet daarin geen verandering komen? Heeren der gezondheids commissie, ik verzoek' U, wanneer het eens mooi weer is, by mfj te komen en dan eens te genieten voor het geopendo raam, of een wandeling te maken over den Lagon Ryndfjk en dan een blik te; slaan op de sloot. (N.B. liefst apoedig, want de toestand ls onhoudbaar). U, Mynheer, nogmaals dankende voor ao -verleende plaatsruimte, ben ik ven bewoner der Mocmstraat. Gemeenteraad Tan OcgstgccMU Vöorzïtter: de heer J. G. M. van Griethxijeen, burgemeester. Alwezig: de heer D. vau der Putton. Medegedeeld en voor kennisgeving wordon aan genomen do besluiten van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van dou Hoofdelijken Omslag l'JOl en tot at- en overschrijving op de begroot mg 1900 en 1901. Op hot verzoek van enkele ingezetenen om duinwaterleiding, wordt besloten te berichten, dat deze aangelegenheid in ernstige overweging en onderzoek is. Ann den heer J. H. Willink wordt op diens verzoek wogens vertrek afscbry ving verleend van ilooldelijken Omslag voor 8 maanden. Do jaarwedde van den goaieento geneesheer wordt voor het jaar 1901 met ƒ200 verhoogd. Aan mej. Verhoef—Clique wordt up Imar ver zoek eervol ontslag verleend als vorloskuudige dezer gemeente met 1 Juni a. b. en li. eu Ua, gemachtigd sollicitanten op te roepen ter vervul ling dier vacature, terwyl wordt vastgesteld eea nieuwe instructie. Besloten woidt do verhuring der kacbels voor dB scholen en hot Raadhuis ondershands aan te besteden aan H. W. Rubonkamp alhier en voor do leverantie van grind eon publieke aanbesteding to houden. De verordeningen tot heffing en invordering van hoofdelijken omslag, worden vastgesteld in dien zin, dat eon inkomsttubelastiiig mot 1 Jan. a. s. zal worden ingevoerd door sohatling van het üelastbaar inkomen zonder eigen aangifte of klassi- ficatie, terwyl jaarlijks de -peiconiage zal worden vastgesteld, die van het zuiver belastbaar inkomen gelijkelijk zal worden geheven. Daaibij znl een som van /"4UÜ als onbelastbaar worden afeetrok- keu. teiw.jl bovendien voor ieder kind beuedea 17 jareü, zonder eigen inkomsten, f 'Ea in minde ring zal komen. Met het oog op de a. 8. uitbreiding van den Raad, wordt vastgesteld een nieuwn veroidenmg voor den rooster van aftreding der raadsleden. Eindelijk worden enkele reclames tegen den Hoold. Omslag behandeld en daarna overgegaan tot een geheime zitting, ter bespreking van de duinwaterleiding.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6