12525
A°. 1900
feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Lelden, 21 December.
Feuilleton.
EE§3 REDACTEUR.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
j; Voor Leiden pér 8 maanden; v
\wt'
Jp 'V
i i i i r f 1.1<S
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zt]n 1.80.
Franco per poet j i i i j i i i i i t H l-65<
PRIJS DER AD VERTEN TSJÊJS
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseerec. boften de stad
wordt f 0.05 borekond.
Voor de BoerenkrJjgsgev&ngeiieii en
liun Trouwen en kinderen*
Sinds de vorige opgave ontvangen:
Door mej. Briöt, als Kerstgave, van een
.patiënte van dr. Th. v. W., f 1.
Offioiëele Ee&nlsgerliigeni
KENNISGEVING.
Nationale Militie.
Oproeping tot den werk dijken dienst.
De Burgemeester der gemeente Leiden brengt
i&u deze ter kennis van den milicien-verlofganger
JACOB RIETHOVEN,
Iloteling van de lichting van 1897, onder nummor
155, uit deze gemeente, behoorende tot het 2de
jregiment huzaren, dat hy, wegens overtreding van
jart. 138 der Militiewet, ingevolge do uit kracht
ivan art. 137 dier wet gegeven bevelen van
bet Departement van Oorlog, op Maandag 7
IJanuari aanstaande onder de wapenen moet
'komen, ten einde gedurende den tijd van veertien
dagen in werkelijken dienst te worden gehouden,
'en roept hem mitsdien op, om op gemelden dag,
des namiddags vóór vier uren, in uniform gekleed
jen voorzien van zijn zakboekje mot verlofpas,
[alsmede van al de door hem hij zijn vertrek met
'groot vorlof medegenomen voorwerpen van kleeding
en uitrusting, bij zijn korps, in garnizoen te Venlo,
[tegenwoordig te zijn.
Do bedoelde verlofganger wordt er met nadruk
'op gewezen, dat deze openbare kennisgeving
;rechtens voldoende is en hem derhalve, bij niet-
opkomst onder de wapenen, in verzuim stelt.
Voorts wordt te zijner kennis gebracht, dat hem
;op Vrijdag 4 Januari a. s. tusscben 's voormiddags
jhaiftien en 's namiddags drie uren op het Raad
huis (kamer No. 9) alhier gelegenheid zal worden
(gegeven tot het doen afteekonea van zijn verlof
pas, zoomede tot het in ontvangst nemen van een
vervoerbiljet en, desverlangd, van het hem toe
komend daggeld.
De Burgemeester voornoemd,
F. WAS.
Leiden, 20 December 1900. ■v-w.
Burgemeester on Wethouders van Leiden;
Gezien het adres vau de Naaailoozo Vennoot
schap oNederlandeche Fabriek van Verduurzaamde
Levenemiddelen" Yoorbeoa W. HOOGENSTRAaTEN
Oo», houdende verzoek om, met introkking, der
[vergULniug, haar verleend bij beschikking van 12
November jl.( opnieuw verguuniug to verleonen tot
Uitbreiding van haar fabriek aau do Kerksteeg, kad.
[bekend Bectio D No. 1512, door plaaisitg on in-
werking-ateUiog van eon gasmotor van 2b pa&rde-
kr&oht;
Gelet op do artfc. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bjj deze kennis aan het publiek, dat ge-
(Hoomd verzoek met de bylagen op de Secretarie
[dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede, dat op
[Donderdag 8 Jan. a. s., 'e voormicldage te elf uron,
i op het Raadhuis, golegenheid zal worden gegeven,
om boxwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
ftO Deo. 1000. VAN HEYüT, Secretarie,
GR.
DK.lMilVET,
Bnrgome6cter en Wethoudora van Leiden brongen ter
;jdgemeono kennis, dat door WILLEM OORNELI8
;DE HAAN, alhier woontobtig, oen verzoekeoLrift ia
ingediend om vergunning voor dea kleinhandel in
ieterken drank ia het poroeel 4de Binnenveetgraobt
No. 8L
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
f0 Deo. 1900. VAN HEIJST, BeoreUrie.
In het gebouw der Practische Ambachts
school alhier heeft het examen plaats gehad
van hen, die deel hadden genomen aan den
cursus in hoefbeslag, gegeven vanwege de
afdeeling Leiden en omstreken van de Holland-
sche Maatschappij van Landbouw.
Het examen werd afgenomen door de heeren
Laméris, districts veearts, en Van Gruting,
diatrict8-veearta plaatsvervanger, directeur van
den cursus, voor het theoretisch gedeelte, en
de heeren Maas, militair paardenarts, en
Löwenstein, korporaal-hoefsmid, voor de prac-
tyk, ten overstaan van het bestuur der afdee
ling, den heer Yan Achterberg, directeur der
Ambachtsschool, en den heer Löhnis, inspec
teur van het Landbou wonder wys.
De voorzitter van het bestuur der afdeeling,
mr. A. D. Van Aesendelffc de Coningh, deelde,
na afloop, mede, dat een diploma zal worden
uitgereikt aan: F. W. Brewe te Ter-Aar, G.
Pieterse te Leimuiden, J. Pieterse te Nieuw
koop, J. Rooney en J. Yan Kan te Noordwjjk-
aan-Zee, J. Bruynen te Sassenhelm, T. J.
Natzijl te Hazerswoude, B. Th. Schulto te
Voorhout, H. Grimbergen Hz. te Rflnsburg,
A. Akerboom te Nieuwveen, A. Pieterse te
Nieuwkoop, H. Stichter te Nieuwveen, C.
Grimbergen Gz. te Poeldijk, A. N. W. Vermin
Az. te Noordwjjkerhout, J. P. J. Rozeetraten
te Oudshoorn en H. Timmer te Woubrugge.
Aan zes leerlingen kon geon diploma wor
den uitgereikt.
De drie eerstgenoemden hebben in het
bijzonder voldaan.
Na afloop dankte de hoefsmid J. Bruynen
te Sassenhelm, in welgekozen woorden, het
bestuur, den directour en den onderwijzer van
den cursus voor het genoten onderricht en
werd hy door den heer Van Gruting beant
woord.
De uitreiking der diploma's zal plaats heb
ben in een algemeene vergadering der afdee
ling van den Landbouw.
De heer M. Van KleefF, voorzitter der
Commissie voor de Volksbijeenkomsten alhier,
trad gisteravond in de derde bijeenkomst,
in de Stadsz&al, op. Het publiek was ook nu
in grooten getale aanwezig, zoodat de zaal
geheel gevuld was. De geachte spreker zou
het hebben over „Reintje de Vos", toegelicht
door lichtbeelden. Alvorens spreker met zijn
onderworp begon, verzocht hij, als hij aan
stonds in het schemer zou staan te praten
en de zaal in het duister zou zijn gehuld, de
medewerking zjjner toehoorders, door nl. hun
aandacht te schenken aan datgene, wat apr.
over genoemde legende zou mededeelen. Het
moet gezegd wordener is aan spris. wensch
voldaan, op een enkele uitzondering na, toen
spreker het woord wilde geven aan degenen,
die wel wat luidruchtig waren.
Wat de geschiedenis van „Reintje de Vos"
betreft, zooals die door den hèer Van K. werd
weergegeven en toegelicht door prachtige
lichtbeelden, was ze bepaald belangrijk; voor
menigeen zelfs leerrijk; vooral daar, waar
spreker het dierenrijk vergeleek by heden-
daagsche, zoogenaamde, beschaafde volkeren
en personen.
Het dan sprekers wensch, dat uit deze
legende menig toehoorder iets goeds mocht
hebben leeren Inzien. De geachte redenaar
werd nu en dan hartelijk toegejuicht.
Voor het examen Kx (Staathuishoud-
kunde) en Kxi (Staatsinrichting) waren gisteren
opgeroepen vier c-andidaten, voor elk vak twee.
Afgewezen drie cand. Toegelaten één cand.
voor Staatsinrichting, de heer J. W. Tik te
Leiden.
Naar aanleidiDg van do uitgesproken
wenscheiykheid om de koninklijke salonwagens
meer te doen beantwoorden aan de tegen
woordige eischen, hebben de groote spoorweg-
maatschappyen hier te lande overwogen om
H. M. ten gebruike aan te bieden een konink-
lflken trein, bestaande uit twee salon wagens,
bagagewagens en rijtuigen voor de hofhouding.
De trein zou eigendom biyven der maat
schappijen, maar geheel ter beschikking zyn
van Hare Majesteit, en ook geheel overeen
komstig de wenschen van H. M. worden inge
richt en afgewerkt.
Tot conrector aan het gymnasium te
Haarlem is benoemd dr. L. M. B. Ter Haar
Romeny.
Uit Amsterdam wordt gemeld, dat in
den toestand van mevrouw HoltropVan
Gelder nu voortdurende verbetering merk
baar is.
Naar de „N. R. O." verneemt, stelt het
Kamerlid de heer Tydens zich in 1901 niet
herkiesbaar.
Naar men verneemt, heeft de minister
van buitenland8che zaken op dezelfde voor
waarde (geheimhouding) als aan de leden der
Tweede Kamer, aan den voorzitter van het
hoofdcomitó van het Roode Kruis inzage ver
leend van de offlcieele bescheiden in zake de
gevangenneming der leden van de Nederland-
sche ambulance-Koster.
De luits. t z. der 2de kl. C. D. Julius
en A. F. L. Troll en de off. van gez. der
Iste klasse R. Willemsen, uit Oost-Indiö in
Nederland teruggekeerd, z\jn op non-activi
teit gesteld.
Het stoomschip „Meissen" arriveerde
20 Dec. van Java te Amsterdam; de „Bogor"
vertrok 20 Dec. van Rotterdam naar Java;
de „Oranje-Nas8au" vertrok 20 Dec. van
Nieuw-York naar West-Indië; de „Statendam"
vertrok 20 Dec. van Rotterdam naar Nieuw-
York; de „Kanzier" (uitreis) arriveerde 19
Dec. te Napels; de „Koning WillemIII", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 20 Deo.
van Genua; de „Van Riemsdijk", van Amster
dam naar Batavia, vertrok 20 December van
Colombo.
Katwyk-aan-Zeo. Overzicht der haring-
aanvoer gedurende de laatste 5 jaren: 1896
door 74 bommen aangevoerd 67,393 ton
pekelharing, 8548 i. steurharing en 196,200
losse stourharingen; voor 1897 waren dezo
getallen 73—39428—1202—72000; voor 1898:
71—57461—1706—139400; voor 1899:67—
22640—580—0; voor 1900: 68—48828—
1666—46600; 1896 door 9 loggers aangevoerd
11934 t. pekelharing, 2021 steurharing; voor
1897 waren die getallen 1613178—546;
voor 1898: 16—17959—608; voor 1899:
61—9060—195; voor 1900:17-18096—768.
Leiderdorp. Gistermorgen had de machi
nist M., werkzaam op de fabriek van den
heer S., het ongeluk van een ladder te vallen
en met zfln been tusschon een in werking
zflnde machine te geraken. Hierdoor is zyn
knieachyf ontwricht.
Nadat dr. De Bruyn de eerste hulp had
verleend, is hij naar het Acad. Ziekenhuis te
Leiden overgebracht.
Bassenheim. De bruto opbrengst der collecte
voor het Nationaal Huldebiyk alhier is f 135.83.
Voorscholen. Woensdagavond had in de
zaal van het Ambachtshuis de voordracht
plaats van dr. L. Bleekrode, van 'a-Graven-
hage, over het vorkrygen van beweegkracht
door electriciteit. De vergadering, die van het
Nutsdepartement uitging, was, behalve door
de leden, vooral door leerlingen der Normaal
school en eenige andere belangstellenden be
zocht. De voordracht werd door verschillende
proeven toegelicht, die alle zonder uitzondering
slaagden. Het onderwerp is zoo uitgebreid
en moeiiyk, dat het natuuriyk ondoeniyk is
in een enkele voordracht daarvan ook zolfa
een beknopt overzicht te geven, ten minste
aan hen, die van de geheele zaak niets afweten.
Door veel te laten zien belangstelling op te
wekken in het onderwerp wa3 blykbaar de
bedoeling van den spreker en ons komt het
voor, dat hy daarin wel geslaagd is. Hun, die
zich hiervoor opgewekt gevoelen in de zaak
dieper door te dringen, zal het NutsbeBtuur
desgevraagd zeker den weg daarvoor gaarne
wyzen.
Aan het einde van zyn voordracht viel
den begaafden spreker een harteiyk applaus
ten deel van de vergadering en een woord van
dank van den Voorzitter.
Jammer, dat de verlichting van de zaal
vooral voor voordrachten als deze onvoldoende
moet worden genoemd, terwyi ventilatie aldaar
een onbekend weelde-artikel ia.
Zoeterwoude. By den landbouwer J. Dolle,
alhier, ia hedennacht ingebroken en zyn 13
eenden ontvreemd.
Ten overstaan van mr. J. A. F. Coebergh,
notaris te Leiden, is alhier opgericht een
coöperatieve Boerenspaar- en Leenbank. Het
aantal oprichters bedraagt tot heden 41. Later
zal kunnen worden bepaald op welk tydstip
de Bank in werking treedt.
Het ïyk, dat gisteren uit den Rjjn onder
deze gemeente is opgehaald, is dat van J. H.
Uitenboogaard, wonende in de Ryndykstraat
te Leiden. Vermoedeiyk moet ook hier aan
een ongeluk worden gedacht. De overledene
was gehuwd en laat bovendien 4 kinderen na.
Uit do „Staat»ooiiraut".
Kon. besluiten. Benoemd met 1 Januari
tot burgemeester van Staphorst mr. A. baron Van
Dedem. Benoemd tot lid der centrale commissie
voor de statistiek dr. H. G. Ringeling, directeur
van den gemeentelijken gezondheidsdienst te
Amsterdam.
On verzoek eervol ontslagen dr. J. Noyon te
Zwolle, als plaatsverv. lid van den goneesk. raad
van Overysel en Drente; H. Z. Woitersom, gep.
off. van gez. Iste kl. te Maastricht, ale lid, en
R. J. C. Schoepp, apotheker aldaar, als plaatsverv.
lid van den geueesk. raad van Limburg en Ooste
lijk Noord-Brabant.
De luit.-kol. G. J. V. Vinkhuizen, van den staf
der artillerie, eervol ontheven uit de betrekking
van voorzitter der commissie Yan proefneming en
in verband daarmede in zyn rang overgeplaatst
bij het 3do reg. vesting-artillerie, en benoemd, by
den staf der artillerie, tot voorzitter dor commis
sie van proefneming, de majoor A. W. Katten-
busch, van bet 3de reg. vesting-artillerie.
Min. beschikkingen. Met ingang van 1 Jan.
1901 benoemd tot assistent aan bet Rjjksland-
bouwproefstation te Maastrioht, C. A. idzerda,
aldaar.
Voor hafc tijdvak van 1 Januari tot en met 31
December 1901 benoemd: tot assistent aan het
Rgkslandbouwproefstation te Hoorn, J. A. Ezendam,
te Wageniogen, met toekenning van eervol ont
slag. «Is schrijver aan het Rijkslandbouwproef
station aldaar; tot assistent aan het Hyksland-
boawproel'station te Goes, P. Van ücuwolingen,
aldaar; lot bediende aau bet Rykslandbouwpruef-
station te Wageningen, B. Van der Wart, aldaar.
Raad van State. Openbare vergadering van
de afdeeling voor de geschillen van bostuur, op
Donderdag 27 December 1900, des voormiddags
te elf uren.
GrOiueen.texra.a-d. -van Leiden.
Om kwartier vóór vyven werd do gister-
namiddag gehouden openbare vergadering her
opend.
Toen kwam aan de orde de „verordening
betreffende het verleenen van kostelooze ge
nees- en heelkundige hulp aan onvermogenden,
den dienst der Stadsgeneesheeren en den werk
kring van het College van Stadsgeneesheeren
te Leiden."
Algemeene beraadslagingen werden niet ge
voerd. By de behandeling van art. 3 lichtte
de heer Fockoma Andreae de bezwaren toe
van de Commissie voor de Huishoudelijke
Verordeningen tegen behoud van den eed (of
belofte), dien de Stadsgeneesheeren, alvorens
hun betrekking te aanvaarden, in handen
van B. en "We. moeten afleggen. Zy is tegen
noodelooze vermeerdering van eeden, waar
door het gewicht van don eed wordt vermin
derd, en het schynt haar noodeloos en daarom
ongewenscht, van de Stadsgeneesheeren een
eed te vorderen. De nauwgezetten zullen hua j
plicht doen, ook zonder den eed te hebben1
afgelegd, en mocht ooit een minder nauw
gezet man onverhoopt tot Stadsgeneesheer
worden benoemd, dan zal beëediging hem
niet tot zorgvuldiger plichtsbetrachting nopen.
De Voorzitter merkte op, dat dit argument
tegen eiken eed kan worden aangevoerd. De
Raadsleden zyn zeer betrouwbare menschon
en toch moeten zy do by de wet voorge
schreven eeden afleggen. Spr. wil don eed
niet in 't algemeen afschaffen, omdat hy dik-
wyis gezien heeft, van wolk gewicht die is,
doch B. en Ws. laten gaarne aan den Raat
de beslissing over, of art. 3 al dan niet in
de bedoelde verordening zal worden gehand
haafd. Nadat hy voorts nog, naar aanleiding
van een opmerking van den heer Do Goeje,
gewezen had op het verband, dat bestaat
tu8schen art. 3 en art. 17, verklaarde de heer
Pera sterk te zyn voor het behoud van art, 3
en zich niet te kunnen vereenigen met do
redeneering der Commissie voor de Huis-
houdeiyke Verordeningen, ook al zyn de
doctoren z. i. alleszins betrouwbare mannen.
Art. 3 werd nu in stemming gobracht en
goedgekeurd met 15 tegen 5 stommen, die
der heeren Zaayer, Fockoma Andreae, Van
Rhyn, Van Hamei en Van Dissel.
De heeren P. J. Van Hoeken, Den Houter
en Van Lidth de Jeude hadden vooraf de ver
gadering verlaten.
De 2de alinea van art. 5, luidende: „Het
(nl. het bewys, dat de zieke gerechtigd is
kosteloos genees- of heelkundige hulp te ont-
Slot)
r Op raad van den dokter had hy zich in het
ziekenhuis laten opnemen en thans achtte hy
zich verplicht my te zeggen, dat ik maar naar
sen anderen redacteur moest omzien, daar hy
niet geloofde, dat hy het ziekenhuis levend
zou verlaten.
Wy wisten wel, dat Sabel zich niet aan
overdryving schuldig maakte en daarom schrik
ten wy niet weinig van dien brief.
Nog in don loop van denzelfden voormiddag
ging ik hem opzoeken en toen trof het my
inderdaad hoe slecht hy er uitzag. Hy was
overigens, ala altyd, goed geluimd en volko-
'men gelaten.
De dokter van het ziekenhuis, tofc wien ik
my daarna begaf, verklaarde my, dat de toe
stand van myn collega hopeloos was. "Wjj
bezochton den goeden Sabel gedurende zyn
ziekte byna dageiyks en bezorgden hem
literatuur en allerlei kloinigheden, die hem
genoegen konden doen. Daarvoor was hy ons
zeer dankbaar. Intusschen namen zyn krachten
ivan dag tot dag merkbaar af en ongeveer
twee maanden na zyn opneming in het zieken
huis blies hy den laatsten adem uit.
Toen wy hem dan nu begraven haddenen
het kerkhof verlieten, kwam de eenige vreemde,
die de plechtigheid had by gewoond, naar my
toe on stelde zich aan my voor als de rechter
.Fabricius. Hy was reeds een schoolvriend van
Sabel geweest, had met hem samen gestu
deerd en was hem ook op zyn lateren levens-
iweg nog tegengekomen. In den tyd, dat Sabel
redacteur van het Westfaalsche blad was,
iWoonde Fabricius als lid van de rechtbank in
dezelfde stad. En toen bracht het toeval hen.
beiden tegenover elkander in een zeer eigen
aardige verhouding.
De heer Fabricius, die het bericht van
Sabels dood in onze courant gelezen had en
opzetteiyk was overgekomen om zyn over
leden vriend de laatste eer te helpen be wyzen,
heeft my op den dag der begrafenis dit merk
waardig geval uitvoerig verteld. Zooalaikhet
verhaal uit zijn mond hoorde, geef ik het hier
terug, alleen met uitzondering van den naam.
Het was (zoo begon de heer Fabricius, toen
wy in den zonneschyn van dien lieflyken
lentemorgen langs de nog eenzame paden van
het stedeiyk plantsoen slenterden), het was
in de spannendste dagen van den stryd over
de grondwet. Ik was eerst voor weinige weken
als rechter van onderzoek by het landsgerecht
aangesteld geworden en had my er over ver
heugd, dat ik in de my vreemde stad een
goeden, ouden vriend had mogen terugvinden.
Sabel, die steeds tot de gematigde party had
behoord, redigeerde de stedelijke courant met
veel talent en opmerkeiyk succes. Onder zyn
leiding had het blad zich, naast andere groo-
tere en met aanzienlyker middelen toegeruste
organen, een wezenlyk eervolle plaats veroverd.
Daarby was Sabel by al hetgeen hy schreef
zeer voorzichtig en bezadigd, zoodat het ge
vaar, dat wy, oude vrienden, hy als veranb-
woordeiyk redacteur en ik in myn hoedanig
heid van rechter, het wel eens met elkander
aan den stok konden krfjgen, zoo goed als
uitgesloten kon worden geacht By onzen
dageiykschen omgang vermeden wy overigens,
als by stilzwijgende overeenkomst, zooveel
mogeiyk het netelig veld der politiek.
Kort na myn aanstelling zond de toen
malige minister van justitie aan het bestuur
der r !nc*e oon voorschrift, waarvan ook
de rot.iteriyke ambtenaren in kennis gesteld
werden, doch dat overigens strikt geheim
biyven moest Een tydlang bleef dit geheim
ook werkelijk streng bewaard, maar na eenige
weken lekte er toch iets van uit. Een paar
couranten in de hofstad en eenige groote
provinciale organen wisten daaromtrent min
of meer juiste mededeelingen te doen en het
voorschrift, dat inderdaad zeer bedenkeiyk
was, werd ook door de meest gematigde
bladen scherp gehekeld*
Ik was nog een jong ambtenaar en het
bedoelde voorschrift had ook my niet weinig
verdroten. Ik had er nameiyk een inbreuk
maken op de onafhankelykheid der rechter-
ïyke macht in gezien.
Op een dag zei Sabel:
„Je moest my daarover eens wat schry ven.
Ik ben het onderwerp niet genoeg meester
om er mot den noodigen nadruk over te
spreken."
„Goedl" riep ik. „Dat wil ik gaarne doen,
want er is eon massa onzin over dezo zaak
rondgestrooid, en datgene, wat ik schry f, zal
ik voor myn geweten kunnen verantwoorden."
Ik schreef een opstel en ik verbeeldde my,
door met alle bescheidenheid op een onloochon-
baren misgreep het licht te doen vallen,
wezeniyk nut te stichten. En myn geschryf
moet niet slecht uitgevallen zyn, want het
trok veel meer de aandacht dan ik had durven
verwachten. Zelfs aan het ministerie werd
het artikel gelezen, doordat alle couranten
het ovornamen. En nu bleek ook, dat> ik my
deeriyk de vingers gebrand had. Onvoorzichtig
had ik een korten volzin uit het voorschrift
woordeiyk in myn opstel weergegevon. De
Minister liet zich het nummer van Sabels
courant brengen en droeg aan den president
van ons gerechtshof op, zich omtrent den
schryver van het artikel in quaestie te ver
gewissen, ten einde tegen den persoon wegens
Bchending van het dienstgeheim eon ver
volging in te stellen. De president gelastte
mij, als rechter van onderzoek, dr. Sabel als
getuige te dagvaarden en door zyn bemid
deling te weten te komen, wie de schryver
was geweest
Daar zat ik nu deeriyk in de klemt Het
was my allesbehalve aangenaam te moede,
toen ik de dagvaarding van den getuige Sabel
onderteekende, en myn hart bonsde niet
weinig, toen ik den volgenden morgen ln de
gerechtszaal zat en het uur, waarop de getuige
Sabel moest gehoord worden, naderde.
Natuuriyk had ik het vermeden, sedert den
dag, waarop ik myn vriend het handschrift
had, toevertrouwd, over de iptgevallen van.
myn opstel ook slechts één woord met hem
te wisselen. Den avond te voren hadden wy
elkaar, als gewooniyk, in gezelschap ontmoet.
Sabel had toen zyn dagvaarding reeds ont
vangen, doch ook hy repte van de zaak met
geen enkel woord.
Voor my stond er zeer veel op het spel.
Ik was verloofd. Myn aanstaande schoon
vader was oen streng conservatief ambtenaar
en ik wist maar al te goed wat voor een
indruk het op hem maken zou, als hy vernam
hoe ik, wegens schending van het dienst
geheim en een tegen myn chef gerichte
openiyko critiek op de straflyst werd ge
plaatst. Ik wist ook welk een schadeiyken
invloed deze zaak op myn ganscho toe
komstige loopbaan hebben moest.
Ik zat dus in myn rechterstoel lang niet
op rozen.
„Laat den getuige dr. Sabel binnenkomen,"
beval ik den gerechtsdienaar, die aan de deur
stond te wachten.
Terstond daarop verscheen Sabel. Hy
grootte my beleefd en vormoiyk en ik beant
woordde zyn groet op dezelfde wyze.
Nadat de noodige voorafgaande formaliteiten
waren afgeloopen begon ik:
„Mjjaheer Sabel, gy zyt de vorantwoor-
doiyke redacteur van de Xscho courant,
nietwaar
Hy bevestigde dit.
„Gy hebt in uw nummer van den zooveel-
sten der vorige maand een opstel openbaar
gemaakt over een geheim voorschrift van
den minister van justitie. Hier is het opstel.
Is het u bekend?"
„O, ja. Ik heb het zelf geschreven."
Ik was zóó verbaasd over dit antwoord, dat
het eenige oogenblikken duurde voordat ik
meoster was over my zelf.
„Weet ge dat zeker?" vroeg ik.
„Heel zeker," antwoordde hy kalm en zag
my daarby glimlachend aan.
„Bedenk u wel, mynheer Sabel. Ik moet
er u opmerkzaam 'op maken, dat de zaak
streng zal gestraft worden.
«Dat acht mü. Maar ik jroloof cieL.dat
men zal kunnen bewyzen, dat ik hot geheime
voorschrift gelezen heb. Ik heb over dat
ministerieele voorschrift in veel bladen lange
artikelen gelezen, ik heb met tal van monschen,
ambtenaren en niet-ambtenaren, er over ge
sproken, en heb toen myn artikel geschreven.
Het is dus zeer wel mogeiyk, dat ik toevallig
de woorden heb neergeschreven, die den
Minister deden vermoeden, dat er een ambts
geheim geschonden is."
Ik was niet in staat Sabel aan te zien,
maar ik voelde, dat ik vuurrood werd. Ik moest
my geweld aandoen om niet op to staan on
myn vriend vol dankbaarheid in de armen te
drukken. In plaats daarvan maakte ik nauw
keurig proces-verbaal op van zyn inkleeding
der zaak.
Wel diende de officior van justitio een aan
klacht tegen hem in, maar Sabel werd in
eerste en tweede instantie vrygesproken en
daarmede was de zaak u!t.
We hebben nog wel een jaar ui dezelfde
stad samengewoond en bleven elkander byna
dagelyks ontmoeten, maar nooit heeft Sabol
tegenover my deze aangelegenheid ook maar
met oen enkel woord aangeroerd. Toon hy
onze stad verliet en by my afscheid kwam
nemen, wilde ik er over beginnen. Ik voelde
my innerlyk daartoe gedrongenik wilde hom
toch eens myn dank betuigen. Maar hy sneed
my terstond hot woord af.
Wy hebben elkander nog menigmaal ge
schreven. Ik wist, dat het hem niet voor den
wind ging, en tk zou den bravou, trouwen
vriend zoo gaarne van dionst zfjn geweest.
Maar hy is nooit met eon verzoek tot my
gekomen en ik zou het natuuriyk niet hebben
durven wagen hem een hulp aan to bieden,
die hy niet begeerde.
Wees overtuigd, zoo eindigde de heer
Fabricius, dat de anno vriend, dien wy daar
even begraven hebben, een zeldzaam goed
mensch was, een vriend in den waren zin
des woords.
Nu wist ik ook, wie den moeien krans op
Sabels graf golegd had.