N*. 12597
Maandag IS Maart,
A*. 1901.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
•j Voor Leiden por 3 maandon1.10.)
'"Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zijn 1.30
Franco per post1.65-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.171. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nomrner bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
OfQoïeele HeunisgOYÏng.
lEerhalfngsonderwys.
Bargemoester en Wethouders van Leidon;
Gezien art. 3 der Verordening van don 12den Januari
tS82, tot regeling van hot Herhalingeondorwijs in do
gemeento Leiden, geiryzigd bij Baadabeeluit van den
9den December 1886 (Gemeontoblad No. 11 van
1887);
Brengen ter leennie van belanghebbenden, dat de
Inschrijving van leerlingen voor het Herhalings-
on der wij o zal plaats hebben van den lSdentot
én met den 23sten Maart a. s., voor meisjes in het
schoollokaal in do Van-der-Worf-straat, voorjoDgono
in dat aan do Korto Mare, telken dage des namiddags
van zeven tot acht uren.
Tot het Horhalingsonderwija kunnen worden toe
gelaten
1°. de leerlingen van do scholen dor 3de en 4de
kjaase, dio verkregen hebben het getuigschrift, bedoeld
by art. 18 3 der Verordening van 2ö Januari
1894 (Gemeontoblad No. 5 van 1894);
2°. zij, die by een af te leggen examen blijken
geven aan do daarvoor gestelde vereischten te voldoen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
14 Maart 1901. YAN HEYoT, Secretaris.
Leiden, IS Maart.
In de byeenkomet van de „Alliance Fran-
$aise" waren Parijs en Brussel vertegenwoor
digd door de heeren Victor Meusy en Marcel
Leièvre. De eerste hield een voordracht over
de verschillei.de uitingen van de gaitó fran
chise van de middeleeuwen tot nu, waarby
hy met groote luchtigheid het uitgebreide
veld doorliep. Hoewel hy zyn voordracht zorg
vuldig had bewerkt, bleek hier en daarduide-
ïyk, dat de spreker zyn stof niet belieerschte,
en was het zelfs een oogenblik te vreezen,
dat er van de gaïté weinig terecht zou komen.
Ter verduidelyking van hetgeen hy had
meegedeeld, gaf toen de spreker het woord
aan den heer Lefèvre, en hiermee was de
zaak der galtó framjaise voorgoed gewonnen.
De onbenspeiyke muzikale voordacht, waarby
gesn enkel trekje voor het talryk publiek ver
loren ging, gaf alles, wat op dit gebied te
geven is. Het was éón gulle vroolykheid,
zonder de minste grofheid. Ook de heer
Meusy bleek een onberispeiyk diseur en chan
teur en tevens fyn dichter in „les Haller",
een navolging van „Paris 5k du matin".
Aan beiden mag gerust een „tot weerziens"
worden toegeroepen.
Uit 237 sollicitanten ia benoemd tot
Vendumeester van de Vereeniging der Nota
rissen te 's Gravenhage de heer D. C. Post,
thans vendumeester te Leiden.
Men deelt aan de „Delftsche Ct." mede,
lat prof. mr. J. E. Heeres hoogstwaarschynlyk
zal worden benoemd tot hoogleeraar aan de
Leidsche universiteit.
„Maatschappeiyk werk" is het onderwerp
van een voordracht, die mej. E. C. Knappert,
uit Leiden, zal houden op Vrydag 22 dezer,
'e avonds te 8 uren, in een openbare ver
gadering der vereeniging „De Vrye Gemeente,"
In het gebouw aan de "Weteringschans, to
Amsterdam.
Aan het Postkantoor alhier en de daar
onder behoorende hulpkantoren werden ge
durende de eerste helft der maand Maart de
volgende brieven en briefkaarten bezorgd,
welke wegens onbekendheid van de geadres
seerden niet besteld konden worden.
Brieven: Driessen, Aalten; Jan B. Miggers,
Amersfoort; S. Kalff, Amsterdam; Bunger,
Arnhem; Van der Ardten, Engelen; mej. P.
van Hoorn, mej. Vourhman, mej. C. Wytenburg,
Ned. Ondersteuningsfonds, P. Emmelot, H.
Frankhuyzen, A. Petit, mej. Dina Glasbergen,
Den Haag; wed. Jao. Wezelenberg, Hazers-
woude; mej. Vermeer de Nys, Kruger, mej.
Slagman, Leiden; graaf v. Limburg Stirum,
Oostonryk; C. Fles, mej. B. v. d. Schalk, T.
Vonk, Rotterdammej. Loubeek, Scheveningen;
dr. J. Uderich, Steenwyk; familie Rierveld,
Utrecht; S. J. Koestal,
Briefkaarten: J. Genjaar, Amsterdam
J. Limpers, J. v. d. Puyl, Anna Koeter, J.
Noteboom, Den Haag; mej. A. Beyk, Haarlem;
J. Helleman, Helder; Merzele Marlot, Leiden;
W. F. Grama, Maartensdyk; I. Welling,
D. R. Copino Peerenboom, mej. v. Malsem,
Rotterdam; W. van Es, Utrecht.
Uit het buitenland terug ontvangen.
Brieven: mevr. dr. Hammer du Saar,
Bochum; F. K. 27, L. J. R. Soüberger (2 st.),
Bruxelles; Verberg, Kassols; mevr. Van
Opdorp, Leipzig by Parys.
Briefkaarten: Carl Hiiller, Berlin
madame Quien, Bruxelles.
De gezant van Duitschland by ons Hof,
Graaf De Pourtalós, heeft Zabw dag-middag
met buitenlandsch verlof de residentie voor
eenigen tyd verlaten.
Niettegenstaande den hoogen kolenprys
in het afgeloopen jaar heeft de gemeente
gasfabriek te Delft toch nog eon winst van
ruim f 60,000 gemaakt.
Ton gevolge hiervan stelt de commissie
van beheer voor den gasprys te verlagen.
Het verlof naar Nederland van den kapt.
H. G. J. Smits en van den lsten luit. T. P. G.
A. Boom, beiden van de artillerie van het
O.-I. leger, is nogmaals mot 6 maanden
verlengd.
Het 1ste bataljon van het 4de reg. inf.
uit Delft onder bevel van den luit.-kolonel
A. D. Petter zal van 6 tot 13 Juli a. s.
schietoefeningen houden in de legerplaats by
Harskamp.
De kapt. der inf. vap het O.-I. leger
H. P. Hesselaar, thans met verlof hier to lande,
keert 30 dezer per ss. „Koning Willem Hl"
naar Indië terug.
De luit. ter zee 2de kl. A. C. W. baron
van Haersolthe van don Doorn heeft eervol
ontslag uit den zeedienst aangevraagd.
De luit. ter zee 1ste kl. J. B. A. Jonck-
heer en de off. van adm. 2de kl. P. A. Kempen
zyn uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd
en worden in afwachting van nadere plaatsing
op non-activibeit gesteld.
Van heden af ia te Amsterdam het
Koninkiyk Paleis waar alles nog in den
toestand is als tydens het bezoek van het
Hof weder op den gebruikelyken voet to
bezichtigen.
In een gecombineorde vergadering van
directeuren van Teylers Stichting met de
leden van Teylers Godgeleerd en Teylers
Tweede Genootschap heeft de bekroning plaats
gehad van do prysvraag van Teylers Tweede
Genootschap„Een beschryvende Catalogus van
de teekeningen van Rembrandt".
De prys voor het best en voldoend ant
woord, bestaande in een gouden eerepenning
tor inneriyke waarde van f 400, waarby als
buitengewone toelage een som van f 400 was
toegezegd, is toegewezen aan dr. C. Hofstede
de Groot, te 's-Gravenhage.
By het gala-diner, Zaterdagavond ten
Paleize Het Loo gegeven, waren tegenwoordig
het hoofdbestuur van de feestcommissie 1901,
de rentmeester van het koninkiyk domein
Het Loo, do kantonrechter, het dageiyksch
bestuur der gemeente, de gemeente-secretaris,
do beide predikanten der Ned.-Herv. Gemeente,
de pastoor, de ontvanger der registratie, de
Ryksontvanger der dir. belastingen, de post
directeur, de kapitein der mareohausseesFabius,
de commandant en onder-commandant van de
eerewacht. De muziek van de Harmonie
speelde gedurende het diner.
De Koningin en Prins Hendrik woonden
gistervoormiddag de godsdienstoefening by in
de Ned.-Herv. kerk te Apeldoorn, onder go-
hoor van ds. C. Hattink, die tot tekst had
gekozen Johannes 83 38, 17 3, 1.
Woensdagmiddag (en dus niet heden) ver
trekken de Koningin en de Prins per extra-
trein naar Den Haag om H. M. de Koningin-
Moeder een bezoek in haar nieuwe woning
te brengen. Donderdag-namiddag keert het
Vorsteiyk Echtpaar weer naar Het Loo terug.
—Het toelatingsexamen tot het reservekader
zal, biykeDS aankondiging in do „Staats
courant" dit jaar worden gehouden op den
24sten Juli e. k. en zoo noodig op een of
meer volgende dagen te Amsterdam, Arnhem,
Assen, Breda, Deventer, 's-Gravenhago, Gro
ningen, Den Helder, Leeuwarden, Maastricht,
Middelburg, Utrecht en Gorkura.
Jongelingen, die geen aanspraak hebben
op vry8telling van dat examen en hA op
prys stellen tot het reservekader toe te
treden, moeten zich vóór den 24sten Juni
k. tot deelneming aan het bedoelde examen
hebben aangemeld by den hoofdofficier voor
het reservekader te 's-Gravenhage, Paramarlbo-
atraat No. 11.
Op het drietal voor predikant by de
Ned.-Herv. Gem. te Beilen komt voor ds.
A. W. Ipplus Fockens, te Hemmen.
Er gaan te Amsterdam geruchten, dat
men pogingen doet, om, by een eventueel tot
stand-komen van een tweede Concertgebouw,
Kea als directeur daarvoor te winnen.
De club van katholidke leden der Tweede
Kamer deelt het volgende mede:
Mede naar aanleiding van vragen, door
eenige besturen van kiesvereonigingen tot hen
gericht, hebben de katholieke leden van de
Tweede Kamer der Staten-Oeneraal, met het
oog op de algemeene verkiezingen voor dit
jaar, overwogen in hoeverre aanvulling of wyzi-
ging van hun Program wenscheiyk zou kunnon
geacht worden. Als resultaat van hun over
wegingen deelen zy het volgende mede:
Zy handhaven het op 20 Oct. 1896 te
Utrecht vastgesteld „Program der katholieke
leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal" en zyn toolichting.
Nader verklaren zy het volgende:
1. De verzekering van werklieden togen
ziekte, ouderdom en Invaliditeit behoort in
het volgend wetgevend tydperk een voornaam
punt van wetgeviDg uit te maken.
Voor zoover het betreft mededinging met
het buitenland, behoort gostreefd te worden
naar een herziening der tarieven van in- en
uitvoer, waardoor de voorwaarden van voort
brenging binnen eigen grenzen zooveel mogo-
iyk geiyk gemaakt worden met die van het
buitenland.
Zonder deze herziening moet in het byzonder
de verzekering van werklieden tegen ziekte,
ouderdom en invaliditeit onuitvoerbaar worden
geacht, te meer, daar verdere uitbreiding of
verhooging van 's Ryks directe belastingen
onaannemeiyk is.
2. Mot aandrang vorderen zy voorverkende
Kerkgenootschappen en Vereeniglngen tot be
vordering van hoogor onderwye, die rechts-
persooniykheid bezitten, de vryheid om leer
stoelen aan de Ryke-Universiteiten en aan de
Gemeenteiyke Universiteit van Amsterdam te
vestigen.
3. Pensipehverzekering van onderwyzers by
het byzonder lager onderwya en van weduwen
en woezen van de onderwyzers by het open
baar en het byzonder lager onderwys behoort
geregeld te worden.
4. Regeling van de administratieve recht
spraak achten zy, ook met het oog op de
sociale wetgeving, dringend noodig.
Door den minister van binnenlandsche
zaken is aan dé Commissarissen der Koningin
een achryveh gezonden, waarin hy mededeelt,
dat hem is gebleken, dat in enkele gemeenten
de commi8siën tot wering van schoolverzuim
haar taak aldus opvatten, dat zy hun be
moeiingen ook uitstrekken over kinderen, die,
hoewel in de gemeente schoolgaande, in een
andere gemeente wonen.
Deze opvatting is, volgens den Minister,
onjuist.
Ingevolge de Leerplichtwet toch strekken
de bemoeiingen eener commissie tot wering
van schoolverzuim zich uit over de kinderen,
die in de gemeente of in het voor de com
missie aangewezen deol der gemeente wonen
of verbiyf houden, hetzy die kinderen binnen
het ambtsgebied der commissie of daarbuiten
schoolgaan.
Den commissarissen is door den Minister
verzocht het bovonstaande ter voorlichting der
commis8iën tot wering van schoolverzuim, ter
kennis van de gemeentebesturen te brengen.
Als ernstige sollicitanten voor de be
trekking van directeur-geneesheer aan het
krankzinnigengesticht Coudewater worden ge
noemd behalvo dr. Hoogveldt, tweede genees
heer aan het krankzinnigengesticht „Reinter
van Arkoi" te 's-Hertogenbosch, de heeren
dr. Smeenk, laatsteiyk directeur van een ge
neeskundige inrichting te Pretoria, en dr. Van
Moor8el, eerste geneesheer aan het stedeiyk
ziekenhuis te 'a-Hertogenb03cb.
President Krugor woonde gisterochtend
de godsdienstoefening by in de Oosterkerk
te Utrecht, onder het gehoor van ds. K.
Femhout.
Een resolutie van den minister van finan
ciën bepaalt het volgende omtrent bezwaar
schriften tegen belastingaanslagen:
Een belastingschuldige, die tegen zyn aan
slag bezwaar heeft, doch wiens aanslagbiljet
zoo laat uitgereikt is, dat hy niet meertydig
kan reclameeren, mag redeiykerwyze ver
wachten, dat zyn bezwaar niettemin onderzocht
zal worden, zoo hy het zonder lang uitstel
alsnog doet kennen.
Wordt by te-late-indiening van een bezwaar
schrift betreffende peraoneele belasting de even-
bedoelde oorzaak opgogeven en wordt die
bewering by onderzoek aannemeiyk bevonden,
dan mag dus niet den belanghebbende het
verzuim van den reclame-termyn worden tegen
geworpen, doch moet op de gewone wyze
uitspraak worden gedaan.
In zake grondbelasting en bedryfsbelastlng
behooren de ambtenaren te bevorderen, dat
in geiyken zin gehandeld worde.
Overigens spreekt het vanzelf, dat by ge
bleken vertraging in de uitreiking van een
aanslagbiljet het noodige dient te geschieden
om herhaling te voorkomen.
Hr. Ms. pantserdekschip „Noordbnjbant",
onder bevel van den kapitein tor zee I. van
den Bosch, is 16 dezer van Colombo vertrokken.
Het stoomschip „Admiral" (thuisreis)
arriveordo 15 Maart te Napels; de „Hebo"
arriveerde 16 Maart van Konstantinopel te
Smirna; do „Maasdam", van Rotterdam naar
Nieuw-York, passeerde 15 Maart Lizard; de
„Bundesrath" (uitreis) arriveerde 16 Maart te
Napels; de „Anchises", van Java naar Amster
dam, vertrok 14 Maart van Algiers; de „Koning
Willem II", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 17 Maart Gibraltar; de „Kronpiinz"
(uitreis) arriveerde 15 Maart te Antwerpon;
de Lombok", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 17 Maart te Genua; do „Prinses
Amalla", van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 17 Maart te Southampton; de „Prome
theus" arriveerde 17 Maart van Singapore te
Amsterdam; de „Salak" arriveerde 17 Maart
van Batavia te Rotterdam; do „Soembawa",
van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17
Maart Dungeness.
Alfen. By koninkiyk besluit is de heer
C. W. Chr. Th. Visser, met Ingang van 25
dezer, benoemd tot burgemeester der gemeente
Alfen (Zuid-Holland), met gelyktydige toe
kenning van eervol ontslag als burgemeester
der gemeente Wonseradeel.
Boskoop. Uit goede bron vernemen wy,
dat door eenige ingezetenen dezer gemeente
een nieuwe bewaarschool zal gebouwd worden
in de Nieuwstraat. Een stuk gronda, liggende
naast het kerkgebouw der Chr. Geref. Gem.f
is reeds tot dat doel aangekocht. De tegen
woordige bewaarschool in de Nieuwstraat zal
dan in gebruik genomen worden door de
byzondere school, welke, evenals de openbare,
te klein is voor het aantal leerlingen.
Hazerswoude. De eerste vergadering der
commissie tot wsring van schoolverzuim zal
plaats hebben op Zaterdag 30 Maart a. e., des
avonds te halfacht.
Op Maandag 25 Maart a. s., des avonds
te 7 uren, zal er weder een algemeene ver-
gadering gehouden worden in „Salvatori", van
de vereeniging van Christeiyke belangen der
Ned.-Herv. Kerk.
Hillegom. De loteling B. Maas, alhier, die
den lsten Maart jl. by de nationale militie
was ingeiyfd, is wegens gebreken voor den
dienst ongeschikt verklaard, zoodat de loteling
G. van Ast dientengevolge aan de beurt ligt
om ingelyfd te worden.
SassenJieinu Op de prysvraag: „Hoe kweekt
men het best hyacinten uitgeschreven door
de afdeeling Sassenheim van den Bond van
Bloembollenkweebers, is éón antwoord inge
komen, dat ter beoordeeling was opgezonden
aan de heeren E. H. Krolage, te Haarlem, en
J. G. Hazeloop, rykstulnbouwleeraar voor
Noord-Holland. Het antwoord, dat een be
kroning waardig bleek, is van den werkman
in het bloombollenvak J. v. Diest Czn., alhier.
Warmond. Een schaap van den slager C.
van der Voorop alhier, heeft gisteren vier
flinke levende lammeren gekregen.
TJit <lo „Stantscourant".
Kon. Besluiton. Bevorderd tot commies der
telegraphie lste klasse F. H. N. Werner, J. P.
Schlusen, W. J. A. JuDgmao, D. Keuzenkamp, J.
J. de Regt, allen der tweede klasse; tot commies
der 2de klasse P. Bruggernan, H. van der Meulen,
mejuffrouw D. Ypes, J. Hogerzeii, M. Dolhain,
allen commies derde klasse. Bij den raad van toe
zicht op de spoorwegdiensten tot hoofdcommies
de commies W. G. I'. de Waal; tot commies de
adj.-commies J. C. Schiedgos; tot adjunct-commies
de klerkon K. E. G. van den Bergh en J. C. M".
Blankenberg; benoemd tot assisteut-bode H. van
Dolden.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen
te Arnhem J. Sijtsma Gz., inspecteur te Maastricht;
te Wormerveer K. de Graaf, ontvange' te Slie-
drecht; te Winterswijk W. L. Koopmans, ont
vanger te Oosterhout.
2)
Ofschoon iedor van ons procios op de hoogte
was van het komplot, hielden wy ons dood
onschuldig on spraken over allerlei onschul
dige zaken. Ik kon niet nalaten telkens een
blik te werpen op myn aanstaande en m(jn
bewondering steeg van oogenblik tot oogenblik.
Het gelaat myner grootmoeder straalde en
als haar gasten het niet zagen, wierp zy my
blikken van verstandhouding toe.
My"n jeugdige aanstaande vrouw was inder
daad zeer mooi, veel mooier nog dan zy my
op het eersto oogenblik had toegeschenen.
Ik was als betooverd en voelde myn liefde
ontwaken.
Vlek zat, volgens gewoonte, naast my, met
den kop op myn knie, en terwyl ik sprak,
streelde ik zyn kop. Zonder dat ik het be
merkte, verwyderde hy zich van my en drukte
zich vertrouweiyk tegen myn aanstaande.
Met een heftige beweging stiet zy hem
van zich af.
„Foei, akelig beestl" riep het jong ieisje,
terugdeinzend in haar stoel.
Een emmer koud water had my niet beter
kunnen ontnuchteren.
Myn trouwe hond was niet mooi, ofschoon
hy op dat oogenblik op een leeuw geleek,
maar de woorden „akelig beest" krenkten my
diep. Waarom had zy myn vriend van zich
afgestooten? Hy was zoo goedig naar haar
toegekomen, had als liet ware om haar
vriendschap gebedeldZy was zoo mooi,
*oo bekooriyk...Zou zy geen goed hart
hébben?!!
Deze overpeinzingen duurden slechts zeer
kort. Vlek legde zich verschrikt onder de tafel.
Het dejeuner was gereed. Myn grootmoeder
en mevrouw De Stahl begaven zich naar de
eetzaal. Ik bood het jonge meisje myn arm
en wy volgden.
De maaltyd verliep zeer vroolyk. Wy werden
steeds vertrouwelyker en spraken zoo onge
dwongen met elkaar als oude vrienden.
Na afloop van don maaltyd begaven wy ons
weer natir het salon en van dat oogenblik af
deden wy beiden, onwillekeurig zou ik haast
zeggen, ons best, ons van de beste zyde te
toonen. Wy vertelden kleine gebeurtenissen
uit ons leven, waarby wy onszelven niet in
het ongunstigste licht plaatsten. Ik liet Vlek
kunstjes doen, waarin hy eerst weinig lust
toonde, maar toch spoedig weer pleizier had.
Hy sprong tusschen myn armen door, zocht
voorworpen, die wy verstopten, blafte op de
maat. Toen zette zich juffrouw De Stahl aan
de piano en zong met een dun stemmetje
eenige liederen, waarin het woordje „liefde"
herhaaldelyk voorkwam, dat zy met nadruk
uitsprak, terwyl zy een smachtenden blik op
my wiorp.,.. Vervolgens sprak zy over de
muziek, zy verklaarde Gluck zeer hoog to
stellen on Haydn en Mozart niet minder. Nu
en dan vond zy gelegenheid een woord van
een Griekschen philosoof aan te halen, glim
lachend, zonder een zweem van pedanterie.
En zoo pratend stapolde zy al den rykdom
van haar geest voor ons op; myn bewonde
ring steeg van oogenblik tot oogenblikmaar
een gevoel van angst maakte zich tegeiykertyd
van my meester.
„Helaas," zeide ik tot myzelf, „ik zie maar
al te duideiyk, dat Ik harer niet waardig ben."
Myn grootmoeder stelde ons een wandeling
in het park voor. W(j begaven ons naar buiten.
Het jonge meisje scheen my to midden der
natuur nog verleideiyker toe. Haar schoonheid
kwam nog beter uit. Trouwens, het bleek
duideiyk, dat zy zich volkomen bewust was
van den indruk, dien zy op ons gomaakt had.
Ik werd stil. Ik kon immers niet op tegen
zulk een schitterend vernuft? Zy lachte,
schertste, merkte dingen op, die ik nooit ge
zien had, ofschoon ik er tienmaal op een dag
voorby was gegaan, en toen spotte zy. Zy
zeido eon paar aardigheden te mijnen koste,
en ongetwyfeld sloeg zy den spyker op den
kop, want allen schaterden het uit van lachen.
Ik alleen glimlachte flauwtjes.
„Ze is erg geestig," zeide ik tot myzelf.
Terwyl zy sprak, fonkelden haar oogenjin
do hoeken van haar mond kwamen twee kleine,
by na onzichtbare plooien en gaven aan haar
gelaat een minachtende uitdrukking, die haar
echter zeer goed stond.
Maar zy moest toch een goed hart bezitten,
want zy verwaardigde zich te vragen naar
onze arme arbeiders en deed middelen aan de
hand om verbetering in hun lot to brengen.
Zy sprak over bewaarscholen, vereenigingen,
avondbyeenkomsten, te veel misschien; maar
myn goede grootmoeder was zichtbaar mee
gesleept en geheel en al bewondering.
Maar my brak het angstzweet uit. Ik weet
niet hoe ik het beschry ven zal: ik was bang
voor al do geleerdheid, welke zy ten toon
spreidde, vooral toen zy over de politiek begon.
„Maar ze is toch heel mooi," zeide ik dan
tot myzelven on dan keerde myn kalmte teTug.
Eindeiyk brak het scheidingsuur aan. De
dames De Stahl keerden naar huis terug, na
ons eerst te hebben doen beloven haar binnen
eenige dagen een tegenbezoek te brengen. De
beide amazonen reden op haar vlugge, kleine
paarden het park uit.
Ik was weer alleen met myn grootmoeder.
Onze bezoeksters waren reeds lang achter
den heuvel verdwenen, toen ik nog steeds op
dezolfdo plek stond, peinzend, starend naar
den horizon.
„Welnu, Roger?" zeide grootmoeder.
Ik had een gevoel, alBof ik uit een droom
ontwaakte.
„Wat is er, grootmoeder?" vroeg ik.
„Och, niets," antwoordde ze glimlachend;
„maar eigeniyk heb ik toch wel oen dankje
verdiend."
„Zeker, grootmoeder," antwoordde ik nog
steeds half droomend. „Ze is heel mooiheel
mooimaar
Verwonderd zag zy my aan.
„Maar? Wat beteekent dat „maar", Roger?"
„Niets," antwoordde ik verlogen, „maar
vindt u haar niet byna al te mooi En
zou ze een goed hart hebben?"
„Waarom zou zy het niet?" vroeg de oude
dame. „Waar zou zy slecht geworden zyn?"
„Ja, daarin hebt u geiyk," antwoordde ik,
„maar
„Nogal een „maar"?"
„Vindt u haar niet trotsch? Een beetje
ruw hoe zal ik het zeggenZe stiet
Vlek van zich af."
„Hy is een slecht gedresseerde hond," zeide
grootmoeder.
Ik wist niet meer wat ik aanvoeren zou
en zeide:
„Ik geloof, dat haar linkerhand zeer goed
weet, wat haar rechterhand heeft gegeven."
„Omdat zy met beide handen te gelyk geeft,"
antwoordde myn onverstoorbare grootmoeder.
„Maar laat my u dit nog zeggen, Roger: ik
heb wel een vrouw voor u uitgezocht, maar
verder ga ik niet. De rest laat ik aan u over.
poe wat ge wilt, zoek haar op, luister naar
haar, beoordeel haar, trouw met haar of trouw
niet met haar.... ik bekommer my om
niets meer."
IV.
Van dien dag af werden viytig bezoeken
gebracht en ontvangen. Ik werd van dag tot
dag meer verliefd en het scheen my toe,
dat ook myn aanstaande lang niet ongevoelig
was voor myn oplettendheden. Zy noemde
my nu Roger en nooit had my'n naam my zou
welluidend in de ooren geklonken.
Toch verliet my de dwaze vrees, welke zich,
reeds by onze eerste ontmoeting van my had
meester gemaakt, niet. Hoe meer ik er tegen
streed, des te grooter werd zy. Ik begreep my
zelf niet meer. Ik wilde en ik wilde niet. Soms
zeide een stem in my„Neem haar I" Maar tege-
ïykertyd klonk dan: Woes op uw hoedei" Het'
was een soort van instinct, geloof ik, dat my
weerhield een besluit to nemen. Waarom zou ik
de ooren sluiten? Welke waarborg voor oen
toekomstig geluk was voorhanden? Ik toonde
slechts myn beste zyde, datzelfde deed
zy Wat zou or later te voorschyn komen?
Ik verborg voor haar myn zwakheid, de over
dreven toegeeflykheid in myn karakter, myn
lichtgeraaktheidZou ook zy niet een
fout to verbergen hobben?
Dergoiyke gedachten vervolgden my onop-
houdelyk, zoodra ik my niet in tegenwoordig
heid myner bekooriyke Suzanne bevond. Ik
dwaalde in het bosch om rustig to kunnen
denken, maar ik was niet in staat een besluit
te nemen. Verbeeld u, ik bloos als ik er
aan donk ik plukte do blaadjes der mei
zoentjes en vroeg: „Een beetje? Veel? In het
geheel niet?"
{Wordt vervolgd.)