N\ 12490
Zaterdag XO November.
A9. 1900
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
a- en feestdagen, uitgegeven.
van
Derde Blad.
Het zooQenaamde Drankvraagstuk
feuilleton.
DE STERï(STHALS.
LEIDSCH
•-
PRIJS DEZER COURAJTTI
Voor Leiden per maanden; a i r"i~r~* f 1-1<K
Buiten Leiden, per loopet en waar agenten gevestigd zijn 1.80.
Franco per post •«iilctttitlt*?* *-68'
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Yan 1—0 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootma
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
lilt een oogpunt t&u Maattchappelijk-
ou Staatsbelang.
II.
Men schrijft vrjj algemeen, en vermoedelijk
terecht, het feit, dat het drankverbruik sinds
1881 betrekkelijk nog zoo weinig is vermin
derd, in hoofdzaak aan den stillen of clandes-
tienen verkoop toe. Alle contröle prikkelt
natuurlijk tot smokkelarij en zoo ook hier.
Bekeuringen, nu en dan gedaan, helpen niet,
omdat de boete niet hoog 13 en het voordeel
er wel tegen opweegt. Men kan zich wel eens
aan een veroordeeling wagen.
Hierby komt nog, dat wel de onbevoegde
verkooper van sterke dranken volgens de
wet strafbaar is; maar niet de kooper. Het
verwondert ons wel eenigszins, dat de Regee
ring, die over de strafbaarstelling van den
kooper zegt ernstig te hebben nagedacht, ten
slotte afzag van een voorstel in dien geest.
Zy heeft thans voorgesteld te bepalen, dat h|j,
die geen vergunning heeft, in plaats van niet
minder dan twee, niet minder dan vijf liters
zal mogen vorkoopen.
Wij kunnen met den besten wil daarvan
niet veel verwachting hebben. Het is een
algemeen bekend feit, dat men, zoowel in de
steden als op het platteland, by tal van
handelaren in bier, minerale wateren enz.
naar hartelust sterken drank in het klein kan
koopen. Er bestaat als het ware een stil
zwijgende, wederzijdsche toestemming, om de
wet te ontduiken. Zal nu b. v. de bierhan
delaar zonder vergunning, die iemand op zijn
verzoek een flesch brandewyn te huis zendt,
dat niet doen, wanneer do hoeveelheid, be
neden welke hy niet verkoopen mag, van
twee liters tot vyf wordt uitgebreid? Wy zien
er geen enkele reden voor.
In do tweede en derde plaats worden voor
gesteld verscherping der verbodsbepalingen
en verzwaring van de straffen, op de over
treding gesteld.
Daarmede zouden wy ons in ieder geval
heter kunnen vereenigen. Men zegt wel eens,
dat een kleine boete is oen premie op wets
overtreding en in dat gezegde is reeds
waarheid.
Gestraft te worden aan den ïyve werkt
nltyd beter dan gestraft te worden aan de
beurs; by herhaalde overtreding moet dan
ook volgens het ontwerp hechtenis worden
uitgesproken en heeft de rechter bovendien
de macht, om den overtreder, voor den tyd
van twee jaren, het recht te ontzeggen, om
zyn bedryf uit te oefenen, wanneer hy nameiyk
de overtreding pleegde in de localiteit, waarin
hy een nering uitoefende, of in een localiteit,
die een deel uitmaakt van zyn logement.
De drankwet heeft steeds aan veel aanvallen
blootgestaan, doch, wat men haar ook ver
wijten moge, zeker niet, dat ze aan de ge
meentebesturen niet de vrye hand laat, om
haar te bezigen als een middel tot verhooging
van het peil van orde, welvaart en zedelijkheid.
En f e i t e 1 y k kan ook het gemeente
bestuur, als het de macht maar heeft, zooveel
moer doen dan het ryksbestuur.
Hoeveel gemeenten zouden er sinds 1881
wel geweest zyn, die wyken, buurten of
straten hebben aangewezen, waar verkoop
van sterken drank in het klein niet of slechts
onder zekere voorwaarden mag worden toe
gestaan? Hoevelen, die byzondere elschen
hebben gesteld voor de dranklokalen? Hoe-
velen zouden er zyn, die het welalagen dor
wet hebben bevorderd door opzetteiyk daar
voor gemaakte verordeningen, zooals de wet
uitdrukkeiyk heeft toegelaten?
Konden wy op die vragen een juist ant
woord geven, wy vreezen, dat het niet be
moedigend zou zyn.
Toch komt het ons wenscheiyk voor, dat
de wet algemeene regelen zal stellen en by
de uitvoering nog meer ruimte en vryheid
aan de gemeentebesturen zal laten, die in
verschillende gevallen zelfstandig over het
belang der gemeente moeten kunnen beslissen.
Maar dan moet de wet er tevens voor zorgen,
dat geen gemeentebestuur het groote doel
tegenwerkt, in plaats van het te bevorderen.
De regeering is by het ontwerp in dien
geest werkzaam geweest. Zy stelt thans voor,
om voor het geheele ryk te bepalen, aan welke
eischen de dranklocaliteiten moeten voldoen,
en voorschriften te geven omtrent de sluiting
van voor het publiek toegankeiyke lokalen,
waarvoor vergunning is verleend, en omtrent
tydeiyko staking daarin, van den kleinhandel
in sterken drank, by gelegenheid van lotingen
voor de nationale militie en in andere om
standigheden, die voor misbruik van sterken
drank moeten doen vreezen.
Trouwens, het ls algemeen bekend, dat het
drankverbruik nog altyd het grootst is op
Zaterdagavond. De meerderheid der werklieden
ontvangt dan het loon. Daarop volgt de Zondag,
waarop niet gearbeid wordt; terwyi de beurs
nog niet leeg is.
Nu kan een kofdehuiahouder volgens do
bestaande wet vermindering van vergunnings
recht verkrygen, wanneer op de genoemde
tyden by hem niet wordt getapt. Dat hiervan
geen gebruik wordt gemaakt, ls zoo klaar
als de dag.
Het nieuwe ontwerp noemt daaromtrent
een ander stelsel aan.
De Zondag zal nameiyk niet begrepen zyn
in den gewonen tyd, die voor drankverkoop
besterad is. Wil de koffiehuishoudster nu toch
op Zondag sterken drank verkoopen, dan moet
hy vyf en twintig peroent extra vergunnings
recht betalen.
En bovendien wordt voorgesteld als regel
aan te nemen, dat niet in het klein mag
worden verkocht na tien uren des avonds en
voor zeven uren des ochtends. Die het be-
paaldeiyk in die vroege morgen- en late avond
uren doen wil, betaalt nog eens vyf en twintig
percent extra.
De bedoeling van deze en nog eenige nadere
bepalingen van minder belang, ls natuuriyk
om voortdurend het drankverbruik tegen te
gaan, wanneer het aantal vergunningen overal
tot het wettelijk maximum teruggebracht
zal zyn.
Uit de hier door ons gegeven schets van
het aanhangige wetsontwerp biykt, dat het
wel iets zal kunnen bydragen, om het drank
verbruik en vooral het misbruik tegen te gaan.
Het zal echter eveneens voor iederen onbe
vooroordeelde duideiyk zyn, dat een betere
regeling van den kleinhandel in sterken drank
allerminst in staat is, om het elgeniyke alco
holvraagstuk op te lossen; maar de Staat
kan ook wel meer doen, dan in deze regeling
voorzien.
Tot 6taving hiervan zal het misschien reeds
voldoende wezen, om de aandacht te vestigen
op den belangrykon post van acht en twintig
milhoen op de staatsbegrooting, wegens accyns
van wyn en gedistilleerd. Het gedistilleerd
brengt daaraan natuuriyk het leeuwenaan
deel toe.
Het is wol een zeer treurig verschijnsel, dat,
hoe meer drank er verbruikt wordt, hoe meer
de Staat er by profiteert. De staatsschuld en
de kosten van leger en vloot zyn oorzaak,
dat wy voortdurend volkomen af hankeiyk zyn
van belangryke baten, die overigens niets dan
afkeuring en veroordeeling verdienen, en er
bestaat dus goen de minste aanleiding, om
ooit te kunnen denken aan vermindering of
afschaffing van den accyns op gedistilleerd.
Die afschaffing of vermindering zou trou
wens op zloh zelf niets dan treurige gevolgen
hebben. Hier toch doet zich het eigenaardige
verschynsel voor, dat wel de accyns op het
gedistilleerd wegens de hooge opbrengst te
betreuren is; want deze bowyst het grooto
verbruik; maar tevens, dat de afschaffing of
vermindering het kwaad in de hand zou wer
ken. Beter is het dus in ieder geval, niet
te verlagen.
Juist een tegenovergestelde weg moet wor
den ingeslagen.
Accynzen of belastingen op voorwerpen van
verbruik kenmerken zich hierdoorf dat men,
alleen het belang der schatkist in het oog
houdende, ze verhoogen kan zoolang tot de
opbrengst gaat dalen; omdat er eens een
tyd komt, waarin de zwaarte van den belas
tingdruk het verbruik zoodanig doet afnemen,
dat de belasting daalt niettegenstaande alle
verhoogiug.
In het algemeen moot de wetgever hier
mede dus voorzichtig zyn. Trouwens, wy
leven niet meer in den tyd der accynsver-
hooging, maar zoeken terecht den tegenover-
gestelden weg.
By den accyns op gedistilleerd ls het
anders. Deze accyns heeft niet alleen ten
doel de sohatkist te styven, maar behoort er
ook op aaugelegd te worden, om het over
matig gebruik langzamerhand te verminderen.
Hier kan de wetgever dus biyven verhoogen
tot de opbrengst meer en meer daalt. Daar
door bevordert hy een zedeiyk doel.
Men heeft wel eens beweerd, dat hierin een
niouwe bevoorrechting van de meer gegoede
standen zou gelogen zyn. Maar. men verlieze
by de beoordeeling van dit punt niet uit het
oog, dat door duizenden dageiyks zooveel
aan sterke dranken wordt opgeofferd, dat
gezondheid en arbeidskracht er zichtbaar onder
ïyden en een afnemende welvaart duidelyk
merkbaar is. Een zedeiyke dwang tot vermin
dering kan ten gevolge hebben, dat die sohade-
ïyke gevolgen weer worden weggenomen. Het
staat vast, dat een doorgaans overvloedig ge
bruik van sterk alcoholische dranken wel overal,
maar toch het meest onder de talrijkste en
armste klassen der bevolking wordt aange
troffen en het meest tot die armoede by-
draagt en dat onthouding van drankverbruik,
uit een geldeiyk oogpunt, tot een matig ge
bruik van andere, zeer goede genotmiddelen
In staat zou stellen.
Vandaar dat de maatregel geen bevoor
rechting kan genoemd worden aan deneenen
kant en geene achterstelling aan de andere
zyde en dat het ook geen aanbeveling ver
dient, om den wynaccyns te verhoogen. Integen
deel is vermindering aanbevelenswaardig en
zeer zeker ook de afschaffing van de bier
accijns, omdat, over het algemeen genomen,
met het oog op onze toestanden en ons
klimaat, misbruik van wyn en bier, in den
zin waarin men gewooniyk van misbruik
spreekt, betrekkeiyk zeer weinig te duchten is,
Éen veel grooter bezwaar tegen de voort
durende verhooging van den accyns op ge
distilleerd, ls het gevaar voor toenemondo
smokkelary en, niet het minst, dat voor ver-
valsching.
Maar zelfs indien men alle fabricage on
allen invoer van sterke dranken in het Ryk
verbood of kon verbieden, dan zou het bezwaar
voor smokkelary In dubbele mate wegen en
zy zou waarschyniyk een niet te berekenen
omvang verkrygen. Met zulke maatregelen
trouwens hakt men den knoop wel door,
maar ontwart dien niet.
Het algemeen verbodstelsel kan alleen tot
de oplossing van het vraagstuk bydragen,
wanneer men het paart aan dat van het
Staatsmonopolie, aan het stelsel nameiyk dat
alleen de Staat mag fabriceeren en verkoopen.
In het algemeen moge het niet in de lyn
der roeping van den Staat liggen om koop
man of fabrikant te zyn, waar het publiek
belang voorziening eischt, is het anders. We
zyn het er tegenwoordig tamelyk wol over
eens, dat Staatsexploitatie der spoorwegen
een gewenschte zaak is. Dat is eenvoudig de
toepassing van hetzelfde beginsel. Wanneer
de Staat de regeling van het verbruik in
handen houdt, tegen vervalsching waakt en
den frauduleuzen invoer verhindert, dan is
het vraagstuk vrijwel als opgelost te be
schouwen. Waarschyniyk zal dit denkbeeld
zich langzamerhand naar voren dringen en in
kracht en omvang toenemen. Het heeft niet
het heden, maar wellicht de toekomst; het
geen niet mag verhinderen, dat elke regeering
haar ernstige aandacht aan het onderwerp
wydt en er naar streeft om intusschen het
volksbelang door gepaste maatregelen te be
hartigen. W.
Gemengd Nfieuwe»
Het gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch heeft Jacobus De Zwaan, koopman,
wonende te Rotterdam en door de rechtbank
te Breda tot drie maanden gevangenisstraf
veroordeeld, wegens „wederrechtelijke bevoor-
doeling" voortvloeiende uit het dragen van
een Nederlandsch ordeteeken, zonder daartoe
gerechtigd te zyn vrijgesproken en zyn
onmiddellijke invryheidstelling bevolen.
Genoemde De Zwaan had zich de vryheid
veroorloofd, om zyn borst te sieren met iets,
dat zeer veel overeenkomst vertoonde met de
„Militaire Willemsorde"volgens hem was dit
„een grap", volgens anderen een middel om
gereeder zaken te doen.
De rechtbank te Groningen ver
oordeelde den fabrieksarbeider Ploeg, die
's nachts te Hoogkerk by twee oude vrouwen
ln huis binnendrong en een dezer mishandelde,
wegens hulsvredebreuk en mishandeling, tot
gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden
en gelastte tevens zyn invryhoidstelling.
Wie het nog niot gedaan heeft,
die talme nu niet langer en zorgo er voor,
dat de stamrozen, die ons zooveel genot
verschaffen, behooriyk tegen de koude worden
beschermd. Niets is eenvoudiger. Men begint
met de stokken weg te nemen, buigt de kronen
ter aarde, om zo daarna met aarde te bedekken.
Op deze eenvoudige wyze komt elke, zelfs
de fijnste theeroos, zonder schade den winter
door, hetgeen anders nog wel eens wat te wen-
schen overlaat.
In April wordt telkens een weinig grond
verwyderd, tot de roos zelf te voorschyu komt,
en wy haar weer kunnen opzetten.
De struikrozen aarden wy voor de helft aan
met droog turf6trooisel, met het gunstige ge
volg, dat wy nog nimmer een roosje verloren
hebben.
Op de Dinsdagavond van 8wine-
mïinde naar Engeland vertrekkende stoomboot
„Industria" der reedory Kunstman brak
muitory uit tegen den kapitein, de offlc^ -on
en do dienstdoende bemanning. De stoomboot
keerdo gedurendo den nacht naar flwinom^nde
terug. Zes der aan de muitery deel genomen
hebbende personen werden gearresteerd.
Door het instorten van een ge vol
by het afbreken van een hotel te Stettin
werden, voor zoover vastgesteld ls kunnen
worden, vyf personen gedood en verscheidene
gewond.
In het Fransche departement
Finistère heerscht de dysenterie epidemisch.
In de gemeente Spezet zyn van de 3600
inwoners 230 door de ziekte aangetast en
van dezen zyn reeds 60 overleden. Er zyn
maatregelen genomen om de verspreiding der
ziekte te voorkomen.
Nog is de werkstaking ln de
mijnen van het Fransche departement Pas (ie
Calais niet geheel uit. Te Noeux zyn nog
drie duizend stakers op vier duizend werkiui.
Uitbarsting van den Btrombol:.
Na den Vesuvius en den Etna begint nu ook
de Stromboll te braken. Deze vulkaan, gelegen
op de Liparische eilanden, ook wel door de
Ouden Eolische eilanden genaamd, als woon
plaats van den God Eolus, vertoont zich opoons
in zyn werking zoo hevig, dat de geheele
strandbevolking is gealarmeerd.
Do uitbarsting is byna onophoudeiyk en
gaat gepaard met het uitwerpen van slak kon
en asch.
Door de afkoeling der uitgebraakte lava is
de krater een vyftigtal meters verhoogd; hy
heeft verscheidene mondingen. De hoofdkrater,
die tot hiertoo slechts rook opzond, werpt
thans ook een overvloed van slakken, the
neerploffen in de andere mondingen en daar
hevige ontploffingen veroorzaken. i
Het Duitsche stoomschip „India",
van Shields naar Reggio, is te Cherbourg
binnengeioopen en rapporteerde by de pogingen
om hulp te verleenen aan hot Engelsche
stoomschip „Amaryllis," dat noodsignalen had
gegeven, met dit stoomschip in aanvaring te
zyn gekomen, ten gevolge waarvan het was
gezonken. De „India" nam 17 man van de
bemanning aan boord, die te Cherbourg geland
zyn; drie man zfin verdronken.
Het stoomschip „T r o j a n", van
Philadelphia naar Londen, dat Prawlepoint
gisteren is gepasseerd, rapporteerde aan boord
te hebben de bemanning van de Noorscho, te
Christiansundthuis behooronde bark „Gudrun",
die op 49° N.b. en 81° W.h werd verlaten.
Weder ia een dierentemmer leeiyk
toegetakeld. In het Hippodrome te Parys word t
de temmer Marck Dinsdagavond, toen hy in
de kooi van een leeuw binnengetreden was,
door het dier aangevallen, dat hem in den
arm beet en hem de klauwen in het gelaat
eloeg. De man behield zyn tegenwoordigheid
van geest en wist het dier te doen torug-
deinzen, zoodat zyn bedienden nog bytyds
toeschieten konden en hun patroon uit de
kooi verlossen. Marck viel terstond daarna
bewusteloos neer. Zyn wonden zyn gelukkig
niet zeer ernstig, zoodat hy over eenige
dagenzyn voorstellingen hoopt te her
vatten l
Op do villa Marie Thoreso to
Cannes is het burgerlijke huwelijk voltrokken
tusschen prinses Marie Christine van Bourbon
mot den aartshertog Peter Ferdinand van
Oostenrijk (Toscane).
o -
Het hovtg blozende melsjo behoefdo hierop
niot te antwoorden, want haar vader vroeg
juist:
„Logeert gt) in hetzelfde hotel ale wy,
mynheer von Wöllern?"
„In Royal? Neen, mynheer Sternthal, dat
zou te kostbaar voor mij zijn, zooals de naam
alleen reeds aanduidt Maar als gij het toestaat,
begeleid ik u daarheen."
Men nam dus afscheid voor do deur van het
hotel, zonder dat WOllern van Roberta een
antwoord op zjjn vraag kon krijgen.
„Vergeet niet, als gij in de buurt van
„Groot-Helmsdorf' komt, dat gij daar steeds
wolkom zyt," verzekerde Sternthal nog.
Als men na een tamelijk lange afwezigheid
naar huia terugkeert, gevoelt men zich in
den beginne vreemd in z(jn eigen huis; men
moot zich weder inwerken in de anders
gewone bezigheden. Hoeveel tyd hiervoor
noodig is, hangt er voornamelijk van af, of
de ons gestelde plichten dringend zyn, ofwel,
dat wy ze naar willekeur kunnen nakomen.
Sternthals eersto vraag, toen hy uit zyn
rytuig stapte, gold den rentmeester.
„Allee in orde, Grunert?" riep hy hem toe.
„Alles, mynheer I" klonk het lacomsch terug.
Grunort was een bedaagd man, die Binds
meer dan menschonleeftyd op „Groot-Helms
dorf woonde, en als hot ware een deel van
het landgoed uitmaakt! Hy kende precies
.lederen boom en lederen struik, deD leven-
ijlen en levenloozeu inventaris, van een paard
tot een duif, van een dorschmachine tot een
zeis, sikkel of hark.
Grunert bemerkte terstond Iedere nalatig
heid van het personeel, en zyn berispingen
vielen meestal scherper uit dan die van zyn
meestor, daar hy zich tegenover hem ver-
antwoordelyk gevoelde. Wegens zyn recht
vaardigheid werd hy echter door zyn onder
geschikten zeer bemind. Hyzelf was met innige
toegenegenheid verknocht aan Ernst en
Roberta, de kinderen des huizes, die hy had
zien opgroeien; en het baarde hem groote
zorg, dat Ernst zich niet aan hst landbouw-
bedryf wilde wyden.
Spoedig daarop stapto Sternthal met zyn
rentmeester over do plaats en ging met hem
naar de uitgestrekte stallen. De prachtige
dieren, die zich daarin bevonden, werden met
een critisch oog opgenomen, on vriendelyk
ontving do eigenaar op zyn omgang de groeten
der talryke ondergeschikten.
Toen Roberta haar eigen kamer binnentrad,
kon zy een kreet van verrukking niot weer
houden. Hoe was alles hier veranderd 1 Crime
gordynen hingen voor de ramen, de toilettafel
en de groote alkoof; een sierlyke schryftafel
had haar weg naar binnen gevonden, waarop
een ry boeken stond, alle Roberta's lieve
lingswerken I
Daarom dus had mama meermalen het
hotel in Wiesbaden verlaten, zonder haar
mede te nemen, en daarom ook had zy zoo
dlkwyis aan Grunert geschreven I Die goede
mama!
Roberta stormde de trap af en viel haar
moeder om den bals, haar half smorend met
kussen, zonder zich to storen aan de tegen
woordigheid der mamseL „Gy lieve, goede,
eenigo mama!"
Gedurende deu volgenden tyd leefde men
in „Groot-Helmsdorf' zeer stil. Verscheidene
buren, met wie men anders omging, waren
nog afwezig. Mevrouw Siernthal gevoelde zich
af en toe nog erger dan zy haar echtgenoot
of haar dochter wilde laten merken, en de
heer des huizes zelf werd ten voile in-beslag-
genomen door het nagaan van het bestuur
op zyn goed.
Daarby hingen van tyd tot tyd lichte wolkjes
op Sternthal's voorhoofd, was hy soms een
weinig ontstemd, wat men andors niet van
hem gewoon was. Op het vroeger beschreven
onderhoud met zyn zoon was een tweede,
dergelyk gevolgd, met hetzelfde gevolg. Ernst
kon zijn vador niet tot zyn meeningen omtrent
zaken overhalen; de oude man verwierp de
leerstellingen der moderne school geheel en
al als ongezond en niet steekhoudend. Zoo
vervreemdde zich Ernst van zyn ouders door
slecht verheelden wrevel, dien hy later ook
in zyn brieven deed gevoelen. Tegenover zyn
moeder had Ernst zich openiyk over deze
scheiding uitgesproken.
„Gy weet niet," zeide hy, „hoe onuitstaan
baar hard het voor een man ia, overal door
geldgebrek tegengewerkt te worden, lerwyi
hy gevoelt, dat hy den algoraeenen toestand
goed beoordeelt en anderen den goudoogst,
waarvan ook hem een deel toekomt, alleen
inzamelen."
„Maar, Ernst, hoe weinig jongelieden zyn
In het genot van tameiyk groote geld
middelen."
„Dat is erg genoeg, moeder. Wy zyn allen
kinderen van onzen tyd, en die tyd eischt
ondernemingsgeest, koene waagstukken,
waarvoor de jeugd geschikt is, en die niet
door ouderen kunnen worden uitgevoerd.
Hy, wien alle middelen ontbreken, is wel ge
dwongen de handen den schoot to laten
liggen. Maar daar ik woet, dat slechts klein
geestigheid my onthoudt, wat my toekomt...."
„Emstl Bedenk toch, wat je zegt! Mag een
zoon zoo denken, zoo spreken?" zoi mevrouw
Sternthal en barstte in tranen uit.
„Moeder, ik wilde u niet krenken, ik wilde
u geen verdriet aandoen. Maar oudere moesten
hun kinderen niet dwingen, mot zulke dingen
rekening te houden."
„Ik zat zien, wat er te doen valt. Ik zal
met je vader spreken, maar daarvoor is tyd
noodig. Je woet, dat het niet gomakkeiyk is,
hem van gedachte te doen veranderen, als
zyn besluit eenmaal genomen is."
Mevrouw Sternthal wist met haar echt
genoot om to gaan. Na eenigen tyd steldo
deze 10,000 thaler voor zyu zoon beschikbaar.
Ernst hoorde dit van zyn moederzyn antwoord
aan haar vloeide over van dankbetuigingen.
Nu wilde hy eens toonen, wat hy vermocht.
„Hy zal hot geld spoedig onder de mensohen
brengen," meende zijn vader, nadat hy den
brief gelezen had. „Goddank, hy noch ik zyn
er door geruïneerd, en het zal voor hem een
dure, maar goede ies zyn."
„Maar, vriend, Ernst is toch verstandig en
overigens streeft ieder jongmensch naar zelf
standigheid."
„Dat geef ik beide toe; maar de volle ont
wikkeling van het vorstand komt eerst door
den tyd en zelfstandigheid brengt ook weer
groote verantwoordelykheid met zich mede.
Op uw verzoek heb ik den jongen zyn zin
gegeven; ik hoop, dat wy or nimmorberouw
over zullen krygen."
Sternthal had tegen zyn overtuiging in
toegegeven, omdat hy zag, hoe hot voort
durend aanzetten van zyn zoon in diens
brieven voor de gezondheid van zyn vrouw
nadeelig was. Mevrouw Stemthfti was, zouder
zich to beklagen, altyd tameiyk zwak ge
weest; zy behoorde tot die naturen, die slecht?
door de schitterende zon van een ongestoord
geluk in vollen bloei gezet worden. En dto
zon had rykeiyk over haar geschenen, want
als een verwend, oenig kind van zeer welge
stelde ouders, had zy op jeugdigen lecfiyd
een huweiyk uit liefde gesloten met Sternthal,'
wiens voornaamste zorg steeds geweest was,
haar verwyderd te houden van iedere onaan
genaamheid van het leven, iets, wat hem by
haar geringe eischen en z(jn uitstekendo gei-
deiyke omstandigheden zeer gemakkeiyk was;
Voor het eerst werd haar nu een gewichtige
wensch onvervuld gelaten, iets, wat zy niet
kon begrypen, en zoo ontstonden meermalen
verklaringen tusschen de echtelieden, die niet
nalieten haar werking op mevrouw Sterntlial'a
zwak gestel uit te oefenen. De gevolgen-
hiervan bleven echter, ook nog nadat haarj
wenschen waren bevredigd, duidelyk zicht
baar. i
Die kleine verstoringen van don huisvrede
konden Toor Roberta niot ongemerkt voorl-y'-j
gaan. Met onultsprekolyke liefde hing r
vader aan en haar goede moeder was al..-er
vroeg een voorwerp van voortdurende zt g,
voor de dochter. Voor haar brooder, da,et i-
tegen, dlo zooveol ouder was dan zy, I, - j
steeds een zekero mate van ontzag
en zy zag het met ieede oogen aan, dat nu
tweedracht ontston I tusschen vader en zeem'
(Wordt vervolgd)