i N8. 2448 Zaterdag 33 Septeïnber. A°. 1900 Qeze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van <gonr en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. M Znid-Afrikaansche Vereeniging. Progressie in de gemeentebelasting. Leiden, 22 September. j Feuilleton. I Adellijk en burgerlijk bloei 1 HIUS DEZER CODRASTt Voor Leidon pér 8 waanden; i l l'.HW Buiten Leiden, per looper en waar «genten gores tl gd rjjn L8CU- Franco par poet .«jljiSiiilliits L®6*' I f PBUS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—0 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. c'- Het Hoofdbestuur der Nederïandsch-Zuld- Afrikaansche Vereeniging heeft lasten opge maakt en rondgezonden van Nederlanders, grootendeels ambtenaren en beambten der Nederlandech - Zuid - Afrikaansche Spoorweg maatschappij, die door het Engelsche leger bestuur niet alleen uit hun woonplaatsen verdreven, maar ook naar hun oude vaderland teruggebracht z#n, en die thans, buiten be trekking en op den duur broodeloos, voor- loopig hier en daar by verwanten en vrienden onderkomen hebben gevonden. De Vereeniging wil doen wat in haar vermogen is, om deze personen te helpen aan voor hen geschikte betrekkingen. Het ztfn veerkrachtige mannen met technische kennis en veel ervaring op verschillend gebied, velen voorzien van diploma's, sommigen ook van eenig kapitaal (loopende van f 600 tot ƒ20,000), die ginds in zeer moeilijke omstandigheden tot het laatst hun plicht getrouw gebleven zijn en die bovendien stellig ons aller belangstelling en steun verdienen, als slachtoffers van den Britschen rooftocht Het Bestuur der Afdeeling Lelden en Omstreken" doet by dezen een beroep niet alleon op do leden dezer Afdeoling, maar op allen, in deze en omliggende gemeenten woon achtig (inzonderheid fabrikanten en beheerders van groote instellingen), dio betrekkingen te vergeven hebben of kunnen aanwijzen, om tot dit doel mede te werken. Do meeste der betrokken personen zagen zich liefst geplaatst in betrekkingen by spoor- of tramwegdienst, telegraphie, politie, administratie, of in het machinevak of by een ambacht; velen echter zyn in staat en bereid op andere wyze zich nuttig te maken. Twee exemplaren der boven genoemde lijsten liggen van morgen af ter inzage by den tweeden ondergetekende, Hoog- landsche Kerkgracht 22, en aan het bureel van het Leidsch Dagblad. Het Bestuur der Afdeeling verklaart zich gaarne bereid, om zooveel mogeiyk nadere inlichtingen to verschaffen en aanbiedingen en aanvragen op te zenden naar het Informatie bureau der Vereeniging te Amsterdam. Het Bestuur voornoemd: M. J. De Gokje, Voorzitter. Letokh^ J. W. Mullkb, Secretaris. 21 Sept. 1900. Ch. M. Dozy, Penningm. Zoo heeft nu ook do Eerste Earner der Staten-Generaal het wetsontwerp tot nieuwe' regeling dezer progressie aangenomen. Daar mee ie de reeks gebrekkigo wetten, waaraan ons wetboek zoo rijk is, met één vermeerderd. Gebrekkig, omdat de opzet verkeerd was, en ,het stelsel der Begeering door amendeering der Tweedo Kamer niet werd verbeterd. De toelichting was van dien aard, dat het .Sociaal i'Weekblad" haar niet zonder recht „soep ;met quasi wetenschappelijke balletjes" mocht noemen. I Want de wetenschap der cijfers werd er 1 bU gehaald, maar op een wijze, die doet denken aan het kind, dat met vuurwapens speelt. Zt) werd misbruikt, om aan willekeurige bepalingen een schijngrond te vorleenen en een stelsel te rechtvaardigen, dat voor de meest willekeurige belasting der Ingezetenen de deur wijd openzet. Dit werd openlijk uit gesproken bfl de behandeling in de Eerste Kamer door den oud-mlnlster Roéll, die den minister vroeg, wat hij zal doen met ver ordeningen, „die kant noch wal raken"? Progressie in zake belastingen is willekeur, op welks handige wijze zU ook wordt inge kleed. Zjj voert terug tot het oude stelsel van het hoofdgeld, waarbij men -eenvoudig van leder ingezetene vordert, wat men meent, dat hy wel kan betalen. De onbeholpen wijze, waarop dezo zaak by de laatste wetswijziging ie geregeld, zal de toekomstige ministers van binnenlandsche zaken herhaaldelyk tot beant woording der door den heer Boêll gestelde vraag oproepen. Intusachen ls het myn doel niet de nieuwe bepalingen aan een nauwgezette eritiek te onderwerpen; daartoe is het nu niet de ge schikte tjjd, noch hier de geschikte plaats. Trouwens de ervaring zal weldra de beste maatstaf tot beoordeeling worden. Slechts wenschte ik hier op een llohtpnnt te wyzen, dat voor onze gemeente van belang ls. In de nieuwe wet komt nameiyk de bepaling voor, dat eenmaal goed gekeurde verordeningen na invoering der wet geen nieuwe goedkeuring behoeven. Dit is mede van toopassing op de verorde ning onzer gemeento; zy behoeft dus niet meer gewyzigd te worden. En nn ls myn ongevraagd advies, om haar stil te laten, zoo ale zy is. Niet, omdat zy de volmaaktheid naby komt; Ik heb te dikwyis over dit onder werp geschreven en myn bedenkingen doon hooren, om zoo iets te beweren Maar verge- Iykt men haar met de overeenkomstige ver ordeningen van andere gemeenten en vooral legt men haar naast de regeeringsmodellen, voorkomende ln de toelichting tot hot wets ontwerp, dan eorst blykt, hoe ver zy boven deze uitsteekt en by matigen druk de wille keur vermydt, waarvoor in dezo de deur wordt geopend. Mogen andere gemeentebesturen gretig van deze gelegenheid gebruik maken om „kant noch wal rakende" verordeningen op de gemeente belasting aan de goedkeuring der regeering, die daartoe de gelegenheid gaf, te onderwer pen ik vertrouw, dat ons gemeentebestuur ook hier de wysheid zal betrachten, door de bestaande verordening to laten, zooals zy ls; en liever door gepaste zuinigheid zal zorg dragen, dat haar druk de draagkracht der ingezetenen niet overschrijdt. Lamas, 21 Sept 1900. P. Tas Gaza. In de gieternamiddag gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der Leidsche Schouwburg-Vereeniging zyn balans en winst en verliesrekening over het Jaar 1899/1900 goedgekeurd. Tot commissarissen werden gekozen de heer prof. mr. S. J. Fockema Andreas en A. Goekoop. Blijkens een In dit nommer voorkomende advertentie zal de anti-revolutionaire kiesver- eeniging „Nederland en Oranje", alhier, aanstaanden Dinadag, des avonds te acht uren, in de Stadszaal een openbare vergadering honden met gelegenheid tot debat, waarin de heer Joh. Büfer, van Amsterdam, de vraag zal behandelen: „Is een abattoir voor Leiden gowenscht?" Toegang vry. De loting voor de Nationale Militie voor de lichting van het jaar 1901, zal, volgens „Provinciaal Blad" No. 70 van 1900 voor de volgende gemeenten dezer provincieplaats hebben: Te Lelden op Maandag 8 October a. a. voor de gemeenten: Zoeterwonde voorm. 91/, m, Leiderdorp voorm. ÏO3/. u., Oegstgeeat ll1/, u. Te Leldschendam (gemeente Stompwyk) op Donderdag 18 October a. a. voor de ge meenten: Stompwyk, voorm. 9'/, m, Wasse naar voorm. 10'/, u., Voorburg voorm. 11'/, m, Voorschoten 'a middag» 12 u, Zoetermeer 'snam. 12»/, u., Zegwaard 1 n., Veurl1/, n. Te Noordwyk op Maandag 1& October a. a. voor die gemeente 's voorm. 10'/, uur. voor Noordwykerhont 's middags 12 nor. Te Sassenheim op Vrydag 12 October a. a. voor do gemeentenHillegom 'e voorm. 9'/, m, Lisse 'e voorm. II1/, u., Warmond '«nam. I u., Voorhout 'a nam. 1'/, u., Sassenheim l'/t uur. To Katwyk op Maandag 15 October a. a. voor de gemeentenKatwyk 's voorm. 10 o,, Bynsburg "s nam. 1 u., Valkenburg 2'/, u., Te Woubruggo op Dinsdag 18 Octobers,s. voor de gemeenten: Zevenhoven 'a voorm. 10'/, u., Nieuwveen 10'/, u., Alkemade II u., Leimuiden 's nam. 1 u., Bynzaterwoude 'a nam. 1'/, m, Ter-Aar 2 u., Woubrugge 23/, uur. Te Alfen op Donderdag 18 October a a voor de gomeenten: Alfen 'a voorm. 81/, o., Aarlanderveon 's voorm. 10 u., Benthuizen 10'/, u., Beskoop 11 u., Hazerswoude 'a nam. 123/, u., Koudekerk l3/, m, Oudshoorn 2m, En verder o. a. te Woerden 29 October, Bodegravon 19 Oct., Gouda 23 en 24 Oct. en Zevenhuizen 22 Oct. Men achryft one beden uit Den Haag-, Een gedenkwaardige gebeurtenis voor velen is hot feit, dat heden in het fraaie stadsge deelte aan een der eindpunten van „Duinoord" in de daar nieuw gestichte Begentessekerk een gedenksteen zou worden geplaatst door H. M. de Koningin-Moeder in tegenwoordig heid van H. M. de Koningin. Juist vyf jaren geleden werd door een commissie uit den Algemeenen Kerkeraad der Ned.-Harv. Gemeente alhier een prijsvraag voor het bouwen eener zevende kerk uitge schreven, te stichten op het door mr. Oookoop geschonken torrein aan de Begentesselaan, De bekroning viel ten deel aan den archi tect den heer J. Verheul Dzn. te Botterdam, en deze mocht het voorrecht smaken den tempelbouw tot Btand te brengen, nadat de geldmiddelen byeengebracht waren. Do gevels zyn van gryzen en waalsteen, terwyi hardsteen voor verschillende doeleinden ls aangewend. De hoofdingang ls aan het Begentesseplein en voert rechtstreeks naar de bank voor het Koninkiyk Huis. De tympanvufllng bestaat uit een mozaïek- versiering met een symbolische voorstelling van Stryd en Overwinning; van de belde torens aan den voorgevel Ie een bestemd voor de luidklok. Ook aan de Welmarstraat en de Begentesselaan zyn ingangen met portalen. Hot ruim van de kerk heeft den vorm van eon Latynech kruis. Tot de drie gaanderyen voeren trappen ln de torena aangebracht; de koepel ie fraai beschilderd; het orgel moet nog worden aangebracht; links en rechts van den preekstoel zyn gaanderyen, onderling verbonden. Het gebouw kan door middel van circuleerende warme lucht verwarmd worden en biedt 1100 zitplaatsen. Do Koninginnen worden ontvangen door een commissie uit leden der Vereeniging tot 69) „Ja. Men zal hot u altyd en altyd weder voor de voeten worpen, dat gy den zoon van een avonturier volgt, wiens naam niet zonder smet is. Ik dacht n gisteren daarmede af te schrikken, en gy dacht daarby Blechta aan hetgeen ik er door iyden moot; maar zult i gy ook stand houden, als deze schaduw in uw eigen leven ingrypt, als die naam de j uwo wordt?" Zyn oog zocht het hare, met een laatste .opflikkering van don ouden argwaan, die de vroegere gravin Steinrück gold, met haar overmoedig spel. Maar nu was de bedrieglyke T glans uit die schoone oogen verdwenen, die reeds den knaap geboeid hadden; nu stond 1 er slechts genegenheid on geluk in te lezen. „Moet ik u dan herhalen, wat ik u gisteren reeds zeide, toen gy van uw moeder spraakt? Ook ik zal den man mijner kouze volgen Als een bode van het licht steeg het morgenrood op. Beeds begon er op de be sneeuwde toppen een roode gloed te dalen en nu werden ook de wolken aan den hemel rood gekleurd ln een zeldzame pracht. „De dag breekt aan!" zeide Michaël; „zoodra •J' gy genoegzaam uitgerust zyt, gaan wy terug. V Ik breng u heden nog by uw moeder." 1' „Myn moeder!" herhaalde Hertha op diep f bedroefden toon. „O, ik heb nauwelyks aan haar gedacht in deze laatste uren; ik ver keerde misschien meer in levensgevaar dan zy. Myn moeder zal toegeven, dat weet ik; >1 naar zjj kent geen anderen wil dan dien van den grootvader van Baoul, aan wien zy zich blindelings onderwerpt, en de stryd met hem zal zeer zwaar zyn." „Laat dien aan my over!" viel Michaël haar in do rede. „Zoodra ik teruggekeerd ben, zal ik den generaal mededeelen, dat gy uw woord van Baoul terugeischt, dat „Neen, neenl" weerde zy angstig af. „Den eersten storm moet ik -doorstaan. Oy kent myn voogd niet." „Ik ken hem beter dan gy denkt, en het zal niet de eerste keer zyn, dat wy tegen over elkander staan. Als iemand tegen dezen stryd opgewassen is, dan ben ik het, want ik ben van zyn bloed 1" Hertha keek hem verwonderd aan. „Wat zegt gy? Ik verstond u niet goed." Hy liet haar los en richtte zioh in zyn volle lengte op. „Ik heb u nog iets verzwegen, Hertha, met opzet verzwegen. Ik wilde zien, of gy my toebehooren wildot, ook als ik voor u niets anders was dan de zoon van een ge lukzoeker, die geen vaderland meer kende. Ik ben voor u en de uwen geen vreemdeling, en ook myn vader was dat niet. Hebt gy nooit gehoord van eon tweede kind van den generaal, van een dochter?" „Zekeri Louise Steinrück! Zy was zelfs, naar ik meen, oorspronkelijk tot gemalin voor myn vader bestemd geweest, maar zy stierf immers zoo jong, nauwelyks achttien jaron oud." „Qy hebt van haar dus alleen als van een doode gehoord? Ik dacht het well Ja, zy stierf vóór haar vader en haar familie, die haar verstieten, toen zy den man haror keuze volgde. Zy was myn moeder 1" De jonge gravin riep ten hoogste ver baasd uit: „Is het mogeiyk? Gy oen Steinrück I" „Een Bodenberg, Herthal vergeet dat niet; ik heb geen deel aan den naam mijner moeder en aan haar familie en dat wil lk ook niet" „En uw grootvader? Weet hy „Ja, maar hy ziet in my slechts den zoon van de veretooten, verloochende dochter, wier naam nog heden niet door hem genoemd mag worden, en als ik u zyn erfgenaam, zyn Baoul onttrek, zal hy het uiterste tegen ons beproeven. Doch om het even, gy hebt u nu aan my overgegeven en ik zal myn geluk weten te bewaren." Hy stond Inderdaad daar, alsof hy bereid was de heele wereld het hoofd te bieden. Toen reikte hy zyn Hertha de hand, om haar terug te voeren in de wereld daar beneden in de diepte, die nog in nevelen gehuld lag. Hier boven waren do besneeuwdo toppen reeds met een purperen gloed ge kleurd, de geheele oostelijke hemel brandde in een zee van licht. Nu schitterde het daar of er een zwaard flikkerde, en toen kwam langzaam de zon in al haar pracht to voorschijn. In den 6torm geboren, begroette het licht van den nieuwen dag do aarde. In schitterend morgen rood steeg Michael van den Adelaarswand neder XXIL Gravin Steinrück was ernstig ongesteld geworden, zóó ernstig, dat men haar op raad van den dokter verzweeg, in welk gevaar haar dochter verkeerd had. Hertha, die in den loop van den volgenden dag aangekomen was, moest haar moeder vertellen, dat zy door het losbreken van storm zoo lang stichting van het kerkgebouw, onder het ge lang van de Vereeniging „Excelsior". Door een middenpad geleid naar een met rood tapyt overdekte breede estrade, waarop een troonhemel is geplaatst, kunnen de vor stelijke bezoeksters de voor Haar bestemde zetels Innemen. Dr. F. Gheel Gfldemeeater, voorzitter der Bouwcommissie, heeft het voorrecht in een toespraak het gewicht van dezen dag voor de kerkelijke gemeente uiteen te zetten en Hare Majesteit de Koningin-Moeder uit te noodigen den gedenksteen te plaatsen. Vooraf ging de teekening van de oorkonde waarin wordt uiteengezet, dat de Kerkeraad den naam van Begentessekerk heeft gekozen als een dankbare herinnering en eerbiedige hulde aan Harer Majosteits gezegend en voor spoedig regentschap. Deze akte in duplo gecalligrapheerd met gothischo karakters, door don heer J. Roovers, caliigraaf te Rotterdam, wordt door de Koningin, de Koningin-Moeder, den Kerkeraad, de Stichtingscommissie, de kerkvoogd#, den architect en den aannemer onderteekend en een examplaar gesloten ln een looden bus, die ln de opening van een dar hoofdpilasters geptaatst wordt. H. M. de Koningin-Moeder staande op een bekleede tribune metselt eigenhandig met zilveren troffel en hamertje twee gryze steentjes in, aan de buitenzijde in verguld vertoonende het eene, een koninklijke kroon, het andore den datum der plechtigheid. De heer Vorheul metselt den sluitsteen. In denzelfden pilaster, op de plek, waar de oorkonde bewaard wordt, wordt de gedenk steen gesteld, een zwart marmeren plaat, hot feit vermeldende. Na een danklied van .Excelsior" en een dankwoord namens den Kerkeraad, wiens voorzitter, Ds. J. A. Gerth v. Wyk, een dank gebed uitsprak, was de plechtigheid volbracht. De Koningin heeft gisteren ontvangen de commissie van de Eerste Kamer, belast met de aanbieding van het adres van ant woord op de Troonrede. Het wedeiantwoord van H. M. de Koningin luidde: „Myne Heerenl Ik ontvang met welge vallen do betuiging van de Eerste Kamer, dat z# zich vereenigt in den wensch, dat haar arbeid onder Gods zegen bevorderlijk moge zyn aan het welzijn van het vaderland en z#n koloniën. Ik verzoek U aan de Kamer uit myn naam dank to zeggen voor haar adres van antwoord." Aan de deputatie werden de gebruikelyke militaire eerbewijzen gegeven door een com pagnie jagers. Door het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland zyn de hoeren A. Fiessen, H. Van Elven, J. W. Groot Enzerink, H. De Groot en G. W. 0. Kenderink, reap, candidaton in do godgeleerdheid aan de universiteiten te Groningen, Toulouse (Montauban), Utrecht, Lelden en Groningen, na afgelegd examen als candidaton tot den H. Dienst toegelatendoor het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Bra bant met Limburg de heeren H. G. Van der Flier en L. S. Van Zwet. Door de Vereoniging van Nod. 8toen fabrikanten zal een adres van adhaesie worden gezonden aan do Tweedo Kamer, inzake het adres van mr. P. J. G. Van Diggelen, to Zwolle, botreffende de wenschelijkheid tot afsluiting en gedeelteiyke drooglegging der Zuiderzee. Uit allo ln de hofkringen waarneembare verschyn8elen meen ik, zegt de schrijver der .Haagsche Kroniek" dor „N. Gr. Ct.," te mogen opmaken, dat tw#fel aan een spoedige verloving van onze beminde Koningin, vol-' komen ongegrond ia. Het zou my niet ver wonderen, als 1901 ongeveer ten einde spoedde en H. M. Haar 21 sta levensjaar bereikte, voordat de natie met het bericht van Haar aanstaand huweiyk werd verblyd. Ik heb daar voor een ik erken gaarne misschien zwakko, maar toch tameiyk practische reden. Eet paleis van wyien prins Hendrik, dat bestemd is by het huweiyk van Koningin Wilhelmina door de Koningin-Moeder te worden betrokken, wordt zeer langzaam voor dat doel in gereed heid gebracht; men werkt gestadig aan de in- en uitwendige verfraaiing en uitbreiding, maar alles geeft den indruk, dat er met de voltooiing van een en ander nog maanden, misschien ongeveer een jaar, gomoeid zuilen zyn. En als ik me herinner, dat, nu omstreeks een jaar geleden, toen de eerste geruchten over huweiyksplannen der Koningin begonnen te loopen, een zeer hooggeplaatst en uit den aard van zyn positie met de aangelegenheden van het Koninkiyk Huis bekend persoon, mU op een deswege tot hem gerichte vraag on? inlichting, antwoordde: Er is geen sprake van; naar alle waarechyniykheid zal de Koningin niet voor de voltooiing van haar 21ste jaar ln den echt treden, dan geloof ik, dat we vooreerst dit onderwerp, hoezeer het ook heel de natie ter harte gaat, veilig kunnen laten rusten." Do vergadering ln Den Bosch van de besturen en adviseurs der Nederlandsche Katho- lieke onderwyzersbonden had een goed en gunstig verloop. Aanvankeiyk schynt gedacht te worden aan een Katholiek sanatorium of verpl00gim*ichting voor zieke onderwyzers, zegt .De Avondster". Na s morgens door ds. Heeres als pre dikant bevestigd te zyn, deed de heer M. Parlevllet, van Katwyk, 's namidd. zyn intrede by de Geref. Gem. van Nes en Wierum naar aanleiding der laatste 8 verzen van Matth. 28. Een talryke schare belangstellenden vulde hot kerkgebouw. Ds. K. Van Goor, te Holland, vroe ger predikant der GereL Kerken te Schie*; dam, Gorkum en Nieuwendyk en die dezen zomer hier te lande eenigon tyd doorbracht, is thans ln zyn standplaats Holland, Michigan, (N.-Amerika) teruggekeerd en heeft zyn dienst-, werk aldaar hervat. In tegenwoordigheid van een vr# talr#k aantal genoodigden ia gisternamiddag in de Spaamdammerstr&at te Amsterdam de eerste, steen gelegd voor het Koningin-Wilholmina- Huis, een gesticht in don geest van het be-' kende .Ons Huis". De heer Van Outersterp, voorzitter van de commissie, herinnerde aan do schoono Sep temberdagen vóór twee jaren, toen H. M. de Koningin de Spaamdammerstraat bezocht. Door de stichting van dit Koningin-Wilhelmina-j Huis kon de buurt wederom van haar liefde voor het Oranjehuis biyk geven. Don burgemeester dankte hy voor zyn tegenwoordigheid, en hy noodigde ZEdachtb. uit een oorkonde te willen onderteekenen van deze plechtigheid. Nadab deze daarvan voldaan had, sprak hy de hoop uit, dat deze eerste steen den grondslag zou vormen voor een stichting, die de lichameiyke, verstandelyke en zedelyke ontwikkeling der burgery in het algemeen en van den werkman in het byzonder bevorderiyk zou zyn. H# hoopte, dat de stichting er toe zou bydragen, dat de burgers elkander onderling beter leerden kennen, begrypen en waardeeren, in St.-Michaèl opgehouden was, en zoo ver nam do zieke niet eens haar ontmoeting met Rodenberg. Het was ongeveer eon week later. In een der logeerkamers van hot slot Steinrück zat de pastoor van St,-Michaël b# zyn broeder, die hierheen gekomen was en hem zyn aan komst gemeld had. Het gesprek tusschen beiden moest wel ernstig geweest zyn; dat kon men aan hun gelaat zien, en professor Wehlau zeide zooeven: .Ik kan u heiaas geen hoop geven. Het langdurige l#den der gravin heoft zulk een wending genomen, dat de dood er onvermydeiyk op volgen moet. Zy lydt gelukkig goen pyn, en z4J heeft ook geen vermoeden van het gevaar, maar haar toestand is hopeloos. Zy kan nog vier a zes weken leven; zy zal het huweiyk harer dochter niet meer beleven." „Ik vreesde het al, toen ik do gravin weer zag," antwoordde Valentyn. .Het is echter een geruststelling voor my, dat gij gekomen zyt. Ik weet, dat gy met deze reis een offer gebracht hebt. Gy zyt midden uit uw voor lezingen weggeloopen en behandelt geen enkelen patiënt meer." Wehlau haalde de schoudors op. .Maar de gravin is geen vreemdelinge voor my; myn verkeer met deSteinrücksche familie is immers byna even oud als het uwe, en dan heeft ook Michaël, die my de tyding van haar ziekte bracht, my geen oogen- bük met rust gelaten. Hy drong zoo lang by m# aan, dat lk tot de reis besloot. Ik vond dat vreemd, hy kent de gravin toch slechts weinig, maar hy bleef aandringen, tot h# myn belofte had." De pastoor was by de laatste woorden op merkzaam geworden, maar hy ging er niet verder op in en vroeg: .Hebt g# Hans meegebracht? Ik zal hom toch wel zien?" .Zeker, hy komt in de eerstvolgende dagen by u. Nu is hy in Tannborg, by onze bloed verwanten, terwyi ik ter wille van de gravin op het slot blijf. Do jongen ls in z#n kuren niet na te gaan. Reeds in April sprak hy er over, dat hy weder naar de bergen moest,' om studies te makon, tot ik hem aan het' verstand bracht, dat het een dwaasheid was, want dat do bergen nog onder de sneeuw! lagen. Nu hy van myn reis hoort, valt het hem opeens in, dat hy naar Tannberg moot, om wat van zyn arbeid uit te rusten. Waarschyniyk van do bewondering en van al dergeiyken onzin, waarmede men hom denj laatsten tyd het hoofd op hol brengt, en dat; zal myn schoonzuster natuuriyk met nieuwe» kracht voortzetten." .En gy hebt hem toch meegenomen?" .Meegenomen?" lachte Wehlau. „Of ikj daarover nog iets te zeggen hadl Mijnheer de kunstenaar is immers een zelfstandig man^ geworden, en ik mag hot genie niet meer. aan bandon leggen, ook dèn niet, als het dej dolste invallen geldt. Maar genoeg, hy gingj mee en komt geregeld eiken dag van Tann-^ berg hierheen, om my te bezoeken en te zien hoe het hier gaat. Ik kon uit don jongen niet wy8 worden, evenmin als uit Michaël! Zy bekommeren zich om de zieke gravin metj eon yver, of zy hun moeder was. Overigens is zy onder een goede behandeling by deni arts hier en by haar jonge verpleegster, ho«) heet die toch?" .Gerlinde Van Eberstein." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1