feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Het openbaar slachthuis te Leiden. Leidon, 21 September. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. W. 1244T "Vrijdag 31 September, A°. 1900 PRIJS DEZER COURANT: I Voor Leiden per 3 maanden; ii f 1-10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30. Franco per post 1*65. PRIJS DER ADVERTEirrrÈN: Van 1—6 regols f 1.05. Iedere regel moer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incaaseereu bulten ue stad wordt f 0.05 berekend. u Officieel© KennisgOTing. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Burgemeester on Wethouders van Leiden; Gelet op art 26 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), betrekkelijk de Nationale i Militie, zooals dat artikel tijdelijk is gewijzigd bij j de wet van 4 April 1892 (Staatsblad No. 56); Brongen ter algemeene kennis, dat betinschry- vingsiegister dezes jaars voor de lichting der Nationale Militie van 1901 en de daaruit opge- maakte alpbabetiscbe naamlijst voor elk ter lezing zullen liggen op de Gemeentesecretarie(Afdeeling Militie en Schutterij, kamer No, 9) alhier, ge- durende 10 achtereenvolgende werkdagen, te I beginnen mot den 22sten dezer maand, binnen I welken tijd tegen register en lijst bij den Com- i missaris der Koningin in deze provincie bezwaren kunnen worden ingediend door middel van een door do noodige bewijsstukken gestaafd, bij den i Burgemeester in te leveren verzoekschrift op ongezegeld papier, onderteekend door hem, die de bezwaren inbrengt. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemeester. 20 Sept. 1900. VAN HEYST, Secretaris. IL Na do rechtsquaestie wordt in het tot don gemeenteraad gericht adres der heeren J. P. J. 1 Driessen c. s. de vraag behandeld, of de ge beente moreel bevoegd is, zoo grooto, diep ingrijpende verandering in het slagersbedryf te brengen, zonder eerst beproefd te hebben het slagersbedryf te verbeteren, in plaats van het te ontwrichten. Deze vraag wordt ont- kennend beantwoord. Voorts wordt gewezen op de loonslachters en de grossiers als bew(js, •dat het slagersbedryf door het abattoir niet weinig wordt gedesorganiseerd. Wat de mee ning betreft, dat alle eischen der hygiëne enz. 'vervuld zyn, indien men slechts een abattoir heeft, merken adressanten op, dat de ervaring leert, althans in Nederland en België, dat een I abattoir, dat goed kan zyn, het niet steeds 1 is. Tegenover de minder gewenschte toestan den in ons eigen land is een beroep op de zuidelijke Duitsche slachtplaatsen niot zeer krachtig. Verder betoogen adressanten, dat, om do burgery te waarborgen, dat zy goed en onscha- »iyk vleesch eet, een abattoir niet voldoende is, maar daarbij een gemeentelijke vleoschhal noodig is. Zy boroopen zich hierbij op d0 meening van prof. Fokker, dat men alleen door een vleesckkal zeker kan zijn, niet be drogen te worden; geenszins heeft deze go- leerde, zooals B. en Ws. meenen, den eisch van een vleoschhal by het abattoir laten vallen. Adressanten komt het begrijpelijk voor, dat het smokkelen door een abattoir toeneemt. Waar hier in Leiden de slagers gemiddeld f 400 'e jaars per hoofd zullen hebben uit te geven aan het abattoir, ongerekend de kosten van loonslachten, tijdverlies, transport enz., is het niet te verwonderen, dat zy die uitgaaf i op andere wijze zullen trachten terug te kragen. Zeer ten onrechte meenen adressanten j heeft men de meening ingang willen ver- schaffen, dat een openbaar slachthuis noodig i is, om een goede keuring van vee en vleesch te verkrygon. Hoe ongegrond deze opinie Is, kan wel het best blijken uit de zeer be vredigende resultaten, hier in Leiden bij den thans bestaanden toestand bereikt. Misschien levert met een paar keurmeesters meer de keuringsdienst minstens zoo groote waarborgen op, zooals hy nu is ingericht, als later in een openbaar slachthuis. Als argument vóór een gemeentelijke slacht plaats ieft men o. a. gewezen op de zoo genaamde noodslachtingen, en het ly kt metter daad zeer begrijpelijk, dat voor dergolyke slachtingen het abattoir de meest geschikte plaats is, doch de practyk heeft wel anders geleerd. De bekende grief tegen de particuliere slacht plaatsen is, dat zy bodem, lucht en water verontreinigen, doch het aanbrengen van doel matige verbeteringen in den bouw dier slacht plaatsen behoort lang niet tot de onmogelijk heden, gelijk in het adres uitvoerig wordt aangetoond. Voor de meening, dat particuliere slachtplaatsen ongezond zyn en nadeel in de omgeving verspreiden, worden in het adres bewijzen gevraagd. Men staat evenwel in Leiden voor hot merkwaardige feit, dat van grooter mortaliteit of morbiditeit in de omgeving van slachtplaatsen niets te bespeuren is. De bewering, dat abattoirs noodig zyn, om het publiek te behoeden yoor het eten van vleesch, dat ziekte veroorzaakt en gevaarlijk is, is niet juist. Ook bij den bestaanden toe stand wordt een goede waarborg aan de vleeschgebruikers gegeven en verder moet worden erkend, dat men de schadelijkheid o. a. van tuberculeus vleesch 6tellig zeer heeft overdreven. Over abattoirs als nood zakelijke instellingen ter voorkoming der voedingstuberculose is nöcli door Fr&nkel, nöch door Virchow, nöch ook door Bolsius gesproken op het Internationaal Congres ter bestrijding <ior tuberculose als volksziekte, dat in het vorige jaar met deelneming van geleerden uit alle deelen der wereld is ge houden. Trouwens, de bestrijding der tuber culose onder het veo behoort niet in het abattoir aan te vangen. Plaatselijke verorde ningen beschermen wel de eigen gemeente, maar brengen het gevaar over naar andere steden en dorpen. Alleen door een Rijkswet is deze aangelegenheid afdoende te regelen. Indien men de voornaamste argumenten der voorstanders van het geconcentreerde slagersbedrijf nagaat, dan moet men tot de slotsom komen, dat aller wensch bevredigd is, indion de slagers zelvon met goedkeuring van het gemeentebestuur oen slachthuis op richten en onder de strenge contróle der keurmeesters oxploiteeren. Deze conclusie blijkt echter niet in overeenstemming met de eigen lijke bedoeling. Men wil, dat de Gemeente alleen gebiedster zij op liet slachthuis en de Inspecteur der veo- en vleeschkeuring trekt dan ook in zyn bekend rapport krachtig tegen de parti culiere abattoirs te velde. Tegen doze zucht naar gemeentelijke exploitatie dient ernstig te worden gewaarschuwd. Hoewel erkend moet worden, dat wat bedoelde inspecteur als ambtenaar, verricht, door hem onmogelijk beter zou kunnen gedaan worden, indien hy voor zichzelf alleen arbeidde en niet als dienaar oener gemeente, en ook met waardeering erkend moet worden, dat wellicht nergens minder dan hier de fouten in den ambtenaars stand zichtbaar zyn, dit neemt niet weg, dat geen ernstig man het groote bezwaar voorbij ziet, dat biykens de ervaring de wereld van ambtelijke personen aankleeft. De beste waar borgen biedt do uitoefening van het bedrijf door hen, wier bestaan en levensonderhoud er onmiddellijk op de nauwste wyze mee ver bonden zijjn, natuurlijk onder het toezicht der overheid. Vermeldenswaard is het, dat niet alle voorstanders van een slachthuis zoo ongunstig over de particuliere abattoirs denken, gelijk blykt uit het gunstig oordeel van den gemeente-architect van Alkmaar over het par ticulier abattoir te Bielefeld. Dat de gemeentelijke exploitatie de beste is, blijkt volgens adressanten niet; dat zy evenwel veel duurder is dan het particuliere bedrijf kan niet worden ontkend. Herhaalde lijk hoort men van voorstanders van een ge meentelijk abattoir, dat dit geen geld kost. Het kunststukje om de rekening sluitend te maken is werkelijk niet moeilijk. Men berekent welke uitgaven men heeft en daarnaar bepaalt men de inkomsten. Of de slachtgelden en andere heffingen daardoor buitengewoon ver hoogd worden, doet ter zake nietsmen heeft geen concurentie te vreezen, want de slagers komen toch. Daar hot nieuwe bouwplan circa een halve ton duurder is dan het vorige, heeft men ook hier naar het eenvoudige voorschrift gehandeld, om de inkomsten dan ook maar weer te verhoogon. Zoo zyn de slachtgelden in do memorie van antwoord voorgesteld van 10 tot 80 pCt. hooger dan de slachtloonen In het bekende rapport van dr. De Jong, terwijl, vergeleken met Amsterdam en Rotter dam, hier het dubbele en meer geëischt wordt. Door alzoo te handelen speelt de Gemeente naar het oordeel van adressanten op onver antwoordelijke wyze met het geld der burgery. Of de slagers de kosten van het openbaar slachthuis alleen zullen dragen dan wel of zy door verhooging der vleeschpryzen do gebruikers in de lasten zullen doen deelen, is niet vooruit te zeggen, de hoofdzaak is, dat de gemeente, hetzy weinige, hetzy vele burgers de som opbrengen, jaarlijks f 41000 verarmt. Door de zwaro lasten komen de slagers in deze gemeente in ongunstiger conditie te staan tegenover de concurrentie van buiten. Reeds nu worden zeer groote hoeveelheden vleesch ingevoerd, waarop slechts 1 cent per kilo verschuldigd is als keurloon. Indien men dan ook geen betere maatregelen neemt, om het slagersbedryf, dat men eerst aan bandon heeft gelegd, tegen de concurrentie van buiten te beschermen, begaat men een nieuwe onbiliyk- heid. Verder is het invoeren van kleinere stukken vleesch ongewenscht, omdat de keuring daarvan, naar don maatstaf, hier gevolgd, minder waarborgen van deugdelijkheid biedt dan by de keuring van geheelo of halve dieren. In het adres wordt ook gevraagd, of or na de oprichting van een abattoir ook niet een gemeentelijke broodbakkery en een geineente- lyko melkinrichting moeten komen. Een keu ring van brood, het hoofdvoedsol der armen, en van melk, dat dor kleine kinderen, is noodiger dan die van vleesch, dat door kleur en reuk zyn deugdelykheid grootendeels be- wyst. Van het centralïseeren dezer bedrijven kan natuurlijk niets komen. Men zou er toe moeten overgaan, maar voor dezo consequentie van het aanvaarde beginsel moet men wel terugdeinzen. Onverklaarbaar wordt het in het adres genoemd, hoe het gemeentebestuur zulke zware en onnoodige eischen aan een bedrijf durft opleggen, waar het zelf als exploitante Yan inrichtingen zoo wonderlyk met de eischen der hygiöne en der voorzichtigheid omspringt. Als bewijzen hiervoor worden genoemd de gemeentelijke kleedenkloppery en de desinfectio- inrichting op Endegeest, deze laatste mot het oog op het mogelijke uitbreken eener besmette lijke ziekte in dat gesticht. Alles goed overwegende, blykt het niet zeggen adressanten dat het voorstel tot oprichting van een gemeentelijk slachthuis te Leiden geboren is door den nood der omstan digheden. Veeleer rtyst de gedachto, dat men zwicht voor eon drang, die met het nood- zakeiyke, gewenschte en doelmatige van het voorstel weinig verband houdt. Een voorstander van het abattoirplan sprak in de secties van een modequaestie. Kan Leiden zoo vragen adressanten niet langer aan dezo mode weorstand bieden zonder ach- terlyk te schijnen? Misschien zullen vele slagers zich vry groote uitgaven moeten getroosten, om hun slacht plaatsen voldoende in orde te brengen, doch dan laat merT hen ten minste baas in hun eigen bedrijf. Ten slotte wyzen adressanten or op, dat Leiden voor uitgaven, die niet noodzakelijk zyn, waarljjk niet ryk genoeg is, dat het in de laatste jaren in zielental langzamerhand achteruitgaat en ook het kapitaal hier eer af- dan toeneemt; immers het belastbaar inkomen is in één jaar tyds met een ton gouds verminderd. Er is dus alle reden, meenen zy, om de huishouding der gemeente met voorzichtigheid en overleg te voeren. Adressanten aohtten hot hun plicht tegen den voorgenomen slachthuisbouw hun bezwa ren nader te ontwikkelen. Een uitoenzetting van de voornaamste bedenkingen was daarby hot eerst noodig, zoodat over de details van het bouwplan zelf thans niet behoefde te worden uitgeweid. Zy hebben mitsdien de eer, aan den ge meenteraad voor te stellen, dit ontwerp niet aan te nemen en B. en Ws. uit te noodigen, nauwkeurige opgaven te verstrekken omtrent de gebreken in het slagersbedryf hier ter stede, vergezeld van zoodanige voorstellen tot ver betering, die het bedryf zelf niet ontwrichten. (W. y.) J. P. J. DRIE83EN. A. J. Yan Hokken JJzn. Th. G. Dkn Hoüteb. J. De Lange. W. Pera. De loting voor de lichting der nationale militie voor 1901 zal geschieden te Leiden op 9 en 10 October a. a. Tot leden van do examen-commissie te Haarlem ter verkrygïng van akten van be kwaamheid voor huis- en schoolonderwys in de vrye- en orde-oefeningen der gymnastiek, wolk examen voor het jaar 1900 zal aanvan gen op 16 October, zjjn benoemd de heer C. Ilenner, onderwijzer in de gymnastiek aan de gemeenteiyke kweekschool voor onder- wyzors en onderwijzeressen, en mej. A. Risseeuw, leerares aan de hoogere burger school voor meisjes, beiden te Leiden. Gisteravond om halfzeven heeft de Koningin de byzondere Missie van den Koning van Italiö in plechtig gehoor ontvangen. H. M. verleende daarna audiëntie aan baron Galvagua tot het in-ontvangst-nemen van de geloofsbrieven, welke hem opnieuw als buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister vau Italiö aan ons Hof accrediteeren. De Koningin-Moeder ontving daarna de deputatie. Voor het gala-diner, ter eere van de Missie gegeven, was ook uitgonoodigd de adjudant van admiraal Canevaro, hoofd der zending. Aan laatstgenoemde en aan overste d'Avanzo z(jn door de Koningin decoratiön verleend in de Orde van den Ned. Leeuw en van Oranje-Nassau. Aan hot diner van de Koningin namen deel: baron en baronesse Yan Har denbroek van Bergambacht; baron Qovers, gezant te Washington; mr. L. P. M. H. baron Mickiels van Verduynen en graaf Yan Rock leren Limpurg, gez&ntschapsraad to 3rus«d, met verlof in Den Haag. Waarschyniyk zullen de leden van de Italiaanscho buitengewone Missie, alvorens naar Rome terug to koeren, Amsterdam bezoeken. Hedenavond verlaten zy Don Haag. A. b. Woensdag, 26 Sept., vertrekt de Amsterdam6cho processio naar het martelveld van den H. Jeroen te Noordwyk. Voor do pelgrims wordt des morgens te 7 uren een H. Mi6 gelezen in de parochiekerk van O. L.' Vrouw Onbevlekt Ontvangen (de Posthoorn). Dr. J. De Jong, de tooneelcriticus en redacteur van „Hot Vaderland", is door de Fransche regeering benoemd tot officier d'Académie, wegens zyn verdiensteiyke ver- taling van verschillende Fransche tooneel-' werken. "A Naar „De Avondstor" vorneemt, ven"' gaderden te 's-Hertogenbosch de voorzitters en de adviseurs der verschillende katholioker onderwyzersbonden in ons land, om te trachten1 tot samenwerking te komen by verschillend» gelegenheden. Het stoomschip „Lawoe", van Rotterdam, N naar Batavia, vertrok 20 Sept. van Marseille de „Leda" vertrok 20 Sept. van Lissabon naar Amsterdam; de „Prinses Sophie", van; Batavia naar Amsterdam, passeerde 20 Sept. Gibraltar; de „Sumatra" arriveerde 20 Sept.. van Amsterdam te Batavia; de „Madura", vau Amsterdam naar Batavia, passeerde 20 Sept. Cap Blanc. J Abbenes (gem. Haarlemmermeer). Het aantal ingeschrevenen voor de nationals J militie voor de lichting van 1901 bedraagtN voor Abbenes 8, waarvan éóne vrystelling. Op Dinsdag 25 September en 2 October zal te Abbenes in een der schoollokalen dos; voormiddags Yan 9 tot 10 uren gelegenheid gegeven worden tot kostelooze inenting en herinenting. Hoomatodo. By burgemeester en wethouders zyn ingekomen plannen van den heer Jung^ te Haarlem, tot het bouwen van drie villa's op de gronden van den heer Roosen, aan het Kraaienest, alhier. Yoor de leden der afd. Heemstede van den Roomsch-Katholiekeu Yoiksbond zal - Maandag 24 September a. 8. in Café „Land zicht" als spreker optreden do heer S. De Groen, secretaris der afdeeling Voorschoten. Zegwaard* Donderdagavond om halfvyf brak er brand uit in den hooiberg, staande op het erf van don veekoopman M. K., aan het eind van het dorp. De vlammen grepen 1 weldra den geheelen berg aan, die vlak by het huis en de schuur stond. In een oogen- blik waren de spuiten aanwezig en kon direct water worden gegeven. De wind waa gunstig, zoodat de brand zich tot den hcoibetg be paalde. Den geheelen nacht is doorgewerkt om het smeulende hooi er uit te halen en weg te voeren. Om één uur kon van nacht de spuit inrukken en werden ooimera water gereed gehouden. Oorzaak is waarschyDlflk het spelen met lucifers door kinderen. Het verbrande was niet verzekerd. De heer G. De Bruin is aannemer ge worden voor de levoring van petroleum aan de coöperatieve vereeniging ,De Eendracht", alhier. CORRESPONDENTIE. - J. J. 8.1 Het in uw ingezonden stuk bespreken left 7rerd aan de bevoogde autoriteit medegedeeld, ïoodat opneming overbodig is. Wy acLiten dit beter. 66) „Neen, niet het minste," antwoordde Wolf ram met beslistheid. I „Dan zyn zy ook nergens afgestort. Twee ruenschen met twee paarden kunnen op den •straatweg niet zoo spoorloos verdwijnen. !Zy zyn het spoor byster geraakt." „Maar men kan den weg niet missen," 'bracht de pastoor hier tegen in. „Toch wel, eerwaarde, by de Almenbeek, waar de weg oploopt naar de borgkapel. De wegen gelijken precies op elkander. Het ■.maanlicht was niet helder genoeg, en als 'gravin Hertha haar vergissing niet spoedig jgenoeg bemerkt heeft, dan is zy in de kloof van den Adelaars wand geraakt l" f „Dan zy God haar genadigl" riep de pas toor uit. „Dat is byna nog erger dan een 'afstorting." Michaël klemde de tanden op elkaar. Hy Jwist, dat dit geen overdrijving was. Hy kende 'de kloven en afgronden in den Adelaars wand nog uit zyn jougd. „Het is de oenige mogolykbeid, die denk baar is," antwoordde hy. „Er valt geen ■minuut meer te verliezen; er zyn reeds uren ;Verloopen. Wy moeten er terstond op uit l" „Nu? In dezen nacht?" vroeg Wolfram, den kapitein aanstarend, alsof hy dacht, dat deze niet goed by zyn verstand was; en de pastoor riep verschrikt uit: 1 „Michaël, wat valt u toch in? Gy wilt toch niet?" ,De gravin zoeken l Zeker, dat spreekt toch vau zelf. Moest ik misschion hier rustig in huis blyven zitten, terwyl zy daar buiten aan al de verschrikking van dozen storm- achtigen nacht prysgegeven is?" BGy moet wachten en niet beproeven het onmogelijke te doen; want voor het oogen- blik is het onmogelijk. Gy kent onze bergen en weet, dat men niets beproeven kan zoo lang de storm met zulk oen kracht woodt. Zoodra hy wat bedaardor wordt en do morgen aanbreekt, zullen wy doen, wat menschen- krackten vermogen. Nu naar buiten to gaan zou meer dan dwaasheid zyn; dat was zyn leven wagen." „Dwaasheid of nietl Het moet beproefd worden," sprak Michaël op vasten toon. „Meent gy, dat ik myn leven tel, als het hare in gevaar is? Al moest ik haar volgen tot den hoogsten top van den Adelaarswand en al dreigde my tienmaal de dood ik ont ruk u aan hot gevaar of ga met haar onder l" Valentyn vouwde ontzet de handen. Dezo hartstochtelijke woorden verrieden hem het zoo lang bewaarde geheim, dat hy .reeds de laatste minuten vermoed had. Op zachton toon sprak hy: „Staat het zoo geschapen? Goede God!" Michaël lette er niet ophy had zich weder tot Wolfram gowend en sprak haastig: „Ik heb helpers noodig; wy moeten in ver scheidene richtingen zoeken; wiltgy meegaan?" „Ik?" riep de houtvester verschrikt. „Nu alle booze geesten der hel daar buiten los zyn in de bergen? Zoo heeft de Wilde Jacht nog nooit gezaaid in al de jaren, dat ik op de houtvestery gewoond heb!" „Met je by geloof!" bromde Rodenberg, raet den voet stampend. „Stuur dan den waard maar, dat is een Hink» klimmer en een onverschrokken man." „'t Kan wol zyn, maar by zulk weder gaat hy er toch niet uit. Hy heeft hot reeds van te voren gezegd, toen er sprake van was, en voegde er by, dat hy hot niet wilde beproeven, al bood men hem ook oen ton goud, want hy moest aan vrouw en kindoren denken." „Goed, dan ga ik atle«nl" sprak Michaël vast besloten. „Zend my hulp achterna, zoodra de morgen aanbreekt De waard mot »4Jn lieden moot den weg naar do bergkapel inslaan, dien ik volg, al moest ik ook tot don Adelaarswand gaan. Wolfram, gy door zoekt met de anderen de wouden der hout- Yostery, uw voormalig verbiyf. Eerwaarde, laat den heelen straatweg nog eens ofzooken, tot de plaats van het ongeluk, misschien is 01* toch nog een spoor te vinden. Wolfram, roep hot heelo dorp opl Ik heb gceu tyd meer te verliezen." Hy had niettegenstaande zyn opgewonden heid op dion krachtige», bevelenden toon gesproken, dien hy altyd tegenover zyn min leren gebruikte, en nu stormde hy de dour uit. De houtvester keek hem ver bluft na, maar dezo toon maakte toch indruk op hem. „Bevolen hooft hy geleerd, dat merkt men," sprak hij. „Hy doet, of hot heele dorp tot zjjn compagnie behoorde en onder zyn bevelen stond. Merkwaardig! Zoo heeft mynheer de graaf ook altijd gedaan. Michaël heeft waarlyk denzelfden toon en blik, alsof hy het van hem geleerd heeft, ja, of h(j een zoon van hem is. Eerwaarde, dat gaat hier niet richtig toe, dat is toovery." De pastoor antwoordde niet; hy stond verslagen. Het gevaar, waarin Hertha verkeerde, het vermetele besluit van Michaël om haar te 7olgen, de ontdekking, die hy zooeven ge daan had, dat alles bestormde den grijsaard, die aan eon hovigo ontroering niet moor gewend en or ook niet meer tegen bestand was, met »ooveel gewold, A-* hy er <*wK>olig van werd. Reeds na menige meuten Lrehaël terug, gehoel uitgerast voor den nacJ^aiykon tocht, met een bergstok in de hand. „Vaarwel, eerwaarde," sprak hy, „ou wy tJkander niot weerzien mogon, dan behoede God ui" Valontyn groep krampachtig zyn arm; de angst, zyn lieveling te verliezen, woog by hom zwaarder dan de gedachte aan Hertha's gevaar. „Michaël, wees toch verstandig. Hoor toch, hoe buiten de storm raast! Gy kunt geen honderd schreden vooruit komen. Wacht dao ten minste nog oen halfuur!" Rodenberg maakto zich met eon ongeduldige beweging los. „Neen, hier kan iedere minuut toevens noodlottig worden vaarwel 1" Hy ging naar de deur. Daar stond Wolfram onbewecglyk, maar men kon aan zyn gelaat zien, dat hy in tweostryd stond, en nu vroeg hy aarzelend: „Heer kapitein, g(j wilt dus workeiyk den storm iu en nog wol alleen?" „Ja, omdat niemand den moed heeftf met m(j mee te gaan," sprak Michaël scherp. „Wacht even, lafaards z(jn wij ook niet!" riep do houtvester beleedigd uit. „Een mensch, zooals de waard, dio vrouw on kinderen heeft, kon het workeiyk niet wagen. Ik heb die niet, en omdat het nu eenmaal niet anders kan, ga ik meel" Valentyn herademde by deze woorden;het was reeds een geruststelling voor hem, dat Michaël niet alleon ging. Deze sprak echter kort (Rom dan! Twee is altyd beter dan 6én.*, „Dat ligt er al aan," meende Wolfram; „misschien donkt do Wilde Jacht 01 ook 100 over en haalt oos allebei. God behoede u, eerwaarde!" sprak Wolfram nog; „het kan nooit kwaad, gy Lntcasclien vurig voor 0113 Didt. Gy z(jt eon bollig man en als gy er St.-Michaël om sc-iOoH, heeft hy misschion modoiy-len mot ons en verbant hy do spoken daar buitooi het is wel noodig t" Michaël was reeds in de deur. Hy wonfct» den pastoor nog een afechoidftgroot too. Wolfram volgdo hem en wetnlgo minuten later waren bolden buiten in de dulBtoruüi vord wenen. De Adelaarswand had inderdaad oen van die voorjaarsstormeu afgebonden, die met recht In den gohoolon omLrok gefreesd wurden. Wie bygcloovig was, zooala ie houtvester, kon zich geni&kkeiyk ver hooiden, dat oen boole schaar booze geesten losgelaten was, die nu onheilstichtend over de bergon heen- raasden. Het gierde door de lucht, suisde in de woudon, en do maan, haif verborgen achter do dreigende wolken, bolde aarde on hemel in oon vaal, spookachtig schemer licht, dat nog angstiger maakte dan do duisternis zelf. Wolfram maakte telkens een vreesachtig gobaar, als do storm te hevig woedde; maar hy werkte zich dapper voor waarts, on zeker moest men wel zyn krachtig, aan de borgen gewoon gostol hobboD, om hier workeiyk vooruit to kunnen komen. Don weg tot de bergkapel haddon beido mannon saraon afgologd zonder ergens een spoor te vindon» Toon waren z(J van elkander gegaan, (Wvrdl vtrvUid^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1