N*. 12444-
A®. 1900
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 18 September.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
Dinsdag 18 September.
DA&BIAD.
PEIJB DEZER COURANT*
Voor Loiden per 3 maanden; I.1W
Buiten Leiden, per looper en -waar agenten gevestigd z(Jn 1.30.
Franco per post
t f I i I
1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad
"wordt ƒ0.05 berekend.
Officieele Kennisgoying.
Burgemeester on "Wethouders Tan Leiden;
Gezien het adres van M. E. MA.0KAY, houdende
ferzook om vergunning tot vreieropriohtinj van
de door brand vormolde meelmalery, gedreven door
<-en gasmotor van 20 paa: denkracht, aan do OosU
dwnrsgraeht No. 15, kadastraal bekend Sc-otie B
tfo. 2502;
Gelet op do artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bö deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op do Secretarie
•dezer gemeente ter visie gelegd ie; alsmede, dat op
Maandag 1 Oot. z. e., 's voormiddags te elf uren,
pp het Baadhma, gologonheid zal worden gegeven
pm bezwaren tegen dat verzoek in te brengon.
Verantwoording aan het Wedertandsche Volk.
Onder dozen titel bevatten de Haagsche
bladen heden het volgende artikel, onder-
teokend met do namen: mr. L.Ph. J. Wüpper-
man, mr. R. T. De Wijs, mr. A. Slotemaker,
dr. I. G. J. Evers en J. H. Byning.
Na de opening van de Staten-Generaal,
op Dinsdag 18 September, zal Nederlands
Volksvertegenwoordiging, wanneer zij in
den meest edelen zin en als zoodanig kan
worden genoemd, met spanning tegemoet
zien de mededeeling van de Regeering, dat
dozo Nodorland's eer heeft weten hoog te
houden tegenover een paar slagen, den volke
in 't aangezicht gegeven, tot dusver, helaas 1
zonder bekend protest.
Wy verwachten een mededeoling toch,
dat de Regeoring verantwoording en c. q.
schadevergoeding heeft gevraagd of zal vra
gen aan de Engolsche regeenng wegens de
beleodigingen, het Nederlandsche volk aan
gedaan.
Mocht dit zoo zyn, dan ontsnappe een wel
gemeend „Goddank" aan den volle, omdat
hot dan niet noodig zal blijken, de stem des
volks luide te doen klinken, zóó luide, dat
die stem zal aanzwellen tot een machtig
gebrul van den getrapten Nedeiiandschen
leeuw, geweldig doordringende tot binnen
de muren der Staten-Generaal (speciaal tot
de Tweede Kamer), en door middel van Neder-
land's Volksvertegenwoordiging tot binnen de
Tunrpp van het ministerie van Buitenlandsche
Zaken en de ooren van minister mr. W. H.
De Beaufort.
Maar mocht het zoo niet zijn, wat te
verwachten is, dan zal elk kiesdistrict
van Nederland er naar hunkeren, dat het
zyn afgevaardigde naar de Tweede Kamer
der Staten-Generaal moge zijn, die minister
Do Beaufort ter verantwoording
roepen zali
Ter verantwoording over den vol-
kenrechtelyken smaad, Nederland aangedaan
door de gevangenneming en overbrenging
naar de Engolsche kolonie Ceylon van dr.
Koster en do leden eener Nederlandsche
ambulance, zonder dat aan hen gelegenheid
werd gegeven, te voldoen aan bun rechtmatig
verlangen, vóór de overbrenging den Neder-
landschen consul te Kaapstad te spreken,
zonder dat een woord van protest door
Nederland's Regeering tegen Engeland werd
geuit
Ter verantwoording over het feit,
dat mede met geen woord is geprotesteerd
tegen de uitzetting van honderden Neder
landers uit Zuid-Afrika en geen schadever
goeding werd gevraagd voor dit gewelddadig
optreden, dat tal van zonen en dochteren des
Vaderlands ongelukkig, ziek of broodeloos
maakte L
Doch een groote vrees bekruipt ons. Een
vrees, pynlyk en beschamend, omdat zy niet
in een Nedorlandsch hart behoorde te k u n n e n
bestaan; een vrees, die moge blaken ydel te
zijn geweest, doch die door haar bestaan alleen
haar uiting rechtvaardigt.
"Welnu dan, die vrees is deze: dat geen
enkele van de honderd mannen, die ons
volk vertegenwoordigen, zal opkomen tegen
den smaad, dat volk aangedaan, zonder pro
test van minister De Beaufort, den daartoe
aangewezen man.
„Tua res agitur"! Het gaat hier om uw
waardigheid, volk van Nederland I Van sym
pathie voor de Boeren of antipathie tegen
Engeland, is hier geen sprake. Wy roepen
u op, om in het onverhoopte gevalt dat do
Tweede Kamer der Staten-Generaal/minister
De Beaufort niet ter verantwoording roopt
binnen 14 dagen na haar bijeonkomst, zelf
te getuigen, dat de geest der vad'ren nog niet
geheel en al uit onze verslapte leden is gevaren,
en verantwoording te eischen, hetzy col
lectief van minister De Beaufort of van de
Tweede Kamer, hetzij ieder kiesdistrict voor
zich van zijn afgevaardigde.
Want, gij volk van Nederland, gy hebt vóór
het uitbreken van den verfoeilijken, mensoh-
onteerenden krjjg in Zuid-Afrika in tal van
geestdriftige vergaderingen getracht, dien
oorlog te weren, door een beroep op Enge-
land's rechts-zin en grootmoedigheidDat
gaf u niets I Gy hebt tonnen gouds bijeen
gebracht voor de slachtoffers van den oorlog
en daarby moest gij het laton, want verdere
maatregelen zouden wellicht Engeland ver
toornen of de neutraliteit schenden. Dat moest
worden voorkomen!
Maar wilt ge na het geval „dr. Koster c. s.",
nu uw zonen en dochteren als krijgsgevan
genen naar Ceylon zyn gevoerd, zonder den
Nederlandschen consul te Kaapstad te hebben
mogen spreken, en na de uitzetting van tal
van Nederlandsche gezinnon, deze Engelscke
striemen op de huid van den Nederlandschen
leeuw laten rusten, zonder één woord van
protest onder het motto: Ja, wat zal je tegen
Engeland doen? Het geeft toch niets 1"?
Neen gelukkig. Al mocht een protest
en een eisch om schadevergoeding geen
practisch resultaat hebben, dan zult ge
door dat -woord-te spreken uw oer
redden, uw volksnaam houden.
Hier behoeft men niet te letten op godsdien
stige of politieko richting; waar Nederland
wordt beleedigd, protesteoren zijn zonen een
drachtig, omdat zy zich door geen vreemde
wie 't ook zy zonder protest laten
trappen.
Welaan dan! Indien wy vóór half Octo
ber van minister Da Beaufort geen verant
woording hebben vernomen, noch deze door
do Tweede Kamer is gevraagd, roepen wy
het Nederlandsche volk op, om te eischen
in even geestdriftvolle vergaderingen als vóór
het uitbreken van den oorlog, dat over
eenkomstig hetgeen in andere landen ge
schiedt aan de Engolsche regeering ver
antwoording zal worden gevraagd voor de
volkenrechtschendende daden, tegonover Ne
derland gepleegd, met schadevergoeding voor
het uitzetten van de Nederlanders uit Zuid-
Afrika.
Yoor zooverre 's-Gravenkage aangaat, stel
len de onderteekenaars zich voor zoo noodig
in October of November een vergadering
te dier stede voor dat doel bijeen te roepen,
en verzoeken ieder, die zich met dat denk
beeld vereenigen kan, gaarne vóór 1 October a.8.
daarvan te doon blyken.
Ter verantwoording, minister
De Beaufort!
De Nederlandsche mail met berichten uit
Indié wordt hedenavond alhier verwacht.
Hare Majesteiten do Koningin en de
Koningin-Moeder zyn gistermiddag vanSoest-
dyk te 'a-Gravenhage aangekomen.
De Vorstinnen reisden in heb weelderig in
gerichte Koninklyk salonrijtuig van de Nederb
Contraal Spoor wegmaatschappy en werden reeds
op korten afstand van het station met gejuich
begroet door de jeugd, wonendte in de holjes,
die op de spoorbaan uitzicht hébben.
Op het perron, waarop overigens geen publiek
werd toegelaten, werden H.H. M.M. by aan
komst gecomplimenteerd door den burge
meester baron Van Harinxma; den gen.-majoor
Van Pommeren, gouverneur der residentie, en
baron Bentink, stalmeester, met ieder van
welke heoren beide Majesteiten zich onder
hielden.
Hare Majesteiten begavon zich in open
rytuig naar het Paleis en beantwoordden met
de gewone vriondolykheid de groeten van de
menigte, aan weerszyden van do straat ge
schaard.
In do Rynstraat, die door een sterk peloton
politie-agenten was afgezet, werd het publiek
nergens anders toegelaten dan op het trottoir
tegenover het station.
Toen Hare Majesteiten het Paleis bereikten,
werden zy harte!yk begroet door honderden,
dio zich van do Houtstraat af tot ver voorby
het Paleis geschaard hadden.
De vorstinnen worden ontvangen door den
hofmaarschalk baron Clifford. Boven het Paleis
word onmiddellijk na aankomst der Koninginnen
de Koninklijke Standaardvlag geheschon.
Hare Majesteiten vertoonden zich enkele
oogenblikken aan het venster ter linkerzyde
van het balkon.
Kort na haar aankomst in de residentie
maakte de Koningin een tocht naar Wassenaar.
H. M. de Koningin-Moeder deed eveneens een
rytoer.
Uit Amsterdam wordt gemeld, dat de
heor G. A. Heinze, die den lston October zyn
80sten verjaardag viert, eon Hymne heeft ge
componeerd, welke dien dag door de zangveree-
niging Apollo" aldaar, in een feestelijke byeen-
komst met den jubilaris ton gehoore zal
worden gebracht.
Naar de „Tel." verneemt, is aan hot
Reutor-telegram uit Protoria, dat do Zuid-
Afiikaansche spoorweg ofüciöol door de
Britsche militaire autoriteiten is overgenomen,
geen andere beteekenis te hechten, dan dat
de spoorweg door de Engelschen is opgecom
mandeerd, zooals dit vroegor door do Trans-
vaalsche regeering is geschied. Daar de spoor
weg toenmaals in bezit bleef van de Neder
landsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-My., mag
aangenomen worden, dat ook thans nog geen
verandering in de verhouding van den spoor
weg tot do Maatschappy is gekomen.
De Commissie van Voorbereiding voor
de ouderlijke wetten is gisteren in hot gebouw
dor Eerste Kamer byeengokomen onder leiding
van haar voorzitter, mr. H. J. Kist.
Men seint uit Nymegen aan „De Tyd":
Gisteren ontving de heer De Faveroau,
minister van buitenlandsche zaken, te Brussel,
hot volgend telegram van den Belgischen
gezant to Peking: „Ik heb treurig nieuws. Mgr.
Hamer en twee zyner mede-missionarissen,
do Belgen Heirmans en Mallet zyn vermoord.'
Mgr. Hamer was geboren te Nymegen 21
Aug. 1840, werd priester gewyd 10 Aug.
1864 en vertrok in 1865 met nog drie mis
sionarissen naar China. In 1879 werd hy
aldaar tot bisschop benoemd. Sedert 1889
verbleef hy in West-Mongoliö.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben ongeschikt verklaard voor het beryden
met motorrytulgen lo. In de gemeente Reeu-
wyk alle wegen, behalve 8 (de Reewal, de
Kerkweg, de Schinkeldyk) 2o. de in de gemeente
Goudriaan gelegen wegen, genaamd de Zuid
zijde en de Postkade, 3o de in de gemeente
Ottoland gelegen wegen, genaamd de Lange
zydo en het Lubbertjesgat.
H. M. de Koningin ontving hedenmorgen
mr. Bolsiu8 en mr. Smeenge, resp. nieuw
en herkozen lid der Tweede Kamer voor
Roermond en Meppel, tot het afleggen der
gevorderde eeden of beloften ten paleize.
De heer Alb. Schumann heeft onder
handelingen aangeknoopt met B. on Ws. van
'8-Gravenhage, om den circus aan het Gevers
Deynootplein te Scheveningen te laten staan
voor het volgende seizoen.
Te Utrecht is in den ouderdom van 65
jaren overleden de luitenant-generaal R. T.
Muschart, lid van het Hooge Militaire Ge
rechtshof. 4
De overledene werd den 12den Juli 1854
2de luit. van de infanterie en 14 Mei 1857
lste luit. In 1867, den 20sten Mei, werd hy
tot kapitein bevorderd, daarna 1879 tot majoor,
19 April 1884 tot luit.-kol., en 26 Juni 1889
tot kolonel. In dien rang trad hy op als
commandant van het 7de reg. inf. te Amster
dam. Den 33sten April 1892 werd hy bevor
derd tot generaal-majoor en werd toen com
mandant van de stelling der Hollandscho
Waterlinie.
Den 4don Mei 1896 werd hy benoemd tot
lid van het Hooge Militaire Gerechtshof, welke
betrekking hy tot aan zyn dood bekleedde en
waarin hy het vorige jaar bevorderd werd tot
luitenant-generaal.
Naar hot „Weekblad voor Bloembollen
cultuur" verneemt, is door H. M. de Koningin
aan don heer A. Guldemond, firma Guldemond
en Zoon, te Li6se, vergunning verleend tot
het voeren van het wapen van Hare Majesteit.
Hr. Ms. torpedobooten „Hydra" en
„Scylla", onder bevel van de luits.-ter-zee der
lste klasse W. T. De Booy en W. O. J. Smit,
zyn 10 dezer gezamoniyk to Conina aange
komen.
De buitengewone adelborsten by de Kon.
Nederh Marine-reserve B. Reitema, J. O. Becker
en D. P. B. Visser worden met 2 October
a. s. geplaatst aan boord van Hr. Ms. Instructie-
schip „Gier". (St.-Of.)
Gezondheidsredenen hebben den heer J.
A. Lagaay genoopt eervol ontslag aan te
vragen als directeur van het Stedelijk Armen
huis te Amsterdam. (27. v. 27.)
Het stoomschip „Bali", van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 17 Sept. van H&vre; de
Kaiser" (uitreis) passeerde 16 Sept Donge-
ness; de „Kronprinz" (thuisreis) arriveerde 15
Sept. te Aden; do „Malang" vertrok 17 Sept.
van Cardiff naar Java; de „Maasdam", van
Nieuw-York naar Rottterdam, passeerde 17
Sept. Scilly; de „Prinses Sophie", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 17 Sept. van Genua.
Abbenes (gem. Haarlemmermeer). De loting
voor deze gemeente en Aalsmeer wordt ge
houden te Hoofddorp op 24 October.
De boerdory met stallingen en 20 H. A.
land aan den Sloterweg te Haarlemmermeer,
bewoond door J. Rykely khuizen, ia verkocht
aan den landbouwer M. Baars te Abbenes
voor f 6100.
Met het dorschen van spinasie werd een
aanvang genomen. Het beschot valt algemeen
erg tegen. Met het oog op het zwaar gewaag
waren er boeren, die 100 zakken voor hetö-
zaad bestelden en er slechts 40 konden vullend
Haarlemmermeer. Als by zonderheid kan'
worden medegedeeld, dat te Hoofddorp by,
de Geniesluis veel karper wordt gevangen.
Ofschoon er reeds sedert 2 maanden eiken-
dag verscheidene gevangen worden, schyn(|
de voorraad nog niet uitgeput te zyn. Een.
paar dagen geleden werd er een bemachtigd.*
die niet minder dan 14 pond woog.
Het getal ingeschrevenen voor de nationale
militie voor de lichting van 1901 bedraagt'
voor deze gemeente 165. De loting voor de
militie zal alhier plaats hebben 24 October a. a
des voormiddags te 10 uren.
In de laatste week van September eti
de eerste week van October zal aan de open-'
bare scholen in deze gemeente gelegenheid
tot kostelooze inenting en herinenting worden
gegeven.
Katwijk. Het bestuur dezer gemeente heeft
den ingezetenen bekendgemaakt, dat Ie
Liefdadigheidsvereeniging „Weldoen zy ons
streven" voor weduwen en weezen van aüo,
gezindten te Amsterdam voornemens is op
Donderdag 20 September a. s. een collecte
binnen deze gemeente te houden.
Waar genoemde vereeniging erkend is b*V
Koninkl. besluit van 3 Oct. 1893 kat
toestemming tot het houden eener inzameling
niet worden geweigerd, wat echter niet w
neemt, dat deze door hun collego don w j*
zetonen niet kan worden aanbevolen.
Naar aanleiding dezer waarschuwing worek
er dan ook aan herinnerd, dat zoowel to
Katwyk aan Zee als te Katwyk aandenRyn
gelegenheid genoeg is, om op philanthropisch
gebied wel te doen. Toch zyn er zeker no;
genoeg ingezetenen, die hun grven offeren
waar bovengenoemde vereeniging en ook,' g
andere dergeiyke van de Hoofdstad jaarl^ka
terugkomen.
Koudekerk. Door het gemeentebestuur ie
de levering van do petroleum ten behoeve
der straatverlichting over 1900/1901 gegund
aan den laagsten inschryvor Arie Hoogendf
winkelier alhier. Er waren vier inschrijving^
biljetten Ingediend.
Oude-Wetering. Geen corporatie zal he
zich beklagen, dat ze den hoer K, E. La
Waal Malefijt, van Haarlem, oen der door
lord Roberts uitgebannen spoorwegambtenaren^
eens te gast vraagt, om van zyn Trans-
vaalsche indrukken en ondervindingen tehooren
spreken.
Hier zyn een kleine 100 belangstellenden
in het lokaal van „Patrimonium" op het
noordeinde bijeen geweest, en de heor De Waal
Malefijt heeft zoo op onderhoudenden toen
van het Transvaalsche land en vol*, ge
sproken, dat de tyd 6chier omvloog.
We kregen o. a. bywyze van illustrath te
zien: de melis der Boeren, de beschuiten der
Tommies, biltong, Transvaalsche tabak, een
Sjambock of geeselroe, een Kafferknots, stuk
ken gouderts, enz.
Een harteiyk gemeend applaus boloonde
spreker voor diens optreden.
Deze samenkomst, uitgaande van de A.-R.
Kiesvoreeniging „Nederland en Oranje", alhier,
werd geopend door den president, en door
ds. Brouwer met gebed en dankzegging ge
sloten.
63)
De zon was ondergegaan en met haarwas
ook de glans verdwenen, die do geheole kerk
in een lichtgloed gehuld had. Stil stonden de
beelden daar en de schemering viel er lang
zaam op neer. Alleen de heldere gestalte van
don aartsengel in de altaarnis was nog
herkenbaar.
Maar de storm, dio buiten om de muren
'huilde, die by wijlen de haren van Hertha
haar in het gelaat sloeg, moest ergens een
ingang gevonden hebben; hy streek fluitend
langs het gewelf heen en stierf dan langzaam
Weg als de adem van een geest.
Hertha huiverde onwillekeurig bij het zeld
zaam klagend geluid van den wind en maakte
zich gereed om weg te gaan. Michaël volgde,
maar bleef eenige schreden achter. Geen van
beiden sprak een woord. Zy waren juist aan
een steenen paadjo by de kerk gekomen.
Hier kwam de pastoor hen te gomoet, maar
met een ontsteld en bekommerd gelaat.
„Ik zocht u, gravin Hertha," sprak hy,
nog buiten adem van. het snelle loopen. „Zyt
gtj daar ook, Michaöl? Er is een bode van
het slot Steinrück gekomen."
„Van het slot?" vroeg Hertha verschrikt.
„Het is toch niet erger geworden met myn
moeder?"
„Mevrouw de gravin schijnt wel zieker te
zyn, en freule Van Eberstein wilde u dit
laten weten. Hier is de brief."
Hertha maakte haastig den brief open en
VaJftBtya zag, dat zy verbleekte.
„Ik moet weg! Er is geen minuut te ver
liezen. Wees zoo goed, eerwaarde, den reis
wagen te laten inspannen."
„Wilt gy nu weg?" vroeg do pastoor ont
steld. „Het wordt reeds donker. Over een
halfuur zult gy niets meer kunnen zien en
de storm wordt heviger. Gy kunt toch onmo
gelijk in den nacht don langen bergtocht
ondernemen?"
„Ik moet. Gerlinde zou zoo niet schrijven,
als myn moeder niet werkelijk in gevaar
verkeerde."
„Maar gy stelt uw eigen leven op het spel,
by zulk een waagstuk. Michaöl, wat denkt
gy er van?"
„Het zal een stormachtige nacht worden,"
sprak Michaöl naar voren tredend. „ALoet gy
weg, gravin Steinrück?"
In plaats van te antwoorden reikte zy hem
en den pastoor den brief over, die slechts
eenigo in alle haast geschreven regels bevatte.
„Tante is plotseling zieker geworden,
zij verlangt naar u, en ik verkeer in
doodsangst. Do dokter spreekt van een
gevaarlyken, misschien doodelyken aan
val. Kom terstond terug!
Gerlinde."
'„Gy ziet, dat my geen keus overblyft,"
sprak de jonge gravin met bevende stem.
„Als ik dadeljjk wegryd, kan ik vóór mid
dernacht in het slot zyn. Laat ons gaan,
eerwaarde
Zy 6ioegen nu den weg naar het dorp in.
Hertha en de pastoor hadden moeite, om
tegen den wind in vooruit te komen. Valen-
tjjn deed nog een poging om haar over te
halen, ten minste den nachtelyken rit uit
te stellen. Het werd immers reeds vroeg
dag en by het krieken van den morgen kon
zy vertrekken! Het was tovergeefs.
In de pastorie kwam hem de bode, een
bediende van het slot, tegen, die te paard
gekomen was, maar hy wist op de angstige
vragen zyner jonge meesteres geen enkel
troostend antwoord te geven. Mevrouw do
gravin was zeer ziek; de doktor scheen het
ergste te vreezen en had hem bevolen, zich
zooveel mogelyk te haasten.
Michaël had niet gepoogd haar van besluit
te doen veranderen. Nu trad hy naar voren
en vroeg zacht, vreezend, dat het noodweer
zou worden:
„Mag ik u begeleiden?"
„Neen," was het op zachten toon, maar
met volle beslistheid gegeven antwoord.
Met gefronste wenkbrauwen trad hy terug.
Tien minuten later zat Hertha reeds in
den kleinen reiswagen, dien haar moeder
altyd gebruikte, als zy naar St.-Michaël ging,
en waarvan zy zich nu ook bediend had.
De koetsier was een vertrouwd man, en de
dienaar, die haar vergezelde, zoowel als de
bode, bereden krachtige bergpaarden. Toch
stond de oude pastoor met een bezorgd gelaat
bij het portier, toen de jonge gravin hem de
hand reikte tot afscheid. Dan wendde zich
hot schoone, nu zoo bleeke gelaat naar de
deur der pastorie, waar Michaël stond. Ze
zagen elkander nog eenmaal aan, of het een
vaarwel gold voor altyd l
„God geve, dat de storm met den nacht
met heviger worde!" sprak Valentyn zuch
tend, toen do wagen wegreed. „Als zy wer
kelijk in gevaar kwamen, zouden de bedien-
don toch het hoofd verliezen. Ik hoopte, dat
gy de gravin aangeboden zoudt hebben, haar
te vergezellen, Michaël."
„Dat heb ik gedaan, maar zjj weigerde
bepaald, en myzelven opdringen kon ik toch
niot."
De pastoor schudde mismoedig het gryze
hoofd.
„Hoe kunt gy u op zulk een oogenblik
gevoelig en geraakt toonen! Gy zaagt toch,
hoe opgewondon gravin Hertha was; maar
als het een der Steinrücks betreft, dan zwygt
elk gevoel van rechtvaardigheid, ik weet dat
reeds lang."
Michaöl antwoordde niets op dit verwyt.
Zyn blik volgde den wagen, die in een bocht
van den weg verdween. Dan koek hy naar
den Adelaarswand, die zich wit en spook
achtig tegen de omringende duisternis afteo-
kende. Langzaam begonnen zich om zyn
toppen de wolken saam te pakken, storm-
wolken, die dreigend van uit de hoogte neer
zagen.
Valentyn en zyn .gast waren in huis terug
gekeerd zy hadden elkander sedert den herfst
niet meer gezien. Er was heelwat te vragen
en te vertellen en van het verlangde onge
stoorde 8amonzyn konden zy nu genieten.
Toch wilde het gesprek niet goed vlotten.
Michaël vooral was buitengewoon afgetrok
ken hy scheen verscheidene vragen zelfs niet
te hooren, gaf verkeerde antwoorden, of
schrikte, als uit een droom ontwakend, op.
De pastoor bemerkte met verwondering, dat
hij met zyn gedachten op een geheel andere
plaats was.
Het was nu geheel donker geworden en
de oude Katryn had zooeven licht gebracht.
Daar werd aan de deur geklopt en oen
oogenblik later trad een bejaarde man in een
jachtkostuum binnen, die rechtstreeks naai
den pastoor ging en den hoed afnam.
„God zegene u, eerwaardo; eindeiyk ben
ik weer eens^ te SL-Mieha&lI Kent gjj my nog? j
Het is wel ongeveer tien jaren geledeD, dat
ik de houtvestery verlaten heb."
„Wolfram, gy hier!" riep Valentyn uit
in de eerste verbazing. „Waar komt gy
vandaan?"
„Van Tannberg. Ik moest daar heen
wegens een kleine erfenis, die my een neef
nagelaten heeft; en omdat het nu juist
morgen hot St.-Michaëlsfoest is, wilde ik
toch myn oude woonplaats en u, eerwaarde,
nog eens zien. Een halfuur geledon bon Ik
eerst aangekomen; maar ik wilde u heden
avond toch nog begroeten."
De pastoor keek met zekere verlegenheid
naar Michaël.
Deze onverwachte ontmoeting had toch iets
pynlyks voor den officier; want al herkonde
hem Wolfram ook voorloopig nog niet, hot
kon toch niet lang moer duren.
„Dat is braaf, dat gy nog steeds aan-
hankeiykhoid aan my en uw geboorteplaats
betoont," sprak hy. „Ik ben niet alleen, zooala
gy ziet, maar heb een gast
„Ik weet het reeds, een officier," viel de
houtvester hem ia de rede, terwijl hy zich
oprichtte en op militaire wyze grootte. „Ik heb
het reeds van den waard gehoord. Een zoon
van uw broeder te Beriynl"
Michaël had op het eerste gezicht zyn voor-
maligen pleegvader weder herkend. Het was
nog altijd die krachtige, oenigszins ineen
gedrongen gestalte, met dio hardo trokken;
haar en baard waren vergrysd, maar nog
even ruw als voorheenkortom, in alles nog
dezelfde nei Vii.
v:rvolgd.\