feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Het openbaar slachthuis te Leiden.
Leidon, 21 September.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
W. 1244T
"Vrijdag 31 September,
A°. 1900
PRIJS DEZER COURANT:
I Voor Leiden per 3 maanden; ii f 1-10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30.
Franco per post 1*65.
PRIJS DER ADVERTEirrrÈN:
Van 1—6 regols f 1.05. Iedere regel moer f 0.17$. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incaaseereu bulten ue stad
wordt f 0.05 berekend.
u Officieel© KennisgOTing.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester on Wethouders van Leiden;
Gelet op art 26 der wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Nationale
i Militie, zooals dat artikel tijdelijk is gewijzigd bij
j de wet van 4 April 1892 (Staatsblad No. 56);
Brongen ter algemeene kennis, dat betinschry-
vingsiegister dezes jaars voor de lichting der
Nationale Militie van 1901 en de daaruit opge-
maakte alpbabetiscbe naamlijst voor elk ter lezing
zullen liggen op de Gemeentesecretarie(Afdeeling
Militie en Schutterij, kamer No, 9) alhier, ge-
durende 10 achtereenvolgende werkdagen, te
I beginnen mot den 22sten dezer maand, binnen
I welken tijd tegen register en lijst bij den Com-
i missaris der Koningin in deze provincie bezwaren
kunnen worden ingediend door middel van een
door do noodige bewijsstukken gestaafd, bij den
i Burgemeester in te leveren verzoekschrift op
ongezegeld papier, onderteekend door hem, die
de bezwaren inbrengt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
20 Sept. 1900. VAN HEYST, Secretaris.
IL
Na do rechtsquaestie wordt in het tot don
gemeenteraad gericht adres der heeren J. P. J.
1 Driessen c. s. de vraag behandeld, of de ge
beente moreel bevoegd is, zoo grooto, diep
ingrijpende verandering in het slagersbedryf
te brengen, zonder eerst beproefd te hebben
het slagersbedryf te verbeteren, in plaats van
het te ontwrichten. Deze vraag wordt ont-
kennend beantwoord. Voorts wordt gewezen
op de loonslachters en de grossiers als bew(js,
•dat het slagersbedryf door het abattoir niet
weinig wordt gedesorganiseerd. Wat de mee
ning betreft, dat alle eischen der hygiëne enz.
'vervuld zyn, indien men slechts een abattoir
heeft, merken adressanten op, dat de ervaring
leert, althans in Nederland en België, dat een
I abattoir, dat goed kan zyn, het niet steeds
1 is. Tegenover de minder gewenschte toestan
den in ons eigen land is een beroep op de
zuidelijke Duitsche slachtplaatsen niot zeer
krachtig.
Verder betoogen adressanten, dat, om do
burgery te waarborgen, dat zy goed en onscha-
»iyk vleesch eet, een abattoir niet voldoende
is, maar daarbij een gemeentelijke vleoschhal
noodig is. Zy boroopen zich hierbij op d0
meening van prof. Fokker, dat men alleen
door een vleesckkal zeker kan zijn, niet be
drogen te worden; geenszins heeft deze go-
leerde, zooals B. en Ws. meenen, den eisch
van een vleoschhal by het abattoir laten vallen.
Adressanten komt het begrijpelijk voor, dat
het smokkelen door een abattoir toeneemt.
Waar hier in Leiden de slagers gemiddeld
f 400 'e jaars per hoofd zullen hebben uit te
geven aan het abattoir, ongerekend de kosten
van loonslachten, tijdverlies, transport enz.,
is het niet te verwonderen, dat zy die uitgaaf
i op andere wijze zullen trachten terug te
kragen.
Zeer ten onrechte meenen adressanten
j heeft men de meening ingang willen ver-
schaffen, dat een openbaar slachthuis noodig
i is, om een goede keuring van vee en vleesch
te verkrygon. Hoe ongegrond deze opinie Is,
kan wel het best blijken uit de zeer be
vredigende resultaten, hier in Leiden bij den
thans bestaanden toestand bereikt. Misschien
levert met een paar keurmeesters meer de
keuringsdienst minstens zoo groote waarborgen
op, zooals hy nu is ingericht, als later in een
openbaar slachthuis.
Als argument vóór een gemeentelijke slacht
plaats ieft men o. a. gewezen op de zoo
genaamde noodslachtingen, en het ly kt metter
daad zeer begrijpelijk, dat voor dergolyke
slachtingen het abattoir de meest geschikte
plaats is, doch de practyk heeft wel anders
geleerd.
De bekende grief tegen de particuliere slacht
plaatsen is, dat zy bodem, lucht en water
verontreinigen, doch het aanbrengen van doel
matige verbeteringen in den bouw dier slacht
plaatsen behoort lang niet tot de onmogelijk
heden, gelijk in het adres uitvoerig wordt
aangetoond. Voor de meening, dat particuliere
slachtplaatsen ongezond zyn en nadeel in de
omgeving verspreiden, worden in het adres
bewijzen gevraagd. Men staat evenwel in Leiden
voor hot merkwaardige feit, dat van grooter
mortaliteit of morbiditeit in de omgeving van
slachtplaatsen niets te bespeuren is.
De bewering, dat abattoirs noodig zyn, om
het publiek te behoeden yoor het eten van
vleesch, dat ziekte veroorzaakt en gevaarlijk
is, is niet juist. Ook bij den bestaanden toe
stand wordt een goede waarborg aan de
vleeschgebruikers gegeven en verder moet
worden erkend, dat men de schadelijkheid
o. a. van tuberculeus vleesch 6tellig zeer
heeft overdreven. Over abattoirs als nood
zakelijke instellingen ter voorkoming der
voedingstuberculose is nöcli door Fr&nkel,
nöch door Virchow, nöch ook door Bolsius
gesproken op het Internationaal Congres ter
bestrijding <ior tuberculose als volksziekte,
dat in het vorige jaar met deelneming van
geleerden uit alle deelen der wereld is ge
houden. Trouwens, de bestrijding der tuber
culose onder het veo behoort niet in het
abattoir aan te vangen. Plaatselijke verorde
ningen beschermen wel de eigen gemeente,
maar brengen het gevaar over naar andere
steden en dorpen. Alleen door een Rijkswet
is deze aangelegenheid afdoende te regelen.
Indien men de voornaamste argumenten
der voorstanders van het geconcentreerde
slagersbedrijf nagaat, dan moet men tot de
slotsom komen, dat aller wensch bevredigd
is, indion de slagers zelvon met goedkeuring
van het gemeentebestuur oen slachthuis op
richten en onder de strenge contróle der
keurmeesters oxploiteeren. Deze conclusie blijkt
echter niet in overeenstemming met de eigen
lijke bedoeling. Men wil, dat de Gemeente alleen
gebiedster zij op liet slachthuis en de Inspecteur
der veo- en vleeschkeuring trekt dan ook in
zyn bekend rapport krachtig tegen de parti
culiere abattoirs te velde. Tegen doze zucht
naar gemeentelijke exploitatie dient ernstig
te worden gewaarschuwd. Hoewel erkend
moet worden, dat wat bedoelde inspecteur als
ambtenaar, verricht, door hem onmogelijk beter
zou kunnen gedaan worden, indien hy voor
zichzelf alleen arbeidde en niet als dienaar
oener gemeente, en ook met waardeering
erkend moet worden, dat wellicht nergens
minder dan hier de fouten in den ambtenaars
stand zichtbaar zyn, dit neemt niet weg, dat
geen ernstig man het groote bezwaar voorbij
ziet, dat biykens de ervaring de wereld van
ambtelijke personen aankleeft. De beste waar
borgen biedt do uitoefening van het bedrijf
door hen, wier bestaan en levensonderhoud
er onmiddellijk op de nauwste wyze mee ver
bonden zijjn, natuurlijk onder het toezicht der
overheid. Vermeldenswaard is het, dat niet
alle voorstanders van een slachthuis zoo
ongunstig over de particuliere abattoirs denken,
gelijk blykt uit het gunstig oordeel van den
gemeente-architect van Alkmaar over het par
ticulier abattoir te Bielefeld.
Dat de gemeentelijke exploitatie de beste
is, blijkt volgens adressanten niet; dat zy
evenwel veel duurder is dan het particuliere
bedrijf kan niet worden ontkend. Herhaalde
lijk hoort men van voorstanders van een ge
meentelijk abattoir, dat dit geen geld kost.
Het kunststukje om de rekening sluitend te
maken is werkelijk niet moeilijk. Men berekent
welke uitgaven men heeft en daarnaar bepaalt
men de inkomsten. Of de slachtgelden en
andere heffingen daardoor buitengewoon ver
hoogd worden, doet ter zake nietsmen heeft
geen concurentie te vreezen, want de slagers
komen toch. Daar hot nieuwe bouwplan circa een
halve ton duurder is dan het vorige, heeft men
ook hier naar het eenvoudige voorschrift
gehandeld, om de inkomsten dan ook maar
weer te verhoogon. Zoo zyn de slachtgelden
in do memorie van antwoord voorgesteld van
10 tot 80 pCt. hooger dan de slachtloonen
In het bekende rapport van dr. De Jong,
terwijl, vergeleken met Amsterdam en Rotter
dam, hier het dubbele en meer geëischt wordt.
Door alzoo te handelen speelt de Gemeente
naar het oordeel van adressanten op onver
antwoordelijke wyze met het geld der burgery.
Of de slagers de kosten van het openbaar
slachthuis alleen zullen dragen dan wel of
zy door verhooging der vleeschpryzen do
gebruikers in de lasten zullen doen deelen,
is niet vooruit te zeggen, de hoofdzaak is,
dat de gemeente, hetzy weinige, hetzy vele
burgers de som opbrengen, jaarlijks f 41000
verarmt.
Door de zwaro lasten komen de slagers in
deze gemeente in ongunstiger conditie te staan
tegenover de concurrentie van buiten. Reeds
nu worden zeer groote hoeveelheden vleesch
ingevoerd, waarop slechts 1 cent per kilo
verschuldigd is als keurloon. Indien men dan
ook geen betere maatregelen neemt, om het
slagersbedryf, dat men eerst aan bandon heeft
gelegd, tegen de concurrentie van buiten te
beschermen, begaat men een nieuwe onbiliyk-
heid. Verder is het invoeren van kleinere
stukken vleesch ongewenscht, omdat de
keuring daarvan, naar don maatstaf, hier
gevolgd, minder waarborgen van deugdelijkheid
biedt dan by de keuring van geheelo of halve
dieren.
In het adres wordt ook gevraagd, of or na
de oprichting van een abattoir ook niet een
gemeentelijke broodbakkery en een geineente-
lyko melkinrichting moeten komen. Een keu
ring van brood, het hoofdvoedsol der armen,
en van melk, dat dor kleine kinderen, is
noodiger dan die van vleesch, dat door kleur
en reuk zyn deugdelykheid grootendeels be-
wyst. Van het centralïseeren dezer bedrijven
kan natuurlijk niets komen. Men zou er toe
moeten overgaan, maar voor dezo consequentie
van het aanvaarde beginsel moet men wel
terugdeinzen.
Onverklaarbaar wordt het in het adres
genoemd, hoe het gemeentebestuur zulke
zware en onnoodige eischen aan een bedrijf
durft opleggen, waar het zelf als exploitante
Yan inrichtingen zoo wonderlyk met de eischen
der hygiöne en der voorzichtigheid omspringt.
Als bewijzen hiervoor worden genoemd de
gemeentelijke kleedenkloppery en de desinfectio-
inrichting op Endegeest, deze laatste mot het
oog op het mogelijke uitbreken eener besmette
lijke ziekte in dat gesticht.
Alles goed overwegende, blykt het niet
zeggen adressanten dat het voorstel tot
oprichting van een gemeentelijk slachthuis te
Leiden geboren is door den nood der omstan
digheden. Veeleer rtyst de gedachto, dat men
zwicht voor eon drang, die met het nood-
zakeiyke, gewenschte en doelmatige van het
voorstel weinig verband houdt.
Een voorstander van het abattoirplan sprak
in de secties van een modequaestie. Kan
Leiden zoo vragen adressanten niet langer
aan dezo mode weorstand bieden zonder ach-
terlyk te schijnen?
Misschien zullen vele slagers zich vry groote
uitgaven moeten getroosten, om hun slacht
plaatsen voldoende in orde te brengen, doch
dan laat merT hen ten minste baas in hun
eigen bedrijf.
Ten slotte wyzen adressanten or op, dat
Leiden voor uitgaven, die niet noodzakelijk
zyn, waarljjk niet ryk genoeg is, dat het in
de laatste jaren in zielental langzamerhand
achteruitgaat en ook het kapitaal hier eer
af- dan toeneemt; immers het belastbaar
inkomen is in één jaar tyds met een ton
gouds verminderd.
Er is dus alle reden, meenen zy, om de
huishouding der gemeente met voorzichtigheid
en overleg te voeren.
Adressanten aohtten hot hun plicht tegen
den voorgenomen slachthuisbouw hun bezwa
ren nader te ontwikkelen. Een uitoenzetting
van de voornaamste bedenkingen was daarby
hot eerst noodig, zoodat over de details van het
bouwplan zelf thans niet behoefde te worden
uitgeweid.
Zy hebben mitsdien de eer, aan den ge
meenteraad voor te stellen, dit ontwerp niet
aan te nemen en B. en Ws. uit te noodigen,
nauwkeurige opgaven te verstrekken omtrent
de gebreken in het slagersbedryf hier ter stede,
vergezeld van zoodanige voorstellen tot ver
betering, die het bedryf zelf niet ontwrichten.
(W. y.) J. P. J. DRIE83EN.
A. J. Yan Hokken JJzn.
Th. G. Dkn Hoüteb.
J. De Lange.
W. Pera.
De loting voor de lichting der nationale
militie voor 1901 zal geschieden te Leiden
op 9 en 10 October a. a.
Tot leden van do examen-commissie te
Haarlem ter verkrygïng van akten van be
kwaamheid voor huis- en schoolonderwys in
de vrye- en orde-oefeningen der gymnastiek,
wolk examen voor het jaar 1900 zal aanvan
gen op 16 October, zjjn benoemd de heer
C. Ilenner, onderwijzer in de gymnastiek aan
de gemeenteiyke kweekschool voor onder-
wyzors en onderwijzeressen, en mej. A.
Risseeuw, leerares aan de hoogere burger
school voor meisjes, beiden te Leiden.
Gisteravond om halfzeven heeft de
Koningin de byzondere Missie van den Koning
van Italiö in plechtig gehoor ontvangen.
H. M. verleende daarna audiëntie aan baron
Galvagua tot het in-ontvangst-nemen van de
geloofsbrieven, welke hem opnieuw als buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister vau
Italiö aan ons Hof accrediteeren.
De Koningin-Moeder ontving daarna de
deputatie.
Voor het gala-diner, ter eere van de Missie
gegeven, was ook uitgonoodigd de adjudant
van admiraal Canevaro, hoofd der zending.
Aan laatstgenoemde en aan overste
d'Avanzo z(jn door de Koningin decoratiön
verleend in de Orde van den Ned. Leeuw en
van Oranje-Nassau.
Aan hot diner van de Koningin namen
deel: baron en baronesse Yan Har denbroek
van Bergambacht; baron Qovers, gezant te
Washington; mr. L. P. M. H. baron Mickiels
van Verduynen en graaf Yan Rock leren
Limpurg, gez&ntschapsraad to 3rus«d, met
verlof in Den Haag.
Waarschyniyk zullen de leden van de
Italiaanscho buitengewone Missie, alvorens
naar Rome terug to koeren, Amsterdam
bezoeken. Hedenavond verlaten zy Don Haag.
A. b. Woensdag, 26 Sept., vertrekt de
Amsterdam6cho processio naar het martelveld
van den H. Jeroen te Noordwyk. Voor do
pelgrims wordt des morgens te 7 uren een
H. Mi6 gelezen in de parochiekerk van O. L.'
Vrouw Onbevlekt Ontvangen (de Posthoorn).
Dr. J. De Jong, de tooneelcriticus en
redacteur van „Hot Vaderland", is door de
Fransche regeering benoemd tot officier
d'Académie, wegens zyn verdiensteiyke ver-
taling van verschillende Fransche tooneel-'
werken. "A
Naar „De Avondstor" vorneemt, ven"'
gaderden te 's-Hertogenbosch de voorzitters
en de adviseurs der verschillende katholioker
onderwyzersbonden in ons land, om te trachten1
tot samenwerking te komen by verschillend»
gelegenheden.
Het stoomschip „Lawoe", van Rotterdam, N
naar Batavia, vertrok 20 Sept. van Marseille
de „Leda" vertrok 20 Sept. van Lissabon
naar Amsterdam; de „Prinses Sophie", van;
Batavia naar Amsterdam, passeerde 20 Sept.
Gibraltar; de „Sumatra" arriveerde 20 Sept..
van Amsterdam te Batavia; de „Madura",
vau Amsterdam naar Batavia, passeerde 20
Sept. Cap Blanc. J
Abbenes (gem. Haarlemmermeer). Het
aantal ingeschrevenen voor de nationals J
militie voor de lichting van 1901 bedraagtN
voor Abbenes 8, waarvan éóne vrystelling.
Op Dinsdag 25 September en 2 October
zal te Abbenes in een der schoollokalen dos;
voormiddags Yan 9 tot 10 uren gelegenheid
gegeven worden tot kostelooze inenting en
herinenting.
Hoomatodo. By burgemeester en wethouders
zyn ingekomen plannen van den heer Jung^
te Haarlem, tot het bouwen van drie villa's
op de gronden van den heer Roosen, aan
het Kraaienest, alhier.
Yoor de leden der afd. Heemstede van
den Roomsch-Katholiekeu Yoiksbond zal -
Maandag 24 September a. 8. in Café „Land
zicht" als spreker optreden do heer S. De
Groen, secretaris der afdeeling Voorschoten.
Zegwaard* Donderdagavond om halfvyf
brak er brand uit in den hooiberg, staande
op het erf van don veekoopman M. K., aan
het eind van het dorp. De vlammen grepen 1
weldra den geheelen berg aan, die vlak by
het huis en de schuur stond. In een oogen-
blik waren de spuiten aanwezig en kon direct
water worden gegeven. De wind waa gunstig,
zoodat de brand zich tot den hcoibetg be
paalde. Den geheelen nacht is doorgewerkt
om het smeulende hooi er uit te halen en
weg te voeren. Om één uur kon van nacht
de spuit inrukken en werden ooimera water
gereed gehouden. Oorzaak is waarschyDlflk
het spelen met lucifers door kinderen. Het
verbrande was niet verzekerd.
De heer G. De Bruin is aannemer ge
worden voor de levoring van petroleum aan de
coöperatieve vereeniging ,De Eendracht",
alhier.
CORRESPONDENTIE. - J. J. 8.1 Het in
uw ingezonden stuk bespreken left 7rerd aan
de bevoogde autoriteit medegedeeld, ïoodat
opneming overbodig is. Wy acLiten dit beter.
66)
„Neen, niet het minste," antwoordde Wolf
ram met beslistheid.
I „Dan zyn zy ook nergens afgestort. Twee
ruenschen met twee paarden kunnen op den
•straatweg niet zoo spoorloos verdwijnen.
!Zy zyn het spoor byster geraakt."
„Maar men kan den weg niet missen,"
'bracht de pastoor hier tegen in.
„Toch wel, eerwaarde, by de Almenbeek,
waar de weg oploopt naar de borgkapel. De
wegen gelijken precies op elkander. Het
■.maanlicht was niet helder genoeg, en als
'gravin Hertha haar vergissing niet spoedig
jgenoeg bemerkt heeft, dan is zy in de kloof
van den Adelaars wand geraakt l"
f „Dan zy God haar genadigl" riep de pas
toor uit. „Dat is byna nog erger dan een
'afstorting."
Michaël klemde de tanden op elkaar. Hy
Jwist, dat dit geen overdrijving was. Hy kende
'de kloven en afgronden in den Adelaars wand
nog uit zyn jougd.
„Het is de oenige mogolykbeid, die denk
baar is," antwoordde hy. „Er valt geen
■minuut meer te verliezen; er zyn reeds uren
;Verloopen. Wy moeten er terstond op uit l"
„Nu? In dezen nacht?" vroeg Wolfram,
den kapitein aanstarend, alsof hy dacht, dat
deze niet goed by zyn verstand was; en de
pastoor riep verschrikt uit:
1 „Michaël, wat valt u toch in? Gy wilt
toch niet?"
,De gravin zoeken l Zeker, dat spreekt
toch vau zelf. Moest ik misschion hier rustig
in huis blyven zitten, terwyl zy daar buiten
aan al de verschrikking van dozen storm-
achtigen nacht prysgegeven is?"
BGy moet wachten en niet beproeven het
onmogelijke te doen; want voor het oogen-
blik is het onmogelijk. Gy kent onze bergen
en weet, dat men niets beproeven kan zoo
lang de storm met zulk oen kracht woodt.
Zoodra hy wat bedaardor wordt en do morgen
aanbreekt, zullen wy doen, wat menschen-
krackten vermogen. Nu naar buiten to gaan
zou meer dan dwaasheid zyn; dat was zyn
leven wagen."
„Dwaasheid of nietl Het moet beproefd
worden," sprak Michaël op vasten toon.
„Meent gy, dat ik myn leven tel, als het
hare in gevaar is? Al moest ik haar volgen
tot den hoogsten top van den Adelaarswand
en al dreigde my tienmaal de dood ik ont
ruk u aan hot gevaar of ga met haar onder l"
Valentyn vouwde ontzet de handen. Dezo
hartstochtelijke woorden verrieden hem het
zoo lang bewaarde geheim, dat hy .reeds de
laatste minuten vermoed had. Op zachton
toon sprak hy:
„Staat het zoo geschapen? Goede God!"
Michaël lette er niet ophy had zich weder
tot Wolfram gowend en sprak haastig:
„Ik heb helpers noodig; wy moeten in ver
scheidene richtingen zoeken; wiltgy meegaan?"
„Ik?" riep de houtvester verschrikt. „Nu
alle booze geesten der hel daar buiten los
zyn in de bergen? Zoo heeft de Wilde Jacht
nog nooit gezaaid in al de jaren, dat ik op
de houtvestery gewoond heb!"
„Met je by geloof!" bromde Rodenberg, raet
den voet stampend. „Stuur dan den waard
maar, dat is een Hink» klimmer en een
onverschrokken man."
„'t Kan wol zyn, maar by zulk weder
gaat hy er toch niet uit. Hy heeft hot
reeds van te voren gezegd, toen er sprake
van was, en voegde er by, dat hy hot niet
wilde beproeven, al bood men hem ook oen
ton goud, want hy moest aan vrouw en
kindoren denken."
„Goed, dan ga ik atle«nl" sprak Michaël
vast besloten. „Zend my hulp achterna, zoodra
de morgen aanbreekt De waard mot »4Jn
lieden moot den weg naar do bergkapel
inslaan, dien ik volg, al moest ik ook tot
don Adelaarswand gaan. Wolfram, gy door
zoekt met de anderen de wouden der hout-
Yostery, uw voormalig verbiyf. Eerwaarde,
laat den heelen straatweg nog eens ofzooken,
tot de plaats van het ongeluk, misschien is
01* toch nog een spoor te vinden. Wolfram,
roep hot heelo dorp opl Ik heb gceu tyd
meer te verliezen."
Hy had niettegenstaande zyn opgewonden
heid op dion krachtige», bevelenden toon
gesproken, dien hy altyd tegenover zyn
min leren gebruikte, en nu stormde hy de
dour uit. De houtvester keek hem ver
bluft na, maar dezo toon maakte toch indruk
op hem.
„Bevolen hooft hy geleerd, dat merkt men,"
sprak hij. „Hy doet, of hot heele dorp tot
zjjn compagnie behoorde en onder zyn bevelen
stond. Merkwaardig! Zoo heeft mynheer de
graaf ook altijd gedaan. Michaël heeft waarlyk
denzelfden toon en blik, alsof hy het van
hem geleerd heeft, ja, of h(j een zoon van
hem is. Eerwaarde, dat gaat hier niet richtig
toe, dat is toovery."
De pastoor antwoordde niet; hy stond
verslagen.
Het gevaar, waarin Hertha verkeerde, het
vermetele besluit van Michaël om haar te
7olgen, de ontdekking, die hy zooeven ge
daan had, dat alles bestormde den grijsaard,
die aan eon hovigo ontroering niet moor
gewend en or ook niet meer tegen bestand was,
met »ooveel gewold, A-* hy er <*wK>olig van werd.
Reeds na menige meuten Lrehaël
terug, gehoel uitgerast voor den nacJ^aiykon
tocht, met een bergstok in de hand.
„Vaarwel, eerwaarde," sprak hy, „ou
wy tJkander niot weerzien mogon, dan
behoede God ui"
Valontyn groep krampachtig zyn arm; de
angst, zyn lieveling te verliezen, woog by
hom zwaarder dan de gedachte aan Hertha's
gevaar.
„Michaël, wees toch verstandig. Hoor toch,
hoe buiten de storm raast! Gy kunt geen
honderd schreden vooruit komen. Wacht dao
ten minste nog oen halfuur!"
Rodenberg maakto zich met eon ongeduldige
beweging los.
„Neen, hier kan iedere minuut toevens
noodlottig worden vaarwel 1"
Hy ging naar de deur. Daar stond Wolfram
onbewecglyk, maar men kon aan zyn gelaat
zien, dat hy in tweostryd stond, en nu vroeg
hy aarzelend:
„Heer kapitein, g(j wilt dus workeiyk den
storm iu en nog wol alleen?"
„Ja, omdat niemand den moed heeftf met
m(j mee te gaan," sprak Michaël scherp.
„Wacht even, lafaards z(jn wij ook niet!"
riep do houtvester beleedigd uit. „Een mensch,
zooals de waard, dio vrouw on kinderen
heeft, kon het workeiyk niet wagen. Ik heb
die niet, en omdat het nu eenmaal niet anders
kan, ga ik meel"
Valentyn herademde by deze woorden;het
was reeds een geruststelling voor hem, dat
Michaël niet alleon ging.
Deze sprak echter kort
(Rom dan! Twee is altyd beter dan 6én.*,
„Dat ligt er al aan," meende Wolfram;
„misschien donkt do Wilde Jacht 01 ook 100
over en haalt oos allebei.
God behoede u, eerwaarde!" sprak Wolfram
nog; „het kan nooit kwaad, gy Lntcasclien
vurig voor 0113 Didt. Gy z(jt eon bollig man
en als gy er St.-Michaël om sc-iOoH, heeft
hy misschion modoiy-len mot ons en verbant
hy do spoken daar buitooi het is wel noodig t"
Michaël was reeds in de deur. Hy wonfct»
den pastoor nog een afechoidftgroot too.
Wolfram volgdo hem en wetnlgo minuten
later waren bolden buiten in de dulBtoruüi
vord wenen.
De Adelaarswand had inderdaad oen van
die voorjaarsstormeu afgebonden, die met
recht In den gohoolon omLrok gefreesd wurden.
Wie bygcloovig was, zooala ie houtvester,
kon zich geni&kkeiyk ver hooiden, dat oen
boole schaar booze geesten losgelaten was,
die nu onheilstichtend over de bergon heen-
raasden. Het gierde door de lucht, suisde
in de woudon, en do maan, haif verborgen
achter do dreigende wolken, bolde aarde
on hemel in oon vaal, spookachtig schemer
licht, dat nog angstiger maakte dan do
duisternis zelf. Wolfram maakte telkens een
vreesachtig gobaar, als do storm te hevig
woedde; maar hy werkte zich dapper voor
waarts, on zeker moest men wel zyn krachtig,
aan de borgen gewoon gostol hobboD, om hier
workeiyk vooruit to kunnen komen.
Don weg tot de bergkapel haddon beido
mannon saraon afgologd zonder ergens een
spoor te vindon» Toon waren z(J van elkander
gegaan,
(Wvrdl vtrvUid^