W. 12450
Dinsdag 25 September.
A0. 1900
ijks, met uitzondering
agen, uitgegeven.
Het openbaar Slachthuis te Leiden.
LEIDSCH
-
■ifv'M''-' PRIJS DEZER COURANT t
Voor lelden por 8 maanden; i i m i 110-
Buiten Leiden, per looper en waar «genten gevestigd z(Jn 1.80.
Franco por poat i J j j j it 1-65.
i§eze (Courant wordt dage
van <§pn- en <§eestd
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels ƒ1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 25 September.
1 Ter vervulling van de vacature aan de
openbare lagere school der 3de klasse No. 6,
ontstaan door het verleend eervol ontslag
aan do onder wyzer es mej. G. Cramer, is de
volgende voordracht opgemaakt: lo. M. Dek
huis, onderwijzer te Steenwykerwold; 2o.
K. R. Peerlkamp, onderwijzer te Peize, en
3o. H. Janssonius, onderwijzer te Leermens.
Door het Rijk is voor den tijd van 10
achtereenvolgende jaren gehuurd het perceel
aan het Utrechtsche Veer, No. 13, ten einde
dit in te richten en te bestemmen voor
hulppost- en telegraafkantoor voor deze ge
meente.
Op den post subsidiön voor het onder
hond en de instandhouding van historische
gedenkteekenen en van gebouwen, die oud
heidkundige of kunstwaarde hebben, is op de
begrooting van Binnenlandsche Zaken voor
1901 de voorlaatste termijn voor de Hoog-
landsche kerk te Leiden uitgetrokken.
Het is heden juist 10 jaar geleden, dat
de Leidsche afdeeling van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers werd opgericht. Het
aantal leden, dat in het begin slechts 12 be
droeg, werd langzamerhand grooter, en thans
zijn 62 onderwijzeressen en onderwijzers als
lid ingeschreven. Uit dit gestadig aangroeien
kan de gevolgtrekking worden gemaakt, dat de
klasse-onderwijzers steeds meer het nut van
den Bond gaan inzien.
De Nederlandsche mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
Aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is door bestuursleden van 17 werk-
liedenvereenigingen alhier een adres gericht,
waarin zij te kennen geven:
„dat zy, het toejuichende, dat de Regeering
na de verwerping van het vorige ontwerp-
Ongevallenwet door de Eerste Kamer opnieuw
een ontwerp heeft ingediondr. het toch met
kunnen verhelen, dat het nieuwe entwerp in
^un oog veel minder waarborgen aanbiedt,
^dat de aanspraken der invalide arbeiders tot
haar recht komen;
„dat zij met groote verontwaardiging gezien
hebben, dat een vereeniging van werkgevers
bij uw college aandringt op wijzigingen, dio
deze waarborgen nog veel meer zouden ver
minderen;
„dat het van het hoogste belang voor de
verongelukte werklieden is, dat de werkgevers
niet onmiddellijk financieel by de uitkeeringen
betrokken zijn, dat de toekenning dor uit
keeringen door onpartijdige personen geschiedt,
en dat daarop van de zyde der werkgevers
geen de minste invloed kan worden uitge
oefend;
„dat zij het van het grootste belang achten,
dat het ontwerp zoo spoedig mogelyk tot wet
"wordt verheven;
„redenen, waarom zy uw college verzoeken,
alleen die artikelen in behandeling te nemen,
waarin het nieuwe ontwerp van het vorige
afwykt, en er met nadruk op aandringen,
geen gehoor te geven aan het verzoek van
de vereeniging van werkgevers, en integen
deel in het ontwerp de waarborgen voor do
onafhankeiyke en rechtmatige toekenning der
uitkeeringen zooveel mogelyk te versterken."
De Koningin heeft heden ten Hove in
Den Haag aan tafel vereenigd den heer Westen
berg, gezant van Nederland by hetHof vanltalië,
en mevrouw; jhr. Yan der Staal vanPier3hil,
gezant te Sint-Petersburg, en mevrouw; baron
Dericke van Herwynen, gezant te Londen, en
'mevrouw; zoomede den luit.-generaal graaf
'Dumonceau, chef van Hr. Ms. Militaire Huis.
De Koningin zal Zaterdag 6 October ten
Paleize op Het Loo een matinée geven.
De koninklyke trein, waarmede de
Koninginnen zich a. s. Zaterdag langs het
!Staatsspoor naar Het Loo begeven, zal tus-
'schen 10 en 11 uren 's voormiddags van
JDen Haag vertrekken.
Jhr. Yan der Staal, Hr. Ms. gezant by
.den Tsaar, ia gisteren met verlof in de
\esidontie aangekomen.
De benoemde secretaris-generaal by het
Bureau van het Hof van Arbitrage, baron
Molvil van Lynden, heeft gisteren het gebouw
aan de Prinsegracht in Den Haag, tevens
de zetel voor de uitoefening 2yner hooge
'functie, bezichtigd.
De president der Eerste Kamer, de heer
jVan Naamen, keerde gisteren van 's-Graven-
hage naar zyn buitenverbiyf te Zwolle terug.
De afgetreden hoofddirecteur der directe
belastingen, de heer G. Oorthuys, als raad
adviseur by het departement van financiën
verbonden blyvend, vestigt zich te Amsterdam.
H. M. de Koningin maakte gistermiddag
^en rytoer naar Wassenaar, alwaar zy eenigen
tyd wandelde op een der buitengoederen van
de familie Von Wied.
Met ingang van 1 Jan. a. s. is bepaald,
dat de nationaliteitsbewyzen, ten behoeve
van naar het buitenland vertrekkende of
aldaar vertoevende Nederlanders, voor eens
Zullen worden afgegeven, zoodat in het ver
volg de jaariyksche hernieuwing van afge
geven bewyzen van Nederlanderschap met
meer zal geschieden.
De heer Fischer en echtgenoote, benevens
de beeren Wessels en WoJmarans, waren
Zondagavond in de Bethelkerk aan de Heemraad-
straat te Scheveningen onder gehoor van ds.
L. W. Van der Valk. Onder den dienst werd
door den predikant nog een afzonderiyk roerend
woord tot de deputatie gericht.
Een twaalftal oud-studenten van de voor
malige Indische Instelling te Delft, die voor
nemens zfin zich in 1901 aan het groot-ambte-
naars-examen te onderwerpen, hebben een der
lokalen van de Spaarbank aldaar gehuurd, ten
einde aldaar onder leiding van eenige oud-hoog-
leeraren van genoemde Instelling hun Indolo-
gische studiën voort te zetten. (D. Ct.)
Drankbestryding. Het hoofdbestuur van
de „Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing
van alcoholische dranken" verzocht ons het
volgende te willen vermelden:
Zy, die, hoezeer geen leden van genoemde
vereeniging, den oersten dag der algemeeDe
vergadering, op 28 September a. s. to Leiden
te houden, wenschen by te wonen, kunnen
zich daartoe wenden tot den heer P. Mulder,
Hoogewoerd 82, te Leiden.
Op dien eersten dag zal gesproken worden
„Over de opneming van drankzuchtigen,
ook tegen hun wil, in asyls en herstellings
oorden, van medisch standpunt beschouwd",
door dr. W. P. Ruysch, adviseur voor do
medische en veterinaire politie aan het dep.
van Binnenl. Zaken te 's-Gravenhage, onver-
volgens door prof. G. Jelgersma, hoogleeraar
in de psychiatrie aan de Ryks-universiteit te
Leiden
„Over de opneming van drankzuchtigen,
ook tegen hun wil, in asyls en herstellingsoor
den, van rechtskundig standpunt beschouwd,"
door mr. J. W. Belinfante, advocaat en procu
reur te 's-Gravenhage, terwyi het onderwerp
„Wat verstaat men onder drankbestryding
door wettelyke maatregelen?" zal worden
ingeleid door mr. M. Van Regteren Altena,
van Amsterdam.
De Gereformeerde Kerk B te Rotterdam
heeft voor Midden-Java beroepen ds. N. Y.
Van Goor, te Boxum.
Het verslag met de rekening van het
28ste boekjaar van de vereeniging „Barnabas"
tot steun van do weduwen en weezen van
ondorwyzers van Christelyke scholen in Neder
land is in druk verschenen.
Zonder belangryken steun zal het niet
mogeiyk zyn de jaariyksche uitkeering van
f 250 voor elke weduwe en f 25 voor elk
minderjarig kind te handhaven. Het aantal
weduwen beloopt 70 en dat der kinderen
beneden de 18 jaren 99 en het totaal bedrag
der uitkeeringen over 1899 1900 f 20,060.45.
Maandagavond werd te Apeldoorn een
buitengewone vergadering gehouden van aan
deelhouders der Apeldoornsche stoomboot-
maatschappy. De kapitein dier boot, tevens
commissaris, had een voorstel ingediend tot
liquidatie der Maatschappy. Hy zou dan alle
aandeelen koopen en daarvoor 81/, pCt. obli
gaties afgeven van f 250 voor elk aandeel.
Er zyn 100 aandeelen. Als waarborg dienden
de stoomboot en verdere bezittingen van de
Maatschappy. Na eenige discussie ook over
hot beheer van den stoombootdienst en de hooge
kostonrekening, bleek do meerderheid niet
in het zoo aangenaam aangeboden appeltje
te byten en verwierp bet voorstel met 35
stemmen. Vóór waren 30 en 2 in blanco.
Sedert eenige weken vertoeft te Haarlem
een bekend Amerikaansch geloerde, dr. George
Lincoln Goodale, professor in de botanie en
directeur van den botanischen tuin der Haward-
Universiteit te Cambridge, Mass. U. S. A.
Het doel van prof. Goodale's reis herwaarts
is voornameiyk, aan de verzamelingen en in
l de bibliotheek van het Koloniaal Museum
studiën te maken in hot belang der nieuwe
Amerikaansche koloniën: Cuba en de Philip-
pynsclie eilanden. De heer Goodale heeft ook
op Java en in Australië gereisd; zfin echt
genoote vergezelt hem. (H. C.)
Het stoomschip „Prinses Sophie," van
Batavia naar Amsterdam, passeerdo 24 Sept.
Dungeness; de „Gedó", van Java naar Rotter
dam, arriveerde 24 Sept. te Marseille.
Haarlemmermeer. Het is nog niet mogen
gelukken den dader of de dadors van den
diefstal in het postkantoor te Hoofddorp op
te sporen. Naar men zegt, moet de diefstal
gepleegd zyn door iemand, die met de situatie
van het postkantoor volkomen bekend is. De
politie zet haar yverige nasporingen nog steed3
voort en het is te hopen, dat spoedig de zaak
aan het licht wordt gebracht.
Met het oog vooral op dezen brutalen
diefstal doet zich de behoefte aan nachtwakers
al meer en meer gevoelen, en het zou dan
ook aanbeveling verdienen, indien de gemeente
daarin voorzag.
Een meisje van ongeveer 8 jaren, van
den heer K., te Hoofddorp, geraakte in de
Hoofdvaart. Haar jonger zusje bleef zonder
eenig gerucht te maken in het gras zitten.
Bewoners aan de overzyde van de Hoofdvaart
hadden het opgemerkt en wisten door roepen
en wyzen de aandacht van anderen daarop
te vestigen.
De jongeheer A. A. L., die juist in den
tuin aan het harken was, bemerkte het onheil,
en mocht het genoegen smaken het reods
zinkende kind levend op den kant te krygen.
Dit is al de derde maal, dat dit meisje te
water geraakte.
In deze gemeente komt de besmettelijke
veeziekte mond- en klauwzeer menigvuldig
onder het rundveo voor.
Ook komen er veel gevallen voor van vlek
ziekte onder de varkens. Reeds veel dieren
stierven aan die ziekte.
Koudekerk. De collecte langs de hulzen
ten behoeve van het Fonds voor noodlydende
kerken, de vorige week alhier vanwege de
Ned.-Herv. Gemeente gehouden, heeft opge
bracht de som van ƒ39, welk bedrag door
verschillende toezeggingen belooft vermeerderd
te zullen worden.
Lisse. Door het spelen van een knaapje
van 4 jaren met lucifers ontstond er gister
avond brand in een rietschelft, toebehoorende
aan den heer B. Van Zeist.
Een der brandspuiten was spoedig aan
wezig en bepaalde zich hoofdzakelyk tot be
scherming van een in de nabyheid staand
schuurtje. De schelft brandde grootendeels
af en was tegen brandschade verzekerd.
Wassenaar. Het inschryvingsregister voor
de nationale militie bevat de namen van 41
lotelingen.
Sinds eenige dagen hebben we het
genoegen alle gaslantaarns te zien branden.
De verlichting wordt zeer geroemd. Een groote
verbetering is ook, dat het aantal lantaarns
met een tiental is vormeerderd. De weg van
den Ouden Deyl tot de kom van het dorp is
o. a, van lantaarns voorzien en mogeiyk zal
het getal van 41 nog wel met enkele worden
vermeerderd. Particulieren Bluiten ook lang
zamerhand aan, vooral de neringdoenden. Er
werden over het nieuwe gaslicht rare noten
gekraakt. Het praatje deed de ronde, dat de
pry's vèr overtroffen werd door dien van het
tarief en dat ten gevolge vandien do ver
bruikers hun petroleumlampen weer voorden
dag zouden halen. Niets minder waar dan
dit gerucht. De verbruikers zyn zeer tevreden
over het licht en wat do pryzen betrefc, deze
gaan niet boven het tarief. Vroeger schreven
we, dat de gaspitten der lantaarns dezelfde
lichtsterkte hadden als die, welke do ver
bruikers in hun huizen zouden krygon. Dit
is niet geheel juist. De Maatschappy, die
slechts verplicht was voor eën lichtsterkte
van 35 kaarsen te zorgen, heeft de lantaarns
van branders voorzien van ongeveer 50
kaarsen.
Vervolg van gisteren
Do zeer duidolyke letter der wet, die aan
den Raad alleen toestaat een bepaalde plaats
of een gedeelto der gemeente aan to wyzen
voor de inrichtingen van art. 2 in dit goval
slachtoryen toont daghelder aan, dat althans
aan deze bepaling de Raad geenerlei bevoegd
heid kan ontleenen, om tot slachtdwang in
een gemeentelyko slachtplaats te verplichten.
Met meer succes kan men zich beroepen
op de geschiedenis der Hinderwet. Inderdaad
valt niet te ontkennon, dat de ontwerper der
wet, Minister Heemskerk, bepaald ovor de
oprichting van abattoirs gesproken heeft in
zyn Memorie van Toelichting tot hot wets
ontwerp en in zyn beantwoording van hot
voorloopig verslag der Commissie van Rap
porteurs.
In do Tweede Kamer werd ook ten gunste
van hot wetsontwerp in verband met abattoirs
gesproken door het kamerlid Messchert van
Vollenhoven.
Dit is echter het eenigo, wat te vermelden
valt, want on hierop dient evonzeer gelet
noch in het Voorloopig Verslag, noch in het
eindverslag der Commissie van Rapporteurs,
noch ook in de redevoeringen van de ver
schillende overige lodon, die over dit wets
ontwerp het woord namen, werd van abattoirs
of openbaro slachthuizen gesproken.
Nog minder is over dio inrichtingen destyds
gezegd of geschreven in de Eerste Kamer.
In het eindverslag der Commissie van Rap
porteurs vindt men geen woord over slacht
plaatsen. Bij do behandeling in do Kamer
hoeft de minister Heemskerk zelf niet over
abattoirs gesproken. Alleen constateerde hy
dat het vroegere wetsontworp-Thorbecke ge
deeltelijk werd ingediend, om „de slagtplaatsen
wetteiyk toe te staan in een bepaald gedeelte
ooner gemeonte en hot uitoefenen van slageryen
in andere gedeelten te beletten", enz. En
het eenige hierop slaande antwoord was van
den heer Viruly, die het inderdaad wenscheiyk
vond plaatsen voor slachthuizen aan to wyzen.
De weerklank van de Staten-Genoraal op
de uitgedrukte moening van den Minister was
dus zeer zwak. Men kan daarom moeilyk vol
houden, dat het de [uitgesproken bedoeling van
den, wetgever was, door de Hinderwet het
oprichten van gemeentelyko abattoirs met
slachtdwang mogeiyk to maken; hoogstens
bleek van zulk een bedoeling alleen by den
wetsontwerper, wat van voel minder be-
teekenis is.
Naast de meening van den rechtsgeleerde,
door Burg. en Woth. aangevoerd, verdienen
nog de volgende uitspraken van juristen de
aandacht.
De „Gemeentestem No. 1733"beant
woordt de vraag of, indien door particulieren
een abatoir is opgericht, de Raad kan beslui
ten, dat buiten hot abatoir niet door de sla
gers mag worden geslacht.
Do „G.-S." zegt: „Volgens art. 4 no. 2
der wet van 1875 kan de gemeenteraad by
'j Zie ook No. 2308.
plaats, verord. een „bepaalde plaats" of ge
deelte der gemeented. i. eene zekere straat
of wyk, aanwyzen voor het oprichtenhebben
op gebruiken o. a. van slachtery en, met ver
bod om elders in de gemeente hot slachters-
bedryf uit te oefenen.
De woorden „bepaalde plaats" kunnen niet
uitgelegd worden in den zin eener „bepaalde
inrichting". Deze laatste lezing wordt uitge
sloten door het woord „plaats" zelf, in ver
band beschouwd vooral met de onmiddellyk
daarop volgende woorden „of gedeelte der
gemeente" en met de uitdrukking „oprichten,
hebben op gebruiken".
Het woord „elders", dat op „een bepaalde
plaats of gedeelte der gemeente" terugslaat,
kan dus evenmin in den zin van „bepaalde
inrichting" worden uitgelegd.
Moest „plaats" hier beteekenen „inrichting",
dan zou de wet do allerzonderlingste bepaling
bevatten, dat de Raad een bepaalde „inrich
ting" kon aanwyzen voor het oprichten van
„inrichtingen".
Om deze reden meenen wy, dat de gem.-
raad niet bevoegd is het uitoefenen van
het slachtersbedryf elders dan in do van ge
meentewege opgerichte inrichting te verbiedon.
Mist de gemeenteraad deze bevoegdheid,
dan is dit evenzeer het goval, waar het geldt
een door particulieren opgericht abattoir.
By de duideiyke woorden der wet, in hun
onderling verband, kan hiertegen niet afdoen,
dat de stellor der wet gemeend heeft, dat,
overeenkomstig zyn bedoeling, in de door
hem gekozen redactie 's Raads bevoegdheid
ligt Opgesloten, om hot gebruik van een
gemeentelyk abattoir verplichtend te maken.
Dit is by het Kon. Besluit van 20 April 1883,
waarby die bevoegdheid stilzwijgend is aan
genomen, en door sommige gemeentebesturen,
die het slachten buiten het gemeentelyk
abattoir verboden, uit het oog verloren.
"Waar geiyk in casu, de wetgever in gebreke
is gebleven, zyn bedoeling in de wet kenbaar
te maken, waar hy woorden en uitdrukkingen
heeft gebezigd, die by geen mogelijkheid kunnen
geacht worden die bedoeling uit te drukken,
daar gaat hot niet aan do duidelyk geschreven
wet ter z\jdo te stellen en te lezen wat er
niet staat."
Dit oordeel is duidelyk en voor ieder ver
staanbaar.
Het Weekblad voor de Burgerlyke Admini
stratie No. 2263 geeft een beslissing van den
Haagschen Gemeentoraad, waarbij afwyzend
beschikt werd op een verzoek van twee inge
zetenen, om op bepaalde voorwaarden een
abattoir to mogen stichten, met verbod aan
de slagers, om elders te slachten.
Burg. en Woth. overwegen o. a. daarby:
„Indien alle vergunningen voor het hebben
van slachtplaatsen zouden moeten wordon
ingetrokken, zoodra het abattoir zou gereed
zyn, dan zou het buiten de adressanten aan
niemand meer vrystaan, om „op te richten"
een slachtery, want wie gedwongen wordt,
om te slachten naar eens anders slachthuis
te gaan, is niet in do gelegenheid een slachtery
op te richten. Toch volgdo uit art. 4 dier
wet, dat zulks, behoudens de bepalingen dier
wot, aan iedereen moet blyven vrystaan, en
daarom zou het gevraagde onvereenigbaar
zyn met die vrye uitoefening van het bedryf,
die door de wot is gowaarborgd."
Ook het „Weekbl. voor de Burgerlyke Adm."
is van meening, dat geconcessioneerde abattoirs
met openbare geiykstaan.
Eindeiyk heeft mr. F. L. G. Schreuder,
referendaris by het Ministerio van Binnen-
landsche Zaken in „Themis" een uitvoerige
beschouwing over de Hinderwet gegeven.
Mr. Schreuder ontkent beslist de bevoegdheid
der gemeentebesturen, om krachtens art. 4
al. 2 der Hinderwet abattoirs op to richten
en het slachten elders te verbieden. Hy zegt
verder(Themis, deel 57 pag. 28 v. v.) „Men
bohoeft m. i. niet te onderzoeken wat behoord
kan hebben tot de aanleiding om evenbedoelde
bepalingon in do wet op te nemen; evenmin
wat de ontwerpers der wet en zy, die de
voorgestelde bepaling goedkeurden, gedacht
hebben daarmede te zullen bereikende wopr-
den der wet zyn, dunkt my, duidelyk en be
slissend en, waar dit het goval is, komt
onderzoek naar mogelyke bedoelingen niet te
pas. Heeft de wet door de ondubbelzinnige
bewoordingen, waarvan zy zich bedient, haar
doel niet bereikt, zy worden door den wbt-
gever, niet door de uitvoerende macht, ver
duidelijkt ef aangevuld. Wat zegt art. 4 2o.
„Gy, gemeenteraad, moogt by plaatselyko
verordening in het belang dor openbare orde,
veiligheid of gezondheid, een bepaalde plaats of
gedeelte Uwer gemeente aanwyzen voor het
oprichten, hebben of gebruiken van zekere in
richtingen, en gy kunt verbieden, dat elders in
de gemeente het bedryf of de bedry ven worden
uitgeoefond, waartoe do oprichting of het ge
bruik van die inrichtingen vereischt wordt."
Maar de wet zegt niet: „Gy, gem.raad,
moogt by plaats, verordening in het belang
der openbare orde, veiligheid of gezondheid
een door het bestuur Uwer gemeente of
door een ander met de vereischte vergunning
opgerichte inrichting aanwyzen waar, met
uitsluiting van elke andere dergelyke inrichting,
datgene gedaan mag worden, waartoe die
inrichting bestemd is, en gy kunt verbieden,
dat elders in de gemeente het bedryf of de
i bedryven worden uitgeoefend, waartoe hot
gebruik van die éénigo inrichting veroischt
wordt." Het aanwyzen van een bepaalde plaats
of gedeelte der gemeente voor het oprichtec
enz. van oen inrichting, in dien zin dat een
ieder vergunning kan verkrygon voor hot
aldaar oprichten van een inrichting is, m. i.
geheel iets anders dan hot tot gebruik aan
wyzen van een bopaaldo inrichting, het
scheppen in zekeren zin van een monopolio,
hetzy voor de gemeente, hotzy voor een of
ander particulier."
Deze drie uitspraken toonon aan, dat mo<
de enkele verwyzing van Burg. en Woth,
naar oen bepaald advies do quaestio nog
allerminst afgedaan is.
In hot feit van het bestaan der abattoirs
to Amsterdam on Rotterdam heeft men eon
bewys der wettigheid van do oprichting en
gemeentelyko exploitatie gevonden. Ten on
rechte. Want de verordeningen op deze beiue
slachtplaatsen 6preken niet van verplicht
slachten in hot abattoir, maar van het ver
plicht slachten op de terreinen van het abattoir,
wel een bewijs dat men zelf zyn uitlegging
van art. 4, al. 2 der Hinderwet niet vertrouwde.
Van de zyde der slagers is er zoo goed
als geen' oppositio geweest, hoofdzakelyb uit
onkunde. De slagers over hot algemeen konden
niet donken, dat gemeentebesturen iets zouden
doen, waartoe de wet hun geen bevoegdheid
Nu zy echter beginnen in te zien, dat
het recht aan hun zyde is, zullen zy zeker
niet nalaten te trachten oen beslissing ie,
hoogste instantie uit te lokken.
De dagbladen meldden onlangs, dat te Gronin-
gen de quaestio aanhangig is gemaakt en nu
is het alleen maar to hopen, dat de rechter-
lyke of administratieve autoriteiten even ge
neigd zullen zyn een boslissing op de hoofd-
vraag to geven als do slagers begeerig zyn
een zuivere uitspraak over de beteekenis van
art. 4 al. 2 der Hinderwet to krygen.
Behalve op de Hinderwet beroept men zich
op art. 135 der Gemeentewet, dat luidt: „Aan
hem (den Raad) behoort hot maken van de
verordeningen, die in het belang der openbaro
orde, zodeiyklieid on gozondhoid wordon
vereischt en van andere betreffende de huis
houding der gemeente."
Dit beroep zal wel niemand krachtig noemen;
de hoogleeraar Oppenheim erkent dan ook
dat slechts „wellicht" uit art. 135 der Gemeente-,
wet de bevoegdheid tot slachthuisbouT. en
-exploitatie door de gemeente volgt.
Bovendien mag een plaatselyko verordening»
niet treden in onderwerpen, waarin door een
Rykswet aireede wordt voorzien, en stellig
niet vorder gaan dan de Rykswet toelaat.
Eindeiyk volgt uit do grooto lyst dor in
richtingen, die met slachtplaatsen op ééne tyn
staan, dat, moge al by den wetsvoorstelier
het denkbeeld van openbare slachthuizen met
slachtdwang gerezen zyn, de consequentie van
dezen maatregel toch wel niet bedoeld kan
zyn. Zou het do meening van den wetgever
geweest zyn door de Hinderwet het oprichten
mogeiyk te maken van gemeentelyko kaarsen
fabrieken, zeepziederyen, mouteryen, brouwo-
ryen, branderyen, distilleerderyen, bakkeryc
korenmolens, houtzaagmolens, katoendrukke-
ryen, enz., enz. Zou de Hinderwet vrijheid
geven die gemeentelyko inrichtingen zoo duur
en kostbaar to maken als de gemeente slechts
goed vindt en daardoor de kosten van het
bedryf, in die inrichtingen uitgeoefend, noode-
loo8 aanzieniyk hooger te maken, zooals meT
nu met het slagersbedryf wil doen? Dat ka&
toch immers niet het geval zyn!
Na de rechtsquaestie komt de vraag of de
gemeente moreel bevoegd is zoo grooto, diep
ingrijpende verandering in het slagersbedryf
te brengen, zonder eerst boproefd te hebben
het slagersbedryf te verbetoren, in plaats van
te ontwrichten.
Zeer zeker behoeven de slachtplaatsen ver
betering maar alvorens te kunnen verklaren,
dat do toestand niet ten goede te veranderen
is en dat mitsdien het slagersbedryf in oen
gemeontelyke inrichting moet worden samen
getrokken, had men ernstig moeten beproeven
verbeteringen aan te brengen. Dit nu hooft
men niet gedaan en daarom kunnen Burg. en
Weth. en zy, die lien verdedigen, geen ver
weer vindon tegen het vonvyt, dat zy' oen
mechanische altoos ruw ingrypende ver-
botering voorstellen, tenvyl zy de organische
wyziging niet eerst hebben beproefd.
Burg. en Weth. zeggen, dat zy steeds tegen
kanting ondervonden by het voorschryvon
van verbeteringen en dat zy met hun eischon
zoo vor zyn gegaan als in afwachting van de
al of niet oprichting van een abattoir mogelyk
was. Juist hier zit do grief. De abattoir-quaestie
moest niet reeds aanhangig zyn gemaakt,
toen men den slagers nog verbetering van
hun inrichtingen moest voorstellen. Eerst had
men moeten pogen te verboteren zonder dat
er van eon abattoir sprake was.
Dat do slagers niet gaamo onder dezo om
standigheden tot verbetering medewerken, is
toch waarlyk niet te verwonderen. Wat wil
men; wie zal veel geld uitgeven voor slacht
plaatsverbetering, als vooruit blykt, dat geen
verbetering, hoe afdoende ook, den nu een
maal voorgenomen slachthuisbouw keert?
Er zyn er, die meenen, dat do slagers tocli
geon afdoende verbeteringen kunnen aan
brengen, omdat het hun te veel geld ze i
I kosten, en dat zy not* 'iever een abn" r
willen hebben.