IN*. 12518 Donderdag 13 December. A*. 1300 §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 13 December. feuilleton. DE SCHAT. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden per 8 maanden; 1* r'TifïSOi Buiten Leiden, per looper en waar «genten gevestigd rtJn 1.80. Franco per poet j i j t i i t i i i ii 1.65. PBIJS DEB ADVERTENTIE!!: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^. Qrootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. |Voor de krijgsgevangen Boeren en bun vronwcn en kinderen. Het Leidsche sub-comité bericht, in aan- Islmting aan het verslag van het Middelburgsch •comité, gisteravond in het Leidsch Dagblad •gepubliceerd, dat het bereid is alle goederen, I daarin vermeld, of gelden, tot dat doeleinde I afgezonderd, in ontvangst te nemen en voor |de verzending te zorgen: Mev. Schouwenburg, N. Rijn. Muller—Heynsius, Hoogl.-Kerkgr. Mej. Byleveld, Witte Singel. Briêt, Breestra&t. Coebergh, Breestraah .v. Dorp, N. Ryn. m Kutsck Lojenga, Zoeterw. Singel. Verdam, Hooigracht Zelden voorzeker gingen zoo ontzaglik velen op naar een bijeenkomst in de Pieters kerk als gisteravond. Gansche drommen van menschen, van allen rang en stand, uit Leiden en de omstreken, stroomden van even half zeven tot halfacht naar hot groote kerkgebouw, ■waar veel beschikbare plaatsen gratis mochten worden ingenomen. Reeds spoedig waren dan ook al de zitplaatsen bezet en werden tevens plaatsen, met daarvoor bestemd, als zitplaatsen gebruikt. Velen ongetwijfeld waren enkel gekomen om ds. H. D. Van Broekhuizen, die zou voorgaan, te zien, en verwijderden zich dan ook na hun doel bereikt te hebbenhet meerendeel echter was en bleef ter kerke, om met belangstelling te luisteren naar hetgeen deze predikant, verbannen uit Trans vaal, uit Pretoria, die negen maanden lang den oorlog heeft meegemaakt, die vertoefde in de laagers van De Wet on Cronjó, te zeggen had. Gedurende zjjn lezing stonden dan ook nog de gangpaden vol hoorderessen en hoorders. Onder het zingen van Psalm 68 vs. 11 en 14 beklom ds. Van Broekhuizen don kansel en deelde, na een vurig smeekgebed, mede, dat, hoewel hij thans mededeelingen wensjchto te doen over Transvaal en den ottPiQgrL.i) :toch der schare een tekst onder de aandacht wilde brongen en wel deze„Wee u, gij verwoester, die niet verwoest zyt l en gij, die trouweloosiyk handelt, waar men niet trouweloos^k tegen u gehandeld heeft l Als gij het verwoesten zult volbracht hebben, zult g(J verwoest worden; als gij het trouweloos handelen zult voleind hebben, zal men trouwelooslyk tegen u handelen" (Jesaja 33, ver3 1). Ds. v. Broekhuizen sprak alsnu woordon van jroote waardeering jegens president Kruger, 'die „alles legt aan de voeten van God, op Wien 'hij blijft vertrouwen, van Wien h(j ztJn heil en hulp verwacht, en die den Heere smeekt de harten van vorsten en prinsen te willen leiden als waterbeken." Dit had de President 4en spr. zoo gezegd. Daarna sloeg de voorganger een blik in don 'toestand van Transvaal en den Vrijstaat voor 'het uitbreken van den oorlog on verheelde niet, dat er veel partyschap heerschte, welke echter week en zich oploste in eensgezind ;en aaneengeschouderd optrekken tegen den vijand, toen deze het recht en de vrijheid dor vrije landen bedreigen kwam. Hy stond stil by de aanleiding tot den oorlog, er met nadruk op Iwijzende, dat Engeland den oorlog wilde, en veroordeelde de handelwijze van Cecil Rhodes, ,'Milner, Schreiner en Chamberlain; daartegen over stellende de vaderlandsliefde der verbonden Republikeinen en de heldhaftigheid van mannen als Steyn, De la Rey, Joubert, Botha e. a. Yooral de mededeeling van zyn persooniyke ervaringen maakte zyn rede hoogst interessant. Is God niet met ons? vroeg spr. in den loop zyner rede. Hebben daar Diet do overtuigende bewyzen van, zoo we slechts onze verliezen vergeiyken met die der En- gelschen Hy deed ook verschillende mededeelingen over de zending onder de Kaffers, waaruit bleek, dat het een gruwelijke leugen van Engeland is, dat hieraan niet genoeg zorg besteed wordt. De Wet werd door spr. gekarakteriseerd als oen „typische Boer", die zeker nooit den nek zal buigen voor Engelands dwingelandy. Niet ongeruster zpn de Engelschen dan wan neer zy hom omsingeld hebben, daar ze dan vooruit weten, dat er weer eenige spoortreinen gesprongen zyn. Yooral schetste spr. generaal Joubert als een edel man, die zyn leven gegeven hoeft voor vaderland en volk en nooit eenige hande ling gepleegd heeft, in stryd met de belangen van zyn land en volk. Ook schetste ds. Van B. generaal Cronjó en stelde hem voor als een dapper man, wars van allo verraad. Hy was echter zeer koppig en minachtte zyn vyanden. Zyn gewone ant woord aan iemand, die hem raad geeft, is altyd: „Vóór jy geboren was, was ik al krygsman". Daarna werden door spr. verschillende zaken medegedeeld, welke hy ondervonden had gedurende zyn gevangenschap; zaken, die alle een hoogst ongunstig denkbeeld geven van de handelingen der Engelschen en hen doen konnon als barbaren. Ds. Van B. sprak ten slotte als zyn mooning uit, dat de Boeren het niet verliezen zullen en wekte op om voor hen to bidden. Voor hen, die er belang in stellen, wyzen we er bior op, dat de rede in druk verschenen is en dat do opbrengst er van bestemd is voor het fonds tot ondersteuning van Boeren vrouwen en kindoren dor beide Republieken. De indrukwekkende en bemoedigende woorden, waarin ds. Van B. zyn onderwerp „Zuid- Afrika's vertrouwen." heeft behandeld, ver dienen de aandacht in breoden kring. Achtereenvolgens werden nog do schare gezongen: Ps. I8S vs. 4; Gezang 160 vs. 5; Gezang 156 vs. 4. Do menigte zong den predikant na het uitspreken van den zegen toe het bekende „Dat 's Heeren zegen op u daal' 1" Daarop weerklonk krachtig, met orgelbegeloiding (het orgel werd bespeeld door den heer Mens), het Transvaalsche volkslied door de kerkge ./elven, een plechtig slot van dezen avond. Er werd in de kerk voor Transvaal gecol lecteerd. De' in ons vorig nommer vermelde ver zameling van aan prof. dr. H. A. Lorontz opgedragen wotenschappeiyke verhandelingen werd den jubilaris namens een commissie van Nederlandsche geleerden overhandigd door prof. dr. H. Haga, die vóór 25 jaren eerste paranymph by de promotie van den jubilaris was en die ook het initiatief tot het herden ken van die plechtigheid had genomen. Vanwege de Chr. Jongehngsveroeniging „Uw Bewaarder zal niet sluimeren", alhier, zullen ook dezen winter weer bijeenkomsten in „Pniël" gehouden worden. Vorige winters vielen die zeer in den smaak en was het aantal bezoekers steeds groot. Moge een en ander ook nu weer zoo zyn! Zooals reeds in dit blad werd bekend gemaakt, heeft de eerste byeenkomst plaats op 18 December. Naar aanleiding der verloving van H. M. Koningin Wilhelmina met Z. H. Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin heeft de firma J. M. Van Kempen en Zonen in haar Koninklyke Nederlandsche Fabriek van gouden en zilveren werken te Voorschoten een herinne- ringsmedaiUo ontworpen en vervaardigd, welke door haar in den handel wordt gebracht in zilver en brons. Die medaille mag xeer zeker een fraai kunstwerk worden genoemd. Aan de eene zyde vertoonen zich de busten van de Vor- steiyke verloofden met een omschrift in scherpe letters beider namen vermeldende, terwyl aan de andere zyde bovenaan zyn aangebracht beider wapens met de daar by behoorende spreuken en daaronder eveneens in duideiyke letters deze woorden: „Moge deze gebeurtenis, onder Gods zegen, bevorderiyk zyn aan het welzyn van ons land en van zyne bezittingen en koloniën in Oost en West." Daaronder verspreidt een zon allerwegen haar stralen en er om heen bevindt zich een krans, met een herinnering aan de verlovlngs-proclamatie van 16 Oct. 1900, welke bovenstaanden wensch bevatte. Het geheel getuigt van artistieke opvatting en bewerking, en het kan niet anders of velen zal met de vervaardiging er van zeer veel genoegen zyn gedaan. Het bestuur der Broederschap van com miezen der posteryen heeft een adres inge diend by de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarby andermaal wordt opgekomen tegen de door enkele leden geuite wenschen betreffende verbetering van de positie dor klerken by posteryen en telegraphie, in zooverre deze de verkregen aanspraken van andere ambtenaren aantasten. In de gistoren gehouden algemeene ver gaderingvan aandeelliouders der Noord wyksche Stoomtram-Maatschapyij werd uitgebracht de balans en winst- en verliesrekening over het afgeloopen boekjaar. Als bestuutslid werd her kozen jhr. G. J. Van Tets, te *6-Gravenhage. Door eenige der aanwezigen word gewezen op het feit, dat deHoliandsciie IJzeron-Spoor- weg-Maatschappy, die de lynen der Stoomtram- maatschappy exploiteert, door oen betere regeling dier exploitatie vek zou kunnen bydragen tot den bloei der vennootschap, aangezien do wyze, waarop thans die exploi tatie geschiedt, met anders dan financieel slechte resultaten kan opleveron. De Duitsche consul te Loremjo-Marquez is door zyn regeering gemachtigd geworden do Nederlandsche belangen aldaar waar te nemen. (S<s-C<.) Het flottielje-vaartuig „Assahan" onder bevel van den luitenant ter zee Isto klasse F. E. baron Mulert, is 12 dezer te Port-Saïd aangekomen. De toestand van mevr. Holtrop Van Gelder blyft stationair, d. w. z. bevredigend. De „N. R. Ct." bericht, dat de plaats van dr. J. H. Kern Hz., die, ten gevolge van zyn benoemiDg tot hoogleeraar te Groningen, haar redactie mot 1 Januari verlaat, zal worden ingenomen door den heer Chr. F. Haje, docto randus in de letteren te Amsterdam. Naar „De Tyd" uit zeor goede bron ver neemt, zal ter gelegenheid van haarhuweiyk door H. M. de Koningin aan een aantal gevangenen en veroordeelden geheele of ge- deelteiyke kwytschelding van straf worden verleend. Reeds is bevel gegeven om lysten op te maken van veroordeelden en gevangenen, die voor gratie in aanmerking kunnen komen. Aan de Verkiezing van drie leden van het hoofdbostuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is deelgenomen door 153 depar tementen, te zamen uitbrengende 491 stemmen. Gekozen werden: d^. M. Straub met 475 stemmen, tegen 16 op dr. N. M. Josephus Jitta; mevrouw M. G. Muller Lulofs met 818 stommen, tegen 173 op den heer Herman Snyders, en dr. D. Bos met 440 stemmen, tegen 51 op den heer J. H. A. A. Kalff. Dr. D. Bos, te Winschoten, heeft de benoe ming aangenomen, dr. Straub, te Amsterdam, en mevrouw Muller—Lulofs, te Utrecht, hebben er voor bedankt. Van de kleine populaire brochures, die de Maatschappy tot Nut van 't Algemeen uit geeft, is er weer een verschenen„De oorlog on het scheidsgericht", door mr. J. M. Van Stipriaan Lulscius. Gistermiddag is te Amsterdam overleden do boekhandelaar en antiquair H. G. Bom. Eenigen tyd geleden vierde hy zyn tachtig sten verjaardag. Nog op 5, 6 en 7 Dec. had de heer Bom de leiding van een zeer uitgebreide veiling van instrumenten, enz. en gedroeg zich, trots zyn hoogen leeftyd, zoo flink, dat het publiek hem na afloop feitelyk een ovatie bracht. Zaterdag 11. voelde hy zich tydens de werk zaamheden niet wel en begaf zich uit het verkooplokaal naar huis en gistermiddag maakte de dood vry plotseling oen eind aan zyn werkzaam en welbesteed leven. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is, met ingang van 1 Jan. 1901, aan J. J. Vermeulen, op zyn ver zoek, eervol, ontslag verleend als assistent voor de waterbouwkunde aan de polytechni sche school te Delft, en is voor het tydvak van 1 Januari 1901 tot en 'met 31 Januari d.a.v. als zoodanig benoemd W. K. Van Oort, civiel-ingenieur te 's-Gravenhage. Te Amsterdam zya benoemd tot hoofd eoner openbare school: I. Van Wyk, zich ook noemende J. Schinkel <van Dyk, lsto onder wijzer aldaar; tot onderwyzers: H. Kleyn, te Haarlemmermeer, E. Smit, te 's-Hortogon- bosch, en L I. Lamers, te Bussum. Te Amsterdam is overleden in 58-jarigen ouderdom de heer A. Myer, oud-lid van de Rekenkamer van Ned.-Indié. Dagelyks bevat de „Petit bleu" inschry- vingen van het huwelijksgeschenk, uit België H. M. Koningin Wilhelmina aan te bieden. Onder die van heden is er een van 5 £r. uit Lissaoon, van iemand die zegt het gevoelen te vertolken van het „verdrukte Portugeesche volk", door te roepen: „Leve Kruger! Leven de moedige Boeren!" Het blad heeft reeds allerlei ontwerpen voor het beoogde kunsfwerk ontvangen en verklaart zich voorshands van een Oedipus en Antigone", by wie Kruger en de Koningin worden vergeleken, waardoor aldus het echoone beeld der oudheid wordt voorgesteld „de blinde phllosoof Oedipus door de jeugdige Antigone geleid." Uit Haarlem meldt men, dat daar voor een overtalryk publiek in het „Brongebouw"' als spreker optrad ds. H. D. v. Broekhuizen uit Pretoria. Een collecte voor de vrouwen en kinderen der Boeren bracht f 296.95 op. Bovendien werd aan gifton ontvangen f 286. Alfon. Nader meldt men ons: Aan het einde der Dinsdag gehouden Raadsvergadering deelde de Voorzitter den Raad mode zyn be sluit om, wegens geheel particuliere redenen, eervol ontslag uit zyn ambt aan te vragen, met Ingang yan 1 Maart 1901 on dat hy het daartoe strekkend verzoekschrift binnen enkele dagen aan H. M. de Koningin hoopte in te zenden, het van zyn plicht achtende uit reverentie allereerst, dat college vaD dit zyn besluit officiéél kennis te geven, alvorens het op ©enigerlei wyze bekend te maken. Zegwaard-Zoetermoer. Het contingent van de militie bedraagt te Zegwaard van de 24 loteiingen 6, zoodac de nummers 3, 4, 6, 7, 8 en 9 zullen worden opgeroepen, en te Zoetermeer van de 13 loteiingen 3, zoodat aldaar de nummers 2, 5 en 6 zullen worden 1 ingeiyfd, mits de houders van bedoelde nummers j voor den dienst worden goedgekeurd. Zoetermeer. Enkele ingezetenen hebben een bedrag van f 45 byeengebracht om dit ter hand te stellen aan C. De B alhier, zynde de som, aan dezen man op zoo brutale wyze ontstolen. Tevens is een som van f 25 uit geloofd aan hem, die zoodanige aanwijzingen verschaft, welke veroordeeling van den dief ten gevolge hebben. TWEEDE KAMEU. Hoofdstuk, Binnenlandsche Zaken voor 1901. By de voortzetting der behanduling van de afdoeling Lager Onderwijs keurde de heer Van Asch van Wijck (Ede) af de vernietiging van een besluit van den gemeente raad van Ede, regelende do jaarwedden dor onderwyzers. De~ heer De Pisser meent, dat door do regolen voor het subsidie aan scholen voor meer uitge breid lager onderwys, verschillende vakken j aan die scholen niet behoorlijk onder wezen worden. j De heer Van Kol dringt aan op do maat- regelen ter genezing van het spraakgebrek by veel kinderen. De Minister zal overwegen of het wenscheiyk is een staatscommissie te benoemen voor een geheele organisatie van het onderwys. De samenstelling der examen-commissiën levert thans weinig reden van bezwaar meer op. i De examens Ln de fctankleer voor het Fransch zyn juist in het belang der examinandi. Waar de keus is tuaschen twee even be- kwan»e personen, geeft de Minister de voor keur als examenlid aan een onderwUzer, die geen candidaten opleidt voor de onderwyzers- akte. Wat aangaat de beweerde misbruiken by examens, de Minister meent te kunnen zeggen, dat van fraude niet ls geblekeD. In het algemeen hebben de gemeente besturen het recht aan openbare onderwyzers buiten de schooluren werkzaamheden op te dragen; doch zeker hebben zy het recht niet om byv. op te dragen het begeleiden der kinderen naar de Mis. In het wetsontwerp tot wyziging der school wet, naar aanleiding der leerplichtwet, zullen ook bepalingen voorkomen omtrent de maxima der onderwyzers-traktementen. Van den Minister ls niet te wachten alge meene schoolwetwyzlging in den zin der conclusie van het Unierapport, De quaostio der vaccinedwang moot geregeld worden by de wet der besmettelijke ziekten. Zoo noodig zullen wyzigingen worden ge bracht in de modellen ter uitvoering der leer plichtwet. Ten aanzien van het verzuimen op Zaterdag door Israölietische kindoren worden reeds maatregelen genomen. Verder zegt de Minister, dat hy niet voor nemens is by de herziening der schoolwet een wyziging te brengen in het schooltoezicht. De heer Mutsaera beweert, dat de uitslag van zekere examens wel zeker te wijten is aan de wyze van samenstelling der examen- commissiën. Met eenige zelfbeheersching betrad Emile hot duffe, kwalyk riekende vortrek en vond de oude aan een wormstekige tafel zitten, terwyl zi) behaaglijk uit oen groot glas brandewijn dronk. „Smaakt het, Katrijn?" riep hij lachend en sloot voorzichtig de deur. „Al" grinnikte de vrouw; „zie ik u ook een3 hier, jongeheer? Ja, ja, nauwelijks hooft men een meisje, of men wil ook dadelijk de toekomst weten." „Houd uw dom gezwets bij u, moeder Katrijn 1 Ik vraag geen zier naar de toekomst, die gij me wilt voorspellen. Ik heb een andere, veel gewichtiger zaak met u te behandelen, en als gij verstandig en slim zijt en goed zwijgen kunt, zullen wjj goede zaken met elkaar doen." „Komaan I" sprak do vrouw opstaande en don grendel voor de deur schuivend, „spreek maar, jongeheer Rinker nietwaar, zoo is immers uw naam? Bi) den notaris te logeeren; wij zijn geheel ongestoord." „Allereerst een vraag! Behoort juffrouw Jetje Smit ook tot uw klanten Laat zy zich ook de kaart leggen?" „Dat is eigenlijk beroepsgeheim," ant woordde de oude voorzichtig. „Als ge niet openhartig jegens mij zijt, Katrijn, dan kan er van onze zaak niets komen." „Nu, nu, zoo slim was het niet gemeend. iZeker is ds juffrouw eeu klant, en een goede ook. want zjj bezoekt mjj eiken Zaterdag avond.' „En wat verlangt zij te weten?" „Of ze nog een man krijgt," antwoordde het wijf na eenig talmen. „Mooi, moeder Katrijn; dien man moeten wy de juffrouw, aan wie lk dank vorschuldigd ben, verschaffen. Zoo ik mjj niet vergis, heeft zy eens op den ouden heer Schippers haar hoop gevestigd. Doch daarvoor zal ik zorgen aan u, Katrijn, wordt een andere taak opge dragen, en ik reken daarbij op uw slimheid. Hier hebt ge, op afbetaling, vjjf blanke guldens, en als ge uw zaakjes goed doet, voeg ik er nog tien gulden bij." Bij deze woorden wierp de student v(jf guldens op de tafel, die het wyf begoerig opstreek. Zy beloofde haar best to zullen doen; want zoo'n goed zaakje had zjj in lang niet gehad. Emilo vertelde haar nu uitvoerig een ge schiedenis, waarbij de toehoorster herhaaldelijk lachte en grijnsde en goedkeurend knikte. „Ge gaat dus op het plan in?" vroeg de student ten slotte. „Dat spreekt I Niets is gemakkelijker dan dat; ik stel mij heelwat van de grap voor." „Goed, het zal ook gelukken, maar voor zichtig, dat de juf niets merkt! De hoofdzaak kent ge nu, moeder Katrijn; de bijzonderheden laat ik aan uw Blimheid over." De oude knikte on wreef zich vergenoegd do handen; Inmiddels verlist Emile voldaan het ellondige vertrek. Frans Schippers, om wien vijf jaar geledon de presidente van den „Deugdenkring" zich nog eens zorgvuldigs:' had uitgedost, was een vrijgezel van vyf en veertig jaren. Hy was, naar algemeen beweerd werd, een vrouwen hater; want alle pogingen van trouwlustige meisjes an weduwen, om hem aan zich te boeien, en alle moeite van zorgzame moeders, die volwassen dochters haddon en hem het eenzame vrygezollenleven uit het hoofd wilden praten, waren tot dusverre op zyn ongevoelige borst als op een pantser afgekaatst. Of mjjnhoer Schippers wbrkeiyk zoozeer tegen de vrouwen was ingenomen als het wol scheen, of dat zyn bescheiden salaris als ambtenaar het hem als oen onmogelykheid had doen beschouwen oen buwelyk te sluiten, dat alles laten wy voor hetgeen het is; een feit wa3 het, dat hy stil en afgezonderd leefde on thans, sedert hy don rijperen leeftyd bereikt had, alle godachten aan trouwen uit het hoofd had gezot, hoe warm misschien zyn hart twintig jaar geleden ook mocht geklopt hebben. Of de bescheiden vrijgezel er eenig vermoeden van had, dat hy hot voorwerp eener stille genegenheid was, dat om hem juffrouw Jetje gezucht, gehoopt, zich opgedirkt en uitgedost had, omdat zy zijn groet voor iets meer dan een beleefdheidsvorm had opgevat, betwyfelen wy; mynheer Schippers was niets meor dan een vry droge ambtenaarsborst, die van 's morgens tot 's avonds aan don lessenaar zat, in stoffigo papieren snuffeldo en van dichterlijk denken en voelen evenveel verstond alB zyn poedel van ds sterrenkunde. Zyn levenswijze was zeer eenvoudig; zyn karige bezoldiging veroorloofde hem dan ook weinig meer dan de noodzakolyksto levens behoeften. Do boozo wereld wilde zelfs be weren, dat hy eeu gierigaard was en geld byoen- schraapte, want onder zyn bodstede zouden verscheidene kousen met harde blanke ryks- daalders liggen; doch meer dan een vermoe den was deze bewering niet. Knap wa3 mynheer Schippers ook al niet te noemen; hy was tamelyk lang en mager, het langwerpige gezicht was glad geschoren, de donkere, borstelige wenkbrauwen overscha duwden twee kleine, grauwe oogen, eu hot vry kort geknipte haar was reeds sterk met grys doorregen. Met dit wel wat ongunstig voorkomen was evenwel zyn karaktor en aard geheel en al in strydhy was n.l. goedaardig en zacht van inborst. Sommigen meenden zelfs, dat hy eenlgszins bekrompen van geest vermogens was en het buskruit uiot had uit gevonden; vandaar, dat hy ook niet door zyn examens was gekomen en geon botere carrière gemaakt had. Op een der eerstvolgende namiddagen werd Schippers door hot onverwacht bozook van den student Rinker verrast. .Wat verschaft mU hot genoegen u hior te zien?" vroeg hy, den muzenzoon oen stoei aanbiodend. „Een gewichtige zaak, mynhoor Schippers, dio u van naby betroft en interesseert." „U maakt mij nieuwsgierig." „Ik zal zonder omwegen sprekon, met de deur In huis vallen, zooals men zegt. Uw overleden moeder had, zoo ik goed ben inge licht, als familienaam Kalkman?" „Zeer juist." „Haar vader, dus uw grootvader van moe- derszyde, bekleedde in deze stad hot ambt van schopen en moet in tamolyk welgestelde omstandigheden geleefd hebben?" Schippers knikte toostemmond en begon goed te luisteren, daar bjj achter deze vragen de een of andere erfeniszaak vermoedde. De student schoof zyn stoel wat dichterby en dempte zyn stem tot een geheimzinnig gefluister. „Dozen morgen," zoo vervolgde hy, „bladerde ik in oude akten van myn oom, den notaris. Daaronder vond ik een papier, inhoudende, dat de schepen Qerbardus Kalk man zyn zilvergeld, bestaande in driehonderd rijksdaalders en vyftig o'ukaton, by het nade ren der Fran8chen in een pot begraven had. Hoogstwaarschynlyk bevindt zich die pot nog op dezelfde, nauwkeurig aangodnido plok, daar ik er niet van gehoord heb, dat uien alhier zulke vondst ooit gedaan heeft. Gy, mynhoor Schip pers, zoudt dus ds uaao en ecnigo erfgenaam zyn, tonzy een verro bloedverwant van u, een zekoro Kalkman, in S., de zoon van uw oom van moedorszydo, aanspraak er op maakt; in dat geval zoudt gy natuurtyk do holft moeten afstaan." Schippers was als geélectrisserd opgespron gen on hart mot open mond naar de belang wekkende modedcoling geluisterd. Zyn kleine oogen fonkelden, duim en wysvinger maakten onwillekeurig de bewoging van geid teilen. „Driehonderd ryksdaaldors en vyftig dukaten 1" riep hy verheugd; „welk een schat! O, gy beste, edolo heer Rinker, waar - waar moet ik het geld vindon?" „Zacht, niet zoo luid! Wy moeten v.k niet aan de grooto klok hangen. De ;>!o. zal ik u wel wyzen, zoodra wy het oens zyn. Eerst nog oen andere vraag: Hebt gy lust het gold met uw bloedverwant, die toch al zeer ryk is, te doelon?" „Als bot niet noodig is, zou ik dis ver- deeling liefst achterwege willen laten." „Dat hangt enkel on alleen van ons af, d. w. z. wy moeten zoo voorzichtig te werk gaan, dat niemand iets ran den schat vor- neemt." „Ik kan zwygen als het graf." „Goed! Uw eigen voordeel schryft dat ook voor. En ten andoro, gy zult begrijpen, dat ik myn moeite niet voor niemendal doon kan." „Dat spreekt I Eisch slechts, beste mynheer Rinker l" (Wordi vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1