N*. 12597 Maandag IS Maart, A*. 1901. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: •j Voor Leiden por 3 maandon1.10.) '"Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zijn 1.30 Franco per post1.65- PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nomrner bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. OfQoïeele HeunisgOYÏng. lEerhalfngsonderwys. Bargemoester en Wethouders van Leidon; Gezien art. 3 der Verordening van don 12den Januari tS82, tot regeling van hot Herhalingeondorwijs in do gemeento Leiden, geiryzigd bij Baadabeeluit van den 9den December 1886 (Gemeontoblad No. 11 van 1887); Brengen ter leennie van belanghebbenden, dat de Inschrijving van leerlingen voor het Herhalings- on der wij o zal plaats hebben van den lSdentot én met den 23sten Maart a. s., voor meisjes in het schoollokaal in do Van-der-Worf-straat, voorjoDgono in dat aan do Korto Mare, telken dage des namiddags van zeven tot acht uren. Tot het Horhalingsonderwija kunnen worden toe gelaten 1°. de leerlingen van do scholen dor 3de en 4de kjaase, dio verkregen hebben het getuigschrift, bedoeld by art. 18 3 der Verordening van 2ö Januari 1894 (Gemeontoblad No. 5 van 1894); 2°. zij, die by een af te leggen examen blijken geven aan do daarvoor gestelde vereischten te voldoen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 14 Maart 1901. YAN HEYoT, Secretaris. Leiden, IS Maart. In de byeenkomet van de „Alliance Fran- $aise" waren Parijs en Brussel vertegenwoor digd door de heeren Victor Meusy en Marcel Leièvre. De eerste hield een voordracht over de verschillei.de uitingen van de gaitó fran chise van de middeleeuwen tot nu, waarby hy met groote luchtigheid het uitgebreide veld doorliep. Hoewel hy zyn voordracht zorg vuldig had bewerkt, bleek hier en daarduide- ïyk, dat de spreker zyn stof niet belieerschte, en was het zelfs een oogenblik te vreezen, dat er van de gaïté weinig terecht zou komen. Ter verduidelyking van hetgeen hy had meegedeeld, gaf toen de spreker het woord aan den heer Lefèvre, en hiermee was de zaak der galtó framjaise voorgoed gewonnen. De onbenspeiyke muzikale voordacht, waarby gesn enkel trekje voor het talryk publiek ver loren ging, gaf alles, wat op dit gebied te geven is. Het was éón gulle vroolykheid, zonder de minste grofheid. Ook de heer Meusy bleek een onberispeiyk diseur en chan teur en tevens fyn dichter in „les Haller", een navolging van „Paris 5k du matin". Aan beiden mag gerust een „tot weerziens" worden toegeroepen. Uit 237 sollicitanten ia benoemd tot Vendumeester van de Vereeniging der Nota rissen te 's Gravenhage de heer D. C. Post, thans vendumeester te Leiden. Men deelt aan de „Delftsche Ct." mede, lat prof. mr. J. E. Heeres hoogstwaarschynlyk zal worden benoemd tot hoogleeraar aan de Leidsche universiteit. „Maatschappeiyk werk" is het onderwerp van een voordracht, die mej. E. C. Knappert, uit Leiden, zal houden op Vrydag 22 dezer, 'e avonds te 8 uren, in een openbare ver gadering der vereeniging „De Vrye Gemeente," In het gebouw aan de "Weteringschans, to Amsterdam. Aan het Postkantoor alhier en de daar onder behoorende hulpkantoren werden ge durende de eerste helft der maand Maart de volgende brieven en briefkaarten bezorgd, welke wegens onbekendheid van de geadres seerden niet besteld konden worden. Brieven: Driessen, Aalten; Jan B. Miggers, Amersfoort; S. Kalff, Amsterdam; Bunger, Arnhem; Van der Ardten, Engelen; mej. P. van Hoorn, mej. Vourhman, mej. C. Wytenburg, Ned. Ondersteuningsfonds, P. Emmelot, H. Frankhuyzen, A. Petit, mej. Dina Glasbergen, Den Haag; wed. Jao. Wezelenberg, Hazers- woude; mej. Vermeer de Nys, Kruger, mej. Slagman, Leiden; graaf v. Limburg Stirum, Oostonryk; C. Fles, mej. B. v. d. Schalk, T. Vonk, Rotterdammej. Loubeek, Scheveningen; dr. J. Uderich, Steenwyk; familie Rierveld, Utrecht; S. J. Koestal, Briefkaarten: J. Genjaar, Amsterdam J. Limpers, J. v. d. Puyl, Anna Koeter, J. Noteboom, Den Haag; mej. A. Beyk, Haarlem; J. Helleman, Helder; Merzele Marlot, Leiden; W. F. Grama, Maartensdyk; I. Welling, D. R. Copino Peerenboom, mej. v. Malsem, Rotterdam; W. van Es, Utrecht. Uit het buitenland terug ontvangen. Brieven: mevr. dr. Hammer du Saar, Bochum; F. K. 27, L. J. R. Soüberger (2 st.), Bruxelles; Verberg, Kassols; mevr. Van Opdorp, Leipzig by Parys. Briefkaarten: Carl Hiiller, Berlin madame Quien, Bruxelles. De gezant van Duitschland by ons Hof, Graaf De Pourtalós, heeft Zabw dag-middag met buitenlandsch verlof de residentie voor eenigen tyd verlaten. Niettegenstaande den hoogen kolenprys in het afgeloopen jaar heeft de gemeente gasfabriek te Delft toch nog eon winst van ruim f 60,000 gemaakt. Ton gevolge hiervan stelt de commissie van beheer voor den gasprys te verlagen. Het verlof naar Nederland van den kapt. H. G. J. Smits en van den lsten luit. T. P. G. A. Boom, beiden van de artillerie van het O.-I. leger, is nogmaals mot 6 maanden verlengd. Het 1ste bataljon van het 4de reg. inf. uit Delft onder bevel van den luit.-kolonel A. D. Petter zal van 6 tot 13 Juli a. s. schietoefeningen houden in de legerplaats by Harskamp. De kapt. der inf. vap het O.-I. leger H. P. Hesselaar, thans met verlof hier to lande, keert 30 dezer per ss. „Koning Willem Hl" naar Indië terug. De luit. ter zee 2de kl. A. C. W. baron van Haersolthe van don Doorn heeft eervol ontslag uit den zeedienst aangevraagd. De luit. ter zee 1ste kl. J. B. A. Jonck- heer en de off. van adm. 2de kl. P. A. Kempen zyn uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd en worden in afwachting van nadere plaatsing op non-activibeit gesteld. Van heden af ia te Amsterdam het Koninkiyk Paleis waar alles nog in den toestand is als tydens het bezoek van het Hof weder op den gebruikelyken voet to bezichtigen. In een gecombineorde vergadering van directeuren van Teylers Stichting met de leden van Teylers Godgeleerd en Teylers Tweede Genootschap heeft de bekroning plaats gehad van do prysvraag van Teylers Tweede Genootschap„Een beschryvende Catalogus van de teekeningen van Rembrandt". De prys voor het best en voldoend ant woord, bestaande in een gouden eerepenning tor inneriyke waarde van f 400, waarby als buitengewone toelage een som van f 400 was toegezegd, is toegewezen aan dr. C. Hofstede de Groot, te 's-Gravenhage. By het gala-diner, Zaterdagavond ten Paleize Het Loo gegeven, waren tegenwoordig het hoofdbestuur van de feestcommissie 1901, de rentmeester van het koninkiyk domein Het Loo, do kantonrechter, het dageiyksch bestuur der gemeente, de gemeente-secretaris, do beide predikanten der Ned.-Herv. Gemeente, de pastoor, de ontvanger der registratie, de Ryksontvanger der dir. belastingen, de post directeur, de kapitein der mareohausseesFabius, de commandant en onder-commandant van de eerewacht. De muziek van de Harmonie speelde gedurende het diner. De Koningin en Prins Hendrik woonden gistervoormiddag de godsdienstoefening by in de Ned.-Herv. kerk te Apeldoorn, onder go- hoor van ds. C. Hattink, die tot tekst had gekozen Johannes 83 38, 17 3, 1. Woensdagmiddag (en dus niet heden) ver trekken de Koningin en de Prins per extra- trein naar Den Haag om H. M. de Koningin- Moeder een bezoek in haar nieuwe woning te brengen. Donderdag-namiddag keert het Vorsteiyk Echtpaar weer naar Het Loo terug. —Het toelatingsexamen tot het reservekader zal, biykeDS aankondiging in do „Staats courant" dit jaar worden gehouden op den 24sten Juli e. k. en zoo noodig op een of meer volgende dagen te Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda, Deventer, 's-Gravenhago, Gro ningen, Den Helder, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, Utrecht en Gorkura. Jongelingen, die geen aanspraak hebben op vry8telling van dat examen en hA op prys stellen tot het reservekader toe te treden, moeten zich vóór den 24sten Juni k. tot deelneming aan het bedoelde examen hebben aangemeld by den hoofdofficier voor het reservekader te 's-Gravenhage, Paramarlbo- atraat No. 11. Op het drietal voor predikant by de Ned.-Herv. Gem. te Beilen komt voor ds. A. W. Ipplus Fockens, te Hemmen. Er gaan te Amsterdam geruchten, dat men pogingen doet, om, by een eventueel tot stand-komen van een tweede Concertgebouw, Kea als directeur daarvoor te winnen. De club van katholidke leden der Tweede Kamer deelt het volgende mede: Mede naar aanleiding van vragen, door eenige besturen van kiesvereonigingen tot hen gericht, hebben de katholieke leden van de Tweede Kamer der Staten-Oeneraal, met het oog op de algemeene verkiezingen voor dit jaar, overwogen in hoeverre aanvulling of wyzi- ging van hun Program wenscheiyk zou kunnon geacht worden. Als resultaat van hun over wegingen deelen zy het volgende mede: Zy handhaven het op 20 Oct. 1896 te Utrecht vastgesteld „Program der katholieke leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal" en zyn toolichting. Nader verklaren zy het volgende: 1. De verzekering van werklieden togen ziekte, ouderdom en Invaliditeit behoort in het volgend wetgevend tydperk een voornaam punt van wetgeviDg uit te maken. Voor zoover het betreft mededinging met het buitenland, behoort gostreefd te worden naar een herziening der tarieven van in- en uitvoer, waardoor de voorwaarden van voort brenging binnen eigen grenzen zooveel mogo- iyk geiyk gemaakt worden met die van het buitenland. Zonder deze herziening moet in het byzonder de verzekering van werklieden tegen ziekte, ouderdom en invaliditeit onuitvoerbaar worden geacht, te meer, daar verdere uitbreiding of verhooging van 's Ryks directe belastingen onaannemeiyk is. 2. Mot aandrang vorderen zy voorverkende Kerkgenootschappen en Vereeniglngen tot be vordering van hoogor onderwye, die rechts- persooniykheid bezitten, de vryheid om leer stoelen aan de Ryke-Universiteiten en aan de Gemeenteiyke Universiteit van Amsterdam te vestigen. 3. Pensipehverzekering van onderwyzers by het byzonder lager onderwya en van weduwen en woezen van de onderwyzers by het open baar en het byzonder lager onderwys behoort geregeld te worden. 4. Regeling van de administratieve recht spraak achten zy, ook met het oog op de sociale wetgeving, dringend noodig. Door den minister van binnenlandsche zaken is aan dé Commissarissen der Koningin een achryveh gezonden, waarin hy mededeelt, dat hem is gebleken, dat in enkele gemeenten de commi8siën tot wering van schoolverzuim haar taak aldus opvatten, dat zy hun be moeiingen ook uitstrekken over kinderen, die, hoewel in de gemeente schoolgaande, in een andere gemeente wonen. Deze opvatting is, volgens den Minister, onjuist. Ingevolge de Leerplichtwet toch strekken de bemoeiingen eener commissie tot wering van schoolverzuim zich uit over de kinderen, die in de gemeente of in het voor de com missie aangewezen deol der gemeente wonen of verbiyf houden, hetzy die kinderen binnen het ambtsgebied der commissie of daarbuiten schoolgaan. Den commissarissen is door den Minister verzocht het bovonstaande ter voorlichting der commis8iën tot wering van schoolverzuim, ter kennis van de gemeentebesturen te brengen. Als ernstige sollicitanten voor de be trekking van directeur-geneesheer aan het krankzinnigengesticht Coudewater worden ge noemd behalvo dr. Hoogveldt, tweede genees heer aan het krankzinnigengesticht „Reinter van Arkoi" te 's-Hertogenbosch, de heeren dr. Smeenk, laatsteiyk directeur van een ge neeskundige inrichting te Pretoria, en dr. Van Moor8el, eerste geneesheer aan het stedeiyk ziekenhuis te 'a-Hertogenb03cb. President Krugor woonde gisterochtend de godsdienstoefening by in de Oosterkerk te Utrecht, onder het gehoor van ds. K. Femhout. Een resolutie van den minister van finan ciën bepaalt het volgende omtrent bezwaar schriften tegen belastingaanslagen: Een belastingschuldige, die tegen zyn aan slag bezwaar heeft, doch wiens aanslagbiljet zoo laat uitgereikt is, dat hy niet meertydig kan reclameeren, mag redeiykerwyze ver wachten, dat zyn bezwaar niettemin onderzocht zal worden, zoo hy het zonder lang uitstel alsnog doet kennen. Wordt by te-late-indiening van een bezwaar schrift betreffende peraoneele belasting de even- bedoelde oorzaak opgogeven en wordt die bewering by onderzoek aannemeiyk bevonden, dan mag dus niet den belanghebbende het verzuim van den reclame-termyn worden tegen geworpen, doch moet op de gewone wyze uitspraak worden gedaan. In zake grondbelasting en bedryfsbelastlng behooren de ambtenaren te bevorderen, dat in geiyken zin gehandeld worde. Overigens spreekt het vanzelf, dat by ge bleken vertraging in de uitreiking van een aanslagbiljet het noodige dient te geschieden om herhaling te voorkomen. Hr. Ms. pantserdekschip „Noordbnjbant", onder bevel van den kapitein tor zee I. van den Bosch, is 16 dezer van Colombo vertrokken. Het stoomschip „Admiral" (thuisreis) arriveordo 15 Maart te Napels; de „Hebo" arriveerde 16 Maart van Konstantinopel te Smirna; do „Maasdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 15 Maart Lizard; de „Bundesrath" (uitreis) arriveerde 16 Maart te Napels; de „Anchises", van Java naar Amster dam, vertrok 14 Maart van Algiers; de „Koning Willem II", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 Maart Gibraltar; de „Kronpiinz" (uitreis) arriveerde 15 Maart te Antwerpon; de Lombok", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17 Maart te Genua; do „Prinses Amalla", van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 17 Maart te Southampton; de „Prome theus" arriveerde 17 Maart van Singapore te Amsterdam; de „Salak" arriveerde 17 Maart van Batavia te Rotterdam; do „Soembawa", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 Maart Dungeness. Alfen. By koninkiyk besluit is de heer C. W. Chr. Th. Visser, met Ingang van 25 dezer, benoemd tot burgemeester der gemeente Alfen (Zuid-Holland), met gelyktydige toe kenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeente Wonseradeel. Boskoop. Uit goede bron vernemen wy, dat door eenige ingezetenen dezer gemeente een nieuwe bewaarschool zal gebouwd worden in de Nieuwstraat. Een stuk gronda, liggende naast het kerkgebouw der Chr. Geref. Gem.f is reeds tot dat doel aangekocht. De tegen woordige bewaarschool in de Nieuwstraat zal dan in gebruik genomen worden door de byzondere school, welke, evenals de openbare, te klein is voor het aantal leerlingen. Hazerswoude. De eerste vergadering der commissie tot wsring van schoolverzuim zal plaats hebben op Zaterdag 30 Maart a. e., des avonds te halfacht. Op Maandag 25 Maart a. s., des avonds te 7 uren, zal er weder een algemeene ver- gadering gehouden worden in „Salvatori", van de vereeniging van Christeiyke belangen der Ned.-Herv. Kerk. Hillegom. De loteling B. Maas, alhier, die den lsten Maart jl. by de nationale militie was ingeiyfd, is wegens gebreken voor den dienst ongeschikt verklaard, zoodat de loteling G. van Ast dientengevolge aan de beurt ligt om ingelyfd te worden. SassenJieinu Op de prysvraag: „Hoe kweekt men het best hyacinten uitgeschreven door de afdeeling Sassenheim van den Bond van Bloembollenkweebers, is éón antwoord inge komen, dat ter beoordeeling was opgezonden aan de heeren E. H. Krolage, te Haarlem, en J. G. Hazeloop, rykstulnbouwleeraar voor Noord-Holland. Het antwoord, dat een be kroning waardig bleek, is van den werkman in het bloombollenvak J. v. Diest Czn., alhier. Warmond. Een schaap van den slager C. van der Voorop alhier, heeft gisteren vier flinke levende lammeren gekregen. TJit <lo „Stantscourant". Kon. Besluiton. Bevorderd tot commies der telegraphie lste klasse F. H. N. Werner, J. P. Schlusen, W. J. A. JuDgmao, D. Keuzenkamp, J. J. de Regt, allen der tweede klasse; tot commies der 2de klasse P. Bruggernan, H. van der Meulen, mejuffrouw D. Ypes, J. Hogerzeii, M. Dolhain, allen commies derde klasse. Bij den raad van toe zicht op de spoorwegdiensten tot hoofdcommies de commies W. G. I'. de Waal; tot commies de adj.-commies J. C. Schiedgos; tot adjunct-commies de klerkon K. E. G. van den Bergh en J. C. M". Blankenberg; benoemd tot assisteut-bode H. van Dolden. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen te Arnhem J. Sijtsma Gz., inspecteur te Maastricht; te Wormerveer K. de Graaf, ontvange' te Slie- drecht; te Winterswijk W. L. Koopmans, ont vanger te Oosterhout. 2) Ofschoon iedor van ons procios op de hoogte was van het komplot, hielden wy ons dood onschuldig on spraken over allerlei onschul dige zaken. Ik kon niet nalaten telkens een blik te werpen op myn aanstaande en m(jn bewondering steeg van oogenblik tot oogenblik. Het gelaat myner grootmoeder straalde en als haar gasten het niet zagen, wierp zy my blikken van verstandhouding toe. My"n jeugdige aanstaande vrouw was inder daad zeer mooi, veel mooier nog dan zy my op het eersto oogenblik had toegeschenen. Ik was als betooverd en voelde myn liefde ontwaken. Vlek zat, volgens gewoonte, naast my, met den kop op myn knie, en terwyl ik sprak, streelde ik zyn kop. Zonder dat ik het be merkte, verwyderde hy zich van my en drukte zich vertrouweiyk tegen myn aanstaande. Met een heftige beweging stiet zy hem van zich af. „Foei, akelig beestl" riep het jong ieisje, terugdeinzend in haar stoel. Een emmer koud water had my niet beter kunnen ontnuchteren. Myn trouwe hond was niet mooi, ofschoon hy op dat oogenblik op een leeuw geleek, maar de woorden „akelig beest" krenkten my diep. Waarom had zy myn vriend van zich afgestooten? Hy was zoo goedig naar haar toegekomen, had als liet ware om haar vriendschap gebedeldZy was zoo mooi, *oo bekooriyk...Zou zy geen goed hart hébben?!! Deze overpeinzingen duurden slechts zeer kort. Vlek legde zich verschrikt onder de tafel. Het dejeuner was gereed. Myn grootmoeder en mevrouw De Stahl begaven zich naar de eetzaal. Ik bood het jonge meisje myn arm en wy volgden. De maaltyd verliep zeer vroolyk. Wy werden steeds vertrouwelyker en spraken zoo onge dwongen met elkaar als oude vrienden. Na afloop van don maaltyd begaven wy ons weer natir het salon en van dat oogenblik af deden wy beiden, onwillekeurig zou ik haast zeggen, ons best, ons van de beste zyde te toonen. Wy vertelden kleine gebeurtenissen uit ons leven, waarby wy onszelven niet in het ongunstigste licht plaatsten. Ik liet Vlek kunstjes doen, waarin hy eerst weinig lust toonde, maar toch spoedig weer pleizier had. Hy sprong tusschen myn armen door, zocht voorworpen, die wy verstopten, blafte op de maat. Toen zette zich juffrouw De Stahl aan de piano en zong met een dun stemmetje eenige liederen, waarin het woordje „liefde" herhaaldelyk voorkwam, dat zy met nadruk uitsprak, terwyl zy een smachtenden blik op my wiorp.,.. Vervolgens sprak zy over de muziek, zy verklaarde Gluck zeer hoog to stellen on Haydn en Mozart niet minder. Nu en dan vond zy gelegenheid een woord van een Griekschen philosoof aan te halen, glim lachend, zonder een zweem van pedanterie. En zoo pratend stapolde zy al den rykdom van haar geest voor ons op; myn bewonde ring steeg van oogenblik tot oogenblikmaar een gevoel van angst maakte zich tegeiykertyd van my meester. „Helaas," zeide ik tot myzelf, „ik zie maar al te duideiyk, dat Ik harer niet waardig ben." Myn grootmoeder stelde ons een wandeling in het park voor. W(j begaven ons naar buiten. Het jonge meisje scheen my to midden der natuur nog verleideiyker toe. Haar schoonheid kwam nog beter uit. Trouwens, het bleek duideiyk, dat zy zich volkomen bewust was van den indruk, dien zy op ons gomaakt had. Ik werd stil. Ik kon immers niet op tegen zulk een schitterend vernuft? Zy lachte, schertste, merkte dingen op, die ik nooit ge zien had, ofschoon ik er tienmaal op een dag voorby was gegaan, en toen spotte zy. Zy zeido eon paar aardigheden te mijnen koste, en ongetwyfeld sloeg zy den spyker op den kop, want allen schaterden het uit van lachen. Ik alleen glimlachte flauwtjes. „Ze is erg geestig," zeide ik tot myzelf. Terwyl zy sprak, fonkelden haar oogenjin do hoeken van haar mond kwamen twee kleine, by na onzichtbare plooien en gaven aan haar gelaat een minachtende uitdrukking, die haar echter zeer goed stond. Maar zy moest toch een goed hart bezitten, want zy verwaardigde zich te vragen naar onze arme arbeiders en deed middelen aan de hand om verbetering in hun lot to brengen. Zy sprak over bewaarscholen, vereenigingen, avondbyeenkomsten, te veel misschien; maar myn goede grootmoeder was zichtbaar mee gesleept en geheel en al bewondering. Maar my brak het angstzweet uit. Ik weet niet hoe ik het beschry ven zal: ik was bang voor al do geleerdheid, welke zy ten toon spreidde, vooral toen zy over de politiek begon. „Maar ze is toch heel mooi," zeide ik dan tot myzelven on dan keerde myn kalmte teTug. Eindeiyk brak het scheidingsuur aan. De dames De Stahl keerden naar huis terug, na ons eerst te hebben doen beloven haar binnen eenige dagen een tegenbezoek te brengen. De beide amazonen reden op haar vlugge, kleine paarden het park uit. Ik was weer alleen met myn grootmoeder. Onze bezoeksters waren reeds lang achter den heuvel verdwenen, toen ik nog steeds op dezolfdo plek stond, peinzend, starend naar den horizon. „Welnu, Roger?" zeide grootmoeder. Ik had een gevoel, alBof ik uit een droom ontwaakte. „Wat is er, grootmoeder?" vroeg ik. „Och, niets," antwoordde ze glimlachend; „maar eigeniyk heb ik toch wel oen dankje verdiend." „Zeker, grootmoeder," antwoordde ik nog steeds half droomend. „Ze is heel mooiheel mooimaar Verwonderd zag zy my aan. „Maar? Wat beteekent dat „maar", Roger?" „Niets," antwoordde ik verlogen, „maar vindt u haar niet byna al te mooi En zou ze een goed hart hebben?" „Waarom zou zy het niet?" vroeg de oude dame. „Waar zou zy slecht geworden zyn?" „Ja, daarin hebt u geiyk," antwoordde ik, „maar „Nogal een „maar"?" „Vindt u haar niet trotsch? Een beetje ruw hoe zal ik het zeggenZe stiet Vlek van zich af." „Hy is een slecht gedresseerde hond," zeide grootmoeder. Ik wist niet meer wat ik aanvoeren zou en zeide: „Ik geloof, dat haar linkerhand zeer goed weet, wat haar rechterhand heeft gegeven." „Omdat zy met beide handen te gelyk geeft," antwoordde myn onverstoorbare grootmoeder. „Maar laat my u dit nog zeggen, Roger: ik heb wel een vrouw voor u uitgezocht, maar verder ga ik niet. De rest laat ik aan u over. poe wat ge wilt, zoek haar op, luister naar haar, beoordeel haar, trouw met haar of trouw niet met haar.... ik bekommer my om niets meer." IV. Van dien dag af werden viytig bezoeken gebracht en ontvangen. Ik werd van dag tot dag meer verliefd en het scheen my toe, dat ook myn aanstaande lang niet ongevoelig was voor myn oplettendheden. Zy noemde my nu Roger en nooit had my'n naam my zou welluidend in de ooren geklonken. Toch verliet my de dwaze vrees, welke zich, reeds by onze eerste ontmoeting van my had meester gemaakt, niet. Hoe meer ik er tegen streed, des te grooter werd zy. Ik begreep my zelf niet meer. Ik wilde en ik wilde niet. Soms zeide een stem in my„Neem haar I" Maar tege- ïykertyd klonk dan: Woes op uw hoedei" Het' was een soort van instinct, geloof ik, dat my weerhield een besluit to nemen. Waarom zou ik de ooren sluiten? Welke waarborg voor oen toekomstig geluk was voorhanden? Ik toonde slechts myn beste zyde, datzelfde deed zy Wat zou or later te voorschyn komen? Ik verborg voor haar myn zwakheid, de over dreven toegeeflykheid in myn karakter, myn lichtgeraaktheidZou ook zy niet een fout to verbergen hobben? Dergoiyke gedachten vervolgden my onop- houdelyk, zoodra ik my niet in tegenwoordig heid myner bekooriyke Suzanne bevond. Ik dwaalde in het bosch om rustig to kunnen denken, maar ik was niet in staat een besluit te nemen. Verbeeld u, ik bloos als ik er aan donk ik plukte do blaadjes der mei zoentjes en vroeg: „Een beetje? Veel? In het geheel niet?" {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1