IK 12550 A0. 1901. §eze (§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Binsdag 33 .Januari LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden per 8 meandert, i i i i i i f 1.10. Buiten Leiden, per looper en iruu agenten gevestigd sfln 1.30. Franco per post PRIJS DER ADVEHTENTIÈN: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Voor de BoerenkrUgsgevangenea en ban vronwen en kinderen. In dank ontvangen by mevrouw Muller Heynsius: een pak kleeren van B. P. Leiden, 22 Januari. Aangezien B. en We. met de commissie, bedoeld by art. 1 der Verordening op de Onbewoonbaar verklaring, van oordeel zyn, dat de perceelen Paradyshof 13, 14, 15 en lö en Pektoopoort 1, 2 en 8, ale echadeiyk voor de openbare gezondheid niet ter bewoning geschikt zyn, noch door verbetering daarvoor geschikt gemaakt kunnen worden, geven zy in overweging een commissie uit den Raad te bonoemen, ten einde do zaak te onder zoeken, omtrent haar bevindingen een met redenen omkleed verslag uit te brengen en haar conclusie in een concept-raadsbesluit te formuleeren. Heb door eerstbedoelde commissie uit- gebraoht proces-verbaal en het daartegen door een der huiseigenaren ingediend bezwaarschrift is in de Leeskamer ter inzage van de leden van den Raad nedergelogd. Ten aanzien van de op de 3de lyst voorkomende bezwaarschriften tegen het kohier 'der plaatseiyke directe belasting, dienst 1900, «tollen B. en Ws. voor: te handhaven den aanslag vanI.Vermaak; den reclamant J. B. Rombaut niet ont- vankeiyk te verklaren wegens to-late-indiening |van zyn bezwaarschrift; en de nadere reclame van J. Slot voor i kennisgeving aan te nemen, vermits de Raad op reclamant'a bezwaarschrift tegen zyn aan- '«lag in deze belasting bereids beschikte in de zitting van 15 November 1900. Tevens bieden B. en Ws. ter vaststelling aan een suppletoiren staat van begrooting, i dienst 1900, ten einde op die begrooting te regelen de kosten van do gehoudon 8ste algemeene tienjaariyksche volkstelling en de daarmede in verband staande vergoeding uit 's Ryks kas. Biyk^ns mededeoling van den Commissaris Öor Kóningin is tor vergoeding van die kosten een bedrag van f 2414.61 aan deze gemeente toegekend. Met 14 Maart a. s. eindigt de huur van het perceel Lokhorststraat No. 20, krachtens Raadsbesluit van 16 Maart 1899 voor f 100, per jaar, verhuurd aan den heer F. Van der Kloot, zulvelfabrikant alhier. Biykens het aan den Raad overgelegd adres wenscht de huurder dit perceel wederom voor don tyd van een jaar onder deJ bestaande voorwaarden in te huren. Aangezien daartegen by B. en Ws. geen bezwaar bestaat, geven zy den Raad in over weging gunstig te besluiten. Ouder overlegging van het desbetreffend verzoek van. mej. P. W. Van Amerom, 1ste onderwyzeroa aan do Meisjesschool 2de klasse, en het daaromtrent door het Hoofd der School uitgebracht advies, geven B. en Ws. in over weging aan mej. P. W. Van Amerom, op 'haar verzoek, op grond van ongeschiktheid voor de verdere waarneming barer betrekking uit hoofde van lichaamsgebreken, eervol ont slag te verleenen als lste onderwyzeres aan de Meisjesschool 2de klasse, met bepaling dat dit ontslag zal geacht worden te zyn ingegaan op 1 Januari 11. Het hoofd der school, raoj. S. Winkler, betreurt het, dat mej. Van Amerom dit ontslag om redenen van gezondheid moet aanvragen, en voegt by haar adres een woord van waardeering voor den yver en do toewyding, waarmede mej. v. A. sedert 1 Juli 1896 aan de school werkzaam is geweest. De Leid8che hoogleeraar dr. P. J. Blok Is naar Italië vertrokken om in de archieven van Milaan, Venetië, Florence, Rome en Napels een studio te maken der documenten en bescheiden, die licht kunnen werpen op onze vaderlandsche geschiedenis. De hoogleeraar zal ongeveer drie maanden afwezig *yn. Meermalen la door sommigen beweerd, dat Leiden in bevolking achteruitgaat. De aandachtige lezer zal echter uit bet ver leden week gegeven staatje omtrent den loop der bevolking over hot vorig jaar hebben opgemerkt, dat ze integendeel vermeerderde met 442 m. en 322 v., te zamen 764 zielen. De geheele bevolking, die biykens de laatste 10-jaariyksche volkstelling bedroeg 53,658, is thans 54,422. By de aanbesteding door B, en Ws., alhier, van de verbouwing van het Raadhuis, afd. Politie en Schuttery, waren ingekomen 13 inschryvingsbiljetten. Hoogste inschryver was de heer J. J. F. Schyf, te 's-Gravenhage, voor ƒ5089. Laagste inschryver de hoer D. Kooreman, te Leiden, voor f 3626. Het bestuur van de „Vereeniging van Leeraren in het Boekhouden", te Amsterdam, heeft den heer A. H. Van den Oever, alhier, tot lid der permanente commissie van examina toren benoemd. Men deelt ons mede, dat by do begrafenis van den heer K. T. Caron ook de commissie voor do „Spaarkas" der My. tot Nut van 't Algemeen, waarvan de overledene ruim 15 jaren commissaris is gowee6t, vertegen woordigd was, en wel door president, secretaris en oudsten commissaris. R8. A. H. Op 't Holt, predikant by de Geref. Kerk te Noordwyk-a.m-Zoe, komt voor op het tweetal voor Nunspeet. De Goudsche feestcommissie by het huweiyk der Koningin heeft besloten het gemeentebestuur van Gouda een gedenksteen aan te bieden, die geplaatst zal worden in de vestibule van het raadhuis. Overdracht en onthulling van den steen zullen op 7 Februari gepaard gaan met eenige feesteiykbeden op de markt. Do luitenant ter zee 2de kl. C. R. F. Tollenaar, uit Oost-Indië in Nederland terug gekeerd, is op non-activiteit gesteld. De luit.-kol. G. N. De Wendt, van het 8ste reg. inf. to Arnhem, zal 1 Febr. a. s. den dienst met pensioen verlaten. Te Groningen is plotseling overleden de heer R. Van Bruggen, organist der Martinikerk. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Amsterdam (H. Maria Magdalena) den weleerw. heer A. J. Clarya en tot kapelaan te Delft (H. Hyppolytus) den weleerw. heer L. J. Willenborg, dio kapelaan was te Leiden (O. L. V. Hemelvaart). Het „Vad." herinnert in welke familie betrekking de verschillende vorsteiyke porso- nen, dio te 's-Gravenhage komen, staan tot de Koningin en haar verloofde. De groothertog van Mecklonburg-Schwerin, nog minderjarig, Is de oomzegger van den hertog. Prins Hendrik XVIII von Reuss, geen regeerend vorst, be hoort tot den tweeden tak der jongere linie van dit huis; zyn gemalin Charlotte is een prinses van Mecklenburg, eon volle nicht van den hertog, als dochter van zyn oom, den in 1879 gestorven hertog Willem. Hertog Adolf Friedrich is een oudere broeder van den hertog. Prins Ulrich van Schönberg-Walden- burg, attaché van de Saksische legatie te Weenen, is oen broederszoon van de groot moeder van den hertog, prinses Mathilde van Schönburg-Waldenburg, douairière van den prins van Schwarzburg-Rudolatadt. Erfgraaf Erbach is do 'gemaal van prinses Elisabeth, jongste zuster der Koningin-Moeder. Prins Albert van Pruisen, regent van Brunswyk, is gelyk men weet, de zoon van de oud-tante der Koningin, prinBes Marianne. Prins Hermann van Schönburg-Waldenburg is een broeder van prins Ulrich, bovengenoemd. De prins en prinses van Bentheim-Steinfurt zyn de zwager en oudste zuster van de Koningin Moeder. De prins van Schwarzburg-Rudolatadt is een broeder van hertog Hendriks moeder, terwyi prinses Thecla hun jongere zuster isde vrouw van don prins ia een zuster der prinsen van Schönburg bovengenoemd. Prins Hendrik van Schönburg ia weder een volle n6ef der ge noemde prinsen, adjudant van den Duitachen Keizer. Wie de prins von Wied en zyn doohter Louise, de erfprins en erfprinsea von Wied, de prins en vorstin van Waldeck zyn, is bekend genoeg. Paul Frederik van Mecklenburg is de oudste halfbroeder van den hertog; hy komt met zyn echtgenoote en zyn beide zoons, van welke de oudste ook Paul Frederik heet en de jongste een naam genoot is van den aanstaanden gemaal. Groot vorst Vladimir van Rusland is met 's hertoga half zuster gehuwd; hy is een oom van den Tsaar; grootvorstin Helene is hun 18-jarige dochter. Groothertogin Marie van Mecklenburg- Scbwerin, geboren prinses van Schwarzburg- Rudol8tadt, is de weduwe van groothertog Frans Frederik II en moeder van den hertog. De hertog-regent is zyn jongste half-broeder. De hertogin van Albany is een zustor van Koningin Emma en prinses Alice is haar dochter. Hertogin Sophie Charlotte van Olden burg is een half-zuster van den regeerenden groothertog, geboren uit het eerste huweiyk van den overleden groothertog. Prinses Adolf van Schwarzburg-Rudolatadt is de bovenge noemde prinses Mathilde, de 74-jarige moeder van den regeerendon vorst en grootmoeder van den aanstaanden gemaal. Te Kerkwerve is het nieuwe kerkgebouw der Hervormde gemeente, een sieraad voor het dorp, ingewyd. Tegen één uur verzamelde zich een groote schare beiangstellendeo, ook van Zierikzeo en andere gemeenten, in het bedehuis. Daaronder waren vele genoodigden als: leden van hot prov. college van toezicht in Zeeland, van het classicaal bestuur, afge vaardigden van kerkeraden en kerkvoogdyen en leden van het damescomité, dat aan het eind van 1895 zulk een belangryke som voor den kerkbouw had weten byeen te brengen. Te één uur, terwyi de gemeente Psalm 103 vs. 1 aanhief, betrad ds. H. J. Couvóe, predi kant te Cortgene, vroeger te Kerkwerve, den fraai gesneden eikenhouten kansel, die thans ontdaan was van al de verf, die sedert jaren hot oorspronkelyk schoon verborg. Na eenige inleidende woorden verzocht hy de gansche gemoonto op te staan en na het voorlezen van de geloofsartikelen werd het kerkgebouw in den gebede aan den dienst des Hoeren toe- gewyd. Daarna sprak hy de gemeente toe naar aanleiding van Pa. 48: 10: „o God, wy godenken Uwer weldadigheid in het midden Uws tempels", en wees er op, hoe dat ge denken tot dank stemt met het oog op hot verleden, tot biydschap met het oog op het heden en tot vertrouwen met het oog op do toekomst, daarby wyzende op het laatste vers van dien psalm: „want deze God is onze God eeuwig en altoos". Onder het zingen van Psalm 77 7 en 8, betrad nu de. J. W. Blan- kert, tegenwoordige predikant te Kerkwerve, het spreekgestoelte. Hy schetste naar aanlei ding van Petr. 2: 5a de roeping der gemeente om te zyn een geesteiyk huis, gebouwd op het fundament, waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen Is; gebouwd uit de ge- loovigen als levende steenen; gebouwd om geestelyke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zyn door Jezus Christus. Hierna richtte hy een harteiyk woord van dank, aan verschillende personen en corpo- ratiën, die by den kerkbouw hadden geholpen door bydragen of voorlichting; allereerst tot zijn voorganger ds. H. J. Couvée, die in 1895 de gemeente opwekte met moed en geloofs vertrouwen de hand aan den ploeg te slaan en die zyn pogingen thans zoo heeriyk be kroond zag met een goeden uitslag. Ook dankte hy in naam der gemeente een aan wezig jongmenech, wiens ouders, te Amsterdam woonachtig, by het herdenken van hun 25-jarig huweiyk, aan de gemeente te Kerkwerve ge schonken hadden wat nog aan het zilveren avoDdmaal8stel der gemeente ontbrak nl. een prachtige schenkkan, twee offerbussen en twee broodschotels. Deze voorworpen stonden op een hoog tafeltje voor den kansel, eerst bedekt door een servet, dat later onder het zingen was verwyderd. Het kerkje, gebouwd door den architect L. Couveó te Delft, is een schoon en vrien- deiyk gebouw, naar de eischen des tyds ingericht. Door de arrondissements-rechtbank te Alkmaar is, ter vervulling der vacature van kantonrechter te Den Helder, opgemaakt de navolgende alphabetische lyat van aanbeveling rar. F. W. Ter Spill, griffier by het kanton gerecht te Woerden; mr. L. R. Telting, substituut-griffier by de arrondissements-recht bank te Amsterdam; mr. N. J. Wilkens, ambtenaar van het openbaar ministerie by de kantongerechten in 't arrondissement Almeloo. De consul-generaal van Nederland te Loren^o-Marquez, de heer Pott, is gisteren te 's-Gravenhago gekomen en heeft id het „Hotel des Indes" een onderhoud gehad met een der heoren van het gevolg van president Kruger, don heer Bredell. Men meldt uit Den Haag: De woning, die de hoeren uit de omgeving van president Kruger gisteren bezichtigden, is de villa „Dide- rica," gelegen aan den ouden Scheveningechen weg, schuin tegenover den Kanaalweg. Een beslissing omtrent het huren of koopen van dit huis was nog niet genomen. De adjudant van H. M. de Koningin luit. ter zee lste klasse Zegers Ryser, toe gevoegd geweest aan Z. H. Hertog Hendrik van Mecklenburg, is in Den Haag teruggekeerd. Dr. Hendrik Muller te 's-Gravenhage ontving van don Jongensbond te Chemnitz een sympathie-groet van de helden Sleyn en De Wet. Het stoomschip „Rotterdam" arriveerde 21 Jan. van Rotterdam te Nieuw-York; de „Potsdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 21 Jan. Wight; de „Do Klerk", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 21 Jan. van Aden; de „Jeanne" (Kon. Weat-Ind. Mail dienst) arriveerde 21 Jan. van Paramaribo te Nieuw-York. Loimuiden. Een ellendige baldadigheid heeft een deugniet Zondagmiddag uitgehaald. Een koe, toebohoorende aan W. K. en staande op den stal van C. v. G., is aan een der pooten de pees afgesneden. Het arme dlor heeft zeker een persoonlyke wraakneming moeten ontgelden. Sas9enheim. De jaarlljksche schoorsteen- schoüw zal alhier gehouden worden op Don derdag 24 Januari a. s. Oudshoorn. Gedurende het afgeloopen jaar werden in deze gemeente 8 collecten gehou den door elders gevestigde instellingen van weldadigheid. Door den buitengewoon cterken dooi is het ys reeds byna zoo goed als uit den Ryn verwyderd. Onder bruggen en kwaken is geen ys meer te vinden. Denkeiyk zullen heden of morgen de stoombootdiensten weder aan vangen. Uit «lo Kon. besluiten. Benoemd tot ontvanger der registratie, domeinen en bewaarder der hypo theken, kadaster en soheepsbewyzen on betaal meester te Zierikzee A. Meylink, thans ontv. der reg. en dom. te Hoorn. Benoemd voor het tgdvak van Februari tot einde Augustus 1901 tot leeraar aan de Rijks- Hoogere Burgerschool te Sappemeer E. Van der Gaast aldaar. Op verzoek met 1 Februari mr. H. D. Van Ketwich Verschuur te Leeuwarden eervol ont slagen als schoolopziener in het arrondissement Harlingen. Benoemd tot commandeur in de orde van Oran|o-Nassau, de heer J. Pb. Ermeling, ver tegenwoordiger van do Billitoamaatschappij in Ned-lndië; tot kantonrechter-plaatsverv. in het kanton 's-flertogenbosch, jhr. mr. P. L. Van Meeuwen, advocaat en procureur te 's-Hertogeu- bosch. Aan den luit. t. z. 2de kl. bij de Kou. Ned. Marine-reserve, J. Versteegh, de vergunning ver leend om op het Nederlandsch koopvaardijschip onder zijn bevel de reservevlag ale nriiovlag te voeren. Do officier van administratie der 2de kl. E. A. Van Wely, met 1 Februari a. s., op zyn verzoek eervol uit den dieDst bij het korps officieren van administratie der zeemacht ontslagen, en, met ingang van denzelfden datum, benoemd tot lsteu luit-kwartm. bij het korps mariniers. Min. beschikkingen. Met ingang van den dag, waarop bij zijn betrekking zal aanvaarden, benoemd tot amanuensis aan de Rijks-Hoogero Burgerschool to Leeuwarden, R. H. Elooster te Utrecht. Examens nuttige en fraaie handwerken. Bij beschikking van deu mirister van binnonl. zaken van 19 Jan. 1901, is bepaald, dat de éx imena ter verkrijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige en in do fraaie handwerken voor meisjes voor-bet jaar 1901, zullen aanvangen op 15 Febr. e. k. en dat do commission, met hot examen belast, zitting zullen houden: voor de nuttige handwerken te Breda, 's-Gravenhage, Utrecht en Leeuwardenvoor de fraaie handwerken te Breda, 's-Gravenhage en Leeuwarden, en zijn benoemd: te 's-Gravenhage; tot lid en voorzitter der com missie voor de nuttige handwerken, J. C. Fabius, inspecteur van het lager onderwijs in de tweedo inspoctie; tot leden, de dames: C. J. Va*i den Ende, onder wijzeres te 's-Gravenhage; J. G. Gravelotte, geboren Pontier, te 's-Gravenhage; A. M. Van der Velden, onderwijzeres te Amsterdam; M. C. Van der Est, geboren Hermans, te Haarlem; A. M. Nater, leerares aan de industrieschool voor meisjes te Rotterdam, F. W. G. Muus, geboren Milatz, te Rotterdam; tot plaatsvervanger van den 'voorzitter, jhr. L, Wichers, schoolopziener inhetdistr. 's Gravonhage; tot plaatsvervangende leden, de dames: A. E. H. Wichers, te 's-Gravenhage; F. B. Mundhenk, onder wijzeres te Amsterdam; tot lid en voorzitter der commissie voor de fraaie handwerken, G. Roodenburch, schoolopziener in het district Hoorn; tot leden, de dames: J. S. Beydale, directrice der industrieschool voor meisjes te's-Graveobage; J. Van der Kaay, loerares aan de industrieschool voor meisjes te Rotterdam; F. B. Mundhenk, onder wijzeres te Amsterdam tot plaatsvervanger van den voorzitter, jhr. L. I Wichers, schoolopziener in Let distr. 's-Gravenhage; tot plaatsvervangende leden, de damesJohaDna W. A. Naber, te Amsterdam; A. M. Van der Velden, onderwijzeres te Amsterdam. jpeuilletoiio Het Photograpliietoestel. 15) Wy beloofden elkander trouw, doch ho fsloten vcorloopig myn vader niets te ver tellen, daar wy wel wisten, dat hy zyn toe stemming tot ons huweiyk niet zou geven. Hy wenschte, dat ik ongetrouwd zoubiyven. Ik wist toen nog niet, welke redenen hy daarvoor had. Ik was bang voor myn vader en toch vond ik soms don moed my tegen (hem te verzetten, en dan volgden heftige tooneelen, te treurig, om er lang by stil te staan. Zoo leidde Jack my door m(jn vroeger leven heen, tot aan den nacht van den moord. Een dag of veertien van te voren was ik uit Torquay teruggekeerd, geheel vervuld met de gedachte aan Jack, dien bijnaam had hy in de familie en ik was vast besloten zyn vrouw te worden. Vader scheen iets van onze verhouding bemerkt te hebben, en verbood mij met hem te correspondeereu. Ik gehoor zaamde natuuriyk niet, doch verzocht Jack my op myn brieven niet te antwoorden, daar «y in vaders handen zouden kunnen vallen. Terwyi Jack sprak, begon ik my lang zamerhand bewust te worden van een zeker gevoel van wrok, van rechtmatige veront- waardiging tegen den man, die mij in myn vryheid beperkte. Nu verhaalde my Jack iets, wat ik my, zooals hy zeide, niet kon herinneren. Ik moest het echter weten, om goed te kunnen be- 1 grijpen wat volgen zou. Ongeveer een week nadat ik Torquay verlaten had kwam op het spreekuur van Jack een hem onbekend per soon, met een langen gryzen baard, in lompen gekleed. Den geheolen afstand van Londen naar Babbicombe, waar Jack toen woonde, had hy te voet afgelegd. Ondanks zijn armoedig voorkomen, bemerkte Jack terstond, dat zyn bezoeker een beschaafd man was, die door honger en ellende was uitgeput. Toen Jack my het portret van den na zyn dood gepho- tographeerden man liet zien, begon ik van het hoofd tot do voeten te beven en barstte toen in snikken uit. Waarom? Ik voelde opeens dat, wat ik by den aanblik van den op den grond uitgestrokten, doodgeschoten man nooit gevoeld had. Die uitgestrekte doode, met den trek van stomme smart op het ge laat, was.... myn vader; de vader in het wit linnen pak, de man, aan wien myn kin derhart met groote innigheid gehecht was geweest. Ik kon my niet vergissen in dat gelaat. Het stond my als in de ziel gebrand 1 Hy was het, al was zyn gelaat verouderd door kommer en ellende, al spraken de diep gegroefde lynen ook van onbeschryflyk ver driet. Ik kon myn tranen niet weerhouden on drukte de photographie aan myn lippen. Er verliepen eenige oogenblikken, voordat Jack met zyn verhaal kon voortgaan. Eindelyk werd ik kalmer en legde het portret voor my op de tafel. „Vertel my nu meer van hem, Jack," zeide ik, nog steeds schreiend. Ik herinnerde hem my nog zoo duidelyk. Jack vertelde my nu hot volgende: De oude man had hem, nadat hy hem eenige dagen verpleegd had, deelgenoot ge maakt van zyn leed. Hy vertelde, dat hy eens predikant was geweest, geacht en bemind door allen, die hom kenden. Voor korten tyd was hy in Londen aangekomen met een ge zelschap, dat hem had gered van een klein, onvruchtbaar eiland, dicht by het vasteland van de Zuidpool, waar hy twintig jaar in volslagen eenzaamheid geleefd had. „Twintig jaarl Dat kan niet, Jack. Want ik was immers pas achttien, toen het ongeluk gebeurde." „Neon, Una. Met opzet heeft men u omtrent uw leeftyd misleid. Ge waart twee en twintig. Nu z(Jt ge zes en twintig. Heb geduld, alles zal u duidelyk worden." „De ongelukkige" zoo verhaalde Jack „had op reis schipbreuk geleden en was met een anderen passagier, op een stuk wrakhout, door wind en golven voortgedreven en ten laatste op hot strand van een onherbergzaam eiland geworpen. Daar haddon zy gedurende eenige maanden geleefd van wortelen en bessen en eieren van zeevogels. Op zekeren middag terugkeerende in hun hut, was zyn lotgenoot verdwenen, en weldra ontdekte hy aan den horizon een noordwaarts stevenend schip. Tevergeefs stelde hy wanhopige pogingen in het werk om de aandacht der bemanning te trekken. Het vaartuig verdween. Zyn metgezel moest met opzet hem hebben achtergelaten." „Hoe heette die man?" had Jack met diepe verontwaardiging gevraagd. „Vivian Callingham." „En gy zyt?" „Myn naam is Richard Wharton." Een schok voer my door de leden. „Richard Wharton 1 Zoo heette de eerste man myner moeder l Ik ben dus geen Ualling- haml" riep ik. Jack knikte toestemmend en hernam: „Ja, ge zyt het kind, dat gestorven was, zooals men ons had wijsgemaakt. Uw ware naam is Mary, maar ik zou u geen anderen naam dan Una kunnen geven." Verder had hem de ongelukkige verleid, dat hy door een voorbijvarend Australisch schip eindelyk opgemerkt en medegenomen was, en dat hy by zyn aankomst in Londen terstond begonnen was naar zyn familie te zoeken. Hy vernam, dat zyn vrouw hertrouwd en nu sedert lang gestorven was, en dat haar tweede echtgenoot Vivian Callingham was, de man, die hem op de Crozet-eilanden zoo laaghartig aan zyn lot had overgelaten. Zoodra hy dit hoorde, begreep hy de volle waarheid. Nu begreep Richard Wharton waarom Vivian Callingham hem alleen had gelaten zonder aan den kapitein van het reddende schip te zeggen, dat er zich nog iemand tusachen de rotsen bevond. Hy door zag het laaghartige plan, dat de misdadiger gesmeed, en de middelen, die hy beraamd had om het ten uitvoer te kunnen brengen. Vivian Callingham, dien ik ten onrechte zoo lang voor myn vader had gehouden, was naar Australië teruggekeerd, met het valsche bericht van Richard Wharton's dood. Hy had myn moeder opgezocht on haar een leugen achtig verhaal gedaan van zijn toewyding, myn vader betoond, toen deze op het eenzame eiland was gestorven. Myn moeder geloofde alles on was hem dankbaar en meende die dankbaarheid niet beter te kunnen toonen dan den ellendeling haar hand en daarmede tege- ïykortyd haar groot fortuin te schonken. Ik rilde by de gedachte aan zooveel slecht heid en het verwonderde my nu niet meer, dat ik, als door instinct gedreven, een afkeer van den man had gehad, dien ik vader noe men moest. Maar nog was voor my het vraag stuk niet opgelost, waarom ik hem had dood geschoten. Hier laat ik in het kort volgen, wat Jack my verder vertelde. Richard Wharton scheon te moeten golooven, dat zyn dochtertje in Australië gestorven was, en dat hy dus, zonder iemand te benadeelen, Vivian Callmgha.m kon straffen. Den geheelen weg van Londen naar Torquay logde hy te voet af, om zich bekend te maken aan de Moores, de bloedverwanten zynor vrouw en aan hun neef Courtenay Ivor. Om verschillende redenen wenddo hy zich het eerst tot laatst genoemden en deelde hem de goheole ge schiedenis mode. Jack viel het eerst moeilyk te gelooven, dat Vivian Callingham, do vader van zyn Una, zich aan zulk een schurkenstreek kon schuldig gemaakt hebben. Toevallig liet hy den ouden man een portret van my zien, waarop ik in baltoilet was afgebeeld en dat ik hem gegeven had. „Maar dat is zijzelfI" riep de arme man uit. „Dat is m-jn Mary!" „Noen, dat is haar halfzustor, Una Calling ham," zeide Jack. „Misschien bestaat er eenige geiykenis, maar Mary Wharton is ongeveer achttien jaar geleden gestorven. Ik ben van een en ander op do hoogte, omdat ik met Una verloofd bon." „Neen, neeni" hernam de oude man met beslistheid. „Dat is myn Mary. Ik zou haar onder duizenden herkennen. Maar ik doorzie nu het laaghartig plan; zyn eigen kind is jong gostorven on myn Mary heeft hy voor het zyne doen doorgaan, om haar gold in handen te krygen I Goddank, dat zy nog leeft 1" Jack besloot eindelyk de zaak nader te onder zoeken, en hy kwam tot de overtuiging, dat de man waarheid had gesprokon. Een week later stierf de arme zwerveling, ten gevolge van de uitgestane ontberingen. mi volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1