LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 2 FEBRUARI. - DERDE BLAD,
VERBODEN LIEFDE.
No. 12560
Anno 1001.
Offloleele Kennlsgeylngen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien art. 10 der Verordening van den 5den
April 1894 «Gemeenteblad No. 2);
Brengen tor algemeene kennis, dat door den
Baad dezer gonioente in zijn openbare vergadering
van den disten Januari jl., het navolgend besluit
is genomen
Do Kaad der gemeente Leiden verklaart, dat:
de perceelen Michielstraat 12, 16, 18 en 20;
Klooster 42,
bohagensteeg 16,
Lange Agnieteostraat 1 en
Djjkkenhof 6,
als schadelijk voor de openbare gezondheid, onge-
schikt zijn voor het bewonen, en dat do gebreken,
waardoor die ongeschiktheid wordt veroorzaakt,
niet vatbaar zijn voor verbetering.
Bepaalt, dat deze perceelen door de bewoners
moeton worden ontruimd binnen acht weken, te
rekenen van den dag, waarop afschrift van dit
Raadsbesluit blijkens proce3-vorbaal van den door
Burgemeester eu Wethouders daarmede te belasten
beambte, aan den eigenaar en aan den hoofd
bewoner van ieder perceel zal zijn medegedeeld
of aangeboden.
Gedaan te Leidon, ter opeubare Raadsvergade
ring van den bisten Januari 19U1.
Burgemeester en v» etbouders voornoemd,
F. WAS, burgemeester.
VAN HEYST, Secretarie.
Do Burgemeester der gemeente Leiden;
Ontvangen hebbende den staat No. 75, aan-
wijzende de uitkomsten der meting en schatting
van gebouwde en ongebouwde eigendommen, bo-
doeld bij de artt. 15 en 23 der wet Yan den 26sten
Mei 187U (Staatsblad No. 82) betrekkelijk de grond
belasting;
Brengt ter konnis van bolanghebbenden, dat die
opgave gedurende dertig dagen ter Socrotario
dezer gemeento is uedorgelegd.
Lbidün, De Burgemeester voornoemd,
1 Febr. 1901 F. WAS.
Leiileu, 2 Februari.
De lichting der nationale militie voor het
Jaar 1901 is vastgesteld op 11,000 man, waar
van 510 manschappen voor den dienst ter
zee zullen worden bestemd. Het aantal door
iedore provincie te leveren, is als volgt:
Noord-Brabant 1239, Gelderland 1289, Zuid-
Holland 2387, Noord-Holland 1970, Zeeland
495, Utrecht 517, Friesland 748, Overysel 695,
Groningen 693, Drente 316 en Limburg 651.
Door den minister van oorlog is ter ken
nis gebracht aan de commandeerende officieren
der korpsen, waarbij reservekader wordt op
geleid, dat, vermits de plechtigheid van de
beoediging van officieren kan worden geschaad
door te veelvuldige horhaling, de voordrachten
ter benoeming van vaandrig tot reserve-tweede
luitenant op den 25sten der laatste maand
van elk kwartaal, en die van kornets telken
jare op den 25ston December by het departe
ment van oorlog moeten inkomen.
De Tweede Kamer is tot hervatting der
werkzaamheden opgeroepen tegen Dinsdag
12 Februari, te 2 uren.
Te 's-Gravenhage is overleden de heer
S. J. Van Coevorden, gepens. majoor van het
Indisch legor.
Naar men mededeelt, zal Hr. Ms. pant-
flerdekschip „Gelderland", na een kort verblijf
te Batavia, naar Soerabaia stoomen, ten einde
aldaar ter reparatie in het dokte worden opge
nomen. -
Hazerswoude. Donderdagavond te 7 uren
was het kerkgebouw der Ned.-Herv. Gemeente
overvol. Ds. J. J. Yan Ingen beklom het eerst
het spreekgestoelte en riep de verzamelde
menigte een hartelijk welkom toe. Dat zoo-
velen gekomen waren, om uit den mond van
een der dappore strijders iets van de Ifidens
geschiedenis van Zuid-Alrika te vernemen,
verwonderde hem geenszins, maar verblijdde
hem zeer. In bezielende woorden besprak hy
de sympathie van het Nederlandsche volk
voor onzo Transvaalsche en Vrfistaatsche
broeders en het on bepaald vertrouwen op don
God der legerscharen, die ongetwijfeld strijdt
aan de zijde van hot recht, en welk vertrouwen
aan onzo stamverwanten kracht geeft, om te
strijden tot don laatsten man en aan ons, om
te volharden in het gebed voor het verdrukte
en vertrapte volk.
Toen de spreker de vergadering met gebed
had geopend, betrad de heer F. De Viliiers-
Smeer den kansel, We zullen ons opzettelijk
onthouden van een uitvoerig verslag te geven
van alles, wat deze spreker mededeeldemaar
meenen te kunnen volstaan met te vermelden,
dat de liefde en de hartelijkheid van ons volk
op hem een zeer diepen indruk hebben ge
maakt. Hij dacht, toen hy zyn vaderland moest I
jc? 'euiileton.
id
Eiken dag na de koffie ging Sabine alleen
wandelen, buiten de stad, waar een parkje
was, dat nu in volle lenteschoonheid bloeide.
Het was er heeriyk stil, de lucht vervuld
van geuren, de hemel hoogblauw.
Verlangen deed Sabine's hart beven, het
onnoembare, onbestemde, grenzenlooze ver
langen, dat niet weet, van waar het komt
©n wat het wil.
Met gesloten oogen gaf Sabine zich over
aan het smarteiyk-schoone gevoel, luisterde
naar de leeuweriken hoog ln de lucht en
voelde den zwevenden bloemengeur haar
wangen beroeren.
Daar naderden voetstappen, dof, gesmoord
in den weeken zandgrond, maar toch hoorbaar.
Zy sperdo de oogen op: wat zy dagenlang
gehoopt had, wat haar geheel vervulde, werd
nu daad: Achim von Körlegg kwam. En nu
het zoo ver was, schrikte zy, als van een
onvermoed toeval. Een gevoel van schaamte
dreef haar het bloed ln het gezicht. Zy dacht
bevend: als hy eens raadde, dat ik eigeniyk
©en ontmoeting heb gehoopt en gezocht I
Hy had de vrouw herkend; ook hy bloosde
sterk.
Dat hy met een beleefden groet voorby
kon gaan, scheen haar ondenkbaar; ook hy
dacht daaraan niet.
Groetend naderde hy haar:
„Mag ik vragen, mevrouw, hoe het met u
©n uw kinderen gaat?"
Zyn stem klonk wat heesch, onzeker.
verlaten, onder vreemden te zullen aanlanden;
maar met meer dan broederiyke toegenegen
heid waren hy en zyn lotgenooten ln ons land
overladen. Vooral de wyze, waarop de gryze
president van Transvaal in ons midden was
bejegend, kon hy niet genoeg roemen en
waardeeren.
Nadat hy de oorzaken van den oorlog en
belangryke episoden uit den bangen woretel-
stryd had besproken, eindigde de spreker zyn
rede, die van het begin tot het eind met
aandacht werd gevolgd, met er op te wyzen,
dat Engeland wellicht door zyn groote over
macht zou kunnen overwinnen, doch dat het
eenmaal, wanneer vreemde soldaten in de
straten van Londen schrik en dood zullen
verspreiden, zich de martelingen en den jam
mer zal herinneren, die het 1q deze dagen
gebracht heeft over het arme volk van Zuid-
Afrikadat dan de mantel van eigengerechtig
heid en huichelary van zyn schouders zal
worden gerukt en dan naakt en ontbloot
staande, dat volk van verdrukkers, dat moordt,
om zyn dorst naar goud te verzadigen, niets
anders zal kunnen vertoonen, dan het schande-
en onteerende brandmerk: „Dit is het onrecht
vaardigste volk der aarde".
Ten slotte nam ds. J. L. Schouten, de
predikant der Goref. kerk, sprekers plaats in,
Hy betreurde het, dat Nederland te klein was
om arbitrage aan de groote mogendheden te
vragen; maar, zoo vervolgde de spreker, niet
van het hof van Duitachlands keizer of van
den machtigen Tsaar van Rusland, maar van
den Koning der koningen zullen wy arbitrage
afsmeeken. In aansluiting aan zyn schoone
en krachtige toespraak dankte ds. Schouten
den heer De Villiers Smeer voor zyn interes
sante mededeelingen en eindigde de byeen-
kom8t omstreeks halftien met een vurig
dankgebed, waarvan de slotwoorden voorzeker
door allen in stilte werden herhaald:
Help one, barmhartig Heorl
Uw grooten naam ter eer;
Uw trouw koom' ons te stade;
Verzoen de zware schuld,
Die ons mot schrik vervult;
Bewys ons eons genadel
De collecte voor het Boeren-comité te
Amsterdam heeft opgebracht f 47.28.
Eindeiyk is de weg- en afstandawyzer
van don Algemeenen Nederlandschen Wiel-
ryderabond toch in deze gemeente opgericht
Vlak vóór het koffiehuis en logement van den
heer C. L. Boers kan men nu lezen, in welke
richting Leiden, Alfen, Boskoop, Benthuizen
en Zoetermeer bereikt kunnen worden en
hoeveel kilometers elk dezer plaateen van het
aanvangspunt van den Gemeeneweg ver-
wyderd zyn. By genoemden kastelein Is ook
een hnlpkist geplaatst ter reparatie van even-
tueele ongelukjes aan het rijwiel.
Do leverantie van het spek voor de armen-
bedeeling, by gelegonheid van het huweiyk
van H. M. de Koningin, ie, by lnschryving en
na nauwgezette en onpartydige keuring, opge
dragen aan den heer J. 0. Ook, die van de
ryst aan mej. de wed. G. Yerwey.
Katwijk. In Januari zyn alhier voor de
nationale militie, lichting 1902, Ingeschreven
91 jongelingen, waarvan er vier noch lezen
noch- S6kryv©a- kunnen. 21 bobben-er opge
geven reden van vrystolling te bezitten wegens
broederdienst of te zyn eenige wettige zoon.
De lyst, bedoeld in art. 10, 1ste lid der
Leerplichtwet van de kinderen, die zich op
1 Januari 1901 in de gemeente bevonden en
in den loop van dit jaar den leeftyd van 7-
tot 13 jaren bereikt hebben of zullen vol
brengen, bevat 1366 namen.
Katwyk-aau-Zee. In het hoenderpark van
P. Haasnoot to Katwyk-aan-Zee bevindt zich
een kip met 5 kuikens, die, ondanks den
strengen winter, zich reeds acht dagen ln
goede gezondheid verheugen.
Lisse. Hot aantal kindoren, dat, ingevolge
de Leerplichtwet, in de termen valt om
onder wys te genieten, bedraagt in deze ge
meente 681.
Het aantal jongelingen, die zich ln de
maand Januari voor de nationalo militie hebben
aangegeven, bedroeg 46.
Gisteravond gaf de Rederykerskamer
„Nut en Genoegen", alhier, een uitvoering op
de Zaal.
Gaf men anders nogal eens oen treurspel,
„N. on G." heeft begrepen, dat haar krachten
hiervoor nog niet toereikend waren, wildo
men iets goeds te voorschyn brengen.
Daarom gaf ze nu een paar biyspelen. Dat
ging beter. Gelachen heeft men en niet zuinig
„Ik heb getracht, gehoopt, u eens te ont
moeten," zei Sabine, niet by machte, zich te
bedwingen en haar gedachten te verbergen.
Zy wees met de hand naar de bank, waarop
zy had plaats genomen.
Hy boog en ging zitten. Toen zwegen zy.
De zon brandde door het yle loof der jonge
boomen. Alles was stil; wyd en zyd geen
mensch te zien.
„Hy ziet er opgewekter uit dan toen,"
dacht zy; „de reis hoeft hem zeker goed
gedaan."
Emdeiyk begon Achim, vastknoopend aan
haar woorden:
„Dus u hadt my iets te zeggen, mevrouw?
Of kan ik u een dienst bewyzen?"
Zy werd beheorscht door een heftig ver
langen, alles te weten, wat hy dacht en
gevoelde.
„Hadt u al vernomen, dat ik hier woonde?
U scheen niet verrast, onlangs."
„Ja, mevrouw."
„Wanneer? Hoe?" vroeg zy aandringend.
Zy had den linkerarm, hy den rechter op
de bankleuning uitgestrekt. Zoo zaton ze naar
elkaar toegekeerd, als goede vrienden, die
samen wat praatten.
„Den derden dag, toen ik hier was al, door
kameraden," vertelde hy. „Ik deed de gewone
vragen omtrent de families hier in den om
trek. Men noemde toen den naam van meneer
Reinald Deuben op „Heinsdorf" on deheeren
begonnen er over te redeneoren, of verkeer
tusBchen hem en my mogeiyk was, behalve
het onvermydelyke in zyn qualiteit als
reserve-officier. Ik vernam uit die discussie,
dat hy uw broeder was en u hier woonde."
Met neergeslagen oogen had zy geluisterd.
Nu zag ze plotseling op; hy schrikte van
dien brandenden blik. Gedurende de lange
ook. Voor afwisseling kreeg men nog een
paar luimige voordrachten te hooren, die zeer
goed werden voorgedragen, zoodat het publiek,
dat nogal talryk was opgekomen, in een
allergezelligste stemming toeluisterde, na
afloop nog een walsje maakte en eindeiyk
ruim voldaan huiswaarts keerde.
„Nut en Genoegen" heeft den Lissers weer
een genoeglyken avond bezorgd.
Voorschoten, Donderdag-avond werd in het
Ambachtshuis de eerste jaarvergadering ge
houden van de afdeeling Voorschoten van
Volksweerbaarheid. Verslag werd (gedaan door
den secretaris en rekening en verantwoording
door den penningmeester. Als bestuursleden
werden by acclamatie herkozen de heeren:
dr. W. A. F. Bannier, H. Hoppe en J. M.
Van Kempen. De afdeeling telt thans 112
leden. De gymnastiek- en schermvereeniging
heeft 14, de adepiranten-afdeeling 20 leden.
Met grooten yver hadden de wekeiyksche
oefeningen plaats. De heer Diephuizen opperde
het denkbeeld vanwege de afdeeling gelegen
heid te openen onder toezicht zich in het
zwemmen te oefenen.
Hieromtrent zal het bestuur nadere voor
stellen overwegen. De heer v. d. Gieseen nam
op zich voor het organiseeren van wandel
tochten met militaire doeleinden zorg te
drageD, waaraan alle leden der afdeeling kunnen
deelnemen. Waarschynlyk zal zulk een tocht
voor het eerst op 2den Paaschdag worden
gehouden. Nog werd besloten, dat het volgend
jaar de gymnastiek- en schermvereeniging
zelfstandig zal optreden onder een eigen be
stuur en dat gelegenheid zal worden gezocht
om den volgenden zomer zich te oefenen in
fiobertschieten.
In aanmerking genomen, dat alle begin
moeiiyk is, mag met genoegen wordon ge
constateerd, dat de afdeeling biykt recht van
bestaan te hebben en langzaam maar zeker
aan haar ware bestemming gaat beantwoorden.
Woubrugge. In de ledenvergadering der
Afd. Woubrugge van „Volksweerbaarheid"
werd door den secretaris verslag uitgebracht
over het verioopen jaar, en werd de rekening
van den penningmeester nagezien eu goedge
keurd. De heer J. F. Thorn, aftredend be
stuurslid, werd als zoodanig herbenoemd.
Yoorts vergaderde tegeiykertyd de schietver-
eeniging „Oronjé", waar de secretaris verslag
deed over 1900 en de verkiezing plaats had
van een lid van het bestuur. Medegedeeld
werd, dat de pogingen ter verkryging van
Ryk8munitie met gunstigen uitslag zyn be
kroond. De grootste zwarigheid, waarop de
Vereeniging stuit, is het in orde laten maken
van een schietterrein, ten gevolge der nogal
aanmerkelijke kosten. Toch hoopt men dit
bezwaar te boven te komen.
Zoeter woudo. De commissie tot wering
van schoolverzuim in deze gemeente vergaderde
gisteravond tot verdeelmg der functlön onder
ling. Een voorzitter werd spoedig gevonden
in den persoon van don heer W. G. Streef
kerk, doch met het secretariaat wenschte
niemand der leden belast te worden. Wel
licht dat op een volgende vergadering de leden
van opinie veranderd zyn, anders schiet het
hier ai byzonder slecht op.
Ten gevolge van gevoerde onderhande
lingen tusschen het bestuur der R.-K. Ki©«-
veroeniging alhier en den heer B. v. d. Horst
te Rotterdam, heeft de laatste zich bereid
verklaard voor de leden der Vereeniging op
te treden op Dinsdag 6 Februari a. s. des
avonds te 7 uren by L. Dolle in de Weipoort.
Bowyzen van lidmaatschap moeten by de
intrede in de zaal vertoond worden.
Het inschry vingsregister voor de nationale
militie der llohting 1902 bevat 26 inge
schrevenen. Een hunner kan noch lezen noch
schryven.
Haweiyk der Koningin.
Vanwege de gemeente 's-Gravenhage wordt
op de aanstaande feestdagen muziek gemaakt,
behalve op het Oranjeplein ook in een tent
op de Plaats.
Van de gozanten, by ons Hof geaccrediteerd
en standplaats hebbende buiten 's-Gravenhage,
zullen by de feesteiykheden in de volgende
week te 's Gravenhage zyn de gezanten van
Perziö, Serviö en Siam.
Niet aanwezig zullen zyn de Braziliaansche,
Chineesche en Grieksche gezanten alsmede de
gezant van Portugal, die alsdan nog niet in
de residentie terug zai zyn.
weken, verioopen sedert die ontmoeting op
het kerkhof, had hy die oogen vergeten
dat meende by althans.
„En toen was u zeker het verbiyf te Mühlau
vergald?" vroeg zy verder.
Ze wilde hooren, dat hy leed; ze wilde
een missie hebben: hem de rust weergeven,
de gedachten verhelderen.
„Neen," sprak hy, haar vry en vast aan
ziende. „Trek uit dat „neen" niet de con
clusie, dat ik lichter denk over het gebeurde
dan een jaar geleden, toen wy elkaar voor
het eerst zagen. Maar ik ben tien maanden
in Amerika geweest. Dat is een omgoving,
die op het strakste, onverzettelykste karakter
invloed moet uitoefenen. Ik ben frisschervan
opvatting en onbevangener geworden; ik
verbeeld my, wat besnoeid te hebben aan de
overgevoeligheid, de zwaarmoedige levens
beschouwing, waaronder wy allen hier gebakt
gaan. Ja, 't is waar en het blyft zoo: ik heb
een man, die echtgenoot en vader ^as, in
het duel doodgeschoten. Maar eveneens blyft
het waar, dat ik daarvoor niet verantwoorde-
ïyk ben, noch in het algemeen, noch in het
byzonder. Met ernst, met droefheid denk ik
aan het gebeurde, echter niet met kwellend
verwyt. Ik ben man en soldaat. Ik moet
voorwaarts en niet het hoofd wenden naar
wat achter my ligt. Dat is myn voornemen I"
„Dan behoeft het u zeker niet verder te
ontroeren, dat u my hier vindt, dat myn
broeder "uw kameraad is!" sprak zy bitter.
Hy zag haar pyniyk-verrast aan.
„U wenschte dus, dat ik in herinnering aan
dat voorval voor altyd een bedrukt en gebroken
man bleef?" vroeg hy.
Zy gloeide. Zy wist niet goed, wat zy wilde
en wenschte. Als hy zich maar in gedachten
bezighield met haar en haar lotl
Naar men verneemt, zullen in den avond
van den 7den Februari de officieren van de
regimenten huzaren in Den Haag aan de
deputatie van het Huzarenreglment „Koningin
Wilhelmina" en de officieren van de Grenadiers
en Jagers aan de deputatiön van de Pots-
dam8che Gardejagers en van de Mecklenburg-
sche fuseliers, in het „Hotel des Indes" een
gastmaal aanbieden.
De extra-trein, waarmede H. M. de Koningin
en Haar Gemaal op 7 dezer van de residentie
naar Het Loo gaan, vertrekt te 4 u. 15 m.
van het station Den Haag, om te 6 u. 27 m.
te Het Loo (Paleis) aan te komen.
Maar berouwvol sprak zy: „Vergeef myi" I
„De toestand", ging hy voort, „is inderdaad
vreemd, al mag hy voor my geen reden zyn
tot ontroering en onzekerheid. Uw ouders,
hoor ik, leven evenals u zeer teruggetrokken
uw broeder en, ik zullen geen intimiteit
zoeken; de tact, die in militaire kringen steeds
in acht genomen wordt, zal elke onaange
naamheid in die richting wel voorkomen. En
als u, mevrouw, wat ik hartelyk hoop, den
aanstaanden winter weer aan het gezellig
verkeer deelneemt, kunt u er zeker van zyn,
dat ik wel telkens een voorwendsel zal vinden
om te bedanken voor uitnoodigingen, waardoor
ik u een ontmoeting met my kan besparen."
Zy begreep uit al wat hy betoogde, dat hy
er niet aan dacht, pogingen te doen, Mühlau
te verlaten. Zy ademde lichter, bevredigd.
Toen zy nadenkend bleef zwygen, vroeg hy,
die haar eerste woorden niet vergeten had:
„U hadt gehoopt en getracht, my te ont
moeten", zei u. Mag ik nu vragen wat u
van my verlangde?"
Zy werd plotseling zeer verlegen. Op een
maal begreep zy, dat haar voornemen, dien
man zoo maar ronduit te bekennen, dat haar
huweiyk ongelukkig was geweest, iets onzin
nigs, een onvrouwoiyke dwaasheid was. Hoe
had ze ook maar een seconde aan zoo iets
kunnen denken 1
Na eenig dralen antwoordde ze haastig:
„Alles, wat u daar heb gezegd, dat wilde
ik weten. De gedachte maakte mij ongerust,
dat de toestand voor u binderiyk zou zyn.
Ik dacht, dat die kalmer, klaarder zou worden,
als wy als wy eens
„Daarin hadt u geiyk, mevrouw!"bekende
hy hartelyk. „'t Is my inderdaad een gerust
stelling geweest, u te mogen meedeelen, hoe
ik er over denk: dat ik myn verbiyf alhier
Oedipus voorstellende, geleld door Antigone,
met een opschrift ln het Fransch en het
Vlaamsch en den datum 7 Februari 1901.
By dit beeld zal gevoegd worden een artistiek
album, de namen bevattende van de inschry vers,
en ontworpen door den bekenden teekenaar
Henri Meunier, terwyi het gebonden wordt
door Dasset.
Den 7den Februari, op den dag van de
huweiyk8voltrekking, zal het artistieke ge
schenk plechtig overhandigd worden aan den
Nederlandschon gezant te Brussel, jhr. Van
Pestel.
H. M. de Koningin heeft de aanbieding van
dit geschenk welwillend aanvaard.
niet beschouw als een tragisch noodlot, waar
door elke minuut van myn leven wordt ver
gald. Ik was inderdaad bang, dat u zich die
voorstelling er van zou maken."
„Heeft u er over gedacht, wat ik
Sabine hield verschrikt op; zy had zich
byna laten meesleepen door haar gedachten.
Ook hy schrikte.
Zy vermeden elkander aan te zien; beiden
begrepen, hoe ze eigeniyk verraden hadden,
waarmee hun gedachten 2ich ouophoudelyk
bezighielden.
Met veranderde stem, ncerbiikkonde op den
zandigen weg, waarin hy werktuigiyk met
de punt van zya degenschoede figuren trok,
vroeg Achim:
„En mag ik vragen hes uw loven tegen
woordig is?"
Zy zweeg, in tweestryd. Antwoorden op
dio vraag bracht het gevaar mee, te veel le
zeggen.
„Ik hoop niet, dat u my indringend zult
vinden," hernam hy; „maar ik stel zeer veel
belang in uw leven. Een zelfde noodlot, dat
ons scheidt, vereonigt ons op zeldzame wyze.
Ik kan niet onverschillig zyn voor het lot
van u en uw kinderen 1"
Zy knikto stom, en antwoordde toen
eindeiyk zacht:
„Neen, neen onverschillig zyn
dat is onmogelyk."
„U woont by uw ouders," zei hy; „dat is,
als men gedwongen is, zyn zelfstandigheid
op te geven, toch nog het beste."
„Meent u dat?" riep zy bitter. „Ik zou
my liever geschikt hebben in een leven van
arbeid, al was het moeiiyk, waarby Lk meeste*
res bleef over myn wil."
(Wordt vtrvolgd.)
Bruid en Bruidegom waren gistermiddag
te 's-Gravenhago uitgereden in een phaeton
bespannen met twee appelschimmels, die door
den Hertog, gekleed in schout-by-nachts-uni-
form, werden bestuurd. Een ovatie van duizenden
wachtte hen by den terugkeer ten paleize.
Zelden zag men zooveel menachen in den
omtrek van het paleis op de been. De politie
kon dan ook niet dan met de grootste moeite
een al te dicht opdringen beletten, vooral niet
toen het Bruidspaar, getroffen door die volks
uiting, nog eenige oogenblikken aan den
ingang van het paleis bleef staan om de
menigte te groeten, de Koningin met de hand
wuivende en de Hertog het militair saluut
brengend. Even later verschenen zy aan het
venster.
De vorstelyke gasten by het huweiyk zullen
vergezeld zyn van de achter hun namen ver
melde personen
Groot-hertogin Maria van Mecklenburg-
Schwerin; door baronesse von Stenglin, hof
dame: mile von Bülow, eere-dame; den hof
maarschalk von der Schulenburg, kamerheer
van H. H.
Vorstin Adolf van Schwarzburg-Rudolstadt
door de hofdame von Rhoeden en baron von
Ketelhodt, opper-houtvester en kamerheer.
Vorstin Thekla van Schwarzburg-Rudolstadt
door mejuffrouw Dambrowaki, hofdame.
Hertogin Sophia Charlotte van Oldenburg:
door mejuffrouw De Joannis, hofdame, en
baron von Bothmer, opperkamerheer van den
groothertog van Oldenburg.
Groothertog van Mecklenburg-Schwerin: door
zyn adjudant-generaal luit.-gen. baron von
Maltzahn en door den gouverneur den kapitein
der cavalerie von Koeckritz.
Grootvorst Wladlmir Alexandrowitch, de
grootvorstin Marie Paulowna en de groot
vorstin Helena Vladimirovna van Rusland:
door mevrouw Arapoff, groot-meesteresso
gravin Rüdiger, hofdame; mevrouw Davedoff,
hofdame; den heer Etter, kamerheer, en den
adjudant van den grootvorst
Hertog Adolf Frederik Yan Mecklenburg:
door zyn adjudant, kapitein der cavalerie graaf
Blücher.
Prins en prinses Hendrik XVIH van Reuss
door mejuffrouw von Behr, hofdame, en graaf
Schlieffen, kamerheer.
Prins Albert van PruiSendoor den kamer
heer von der Osten, chef van zyn huis; migoor
von Kleist, particulier adjudant, en door den
kapitein der cavalerie baron Knigge, adjudant.
Vorst en vorstin van Waldeck en Pyrmont:
door mejuffrouw von Mauve, hofdame; luite
nant-kolonel von Apell, hofmaarschalk, en
baron von Hadeln, kamerheer.
Hertog en Hertogin Paul Frederik van
Mecklenburgdoor mejuffrouw von Solemacher,
hofdame, en graaf Bassewitz, kamerjonker.
Hertog Paul Frederik van Mecklenburg (zoon
van bovenstaanden)door den laten luitenant
von Vitzthum, zyn gouverneur.
De regeerende vorst en vorstin van Schwarz
burg-Rudolstadt: door mejuffrouw von Gerber,
hofdame; majoor von Priem, hofmaarschalk
(die tot de genoodigden behoort) en baron
von Imhoff, adjudant.
De Brusseliche „Petit Bleu", die een
in8chryving had geopend om by gelegenheid
van het huweiyk van onze Koningin aan Hare
Majesteit een kunstwerk aan te bieden als
teeken van eerbiedige bewondering voor Haar
besluit om de „Gelderland" ter beschikking
te stellen van prosldent Kruger, heeft den
beeldhouwer Julien DUlens opgedragen een
Minerva-beeld te ontwerpen, dat in brons zal
uitgevoerd worden.
Op het voetstuk zal een koperen plaat aan
gebracht worden, versierd met een teekening,
De St.-Peter8burgsche correspondent van
de „N. R. C." schryft van 16/29 Jan.:
Hoe hier de Nederlandsche kolonie het
huweiykefeest van Haro Majesteit zal vieren,
daarover kan voorloopig het volgende meege
deeld worden. In de Hollandscüe kerk buiten
gewone dienst op Donderdag 25 Jan. (7 Febr.).
De kerk zal prachtig worden versierd en ter
opluistering van de plechtigheid hoor ik, dat
da. Gillot zich van do beste kunstenaars
krachten verzekerd heeft, o. a. zal de opera
zanger Morskoi zingen. Het kerkbestuur zendt
verder aan H. M. een versierd adres als
huldebetoon, en heeft besloten 15,000 rbl. to
besteden aan liefdadige doeleinden op naam
van H. M. koningin Wilhelmina: 6000 rbL
wordt geschonken aan 't Blauwe Kruis, 6000
rbl. aan een hospitaal voor tuberculeus®
kinderen, en 5000 aan een instelling van
liefdadigheid, die nog niet nader is aangegeven.
Wat nu de kolonie voor zich aangaat, zoo
wordt door Nederlandeis, die ailen door op
roeping op initiatief dei^-heeren Kruys, Van
Gilse van der Pais en Kunst daartoe zyn
uitgenoodigd, aan H. M. een geschenk (waar
schynlyk een kunstvoorwerp) aangeboden,
met een geleidend versierd adres.
'a Avonds zal een feestmaa'tyd plaats vinden
in de Duitsche Club, waaraan alle Nederlanders
by inschry ving kunnen deelnemen.
By onzen gezant zal op den trouwdag
receptie worden gehouden.
Hooge Bruidspaar of Hooge Echtpaar.
Na de opheldering, dat men by het gebruik
van den naam van Hooge Bruidspaar een
voudig de antecedenten heeft gevolgd, blyft
de „Middelburgsohe Courant" het een fout
noemen, dat in het officieele gedeelte van de
„Staatscourant" een stuk verschynt, waarin de
vraag of personen, die burgeriyk gehuwd
zyn, een ochtpaar vormen, afüankeiyk wordt
gemaakt van het deelnemen aan een niet
door de wet voorgeschreven plechtigheid. Het
beroep op vroegere gebruiken acht het blad
alleen een be wys voor de stelling, dat men
al eerder mat dia ongewettigde gewoonte
had moeten breken.
Wat de opmerking van „De Standaard"
betreft, hoe een predikant de jonggehuwden
by de kerkeiyke inzegening aanspreekt, hangt
veel van persooniyke opvattingen af. Er zyn
predikanten, die niet van bruidspaar, maar
van echtpaar spreken. Al wil de „Middelb.
Ct." geen inbreuk maken op de kerkeiyke
-usaofcie, en—op—de-vryhtid om het huweiyk
eerst dan als finaal te beschouwen, zoo het
ook gesloten is op kerkeiyk terrein, aan den
anderen kant houde men de waarde en de
waardigheid van de burgeilyke wet hoog,
vooral door en namens iiaar ui Hom, die
daarvan het voorbeeld geven mom
Het verdrevei personeel der
De directie van de N.-Z.-A.-S. A heeft den
thans nog in haar dienst zynden ambtenaren
doen weten, dat zy met ingang van den 31sten
Maart a. s. uit het dienstverband zyn oDt-
slagen en op dien datum de laatste toelagen
zullen uitbetaald worden.
Zoodra de omstandigheden het veroorloven
en dit noodig mocht zyn, ia de Maatschappij
bereid het dienstverband te hernieuwen.
Voorloopig niet bevoegd, andere betalingen
te doen dan de toelagen, bevestigt de directie
evenwel de rechten van het personeel, voor
zooveel betreft restitutie van ultzendings-
kosten, vergoeding van terugïeis naar Neder
land, eventueele baten, indien te eeniger tyd
vrygeviger bepalingen mochten mogefijk zyn,
uitkeering by een eventueele liquidatie van
het spaar en ondersteuningsfonds. Zoolang
de surséance duurt kan evenwel geen afreke-
niog plaats hebben.