N«. 12621
k\ 1901.
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blatl.
Feuilleton.
DE HERSTELLENDE.
"Woensdag W -Aapril.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER CODRANTi
Yoor Leidon per 8 maandon.
"TT"? f 1.10.1
"Buiton Loiden, per looper en waar agonten govostigd 1.30
t Franco per post 1.65-
PRIJS DER ADVERTED TIËNI
Tan 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.1 IJ. Grooter»
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiton de stad
wordt f 0.06 berokend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Ofüeioele I£eiAiii»flrevl naren.
Bnreeraeeater #n Wethouders van Leiden;
Gozien het adres van J. KNOTTER, houdende
verzoek om vergunning tot oprichting van een
smederij in het perceel Rapenburg No. 109, kad.
bekend Sectie F No. 577;
Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet;
ff Gevon bij deze kennis aan hot publiek, dat
S genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie
f dezer geraeento ter visie gelogd is; alsmede, dat
|op Dinsdag oO April saust., 's voormiddags
te elf uren, op het Raadhuis, gelegenhoid zal
I wordeu gegeven om bezwaren tegen dat verzoek
is te brengen.
Burgemeester en Wethonders voornoemd.
Deiden, F. WAS, Burgemeester.
I 16 April 1901. VAN HEY3T, Secretaris.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gelet op art. 31 der Kieswet;
Brengt ter algemeene kennis, dat de verzoeken
©m verbetering van de kiezerslijst voor den dienst
2901/1902, mot de bewijsstukken op de Secretarie
dezer gomeente ter inzage zijn Dedergelegd en
in afschrilt, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar
gesteld.
LoideD, De Burgemeester voornoemd,
16 April 1901. F. WAS.
Leiden, 17 April.
Als vervolg op de in het begin dezer
maand gehouden gewone jaariyksche leden
vergadering van de Leidsche afdeeling der
„Nederlandseho Vereeniging tot bescherming
van dieren," had gisteravond weder in een
der bovenzalen van „In den vergulden Turk"
een buitengewone ledenvergadering plaats, daar
het hoofdbestuur in het hangendo geschil met
de afdeelingon Lelden, Nymegen en Rotterdam
over wijziging van het Algemeen Reglement
en meer onderling verband tusschen de
afdeelingen, ateeda het stilzwegen waa bleven
bewaren.
Voorzitter waa de heer J. J. ter Laag Cz.
Besloten werd alsnu tot opheffing van de
Leidsche afdeeling, nadat vooraf art. 10 van
het afdeelingereglement waa herzieD met dien
verstande dat een besluit tot opheffing der
vereeniging (in plaats van afdeeling) kon ge
nomen worden met meerderheid van stemmen
(ln plaats van der leden) en dat by ophef
fing de gelden en verdere bezittingen der
vereeniging ter beschikking van het bestuur
(in plaats van 't hoofdbestuur) worden gesteld.
Na de gevallen beslissing tot opheffing dor
Leidsche af doeling, werd dadelyk besloten
te trachten een zelfstandige Leidsche ver
eeniging op te richten, welke met hetzelfde
doel als de opgeheven afdeeling zal werk
zaam zyn.
Op voorstel van een der leden werd be
sloten het afgetreden afdeelmgsbestuur voor
de nieuwe vereeniging te continueeren, op
welke vervolgens overgingen de bezittingen
van do vorige afdeeling, w. o. een spaarbank
boekje van ongoveer f 200.
Torens werd het oudo reglement herzien
en overeenkomstig den nieuwen zelfstandigen
toestand gewfizigd, alsmede goed gevonden
op de statuten de koninklijke goedkeuring
aan te vragen.
De naam zal thans lulden: Leidsche ver
eeniging tot bescherming van dieren".
De bepaling werd er in opgenomen dat zy,
die zich voor de vereeniging zeer verdienstelijk
hébben gemaakt, tot eere-leden kunnen wor
den benoemd. Ook de onderscheiding van advl-
seerend bestuurslid is niet buitengesloten.
Het bestuur werd mede gemachtigd om
in do statuten die wijzigingen aan te bren
gen, welke alsnog mochten noodig blijken.
By de rondvraag werd wederom door een
der leden gewezen op de mishandeling van
honden door te zware vrachten, waartegen
werd opgemerkt, dat die bevrachting soms
oogon8ch(jnH)k te zwaar lijkt, maar dit
werkelijk met is als de bespanning van het
dier maar goed is en de kar makkelijk loopt.
Ds wenschelijkheid werd uitgesproken om,
als de financiën der nieuwe vereeniging het
toelaten, voor het toezicht aan te stellen
iemand, die tevens onbezoldigd rijksveld
wachter la, opdat deze ook het recht heeft
proces verbaal op te maken.
Met erkentelijkheid werd er bovendien aan
herinnerd dat, blijkens de veroordeelmgen door
het kantongerecht verleden jaar, de politie
te dezer stede eveneens niet etil zit.
Naar aanleiding van een opmerking van
een der leden gaf het bestuur te kennen,
gaarne in overweging te zullen nemen om
de circulaire over de vestiging der nieuwe
vereeniging te zenden niet alleen aan de oud
leden, maar ook op meer uitgebreide schaal
te doen verspreiden.
Ten slotte sprak do voorzitter de beste
wenschen uit voor den bloei der nu nieuwe
zelfstandige vereeniging.
Het Leidsche Volkshuis herbergt deze
week een vijftal schilderdeneen Apol, een
Artz, een Blommors, een Jaap Maris en een
Mesdag. Het groote stuk van don eerste is een
besneeuwd bosch langs beek met eneeuwfis;
een gele sneeuwlucht hangt tusschen de
boomen. Van Artz een visschersbinnenhuis,
moeder en kind, dat met groote juistheid
zegt, wat het zeggen wil. Van Blommers een
klein paneeltje, vol bekoringeen jonge moeder,
die zich heenbuigt over de wieg van haar
wakkerwordend kindje. Van Mesdag een kalme
zee met een paar visschersschuiten; van Jaap
Maris een bom, zoo juist binnengekomen,
liggend op even overstroomd strand, een paar
paarden op zy tegen den romp van het schip
aan. Het is het zeegezicht, dat velen zich
zullen herinneren van de Maristentoonstelling,
kort na des meesters dood in „Pulchri" ge
houden, of van de even latere tentoonstelling
in „Arti", waar het de allerbeste plaats had.
Het is het stuk, waarvan Jan Veth in die
dagen schreef, dat het „als uit fijngestampt
en dan weer wonder aaneengevloeid parelgruis
geschilderd ljjkt, een edel bezonken schilderij."
Binnen het bereik gebracht van de arbeiders,
blykt opnie.uw, dat niet weinigen hunner
wat eenvoudig van schoonheid spreekt, be
reiken kunnen.
De „Haagsche kouter" van de „N. Gron.
Crt." schrift:
Wfi Hagenaars, die ons „Mauritshuls" door
en door kennen, behoeven zoo nu en dan een
nieuwen prikkel, die ons dringt om het
heiligdom binnen te gaan. En daar zorgt nu
die menschen- en schilderyenkenner Dr. Bredius
zoo oordeelkundig voor. Nauwelijks is de laatste
„attraction" verflauwd of verdwenen, of een
mouw lokaas wordt ons voorgehouden. Nu is
hot weer een gaaf smaakvol levensgroot
vrouwenportret (kniestuk) van Mooroelson,
zoo levend ons toelachend en met zulk een
meesterhand getoetst, dat men natuur en
kunst gelijkelijk bewondert. Hoeveel ponden
sterling onze Dr. voor dio aanminnige beelte
nis te Londen heeft neergolegd, bljjft ons
onbekend, maar wfi zijn dankbaar en voldaan,
dat hij ons zoo van alles laat genieten wat
zijn scherp oog hier of daar ontdekt on z'Jn
royale beurs tot zijn eigendom maakt. Vroegere
directeuren waren passieve bewaarders, dorpol-
wachterseon man als Bredius, die breed doet
en het breed heeft, geeft het Mauritshuis
nieuwen glans en brengt nieuw leven in de
beoefenmg der kunsthistorie.
Is het niet lota ongehoords ln ons land, dat
de nu pas benoemde onder-directeur van ons
Mauritshuis, de heer Martin, over eenige weken
aan de Hoogeschool te Leiden hoopt te promo-
veeren mot een dissertatie over Gerard Dou
en zijn tyd.
Een jong geleerde, die al zijn studie gaat
wijden aan onze vaderlandsche kunst zie
daar een verblijdend verschijnsel, waarvan
Dr. Hofstede de Groot het eerste voorbeeld
gegeven heeft.
De ter gelegenheid van den verjaardag
van Z. K. H. Prins Hendrik, evenals in andere
garnizoensplaatsen Vrijdag om 12 uren in Den
Haag te houden parade wordt gecommandeerd
door luit.-kol. Ringeling, commandant van het
3de reg. huzaren, en geïnspecteerd door den
gouverneur der residentie.
De Commissaris der Koningin ln Zuid-
Holland heeft heden Da gisteravond uit het
buitenland in Deu Haag te z|Jn teruggekeerd,
zijn ambt hervat.
By de discussen in de Tweede Kamer
over de wijziging van de Regeeringsregle-
menten voor Suriname on Curasao heeft do
heer Van Kol de volgende motie voorgesteld,
die later zou worden behandeld:
„De Kamer
van oordeel, dat de treurige toestand,
waarin do kolonie Curasao verkeert, hot
dringend noodig maakt maatregelen te beramen
om verder verval te voorkomen en meerdere
welvaart te doen ontstaan,
noodigt de Hegeering uit een commissie te
benoemen, die na een plaatselijk onderzoek
rapport zal uitbrengen over do oeconomische
toestanden en over de beste middelen om
daarin verbetering te brengen,
en gaat over tot de orde van den dag."
Daar de vele werkzaamheden, die ln den
korten tyd dat de Kamer nog bijeen Is, moeten
worden afgedaan, een uitvoerige bespreking
van deze motie onmogelijk maken, heeft de
heer Van Kol nu, onder den titel: Een nood
lijdende kolonie, een aantal gegevens be
treffende den toestand der kolonie Curasao
gepubliceerd, ten einde zijn medeleden in staat
te stellen de quaestie te overwegen.
De minister van oorlog, generaal Kool,
la gisteren by zfin eerste verschijning in de
Tweede Kamer na zjjn optreden van verschil
lende zfiden gecomplimenteerd.
Het nieuwe lid der Tweede Kamer voor
Amsterdam, de heer Den Hertog, heeft zitting
genomen aan de linkerzijde der zaal, op de
plaats van wijlen zijn ambtsvoorganger mr.
Hartogh.
Naar „De Tel." verneemt, is ook aan
rar. J. C. baron Baud, advocaat-generaal by
het gerechtshof to Amsterdam, de betrekking
van burgemeester dier gemeente aangeboden
Ook de heer Baud bedankte.
Te Leeuwarden is, 82 jaar oud, overleden
jhr. mr. Frans Julius Johan van Eysinga,
oud-voorzitter der Eerste Kamer, commandeur
in de orde van den Nederlandschen Leeuw,
Minister van Staat.
Het Museum Oud-Dordt ontving, door
bemiddeling van mevr. Beyerman, te Utrecht,
van do dames Enschedé, te Haarlem, on mevr.
DoyerEnschedé, te Velp, ten geschenke, be
halve een blauw-satynon vuurmanden- en nog
een dergelijk kleed, een portret in olieverf
van Johan de Witt, alles afkomstig van de
familie Hoog, nakomelingen van De Witt. (D.C.)
Met zekerheid kan gemeld worden, dat
In een dor districten van Amsterdam by de
a. a. Kamerverkieziugon door den Ned. Bond
van Hotel-, Café- en Sociftteithoudera te Amster
dam zal gecandideerd worden de voorzitter
van dien Bond, de heer W. Schut,
Te 's-Gravenhage la op 67-jarigon teef-
tyd overleden de gep. luit.-generaal K. L.
Pfeiffer, oud-commandant van het O.-I. leger,
waartoo hy in 1888 werd benoemd, na ver
schillende hooge rangen in het leger inlndiö
te hebben doorloopen.
Vier jaar later werd hy op de meeat eer
volle wyze gepensionneerd.
Generaal Pfeiffer was Ridder ln de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Donderdag 12 uren heeft de begrafenis plaats
op Nieuw Eik en Duinen.
Onze voormaüge landgenoot prof. Van
't Holï, te Beriyn, ia tot buitenlandsch lid
benoemd van de Deensche Academie van
Wetenschappen.
Men meldt uit Apeldoorn, dat by de
aankomst van den extra-trein met de Engel-
sche missie, gistermiddag te 4 uren, alle lanen,
toegang gevende tot het paleis, door de politie
afgezet waren. Op het perron had zich opge
steld een eskadron huzaren uit Deventer en
Zutfen, dat het militair saluut maakte, toen
de trein aankwam, met de sabel en trompet
geschal. Tor ontvangst op het perron bevond
zich, behalve de dienstdoende hofdignitarissen,
de ceremoniemeester, graaf van Randwyk, die
met den ambassadeur en onzen gezant in het
eerste rijtuig, la daumont bespannen, plaats
nam. De andere heeren, benevens de genoodlg-
den van het Militaire en Civiele Huls, die aan
het diner zouden deelnemen, volgden. In de
vestibule van het Paleis bevonden zich ter
bogroeting de hofmaarschalk, baron Clifford, en
de intendant, de heer J. A. van Steyn.
De ry tuigen werden voorafgegaan door hot
geheele eskadron huzaren.
Het diner, bestaande uit ruim 40 couverts,
werd opgeluisterd door Van Aken'a kapel uit
Amersfoort.
Precies te halftlen 'b avonds vertrok de
Engelsche missie van het palels Het Loo,
wederom in het la daumont bespannen
rytulg van H. M. de Koningin, voorafgegaan
en gevolgd door de militaire eerewacbt. De
extra-trein en het eigenaardig paardengetrappel
met de militaire commando's in deze rustige
omgeving waa een ongewoon levendig gezicht.
De politiemaatregelen waren weder zoodanig
genomen, dat het publiek niet by dit schouw
spel tegenwoordig kon zyn. Dit is de eerste
maal, dat do lanen, toegang gevende tot het
paleis, voor het publiek waren afgesloten.
Een groote massa volk bevond zich buiten
het afgezette terrein, zingende het Trans-
vaalsche volkslied.
De ministers van financiën, van justitie en
van waterstaat gaven hun kaartjes af aan
„Hótel des Indes" te 'a-Gravenhage voor de
Engelsche missie.
Deze missie met den haar toegevoegden
adjudant van H. M. de Koningin, bracht heden
oen bezoek aan Haarlem en omstreken ter
bezichtiging der bloembollenvelden.
By gelegenheid van het aanstaand verbiyf
van den oudsten zoon van den koning van
Engeland met zyn gemalin te Singapore zal
(behalve naar Melbourne) een oorlogsschip der
Nederlandsch-Indische zeemacht ook daarheen
worden gezonden als bewys der vriendschappe-
ïyko betrekkingen tusschen de twee koloniën.
Niet minder dan het Haarlemache en
het Amsterdamsche, heeft het Haagsche
schouwburgpubliek zich beyverd om het
wederoptreden van mevrouw HoltropYan
Gelder na haar langdurige ziekte tot een
feestelyke gebeurtenis te stempelen. Toen de
begaafde en zoo symp&thloko kunstenares in
het midden van het eerste bedryf van het
biyspei „Myn Schoondochter" in de residentie
haar entrée deed, daverde een lang aan
gehouden applaus door de volle zaal, over
stemmend het fanfaregeschetter, terwyi harte-
lyke bravo's het handgeklap vergezelden.
Tegeiykertyd werden de eerste bloemstukken
van een reeks van later te volgen bloem-
geschenken aangedragen uit de coulissen,
terwyi de gevierde actrice van uit de beide
loges op don tweedon rang bestrooid werd
met een overvloed van witto en rose bloemeD,
geworpen door jongedames.
Het was te begrypen, dat mevrouw Holtrop,
Bterk ontroerd, eenige oogenbllkken noodig
had alvorens zy weer in haar rol was.
Overigens had het publiek nog aan het alot
dor acte en voorts in elk volgend bedryf
volop gelegenheid van zyn welgemeende biyd-
schap over het herstel der artiste biyk te
geven, want by leder bedryf volgden bloem
stukken, het eene al fraaier en van grooteren
omvang dan het acJere, elkander op en vaak
moest viermaal gehaald worden. In het laatste
bedryf herhaalde zich bovendien de bloemen
regen.
Toezegging van beroep naar de Ned.-
Herv. Gein. te Meppel is ontvangen door dr.
A. J. van 't Hooft, te Borno.
Aan den kolonel jhr. L. F. A. van der
Goes, commandant van het 4de regiment inf.,
is vergunning verleend tot het aannemen en
het dragen van het Vorateiyk Schwarzburgsche
Ebrekruia der iste klasse, hem door Z. D. H.
den Vorst van Schwarzburg Rudolstadt ge
schonken; aan den leten luit. E. de KruyfT,
van het 7de regiment infanterie, vergunning
verleend tot het aannemen en het dragen
van het ordeteeken van ridder der orde van
den Griffioen, hem door Z. H. den Hertog,
Regent van Mecklenburg-Schwerin, namens
Z. K. H. den Groothertog van Mecklenburg-
Schwerin, geschonken.
Door het kiescollege dor Ned.-Hervormde
Gemeente te Amsterdam zyn gisteravond de
volgende drietallen opgemaakt: voor de 29ste
predikantsplaats: dd. A. de Haan, te Zwolle;
J. D. J. Idenburg, te HillegersborgD. Karres,
te 's Gravenhage; in de vacature-Aaldera,
voortdurende door het bedanken van da.
Schokking te Koudum: dd. J. P. Erlnga, te
Oostwold; G. A. J. Jonker, te Haarlem, en
O. B. Oorthuys, te Rotterdam.
De correspondent van het „Utr. Dbl."
schryft o. a.
Het intrigeert den Amsterdammers hoe
langer hoe meer, wie nu toch hun burge
meester zal wordon. Hoe langer het uitblyft,
hoe meer men de geeston pynlgt om te
phantaseeren wat mon zoo graag zou wiliea
weten. En daar ik ook niets weot, en toch
niet geheel kan zwygen over een zaak, die
Amsterdam bezighoudt, ga ik maar getrouw
voort met hot vermelden van de namen, die
„men noemt." Een onschuldig vermaak, dat
namen noemen.
Gisteren hoorde Ik van iomaDd die nu
wel niet het baantje te vergeven heeft, maar
door zyn elndelooze relaties er wel iets vaa
kan weton dat de beslissing raoost wachten
op de uitspraak van bet Haagscue Hof in sake
den burgemeester, contra don ox-comralassrls.
Werd de heer Van Harinxma vrfigesproken,
dan zou hy burgemeester van Amstordam
worden. "Werd hy veroordeeld, dan had mea
een ander gereed.
En aangezien nu de heor Harinxma U
veroordeeld, hebben wy de benoeming te
wachten vanmr. Goeman Borgeslus
Waariyk, ook die wordt met ons burge-^
meesterschap gedoodverfd l
Hoort eens, beste lezers l ik wil er niet
voor hangen, en ik vond zelf het gerucht
aanvankeiyk zeer dwaas, maar toen m(J ds
zegsman werd genoemd, kon ik het toch niet
gansch zonder eerbied laten.
En als het niet waar ls, is het tooh aardig
gevonden. De heer Goeman Borgesiua, da
man, die door zyn beslissing ln da Amster
damsche politie-disclpllne het heengaan van
den heer Vening Meiueaz veroorzaakte zou
aldus, als ware het naar parlementair gebroik,
do regeering hebben over te nemen, en hebben
uit te voeren wat hy van don ander isrgde.
Dan zou men nog het grappige preval kunnen
beleven, dat de volgende minister van Blnnen-
landsche Zaken er weer juist andersom over
dacht en do beslissing van burgemeester
Borgesius casseerde.
En zoo voorts Ad libitum l
Hr. Ma. pantserdekschip „Noordbrabant",'
onder bevel van den kapitelu ter iee I. van den
Bosch, ls 16 dezer naar Melboumo vertrokken»
De kolonel J. van Wyk, commandant?
van het 5de reg. Inf. te Amersfoort, zal in den
zomer den dienst met pensioen verlaten.
De état-major van deu „Nautilus", ba-'i
stomd om Donderdag naar zee te vertrekken,
voor den vyfmaandschen oefeningatocht inj
den Noord-Atlantischen Oceaan, be9U*t uit:;
den kapt.-luit. ter zee P. C. Swaan, commandant,»
den luit. ter zee late kl. W. H. von Leschen,
lato-officier, de luits. ter zee 2de kl. A. O.
van Braam Houckgeeat, A. W. Boeke, P. H.
Gallé en A. L. Boeser, den off. van get. 2d^J
kl. F. M. R. Schmitz, den off van adm. 2de
kl. G. W. Erfmann en de adelborsten iöte kl.
J. Bog8ma, J. de Graaff, J. W. A. Mulder, H. E.
te Winkel en J. Heringa.
De ministers van marine, buitenlandsche
zaken, oorlog, financiën on Justitie verleen9n
dezo week geen audiëntie.
Het stoomschip „Kronprlnz" (uitreis)
arrlv. 14 April te Tanga; de „Magdeo.urg",
van Batavia naar Amsterdam, vortrok 14
April van Marseille; do „Morapl", van Rot-;
terdam naar Java, vertrok 16 April van Perlm
de „Bundesrath" (uitreis) arriveerde 15 AprlL
te Mozambique; de „Oyulcps", van Batavia,
naar Amsterdam, passeoide 16 April Suez;
de „König" (thuisreis) vertrok 15 April van
Delagoabaai; do „Prins Hendrik", van Am
sterdam naar Batavia, vertrok 16 April vaaj
Southampton.
Hillegom. Voor een vry talryk publiek gaven
de Voreenigde Amsterdamsche Tooneelisten
onder leiding van onzen dorpsgenoot den'
heer P. Vink, Maandag-avond tot sluiting van J
het speelseizoen, in de zaal van den heer
Sistermans, eon tooneelvooratelliDg, wsarby
onze plaatsgenoote raoj. L Jonker haar
medewerking verleende. Opgevoerd woroon
„Uitgaan", beroemd en bekroond toor.eelepel
in 4 bedryvon door Glonor, on tot Blot: „De
man ls niot volmaakt...., maar dovrouv/V*
kluchtspel in één bedryf.
Met de grootste aandacht werd het sp0i
der leden gevolgd en een herhaald appiang
was hun welverdiende beloonlng. Eon go&nj.
Slot.)
Er wordt aan de huisdeur gescheld.
„Dat is Monseigneur 1" zegt Thórèse.
„Ja", voegt haar moeder er by. „Mynheer,
gy gaat dineeren met onzen doorluchtigen
vriend Monseigneur Calou, die gaarne met u
kennis zal maken, want hy houdt veel van
muziek en myn dochter heeft hem uw com
positie al eens voorgespeeld."
Pierre krygt het bepaald benauwd.
Hy herinnert zich slechts ééns ln zyn
leven een Monseigneur gezien te hebben, in
de kerk; het was, toen de bisschop hem
gelegenheid van het Vormen, met den my ter
op het hoofd en den 6taf ln de hand, een
tikje op de wang gaf. Hoe zou hy zich
moeten gedragen tegenover een Prins der
Kerk?
Gelukkig heeft Mgr. Calou een goedig,
joviaal uiteriyk en zonder complimenten reikt
hy aan het jongmensch, dat men hem voor
stelt, do hand.
„Dat is hy dus", zegt hy harteiyk, „die
jeugdige zieke, die zyn genezing van onze
zon komt vragen.Het zonnetje zal zyn
plicht doen, myn waarde; gy zult spoedig
weer aan het werk kunnen gaan en ons
met uw composities verbiyden.Maar het
diner is opgediend. Wy moeten aan tafell"
Werkeiyk, de deur der eetzaal is geopend.
De bisschop geleidt mevrouw De Ryade aan
tafel; Pierro presenteert zyn arm aan het
aardige freuletje; en nadat Monseigneur hoeft
gebeden, begint men aan de soep.
Het diner is uitmuntend, een echt provincie-
diner, fijn en overvloedig; Pierre komt meer
en meer op zyn gemak. Hy begint te geloo-
ven, dat men belang in hem stelt. Men spreekt
met hem over hetgeen hem zoo na aan het
hart ligt: zyn kunst.
„Jammer, dat ge nu zoo ziek moest wor
den," zegt mevrouw De Ryade goedig.
En de bejaarde prelaat ziet hem welwillend
aan en vult zyn glas nog eens.
„Kom, mynheer, een glas bourgogne zal
u geen kwaad doen."
Maar wat den onbekenden kring vooral
aantrekkelijk maakt voor den bezoeker, dat
is de aanwezigheid van Thórèse. Want hy
bemerkt, dat haar donkere kykers zoo nu
en dan mot een by na teedere uitdrukking op
hom rusten. Neen, verbeelding is het niet,
het is werkeiykheid."
Doch terwyi de dienstbode de borden komt
verwisselen, kykt Pierre toevallig in den spiegel
tegenover hom.
Is dat zyn gezicht? Is hy dat wel, dat
uitgeteerd jongmensch, met die holle oogen,
die vale gelaatstint? Watl Ziet hy er nog
zéé slecht uit? En opnieuw bekruipen hem
angstige gewaarwordingen. Een grievende
gedachte komt in hem op. De attenties, de
voorkomendheid van zyn gastvrouw zyn niet
bepaald tot hem gericht, maar tot den tering-
lyder, die met don dood in de schoenen loopt.
Was het dan ook niet dwaas van hem, zich
te verbeelden, dat die bejaarde prelaat en dat
deftige aristocratische meisje belang konden
stellen in een armen drommel van een musicus I
Neen, wat hy voor sympathie hield is louter
medeiyden't Is uit, de betoovering is
verbroken.
Pierre wordt opvallend stil. Hy denkt aan
niets dan om weg te komen. Torwyl men van
tafel opstaat, verontschuldigt hy zich ovor
zyn plotseling heengaan, door te zeggen, dat
hy zich mindor wel gevoelt.
En hy vindt zo hateiyk, die dames, dien
priester, die hem met voorgewende bezorgd
heid zeggen: „Stop u er maar goed in....
Neem u in acht voor de kou."
Eindoiyk ia hy buiten, eindoiyk vry.
Huiverig loopt hy door do verlaten straten
der oude stad eu ln doodsangst herhaalt hy
by zichzelven:
„Verloren 1 Ik ben verloren 1"
Geheel genezen door de weldadige zon en
de milde berglucht, wordt Travel twee maanden
later op zyn doorreis naar zyn geboortestad
andermaal uitgenoodigd, om in gezelschap
van den bissohop by mevrouw De Ryade te
komen dineeren; men wenscht hem geluk over
zyn goed uitzicht on zyn gezonden eetlust.
De bezoeker is thans niet meer zoo be
schroomd; hy toont zich nu onderhoudend
geestig, on waaneer hy toevallig in den spiegel
kykt, ziet hy, hoe zün gezicht straalt van -
gezondheid en levenslust.
Over één ding maakt hJJ zich echter be
zorgd. De oogen van Thórèse verraydeo nu,
tot houi op te kijken; zy blfivon aanhouden!
op haar bord gericht. Waarom dia terughou
dendheid? Hooft men haar soms gezegd, dat
zy zich niot mocht interessooren voor eoa.
jongmensch boneden haar stand, oen artist?
Hy zal er nooit achterkomen.
Morgen vertrekt hy om nimmer weer te
koeren. Wat is do mensoü touh wonderiykl
Hy herinnert zich, hoe eenige maanden ge
leden die zachte Madonnaoogc.n vol medeleden
op heua gerust hadden en hy is byna geoeigd'
om te denken: „Hoe jammer, dat Ik niet
ziek meer ben."