De oorlog tusschen Engoland en Transvaal.
Behalve de „Daily Telegraph" en do „Indóp.
beige" hoeft nu ook de „Standard" zich uit
gelaten over hot aanbod der Nederlandsche
Regeering aan president Kruger.
„Wy zouden, indien wy dat wilden", zegt
bet blad, „ons kunnen boklagen over den
tyvor, die een mot ons op vrieruischappelyken
voet staande Regconng toont in het geval
van iemand, die ons don oorlog hooft verklaarck
Algemeen wordt hot als een eer beschouwd,
wanneer voor een publiek persoon oen oorlogs
schip ter beschikking wordt gestelek De
Regeering in Den Haag kon niet vorder zyn
gegaan, of z(j moest het jacht van do Koningin
gezonden hebben. Maar wy, EngolacUeu, zuilen
niet boloedigd zyn ovor ecu daad, dio,
ofschoon niet beleefd, in alle gevallen niet
onnatuurlijk is.
liet komt er inderdaad woinig op aan, op
welke wyzo Kruger naar Europa gaat. H(j
mag van ons vr(j gaan. Als hij de rest van
zyn dagen slyt met de hopelooze taak om de
Regeeringen tot interventie te overreden, zal
hy een geschikt voorwerp voor medelijden
zyn, en dat is alles. Blijft hij kalm zitten op
het goud, dat hy, naar men beweort, naar
Europa lieefk gozonden, dan zou het kunnen
gebeuren, dat sommigen do lust bekruipt om
in z\)n plaats te zyn. Naar alle waarschijnlijk
heid zullen er avonturiers komen, die zullen
trachten gold van hem los te krygen, onder
voorgeven, dat zy hem diensten kunnen
bewijzen. Zy eminento bekwaamheid m hot
„neen" zeggen zal in dat geval herhaaldolyk
biyken."
De „Standard" schijnt echter op twee ge-
dachton te hinken, want in een tweede artikel
wordt do gedane aanbieding als een zéór
brutale en te gelyk als oen uitdagende daad
beschouwd.
AU nu de „Standard*, een vry gematigd
ergaan, zich in liet tweede artikel zoo uitlaat
over het optreden der Nederlandsche rogeo-
ring, wat zullen do Jingo-bladen er dan wel
van zoggen?
Do „Standard" vervolgt: „Indien de Engol-
eche rogeering het noodig oordeelde, haar
meening over deze zeer onhoffelijke daad te
tooncn, zou Nederland üi een zeer onaange
name positie geraken. Sympathie voor menschen
van een zelfde ras is geen excuus voor ruwheid
jegens ons, vooral wanneer deze moet dienen
om eon agiiatie, gericht tegen do Engelseho
poiitiek en belangen, aan te moedigen en
to steunen. W(j en de Hollanders hebben
veelvuldig gestreden in vroegere tyden,
maar gedurendo generaties zyn wij nu
liun vrienden en dikwyls hun beschermers.
De teruggave van Java aan het eind van
den oorlog niet Napoleon; de hooge prys,
dien wij voor de Kaap hebben betaald, ofschoon
het land veroverd was op Frankrijk, door wio
het met Holland zelf was geannexeerd, en in
latere tydon de afstand van onze rechten op
Atjeh, zyn bewyzen van onzen wenseh om
goede naburen to zyn. "Wanneer de Hollanders
dit alles vergeten en zich door de olfioieele
daden van hun Regeering onder onze vyanden
scharen, moeten zij de gevolgen afwachten.
Zij zijn geen vrienden meer van dit land cn
hebben geen aanspraak op onze achting."
Do „Timoa" is veel bezadigder dan haar
zuster. Het blad schrijft: Hot kan werkelyk
niemand iets schelen, op welke wijze Kruger
zyn vlucht uit het land, dat hy geruïnoord
en verlaten heeft, wenscht voort to zetten.
De daad van do Nederlandsche Rogeering,
oio een oorlogsschip aanbiedt aan den man,
die beweert het hoofd van een Staat te zyn,
weiko in oorlog is met een land, waarmedo
Nederland in vredö is, is waarschijnlijk zonder
vooiboeld en wy konden oen vorklaring
vragen als wy dat wilden doen. Maar dat is
onze zaak niet, daar de Rogeering van Koningin
Wi'.helmina zich ongotwyfeld or van bewust
was, dat zy, door den heer Kruger met een
Nederlandsch oorlogsschip naar Europa te
vueroD, blyk geeft de pretensie van den
ex president, dat hy nog het hoofd is van
oen Staat, dien wy geannexeerd hebben, te
declen.
.Do mogendheden zullen ongetwijfeld zonder
uitzondering onthouden hebben hetgeen de
heer Salisbury aan Mac Kinley geantwoord
hoeft, in het geval, dat de heer Kruger van
plan is een beroep op haar te doen, zooals
bewoord wordt. De premier gaf toen te kennen,
dat interventie in eenigen vorm en van wien
ook zou beschouwd worden door Engeland
als ccn onvriendschappelijke daad. Dit was
onze houding, toen do oorlog zijn ergste
stadium had bereikt.
„Wy zyn niet geneigd thans tusschenkomst
gunstiger te beschouwen, nu de strijd loopt
naar liet onvormydeiyk oinde. Indien er Boeren
of vreemdeiingeu zyn, die hieromtrent eenigen
twyfel koesteion, kunnen zy dezen doen ver
dwenen door de verklaringen over de annexatie
te bostudeeron, die de onweerstaanbare macht
van de nationale moening dagolyks eisebt
van do radicale candidaton by de ophanden
zynde vorkiozingen."
Do „Daily Telegraph" zegt: „Wy misgunnen
Holland het genoegen van 's heeren Krugors
gozolschap niet, on evenmin misgunnen wy
don heer Krugor do meerdere glorie, over den
oceaan te gaan op een Nederlandsch oorlogs
schip. Toch zal deze kleine gebeurtenis in ons
land niet vorgeton worden, en er zou een dag
kunnen komen, waarop hot Nedoilandscho volk
berouw had over de zinnelooze vyandschap,
die hot voortdurend, in don loop van dezen
oorlog, aan den dag heoft gelegd tegenover
een natie, die een eouw lang altyd en overal
zijn vriend geweest is."
Naar aanloiding van deze artikelen vraagt
de „Indópendance belgo": In welk opzicht
begaat Holland een onbeschaamdheid? Daar,
te Loren^o-Murquoz, is een oud man, die
door de liefde voor zyn land op 75-jarigen
leoftyd voroordeold wordt tot ballingschap.
Daar deze oude man omringd is door vyanden,
en by eiken dag kan vreezen verraden on
overgeleverd te worden aan zyn tegenstanders,
biedt Nederland, dat ten slotte het moederland
is van alio Afrikaanders, den grysaard aan,
hem naar zyn grondgebied te vervoeren. Ligt
daarin eenige onbeschaamdheid en uitdaging?
Bestaat de onbeschaamdheid in het feit, dat
de Rogeering in Den Haag don hoer Kruger
nog steods in zyn qualiteit als president be
schouwt? Vinden de goede imperialisten te
Londen daarin aanstoot? Maar het is niet
andois ilan -uatuuriykf qa in Europa is geen
mogendheid, die aan den heer Kruger zyn
qualitoit als president van Transvaal zal
betwisten. De Transvaal zal niet ophouden,
oen onafhankelijke staat te zyn, zoolang het
parlement do annexatie niet heeft goedgekeurd
en het kabinet niet officieel kennis heeft
gegeven van dit feit aan de mogendheden.
Tot zoolang is en blyft Transvaal de Zuid-
Afrikaansche Republiek en tot zoolang is en
blyft de heor Krugor president.
De Amsterdamsche „Standaard" (van dr. A.
Kuyper) is al byzonder ingenomen met het
aanbod aan president Kruger, na de toelich
ting van den minister van buitenlandse!*©
zaken in de Eerste Kamer deze week. De
houding van de Regoering was in deze vol
komen correct. Hierin is van zwakheid geen
sprake. En al kan deze goode maatregel
uiteraard nooit goed maken wat by het sa&m-
komen der Vredesconforenlie voor Transvaal
bedorven is, toch stelt het blad er prys op,
de flinkheid van den nu genomen maatregel
in haar volle licht te doen uitkomen.
Slechts op óón punt verkeert „De Std." nog
in onzekerheid:
„Als het Hoofd van een anderen Staat een
Nederland8chen oorlogsbodem betreedt, niet
Incognito, maar officieel, dan is het* zoo we
mecnon, gewoonte, dat zyn vlag aan boord
wordt geheschen.
Zal dit ook nu geschieden?
Zoo het anders vaste usantie is, dan hopon
we, dat ook thans die usantie zal gevolgd
worden.
Het is niet de heer Kruger, dien we aan
boord kqjgen, maar de president van de
Zuid-Afrikaansche Republiek. Met wat Roberts
goedvond te proclameeren, hebben we niets
uitstaande, zoolang de overige mogendheden
geen officieele kennisgeving hiervan ontvingen,
on die kennisgeving niet heeft uitgegist.
De Zuid-Afrikaansche Republiek is voor ons
op dit oogenblik nog altoos een „bevriende
mogendheid", en president Kruger heeft in
dr. Leyds zyn gezant aan ons Hof.
Wel is Schalk Burger thans Krugers waar
nemende functionaris; maar waarneming heft
den titel niet op.
Wanneer een vorst, voor langeren tyd op
reis gaande, voor die maanden een regentschap
instelt voor het afdoen van zaken, berooft hy
zichzelven hiermede toch geenszins van do
privilegiön, aan zyn rang verbonden".
Behandeling van krijgsgevangenen.
De heer G. H. Das zendt het volgende ter
plaatsing aan het „Handelsblad":
Lord Roberts heeft een drietal klachten
ingebracht tegen de behandeling der krijgs
gevangenen door de Booren. Hy zegt, dat de
gevangenen geen godsdienst genoeg hadden,
dat hun de rantsoenen niet werden toegediend
volgens de lyst en dat hun brieven en dag
bladen werden achtergehouden.
Daarop kan het volgende geantwoord
worden
De Z.-A. R. stond toe, zoo dikwyls do
Engelseho predikanten dat verkozen, gods
dienstoefeningen ten behoeve der gevangenen te
houden. Uit goede bron weet ik, dat de Engelsche
predikanten driemaal por week godsdienst
oefening hielden. Onze predikanten ds. Broek
huizen, Postma en Bosman, gingen byna elke
wook hun de leer verkondigen. Dus elke
gevangene kreeg 5-maal godsdienstoefening in
de weok Was dit niet genoog?
Ook kregen ze onzerzijds psalm- en gezang
boeken on dergelijke Christelijke werken in
hun taaL
Elk gewoon gevangene kreeg zyn portie
suiker, koffie, thee on aardappelen 2-maal per
weok. Brood en vleesch werd eiken morgen,
versch, por extra-trein van Pretoria naar
Watorval vervoerd. Den officieren werd alles
in ruimer mate verstrekt. Hun was geoorloofd
wynen en mousseerende dranken—voor eigen
rekening te koopen.
De Engelsche brieven moesten eerst behoor
lijk gelezen worden en natuuriyk gingen de
brieven voor en naar de commando's voor.
Enkele brieven en couranten zyn wol oens
zoek geraakt, doch dit is niet te verwonderen.
Daartogenover staat de behandeling der
krijgsgevangen Boeren door de Engelschen:
Thee, koffie, suiker, kaarsen werden nooit
verstrekt, 's Morgens 6 uren ('s avonds 5 uren
werd de deur gesloten) ging de deur open
en kregen we een hondenblikje mioliepap
(V2 pond). Om twaalf uren hetzelfde met oen
stukje uitgedroogd grof brood (een brood in
vier doelen gedeeld), i/k stukje uitgekookt
vleesch en een blikje soep-extract, 's Avonds
5 uren mioliepap mot een kleiner stukje brood.
Er waren by my ruim 220 blanke krijgs
gevangenen en by de 400 zwarten.
Pred. Broekhuizen, die krygsgevangon was
gemaakt, omdat hy weigerde te zweren, daar
hy altyd neutraal gebleven was, werd vor-
boden te predikenook mochten we 's avonds
geen psalmen en gezangen zingen. De kaffers
maakten tot by twaalven middernacht een
helsch lawaai. Do krijgsgevangenen klaagden
tot driemaal hierover, doch de sailer ant
woordde: „Kaffer is much better than white
man". Do kaarsen, door onszelven gekocht,
ruim 2 kisten en onder de gevangenen uit
gedeeld, werden eerst toegelaten, doch later
afgenomen, alsook de zakken tabak. Daar
houden de Engelschen ook van en ze namen
ze alzoo in beslag. Veel brieven voor my en
anderen werden nooit door den gevangenen-
bewaardor doorgezonden. Als men daarnaar
vroeg, zei hy„Ik heb het verscheurd."
Een kamer, ingericht voor gevangenkamer,
bevattende ruim 60 porsoneu, die daar tus-
schen 6 uren 's nam. en 6 uren 's morgens
aan hun natuurlyke behoefton moesten vol
doen. De tonnen waren niet altyd gesloton.
To oh klaagt lord Roberts
Charles Williams vertelt ln de „Morning
Leader" een vermakelijk staaltje van de wyze,
waarop de Engelschen zich door de Boeren
by den neus laten lolden. Hy ontleent het aan
eon brief van oen vrywilliger uit Aberdeen,
die het volgende schrijft:
„Zes weken geledon was een klein troepje
Engelschen langs den weg naar Vredofort ge
kampeerd. Zy haddon geen geschut by zich.
Op zekeren dag kwamen twee Boeren binnen
de linies. Zy leverden twee oude Mausers en
honderd rounds munitie in onder verklaring,
dat ze genoeg van den oorlog hadden en oen
pas naar hun hoeve wenschten. Zy werden
door loid. Loyat^ den Britschen^ bevelhebber^
uiterst hoffeiyk ontvangen, mochten vry door
het kamp loopen en doorsnuffelden alles.
Daarop vertrokken zy. Op zeshonderd meter
afstand lieten zy hun paarden rechtsomkeert
maken, maakten oen schets van hot kamp
en na ons met oen zwaai van den hoed
gegroet te hebben, galoppeerden ze naar de
Boerenhnièn, die op tien mijlen afstand waren.
Den volgenden morgen word het kamp door
de Boeren beschoten, waar by een aantal sol
daten werden gedood".
Niet minder belangwekkend is ook de
volgende wftze, waarop De Wet met lord
Methuen omsprong. Dezelfde briefschrijver
vertelt ni. hoe De Wet op zekeren dag aan
dr. Conan Doyle, die met zyn ambulance in
handen van den Boerenaanvoerder was ge
vallen, beloofde hem over drie dagen eeD
gevecht tegen Methuen te zullen ver toon en.
Den avond van den tweeden dag liet hy dr.
Conan Doyle op een nabyzynden heuvel plaats
nemen. Werkeiyk verscheen Methuen don
volgenden dag en opende onmiddolJyk het
vuur. Het heette toen, dat lord Methuen De
Wet uit zyn positie verdreef en op de vlucht
joeg. Maar niets van dat alles was waar.
Toen De Wet genoeg had van de vertooning,
gaf hy bevel tot inspannen. Z(jn transport
trok onder bedekking van de kanonnen weg,
De Wet zond aan lord Methuen bericht, dat hy
nog wel geen man had verloren, maar toch van
het schieten gonoog had. Zoodra het transport
flink buiten schot was, trok hy heel ordeiyk
zyn kanonnen terug. De avond viel toen,
maar den volgenden morgen verschoon De
Wet 20 myien verder aan den spoorweg, dien
hy opbrak 1
Over De Wet loopen natuuriyk by de
Engelschen de wonderlykste verbalen. Te
Pretoria op een diner vroeg Lord Roberts
naar hem en men vertelde hem dat diezelfde
generaal Christiaan De Wet aldaar slachters
bezigheid in Pretoria gedreven had, wat waar
is. Lord Roberts moet er een tyd 6til van
zyn geweest; zeker moet het gevoel niet
aangenaam zyn dat hy, Lord Roberts, met ai
zyn duizenden weerstaan wordt door oen
slachter, die een zoo ontzettend veel kleiner
aantal mannen by zich heeft.
De correspondent van do „Daily Telegraph"
beweert er in geslaagd te zyn toegelaten to
worden by president Kruger in het Portu-
geesche gouvernementsgebouw. Hy vond den
president zittende in een hoek van zyn kamer
in een gemakkelyken leunstoel; de heer
Kruger was in het zwart gekleed en droeg
een bril met éón gekleurd glas wegens de
zwakte van zyn linker-ooglid. De beenen
had hy over elkaar geslagen, de witto baard
omiystte een bleek gerimpeld gelaat, de figuur
van den „oud-president" wekte medelyden,
maar maakte tevens een onvergetelyken
indrukhy zat daar ale een boeld van wreedo
teleurstelling en vervlogen hoop, een vluchte
ling of eer nog een gevangene.
President Krugor wilde zelf den corres
pondent niot te woord staan en noodigde
hem ook niet in zyn kamer; hy werd ineen
aangrenzende kamer ontvangen door den chef
van de Transvaalsche politio, den heor Bredell,
die al zyn vragen beantwoordde. De dour naar
Krugers kamer stond echter open, zoodat
de president elk woord van het onderhoud
kon verstaan.
Indien Bredell inderdaad als commissaris
van politie het hoofd der Transvaalsche politie
is, dan is hy Schutte, door de Engelschen
indertijd gevangengenomen, als zoodanig opge
volgd. Vroeger was Bredell verantwoordelijk
klerk van politie.
Allereerst vroeg de correspondent naar do
gezondheid van den heer Kruger.
„Goed", luidde het antwoord. „De president
heeft alleen last van zyn oogen".
„Heeft de heer Kruger lord Roberts'
proclamatie gelezen?" was de tweede vraag.
„Ja".
„Heoft de president zyn ontslag ge
nomen?"
„Neen," was het mot nadruk gegeven ant
woord. „De heer Schalk Burger vervangt den
president tydens zyn afwezigheid."
„Beschouwen de Boeren hun zaak nog
altyd als hoopvol of waarom zetten ze anders
den oorlog voort?"
„Wy vechten voor het geboorterocht van
ons land en moeten dus vechten tot den
laatsten druppel bloeds. Hot is voor ons niet
onnut om den stryd vol te houden; wy moeten
tot het bittere einde voortgaan. Als wy op
houden, wachten ons Ceylon of St.-Helena.
Daarom -blijven wy hopen en vechten. Over
lord Roberts' proclamatie behoeven wy niet
te spreken; die is geheel en al onzuiver. Lord
Roberts is met de Boeren in het veld nog
lang niet klaar."
„Er is door lord Roberts een eerlijken
stryd gestreden, nietwaar?"
„Jawel, maar er zyn dingon gebeurd, die
niet tot eer van het Engelseho leger strekken.1'
„Welke dan?"
„O, verschillende; onder meer hebben Kaffers
onder aanvoering van Engelsche officieren by
Derdepoort vrouwen en kinderen vermoord."
„Hebt gy bewyzen daarvoor?"
„De beèedigde verklaringen van onze man
nen, die voor ons bewyskracht hebben. Boven
dien heoft lord Roberts vrouwen en kinderen
uit Pretoria weggezonden. Dat was een grove
onrechtvaardigheid."
„Dat is oorlogsrechtgebrek aan voedsel
noodzaakte lord Roberts zoo to handelen."
„Het kan wol zyn. Trouwens, voor lord
Roberts persooniyk heb ik grooton eerbied,
maar zyn officieren doen ongeoorloofde dingen.
Ik vind het echter maar beter niet verder
over de zaak te spreken; hot staat vast, dat
lord Roberts' proclamatie op eon onzuiveren
grondslag berust. De toekomst zal bewyzen,
dat we geenszins byna verslagen zyn. In het
ergste geval kunt ge ons overwinnen, maai*
ge kunt ons nooit onderwerpen."
Ton slotte sprak de heor Bredell nog het
bericht tegen, dat Schalk Burger te Lorenqo-
Marquez zou zyn gekomen, om president
Kruger te spreken. Op vragen betreffende de
toekomst van Zuid-Afrika wilde hy geen ant
woord geven. Ook weigerde hy den corres
pondent vergunning om president Kruger de
hand te drukken.
Aan een brief, geschreven den 22sten
Augustus van de Oostkust van Afrika, is
het volgende ontleend:
De zaken staan prachtig, de leugenachtige
praatsmakers, die aartsdomme schreeuwers,
ze zyn or nog niet, nog lang niet. Ja, ik
hob u nog iets heel anders te vertollener
bestaat reden te mogen verwachten, dat de
twee strydende staatjes nog eons vry zullen
komen. O, laat die kleinmoedigen in Nederland
en overal, juichen en jubelen, want do dapperon
laten zich zoo maar niot in eenige maanden
verslaan. Laat zo bodenkou, dat we hier te
doen hebben met een volk, dat vèr, ver boven
andere natiön verheven staat.
Ze zyn klom in aantal, en daarom moeten
ze voorzichtig zyn; daarom moeten ze dik
wyls torug; ja, natuuriyk, wat denkt men
wel? Zo staan tegenover zoo'n verpletterende
overmacht, dat ze zich niet mogen wagen.
En nu heb Ik iets te vertellen, wat op dit
oogenblik kersvorscb nieuws is, en misschien
niet eens aan couranten getelegrapheord zal
worden. Wolnnl onze vrinden hebben besloten
vol te houden. En wees er verzekerd van,
dat de Engelschen in hun berichten nu nog
meer liegen dan maanden te voren.
Als ze kwaad van de Boeren vertellen,
geloof ze niet, als ze zeggen dat de Boeren
niet eendrachtig zyn, geloof ze niet, als ze
zeggen dat de vijand ziek is van den oorlog,
geloof te niet, als ze zeggen dat de oorlog
voorby is, geloof ze niet, als ze zeggen dat
er gedacht wordt, zich over te geven, geloof
ze niet, als zo zeggen dat er slechts o zoo
weinig vechtenden meer zijn, geloof zo niet.
Trouwens hoe kan dit laatste waar zyn?
Want waarom dat handjevol dan niet in één
dag vernietigd?
Een opwekking.
Do heer A. C. F. Maks, to Zaandam, heeft
een artikel geschreven, waarin hy het volk
van Nederland opwekt zich op te heffen uit
zyn lauwheid en de lafheid, waarin het ge
kluisterd ligt, en met klom te proteetoeren
togen het onrecht, door Engeland in Zuid-
Afnka bedreven.
Hot stuk is in elk opzicht goed bedoeld.
Na zich te hebben gewend tot de pers, de
kooplieden van Nederland en de Nederland
sche vrouwen, om het hunne by te dragen,
om Engelands misdaad aan de kaak te stellen
en hun hulp in te roepea voor de Zuid-
Afrikaansche Republiek, besluit de schryver
aldus:
„Opl Opl Gy allen, op I vóór hot te laat
isl Nóg is het tyd; nu is het de tyd; nü....
of nooit I
Yolk van Nederland! Geef uitiDg aan uw
souvereinen will Dwing uw Regoering te
luisteren naar het machtig geluid uwer col
lectieve stem! Dwing haar te doen wat haar
plicht is; dwing haar tot bandeion; dwiDg
haar flink en waardig te protesteeren tegen
over Engeland; dwing haar het initiatief te
nemen tot een gezamenlijke interventie dor
mogendhoden, die moer dan ooit gerecht
vaardigd en gewettigd is. Laat zy daartoe
gedwongen worden, niet door onwettige mid
delen, doch door de onweerstaanbare macht
en kracht van de eindelijk ontwaakte stem
der volksconsciöntie. Zwyg niet, rust niet
alvorens dit heilige doel bereikt isl
Eer wy een maand verder zyn moet er
gehandeld wezen.
Eer wy een maand verder zyn moet geheel
Europa, door uw voorbeeld aangemoedigd,
gemeene zaak met u gemaakt en de strijdende
volken daaruit de kracht geput hebben te
volharden.
Eer dit jaar ten einde is, moet Engeland
gedwongen zyn geworden, zyn leger uit de
beide vrye Republieken terug te trekken en
de onafhankelijkheid van Oranje-Yrystaat en
Transvaal voorgoed bevestigd worden.
Volk van Nederland 1 Zwyg niet, rust niet
alvorens dit bereikt is. Ge moogt niet langer
berusten. Ge moogt niet langer lafhartig
zwijgen, waar spreken en handelen uw plicht
is. En het is niet alleen uw plicht, het is ook
uw belang 1 Want weet het wei:
De ondergang dier twee volken zal ook de
ondergang zyn van Nederland als Koloniale
Mogendheid; de onafhankelykheidsverklarmg
der beide Zuid-Afrikaansche Republieken het
graf van Engelands Imperialisme.
Nederlanders: Begaat géén zelfmoordi"
De Amerikaansche journalist Hillegas, die
don oorlog meemaakte, hoeft daarover oen
boek geschreven, getiteld: „With the Boer
Forces, by Howard C. Hillegas". Het werk
is uitgegeven by Methuen, te Londen. De
„Zw. Ct." kondigt hot werk aldus aan:
Hillegas woonde weinig gevechten by; hy
geeft dan ook eigenlijk meer een beschry vinéf
van het Boerenleger. Als men den eigen
aard! gen krijgsdienst der vrye republikeinen
leest, ontsnapt ons een kreet van verbazing,
dat deze ongedisciplineerde strydere het II
maanden tegen do Britsche overmacht uit
hielden. Hülogaa meent, dat hot Boerenleger
nooit meer dan 29000 man bedragen heeft
In hot laatst van Juni hadden ze niet meer
dan 19000 man in het veld, met inbegrip van
6000 Kaapkolonisten en 2700 vreemdelingen.
De eenige slag, die uitgebreid beschreven
wordt, is hot gevecht by Sannah's post
Hillogas was ook by den dood van onzen
kranigen attaché, luitenant Nix, tegenwoordig
en beschry ft diens dood als volgt:
„Ik ben gewond" kermde luitenant Nix
van het Ned.-Indische leger, toen hy door
een stuk van een bom getroffen werd, en
zyn begeleiders vingen hem ui hun armen
op. Bloed stroomde uit een wond in den
schouder, doch de moed van don soldaat
verliet hem niet „Hier, D oman ge, - zeidohy
tegon den Franschen attaché houd myn
hoofd vast, on gij, Thompson en Allen, ziet
of gy myn schouder kunt verbinden." De
Noor on de Hollander verbonden don schouder
zoo goed en zoo kwaad als zy konden.
„Reicbman, fluisterde de gewonde over
eenige minuten ga ik stervenik wensch eon
brief aan myn vrouw te schryven." De Ameri
kaansche attaché haalde spoedig papier en pot
lood voor den dag, en terwijl bommen en
„shrapnel" over en rond hen losbarstten,
die tooide do gewonde een brief aan zyn vrouw
in Holland. Het bloed vloeide üit zyn wonde
en kleurde het gras, waarop hy lag. Hy was
zoo bleek als de wolken, die boven hem
dreven, zyn pyn was verschrikkeiyk, doch in
don brief van den storvende las men mot
anders dan uitdrukkingen van liefde ea tee-
derheid."
Ds.^ Meulonbelt, uit Baarn, scbrtJft ln hot,
„Hbl." over de komendo ontvangst van.
Krugor:
„Geen dwaze ophitsing dan togen Enge-
land; geen grofhodon aan zyn manner, van
infamon invloed, dio zichzelf vergelen; geen
vieze bespotting van eon hoogbejaarde koningin,
maar betoon van modolydon, liartoiyk en
oprecht, met de Boeren, die „oon oouw van
onrecht" achter zich hobbonmaar betoon
van sympathie en eerbicJ, onverdeeld en
eenstemmig, ten gunste van don Edele, die
naar ons land komt ond en moe t>n hei hart
vol van woo, en die er komt om to pleiton
voor hot bestaan van zyn arm volk, en voor
dat van den Orauje-Vrystaat.
Er is zuik een tragiek in dio komst.
En or is hierbij in het goheel geori aanlei
ding voor oen „rolletje", waarby ondoordacht
wordt gezongen van de Boeren, die het hebben
„overwonnen".
Krugor zal hier en vorder in Europa zyn
wog moeton gaan in droefheid der ziel, en met
oen moeheid als dio haar uiting vindt m een
Transvaalsch lied: „Ons kan nie meer".
Dc „Herald" over onze Iioninglunen.
De „New-York Herald" gooft de portretten
van onze beide Koninginnen met een bijschrift,
waaraan het volgende is ontleend:
Zoo dikwyls liebbon reeds geruchten omtrent
de verloving van Koningin Wilhelmina de
ronde gedaan, dat men nu zeker het feit niet
gelooven zal, vóór zy het zelf aan haar volk
bekendmaakt.
Penelope zou geen moeilyker keus gehad
hebben tusschen al haar aanbidders, als zy
had willen trouwen. Er zyn minstens tien
personen, die volgens het gerucht al met
Wilhelmina verloofd waren, te woten:
Prins Willem von Wied.
Prins Bernard Hendrik van Saksen-Weiman
Prins Nicolaas van Griekenland.
Prins Harold van Denemarken.
Prins Eugène van Zweden.
Prins Alexander van Teek.
Prins Frederik Hendrik van Pruisen.
Prins Adolf Bernard van SchaumburgLippe»
Prins Lodewyk Napoleon.
Prins Max van Baden.
Prins Adolf Frederik van Mecklenburg.
Behalve deze allen, is nog de oudsto zoon
van den keizer van Duitschland, prins Frederik
Willem, die juist 18 jaar geworden is, ge
noemd. Maar liy is 2 jaar jonger dan de
Koningin, en Wilhelmina is een jonge dame
mot een eigen wil, die duidelijk heeft aange
toond, dat de echtgenoot van haar keus ook
de man moet zyn, die haar hart veroverd
heeft, zonder gedachte aan eenige bijkomende
staatsredenen.
Het Nederlandsche volk, dat de jonge
Koningin verafgoodt, stemt volkomen in met
dezen wensch. Sedert H. M. aan de regoering
is gekomen, heeft zy getoond, gezond ver
stand te bezitten door geon grooto verande
ringen te beginnen. Zy is zeer ontwikkeld,
spreekt Engolsch, Fransch en Duitsch, houdt
van muziek on schilderen en weot veel van
geschiedenis en staatsinrichting. Ze houdt1
vorder van bewoging, zy rydt paard, ment,
roeit, speelt tennis, fietst uitstekend, en
moet zóó hevig patriotisch zyn, dat ze niet
toegeven wil, dat Holland ooit oen tweede
plaats inneemt. Al is haar koninkryk klein,
men moet niet vergeten, dat baar bezittingen
in do Oost en de West veel uitgebreider zj}n
dan die van Duitschland on dat zy in het
geheel byna 40 millioen onderdanen heeft.
Burgerlijke Stand.
ALKEMADE. Geboren: Maria, D. van W.
Kerkvliet en P. Turk. Petronella, D. van J.
Van Klink en G. Hoogenboom. Francisoa
Maria, D. van P. J. B. Cozjja en A. G Voor-'
buijzen. Johannes Petrus, Z. van A. Van der
Voort en N. Disseldorp.
Gehuwd: H. Van 't Wont, wedr. van H.
Bonda, 49 j. enM. Bondajd.46j- J. C. Schrijvers
jm. 25 j., en P. H. Sprnijt jd. 28 j.
Ondertrouwd: G. Koek jm. 25 j., en H.
Veenswyk jd. 23 j. - L. Ohjerhoek jm. 23 j., en
P. M. De Boor jd. 19 j.
KATWIJK Geboren: Cornelia, Z. van CL
Van dor Plas en J. Van der Marei. Arendje,
D. van J. Durieux en A. Van Duivenvoorde.
Jannetje, D. van C. Van der Pias en N. Van -
Duiju. Dirkje, D. van P. Plug en L- Dabbeiaar
Cornelia, Z. van C. Schaap en J. Barakoom. J
Wilhelmina, D. van M. Vlieland en L. Tlrfeland.
Johannes Martinus, Z. van M. Q. De en M.
Van Zwol Cornelia, D. r&a L Van &hgn eft)
C. Jonker. Maria, D. van IL Bnteemmor ta\
G. Schaap. Arendje, D. van J. De Vtnmgi en
M. v. Dayveuvoorden.
Overleden: Maarrtje Van Beeien 2
van E. t. Boelen en Klok. Corners Y«0
Vliet 10 dL, Z. van A. v. Vliet en A. Driebergen. -
Gerrit Van Duijn 18 d., Z. van J. Van Duyn eny
M. Varkevisser.
Ondertrouwd: Jb. Ouwehand jm. en Y.
Kuyt jd.
LI3SE. Geboren: Everhordns. Z. van Th.
Raaphorst en P, E. Üe Ruig. Abraham, 2. vau
A. Van Aalst en A. Moolenaar. Cornelia
Johannes. 'L van L. Kapitein on J. Molenkamp
Overleden: Neeltje Van der Ent G w.
6ASSENHE1M. Overleden: H. T. Hooge»-,
vorst, Z. 3 weken.
ZEGWAARD. Geboren: Gecritje Tryntjo, D.
van G. v. Straalon en van J. BUvching.
Overleden: C. Den .Blanken 71 j.
ZOETERMEER. Geboren: Adrunue Antonftxi
Z. ven A. Den Elzen en A. 1L Jeneon.
Gehuwd. W. F. Schmall jm. 28 j., van Voor
burg, en M. Korevaar jd. 26 j.
ZOETKRWOUDR. Geboren: Uecraina, IX
van H. Van Leen wen en van PL De Voa.
Philip pas Hendrik Camelia, Z. va® J. fl. Meyec
on N. Daudoy. Camelia Johannes, Z. veis J,
Duivenvoorden cn S. J. 0. Ven Bcbooten.
Ovoileden; £L Van Leeuwen, édn uur. A.
Voldhovo®, D. 85 i. ->
Gohawd: J. L. Nasveld 21 j. eihier, an 3.
H. Stoffer 28 i. te Voorburg J. Elkerbout jm.
25 j. van Leiden, en M. d. Knaap jd. 23 L, allner/
Ondertrouwd: T. Reeuwiik Mfcier,
en M. C. Ki.gersberg 23 van Haarlemmovmeer.
VOOIL-CHOTKN. Geboren: Joheonee Cor
nelia, Z. van A. Hooijinans en C. Den Sla«n-
Jan Frederik Henönk, A van J. H. G. Stiena en
P. M. v. Lijnackooteu. Henurik. A van A.
Binnendijk od G. Varkevisser. Jobannee ilen-
drikua. Z. van J. Koot overl. en G. v. Benton.
Overleden: A. v. banton 44 j.
WASSENAAR. O verleden: A. M. Goedharl
wed. van R. Van de Scheur Wülemse 71 j. -5
C. Voor ham m. 47 j.
Ondertrouwd: P. J. Van Veen en Ti,
Parlevliet. n r>
Geboren: Pieter Anthome, Z. ran L. J-
Koerman en N. Kleer. Petronella, o. van J,
V» Eg mond en R. Van Dyk