Zonder aarzelen. Gebruikt het werkdadigste geneesmiddel tegen de bloedarmoede. MENGELWERK. JDe 40 Cents zou het misschien van enkele stemmen afhan gen, of de Grondwetsherziening in de volgende vior jaren zou tot stand komen; dan ook zou het voor de verschillonde democratische groe ien overweging verdienen, door gemeenschap pelijk overleg alles op baron en snaren te zetten, om een meerderheid voor Grondwets herziening gekozen te krijgen. Zóóver echter is het thans nog niet; nu de „Liberale Unte" niet heeft gewild en de stem van .Patrimonium" door het centraal- 'comitó der anti-revolutionnaire party is ge smoord, verkeert do actie voor Grondwetsher ziening nog in het ttydperk der propaganda. Zeer zeker kunnen en bohooron de thans ge kozen voorstanders daarvan in de volgende Kamer een voorstel tot Grondwetsherziening in te dienen; maar een meerderheid zal het alleon verkrijgen, indien een deel van hen, die zich bp de verkiezingen tegon de urgentie hebben verklaard, door onze toenemende pro paganda in en buiten de Kamer en door do verwikkeling der politieke omstandigheden, .uit hot verkeerde kiesrecht voortvloeiende, tot voorstanders worden bekeerd. Niet bp de stembus van 1901 zal over de Grondwetsherziening wordon beslist; er zal voor gepropageerd worden, opdat de volksaandrang sterker worde, hotgeen noodig is, om de thans nog onwilligen in den verderen loop van onzen stryd tot toegeven te bewegen." Het Handelsblad, sprekende naar aanleiding van de hier (Leiden) gehouden rode van den heer Tronb, meent, dat prof. Oppen- heini op uitmuntende wyze de liberale party heeft geschetst door deze twee beginselen: lo. vertrouwen in het gansche volk, 2o. ont wikkeling van de individueelo krachten, o. a. door onder wys. Want zegt het blad dat eerste beginsel is het democratische, waarmee de liberale party zich stolt tegenover hen, die niet wiilen aansturen op deelneming van het 'gansche volk aan het staatsbestuur. En het 'tweede beginsel is het anti clericale, waarmee de liberale party do zuivere wetenschap zonder eenig bymongsol wil brengen onder het gansche volk. Dat nu in een boom, waaraan deze tweo vruchten groeien, vogels van zeer diverse pluimage kunnen schuilen, spreekt vanzelf. Hot individualisme van de liberale party is steeds haar kracht zoowel als haar zwakte geweest. Maar omdat een lichaam groot is, hoeft men nog niet het recht om het te ver wijten, dat het onbegrensd is. Het blad stemt toe, dat do aanwezigheid, nog steeds, van iemand als de heer Van Houten in de liberale partij by eon oppervlakkig waar nemer wantrouwen kan wekken in de domo- 'cratische gezindheid van de party. Maar bp iemand, die dieper kykt, moet dat wantrouwen toch aanstonds wyken, wanneer lip ziet, welke plaats zulk een man in de party innoemt. Do heer Van Houten moge al of niet geïsoleerd staan, een leidonde positie neemt hy zeker niet in. Door iemand, dio op sociaal gebied de formule geeft: alloen armenzorg laat de liberale party zich met leiden. Het is meer dan jammer, dat een man, dio meer dan eenig ander geschikt was om do liboralo politiek telkens weer op een wetonschay pelyken achter grond te teekenen, zichzelf buiten de beweging heeft geplaatst.... maar dat is nu eonmaal zoo on noch wy zegt het Handelsblad noch zeker de invloodryke mannon in de liberale party kunnen den heer Van Houten volgen. Uit de daden blykt hoe weinig de liberalen over hot algemeen zich hebben laten leidon in do afgeloopen vior jaren door do denkbeelden van mr. Van Houten. En de heer Treub heeft niet het recht om over dio daden meesmuilend te spreken. Hot Handels blad van zyn kant maakt de vryz.-democraten ook niet uit voor vermomde sociaal-democra ten, al vreost hot, dat zy mot hun kiesrecht- tactiek, zonder het te willen, den sociaal democraten in do kaart zullen spolen. Het gelooft in do eeriykheid van hun ovortuiging omtrent Grondwetsherziening om sneller tot socialo hervormingen to komen. Hun dryven naar dit middel bedroeft het blad, omdat het zulks als een ontydig en daarom volkomen onge schikt middel beschouwt; maar daarover is nu genoeg getwist. Als liberalen en radicalen elkander by de stembus niet verdacht maken, is do toekomst niet donker. Want uit de rode van professor Troub is iéón zaak gebleken: De houding van do cleri- calen lieefc ook de vryzinnig democraten ge waarschuwd voor het clericale gevaar. Wel is het besef van hot gevaar mot zoo diep tot hen doorgedrongon, dat zy reeds by eerste stemming samenwerking willen zoeken met do liberalen tot wering van het gemeenscliap- pelyk gevaar. Maar zy boselfen, dat die samenwerking althans by herstemming noodig zal zyn. Wy zullen dus vermoedeiyk denzolfdon toe stand krygen als vóór vier jaren, toen ook do herstemmingen, onder de anti-clericale leus (destyds versterkt door de anti-protectionisti sche) do zege brachten aan de anti clericalen. En nu onlhoude men wol wat prof. Treub gisteravond verklaarde: dat mon by de hor- stemmingen gezamenlijk tegon de clericalen zou optrekken, vooral na de houding van dr. A. Kuyper. Wanneer niet professor Kuyper begonnen was met verzamelen te blazen onder ,de cloricalen, dan hadden wellicht de radicalen de noodzakelykheld van de anti-clericalo leus by de herstemmingen niet eens ingezien. Dat moet onthouden worden voor het geval de heer Kuyper weer eens den liberalen hun anti cloricalisme als vorwyt voor de voeten 'werpt. Do Nieuwe Botterdamsche Courant zegt ovor hetgeen prof. Treub zei: De Loidsche rede van den heer Treub zou aanleiding kunnen geven tot velerlei opmer kingen en kantteekeningen. Wy wiilen ons echter beperken tot oen paar punten. Aan de groote verdiensten van de liberale party in het verleden werd ook nu hulde gebracht. Zoo was het ook in 1888, toen de heer Treub en do zynen zich van de liberale party hadden afgescheiden, om een radicale I party te 6tichten, en de woordvoerders der ■nieuwe party het land doortrokken om overal kwaad te spreken van de liberalen. Men sprak toen zelfs met zekere geestdrift van hotgeen da liberal» party hai gedaan in de eerste jaren na 1848. Maar zoo heette het nu is zy oud en afgeleefd en tot niets moer in staat. Thans was de heer Treub wel zoo good te erkennen, dat ook de wetgevende arbeid van de laatste vier jaar ons goedo wetten heeft gebracht. Doch, voegde hy er by, die waren misschien ook wel tot stand gekomen zonder de liberalen; en de liboralen hebpen de sociale wetten dikwyls niet van harte gemaakt, Op deze wyze kan men hot goedo gemakkeiyk wegcijferen, maar ia dat een waardige wyze van bestryden? Waarom ook sprak de woordvoerder der vryzinnig-democraten alleen van de laatste vier jaren en gewaagde hy slechts van een paar wetten? Hy had kunnen spreken van een tienjarig tydvak, want na het aftreden van het ministerie-Mackay is er steeds een liberaal ministerie aan het bewind geweest. En in deze tien jaren- heeft de party, die reeds in 1888 in de oogen van den heer Treub oud en afgeleefd en versleten heette, zich waarlyk niet onbetuigd gelaten 1 Wy hebben nog zeer onlangs het eon en ander opgenoemd, dat aan den wetgevenden arbeid der liberalen van de laatste jaren te danken is geweest. Maar prof. Troub heeft voor die goede vruchten van een liberaal Regeoringsbeleid blijkbaar geen oog gehad. Zelfs Pierson'8 belastinghervorming schijnt voor hem weinig te beteekenen te hebben. En toch is deze hervorming een der gewich tigste wetgevende maatregelen, in de laatste 25 jaar tot stand gekomengewichtig vooral, omdat daarby eerlyk gestreefd word naar een billyker verdeeling van lasten, naar de toe passing van eon boginsol van sociale recht vaardigheid. De heor Troub noemde de Woningwet, alsof daarmede alles gezegd was. Had hij, om billyk te zyn, niet veel meer moeten noemen? Was het om iets te vermelden do moeite niet waard, te gewagen van hot vele, dat in het belang van don landbouw is gedaan, of van bet ernstige stroven om het verkeer te be vorderen, de gemeenschapsmiddelen to ver meerderen? Dat zyn dan toch bewyzen, dat do liberalen, nu als vroeger, er op bedacht zyn om do welvaart des lands to verhoogen. Het woord van prof. Oppenheim, dat de woordvoerder onwaar en partydig was geweest in zyn oordeel over do liberale party, was waarlyk niet te hard. En op die wyze moet het optreden der nieuwe party gerechtvaardigd worden 1 Wat heeft do heer Treub geantwoord op hot verwyt, dat de moedwilligo schouring onder de liberalen de clericale partyen in do hand workt? Hy ontkent dat. Hy beweert, dat door de scheiding slechts des te meer warmte on cnorgio by de stembus zal wordon ontwikkeld; ja, zelfs dat do kansen der clericalen daardoor zullen worden verminderd. Want, zegt hy, or is geen quaestio van, dat de vryzinnig- democraten by herstemming do clericalen zullen steunen. Alsof mon niet roods, afgescheiden van do animositeit, die men, door tegenover elkaar te gaan staan, opwekt, door verdeoldhoid bij de eerste stemming de positie kan verspelon Later, in antwoord aan prof. Tichelaar, verklaarde de heer Treub, dat ook hy samen trekking van do krachten togen de clericalen noodig achtte, maar eerst by de herstem ming. Hy erkont dus, dat in de clericalen de gomeenschappeiyko tegenstander moet worden gezien. Maar merkt hy niet op, dat dio ge- meenschappolyke tegenstander een heel andere tactiek volgt, dan hy gevolgd wil zien? Voor het eerst zoeken dc kerkelyke part-yen samenwerking reeds by do eerste stemming. Door vroegere ervaringen geleerd, willen zy hot niet laten aankomen op de horstem mingen, maar al dadelijk by den eersten aanval alle strydkrachten, waarover zy be schikken, in het vuur brongen. En tegenover deze tactiok van den tegen stander, dio bowijst hoe wolborekend zijn plan van aanval is, wil mr. Treub de tactiek van verdeeldheid toepassen! De Tijd trekt uit prof. Treubs redo de conclusie, dat de liberalen niet meer bevreesd behoeven te zyn voor clericaal gevaar uit do ryen dor volgelingen van dezon hoogleeraar. En het zou hot blad niot verwonderen, als, na do vorklaring, dat de vryzinnig-democraten geen clericaal zullen stemmen, de animositeit tegon de vryzinnig democraten in het kamp dor „Unio"-mannen hooi wat bleek te luwen. Wèl bleef de heer Troub onbokeerlyk op het punt van den steun, door zijn partygonooton aan sociaal-democraten to govon, on kunnen de brooders van voorheen zich or op vor- wachton, dat een eventueel© herhaling der jongste Kamerverkiezing te Amsterdam elders nog eon socialist of wat moer in het Parle ment brengt, maarvoor de clericalen is mon ten minste veilig 1 En in zóóver biyft ook na de scheiding Treub met zyn aan hang „zuiver in do leer". Een heele troost voor de politici, die indertijd in liofc bekende recept-Van Houton hot kort begrip van staatkundig beleid voor de liberale party meenden to bezitten. Een kleine waarschuwing wellicht ook voor sommigen onder de katholieken, die door de scheuring onder do liboralo broeders zich tot overdreven verwachtingen ten bate van hun denkbeelden lieten verleiden. Het Centrum heeft een drietal artikelen gehad onder het opschrift samenwerking. In het laatste wyst het blad o. a. op de „opzweepende taal" van dr. Bronsveld en op den tegenzin der vry anti revolutionnairen om op een Roomscbe te gaan stemmen." Van do anti-revolutionnairen wordt gezegd: „Meer dan vroeger zyn zy tot een biliyk overleg bereid en streven zy naar zuiverder verhoudingen, hoe moeiiyk hun dit ook door het anti-papistisch krygsgeschreeuw en de schandelyko verdachtmaking van christelyk- historische zyde gemaakt wordt." W(j stippen hierbij aan, dat de hoer Trenb zijn urgentieleus ook voor de herstemmingen niet losgelaten heeft, en dat hij duidelijk her haald hoeft, bij de keus tusschen een sociaal democraat, die vóór de urgentio is, en een liberaal, die daartegen is, niet don liberaal jua&r den sociaal-democraat te willen steunen. Het Centrum besluit: „Over onze verhouding tot do overige par tyen behoeven wy eigeniyk niet veel te zeggen, Met de socialisten mogen wy natuurlijk geen overleg zoeken; met de christolyk-histo- rischen evenmin; en de vry anti revolution nairen zijn ons ook weinig sympathiek. Toch zou hot geval zich kunnen voordoen, dat wy van deze laatste groepen den oen of anderen voorman stemden, om zyn persoon- lyke qualitoiten (men denko byv. aan den heer Lohman), of om erger te voorkomen. De be sturen dor kiesvereeiiigingen hebben hier een groote taak te vervullen, waarvoor veel tact en oordeel wordt vereischt. Samenvattend zeggen wy duidelyk en kort: In het algemeen bewege zich onze actie thans langs deze dubbele lyn: afwering van het anti- clericalisme en bestryding van een zeker con servatisme, dat do ontwikkeling der sociale wetgeving rechtstreeks of zydelings tracht te belemmeren." Onder hot hoofd: „Yan een slechte markt thuis" vonden wy in Dc Standaard deze asterisk De antimilitaristen zyn, onder de leiding van mr. Yan Gilso, van eon slechte markt thuis gekomen. Generaal Eland bood hun een stelsel aan, waarin het twaalf maanden heette, maar dat in de practyk op acht maa-nden neerkwam. Maar dat mocht niot. Het antirailitarisme moest en zou een f o r m o e 1 e overwinning behalen, en op 12 Maart zond men generaal Eland naar huis. Thans is generaal Kool voor hem in do plaats gekomen, on die kwam met een stelsel, waarin liet acht maanden heet, maar dat practisch op twaalf voile maanden neer komt. Maar het is zoo, or staat dan nu in de wet toch geen twaalf. Neen, er staat in artikel 122 nu acht, en daar komen dan in artikel 124 nog vior maanden by. Twaalf wilden de heeren niet. Maar nu de formule luidt:-84, nu stemde ongeveer de holft van de tegenstemmers van 12 Maart voor. Uit het oogpunt van tactiek prachtig I Niet 12, maar wol 8 41 Do Kamper Courant bevatte een artikel over don naderenden stryd. Hoe hot by do verkiezingen voor de Tweede Kamer zal loopen, valt, naar zy aanmerkt, nog moeiiyk te zeggen. Sommige teekenon schijnen te voorspellen, datanti-revolutionairen, vry anti revolutionairen on Christelijk-historisclion ditmaal samen zullen gaan. Maar aan don andoren kant zyn er h. i. ook weer teekenon, dat dezo samenwerking zal afstuiten op de quaestie der verdoeling van de zetels. Wat de katholieke partij betreft, deze schynt niet zoo op den voorgrond te willen treden als vier jaar goloden, maar dat z\j weder zal samengaan met do party van dr. Kuyper, daaraan valt, meent de Kamper Ct., wel niet te twyfelon. Altyd met dien verstande, dat zy in de districten, waar zy eenige kans heeft, by eerste stemming met een eigen candidaat zal optreden. Daarmede is echter li. i. niet gezegd, dat de katholieke kiezers onder alle omstandigheden naar de inzichten van de leiders der party zullen handelen. Het blykt, meent zy, steeds duidelyker, dat die kiezers hun eigen inzichten hebben en deze niet opofferen aan partybelangen. Voor de voorstanders der liberale concen tratie, waaraan wy vier jaren van vrucht baren parlementairen arbeid te danken hebben, is er, geiyk de Kamper Ct. zegt, maar één leus: voortzetting van de hervormingspolitiek van de tegenwoordige regeering. Do vryzinnig- democraten daarentegen wilden den hervor- mingsarbeid in don steek laten, om oon denkbeeld na te jagen, dat nog in goon jaren voor verwezonlyking vatbaar is. Van do verdeoldhoid in de verschillende par- tyen trachten do sociaal-democraten gebruik te maken om hun gelederen te versterken. Ook onder hen heerscht verdeeldheid: dit is in bun op de Paaschdagen gehouden congres gebleken; maar zy hebben althans, merkt de Kamper Ct. aan, den tact om die verdeeldheid to onderdrukken en vast aaneengesloten naar het gemeen schappelyk doel to streven. Moet zy op eigen kracht steunen, dan is h. i. de sociaal-democratische party in geen kiesdistrict by machte haar candidaat er te brengen. Maar die party rekent er op, zegt het blad, dat de omstandigheden haar gunstig zullen zyn. In 1897 zagen vele kiezers, tegen standers van het socialisme, zich genoodzaakt, tegon wil en dank voor den sociaal democrati- schon candidaat te stemmen, om aan het gevaar eener clerical© overheersching to ont komen. Thans staan h. i. voor deze party de kanson zooveel gunstiger, omdat de nieuwe party de stembus leus dor sociaal democraten heeft overgenomen en, althans by de herstem mingen, gemeene zaak mot hen zal maken. Daarom gelooft do Kamper Ct., dat de sociaal-democraten by de stembus de winnende party zullen zyn. Eensgezind, zouden h. i. de liberalen in staat zyn èn aan do clericalen èn aan do sociaal democraten het hoofd te bieden. Maar, vraagt zy, hoe zal het n u zyn RECLAMES. 40 Cents per rogel. Wy zouden het niet genoeg kunnen her halen, dat de bloedarmoede een der ernstige aandoeningen is, die de jeugd kan aantasten. In don loop van het leven, op een zeker ge vorderd tydstip kan men er door aangetast worden, maar vooral tast zy de jongelieden aan. Dit verklaart zich gemakkeiyk, want op het oogenblik, dat het kind volwassen wordt, heoft er een complete transformatie plaats, welke zeer vermoeiend is en oen zekoren weerstand vordert, waartoe krachten noodig zyn, welke alleen het ryke en krachtige bloed kan geven. Alsdan kan men mot moed dozo mooilyke crisi3 doorstaan. De hoor F. Wichers, te Dwingeloo, schryft ons: „Myn vrouw heeft van haar 209to jaar gesukkeld en thans is zy 48 jaar, dus ongeveer 23 jaar was zy lydende aan maagpyn, het minste voedsel kon zy niet verdragen, maar door het gebruik Uwer Pink-Pillon van dr. Williams is zy volkomen genezen, thans eet zy alles met smaak on haar krachten komen terug. „Publiceert het tot heil van andere lyders, ik ben genegen de noodige inlichtingen te verstrekken." Diegenen, die gebruik maken van de Pink- Pillen, zullen er de beste resultaton van bo- komen. Zy zyn krachtdadig voor bloedarmoede, verlamming, ruggemergstenng, rhoumatiok, heupjicht, zenuwpyn, St.-Vitusdans, hoofdpyn, zenuwziekte, kliergezwellen, enz., zy z(jn een hernieuwer van het bloed en een epiorver- storkend middel. Zy geven schoone kleuren aan het bleeke gelaat, handelen in al de tydperken der verzwakking by de vrouw en veroorzaken by den man een werkdadige werking tegen al de ziekten, veroorzaakt door lichamelyke en geestelyke overspanning en door buitensporigheden. Prys ƒ1.75 do doos; ƒ9.— per 0 doozen. Verkrygbaar by J. H. I. Snabilié, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland, en apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrygbaar voor Leiden en Om streken by Reyst Kbak, Drogeryen, Bees tenmarkt Wyk 5 No. 41, en J. H. Dijkhuis, drogeryen, Hoogstraat No. 5. Wacht U evenwel voor de namaaksels, ver- schalt U de echte Pink-Pillen alleen öy den heer Snabilié, tc Botterdam, of bij de depot houders, die onder de attesten in de couranten zijn aangegevenAlle andere personen verkoopen goedkooperc zoogenaamde Pink-Pillenzulks is slechts, om het publiek tc bedriegen. Onze ver slaggever vernam op verschillende plaatsen in Nederlandhoe de personen er ingeloopen zijn en hoegenaamd niet de minste uitwerking dezer nagemaakte Pink-Pillen ondervonden hadden onnoodig te zeggen, dat deze personen spoedig met het gebruik der echte Pink-Pillen weder zijn begonnen. Het namaaksel der Pink-Pillen heeft nog nooit iemand genezen. Hiernevens afbeelding der doos met de echte Pink- E^£^-£S' Pillen. 3841 76 Om zijii vrouw. „Wie is die prachtige vrouw, dio met Max Remi danst?" fluisterde graaf Heivar mij toe, die voor de eerste maal tot de gasten des huizes behoorde. „Al weer een, dio don mooien Max, den beroemden dichter, den lieveling van den dag, het hoofd op hol zal brengen! Hoe zy hein aanziet 1 Hoe haar oogon zich in de zyno verliezen 1Wat een gratie in al haar bewegingen Een waar genot voor do oogen, die beiden te zien dansen!...." En het was inderdaad een mooi paaf, dat do zaal van gravin De Moubri tot sioraad e trok to. Algemeon was do bewondering, de gasten schenen zich niet te kunnen verzadigen aan den aanblik van deze bokoorlyke, jonge vrouw, in don vollen bloei van haar jeugd, zooals zy daar, half door den beroemden schryver go dragen, in walsmaat door de zaal zwoefde. Ik vergat zelf door dit gezicht zeker op de tot my gerichto vraag van myn vri6nd to antwoorden. Hij herhaalde ze, en toen keek ik hom lachend aan „Wat? Dat weet jy niet? Maar die dame is immers zyn vrouw 1" „Zyn vrouw?" zei hy verbaasd. „Ja zeker 1" „Excuseer my myn onwetendheid, beste vriend, maar ik ben langer dan tweo jaren op rois goweest en toon ik Parys verliet, was Max Remi niet getrouwd 1" De jonge Fontang was by de woorden van De Moubri by ons gekomen en meende: „Tout Paris weet, hoe gelukkig die beiden zyn.... Mevrouw Romi is de verrukkelykste, bomin- lyksto en gelukkigste vrouwMax is niet alleen haar man, maar in den waren zin van het woord de afgod van de schoone Louise 1" „En hooft hy haar ook zoo liof?" „HartstochteiyklEn ik vind dat te mooier, omdat hot zoo in hot geheol niet naai den geest des tyds is en voor heel oudorwetsch doorgaat IEn by haar komt er dan nog het gevoel van trots by, do vrouw van den beroemden schryver, van don hold van den dag te zyn, voor wion hot uitnoodigingon regent 1" „Kon jo ze nader?" vroeg graaf Heivar my, toen Fontang ons verlaten had. „Vroeger heb ik ze van naby gekend," was myn antwoord. „Is het dan werk el yk niet overdrovon, wat Fontang zooeven zeide?" „Het is alles waar. Mevrouw Romi, de schoono Louise, zooals zy door allen wordt genoomd, is een van die sentimouteele, wat opgowor.don naturen, voor wie een man als Max als ge schapen is. Als jong meisje, toen ik ten huize van haar ouders verkeerde, heeft zy my dik wyls .gezegd, dat zy een held, een beroemd man, iemand in staat tot een groote, onbaat zuchtige daad, tot echtgenoot wilde hebben. Zy had altyd haar eigen meening, het was eon klein, betooverend origineelZio haar slechts aan, let op die groote, lichtende oogen, die als tot droomen zyn geschapen daarby een vrouw in den waren zin van het woord, goed, zacht en oprecht in haar liefdo tot Max Terwyl wy zoo sprak en, was het paar in onze nabyheid gaan zitten. De jonge vrouw was verrukkeiyk schoon 1 De roodo, vochtige lippen waren half geopend, levenslust ging van haar uit en sprak uit al haar bewegingen. Naast haar zat mooie Max. Tot haar ge bogen, 6prak hy tot haar op fluisterenden toon als een verliefde. Er scheon iets van den overvloed van geluk uit te stralen van het paar. ,Heb je de jonge vrouw van avond al ver welkomd?" zeide de graaf. „Neen, ik wil het ook niet doen, ik heb haar slechts in den droevigen tyd van haar leven gokend „In don droevigen tyd?"... Heoft zy dien dan gehad?" „Ja, al is het dan ook niot op directe wyzo, er waren toch eenigen in liaar omgeving ten tyd o van haar eerste huwolyk „WatI Is mevrouw Romi vroeger reeds gehuwd goweost?" „Ja", antwoordde ik zachtjos, „anderhalf jaar en ik was een goed vriend van den armen doode". Yertel my dat toch eens!" Het orkest begon een ruischendo quadrille en wy waren beiden heimolyk in een klein s.alon gevlucht. Er heerschto een getemperd licht en onwillekeurig begon ik van den vriend mynor jeugcl Claude Tirau te vertellen, dte nu sedert drie jaren tot de dooden behoorde. „Zooals ik reods gezegd heb, hob ik Louise in haar ouderlyk huis leoren kennen. Het waren eenvoudige lieden uit den burgerstand en van vader noch moeder had Louiso haar romaneske ideeën geërfd. Yan waar zo kwamen, weot ik niot, misschien uit do boeken, die zy gelezon heeft; misschien is zy op kost school er aan gekomen. In elk geval werd er door haar ouders niet veel waarde aan gehocht en de vader, een rechtschapen man, besloot, zyn dochter aan eon ambtenaar tot man te geven, dio haar ongetwyfeld in gewone, ordelyke omstandig heden gelukkig zou maken. En er deed zich zoo een voor, on wel myn vriend Claude Tirau, een gemeente-ambtenaar, oen prachtige, bescheiden kerel. Hy had Louise boven alles lief. Claude was geen romanheld, had nieta schitterends over zich, maar het jonge meisje scheen met de keuze van haar vader tevreden te zyn en trachtte haar man lief te hebben Ik zeido je reeds, dat zy goed en zacht was. Wat oen ellende heeft do arme Claude in de eerste maanden van zyn huwelykuitgestaan! Slechts my stortte hy zyn liefdevol hart uit, want hy had zeer spoedig ingezien, dat niets, zelfs niets in zyn persoon, in zyn betrekking, in zyn geheele levon aan de romantisch- sentimenteel© denkbeelden van Louise beant woordde. Waar was in het geregelde bureau-leven een spoor van heroïsme, van zelfverloochening! Zyn superieuren achtten hem, hy kon in den loop der jaren in rang opklimmen, hy was beschaafd en wist zich goed voor te doen. Maar wat beteekende dat alles voor het aardige vrouwtje, dat hy de zyne noemdo? Hy gevoelde zich zoo klein, zoo onboduidend en daar hy Louise hartstochtelyk liefhad en het zyn cenige wensch was haar gelukkig te maken, leed hy ontzettend, want hy ge-, voelde, dat de toegenegenheid van zyn vrouw met iederen dag verminderde, dat Louise steeds moer van hem vervreemdde. Op zekeren dag zocht hy my in myn woning op; het was de laatste maal. Een jaar was hy juist getrouwd. „Ik ben zoo ongelukkig 1" zeide hy. „Ik kan Louise nimmer het geluk geven, dat zy verdient. Ik wil my het leven benemen,dan is zy vry en kan zy nog gelukkig worden!" Ik sprak een verstandig woordje met hem, raadde hom aan te trachten wat op Louise's romantische ideeën in te gaan.... „Myn Hemol", riep ik uit, „het kan toch zoo moeiiyk niet zyn een beetje sentimenteel en roman tisch te wezen 1" Hy beloofde my kalmer te worden, ml4»* raad to volgen en iets te verzinnen, waardoi hy zich de liefde van Louise zou kunnen verwerven. Een half jaar later was hy dood, de a.me kerel! En dat ging nog wel zoo bur^erlyk mogelijk, zonder liet minste romantische tintje. Do artsen wisten niet recht, wat het ge weest was. „Louiso, ik voel, dat het met my ten einde loopt," had hij tot zyn vrouw gezegd, „trouw weer, dan kan je met een ander ge lukkig worden." Nu eindelyk had hy den weg gevonden om Louiso aan het gedroomde geluk te hel pen, en tevreden sloot hy do oogen tot den laatston slaap". De quadrille was ten einde. Wy stonden op en konden mevrouw Remi weer zien, die, stralend van geluk, op den arm van haar man geleund, door de zaal schreed. Ja, Claude's wensch was in vervulling gegaan. „Heeft zy hem betreurd?" vroeg de graaf my. „Ja, maar zeker niet diep. Niets bond haar aan hem, geen kinderen, geen familioleden, Zy werd zeer gevierd, on op zekeren avond voordo het toeval haar Max Romi in de armen den held yan haar droomen." „Arme man!" zeido de graaf, torwyl h(J aan Claude dacht. „Ja, arme manl" herhaalde ik. „Hoe arm, dat weet ik slechts, want ik alleen weet de oorzaak van Claude's dood. Iiy was toch een held, al mogo ook alles dit tegenspreken en hoeft zekor wol heb zwaarste offer gebracht, waartoe oen monscb in staat is! Hy heeft zich eon langzaam wer kend vergif verschaft; de artsen hebben er niets van gemerkt.... maar maandenlang heeft hy zyn doel voor oogen gehad, dage lijks een schrede naar zijn dood gedaan en zichzelvon opgeofferd voor liet geiuk van Louise." „Heeft zy er goen vermoeden van?" „Neen!.... Waartoe zou het ook dienon? Ik zou het haar toch niet hebben kunnen zeggen. Nu is zy immers ook gelukkig 1" Het feest liep ten einde. Mevrouw Remi stond rechtop midden in de zaal naast haar man, en trotsch en schitterend van geluk hoorde zy de complimentjes aan, die iiaar en haar man, don groot en dichter, worden ge-- maakt. Hot was my als hcorde ik haar' fluisteren: „Myn held, myn afgod!" En ik moest aan dien anderen bold denken, die vergeten op het kerkhof uitrustte van z(jn heldendaad. voor bet plaatsen vau lileinc Adver» tcntitvu moeten bij de advca*tcu(ie< worden gevoegd. lVanucc? dit niet geschiedt, wordt, de advertentie niet geplaatst*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6