De oorlog tusscheu Eugoland en Transvaal.
Eindelek komen natuurlyk niet van lord
Kitchener bijzonderheden omtrent hot
nemen van de Britschen post by Modder
fontein, waarin de sterkte van den post wordt
aangegeven.
Be post was bezet door 220 man en werd
aangevallen door naar schatting 1800 Boeren.
l)e nacht was stikdonker en de aanval ge
schiedde onder stortregens. Het aanrukken
der Boeren werd niet bemerkt voordat feite
lijk het pleit reeds beslist was. Het verraste
garnizoen verdedigde zich evenwel krachtig.
Be Boeren deden een reeks „wanhopige aan
vallen en wonnen alleen door hun overwel
digend aantal zooals steeds.
In het korte gevecht verloren de Engel-
schen 'dl officieren en manschappen aan doo-
don en gewonden. Ook de Boereu leden zware
verliezen. Be 180 ongedeerde Engolschen
werden gevangengenomen en, na van hun
wapens te zyn berooid, vrijgelaten.
Omtrent den beweerden aanval der Boeren
op Loren$o-Marquez werd Dinsdagavond door
de „Excnange Telegram Company" de
volgende officieus-schynende mededeeling ge
publiceerd:
„Onbevestigde berichten van een mogelijken
aanval der Boeren op Loren$o-Marquez zijn
tot de Regeering gekomen, maar in de laatste
48 uren is omtrent deze zaak niets bekend
geworden. Eon Maandag uit Loren^o-Marquez
ontvangen telegram doet echter zien dat het
vervoer op den spoorwog niet is gestoord".
Thans is dit wel het geval, gelijk blijkt
uit een achterstaand telegram.
Be plek, waar, volgens dat telegram, de
Boeren den 6poorweg tusscheu Komaüpoort
en Lorenjo-Marquez opgobroken hebben hun
eerste opunlyk vijandige daad op Poriugeesch
gebied, nadat Portugal reeds herhaaldelijk
rechtstreeks en zijdelings de onzijdigheid ge
schonden had ligt in den omtrek van het
station Muambo, dichter bij de grens der
"Republiek dan by de baai en omtrent 40 K.M.
bij de grens.
Men weet dat Kruitzinger's commando na
by Willowmore teruggedreven te zijn zich
ik tweeën splitste. Een deel trok naar Union-
eale, het tweede naar Oudtsboorn over Buf-
lelskhp en Vlakteplaats.
Be voorhoede, 300 man sterk volgde de
Kruisrivier, ruimschoots plunderende langs
den wog en trok door Meiringspoort en over
den Zwartberg op Oudtshooru aan.
Bank zy de kranige bonding van de vry-
wiihger8 en de stadswacht werde n zy terugge
dreven en verdwenen zy in het rotsachtige
Kommatie-gebergte. Be Britsche troepeD
„sloten hen daar op", door den Montagu-pas
en de dalen naar Oudtsboorn te bezetten.
Toen het den Boeren echter moeiLyk werd
gemaakt verdoelden ze zich in kleine troepjes
en trokken weg over Tover Waterpoort langs
veepaden, die hun gewezen werden door met
de plaatselyKe geatoldhoid bekende personen.
Be ontkomen Boeren vielen het telegraaf
kantoor te Klaarstroom aan en beschadigden
de instrumenten.
Er wordt te Oudtsboorn verteld dat Zater
dag in de buurt is gevochten en dat een aan
tal Boeren thans in het Congo-dal zyn nadat
ze waren algetrokken over eon voetpad over
uen öpitzkop.
Naar aanleiding van de opening van het
Engolscho parlement in de volgende weck
wyst de „Westminster Gazette" op den totaal
oooevredigenden stand van zaken In Zuid-
Alrika, die zich opnieuw laat omschrijven met
Morloy's ci mek by het einde van verleden jaar:
„Illusie en ontgoocheling".
Het blad zegt getroffen te zyn door een
Artikel van den heer H. W. Wilson in het
jongste nummer van de „National Review,"
waarin deze de noodzakelijkheid betoogt tot
eiken prys een stelselmatige versterking van
het leger in Zuid-Afnka door te voeren. Beze
versterking moet echter mot gezocht worden
in een periodieke oproeping van vrywiJligers
geiyk tot dasver. Er moeten elke maand
sterke detachementen geregelde troepen wor
den gerecruteerd en aigezonden ter aflossing
van de strydmacht te velde.
Be heer Wilson berekent de voor den aan
vallenden kryg beschikbare troepen op niet
veel meer dan 20,000 man. Het Jeger ginds
toch, zegt hy, heeft het hoogste cyfer bereikt
toen or 267,000 man waren. Hier gaan onge
veer 60,000 of aan overledenen, gewonden,
zieken en teruggekeerden. Van de overbiy-
venden zyn minstens 100,000 man brood-
noodig ter bescherming der ontzettend lange
verbindingslijnen, dan gaan er een 60,000 of
voor garnizoenen, technische diensten, inten
dance, enz. Blyft 40,000 Van deze 40,000
meent de heer Wilson, dat 20,000 afvallen
door de in de hospitalen beurtelings wegens
min of meer ernstige, doch voorbygaande
ziekten verpleegden en voor het olflcieele opti
misme, zoodat er ten slotte 20,000 man op
elk gowenscht oogenblik beschikbaar zyn om
tegen de 16- a 25,000 Boeren te vechten, die
aau het klimaat gewoon zyn en geen verbin
dingslijnen te bewaken, noch een groot leger
te voeden hebben.
Bovendien gaat het niet aan ten eeuwigen
dage de vrijwilligers en reservisten in het
veld te houden, die zich hebben aangeboden
om in een oogenbhkkelyken nood aan troepen
te voorzien, maar die hun vasthouding na de
annexatie als een groote grief beschouwen.
Be „W. G." sluit zich by de berekening
van den heer Wilson aan en zegt, dat onder
zulke omstandigheden de volharding der Boeren
geen vorwondering behoeft te baren. Zy weten
evengoed als bijna alle militaire deskundigen
in Europa, dat de Engelsche macht in Zuid-
Afrika totaal onvoldoende is om „onvoor-
waariyke overgave" af te kunnen dwingen.
Hot blad wil daarom, dat men den Boeren
een tot verpletteren bekwame vuist zal toonen,
indien de geiyktydig uitgestoken hand der
verzoening door de Boeren wordt afgewezen.
Eik van deze twee alleen zal falen. En die
verzoeningsgezinde politiek moet een andere
zijn dan het „pedantic" plan van Bowning-
siraat. Het moet uitgaan van het denkbeeld,
dat men zich maakt van den „Supreme Lord".
Zoowel de rampen voor Engeland zelf als
billyk iieid tegenover het beklagenswaardig
leger in Zuid-Afrika eischen zulks.
Er zyn woer een aantal bevelen voor over
haaste inscheping van troepen naar Zuid-
Afrika van uit London gegeven. Gisteren
moesten 72 man artillerie uit Bover vertrekken.
De school voor de genie te Chatham moot
zoo spoedig mogeiyk 300 man leveren. Verder
moeten onmiddellijk 116 man van het 3de
bataljon Royal Welsh Fusiliers op weg gaan
om andere „vrijwilligers" af te lossen.
De „Petit Bleu" wijst op bet opmerkelijke
verschijnsel, dat de koning van Portugal nog
te Londen is biyven vertoeven toen de andere
vorsten huiswaarts keerden. Het blad ziet
verband tusschen deze omstandigheid en de
hulpkreten der Portugeezen aan Engeland om
bijstand tegen de in het district Lorengo-
Marquez gevallen Boeren. Inmiddels wordt
dio hulp verleend en nu zal de geschiedenis
nog een ander merkwaardig feit uit den Zuid-
afrikaanschen oorlog hebben te boek te stellen.
Want niet alleen heeft Engoland met zoowat
860,000 man niet alleen geon 30- a 35,000
Boeren kunnen onderworpen, maar nu moet
èn in de Kaapkolonie èn aan de Belagoabaai
de Engelsche marine ook nog tegen het
handjevol republikeinen in het vuur gebracht
worden i
Be ofllciëele maandeiyksche opgave van
de Britsche verliezen geeft een totaal van
64,724 2353 officieren en 62,371 man. In
het gevecht gesneuveld zijn 334 officieren
en 3346 man, aan hun wonden gestorven 103
officieren en 1081 man, aan ziekte gestorven
188 officieren en 7605 man.
Tevens vermeldt do iyst dat in de afgeloopen
maand zyn gesneuveld 10 officieren en 130
manschappen. Vermist worden 10 officieren
en 342 manschappen. De totale verliezen in
Januari met inbegrip der gewonden bedragen
60 officieren en 935 manschappen. Be ge
zamenlijke verliezea sedert hot begin van den
oorlog bedragen 635 officiereu en 12,354 man
schappen gesneuveld of anderszins overleden;
1703 officieren en 39,095 manschappen zya
als invaliden naar huis gezonden.
Nog steeds worden vermist 115 officieren
en 922 man.
Be officieele jongste verlieaeniyst vermeldt
verder verschillende talryke gevechten over
hot geheeie oorlogsveld, waarby het verhes
aan Engelsche zyde heeft bedragen 13 dooden,
77 gewonden en 9 gevangenen, waaronder 1
officier. In het hospitaal overleden 82 man.
Het ao olute verlies voor het Britsche ieger
bedraagt 654 officieren en 15,276 man, te
zamen dus 15,9z9 tegen 14,880 aan het
eind van December, zoodat de maand Januari
alleen het Britsche Jeger li00 man heeft
gekost, die voor altijd weg zyn. Onder deze
1100 zyn niet begrepen de gewonden die
met geheel ongeschikt voor den dienst zyn,
gevangenen dia de Boeren misschien gehouaen
en de talJooze zieken in de hospitalen in
Zuid-AIrika.
Huwelijk, der lioniuglii.
Gunstige voorteekenen 1
Evenals op den aanieekendag, ontbreekt
ook hedon het Oianjezonnetje niet.
Nederland viert woer feest J In stad en
dorp vei vult vreugde en blydschap de harten
van allen, dio meeleven met het geluk der
geholde jeugdige Koningin, meevoelen wat
Zy thans gevoelt op dezen voor Haar zoo
plechtig-blydeu dag, waarop Zu zich vereemgt
met den Voisi Harer keuzei Nederland juicht,
maar bovenal do Residentie, m feesttooi ge
huld, het middelpunt dor feesteiykhedon,
waarheen van hemde en ver reeds dagen te
vuren het feestvierend volk te zamen is
gestroomd ter gelegenheid der huweiyka-
piechtighoid op dozen schoonen dag.
Al vroeg in den ochtend een menschen-
massa by liet Paleis, welks voorplein rechts
en links, tegen de arcaden, was bezet door
de eerewacht van 1ÜU grenadiers met vaandel
en stafmuziek. Yan daaruit ontplooide zich
tot aan de Groote Kerk de dubbele ry van
troepen, uit het garnizoen der Residentie en
uit andere garnizoenen en de Koloniale Reserve
te Nymegen samengesteld.
By de Groote Kerk stond de eerewacht der
d.d. schuttory met vaandel en stafmuziek. Aan
weerazyden van den trouw weg, versierd door
zullen met groen en witte bloemen, volgens
het ontwerp van de architecten Jurriaan Kok
en Joh. Mutters Jr., stonden de toeschouwers
in tiendubbele ryeu. Overvol waren de tribunes
en getimmerten, dicht bezet de ramen en zelfs
vele daken langs den weg.
Het burgeriyk huwelyk ten Paloizegeschiedde
overeenkomstig de vastgestelde regeling.
Uit Hare vertrekken aan de zyde der
Koningin-Moeder naar do roode anti-chambre
geleid, begaf zich de Koninkiyke Bruid aan
de zyde van Haar Bruidegom en gevolgd
door de hooge familieleden naar de Witte
Zaal. Hier vertoelde de Minister van Justitie;
mr. Cort Van der Linden, als ambtenaar van
den Burgorffiken Stand, die in deze funtie
werd bygesUan door den gemoente-secretaris,
den heer E. Evers.
Mede staan daar geschaard de hoeren, die
de hooge eer zullen genieten getuigen te zyn
by het opmaken der akte, nl. mr. A. Yan
Naainen van Eemnes, voorzitter van de Eerste
Kamer, mr. J. G. Gleichman, voorzitter van
de Tweede Kamer, luitenant-generaal jbr. G.
AL Yerspyck, adjudant generaal van H. AL de
Koningin, K. J. G. baron Yan Harden broek
van 's Heeraartsberg en Bergambacht, opper
kamerheer van H. AL de Koningin, Juit.-gen.
graaf C. H. F. Bu Moncoau, adj.-generaal,
chef van het Militaire Huis van H. M. de
Koningin, jhr. mr. J. W. M. Schorer, vice-
president van den Raad van State.
Voorts is aanwezig de heer dr. Langfeld,
Landes Gerichtsprfisident.
Toen het Bruidspaar had plaats genomen
sprak de Minister van Justitie het volgende:
Alvorens over te gaan tot de voltrekking
van het huwelyk, waartoe ik, Minister van
Justitie als ambtenaar van den burgerlyken
stand, krachtens de wet on volgens het ver*
langen van het Vorsteiyk Bruidspaar geroepen
ben, wend ik my tot Uwe KomnklykeHoog
heid Groothertogin Marie van Mecklenburg-
Schwerin, als moeder van den hoogen brui
degom, met de eerbiedige vraag of Uwe
Komnklyke Hoogheid bereid is Hire toe
stemming te geven tot deae echtverbintenis.
„Evenzoo wend ik my tot Uwe Majesteit
Koningin-Weduwe der Nederlanden, als moeder
van de koninkiyke bruid, met geiyke vraag
of Uwe Majesteit bereid is ook Hare toe
stemming te geven tot deae echtverbintenis
Toen die toestemming bleek, ging de
minister aldus voort:
Nu dan uit de verkregen toestemming en
uit de overgelegde bescheiden gebleken is,
dat niets meer in den weg staat aan de ver
vulling van Uwen wensch, hooge bruidegom
en bruid, is het oogenblik gekomen, waarop
ik van U een woord vrsa/, dat niet alleen
voor U zeiven, maar ook voor ons geliefd
vaderland van zoo ouschatbaar gewicht is.
„Ik noodig U eerbiedig hit van uwe zetels
op te staan en elkander de rechterhand te
geven en vraag U Heinrich Wladimir Albrecht
Ernst Hertog van Mecklenburg, en U Wil-
helmina Helena Pauline Maria by de Gratie
Gods Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, of gy verklaart, dat gö elkan
der aanneemt tot echtgenooten en dat gy
getrouwelyk alle do plichten zult vervullen,
welke door de wet aan den huweiyken staat
verbonden zyn.
„"Wat is daarop Uw antwoord?"
Toen beider plechtig „ja" was uitgespro
ken, vervolgde de Minister:
„Zoo dan verklaar ik, Minister van Justitie,
ambtenaar van den burgerlyken stand, in
naam der wet U door het huwelyk ver
bonden".
Nadat de hooge Echtgenooten hun zetels
weder hadden ingenomen, werd de volgende
huwelyksakte voorgelezen en onderteekend.
Heden den zevenden Februari negentien
honderd en één heb ik, Meester Pieter Wil
helm Adrianu8 Cort van der Linden, Minister
van Justitie, by artikel twee der wet van
veertien Januari negentienhonderd-en-één
(Staatsblad nummer vyf-en-dertig) aangewozen
om als ambtenaar van den Burgerlyken Stand
op te treden by de voltrekking van het na te
noemen huwelyk, my, na daartoe bekomen
opdracht bevonden in het Koninkiyk Paleis te
Gravenhage in het Noordeinde, alwaar voor
my compareerden Zyne Hoogheid Heinrich
Wladimir Albrecht Ernst Hertog van Mecklen
burg, Yorst van Wenden, Schwerin en Ratze-
burg, Graaf van Schwerin, Heer van do landen
Rostock en Stargard enzooveorts enzoo-'
voorts, oud vier en twintig jaren, geboren
te Schwerin, wonende te's-Gravenhage, meer
derjarige zoon van wyien Zyne Koninkiyke
Hoogheid Friedrich Franz II, Groot Hertog van
Mecklenburg, Yorst van Wenden, Schwenn en
Ratzenburg, Graaf van Schwerin, Heer van de
landen Rostock en Stargard enzoovoorts enzoo-
voorts en van Hare Koninkiyke Hoogheid
Hoogstdeszelfs Gemalin Marie, Caroline, Auguste
Prinses van Schwarzburg, wonende te Schwerin.
En Hare Majesteit Wilhelmina HoJeDa, Pau
line Maria by de Gratie Gods Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau en
zoovoorts, enzoovoorts, enzoovoorts, oud twin
tig jaren, geboren en wonende to 's-Graven
hage, meerderjarige dochter van wyien Zyne
Majesteit Wiiiem Alexander Paul Frederik
Lodewyk, by de gratie Gods Koniog der
Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, Groot
Hertog van Luxemburg enzoovoorts, enzoo
voorts enzoovoorts en van Hare Majesteit
Hoogstdeszelfs Gemalin Adeiheid, Emma,
Wilhelmina, Theresia, Prinses van Waldeck
en I'yrmont, die my verzocht hebben over
te gaan tot de voltrokking van Hoogetder-
zelver huwelyk, waarvan de afkondigingen
zonder verhindering alhior hobben plaats
gehad op don zeven en twintigsten Januari
en den derden Febiuari van dit jaar.
De Hooge Comparanten hebbon overgelegd
Hoogstderzelver geboorteakten, de overlijdens
akten van Hoogstderzelver vaders voormeld
en het certificaat afgegeven door den Commis
saris der Koningin in de provincie Zuid-Holland,
waaruit blykt dat Zyne Hoogheid de eerste
comparant geen plichten ten aanzien van de
nationale miJitie te volbrengen heeft gehad.
Boor Hare Koninkiyke Hoogheid voornoemd,
moeder van Zyne Hoogheid de Hertog brui
degom en door Hare Majesteit mede voornoemd,
moeder van Hare Majesteit de Koningin bruid,
hierby tegenwoordig, is verklaard dat Zy
Hoogstderzelver toestemming geven tot het
aangaan van dit huwelyk.
Be Hooge Comparanten bruidegom en bruid
my te kennen gegeven hebbende elkander
aan te nemen tot echtgenooten en getrouwelyk
te zullen vervullen alle plichten by de wet
aan echtgenooten opgelegd, verklaar ik in
naam der wet, dat zy door het huwelyk zyn
verbonden.
Al hetwelk heeft plaats gehad in tegen
woordigheid van Zyne Hoogheid Paul Friedrich
Wilhelm Heinrich Hertog van Mecklenburg,
oud acht en veertig jaren, wonende te
Munchen, halfbroeder van Zyn Hoogheid den
Hertog bruidegom; Zyn Doorluchtige Hoog
heid Friedrich Adolph Hermann regeerend
vorst van Waldeck en Pyrmont, graaf van
Rappoltstein, heer van Hohenack en Gerold-
Bock in de Yogesen, enz., oud zes en
dertig jaren, wonende te Arolsen, oom
V3n Hare Majesteit de Koningin bruid;
alsmede van Meester Albertus van Naamen
van Eemnes, voorzitter van de Eerste Kamer
der SLaten-Generaal, oud twee en zeventig
jaren, wonende te 'e Gravenhage; Meester
Johan George Gleichman, minister van staat,
voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-
Genoraal, oud zes en zestig jaren, wonende
te 's-GravenUage, jonkheer Gustave Marie
Verspyck, gepensionneerd luitenant-gene
raal titulair van het Oost-Indisch leger,
adjudant-generaal van Haro Majesteit de
Koningin, kanselier der Nederlandsehe Orden,
oud acht en zoventig jaren, wonende te 's-Gra-
venhage; Karei Jan Gysbert Baron Yan Har-
denbroek van 's-Heeraartsberg en Bergambacht,
opperkamerheer en adjudant in buitengowonen
dienst van Hare Majesteit da Koningin, oud
zeventig jaren, wonende te 's-Gravenhage;
Charles Henri Felix Graaf Du Monceau, ge
pensionneerd luitenant generaal, adjudant-
generaal, chof van het Militaire Huis van
Hare Majesteit de Koningin, oud drie en zeventig
jaren, wonende te 's-Gravonhage; en jonkheer
Meester Johan Willem Meinard Schorer, vice-
president van den Raad van State, oud zes-en-
zestig jaren, wonende te 's-Gravenhago, als
getuigen.
Ik heb hiervan deze akte opgemaakt en na
voorlezing onderteekend met de Hooge Compa-
r an ton, do ia deze akte genoemde Yorstelyke
bloedverwanten en de getuigen (volgen de
onderteekeningen).
1. De Hertog.
2. Be Koningin.
8. Moedor van den Hertog.
4. Moeder van do Koningin.
6. De twee Yorstelyke bloedverwanten.
6. Be zes getuigen.
7. Be Minister van Justitie, ambtenaar van
den burgerlyken stand.
Nadat de huwelyksakte onderteekend was,
wendde de Minister van Justitie zich tot de
Hooge Echtgenooten en sprak als volgt:
„Hooge Echtgenooten 1"
„Yan ganscher harte wensch ik U geluk
met de voltrekking van Uw huwelyk, U in
de eerste plaats, Yorstelyke Echtgenoot I
„Uit liefde voor Uwe Koninkiyke Bruid
hebt Gy Uw dierbaar Mecklenburg, sedert
eeuwen aan Uw Geslacht verknocht, verlaten.
Gy hebt thans de plechtige geloften afgelegd,
Haar hou en trou te zyn; de dankbaarheid
en öanbankeiykheid van Haar Yolk is U
gewaarborgd.
„U ook, Majesteit, U bovenal geldt myn
wensch. Yan Uw wiegje af heelt het Neder
landsehe Volk U, Zyn lieve Koningskind, zien
opgroeien onder de hoede van Uwe geëer
biedigde en beminde moeder.
„Biyde heeft het U, zyn Koningin, gehul
digd, toen Gy bevestigd hebt het aloud ver
bond van Nederland en Oranje, veilig in
wederzydsche trouw.
En thans viert het met U het hooggetyde
van Uw leven, met de bede in het hart, dat
U en Uw Gemaal alles beschoren moge zyn
wat een menschenpaar gelukkig kan maken.
„Hooge Echtgenooten,
„Het geluk, dat Gy, tot lief en leed vereend,
elkander bereidt, straalt ver buiten Uwe echte-
ïyke woning. God geve, dat Uw echt ten
zegen zy voor U zeiven, tot vreugde van Uwe
hooge verwanten en tot heil van het dierbaar
Vaderland 1"
Hierop volgde de tocht naar de kerk.
O, wat was dat treffend schoon, die rit
van het paleis tempel waartsl Maar vóór dien
tyd eerst, dat heen- en weer gedwarrel, die
schittering van de uniformen, dat vrooiyk
gedoe van al die menschen, die duizonden,
die daar al stonden van heel vroeg af in don
morgen.
En hoe ordelyk, hoe voorbeeldeloos ordeiyk,
wat Koninkiyk vry, die breede weg!
't "Was geen opeengestapelde massa, die
opdrong, noon, maar dat kón, dat mocht
ook niet.
Aan ryen ia dikke ryen stonden ze rond
op de stoepen, in do straten by het paleis,
een boute zoom, zooals overal langs de straten
tot de Keik.
Eerst liet a amy den van de statiery tuigen
oven vóór twaalf, de opstelling, hoe mooi,
hoe sprookjesachL'g, die uuiformen en toiletten.
En toen stapten ze 6indelyk in, het Hooge
Paar en de Koninkiyke Moeder, en toen ging
het door de ryen: hó, o, dio gouden koets,
wat schittering 1
Statig ging hy in beweging, In de aange
geven volgorde, en toen stogen ze op, allerlei
goestdriftuitingon, de hoozee's en leve's. Maar
't verstomde ook enkele oogenblikken, in de
straten, want er kwamen zakdoeken, moeilyk
gehaaid uit de beknelde zakken.
Ze huilden óók, de vrouwen van Neder
land, want deed Zy 'c ook Diet, de „Eerste
Vrouw van Nederland"? Ging ook Haar zyd6n
doekje niet telkens naar de oogen?
En nam Prins Hendrik der Nederlanden ook
niet oven de hand aan den steek, waarmede
hy voortdurend bedankt had aan de menigte,
aan „Zyn Volk" voor die spontane, indruk
wekkende hulde, om er mede te wuiven?
Aan het hoofd van den stoet, welke ln
uiieriyk het meest overeenkwam met den trein,
waarmede H. M. zich gewooniyk by de opening
der Kamerzitting doet vergezellen, ging een
commando cavalerie als eere-escorte, vervol
gens de hoffourier in zyn rood-scharlaken rok,
gevolgd door 2 ryknechts te paard, dan het
met 2 paarden bespannen galarytuig van den
Opper Ceremoniemeester baron Yan Pallandt
Neerynen.
Daarna 8 galarytuigen, elk bespannen met
6 paarden, in ieder van welke de hooge Yorste
lyke gasten gezeten waren.
Zy zaten in de onderstaande volgorde: In
de lste koets Prinses Louise van Wied,
Vorstin Hendrik van Schonberg-Waldenburg,
Vorst Ulrich van Schonberg-Waldenburg, Vorst
Herman van Schonberg-Waldenburg; 2de koets
Hertogin Sophie Charlotte van Oldenburg,
Grootvorstin Helène van Rusland, Vorst Hen
drik van Schonberg-Waldenburg, de Erfprins
van Wied; 3de rytulg Vorstin Hendrik XVIII
van Reusa, de Erfgraaf van Erbach-Schönberg,
de Prins van Wied; 4de koeta Vorstin Thekla
van Schwarzburg-Rudolstaat, de Erfprinses
van Wied, Vorst Hendrik XVIII van Reues,
de vorst van Bentheim en Steinfurt; 6de koets
de Vorstin van Bentheim en Steinfurt, de
Regeer ende Vorst vanSchwarzburg-Rudolstadt,
Hertog Paul Frederik van Mecklenburg (zoon),
Hertog Adolf Frederik van Mecklenburg; 6de
koets de Regeerende Vorstin van Schwarzburg-
Rudolstadt, de Hertogin Paul Frederik van
Mecklenburg; Hertog Paul Frederik van Meck
lenburg, de Regeerende Vorst van Waldeck
en Pyrmont; 7de koets de Vorstin Adolf van
Schwarzburg Rudolstadt, de Regeerende Vorstin
van Waldeck-Pyrmont, Prins Albert van
Pruisen, Grootvorst Boris van Rusland; 8ste
koets Groothertogin Maria van Mecklenburg
Schwerin, de Groothertog van Mecklenburg-
Schwenn, de Grootvorst Wladimir van Rusland.
Het geleek, voor zoover men in de rytuigen
kon zien, een caleidoscoop van borsten, glin
sterend van goud, witte pluimen, vederbossen,
nickelhaubeu, schako's en veelkleurige zyden
toiletten.
Nadat het laatste dezer staatsierytuigen is
voorbygetrokken, toekende zich de gouden
koets af, bespannen met acht paarden, aan
de teugels geleid door koetsiers. Aan weors-
zyden van het staat siery tuig gingen vier ge
galonneerde lakeien. Aan menigeen ontlokte
de pracht van al het verguldsel, de geschil
derde wapens, het sny- en glaswerk en nog
meer byzonderheden van dit schitterend ge
schenk der Amsterdammers een kreet van
bewondering. Maar die uitingen gaan weldra
op in het ontzagiyk gejubel, opgolvend uit
de menschenzee by het zien van het Hooge'
Echtpaar, vergezeld van H. M. de Koningin-;
Moeder, die togenovor Haar kinderen gezeten
is. En die juichkreet, by het voortryden weer
overgenomen door niouwe duizenden, klinkt
steeds even innig, even verpletterend-krachtig
voort langs den feestweg tot aan de kerk.
Geen wanklank heeft den rit verstoord.
Hot publiek heeft meegeleefd, eenige oogen-,
blikken van heeriyke vreugde; het heeft by;
duizenden en duizonden langs den weg ge
schaard, den gang van de kerk vanaf het'
Paleis, voor Koningin Wilhelmina, Prins Hen-'
drik en voor de Koningin-Moeder, maar ook
bovenal voor zichzelf onvergetelijk gemaakt.
Op ongeveer het daarvoor bestemde tydstip!
was de stoet aan de Kerk.
Aan de deur der kerk stonden Harer
Majesteits opper-ceremoniemeester, ceremonie
meester en de twee kamerheer-ceremonie-,
meesters.
Echtpaar en vorsteiyke genoodigden be
traden de kerk door den ingang aan de
Riviervischmarkt, waarboven een decoratieve
marquise was aangebracht. Van het rijtuig
werd het Echtpaar geleid naar de ontvang
kamer door de commissie van kerkvoogden.
Be commissie uit den kerkeraad was samen
gesteld uit het moderamen. De Vorsteiyke
Personen kwamen de kerk binnen in een
ruimte tusschen de afsluiting van het koor
en het achterschot der bank betimmering,
alwaar in het middengedeelte tegenover het
koor de ontvangkamer wae ingericht, van
boven open en voreteiyk gedrapeerd. In een
der wanden van die ontvangealon was een
opening, waardoor de stoet de afgesloten
ruimte in het midden der kerk binnentrad,
zoodat van alle zyden de pleohtstatige intrede
te zien was: een heeriyke aanblik de Koningin
in het witte trouwkleed aan den arm van
Haar Gemaal. Be trouwjapon was van wife)
zilverlaken geborduurd met silver en paarlon,
met een voorstuk van witte tule met slingers
van oranjebloesem. H. M. droeg op de corsage
briljanten en een diadeem met krans van
oranjebloesem en een tulen sluier.
By het binnentreden ruischte van hst orgel
Ilii-i'lel's „Banctum", uitgevoerd door dei*
o. i-t den heer Koopman.
i .u i du Hooge Echtelieden hadden plaats
gen ;i voor den preekstoel, zong het ge-
meng-: Koor onder leiding van Arnold Spoel,
een compositie van Engon Hildacli.
Be hul"kapel aan Br. Van der Flier stond'
tusschen iwuo ouderlingen voor den kansel.
In het midden van het tapyc, dat H. IC;
door de Nedoilaiidsche jonkvrouwen was aan*
geboden, stond de knielbank, waarby de j
zegen wordt uitgesproken, terwyi op een I
tafeltje, onder liet bereik van don predikant, I
de bybel en de trouwringen Jagen.
Ter weerszydon van de Echtgenooten waren f
de vorstelyke genoodigden gezeten, recht»
o. a. de jonge Groothertog-Troonopvolger van 1
Mecklenburg-Schweriu en de Koningin-Moeder,
links de moeder van den Bruidegom en Groot-1
vorst Wladimir en achler hen de overige'
vorston en vorstinnen. Het gevolg van de
vorttelyke personen bestond uit 65 leden. Het j
getal genoodigden bedroeg 1632.
Be versiering van het kerkgebouw, opge*
dragen aan dun intendant der kon. paleizen
jhr. Hoeuift van Volzen, was vry eenvoudig.
Groen en palmen vormden de hoofddecoratie
op verschillende punten der kerk. Het basement
van den preekstoel was omgeven door een
groep van planten en witto bloemen. Schuin
togonoyer de zetels van Koningin en Hertog,
vorrees een groote bloemruiker uit een glazen
kelk. Be boogvulling tusschen koor en
schip was gedecoreerd met een rand, waarop
in Gotkiokö letters de by behekst: „Myn oog J
zal op u zyn". Boven de hof bank was een
bed vau groen aangebracht.
Onder plechtige stilte hield dr. Van der Flier,
na gebed en het zingen door de gemeente;
van Gezang 2241, een toospraak naar aan-1
leiding van de woorden uit Psalm 4 7b: i
Verhef Gy over ons het lieht Uws aanschyns,
o Heerl"
Spreker begon met te zeggen, dat een feesture
was aangebroken, waarin heel het volk deelt
en die het jubellied „dankt, dankt nu allen
God" uit tal van harten deed opstygen. Daarna
ontwikkelde hy, hoe de bede in het Psalm
woord de voorwaarde bevat van duurzaam
huweiyksgeluk. Immers dit geluk bestaat niet
in uitwendige dingen, maar in de stemming
des harten en geen betere stemming dan
waar de behoefte aan Gods leiding en Gods
liefde in ons woont. Die behoefte spreekt zich
uit in zonnige dagen, maar niet minder op
andere tyden. Be bede om licht onderstelt
duisternis en er komen ook aan den huweiyks-
hemel donkere wolkjes.
Het huweffik begint reeds met offers te
vragen. Ook hier moeten zy gebracht worden
door den Hoogen Bruidegom, die land en volk
verlaat, door de Hooge Bruid, die van nu aan
niet meer een geliefde Moeder aldoor aan Haar
zyde zal zien. En ook voor de toekomst blyft
de keerzyde van het levenniemand bespaard.
Daarom hebt Gy, Vorsteiyk Bruidspaar, dan
vooral het gebed van David niet te vergeten:
Verhef Gy over ons het licht Uwe aansehyns,
o Heerl
Niet minder is het U van noode, om den
plicht, dien U het huwelyk oplegt, naar eisch
te vervullen, het is de plicht der liefde en
dit zegt zooveel, want dit geldt Uw weder*
keerige verhouding. Die verhouding moet zyn 2
de man het hoofd, de vrouw bet hart. Bit
geldt al verder het dragen van elkanders
lasten; in het huwelyk komen toch twee
zondige menschen byeen, van welke ieder
zyn eigen gebreken heeft.
Dit goldt eindeiyk de eenheid, waartoe GiJ
geroepen zyt naar Gods bevel: die twee zullen
tot éen zyn.
Welnu, do liefde alleon ia hot, die zulk een
band legt en bewaart. Maar zal die band niet
verslappen, dan moet telkens de bede het
hart vervullen: Verhef Gy over ons het licht
Uw8 aanschyns, 0 Heerl"
Na voorlezing van hot huweiyksformulier,
het beantwoorden van de gebruikolyke vragen,
de wisseling der trouwringen, knielde het
Vorstolyk Paar en sprak üe voorganger ds
inzogennig uit, waarna do geheeie gemeente,
staande, de vier laatste regels van Gezang 98
aanhief.
Met een korte toespraak werd daarna aan
de Gehuwden een Bybel aangeboden, gevolgd
door woorden van gelukwensch ook tot do,