No. 12608 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 30 ÊV3AART. DERDE BLAD. Anno 1903. Iels over gemeentelijke brandverzekering. ^enilieton, SPIRITISTEN. Ot'üoieële KenniageTingeib KENNISGEVING NATIONALE MILITIE. Oproeping tn activiteit van milicien-verlofganger» der lichting vun 1897, die van de regiintnten Huzaren zyn overgeplaatst bij de trein- afdeelingen der regimenten Veldartillerie, De Burgemeester van Leiden, Gezien "de circulaire van den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, dd. 5 Februari 11. (Provinciaal blad Ho. lil), betredende de in den bootde dezer bedoelde verlofgangers; Brengt ter kennis van den in deze gomeente ge vestigden milicien-verlolgaugor ADRIAN DS MARTIN US DOBBE, loteling van de licbtmg van 1897, uit de gemeente jbiompwijk, en behoorende tot het 3de regiment ^Veldartillerie, uat hij, ingevolgo Koninklijk besluit van 26 Januari 1901, Ho. 32, in dit jaar, krachtens art. 1^5 der iMilmewet, in werkolijken dienst moet komen, ten einde geduiende het ujdvak van 10 April tol en met 3 u April aanst. in den wapenhandel te worden geoefend, en roept hem mitsdien op om op eerutgemeldeu datum des namiddags vóór vier uien, bij zijn korps, in garnizoen te Breda, tegenwoordig te zijn, in uuilorm gekleed en voorzien Vun al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, hem by het vemek met groot \crlor medegegeven, alsmcdo van zyn zakboekje met verloipas. ■jq bedoelde verloiganger wordt voorts ver wittigd, dat hij zich don dag vóór dien voor zijn opkomst bepaald, des vooimiddags tusachen 10 eu 12 uien, voorzien vau zijn zakboekje ter Gemeente secretane (Aid. Militie en Schutterij, kamer Ho. 9) alhier behoort to vervoegen, tot hot doen afteekeuen van zijn verloipas, zoomede lot het ontvangen van een vervoerbiljet en, desverlungd van het hein toekomend daggeld, en dat hy, bijaldien ziekie hem mocht verliuidoren aan deze oprocpiug te voldoen, verplicht is daarvan tijdig ter secretarie voormeld kennis te geven, onder overleggiug van een schriftelijke verklaring van een geneeskundige, zullende hij ecliier ge houden zijn zich Da zyn hei stel onverwijld naar Zijn plaats van bestemming te begeven. Leiden, Ho Burgemeosler voornoemd, 28 Maart 1901. F. WAS. Burgemeester en Wethouders dor gemeente Leiden, Gezien art, 17 der verordening van den 6den Juli 1899 (Gemeenteblad Ho. 15); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, te beginnen met 6 April as., geschouwd zulleu worden de openbare wegen, lanen, paden, Btraten, kaden, pleinen, hofjes, etegeu, sloppen, of poorten en gangen, benevens de daai in gelegen ©1 daartoe behoorende bruggen en andere kunst werken, alsmede de wateringen en slooten en de d.iaitoe behoorende sluizen, duikers, buizen, toe- gangkokers en dergelijke werheu een en ander voor zoover die bijzonder eigendom zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS. Burgemeester. 20 Maart 1901. VAN HEYST, Secretaris. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden bren gen ter algemeene kennis, dat door JOHAN PETRUS A\NTON VAN WELL, alhier woon achtig, een verzoekschrift is ingediend om ver gunning voor deu kleinhandel in sterken drank in het perceel Heereugracht No. 88. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. WAS, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 29 Maart 1901. i Is hot geen opmerkelijk feit, dat de Gemeente wet de brandweer beschouwt als een instelling, welker bestaan om zoo te zeggen een „van- zelfheid" is? Een enkele blik op de artikelen 179 n. en o. en 205 n is voldoonde om te zien, dat men, b(j de wording der Gemeentewet zich een brandweer niet anders kon voorstellen, dan als oen zaak van gemeentezorg. En inder daad, in een t(jd toen het assurantiewezen nog zoo weinig oDtwikkeld was, het assureeren ook nog slechts spaarzaam voorkwam en de branden, tamelyk zeldzaam, in den regel aan andere oorzaken dan thans konden worden toegeschreven, lag het voor de hand, dat men de burgers wilde beveiligen voor de gevolgen van rampen, die hen konden treffen. Het ongeval, een enkelen overkomen, kon boven dien allicht in een algemeene ramp ontaarden. Tegenwoordig worden er velen gevonden, die zich op eon geheel ander standpunt stellen. Niet dat men een einde zou willen maken aan het gemeentelijk brandwezen; want de taak der brandweer kan zeer moeilyk aan particuliere krachten worden overgelaten. Maar men begint meer verband te zoeken tusschen twee zaken, die, al is het schijnbaar anders, inderdaad in nauw verband tot elkander staan het brandwezen en de assurantie. Meer be paaldelijk is het de gemeentelijke brandver zekering, die als vraagstuk van groot belang op den voorgrond wordt gesteld; een vraag stuk, dat zich nog wel niet in aller belang stelling verheugen mag, maar zich toch spoedig een plaats onder de vragen van den dag zal veroveren. De vraag, in wiens belang de gemeente, ingeval van brand, met haar bluachmiddelen en haar daartoe aangewezen personeel, den voortgang der vlammen tracht te sluiten, is schijnbaar zeer gemakkeiijk te beantwoorden. Men meent hier een publiek belang te zien; maar het is zeer moeilik dat publiek belang aan te wyzon. Waar het brandwezen redelijk goed is ingericht en hetzelfde van de ver ordeningen op hot bouwen en herstellen van woningen kan worden gezegd, daar is het nauwelijks meer denkbaar, dat een brand zulk een omvang neemt, dat bijv. het publiek verkeer er door gestremd wordt, de plaatsolyko handel er door wordt verhinderd, of iets derge lijks. Wel is het mogelyk, dat een betrek kelijk groot aantal menschen schade lijdt; maar dan hebben deze personen de schade toch aan hun eigen nalatigheid te wijten. Zy haddon zich kunnen laten verzekeren, zonder noemenswaardige kosten, by een solide maat schappij. Hebben zjj dit gedaan, dan worden do gevolgen der ramp, wat het geldelyke betreft, door do maatschappij gedragen. Hot is dus deze, die de schade lijdt en, zoo het ongeval niet plaats heeft, of in don omvang wordt trost uit, dan komt dit ten bate van dieze l maiteckappy. Haar uo gemeente wel behoort uit te gaan van do gedachte, dat ioder zich verzekert, omdat ieder er toe in staat is, daar staat het tamelijk vast, dat de gemeentelijke brandweer een instelling is, die ten bate strekt van de gemeente, vreemde maatschappijen en daar door, langs oen omweg, van personen die voor, het meerendeel aan de gemeente even vreemd zijn. En dit nadeel voor de gomeente wordt door goen enkel voordeel opgewogen. Immers, het grooto feit is, dat de assurantie- maatschappijen, dio minder betalen naar mate er minder schade is, niets bijdragen aan de gemeente, die door haar brandweer die min dere schade bewerkte. En die kosten zyn zeer hoog en worden, vooral op het platteland, wel eens op zeer zonderlinge wijze gemaakt. Ons is een voor beeld bekend van brand in een rietschelft, staande dicht aan de grens eener naburige gemeente (laat ons zeggen A), maar werkelyk op het grondgebied der gemeente B. En toch rukte do geheele brandweer van A uit tot blussching van den brand der schelft, die zoodanig was opgesteld, dat geen andero woning kon worden aangetast. Wat bleek nu later? Dat do brandmeester van A zich zoo dapper had geweerd uit persoonlijke consideratie voor den eigenaar der schelft, diewethouder van A. en een der beste klanten van den brandmeester-timmerman was. De gemeente kon betalen l Dit moge nu een sterk staaltje wezen, op dit gebied, waar algemeene wettelyke maat regelen volkomen ontbreken en nergens een heid van handelen bestaat, zyn op menige plaats de toestanden allesbehalve rooskleurig. En nu mogo het wair zyn, dat althans in grootere gemeente:; hol openbaar belang eenigs- zins by do z.uk 11 A kon is, in zooverre by v. als betreft liet vmuos van menscbenlevens, het broodeloos worden van werklieden en dergelijke rampen lo voorkomen, dit noemt toch niet weg, dat gemis aan elk spoor van wettelijke organisatie zich levendig doet ge voelen; want ten gevolge daarvan kan de gemeente, noch tegen de verzekeringsmaat schappijen, noch tegen particuliere personen, in wier belang zy door haar instellingen werk zaam is, eenige rechten doen gelden. XTinancieelo Kroniek* Ondanks de soms ontvangen minder gunstige noteeriDgen uit Nieuw-York, als gevolg van de ver dere rijzing van den sterlmgkoers en het meerdere verlies van de Banken bij de operatiën dorsohat- kist, behield by ons de Amerikaansche afdeelmg haar geanimeerd karakter. Voortdurend kon men de prijzen der Amerikaansche Spoorwegwaarden zien rijzen en, moesten dezo aan het slot eek iets van de koersen prysgeven, zoo was dat meer omdat het publiek neiging gevoelde tot winstrealiseeren dan wel uit vrees voor plotselingen teruggang op grond van onbevredigende ontvangsten of slechto berichten. Die vroes schijnt er zoo langzamerhand geheel uit te gaandoch kan dat nog verwondering wekken, ddar, waar de spoorweg-ontvangsten per manent hoogero cyfers bi y ven aantoonen? En steeds blijft de geldmarkt ruim voorzien. De heer Morgan schijnt minder geneigd om voor de waaiden der Umted-States-Steel-corporation ook op de Europeo8che markten plaatsing te zoeken. Reeds doet de nieuwe organisatie op den ijzer en staalbandel haar goede uitwerking gevoelen, zoodat hy de beste verwachtingen van de indus trieele specialiteiten koestert, overtuigd als hij is, dat, wat betreft de kolendistricten, er zich verder geen moeilijkheden zullen voordoen. He Europeesche Staatsfondsen waren ongeanimeerd eu werden door de Amerikaansche afdeelmg geheel overschaduwd. Dit is ttouwens niet te verwonderen, omdat de politieke toestand in Oost-Aziö er niet op verbetert, doch integen deel er erg op verminderd is. Zooals de zaak in China na staat, zou het ergste te vreezen zyn, als wij niet vertrouwden, dat er ten slotte wel van weerszijden iets zal worden toegegeven. Zoolang de mogendheden homogeen optraden was de toestand te overzien, doch nu zou er spoedig een chaos kunnen ontstaaa, welke slechts ten goede zon komen aan Rusland. Hollandsohe Staatsfondsen waren aan vankelijk sterk aangeboden en verkeerden in een zwakke stemming; later werd de toon iets vaster, voor Integralen ten minste. Metallieke n, die eer3t vast waren, met het Buitenland zwakker. HeOostenrijksch-Hongaarsche Spoorwegontvangsten echter zyn van dion aard, dat ze een beter dividend doen verwachten. De nieuwe D n i t s c h e Rijksleenmg is nu definitief door hot Preu89en Consortium overge- genomen en zullen slechts in Duitschlandinschrij- vmgsplaatsen gevestigd worden, zoodat dat land nu alleen mag profiteeren vaa de voordeelen, die het Amerikaansche syndicaat niet aannemeJyk genoeg toeschenen. Italianen eu Spanjaarden werden woi- nig verhandeld en voor Spanjaarden bleef op berichten van couponbetaling de stemming vast, niettegenstaande do binneniandsche onlusten een dreigend karakter aanuemen. Portugeozen waren algemeen zwakker.De minister-president herhaalde nog eens, dat het regime van 1893 betreffende de buitenlandsche schuldeischcrs vooralsnog van kracht zon blijven, toch is in de toekomst de mogelijkheid van eon conversie niet geheel uitgesloten, ten minste indien de voorwaarden, aan Portugal gesteld, gunstiger worden. li u s s o n, dio vast openden, werdeD gaandeweg zwakker. De geschillen der Mogendheden mogen wel als reden daarvoor worden aangezien. Voor Turken trad eenige verbetering in met vraag voor Parijs. De geldnood in Turkije duurt voort, zoodat de schatkist nog maar steeds in gebreke blijft, de salarissen aan haar buiten landsche vertegenwoordigers uit te betalen. Daarbjj komt nog de vordering van Rusland, wegens ver schuldigde ooilogsbolasting 18761878. Deze 50,000 T. pnd. zou Turkije juist nu mocton terug betalen, terwijl de onderhandelingen over een leoning met Huitschiand gaande zyn. He Ned-Zuidairik. Sporen waren stil. Over het algemeen waren de Zuidaraerik. Staats fondsen niet onvast. Brazilianen hadden een vrjj vast verloop met veel vraag voor lundings. Een oogenblik flauwer op onguustige politieko goruchten omtrent een samenzwering in Brazilië, weiden die fondsen, toen bekend werd, dat de rust hersteld was, weer beter van toon. llierby dient nog vermeld, dat de voorloopigo balans een zuiver overschot van 7000 contos de reis aanwyst, zoodat de regeering ongetwijfeld de betaling in gereed geld zal her vatten van do rente der schuld op 1 Juli. Mexicanen hielden zich term met veol vraag. Do douanen-ontvaDgsten over Januari wyzen een vermeerdering aan; toch drukte locaal-aanbod de koersen. Peruanen waren zeer wankelbaar, aanbod en vraag van Londen wisselden elkander af. la Columbianeu en Yeuezuelanen had een uitgebreide handel plaats. Een buitenge woon levendig verloop hadden Merida's tegen verhoogde koersen. De regoering van Argontiniö heeft in beginsel de door Europeesche bankiers gedane voorstellen aangenomen met betrekking tot de unificatie van alle Argen- tijnsche Staatsschulden. Petroloumwaarden waren meerendeels in vaste stemming, vooral Koninklyke, Amsterdamseh-Rumeenscbe en Java- Petroleum; hiervan zijn goede productie- berichten ontvaDgen en bestaan plannen tot voor- deelige verhuring van de raffinaderij te Somarang. Enira en Palembang zwakker doch Dordtsche vast en hooger. De Tabaksmarkt was de geheele week zeer goanimeerd, geheel in overeenstemming met deD gunstigen afloop der gehouden inschrijvingen, waarvan vooral D e 1 i- en Padang-tabak sterk profiteerden met uitzondering van D e 1 i-P 1 a n- tage, die lager waren. Mijnwaarden waren in het begin der week vrij vast; later werd de stemming meer gedrukt en flauwer, vooral N e d.-I nd. Mijnbouw, Soemalata en aandeelen Bwpol. N o o r d-C e le b e s en K wadang-Soem&lata werden wat beter en vooral verdient Re dj an g Lebong opgemerkt te woiden, wegens het gis teren behaalde avaos van 16 pCt. De afdeeliag dor A mer ik aansche Sporen, hoewel niet direct m reactio, is toch niot be vredigend; er heerscht een wantrouwende toon, er is niet meer dat onafhankelijke, dat over tuigende vaste, waarvan onze markt de laatste maanden blijken gal. Hoe komt dit? Is deze stemming geheel ongegrond? Neen, durven wij zeggen, zy is niet ongegrond. De rijzende be weging der fondson beeft zich over alle soorten uitgebreid, rijp en groen zijn omboog gegaan; aandeelen, welke voor eenigo maanden nog als scheurpapier beschouwd werden, werden nu met flinke sommen betaald. Men vraagt zioh nu terecht af: Zal dit zoo blyven of zal het niet de wyste weg zyn om de enorme winst te nemen en de toekomst aan anderen over te doen? \Vy moeten volmondig erkennen, dat wij niet geloo- ven, dat deze rijzonde beweging duurzaam zijn zal, dit is niet denkbaar, ten minste niet voor alle soorten, omdat de oorzaak der beweging niet hetzelfde is. Haar, waar niet de financieel sterkere positie, de gunstige bedrijfsresultaten en oeconomische toestanden zijn niet het noodige, welke tot de koersverhooging aanleiding gaven, daar moet reaotie intreden en moet ten slotte een byna even groote inzakking volgen. VVaDneer dit zal komen valt niet te voren te bepalen, doch men zou zeggen: de teekenen beginnen zich te vertoonen. Men denke nu niet, dat onze gunstige opinie omtrent de uitkomsten van de grooto operaties der Spoorwegkoningin en financiers ver minderd is, zeker niet, doch men moetniei denken, dat dezen al hnn plannen zullen verwezenlijken zonder op grooten tegenstand te zullen 6tuiten; tegenwerking zallen zy ondervinden zoowel op wetgevend als op sociaal-oeconomisch gebied. En wij blyven by onzo vroegere meening: de financieel sterke Maatschappijen zullen het winnen. Men Deme de winst dóór, waar de intrinsieke waardo gering, doch hebbe geduld zoo deze goed ia. De geschiedenis der Amenkaansoho Sporen zoowel als der Amerikaansche poliiiek heeft een blad omgeslagen en is een nieuw hoofdstuk aan gevangen. Rijnlandscht Bank, Gemengd Nieuw». Morgen, Zondag, speelt do Leld- sche vereeniging „Ajax" haar laatsten thuis- wedstryd en wel tegen de Rotterdamscho vereeniging „Rapidltas". Tot nu toe is „Ajax" altyj zogavierond uit den stryd togen de Rotterdammers te voorschyn getreden (twee jaar geleden met 30 en 31, van't jaar iu Rotterdam met 10) maar meestal heeft het heel wat moeite gekost de tegenstanders er onder te houden. Vooral doordat het de laatste wedstryd van „Ajax" op eigen veld is, kunnen we gerust het op voetbal beluste gedeelte onzer stadgenooten aanraden eens een kykje te gaan nemen. Ter waarschuwing van hen, die gewoon zyn de cootrölobriefjes weg te gooien, diene, dat een strengere contróle noodig is gebleken en dus behalvo aan den ingang ook op het veld zal gecontroleerd worden. Ieder beware dus hot aan den ingang ontvangen briefje l De beruchte Lammertje Zondag, te Amsterdam, moot binnenkort verhulzen, tot groote vreugde van de bewoners der St.- Anna-straat. Een bekende firma heeft n.1. ter uitbreiding harer fabriek, perceel 24, waar de Vriendenkring z(Jn zetel heeft, aangekocht. Goedschiks of kwaadschiks zal Lammertjo dus moeten vertrekken. (Tel.) Aan het nieuw te bouwen klooster voor pators Franciscanen, by den Cranenburg onder Vordon, zal een bierbrouwery verbonden worden. De gebouwen zyn by aanbesteding gegund voor f 43,118. Een boerenknecht uit Zetten, dio in een naburig dorp aan de familie bet overiyden van zyn boerin moest gaan bekend maken, kreeg onderweg een ongeluk met paard en kar. Het paard schopte hem tegen de boret, de kar ging over z(Jn lichaam. Zya toestand is zeer zorgwekkend. Men meldt uitNieuvvediep, dat de gezonken Heldorscho botter „H.D. 5" gelicht en naar de werf gebracht is. De door de aanvaring bekomen schade is zoor belangryk. Gisterochtend brandde te Elten, by Terborg, de kapitale boerenwoning, bewoond door P. Lamors, tot den grond toe af. De paarden konden gered worden, doch 20 stuks hoornvee en 9 varkens kwamen in de vlammen om, en do geheele inboedel verbrandde. Alles was verzekerd. Onder het opschrift: „Maartecho sneeuw" schryft de „Zutf. Ct.": Donderdag 28 Maait; zevende dag van de lieve lente, achten twintigste dag van de lentemaand, volgens den almanak; een Sióeri- sche sneeuwlaag, volgens do weikelykheid; kortom een terugkeorendo winterdag. Maar laten we ten minste toegeven, dat het een mooie winterdag is. Hebt go de 6neeuwknstallelje9 wel ooit zod-, zien flonkeren als iichtonde storreijes Eo wat daarby zoo aardig is: als do zon l-.oogeü komt, verdwynen wel do sneeuwvlokken, mua< do lichtende sterretjes dooven niet uit. D.p waterdroppels hebben het licht van de vlokken overgenomen. Wat 'n philosoof is de natuur tochl Wy wanhopen al, wanneer wo 's morgens zoo'n pak sneeuw zien liggen, direct komt de natuur ons troosten: wanhoop toch niet en laat het hoofd niet hangen, het licht blyft flonkeren! Laat ook het licht binnen in u niet ver dwijnen 1 En behalve voor troost, zorgt ze ook voor wat humor. Is het byv. niet een komisch gezicht, dat zoo'n door huizen ingesloten plein als de markt vandaag oplevert? Het is de mikrokosmos van Faust, de aarde In het klein. Ons redactiebureel ligt op 't Zuiden, beneden is &1 de sneeuw weggedooid; en w(J moeten de gordynen neerlaten voor de zon: tropisch" gordel. Het midden van de markt i3 half moora half een riviertje in zyn voorjaarsbedding: gematigde gordel. Maar aan den overkant, waar de zon niet komen kan wegens de schaduw der huizen, <-• de sneeuw blyven liggen; dat is de Noordpc En op die wereldkaart m bet klein kykt de zon neer uit een blauwe lucht tueschen zware witte wolken, en ze lacht ons harteiyk uit als we het hoofd laten hangen. Don 25sten Maart j. 1. werden in het groothertogdom Baden nogal ernetlgo aardBtooten gevoeld. Het duldeiykst werden ze waargenomen in het Eggenerdal, waar vele menschen in hun kelders gingen, om te zien of daar alles wel in ordo was. Een corres pondent van het „Staufer Wochenblatt" voelde te bed een ruk naar beneden. Te Neu- hof gingen de stooten vergezeld van een cndoraardsch gerommel, dat na 3 of 4 seconden in een op een ooweersslag gelykenden knal eindigde. De richting was van het noordoosten naar het zuidwesten. Ook in het geheele Munsterdal ie de aardbeving waargenomen. In het „Markgr. Tagebl." schryft iemand uit Schopfheim: „Heden, 25 Maart, 's ochtends te 3.20, werd ik door een op donder gelykend geraas uit den Blaap gewekt. Nauweiyks ont waakt, bespeurde ik oen sterken stoot, zoodat de ramon rinkelden en alle voorwerpen wag gelden. Het geraas duurde na den stoot nog verscheiden seconden voort en ging in zuld- westeiyke richting verloren. In 60 jaren heb ik wellicht tien of twaalf malen dergeiyke natuurverschynselen beleefd, maar nooit in die sterkte. Gelijksoortige berichten kwamen uit Waldshut en Sückingen In, waar de aard- bewegingen in snelle golvingen elkander volgden, eveneens vergezeld van een op donder gelykend rollen. De Franaohe bark „Psyche", van' Caleta Buena naar het Kanaal, is op zee gezonken. De kapitein en 10 man zjjn te Kaapstad geland. Te Montceau-le8-Minea ls een m y n« ngenieur gisteren door een bende werkstakers a ugovallen en mishandeld; zyn toestand is echter niet gevaariyk. Van de daders kon niemand in hechtenis genomen worden. 12) „Om 'sHomels will" riep Anna ontsteld. „Wie heeft u kunnen zeggen „Myn geest, die u omzweeft; myn hart, dat innig met u verbonden is, dat elk uwer gevoelens, uw vreugde en uw verdriet, uw lust en uw droefheid deelt." „Hoe zou dat mogelyk zyn „Door de geheime overeenstemming der zielen, door de macht dier bovenaardsche liefde, die do grenzen van tyd en ruimte overschrydt, en die slechts de uitverkorenen met onuitsprekelyke zaligheid gelukkig maakt. Zy maakt alwetend en openbaart ons de ge heimste gedachten, eiken schuilhoek In het hart van den geliefde, met wien wy volkomen ineensmelten, zoodat wy éón met hem worden, met hem denken, gevoelen, weenen en lachen, juichen en ïyden." Door een plotselinge bedwelming aange grepen, gaf Anna zich, zonder tegenstand te bieden, aan de bekoring van den demonischen man over, die inderdaad haar geheimste ge dachten scheen te kennen, in de diepte barer ziel scheen te lezen, over meer dan natuur- lUke krachten scheen te beschikken. „Ol" ging hy al dringender, al vuriger woudend voort, „gy hebt er geen vermoeden van, welke zaligheid, welk genot u wacht. Met my vereenigd, zult gy nog heden als ingewyd in den bond der geesten worden opgenomen, met de zaligen verkeeren en uw geliefde moeder zien, haar zegen ontvangen. Doch eerst moet nog tusschen ons do scheids muur vollen, hort in hort, ziel in siel zich overstorten, wyzolvon in een vlammendon kus onverbreekbaar voor de eeuwigheid ineen smelten." Te gelyk voelde Anna, hoe zyn heete lippen haar koudon mond aanraakten, zyn armen haar hartstochteiyk omvatten en haar aan zyn borst drukten, terwyi haar zinnon haar dreigden te begeven, zoodat zy niet meer do kracht bezat hem terug te stooten. „Laat myi" smeekte ze, zich nog maar zwak in zyn armen te woer stellend. „Gy misbruikt uw overmacht." „Noen, neen," fluisterde hy met weg- sleependo stem, haar nog dichter tot zich trekkend. „Wat aarzelt gy gelukkig te worden en gelukkig te makenI Zeg, dat go my be mint, dat ge my wilt toebehooren, en de geesten zullen aan u evenzeer als aan my verschynen." „Ik kan, ik mag niet," steunde zy, zich met haar laatste inspanning van krachten van hom losscheurend. „Gy zult, gy moet!" snerpte hy haar toe, met opgeheven hand naar den tegenovor- liggenden muur wyzend. „Zie daarheen I Uw moeder Onwillekeurig wendde Anna, door een koude rilling overvallen, haar blikken in de aange geven richting. Was het zinsbedrog, een be- driegiyk beeld harer ontstelde phantasie? Het scheen haar toe, alsof het portret harer moeder de gouden lyst verliet en als met ten zegen opgeheven handen op haar toe kwam zweven, haar met teedere, liefdevolle oogen aanstarend. „Myn moederl" riep Anna ten diepste ge schokt. „Zeg gy my, wat ik doen moetT' „Beminnen, vertrouwen," lispelde een zachte geestenstem. „Hy alleen Ls uwer waardig." Door haar gevoelens overmand, zonk Anna, een onmacht naby, aan de borst van den Amerikaan, die zyn slachtoffer vast omklemd hield. Toen zy uit haar bewusteloosheid ont waakte, was het droomgezicht verdwenen, waaraan slechts die eigenaardige, klagende tonen der glasharmonica haar horinnerden. Zy waagde het echter niet hom langer te weerstreven en duldde zyn kus, ofschoon zy niet in staat was een geheimen afkeer tegen hem van zich af te zetten. IV. Den volgenden morgen verscheen de heer von Tück met een stralend, triomfanteiyk gelaat in de villa van den gewezen koopman, om hem den uitslag zyner onderhandelingen met mevrouw von Strahlen mee te deelen, welk resultaat de oude, verliefde heer met het grootste ongeduld verboiddo. „Nu," riep hy hem reeds van verre te ge- moet, „hebt gy onze bekoorlijke vriendin ge sproken? Wat heeft zy van myn aanzoek gezegd?" „Ik geloof, dat gy voorloopig tevreden kunt zyn en hoop moogt koesteren. Aanvankeiyk verklaarde zy my wol is waar, dat zy besloten had, na- de treurige ervaringen, in haar eerste huweiyk opgedaan, niot meer te hertrouwen. Het kostte my de grootste moeite haar slechts zoover te brengen, dat zy my liot uitspreken." „Dat had ik al dadeiyk gedacht. Gy hebt haar toch gezegd, dat ik vooruitzicht heb in den adelstand verheven te worden?" „Daaraan scheen zy minder gewicht te hechten dan aan de familieomstandigheden. Vooral was het de gedachte aan juffrouw Anna en den assessor, die haar een zwaren stryd veroorzaakte, zoodat ik alle hoop reeds opgaf. Eerst toen ik haar verzekerde, dat Anna van te voren trouwen en ook uw zoon niet in huis blyven zou, was zy niot onge negen uw voorstel aan te nemen. „Myn Hemel!" antwoordde do handelsraad gemelyk. „Dan zal ik nog lang moeten wach ten. Gy woet immers, dat Anna den doctor zoo goed als opgogoven heeft en hem sinds dien avond, toon hy u allen en mevrouw von Strahlen beleedigde niet meer ziet? Ikzelf ben het er mee eens, dat onder zulke omstan digheden de botrokking verbroken wordt (hoe zeer ik er ook onder ïyd), wanneer mevrouw von Strahlen aan haar voorwaarde vasthoudt. Ik kan toch niet myn dochter dwingen den eersten den besten man te nemen en hals- over-kop te gaan trouwen." „Dat is ook niet noodig," antwoordde do heer von Tück glimlachend, „daar juffrouw Anna in plaats van den doctor reeds een anderen man gekozen hoeft, wien zy zoo spoedig mogelyk haar hand wenscht te Bchenken." .„Wat komt u in liet hoofdl" riep de han delsraad verrast. „Een meisje als myn dochter verandert toch niet van man evenals van handschoenen?" „Het hart der vrouw," hernam de heer von Tück gehoimzinnig, „is ondoorgrondeiyk, onberekenbaar. De liefde komt on gaat als een dief In den nacht, als oen bliksemstraal aan een helderen hemel." „Myn verstand staat stil," sprak de han delsraad, zich nadenkend over het voorhoofd strykend. „Het is toch anders de aard van myn kind niet, zoo opeens maar verliefd to worden. Ik zou althans gaarne willen weten, wie de man is, dien zy trouwen wil." „Ikzelf ben de gelukkige, die door uw dochter bemind wordt," antwoordde de Ame rikaan met koele bedaardheid. In weerwil van de hoogst gunstige meening, die Romberg omtrent zyn nieuwen vriend koesterde, kon hy toch een lichte ontsteltenis niet verbergen en niet dadeiyk het gewenschto antwoord op de onverwachte bekentenis vin den, die hem zóó overviel, dat hy zyn eigon ooren niet wilde vertrouwen. „Myn Hemell" riep hy onthutst. „Dat kan toch slechts een scherts van u zyn?" „Integendeel, volle ernst," betuigde de heer von Tück. „Als gy my niet gelooft, vraag hot dan aan uw dochter; zy stemt or in toe, dat ik u om haar hand verzoek." „Dat grenst waariyk aan tooverijbegrypen doe ik er ten minste niets van." „Gy herinnert u, dat ik eenige dagen ge ledon den wonsch uitsprak my hior te ves tigen en naar een Duitsch meisje uit te zien, Gy waart toen zoo goed, my uw bystand te beloven, als ik voor u een goed woordje by mevrouw von Strahlen deed. Ik hoop, dat g|J uw woord niet vergeten zyt en or mots togen hebt, zoo ik tot loon daarvoor uw dochter van u verlang." „De Hemel beware!" stotterde de handels- raad. „Ik acht en waardeer u on gevoel m(J door uw aanzoek ten hoogste vereerd; gy zult het echter oen vader niet ten kwade duiden „Dat gy eerst inlichtingen aangaande my en myn omstandigheden wilt inwinnen? Dat vind ik volkomen in den haak." „Ik stel voorzeker het grootste vertrouwen in u, maar by een zoo gewichtigen stap, waarby het de toekomst on hot geluk van een geliefd kind betreft (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 9