N*. 12444- A®. 1900 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 18 September. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. Dinsdag 18 September. DA&BIAD. PEIJB DEZER COURANT* Voor Loiden per 3 maanden; I.1W Buiten Leiden, per looper en -waar agenten gevestigd z(Jn 1.30. Franco per post t f I i I 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad "wordt ƒ0.05 berekend. Officieele Kennisgoying. Burgemeester on "Wethouders Tan Leiden; Gezien het adres van M. E. MA.0KAY, houdende ferzook om vergunning tot vreieropriohtinj van de door brand vormolde meelmalery, gedreven door <-en gasmotor van 20 paa: denkracht, aan do OosU dwnrsgraeht No. 15, kadastraal bekend Sc-otie B tfo. 2502; Gelet op do artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bö deze kennis aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bijlagen op do Secretarie •dezer gemeente ter visie gelegd ie; alsmede, dat op Maandag 1 Oot. z. e., 's voormiddags te elf uren, pp het Baadhma, gologonheid zal worden gegeven pm bezwaren tegen dat verzoek in te brengon. Verantwoording aan het Wedertandsche Volk. Onder dozen titel bevatten de Haagsche bladen heden het volgende artikel, onder- teokend met do namen: mr. L.Ph. J. Wüpper- man, mr. R. T. De Wijs, mr. A. Slotemaker, dr. I. G. J. Evers en J. H. Byning. Na de opening van de Staten-Generaal, op Dinsdag 18 September, zal Nederlands Volksvertegenwoordiging, wanneer zij in den meest edelen zin en als zoodanig kan worden genoemd, met spanning tegemoet zien de mededeeling van de Regeering, dat dozo Nodorland's eer heeft weten hoog te houden tegenover een paar slagen, den volke in 't aangezicht gegeven, tot dusver, helaas 1 zonder bekend protest. Wy verwachten een mededeoling toch, dat de Regeoring verantwoording en c. q. schadevergoeding heeft gevraagd of zal vra gen aan de Engolsche regeenng wegens de beleodigingen, het Nederlandsche volk aan gedaan. Mocht dit zoo zyn, dan ontsnappe een wel gemeend „Goddank" aan den volle, omdat hot dan niet noodig zal blijken, de stem des volks luide te doen klinken, zóó luide, dat die stem zal aanzwellen tot een machtig gebrul van den getrapten Nedeiiandschen leeuw, geweldig doordringende tot binnen de muren der Staten-Generaal (speciaal tot de Tweede Kamer), en door middel van Neder- land's Volksvertegenwoordiging tot binnen de Tunrpp van het ministerie van Buitenlandsche Zaken en de ooren van minister mr. W. H. De Beaufort. Maar mocht het zoo niet zijn, wat te verwachten is, dan zal elk kiesdistrict van Nederland er naar hunkeren, dat het zyn afgevaardigde naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal moge zijn, die minister Do Beaufort ter verantwoording roepen zali Ter verantwoording over den vol- kenrechtelyken smaad, Nederland aangedaan door de gevangenneming en overbrenging naar de Engolsche kolonie Ceylon van dr. Koster en do leden eener Nederlandsche ambulance, zonder dat aan hen gelegenheid werd gegeven, te voldoen aan bun rechtmatig verlangen, vóór de overbrenging den Neder- landschen consul te Kaapstad te spreken, zonder dat een woord van protest door Nederland's Regeering tegen Engeland werd geuit Ter verantwoording over het feit, dat mede met geen woord is geprotesteerd tegen de uitzetting van honderden Neder landers uit Zuid-Afrika en geen schadever goeding werd gevraagd voor dit gewelddadig optreden, dat tal van zonen en dochteren des Vaderlands ongelukkig, ziek of broodeloos maakte L Doch een groote vrees bekruipt ons. Een vrees, pynlyk en beschamend, omdat zy niet in een Nedorlandsch hart behoorde te k u n n e n bestaan; een vrees, die moge blaken ydel te zijn geweest, doch die door haar bestaan alleen haar uiting rechtvaardigt. "Welnu dan, die vrees is deze: dat geen enkele van de honderd mannen, die ons volk vertegenwoordigen, zal opkomen tegen den smaad, dat volk aangedaan, zonder pro test van minister De Beaufort, den daartoe aangewezen man. „Tua res agitur"! Het gaat hier om uw waardigheid, volk van Nederland I Van sym pathie voor de Boeren of antipathie tegen Engeland, is hier geen sprake. Wy roepen u op, om in het onverhoopte gevalt dat do Tweede Kamer der Staten-Generaal/minister De Beaufort niet ter verantwoording roopt binnen 14 dagen na haar bijeonkomst, zelf te getuigen, dat de geest der vad'ren nog niet geheel en al uit onze verslapte leden is gevaren, en verantwoording te eischen, hetzy col lectief van minister De Beaufort of van de Tweede Kamer, hetzij ieder kiesdistrict voor zich van zijn afgevaardigde. Want, gij volk van Nederland, gy hebt vóór het uitbreken van den verfoeilijken, mensoh- onteerenden krjjg in Zuid-Afrika in tal van geestdriftige vergaderingen getracht, dien oorlog te weren, door een beroep op Enge- land's rechts-zin en grootmoedigheidDat gaf u niets I Gy hebt tonnen gouds bijeen gebracht voor de slachtoffers van den oorlog en daarby moest gij het laton, want verdere maatregelen zouden wellicht Engeland ver toornen of de neutraliteit schenden. Dat moest worden voorkomen! Maar wilt ge na het geval „dr. Koster c. s.", nu uw zonen en dochteren als krijgsgevan genen naar Ceylon zyn gevoerd, zonder den Nederlandschen consul te Kaapstad te hebben mogen spreken, en na de uitzetting van tal van Nederlandsche gezinnon, deze Engelscke striemen op de huid van den Nederlandschen leeuw laten rusten, zonder één woord van protest onder het motto: Ja, wat zal je tegen Engeland doen? Het geeft toch niets 1"? Neen gelukkig. Al mocht een protest en een eisch om schadevergoeding geen practisch resultaat hebben, dan zult ge door dat -woord-te spreken uw oer redden, uw volksnaam houden. Hier behoeft men niet te letten op godsdien stige of politieko richting; waar Nederland wordt beleedigd, protesteoren zijn zonen een drachtig, omdat zy zich door geen vreemde wie 't ook zy zonder protest laten trappen. Welaan dan! Indien wy vóór half Octo ber van minister Da Beaufort geen verant woording hebben vernomen, noch deze door do Tweede Kamer is gevraagd, roepen wy het Nederlandsche volk op, om te eischen in even geestdriftvolle vergaderingen als vóór het uitbreken van den oorlog, dat over eenkomstig hetgeen in andere landen ge schiedt aan de Engolsche regeering ver antwoording zal worden gevraagd voor de volkenrechtschendende daden, tegonover Ne derland gepleegd, met schadevergoeding voor het uitzetten van de Nederlanders uit Zuid- Afrika. Yoor zooverre 's-Gravenkage aangaat, stel len de onderteekenaars zich voor zoo noodig in October of November een vergadering te dier stede voor dat doel bijeen te roepen, en verzoeken ieder, die zich met dat denk beeld vereenigen kan, gaarne vóór 1 October a.8. daarvan te doon blyken. Ter verantwoording, minister De Beaufort! De Nederlandsche mail met berichten uit Indié wordt hedenavond alhier verwacht. Hare Majesteiten do Koningin en de Koningin-Moeder zyn gistermiddag vanSoest- dyk te 'a-Gravenhage aangekomen. De Vorstinnen reisden in heb weelderig in gerichte Koninklyk salonrijtuig van de Nederb Contraal Spoor wegmaatschappy en werden reeds op korten afstand van het station met gejuich begroet door de jeugd, wonendte in de holjes, die op de spoorbaan uitzicht hébben. Op het perron, waarop overigens geen publiek werd toegelaten, werden H.H. M.M. by aan komst gecomplimenteerd door den burge meester baron Van Harinxma; den gen.-majoor Van Pommeren, gouverneur der residentie, en baron Bentink, stalmeester, met ieder van welke heoren beide Majesteiten zich onder hielden. Hare Majesteiten begavon zich in open rytuig naar het Paleis en beantwoordden met de gewone vriondolykheid de groeten van de menigte, aan weerszyden van do straat ge schaard. In do Rynstraat, die door een sterk peloton politie-agenten was afgezet, werd het publiek nergens anders toegelaten dan op het trottoir tegenover het station. Toen Hare Majesteiten het Paleis bereikten, werden zy harte!yk begroet door honderden, dio zich van do Houtstraat af tot ver voorby het Paleis geschaard hadden. De vorstinnen worden ontvangen door den hofmaarschalk baron Clifford. Boven het Paleis word onmiddellijk na aankomst der Koninginnen de Koninklijke Standaardvlag geheschon. Hare Majesteiten vertoonden zich enkele oogenblikken aan het venster ter linkerzyde van het balkon. Kort na haar aankomst in de residentie maakte de Koningin een tocht naar Wassenaar. H. M. de Koningin-Moeder deed eveneens een rytoer. Uit Amsterdam wordt gemeld, dat de heor G. A. Heinze, die den lston October zyn 80sten verjaardag viert, eon Hymne heeft ge componeerd, welke dien dag door de zangveree- niging Apollo" aldaar, in een feestelijke byeen- komst met den jubilaris ton gehoore zal worden gebracht. Naar de „Tel." verneemt, is aan hot Reutor-telegram uit Protoria, dat do Zuid- Afiikaansche spoorweg ofüciöol door de Britsche militaire autoriteiten is overgenomen, geen andere beteekenis te hechten, dan dat de spoorweg door de Engelschen is opgecom mandeerd, zooals dit vroegor door do Trans- vaalsche regeering is geschied. Daar de spoor weg toenmaals in bezit bleef van de Neder landsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-My., mag aangenomen worden, dat ook thans nog geen verandering in de verhouding van den spoor weg tot do Maatschappy is gekomen. De Commissie van Voorbereiding voor de ouderlijke wetten is gisteren in hot gebouw dor Eerste Kamer byeengokomen onder leiding van haar voorzitter, mr. H. J. Kist. Men seint uit Nymegen aan „De Tyd": Gisteren ontving de heer De Faveroau, minister van buitenlandsche zaken, te Brussel, hot volgend telegram van den Belgischen gezant to Peking: „Ik heb treurig nieuws. Mgr. Hamer en twee zyner mede-missionarissen, do Belgen Heirmans en Mallet zyn vermoord.' Mgr. Hamer was geboren te Nymegen 21 Aug. 1840, werd priester gewyd 10 Aug. 1864 en vertrok in 1865 met nog drie mis sionarissen naar China. In 1879 werd hy aldaar tot bisschop benoemd. Sedert 1889 verbleef hy in West-Mongoliö. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben ongeschikt verklaard voor het beryden met motorrytulgen lo. In de gemeente Reeu- wyk alle wegen, behalve 8 (de Reewal, de Kerkweg, de Schinkeldyk) 2o. de in de gemeente Goudriaan gelegen wegen, genaamd de Zuid zijde en de Postkade, 3o de in de gemeente Ottoland gelegen wegen, genaamd de Lange zydo en het Lubbertjesgat. H. M. de Koningin ontving hedenmorgen mr. Bolsiu8 en mr. Smeenge, resp. nieuw en herkozen lid der Tweede Kamer voor Roermond en Meppel, tot het afleggen der gevorderde eeden of beloften ten paleize. De heer Alb. Schumann heeft onder handelingen aangeknoopt met B. on Ws. van '8-Gravenhage, om den circus aan het Gevers Deynootplein te Scheveningen te laten staan voor het volgende seizoen. Te Utrecht is in den ouderdom van 65 jaren overleden de luitenant-generaal R. T. Muschart, lid van het Hooge Militaire Ge rechtshof. 4 De overledene werd den 12den Juli 1854 2de luit. van de infanterie en 14 Mei 1857 lste luit. In 1867, den 20sten Mei, werd hy tot kapitein bevorderd, daarna 1879 tot majoor, 19 April 1884 tot luit.-kol., en 26 Juni 1889 tot kolonel. In dien rang trad hy op als commandant van het 7de reg. inf. te Amster dam. Den 33sten April 1892 werd hy bevor derd tot generaal-majoor en werd toen com mandant van de stelling der Hollandscho Waterlinie. Den 4don Mei 1896 werd hy benoemd tot lid van het Hooge Militaire Gerechtshof, welke betrekking hy tot aan zyn dood bekleedde en waarin hy het vorige jaar bevorderd werd tot luitenant-generaal. Naar hot „Weekblad voor Bloembollen cultuur" verneemt, is door H. M. de Koningin aan don heer A. Guldemond, firma Guldemond en Zoon, te Li6se, vergunning verleend tot het voeren van het wapen van Hare Majesteit. Hr. Ms. torpedobooten „Hydra" en „Scylla", onder bevel van de luits.-ter-zee der lste klasse W. T. De Booy en W. O. J. Smit, zyn 10 dezer gezamoniyk to Conina aange komen. De buitengewone adelborsten by de Kon. Nederh Marine-reserve B. Reitema, J. O. Becker en D. P. B. Visser worden met 2 October a. s. geplaatst aan boord van Hr. Ms. Instructie- schip „Gier". (St.-Of.) Gezondheidsredenen hebben den heer J. A. Lagaay genoopt eervol ontslag aan te vragen als directeur van het Stedelijk Armen huis te Amsterdam. (27. v. 27.) Het stoomschip „Bali", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 17 Sept. van H&vre; de Kaiser" (uitreis) passeerde 16 Sept Donge- ness; de „Kronprinz" (thuisreis) arriveerde 15 Sept. te Aden; do „Malang" vertrok 17 Sept. van Cardiff naar Java; de „Maasdam", van Nieuw-York naar Rottterdam, passeerde 17 Sept. Scilly; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 17 Sept. van Genua. Abbenes (gem. Haarlemmermeer). De loting voor deze gemeente en Aalsmeer wordt ge houden te Hoofddorp op 24 October. De boerdory met stallingen en 20 H. A. land aan den Sloterweg te Haarlemmermeer, bewoond door J. Rykely khuizen, ia verkocht aan den landbouwer M. Baars te Abbenes voor f 6100. Met het dorschen van spinasie werd een aanvang genomen. Het beschot valt algemeen erg tegen. Met het oog op het zwaar gewaag waren er boeren, die 100 zakken voor hetö- zaad bestelden en er slechts 40 konden vullend Haarlemmermeer. Als by zonderheid kan' worden medegedeeld, dat te Hoofddorp by, de Geniesluis veel karper wordt gevangen. Ofschoon er reeds sedert 2 maanden eiken- dag verscheidene gevangen worden, schyn(| de voorraad nog niet uitgeput te zyn. Een. paar dagen geleden werd er een bemachtigd.* die niet minder dan 14 pond woog. Het getal ingeschrevenen voor de nationale militie voor de lichting van 1901 bedraagt' voor deze gemeente 165. De loting voor de militie zal alhier plaats hebben 24 October a. a des voormiddags te 10 uren. In de laatste week van September eti de eerste week van October zal aan de open-' bare scholen in deze gemeente gelegenheid tot kostelooze inenting en herinenting worden gegeven. Katwijk. Het bestuur dezer gemeente heeft den ingezetenen bekendgemaakt, dat Ie Liefdadigheidsvereeniging „Weldoen zy ons streven" voor weduwen en weezen van aüo, gezindten te Amsterdam voornemens is op Donderdag 20 September a. s. een collecte binnen deze gemeente te houden. Waar genoemde vereeniging erkend is b*V Koninkl. besluit van 3 Oct. 1893 kat toestemming tot het houden eener inzameling niet worden geweigerd, wat echter niet w neemt, dat deze door hun collego don w j* zetonen niet kan worden aanbevolen. Naar aanleiding dezer waarschuwing worek er dan ook aan herinnerd, dat zoowel to Katwyk aan Zee als te Katwyk aandenRyn gelegenheid genoeg is, om op philanthropisch gebied wel te doen. Toch zyn er zeker no; genoeg ingezetenen, die hun grven offeren waar bovengenoemde vereeniging en ook,' g andere dergeiyke van de Hoofdstad jaarl^ka terugkomen. Koudekerk. Door het gemeentebestuur ie de levering van do petroleum ten behoeve der straatverlichting over 1900/1901 gegund aan den laagsten inschryvor Arie Hoogendf winkelier alhier. Er waren vier inschrijving^ biljetten Ingediend. Oude-Wetering. Geen corporatie zal he zich beklagen, dat ze den hoer K, E. La Waal Malefijt, van Haarlem, oen der door lord Roberts uitgebannen spoorwegambtenaren^ eens te gast vraagt, om van zyn Trans- vaalsche indrukken en ondervindingen tehooren spreken. Hier zyn een kleine 100 belangstellenden in het lokaal van „Patrimonium" op het noordeinde bijeen geweest, en de heor De Waal Malefijt heeft zoo op onderhoudenden toen van het Transvaalsche land en vol*, ge sproken, dat de tyd 6chier omvloog. We kregen o. a. bywyze van illustrath te zien: de melis der Boeren, de beschuiten der Tommies, biltong, Transvaalsche tabak, een Sjambock of geeselroe, een Kafferknots, stuk ken gouderts, enz. Een harteiyk gemeend applaus boloonde spreker voor diens optreden. Deze samenkomst, uitgaande van de A.-R. Kiesvoreeniging „Nederland en Oranje", alhier, werd geopend door den president, en door ds. Brouwer met gebed en dankzegging ge sloten. 63) De zon was ondergegaan en met haarwas ook de glans verdwenen, die do geheole kerk in een lichtgloed gehuld had. Stil stonden de beelden daar en de schemering viel er lang zaam op neer. Alleen de heldere gestalte van don aartsengel in de altaarnis was nog herkenbaar. Maar de storm, dio buiten om de muren 'huilde, die by wijlen de haren van Hertha haar in het gelaat sloeg, moest ergens een ingang gevonden hebben; hy streek fluitend langs het gewelf heen en stierf dan langzaam Weg als de adem van een geest. Hertha huiverde onwillekeurig bij het zeld zaam klagend geluid van den wind en maakte zich gereed om weg te gaan. Michaël volgde, maar bleef eenige schreden achter. Geen van beiden sprak een woord. Zy waren juist aan een steenen paadjo by de kerk gekomen. Hier kwam de pastoor hen te gomoet, maar met een ontsteld en bekommerd gelaat. „Ik zocht u, gravin Hertha," sprak hy, nog buiten adem van. het snelle loopen. „Zyt gtj daar ook, Michaöl? Er is een bode van het slot Steinrück gekomen." „Van het slot?" vroeg Hertha verschrikt. „Het is toch niet erger geworden met myn moeder?" „Mevrouw de gravin schijnt wel zieker te zyn, en freule Van Eberstein wilde u dit laten weten. Hier is de brief." Hertha maakte haastig den brief open en VaJftBtya zag, dat zy verbleekte. „Ik moet weg! Er is geen minuut te ver liezen. Wees zoo goed, eerwaarde, den reis wagen te laten inspannen." „Wilt gy nu weg?" vroeg do pastoor ont steld. „Het wordt reeds donker. Over een halfuur zult gy niets meer kunnen zien en de storm wordt heviger. Gy kunt toch onmo gelijk in den nacht don langen bergtocht ondernemen?" „Ik moet. Gerlinde zou zoo niet schrijven, als myn moeder niet werkelijk in gevaar verkeerde." „Maar gy stelt uw eigen leven op het spel, by zulk een waagstuk. Michaöl, wat denkt gy er van?" „Het zal een stormachtige nacht worden," sprak Michaöl naar voren tredend. „ALoet gy weg, gravin Steinrück?" In plaats van te antwoorden reikte zy hem en den pastoor den brief over, die slechts eenigo in alle haast geschreven regels bevatte. „Tante is plotseling zieker geworden, zij verlangt naar u, en ik verkeer in doodsangst. Do dokter spreekt van een gevaarlyken, misschien doodelyken aan val. Kom terstond terug! Gerlinde." '„Gy ziet, dat my geen keus overblyft," sprak de jonge gravin met bevende stem. „Als ik dadeljjk wegryd, kan ik vóór mid dernacht in het slot zyn. Laat ons gaan, eerwaarde Zy 6ioegen nu den weg naar het dorp in. Hertha en de pastoor hadden moeite, om tegen den wind in vooruit te komen. Valen- tjjn deed nog een poging om haar over te halen, ten minste den nachtelyken rit uit te stellen. Het werd immers reeds vroeg dag en by het krieken van den morgen kon zy vertrekken! Het was tovergeefs. In de pastorie kwam hem de bode, een bediende van het slot, tegen, die te paard gekomen was, maar hy wist op de angstige vragen zyner jonge meesteres geen enkel troostend antwoord te geven. Mevrouw do gravin was zeer ziek; de doktor scheen het ergste te vreezen en had hem bevolen, zich zooveel mogelyk te haasten. Michaël had niet gepoogd haar van besluit te doen veranderen. Nu trad hy naar voren en vroeg zacht, vreezend, dat het noodweer zou worden: „Mag ik u begeleiden?" „Neen," was het op zachten toon, maar met volle beslistheid gegeven antwoord. Met gefronste wenkbrauwen trad hy terug. Tien minuten later zat Hertha reeds in den kleinen reiswagen, dien haar moeder altyd gebruikte, als zy naar St.-Michaël ging, en waarvan zy zich nu ook bediend had. De koetsier was een vertrouwd man, en de dienaar, die haar vergezelde, zoowel als de bode, bereden krachtige bergpaarden. Toch stond de oude pastoor met een bezorgd gelaat bij het portier, toen de jonge gravin hem de hand reikte tot afscheid. Dan wendde zich hot schoone, nu zoo bleeke gelaat naar de deur der pastorie, waar Michaël stond. Ze zagen elkander nog eenmaal aan, of het een vaarwel gold voor altyd l „God geve, dat de storm met den nacht met heviger worde!" sprak Valentyn zuch tend, toen do wagen wegreed. „Als zy wer kelijk in gevaar kwamen, zouden de bedien- don toch het hoofd verliezen. Ik hoopte, dat gy de gravin aangeboden zoudt hebben, haar te vergezellen, Michaël." „Dat heb ik gedaan, maar zjj weigerde bepaald, en myzelven opdringen kon ik toch niot." De pastoor schudde mismoedig het gryze hoofd. „Hoe kunt gy u op zulk een oogenblik gevoelig en geraakt toonen! Gy zaagt toch, hoe opgewondon gravin Hertha was; maar als het een der Steinrücks betreft, dan zwygt elk gevoel van rechtvaardigheid, ik weet dat reeds lang." Michaöl antwoordde niets op dit verwyt. Zyn blik volgde den wagen, die in een bocht van den weg verdween. Dan koek hy naar den Adelaarswand, die zich wit en spook achtig tegen de omringende duisternis afteo- kende. Langzaam begonnen zich om zyn toppen de wolken saam te pakken, storm- wolken, die dreigend van uit de hoogte neer zagen. Valentyn en zyn .gast waren in huis terug gekeerd zy hadden elkander sedert den herfst niet meer gezien. Er was heelwat te vragen en te vertellen en van het verlangde onge stoorde 8amonzyn konden zy nu genieten. Toch wilde het gesprek niet goed vlotten. Michaël vooral was buitengewoon afgetrok ken hy scheen verscheidene vragen zelfs niet te hooren, gaf verkeerde antwoorden, of schrikte, als uit een droom ontwakend, op. De pastoor bemerkte met verwondering, dat hij met zyn gedachten op een geheel andere plaats was. Het was nu geheel donker geworden en de oude Katryn had zooeven licht gebracht. Daar werd aan de deur geklopt en oen oogenblik later trad een bejaarde man in een jachtkostuum binnen, die rechtstreeks naai den pastoor ging en den hoed afnam. „God zegene u, eerwaardo; eindeiyk ben ik weer eens^ te SL-Mieha&lI Kent gjj my nog? j Het is wel ongeveer tien jaren geledeD, dat ik de houtvestery verlaten heb." „Wolfram, gy hier!" riep Valentyn uit in de eerste verbazing. „Waar komt gy vandaan?" „Van Tannberg. Ik moest daar heen wegens een kleine erfenis, die my een neef nagelaten heeft; en omdat het nu juist morgen hot St.-Michaëlsfoest is, wilde ik toch myn oude woonplaats en u, eerwaarde, nog eens zien. Een halfuur geledon bon Ik eerst aangekomen; maar ik wilde u heden avond toch nog begroeten." De pastoor keek met zekere verlegenheid naar Michaël. Deze onverwachte ontmoeting had toch iets pynlyks voor den officier; want al herkonde hem Wolfram ook voorloopig nog niet, hot kon toch niet lang moer duren. „Dat is braaf, dat gy nog steeds aan- hankeiykhoid aan my en uw geboorteplaats betoont," sprak hy. „Ik ben niet alleen, zooala gy ziet, maar heb een gast „Ik weet het reeds, een officier," viel de houtvester hem ia de rede, terwijl hy zich oprichtte en op militaire wyze grootte. „Ik heb het reeds van den waard gehoord. Een zoon van uw broeder te Beriynl" Michaël had op het eerste gezicht zyn voor- maligen pleegvader weder herkend. Het was nog altijd die krachtige, oenigszins ineen gedrongen gestalte, met dio hardo trokken; haar en baard waren vergrysd, maar nog even ruw als voorheenkortom, in alles nog dezelfde nei Vii. v:rvolgd.\

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1