i
N8. 2448
Zaterdag 33 Septeïnber.
A°. 1900
Qeze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gonr en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
M Znid-Afrikaansche Vereeniging.
Progressie in de gemeentebelasting.
Leiden, 22 September.
j Feuilleton.
I Adellijk en burgerlijk bloei
1
HIUS DEZER CODRASTt
Voor Leidon pér 8 waanden; i l l'.HW
Buiten Leiden, per looper en waar «genten gores tl gd rjjn L8CU-
Franco par poet .«jljiSiiilliits L®6*'
I
f
PBUS DER ADVERTENTIÉN:
Van 1—0 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
c'-
Het Hoofdbestuur der Nederïandsch-Zuld-
Afrikaansche Vereeniging heeft lasten opge
maakt en rondgezonden van Nederlanders,
grootendeels ambtenaren en beambten der
Nederlandech - Zuid - Afrikaansche Spoorweg
maatschappij, die door het Engelsche leger
bestuur niet alleen uit hun woonplaatsen
verdreven, maar ook naar hun oude vaderland
teruggebracht z#n, en die thans, buiten be
trekking en op den duur broodeloos, voor-
loopig hier en daar by verwanten en vrienden
onderkomen hebben gevonden. De Vereeniging
wil doen wat in haar vermogen is, om deze
personen te helpen aan voor hen geschikte
betrekkingen. Het ztfn veerkrachtige mannen
met technische kennis en veel ervaring op
verschillend gebied, velen voorzien van
diploma's, sommigen ook van eenig kapitaal
(loopende van f 600 tot ƒ20,000), die ginds
in zeer moeilijke omstandigheden tot het laatst
hun plicht getrouw gebleven zijn en die
bovendien stellig ons aller belangstelling en
steun verdienen, als slachtoffers van den
Britschen rooftocht
Het Bestuur der Afdeeling Lelden en
Omstreken" doet by dezen een beroep niet
alleon op do leden dezer Afdeoling, maar op
allen, in deze en omliggende gemeenten woon
achtig (inzonderheid fabrikanten en beheerders
van groote instellingen), dio betrekkingen te
vergeven hebben of kunnen aanwijzen, om
tot dit doel mede te werken. Do meeste der
betrokken personen zagen zich liefst geplaatst
in betrekkingen by spoor- of tramwegdienst,
telegraphie, politie, administratie, of in het
machinevak of by een ambacht; velen echter
zyn in staat en bereid op andere wyze zich
nuttig te maken. Twee exemplaren der boven
genoemde lijsten liggen van morgen af ter
inzage by den tweeden ondergetekende, Hoog-
landsche Kerkgracht 22, en aan het bureel
van het Leidsch Dagblad.
Het Bestuur der Afdeeling verklaart zich
gaarne bereid, om zooveel mogeiyk nadere
inlichtingen to verschaffen en aanbiedingen
en aanvragen op te zenden naar het Informatie
bureau der Vereeniging te Amsterdam.
Het Bestuur voornoemd:
M. J. De Gokje, Voorzitter.
Letokh^ J. W. Mullkb, Secretaris.
21 Sept. 1900. Ch. M. Dozy, Penningm.
Zoo heeft nu ook do Eerste Earner der
Staten-Generaal het wetsontwerp tot nieuwe'
regeling dezer progressie aangenomen. Daar
mee ie de reeks gebrekkigo wetten, waaraan
ons wetboek zoo rijk is, met één vermeerderd.
Gebrekkig, omdat de opzet verkeerd was, en
,het stelsel der Begeering door amendeering
der Tweedo Kamer niet werd verbeterd. De
toelichting was van dien aard, dat het .Sociaal
i'Weekblad" haar niet zonder recht „soep
;met quasi wetenschappelijke balletjes" mocht
noemen.
I Want de wetenschap der cijfers werd er
1 bU gehaald, maar op een wijze, die doet
denken aan het kind, dat met vuurwapens
speelt. Zt) werd misbruikt, om aan willekeurige
bepalingen een schijngrond te vorleenen en
een stelsel te rechtvaardigen, dat voor de
meest willekeurige belasting der Ingezetenen
de deur wijd openzet. Dit werd openlijk uit
gesproken bfl de behandeling in de Eerste
Kamer door den oud-mlnlster Roéll, die den
minister vroeg, wat hij zal doen met ver
ordeningen, „die kant noch wal raken"?
Progressie in zake belastingen is willekeur,
op welks handige wijze zU ook wordt inge
kleed. Zjj voert terug tot het oude stelsel van
het hoofdgeld, waarbij men -eenvoudig van
leder ingezetene vordert, wat men meent, dat
hy wel kan betalen. De onbeholpen wijze,
waarop dezo zaak by de laatste wetswijziging
ie geregeld, zal de toekomstige ministers van
binnenlandsche zaken herhaaldelyk tot beant
woording der door den heer Boêll gestelde
vraag oproepen.
Intusachen ls het myn doel niet de nieuwe
bepalingen aan een nauwgezette eritiek te
onderwerpen; daartoe is het nu niet de ge
schikte tjjd, noch hier de geschikte plaats.
Trouwens de ervaring zal weldra de beste
maatstaf tot beoordeeling worden.
Slechts wenschte ik hier op een llohtpnnt
te wyzen, dat voor onze gemeente van belang
ls. In de nieuwe wet komt nameiyk de
bepaling voor, dat eenmaal goed gekeurde
verordeningen na invoering der wet geen
nieuwe goedkeuring behoeven.
Dit is mede van toopassing op de verorde
ning onzer gemeento; zy behoeft dus niet
meer gewyzigd te worden. En nn ls myn
ongevraagd advies, om haar stil te laten, zoo
ale zy is. Niet, omdat zy de volmaaktheid
naby komt; Ik heb te dikwyis over dit onder
werp geschreven en myn bedenkingen doon
hooren, om zoo iets te beweren Maar verge-
Iykt men haar met de overeenkomstige ver
ordeningen van andere gemeenten en vooral
legt men haar naast de regeeringsmodellen,
voorkomende ln de toelichting tot hot wets
ontwerp, dan eorst blykt, hoe ver zy boven
deze uitsteekt en by matigen druk de wille
keur vermydt, waarvoor in dezo de deur wordt
geopend.
Mogen andere gemeentebesturen gretig van
deze gelegenheid gebruik maken om „kant noch
wal rakende" verordeningen op de gemeente
belasting aan de goedkeuring der regeering,
die daartoe de gelegenheid gaf, te onderwer
pen ik vertrouw, dat ons gemeentebestuur
ook hier de wysheid zal betrachten, door de
bestaande verordening to laten, zooals zy ls;
en liever door gepaste zuinigheid zal zorg
dragen, dat haar druk de draagkracht der
ingezetenen niet overschrijdt.
Lamas, 21 Sept 1900. P. Tas Gaza.
In de gieternamiddag gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der Leidsche
Schouwburg-Vereeniging zyn balans en winst
en verliesrekening over het Jaar 1899/1900
goedgekeurd.
Tot commissarissen werden gekozen de
heer prof. mr. S. J. Fockema Andreas en A.
Goekoop.
Blijkens een In dit nommer voorkomende
advertentie zal de anti-revolutionaire kiesver-
eeniging „Nederland en Oranje", alhier,
aanstaanden Dinadag, des avonds te acht uren,
in de Stadszaal een openbare vergadering
honden met gelegenheid tot debat, waarin de
heer Joh. Büfer, van Amsterdam, de vraag
zal behandelen: „Is een abattoir voor Leiden
gowenscht?" Toegang vry.
De loting voor de Nationale Militie voor
de lichting van het jaar 1901, zal, volgens
„Provinciaal Blad" No. 70 van 1900 voor
de volgende gemeenten dezer provincieplaats
hebben:
Te Lelden op Maandag 8 October a. a. voor
de gemeenten: Zoeterwonde voorm. 91/, m,
Leiderdorp voorm. ÏO3/. u., Oegstgeeat ll1/, u.
Te Leldschendam (gemeente Stompwyk) op
Donderdag 18 October a. a. voor de ge
meenten: Stompwyk, voorm. 9'/, m, Wasse
naar voorm. 10'/, u., Voorburg voorm. 11'/, m,
Voorschoten 'a middag» 12 u, Zoetermeer
'snam. 12»/, u., Zegwaard 1 n., Veurl1/, n.
Te Noordwyk op Maandag 1& October a. a.
voor die gemeente 's voorm. 10'/, uur.
voor Noordwykerhont 's middags 12 nor.
Te Sassenheim op Vrydag 12 October a. a.
voor do gemeentenHillegom 'e voorm. 9'/, m,
Lisse 'e voorm. II1/, u., Warmond '«nam.
I u., Voorhout 'a nam. 1'/, u., Sassenheim
l'/t uur.
To Katwyk op Maandag 15 October a. a.
voor de gemeentenKatwyk 's voorm. 10 o,,
Bynsburg "s nam. 1 u., Valkenburg 2'/, u.,
Te Woubruggo op Dinsdag 18 Octobers,s.
voor de gemeenten: Zevenhoven 'a voorm.
10'/, u., Nieuwveen 10'/, u., Alkemade
II u., Leimuiden 's nam. 1 u., Bynzaterwoude
'a nam. 1'/, m, Ter-Aar 2 u., Woubrugge
23/, uur.
Te Alfen op Donderdag 18 October a a
voor de gomeenten: Alfen 'a voorm. 81/, o.,
Aarlanderveon 's voorm. 10 u., Benthuizen
10'/, u., Beskoop 11 u., Hazerswoude 'a nam.
123/, u., Koudekerk l3/, m, Oudshoorn 2m,
En verder o. a. te Woerden 29 October,
Bodegravon 19 Oct., Gouda 23 en 24 Oct. en
Zevenhuizen 22 Oct.
Men achryft one beden uit Den Haag-,
Een gedenkwaardige gebeurtenis voor velen
is hot feit, dat heden in het fraaie stadsge
deelte aan een der eindpunten van „Duinoord"
in de daar nieuw gestichte Begentessekerk
een gedenksteen zou worden geplaatst door
H. M. de Koningin-Moeder in tegenwoordig
heid van H. M. de Koningin.
Juist vyf jaren geleden werd door een
commissie uit den Algemeenen Kerkeraad
der Ned.-Harv. Gemeente alhier een prijsvraag
voor het bouwen eener zevende kerk uitge
schreven, te stichten op het door mr. Oookoop
geschonken torrein aan de Begentesselaan,
De bekroning viel ten deel aan den archi
tect den heer J. Verheul Dzn. te Botterdam,
en deze mocht het voorrecht smaken den
tempelbouw tot Btand te brengen, nadat de
geldmiddelen byeengebracht waren. Do gevels
zyn van gryzen en waalsteen, terwyi hardsteen
voor verschillende doeleinden ls aangewend.
De hoofdingang ls aan het Begentesseplein
en voert rechtstreeks naar de bank voor het
Koninkiyk Huis.
De tympanvufllng bestaat uit een mozaïek-
versiering met een symbolische voorstelling
van Stryd en Overwinning; van de belde
torens aan den voorgevel Ie een bestemd voor
de luidklok. Ook aan de Welmarstraat en de
Begentesselaan zyn ingangen met portalen.
Hot ruim van de kerk heeft den vorm van
eon Latynech kruis. Tot de drie gaanderyen
voeren trappen ln de torena aangebracht; de
koepel ie fraai beschilderd; het orgel moet
nog worden aangebracht; links en rechts van
den preekstoel zyn gaanderyen, onderling
verbonden. Het gebouw kan door middel van
circuleerende warme lucht verwarmd worden
en biedt 1100 zitplaatsen.
Do Koninginnen worden ontvangen door
een commissie uit leden der Vereeniging tot
69)
„Ja. Men zal hot u altyd en altyd weder
voor de voeten worpen, dat gy den zoon van
een avonturier volgt, wiens naam niet zonder
smet is. Ik dacht n gisteren daarmede af te
schrikken, en gy dacht daarby Blechta aan
hetgeen ik er door iyden moot; maar zult
i gy ook stand houden, als deze schaduw in
uw eigen leven ingrypt, als die naam de
j uwo wordt?"
Zyn oog zocht het hare, met een laatste
.opflikkering van don ouden argwaan, die de
vroegere gravin Steinrück gold, met haar
overmoedig spel. Maar nu was de bedrieglyke
T glans uit die schoone oogen verdwenen, die
reeds den knaap geboeid hadden; nu stond
1 er slechts genegenheid on geluk in te lezen.
„Moet ik u dan herhalen, wat ik u gisteren
reeds zeide, toen gy van uw moeder spraakt?
Ook ik zal den man mijner kouze volgen
Als een bode van het licht steeg het
morgenrood op. Beeds begon er op de be
sneeuwde toppen een roode gloed te dalen
en nu werden ook de wolken aan den hemel
rood gekleurd ln een zeldzame pracht.
„De dag breekt aan!" zeide Michaël; „zoodra
•J' gy genoegzaam uitgerust zyt, gaan wy terug.
V Ik breng u heden nog by uw moeder."
1' „Myn moeder!" herhaalde Hertha op diep
f bedroefden toon. „O, ik heb nauwelyks aan
haar gedacht in deze laatste uren; ik ver
keerde misschien meer in levensgevaar dan
zy. Myn moeder zal toegeven, dat weet ik;
>1 naar zjj kent geen anderen wil dan dien van
den grootvader van Baoul, aan wien zy zich
blindelings onderwerpt, en de stryd met hem
zal zeer zwaar zyn."
„Laat dien aan my over!" viel Michaël
haar in do rede. „Zoodra ik teruggekeerd
ben, zal ik den generaal mededeelen, dat gy
uw woord van Baoul terugeischt, dat
„Neen, neenl" weerde zy angstig af. „Den
eersten storm moet ik -doorstaan. Oy kent
myn voogd niet."
„Ik ken hem beter dan gy denkt, en het
zal niet de eerste keer zyn, dat wy tegen
over elkander staan. Als iemand tegen dezen
stryd opgewassen is, dan ben ik het, want
ik ben van zyn bloed 1"
Hertha keek hem verwonderd aan.
„Wat zegt gy? Ik verstond u niet goed."
Hy liet haar los en richtte zioh in zyn
volle lengte op.
„Ik heb u nog iets verzwegen, Hertha,
met opzet verzwegen. Ik wilde zien, of gy
my toebehooren wildot, ook als ik voor u
niets anders was dan de zoon van een ge
lukzoeker, die geen vaderland meer kende.
Ik ben voor u en de uwen geen vreemdeling,
en ook myn vader was dat niet. Hebt gy
nooit gehoord van eon tweede kind van den
generaal, van een dochter?"
„Zekeri Louise Steinrück! Zy was zelfs,
naar ik meen, oorspronkelijk tot gemalin
voor myn vader bestemd geweest, maar zy
stierf immers zoo jong, nauwelyks achttien
jaron oud."
„Qy hebt van haar dus alleen als van een
doode gehoord? Ik dacht het well Ja, zy
stierf vóór haar vader en haar familie, die
haar verstieten, toen zy den man haror keuze
volgde. Zy was myn moeder 1"
De jonge gravin riep ten hoogste ver
baasd uit:
„Is het mogeiyk? Gy oen Steinrück I"
„Een Bodenberg, Herthal vergeet dat niet;
ik heb geen deel aan den naam mijner
moeder en aan haar familie en dat wil lk
ook niet"
„En uw grootvader? Weet hy
„Ja, maar hy ziet in my slechts den zoon
van de veretooten, verloochende dochter,
wier naam nog heden niet door hem genoemd
mag worden, en als ik u zyn erfgenaam, zyn
Baoul onttrek, zal hy het uiterste tegen ons
beproeven.
Doch om het even, gy hebt u nu aan my
overgegeven en ik zal myn geluk weten te
bewaren."
Hy stond Inderdaad daar, alsof hy bereid
was de heele wereld het hoofd te bieden.
Toen reikte hy zyn Hertha de hand, om
haar terug te voeren in de wereld daar
beneden in de diepte, die nog in nevelen
gehuld lag. Hier boven waren do besneeuwdo
toppen reeds met een purperen gloed ge
kleurd, de geheele oostelijke hemel brandde
in een zee van licht.
Nu schitterde het daar of er een zwaard
flikkerde, en toen kwam langzaam de zon
in al haar pracht to voorschijn. In den
6torm geboren, begroette het licht van den
nieuwen dag do aarde. In schitterend morgen
rood steeg Michael van den Adelaarswand
neder
XXIL
Gravin Steinrück was ernstig ongesteld
geworden, zóó ernstig, dat men haar op raad
van den dokter verzweeg, in welk gevaar
haar dochter verkeerd had. Hertha, die in
den loop van den volgenden dag aangekomen
was, moest haar moeder vertellen, dat zy
door het losbreken van storm zoo lang
stichting van het kerkgebouw, onder het ge
lang van de Vereeniging „Excelsior".
Door een middenpad geleid naar een met
rood tapyt overdekte breede estrade, waarop
een troonhemel is geplaatst, kunnen de vor
stelijke bezoeksters de voor Haar bestemde
zetels Innemen.
Dr. F. Gheel Gfldemeeater, voorzitter der
Bouwcommissie, heeft het voorrecht in een
toespraak het gewicht van dezen dag voor
de kerkelijke gemeente uiteen te zetten en
Hare Majesteit de Koningin-Moeder uit te
noodigen den gedenksteen te plaatsen.
Vooraf ging de teekening van de oorkonde
waarin wordt uiteengezet, dat de Kerkeraad
den naam van Begentessekerk heeft gekozen
als een dankbare herinnering en eerbiedige
hulde aan Harer Majosteits gezegend en voor
spoedig regentschap.
Deze akte in duplo gecalligrapheerd met
gothischo karakters, door don heer J. Roovers,
caliigraaf te Rotterdam, wordt door de
Koningin, de Koningin-Moeder, den Kerkeraad,
de Stichtingscommissie, de kerkvoogd#, den
architect en den aannemer onderteekend en
een examplaar gesloten ln een looden bus,
die ln de opening van een dar hoofdpilasters
geptaatst wordt.
H. M. de Koningin-Moeder staande op een
bekleede tribune metselt eigenhandig met
zilveren troffel en hamertje twee gryze steentjes
in, aan de buitenzijde in verguld vertoonende
het eene, een koninklijke kroon, het andore
den datum der plechtigheid.
De heer Vorheul metselt den sluitsteen.
In denzelfden pilaster, op de plek, waar de
oorkonde bewaard wordt, wordt de gedenk
steen gesteld, een zwart marmeren plaat, hot
feit vermeldende.
Na een danklied van .Excelsior" en een
dankwoord namens den Kerkeraad, wiens
voorzitter, Ds. J. A. Gerth v. Wyk, een dank
gebed uitsprak, was de plechtigheid volbracht.
De Koningin heeft gisteren ontvangen
de commissie van de Eerste Kamer, belast
met de aanbieding van het adres van ant
woord op de Troonrede.
Het wedeiantwoord van H. M. de Koningin
luidde:
„Myne Heerenl Ik ontvang met welge
vallen do betuiging van de Eerste Kamer,
dat z# zich vereenigt in den wensch, dat
haar arbeid onder Gods zegen bevorderlijk
moge zyn aan het welzijn van het vaderland
en z#n koloniën. Ik verzoek U aan de Kamer
uit myn naam dank to zeggen voor haar
adres van antwoord."
Aan de deputatie werden de gebruikelyke
militaire eerbewijzen gegeven door een com
pagnie jagers.
Door het Provinciaal Kerkbestuur van
Gelderland zyn de hoeren A. Fiessen, H.
Van Elven, J. W. Groot Enzerink, H. De Groot
en G. W. 0. Kenderink, reap, candidaton in
do godgeleerdheid aan de universiteiten te
Groningen, Toulouse (Montauban), Utrecht,
Lelden en Groningen, na afgelegd examen als
candidaton tot den H. Dienst toegelatendoor
het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Bra
bant met Limburg de heeren H. G. Van der
Flier en L. S. Van Zwet.
Door de Vereoniging van Nod. 8toen
fabrikanten zal een adres van adhaesie worden
gezonden aan do Tweedo Kamer, inzake het
adres van mr. P. J. G. Van Diggelen, to
Zwolle, botreffende de wenschelijkheid tot
afsluiting en gedeelteiyke drooglegging der
Zuiderzee.
Uit allo ln de hofkringen waarneembare
verschyn8elen meen ik, zegt de schrijver der
.Haagsche Kroniek" dor „N. Gr. Ct.," te
mogen opmaken, dat tw#fel aan een spoedige
verloving van onze beminde Koningin, vol-'
komen ongegrond ia. Het zou my niet ver
wonderen, als 1901 ongeveer ten einde spoedde
en H. M. Haar 21 sta levensjaar bereikte,
voordat de natie met het bericht van Haar
aanstaand huweiyk werd verblyd. Ik heb daar
voor een ik erken gaarne misschien zwakko,
maar toch tameiyk practische reden. Eet
paleis van wyien prins Hendrik, dat bestemd
is by het huweiyk van Koningin Wilhelmina
door de Koningin-Moeder te worden betrokken,
wordt zeer langzaam voor dat doel in gereed
heid gebracht; men werkt gestadig aan de in-
en uitwendige verfraaiing en uitbreiding,
maar alles geeft den indruk, dat er met de
voltooiing van een en ander nog maanden,
misschien ongeveer een jaar, gomoeid zuilen
zyn. En als ik me herinner, dat, nu omstreeks
een jaar geleden, toen de eerste geruchten
over huweiyksplannen der Koningin begonnen
te loopen, een zeer hooggeplaatst en uit den
aard van zyn positie met de aangelegenheden
van het Koninkiyk Huis bekend persoon, mU
op een deswege tot hem gerichte vraag on?
inlichting, antwoordde: Er is geen sprake van;
naar alle waarechyniykheid zal de Koningin
niet voor de voltooiing van haar 21ste jaar
ln den echt treden, dan geloof ik, dat we
vooreerst dit onderwerp, hoezeer het ook heel
de natie ter harte gaat, veilig kunnen laten
rusten."
Do vergadering ln Den Bosch van de
besturen en adviseurs der Nederlandsche Katho-
lieke onderwyzersbonden had een goed en
gunstig verloop. Aanvankeiyk schynt gedacht
te worden aan een Katholiek sanatorium of
verpl00gim*ichting voor zieke onderwyzers, zegt
.De Avondster".
Na s morgens door ds. Heeres als pre
dikant bevestigd te zyn, deed de heer M.
Parlevllet, van Katwyk, 's namidd. zyn intrede
by de Geref. Gem. van Nes en Wierum naar
aanleiding der laatste 8 verzen van Matth. 28.
Een talryke schare belangstellenden vulde hot
kerkgebouw.
Ds. K. Van Goor, te Holland, vroe
ger predikant der GereL Kerken te Schie*;
dam, Gorkum en Nieuwendyk en die dezen
zomer hier te lande eenigon tyd doorbracht,
is thans ln zyn standplaats Holland, Michigan,
(N.-Amerika) teruggekeerd en heeft zyn dienst-,
werk aldaar hervat.
In tegenwoordigheid van een vr# talr#k
aantal genoodigden ia gisternamiddag in de
Spaamdammerstr&at te Amsterdam de eerste,
steen gelegd voor het Koningin-Wilholmina-
Huis, een gesticht in don geest van het be-'
kende .Ons Huis".
De heer Van Outersterp, voorzitter van de
commissie, herinnerde aan do schoono Sep
temberdagen vóór twee jaren, toen H. M. de
Koningin de Spaamdammerstraat bezocht. Door
de stichting van dit Koningin-Wilhelmina-j
Huis kon de buurt wederom van haar liefde
voor het Oranjehuis biyk geven.
Don burgemeester dankte hy voor zyn
tegenwoordigheid, en hy noodigde ZEdachtb.
uit een oorkonde te willen onderteekenen
van deze plechtigheid. Nadab deze daarvan
voldaan had, sprak hy de hoop uit, dat deze
eerste steen den grondslag zou vormen voor
een stichting, die de lichameiyke, verstandelyke
en zedelyke ontwikkeling der burgery in het
algemeen en van den werkman in het
byzonder bevorderiyk zou zyn.
H# hoopte, dat de stichting er toe zou
bydragen, dat de burgers elkander onderling
beter leerden kennen, begrypen en waardeeren,
in St.-Michaèl opgehouden was, en zoo ver
nam do zieke niet eens haar ontmoeting met
Rodenberg.
Het was ongeveer eon week later. In een
der logeerkamers van hot slot Steinrück zat
de pastoor van St,-Michaël b# zyn broeder,
die hierheen gekomen was en hem zyn aan
komst gemeld had. Het gesprek tusschen
beiden moest wel ernstig geweest zyn; dat
kon men aan hun gelaat zien, en professor
Wehlau zeide zooeven: .Ik kan u heiaas
geen hoop geven. Het langdurige l#den der
gravin heoft zulk een wending genomen, dat
de dood er onvermydeiyk op volgen moet.
Zy lydt gelukkig goen pyn, en z4J heeft ook
geen vermoeden van het gevaar, maar haar
toestand is hopeloos. Zy kan nog vier a zes
weken leven; zy zal het huweiyk harer
dochter niet meer beleven."
„Ik vreesde het al, toen ik do gravin weer
zag," antwoordde Valentyn. .Het is echter
een geruststelling voor my, dat gij gekomen
zyt. Ik weet, dat gy met deze reis een offer
gebracht hebt. Gy zyt midden uit uw voor
lezingen weggeloopen en behandelt geen
enkelen patiënt meer."
Wehlau haalde de schoudors op.
.Maar de gravin is geen vreemdelinge
voor my; myn verkeer met deSteinrücksche
familie is immers byna even oud als het
uwe, en dan heeft ook Michaël, die my de
tyding van haar ziekte bracht, my geen oogen-
bük met rust gelaten. Hy drong zoo lang
by m# aan, dat lk tot de reis besloot. Ik
vond dat vreemd, hy kent de gravin toch
slechts weinig, maar hy bleef aandringen,
tot h# myn belofte had."
De pastoor was by de laatste woorden op
merkzaam geworden, maar hy ging er niet
verder op in en vroeg:
.Hebt g# Hans meegebracht? Ik zal hom
toch wel zien?"
.Zeker, hy komt in de eerstvolgende dagen
by u. Nu is hy in Tannborg, by onze bloed
verwanten, terwyi ik ter wille van de gravin
op het slot blijf. Do jongen ls in z#n kuren
niet na te gaan. Reeds in April sprak hy er
over, dat hy weder naar de bergen moest,'
om studies te makon, tot ik hem aan het'
verstand bracht, dat het een dwaasheid was,
want dat do bergen nog onder de sneeuw!
lagen. Nu hy van myn reis hoort, valt het
hem opeens in, dat hy naar Tannberg moot,
om wat van zyn arbeid uit te rusten.
Waarschyniyk van do bewondering en van
al dergeiyken onzin, waarmede men hom denj
laatsten tyd het hoofd op hol brengt, en dat;
zal myn schoonzuster natuuriyk met nieuwe»
kracht voortzetten."
.En gy hebt hem toch meegenomen?"
.Meegenomen?" lachte Wehlau. „Of ikj
daarover nog iets te zeggen hadl Mijnheer
de kunstenaar is immers een zelfstandig man^
geworden, en ik mag hot genie niet meer.
aan bandon leggen, ook dèn niet, als het dej
dolste invallen geldt. Maar genoeg, hy gingj
mee en komt geregeld eiken dag van Tann-^
berg hierheen, om my te bezoeken en te
zien hoe het hier gaat. Ik kon uit don jongen
niet wy8 worden, evenmin als uit Michaël!
Zy bekommeren zich om de zieke gravin metj
eon yver, of zy hun moeder was. Overigens
is zy onder een goede behandeling by deni
arts hier en by haar jonge verpleegster, ho«)
heet die toch?"
.Gerlinde Van Eberstein."
(Wordt vervolgd.)