ft*. 12618 Zaterdag 13 ApriL A*. 1901. feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Wachten en werken. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT i J/Voor Leiden per 8 maandon SIS I J t f 'Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd ztfn t 1.80 I Franco per post 1.65» PBUS DEH ADVERTENTEKN': Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat nit VIEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 13 April. In de groep-vergaderingen der .Vrijzinnige •Kiesvereeniging" alhier z()n voor de aanstaande verkiezingen de volgende voorloopige candi- 'daten gesteld: lo. voor het lidmaatschap der Provinciale i'Btaten, vacature-mr. P. A. van der Lith, do 'heeren: mr. J. Oppenheim, W. F. Verhey jvan Wijk en mr. E. de Vries; 2o. voor het lidmaatschap der Provinciale jj'Btaten, periodieke vacaturen, ontstaan door 'het aftreden van het lid, gekozen in de plaats ivan den heer Van der Litb. en het aftreden •van de heeren dr. E. F. van Dissel en H. C. jjuta, de heeren: dr. E. F. van Dissel, H. C. 'Juta, mr. J. Oppenheim, W. F. Verhey van |W«k en mr. E. de Vries; 3o. voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de heeren: J. T. Cremer, J. A. van Dijk, mr. H. L. Drucker ten mr. C. Pijnacker Hordijk. In de algemeene ledenvergadering van a. s. "Woensdag zal de definitieve candidaat-atelling geschieden. De anti-revolutionaire tl^vereeniging .Nederland en Oranje" alhier stelde in haar gisteravond gehouden vergadering tot candi- daat voor de Provinciale Staten (vacature- prof! mr. P. A. van der Lith) mot overgroote meerderheid van stemmen don heer W. Pera, lid van den gemeenteraad. Op Zaterdag 20 dezer zal de R.-K. Centrale Kiesvereeniging in het district Kat wijk in de zaal van den R.-K. Volksbond alhier (Rapenburg) haar jaarlljksche algemeene vergadering houden, waarin o. a. zal worden beslist over de vraag, of de Centrale Kies vereeniging zich al dan niet zal aansluiten b(j den Provincialen Bond. De Kamer van Koophandel te Leeuwarden heeft besloten, niet te voldoen aan het verzoek van de vereoniging .Leidens Belang", om te ondersteunen haar aan de Tweede Kamer lDgediend adres tot verwerping van het wets ontwerp tot wijziging der Hinderwet. Tot onderwijzer aan een Chr. school I alhier is benoemd de heer F. Meima, te Uit- i.huizermeeden, i Geref. Kerk. Bedankt is voor het be! roep naar Waddingsveen door ds. J. Douma, te Spljkenisse. Aangenomen is het beroep naar de Ned.- Herv. Gemeente te Prinsenhage door ds. J. .Kuylman, te Heemstede. Bedankt is voor het beroep naar Stoenderen a. door ds. A. W. Ippius Fockens, te ♦Hemmen. Bij het examen, van den provincialen [hoofsmidcursus, gehouden vanwege de afdee- jling '8-Gravenhage der Hollandsche Maat schappij van Landbouw, is een diploma met jvoldoende uitgereikt aan D. van Es, te Zoe- termeer. J' Luit.-generaal Graaf Dumoficeau is van lijn reis naar Duitschland, ingevolge opdracht jvan H. M. de Koningin-Moeder gedaan, in de residentie teruggekeerd. Mea noemt 22 April 'als dag van vertrek van EL M. de Koningin- Moeder naar 't buitenland. I Hedenochtend vertrok de directeur van !het Koninklijk Schilderijen-Kabinet dr. Bredius Ivan 's-Gravenhage naar BerlUn. Een nota van toelichting zal de gisteren .door den nieuw opgotreden minister van oor log ingediende en in ons Derde Blad mede gedeelde wijzigingen op de Militiewet volgen. De voordracht voor penningmeester van den Haarlemmermeerpolder bestaat uit de heeren mr. A. E. A. 8. van Stralen, adj.-com- mies ter Provinciale Griffie van Noord-Holland, A. van der Valk, candidaat-notaris, en mr. H. Ph. 't Hooft. Door het bestuur der „Vereeniging leeraren van de openbare middelbare scholen" te Amsterdam is aan allo ambtenaren van Rijk, Provincie en Gemeente in Nederland de volgende circulaire gericht: „Meer dan een halve eeuw geleden werd door Thorbecke reeds betoogd, dat het dringend noodig was den rechtstoestand van den ambtenaar te regelen. Sinds dien tijd hebben staatslieden en rechtsgeleerden dit dikwfils herhaald. BI) de behandeling van de pensioenwet sprak Roëll onomwonden van de „volslagen rechteloosheid, waarin de ambte naren in ons land staan tegenover de over hen gestelde autoriteiten", en Mr. E. Fokker schreef in 1897: „de ambtenaren in Nederland leven niet in een rechtsstaat, maar zfin aan de genade der regeering overgeleverd." „Dat die rechteloosheid nog steeds voort duurt, komt voornamelijk doordat de belang hebbenden al dien tijd van de zaak geen of weinig werk hebben gemaakt. Blijkbaar vond men in de praktijk den toestand zoo erg niet, maar als men bedenkt, dat er toch wel slacht offers gemaakt worden en dat willekeur altyd mogelijk is, dan zal geen ambtenaar over zijn rechtspositie gerust kunnen zijn. „De „Nederlandsche Juristenvereeniging" was, vier jaar geleden, bijna eenstemmig van oordeel, dat bij de ambtenaren van den Staat (en zijn onderdeelen) „de toepassing van tuchtmiddelen, van ongevraagde overplaatsing en van ontslag, alleen moest kunnen ge schieden overeenkomstig den uitslag van een behoorlijken rechtsgang." Vooral tegen onge motiveerd ontslag moet de ambtenaar vol doende gewaarborgd zjjn, en dat hiervoor wel een regeling te maken is, bewijst het voor beeld van Duitschland, waar een ambtenaar tegen zjjn wil slechts ontslagen kan worden na een procedure. „Zal de Kamer, die in Juni a.s. moet ver kozen worden, den ambtenaar zulk een regeling verschaffen? Dit is niet waarschijnlijk, als de belanghebbenden er niet op aandringen. Met dien aandraDg zou een aanvang gemaakt kunnen worden, door aan eiken candidaat in elk district te vragen: lo. of hjj meent, dat het wenscheiyk is den rechtstoestand der ambtenaren te regelen; 2o. of h(J van oordeel is, dat dit in de eerstvolgende vierjarige periode zal kunnen geschieden." Het Bestuur der bovengenoemde Vereeni- ging van Leeraren, van oordeel, dat de aan staande verkiezingstijd niet moet voorbijgaan zonder dat een stap in de bovenbedoelde richting wordt gedaan, noodigt de ambtenaren, die daartoe gelegenheid hebben, uit, aan hun can- didaten de genoemde vragen te stellen, en de antwoorden mede te deelen aan den heer C. Grondhoud, Secretaris, 3de Helmersstraat 9, te Amsterdam, die later een overzicht er van zal publiceeren. H. M. de Koningin-Moeder is gistermid dag te 5 uren 55 min. van Het Loo in de residentie teruggekeerd. Dinsdag zal de Koningin-Moeder een kort bezoek aan Soestdljk brengen in verband met de toebereidselen voor Haar verblijf in den a. 8. zomer aldaar. Omtrent hetgeen de gemeenteraad van Den Haag betreffende den Haagschen Schouw burg heeft besloten zfi opgemerkt, dat der gemeente het recht blijft voorbehouden, om telken jare de overeenkomst met do heeren Van Byleveit en Lefévre in te trekken. Elk jaar zal de Raad kunnen uitmaken, hoe verder zal kunnen gehandeld worden, 't Besluit be houdt een voorloopig karakter. De schouwburg-commissie biyft intusschen diligent en moet den heer D. EL Brondgeest reeos hebben uitgenoodigd tot een onderhoud, waarin deze zfin schouwburgplannen monde ling zal kunnen toelichten. De toestand van „De Unie, een school met den By bel", is, blijkens de op de jongste jaarvergadering uitgebrachte verslagen, be vredigend. De opbrengst van de collecte is, behoudens schommelingen, in de opgaande lyn. Het fonds voor de schoolstichting bedroeg op 1 Jan. jl. f 8824.50; by 81 plaatseiyke comitó's berustte echter biykens de gehouden enquête ruim f 81,000. Tot leden van het bestuur werden gekozen de heeren L. J. Visser en prof. M. Noordtzy. Prins #Hendrik der Nederlanden kwam gisteravondte halfnegen aan het station Apeldoorn aan. H. M. de Koningin bevond zich op hot perron, toen de trein naderde. Behalve het gevolg was ook do burgemeester van Apeldoorn aanwezig. De Koningin en de Prins vertrokken in een open rytuig naar het palels. Het Nederlandsche Landbouwcomité zal 1 Mei des voormiddags te 11 uren een huis- houdeiyke en algemeene vergadering houden in de vergaderzaal van do Eerste Kamer der Staten-Generaal. Te 2 uren zal een algemeene openbare ver gadering worden gehouden. Daarin zal o. a. de benoeming geschieden van een voorzitter, wegens periodieke aftreding van den heer H. F. Bultman tegen 1 Januari 1902. De aftredende is herkiesbaar, doch verzoekt voor een herbenoeming niet in aanmerking te komen. Voorts zal worden behandeld het rapport over het wetsontwerp betreffende de Staatszorg voor de paardenfokkeryhet praeadvies be treffende het vraagpunt: zoodanige pogingen aan te wenden als kunnende leiden tot ver betering van de rechtszekerheid van den grondeigendom door middel van verbetering van het kadastermet nota van het lid Gooien en het rapport over het ontwerp van wet: Bepalingen tot bestryding van de tuberculose onder het rundvee. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te 's-Gravenhage heeft voor kennisgeving aangenomen een mededeeling van de Neder landsche EL v. K. te Londen omtrent de ge varen, die den uitvoer van Hollandsche boter naar Engeland bedreigen, on een adres aan de Tweede Kamer van de Vereeniging van Nederlandsche Margarinofabrikanten, ter be stryding van de door verschillende K. v. K. gesteunde adressen ter beperking van de vryheid der margarine-industrie, vooral door het verplicht gebruik van sesam-olie. Op voorstel van den voorzitter werd be sloten, steun te verleenen aan het adres van de Kamer van Koophandel te Arnhem aan den minister van waterstaat, waarby een ver laging gevraagd wordt van het posttarief voor drukwerken in binnenlandsch verkeer. Naar men verneemt, heeft H. M. de Koningin, een biyk van belangstelling willende geven aan den heer A. de Baguer, sedert tal van jaren buitengewoon gezant en gevolmach tigd minister van Spanje by ons Hof en in anciënniteit één der oudste leden van het in Den Haag gevestigde gezantschap, dien heer benoemd tot ridder Grootkruis in de Orde van Oranje-Naasau. Vanwege EL M. de Koningin wordt aan het byzondere Engelsche gezantschap, dat a. s. Maandagmiddag uit Keulen in Den Haag aankomt, toegevoegd de kapitein R. J. graaf Schimmelpenninok, adjudant van H. M. De Engelsche gezant Sir H. Howard geeft Maandagavond een gastmaal ter eere van de alsdan in Den Haag aangekomen buitengewone missie van koning Eduard. Tot de genoodigden behooren de minister van buitenlandsche zaken en de aan het gezantschap toegevoegde adjudant van H. M. De deputatie wordt te 's Gravenhage niet officieel ontvangen, maar op Het Loo zal zy met het militair ceremonieel, verschuldigd aan den ambassadeursrang, waar mede haar hoofd de graaf Edgcumbe bekleed is, ontvangen worden, tot het brengen waarvan een gedeelte van het garnizoen te Deventer bestemd is. Op do tweede Algemeene Vergadering van het VIHste Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres te Rotterdam bleek de rekening van den algemeenen penning meester in volkomen orde te zyn (er is een batig saldo van f 8592.70)de voorgestelde subsidiön zyn onveranderd goedgekeurd. Alleen die voor de bibliotheekcommissie werd door afwezigheid van prof. Stokvis, die een ver- hoogiug tot f 1000 had voorgesteld, aange houden. Als algemeen penningmeester werd by acclamatie herkozen dr. C. Kerbert. De sectiën hielden vergaderingen en ver schillende voordrachten werden gehouden, o. a. ook door prof. dr. H. A. Lorentz en prof. dr. K. Martin, uit Leiden. Den avond brachten de meeste Congres leden door in don Grooten Schouwburg, waar zy, veelal met hun dames, de beste plaatsen hadden bezet. De zaal zag er zeer gezellig uit met dat publiek van menschen, die elkaar ken den en in Congresstemming waren. Even voor het begin van de voorstelling werd het Iö vivat gespeeld en door de aan wezigen staande meegezongen. Een herinnering aan den academietyd, dien velen al ver achter zich hebben. De twee stukken van Hartleben, „Eischen der moraal" en „Opvoeding tot het huweiyk," werden met animo voor dit byzondere publiek van opmerker8 gespeeld. De wrange passages nam men met gemoedeiyk lachen op, zelfs had het geniaal gedachte slot van het tweede stuk hier en daar een lachsucces van bevreem ding, dat de auteur wel niet bedoeld zal hebben. Op Dinsdag 28 en "Woensdag 29 Mei zal de Vereeniging van Christeiyke Onderwyzers |on Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche bezittingen te Rotterdam haar jaarvergadering houden, onder voorzitterschap van den heer Scheffer, te Harlingen. Op diezelfde dagen zullen daar vergaderen do vereeniging „Johannes," het pensioenfonds voor oude Christeiyke onderwyzers, en de vereeniging „Barnabas," het ondersteunings fonds voor weduwen en weezen van Christe- ïyke onderwyzers. Te Weesp is gisteren, na oen ziekte van enkele dagen, aan longontsteking overleden de heer Boersma, die juist door den gemeente raad gekozen was als wethouder. De overledene was ruim twintig jaren lid van den gemeenteraad aldaar. Op 90 jarigen leeftyd is overleden ds. F. Stuckwisch, te Leek, van 1854 tot 1862 predikant by de Ger. Kerk van Marrum, daarna van die van Zevenhuizen (Gron.) en sinds 1891 emeritus by die kerk. Do eerw. heer P. H. van Diederen, mla- 8ionnaris in Ned.-O. I., met verlof in Neder land, is eervol uit 's lands dienst ontslagen. Te Den Bosch is plotseling overleden de heer A. F. Stickel Schoemaker, oud-officier ia het Ntderlandsche leger. Nu verluidt, dat het voornemen bestaat in één der twee vacatures, te 's-Gravenhage ontstaan door den dood der notarissen Frans Meyer en Weytlandt aan welke beide, wat een groote zeldzaamheid begint te worden, protocollen zyn verbonden een notaris te benoemen, reeds sinds tal van jaren elders als zoodanig gevestigd, bestaat by eenigen der Haagscho candidaat-notarissen er zyn er in Den Haag, die reeds 16 a 17 jaar hun radicaal bezitten en onafgebroken in de Haagsche praktyk werkzaam zyn het plan thans met alle geoorloofde middelen tegen een dergelyke h. i. onbillyke benoeming bezwaar te maken. De audiëntie van den minister van justitie zal Woensdag a. s. niet plaats hebben. Het stoomschip „Gouverneur" (uitreis) arriveerde 11 April te Napels; de Kaiser" (thuisreis) vertrok 10 April van Marseille; de „Statendam", van Rotterdam naar Nieuw-York, is 12 April Wight gepasseerd; de „Timor", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 April Wight; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 April Ouessant. Aarlanderveen. Door aandeelhouders van deTelephoonmaatschappy „Aan Ryn en Gouwe" is de balans en de winst- en verliesrekening over 1900 goedgekeurd. Aan abonnementsgelden werd ontvangen f 2337.04 en aan entreógelden f 360, terwyi aan exploitatiekosten werd besteed f 858.596. Van de winst ad ƒ1838.445 werd afge schreven op oprichtingskosten f 320.165, waar door deze post geheel verdween, en f 1116.44 op „Net aan den Ryn", waarna een dividend van 4 pCc. kon worden uitgekeerd. De boekwaarde van het „Net" bedroeg na de afschryving f 18,914.5P. Het aantal abonnó's is nu tot 71 gestegen. Bodegrayen. Onder begunstiging van vry goed voorjaarsweder had alhier Vrydag 12 April do provinciale en ook de rykskeuring van stieren plaats voor het achtste district van Zuid-Holland. Er waren te zamen 46 stieren ter keuring aangeboden, waarvan er 15 beneden den- leeftyd van anderhalf jaar waren, terwyl er één driejarige by was. De uitslag van de provinciale keuring was als volgt: P. Ryiaarsdam te Nieuwerbrug f 150, K. Jonné te Zwammerdam, H. Schouten te Nieuwerbrug en C. Vroege te Rietveld ieder f 100, J. do Jong Lzn. te Reeuwyk, J. Moons en J. Beyen, beiden te Bodegraven, ieder f 50. Van de rykskeuring wordt de uitslag eerst later bekendgemaakt. Ter gemeentesecretarie, alhier, ligt een verzoek vaa den heer S. D. Boonzaayer, om vergunning tot uitbreiding zijner inrichting door bybouw van een bakoven onder een afdak op het erf van het perceel, wyk D. N. No. 90. Vrydag 19 April, des morgens te 11 uren, wordt er in het gemeentehuis gelegen heid gegeven bezwaren tegen dit verzoek ia te brengen. Noordwykerhout. Op 1 Januari 1900 be stond de bevolking dezer gemeente uit 2085 inwoners. Op 1 Januari van dit jaar was dit aantal 2145 en is dus in 1900 de bevolking toegenomen met 60. De hagelbuien der laatste dagen hebben 6) .Ingenomen? 01" antwoordde zy mot een [diepen zucht: „Ingenomen? Het is afschu- iweiyk, afschuwelijkI" Haar stem daalde tot joon fluisteren. „Verbeeld u, de huurders worden geregeld afgezet, en ik moet hun rekeningen 'schrijven. ZJ moeten geplukt en geplunderd worden. Anders zouden wij immers van het (korte badseizoen, dat maar drie maanden (Duurt, onmogelijk kunnen leven." „Zoo, zooi Dat is voorwaar niet prettig. [En u zou dus liever? Wat zou u eigenlijk ■.liever wdlen?" I „Ik weet het niet. Wi) zjjn altoos arm ge- vreest, maar toen vader nog leefde, waren we {ten minste eerlijk ten minste, dat ver- ijDnderstel ik terwijl we nuZij stond jgemelyk op. „Maar wat praat ik? Ik heb fflooit tijd gehad om Iets anders te wenschen ;Dan geld, altoos maar geld. Wat heeft moeder ■met u?" hernam zy op plotseling veranderden 'joon. „Zy zegt, dat gy voor haar gewerkt fcebt." „Zy vergist zich. Ik heb voor myzelven gewerkt." „01 Gisteren kwam zy al schreiend naar my toe, en zy zeide, dat nu al haar zorgen j.van haar afgenomen waren, omdat u voor Ihaar gewerkt had." j „Ik zal haar onverwyid aan het verstand brengen, dat zy zich vergist," ant- Iwoordde hy. „Kan ik nu heengaan?" vroeg zy, afgeschrikt ifioor de plotselinge koelheid van zyn stem. „Zeker. Wy hebben voor het oogenblik uitgepraat." Na den middag, toen de ergste drukte voorby was, vond Camilla eindelyk weer tyd om zich te kieeden, ten einde het onderhoud met haar ouden beminde te kunnen voort zetten. De hoer Strange bood haar by het binnentreden beleefd een stoel aan; doch zyn gelaat stond daarby onheilspellend strak en stroef. De weduwe ging zitten. Den ganschen nacht had zy gegloeid onder den rozigen zonneschyn Van hoop en verbeelding. Thans echter zag zy dit sternen gelaat en zy sidderde. „Harry," begon zy, met een schuchter glim lachje, „hebt ge vannacht kunnen slapen? Ik voor my, by de gedachte, dat ge na twintig jaren weder onder hetzelfde dak met my waart...." „Movrouw Pendlebury," viel hy haar in de rede, „zou ik u mogen verzoeken om nu, zonder verdere malligheden, eens verstandige taal te spreken?" Zy vestigde op hem haar oogen, die water- blauwe oogen, eertyde zoo noodlottig; zy glimlachte flauwtjes, doch toen zy zyn Btroeven blik ontmoette, sidderde zy opnieuw, en twee tranen rolden over haar wangen. „Nu geen onzin meer I" hernam hy. „Louter toeval bracht my hior. Ik wist niet eons of ge nog onder de levenden waart. Ik was uw bestaan glad vergeten. Sedert ik naar Nieuw- Zeeland vertrok, heb ik zelfs geen oogenblik meer aan u gedacht." „Maar uw belofte, Harry, uw belofte I" „Lieve hemel, hoe durft ge spreken over myn belofte, gy, die zelve weduwe zyt, en liefst nog wel een weduwe mot drie kinderen I" „O, hoe wreedl" Zy vouwde haar handen en hlej haar betraande oogen hemelwaarts. „Hy verwyt my myn huweiyk! En toch was dit slechts een incident in myn leven, niets dan een incidentl" „Een incident? Wat wilt ge in vredesnaam daarmee zeggen?" „En er waren er niet drie, er waren slechts twee kinderen, slechts twee. Marianne is myn eigen kind niet. Ik heb alleen maar Cyrillua en Auguetinus, Ril en Gus die twee engelen van jongens 1" „Het is werkeiyk 41 te gekl" riep hy, in lachen uitbarstende en volslagen ongevoelig voor haar tranen. „Maar bovendien, ge schynt deze comedle niet alleen met my te spelen. Ik herinner my nu weer wat Jack Bolder ge weet wel, Jack Bolder my indertyd vertelde. Hy vertelde my, dat ook hem op zekeren dag een verschoten photographie was toegezonden, vergezeld van de vraag, of hy nog altoos voor u werkte 1" „Wreedaardl Wreedaard 1" „Ja, ja, Ik ben nu volkomen op de hoogte. Ge waart twintig, toen ge u met den eersten van uws vaders pupillen verloofdet. Ge waart nog altoos twintig, toen ge u, twee jaar later, met den derden verloofdet. Dat was Jack Bolder, nu bisschop in Australië, en een fldele vent Ge waart óók weer twintig, toen ge u verloofdet met Pendlebury, nummer vyf of zes. En ge waart twintig, toen ge u verloofdet met mijnummer zeven I" Zy BChudde verwytend haar hoofd. ,Toen Pendlebury u tot zyn tweede vrouw nam, na den dood van zyn eerste, was het dertien jaren geleden, dat hy woggegaan was en u vergeten had; maar gy wist hem te herinneren, dat ge altoos nog op hem hadt zitten wachten. Uw trouw roerde hem. De sukkell Hü liet zich lymenl is, hy liet zich Ij) meal" „O, ol als ge alles wist, als ik u alles kon zeggen", jammerde zy. „Maar het hart weet zyn eigen geheimen en zelfs toon ik voor het altaar stond met dien goeden man, zelfa toen wist myn hart.... O, Harry, ik wil zeggen mynheer Strange, myn hart heeft nooit gewankeld In ztfn trouw I Nooit, nooit 1" De heer Strange maakte een gebaar van ongeduld, terwyl zy voortvoer: „En, en toen ik u terugzag, o, o, ol toen verplaatste ik my weer in het verleden en lk verbeeldde my, dat ik weer jong en schoon was, en bemind door den óónigen man in de wereld, die ooit myn hart gevangen heeft. 01 en ik dacht, dat ik eindelyk, einde lyk een vriend gevonden had. Want, ol ik ben zoo arm en hulpeloos. En ol ik heb twee jongens myn Ril en myn Gus—en niemand om ben in de wereld vooruit te helpen 1 O, o, o 1" Er was geen comedlespel in de tranen, die zy thans vergoot, en in de teleurstelling, die haar gemoed vervulde. „Hoor eens, mevrouw Pendlebury", zeide hy. „Ik denk hier veertien dagen te biyven, maar wy behoeven aamen geen gesprekken meer te voeren. Als ik u helpen kan, mis schien Hy stond op en opende voor haar de deur. „Ja", zeide zy, „gy waart altoos trouw on goed. Maar die schurk, die Jack Bolder! Wat hy u verteld heeft, ia allemaal schandelyke leugen en laster I 't Is wat fraais, een arme, weerlooze, ongelukkige weduwe zoo te be kladden I" „Ik heb de eer u te salueeren, mevrouw Pendlebury", zeide by, terwyl hy de deur nog wyder voor haar opende. „Marianne", sprak de weduwe tot haar stiefdochter, „mynheer Strange is een oud vriend rai mij. Bij aal rót bsrtugüa ieadtr ons te helpen, daar beu ik zeker van. Laat ons het hein zoo aangenaam mogeiyk maken! Ik wou maar, dat hy hier ia huis wilde eten. Ik herinner my, dat hy indertyd dol waa op gestoofd kalfsgehakt, als ik het eigenhandig had gekneed, en dat hy zich half ziek placht te eten aan pruimentaart, wanneer hy meende, dat ik ze had klaargemaakt. We moesten hem dus morgen by het ontbyt eens traktoeron, MarianneI Een paar keurig-fljne frikkadelletjes, dunkt my, en daarby een pruimentaart, de pruimedauten zyn juist goedkoop, beeriyk bruin gebakken, hoor, kindl" Het was de laatste dag der veertien. Morgen zou de hoor Strange moeten vertrekken om plaats te maken voor den huurder, die na hem komen moest. Des avonds wandelde hy op de Cliff. Doch niet alleen; met hem wandelde Marianne Pendlebury. De muziek had uitgespeeld; de menschen begonnen zich te verstrooien en huiswaarts te gaan: slechts enkele paren bleven nog op en neer slenteren. De maau scheen op de wateron en de lucht wae zacht. Zy wandelden samen zoo ver mogeiyk weg, tot waar niemand meer was; en hier namec zy plaats op de allerlaatste bauk, heel aar den rand dor hoogte. „Marianne", zeide de huurder, „ik beb een alleraangenaamste veertien dagen hier ge- Bleten." Dit kon ook Marianne vorklaren. Voor haa. waren deze veertien dagen geweest ala een koeltje aan den hemel. Want zy had ze geheel doorgebracht in het gezelschap vaD een man, die niets to doen had, blykbaar, dan haar gelukkig te maken. «SM mijt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1