Electrische Schellen
l
Denkt aan i
Reisbelasting.
Magazijn van finish. Artikelen,
Gebrs. Straatsburg,
Gas- en Waterleiding,
en Telephoons.
N. D. DEE.
Amateur-Fotografen.
Lisclt Bradfatt.
3 October Vereeniging.
P.A.A. VAN LOON,
DE GRACIEUSE.
algeseeseTergaderisg
Dienstbode,
Dienstbode, P. G.
Flink? JOB en MEISJES,
Farapluies
Parasols. Nieuwelijn. P. A. SAROAI.
Zitbaden, Sponsbaden, Kinderbaden,
Gegoten en Gestagen Fornnizen, Mangel
machines. Aanleg van Gas-, Water- en
Electrische leiding.
BEUZEMAKER Co.,
Hooigracht 24.
Telephoonn. 350.
Jaarmarkt te Valkenburg, Z.-H.
Zit- en Slaapkamer,
Natuurwollen Ondergoederen.
JANSEN TILANUS, Friezenveen.
BEUZEMAKER Co.,
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
Het Servische Koningspaar.
De „Figaro** zond een correspondent naar het
Servischo echtpaar. De correspondent werd zeer
harteiyk en joviaal ontvangen en had een lang
onderhoud. De vorstelijke personen begroetten
hem als een welkome gelegenheid om aan de
vele leugens een einde te maken.
Eenige bijzonderheden zijn hier aan het be
langrijke interview ontleend: Z. M. verklaarde
nogmaals ten minste eenmaal in zijn leven,
in het kiezen zijner vrouw z'n eigen wil te
zullen volgen. De houding der ministers en van
zijn ouders deed hem pijn, maar zijn eigen geluk
ging hem boven alles. Het Servische volk
zag deze verbintenis met eon dochter des volks
gaarne. Toen de koning in geheim zijn ministers
de plannen had medegedeeld, verzocht hy hun
8tilzwy'gen. Twee verbraken het. De koning
had een angstig voorgevoel en zocht dien
zelfden avond zyn bruid op. Hy vond slechts
haar broeder, die, op zyn soldaton-woord be
volen do waarheid te zeggon, verklaarde, dat
twee ministers by zyn zuster geweest waren
en dat zy na dit onderhoud met betraande
eogen was weggevlucht. Alexander zocht en
v<md haar. Draga Haschin was door do
ministers overgehaald zich te vorwyderen en
zich voor het heil des lands op te offeren. De
koning voorkwam door zyn waakzame liefde
deze list.
Do bruid is een vriendin van Frankryk, zy
houdt hartstochtelyk veel van Parys en daarom
deden haar de insinuaties der Fransche pers
dubbel pyn. Ze is pas 33 jaar.
Onder het gesprek zaten beiden met de han
den in elkaar gestrengeld en het was een aan-
g™3
houdend spiegelgevecht van verliefde blikken,
zegt de correspondent. Ook hy verzekert, dat
het verschil van leeftyd niets opvalt. De ont
wikkeling en vorstelyke verschyning der bruid
roemt hy hoogeiyk.
Een correspondent van de „Neue Freie
Presse", die de huweiyksplechtigheid te Bel
grado heeft bygewoond, geeft van de bruid
de beschryving, die hier volgt:
„De belangstelling richtte zich voornamelyk
op de vrouw, die het hart van den koning
gewonnen heeft, op Draga Maschin. Wanneer
men de Serven de Italianen van het Slavische
ras noemt, dan is Draga het type van haar
ras. Niet de gloeiende Slavische Napolitaansche,
zooals wy zoo dikwyls ontmoeten in de Zwarte
bergen, en niet de Slavische Italiaansche,
die nog met een guldon glans in het haar
aan de Drina te vinden is, maar het midden
tusschen deze twee. Het haar is donker van
kleur, maar is niet bepaald zwart; men zou
het eerder een diep kastanjebruin kunnen noe
men; de gestalte is sioriyk, niet te groot;
in het fijnbesneden, bleeko gelaat fonkelen
twee donkere oogen met lichtend vuur. Wan
neer men deze schitterende oogen met hun
zeldzamen glans ziet, dan is de hartstocht van
den koning voor deze vrouw te verklaren.
Mond en neus zyn fijn gesneden, maar overi
gens verheft het gelaat zich niet boven het
gewone. Eon vermoeide trek gaat van de
neusvleugels tot de mondhoeken; men ziet
het gelaat den stryd en de opwinding van de
laatste dagen aan. Een dame kenschetste de
koninklyke bruid aldus: „Haar schoonheid is
nog niet verwelkt, maar begint te verwelken."
Ovor de huwelijksvoltrekking 6Chryft hy:
„Toen het bruidspaar onder den baldakyn
stond, hief het koor een lied aan, terwyi de
godsdienstoefening begon. De koning, die zyn
hoofddeksel aan zyn adjudant gegeven had,
sprak inmiddels byna onafgebroken met zyn
bruid, haar hand teeder in de zyne houdende.
De beide getuigen plaatsten zich achter het
bruidspaar, de voorzitter van de Skupschtina
achter de bruid, de Russische gezant achter
den bruidegom. Een priester bracht nu vier
reusachtige waskaarsen, die twee aan twee
door een ryk arrangement van zydewol en
levende bloemen verbonden waren, voor den
koning en zyn bruid. Nu verscheen de metro
poliet met de ringen; hy drukte de ringen
aan voorhoofd en borst van het bruidspaar
en stak ze hun daarop aan de vingers. Na
de door den metropoliet voltrokken ring-
ceremonie herhalen de getuigen dat, door de
ringen van de vingers van het echtpaar te
nemen en ze er weder aan te doen. Dan
nemen zy de kaarsen over uit de handen
van den koning en zyn gemalin.
„De koning nam nu zyn gemalin by den
arm en geleidde haai' naar den eersten bal
dakyn, waaronder het paar zich plaatste;
achter hen stonden de getuigen met de kaarsen.
De metropoliet en de bisschoppen stonden
voor de bidstoelen en spraken afwisselend de
gebeden. De koning sprak inmiddels aanhou
dend met Draga, en zy antwoordde hem glim
lachend. Do metropoliet nam nu de beide
kronen op, die op de tafel lagen, en ging op
het koningspaar toe. Hy nam de eene kroon,
drukte haar driemaal op voorhoofd en borst
van den koning ten teeken des kruises en
zette haar vervolgens op diens hoofd. De
kroon wilde echter niet goed vast blyven
zitten, en Draga beurde den arm op en drukte
de kroon vast tegen de slapen van haar
gemaal. Nu werd de bruidskroon op het hoofd
van de koningin gezet, en nadat er nogmaals
gebeden was, deed het paar, door den metro
poliet voorafgegaan, een rondgang. Daarmede
was de trouwplechtigheid voltrokken en Draga
Maschin was koningin Dragina geworden."
Voordat het huwelyk voltrokken was, had
volgens de „Polit Corr." het offlcieele blad
„Srpske No vine" in het niet-officieele gedeelte
over de familie van de uitverkorene van
koning Alexander de volgende mededeelingen
gepubliceerd:
„De hooge bruid stamt voort uit het voor
name, eerbiedwaardige geslacht der Wojwoden
Lunjewitza. Nicoli Militsjewitsj, genaamd Lun-
jewitza, naar het dorp, waarin hy geboren
werd, stond ten tyde van den eersten Servi-
schen opstand in de beste jaren en was een
ryk koopman. Aan den onafhankelykheids-
stryd nam hy aan het hoofd van de bevolking
van het Roedniker-district levendig aandeel.
Zyn byzondere verdienste bestond hierin, dat
hy aan de zaak van de Servische onafhan-
kelykheid belangryke geldoffers bracht en
het grootste deel van de oorlogsbehoeften uit
eigen middelen verschafte. Hy was het ook, die
by den echt tusschen den vorst Milosj en
vorstin Ljoebitza bemiddelde. In het jaar 1815
was hy een van de meest geziene Wojwoden
in die vergadering, die tot den opstand besloot
en vorst Milosj tot leider van de Serven uit
riep. Onmiddellyk daarop verdeelde hy hooge
bedragen onder het volk voor het verschaffen
van de noodige oorlogsmiddelen. Hy had aan
alle politieke gebeurtenissen van die dagen
levendig aandeel genomen en had by elke
gelegenheid door strenge eerzaamheid on zeld-*
zame werkkracht uitgeblonken. Hy kreeg den
rang van overste en was eere-president van
de Boedniker districts-rechtbank. Hy was
met de dochter van den beroemden Wojwode
Carajitsj gehuwd, die in 1806 by de bestor
ming van Belgrado gevallen is. In 1839 stierf
Lunjewitza.
Zyn zoon, Pante Lunjewitza, was do vader
van de koningsbruid. Hy heeft eon schitte
rende ambtenaarsloopbaan doorgemaakt en
behoorde tot de meest uitstekende en meest
begaafde bestuursambtenaren van Serviö. Het
huis Obrenowitsj was hy steeds innig toege
daan, en waar hy werkte, verwierf hy overal
de liefde en aanhankelijkheid van de bevol
king. Groote verdiensten heeft hy zich ver
worven als districts-prefect en als prefect van
de stad Belgrado.
De hooge bruid is fijn beschaafd en onder
scheidde zich steeds door haar voornamen
aard in het gezelschapsleven, alsook door haar
aangeboren lieftalligheid en algemeen bekende
scherpte van geest.
Zy spreekt verscheidene talen en was korten
tyd met een myn-ingenieur gehuwd, die op
een dag op een dienstreis aan een beroerte
stierf. Het korte huwelyk bleef kinderloos.
De bruid heeft twee broeders en drie zusters,
waarvan er een gehuwd is met den directeur
van een aanzienlyko bankinrichting, terwyi
de beide andere meisjes 17 en 15 jaar zyn.
Dezen wonon by haar zuster. Do broeders zyn
officieren. De bruid was van 1891 tot 1897
hofdame van koningin Nathalie."
Bad voor blauw gevoelig
papier. Uitstekend geschikt voor
Amateurs voor het maken van
Ansichtskarten. Ook doelmatig voor
het kopiêeren van teekeningen.
Verkrygbaar in fleschjes a f 1. by
1>. W. E. F. BE WAAL,
7131 11 Drogist, Mare 56, Leiden.
Yan af Maandag 27 Aug. 1900,
worden de pry zen gebracht voor:
Gebuild
Brood. per K.G. onv. op 6J[ Cts.
Idem gem.
Extra fijn
L. B. F.J
Idem Water
brood (gleuf
in de boven-
k°rst)J O
Kadetjes,
Watorbroodjes
en Profeetjes
per stuk lj
Ongebuild
Brood. J 6
Bruin Brood i 6
Kropmik. (J
Gewoon
Roggebrood 1$ „11
Idem
Zoet Idem 1 „10
Krenten Idem 1 van 14 16
Krentenbrood8jB 9j
Idem fijn. 1 45 50
Idem idem in
Tulbandsvorm 50, 75,100 en 125
Krenten
broodjes gew. p. st. van liz op 2
Idem fijne
2 H
Beschuit (enkel platte) p. 10 st. 10
Idem 25
in busson 25
De bussen, 20 Cts. be
rekend, worden, mits onbe
schadigd, tot denzelfden prys
teruggenomen.
Lange, Kaneel- en kleine
Ronde Beschuit per 20 stuks 10
Tarwebloem in pakjes por
K.G. onveranderd 8
In de Depots behooren geykte weeg-
middolen te zyn, om te kunnen be-
wyzen, dat het Brood steeds op
behoorlijk gewicht verkocht wordt.
7028 52 De Directeur,
G. J. BE CA SP Alt IS#
Leidsche Verzekerings-Maatschappij
tegen
Invaliditeit en Ongelukken der Werklieden.
Goedgekeurd by Kon. Besluit van
3 Dec. 1896.
op 7022 17
mXSDAG 23 Augustus 1900,
des avonds te 8uur,
in het Nutsgebouw.
C. J. YAN DER DRIFT, Secr6tarissen
TV. A. VAN LITH, secretarissen.
Tegen 15 September wordt te Lei
den gevraagd: eene flinke zindelyke
van buiten, goed kunnende koken
en netjes werken, Ger. of P. G., niet
beneden 20 jaar en van goede getui
gen voorzien. Brieven onder No. 7012
aan het Bureel van dit Blad. 9
Gevraagd tegen 1 Nov.een flinke
Mevr. BOLLÉE, Pastorie Katwyk
aan den Ryn. 7021 5
00
TE II IJ IJK:
een Benedenhuis met Tuin, voor
zien van 2 Zitkamers, Slaapkamer,
Keuken en verdere gemakken, ook Gas
leiding. Te zien en te bevragen by:
P. J. CHRISTIAANSE, Rynsburger-
weg over tol BEIJER. 7040 7
boven 15 jaren, kunnen direct vast
werk bekomen aan de Biscuit
fabriek „NUTRIX". Aanbiedin
gen in persoon. 7034 6
Do Directeur der Muziekschool van de „Leidsche Maatschappy voor
Toonkunst" bericht, dat tot het inschrijven van Iieerlingen de ge
legenheid wordt opengesteld op Vrijdag 31 Augustus en Zaterdag
1 September a. s., van 1 tot 3 uren, in het Nutsgebouw.
Het onderwys wordt gegeven door:
den Heer S. YAN GRONINGEN, (Piano- en Orkcstklasse);
Mejuffrouw M. KERN, (Piano);
A. M. DE GRAAF, (Piano en Elementair onderwas)
N. M. J. WERST, (Piano);
J. M. DE LOOS, (Theorie en Muziekgeschiedenis);
J. WEYS, (Koor- en Solfègeklasse, Solozang en
Beelamatie)
den Heer JAN G. STRIENING, (Viool en Elementair Orkest
klasse);
H. J. WANNA, (Violoncel).
De Directeur voornoemd,
7033 34 S- VAN GRONINGEN.
Rnime sorteering,
tegen bllltyke prijzen.
SMKDKRIJ:
Kort-Rapenburg 10. Telephoonn. 312. Boommarkt 3.
Boodschappen worden ook aangenomen aan „Be Eeidsehe
Wiclrijschool", Haarlemmerstraat 42. 7030 40
7045 30
13. VISIIDIAURT 13.
2084 19
OPROEPING.
H.H. Broodbakkers, Yischhande-
laars, Bierbottelaars en Sigarenhan
delaars, allen gedurende minstens vyf
jaren lid dezer Yeroeniging, worden
uitgenoodigd zich schrifteiyk aan te
melden vóór 8 September by den
Heer J. GOEDELJEE, Hoogewoerd
152, ter levering van de voor de uit-
deeling bonoodigde artikelen.
HET BESTUUR.
IJITBEELING.
De gewone jaarlyksche inschry ving
voor de uitdeeling grypt plaats op
8 September a. s., in de Stads-
zaa>, tusschen 6 en 10 uren 's avonds.
7038 21 HET BESTUUR.
Yoor een Leerling H. B. School
lste klasse wordt, tegen billyke
conditiön,
gelegenheid gezocht bet huiswerk bij een
Onderwijzer aan buis te maken.
Brieven s. v. p. onder motto
„Huiswerk" a/d. Boekhandelaar
G. LOS, alhier. 7043 9
Oude Vest I
(bij de Beestenmarkt).
Alle posten worden gesloten tegen
vaste billijke premiën zonder inleg
by de Haagsclie Assurantie-
Cie van 1805. Waterschaden,
Bliksemslag- en Gasontploffingschaden
worden mede vergoed, evenals ver
miste Voorwerpen 7039 20
Yoor staanplaatsen zich aan te
melden by den Marktmeester tot en
met 8 September a. s.
Yoor Caroussel, Wafel- en Pof
fertjeskramen zyn geen plaatsen meer
beschikbaar. 7044 11
De Burgemeester van Valkenburg,
VAN OORDT.
Valkenburg, Z.-H., 24 Aug. 1900.
Al degenen, die
iets te vorderen
hebben van of ver
schuldigd zyn aan de nalatenschap
van wylen den Heer HERMAN
CORNELLS HARTEVELT, in
leven Bloembollenkweeker, laatst
gewoond hebbende te Wassenaar en
overleden den 30sten Juli 1900, ge
lieven daarvan opgave of betaliug
te doen ten kantore van den Notaris
W. F. KAISER, te Leiden, Rembrand-
straat nummer 25, vóór of oj»
5 September a. s. 7027 14
Gevraagd voor een Heer: een
ongemeubileerde
by nette lieden, P. G., met kost en
bediening, en opgave van prys.
Brieven te bezorgen by P. DUYYER-
MAN, Boek- en Handelsdrukkery,
Hooigracht 100. 7017 9
Geregeld versche aanvoer van puike
Zcenwsche Paarspetten en
BI an we, alsmode Brielsche
Ronde en Geldersche Kralen,
vry van ziek, tegon concurreerende
pryzen. Te bekomon by
M. Tb. ROON, Levendaal 25.
Aan hetzelfde adres Varkens
voer te koop. 7042 lfr
Gedeponeerd Fabriekmerk
Verkrijgbaar bij: 2085 20
15. V1SCHMARKT 15.
38)
Had hy zich vroeger niet juist rekenschap
gegeven van zyn handelwyze, nu werd zy
hem getoond in een spiegel, en wat hy daar
zag, was een hateiyk beold, een beeld, dat
den trotscben graaf onwaardig was.
„Gy schynt Wolframs opvoeding toch niet
geheol vergeten te zyn," sprak hy eindeiyk
scherp. „Wilt gy misschien weder een scène
maken als toen in Steinrück? Gy ziet er
wel naar uit."
Hy had niets ergers kunnen doen dan
deze herinnering wakker roepen. Tien jaren
waren sedert dien tyd verloopen, maar
Michaels bloed kookte nog, als hy er aan
dacht, en hy werd er dan ook tot nieuwen
toorn door opgewekt.
„Toen noemdet gy my een dief 1" barstte
hy uit. „Zonder bewys, zonder onderzoek,
eenvoudig op een looze verdenking af! Ieder
'uwer bedienden hadt gy toegostaan, zich te
.verdedigen, uw kleinzoon boschouwdet gy als
oen misdadiger. Ja, ik greep toen naar hot
.eerste het boste voorwerp, dat my tot wapen
dienen kon; ik wist immers niet, dat myn
eigen grootvader my de beleediging aandeed
maar van hot uur af aan, dat ik dat vernam,
.leefde in my nog het vurig verlangen naar
.vergolding."
„Michaël," viel hem de graaf dreigend in
de rede, „geen woord meer op dezon toon,
die noch tegenover uw bevelhebber, noch
tegenover den vader uwer moeder past. Ik
verbied het u, en gy zult my gehoorzamen."
Als graaf Steinrück op deze wyze sprak,
had hem nog niemand durven weerstaan;
hier, voor de eerste maal, faalde de macht
zyner persoonlykheid.
Zelfs Raoul, die toch waarlyk niet tot de
bangen behoorde, zwichtte voor den toornigen
blik dezer oogen, maar Michaël zweeg niet.
Wel dwong hy zich op die vermaning met
gewold tot kalmte, maar al klonk zyn stem
ook koeler en bedaarder, zy had niets van
haar kracht verloren als hy voortging:
„Om u te dienen, Excellentie I Ik heb dit
onderhoud niet gezocht; het werd my afge
dwongen. Maar ik denk, dat gy nu bevryd
zyt van de vrees, dat ik ooit eenige aan
spraak zal doen gelden op myn verwantschap
met u. Gy acht u zoo verre verheven boven
de gewone menschenwereld, met uw over-
ouden stamboomgy hebt het eenige lid
van uw huis, dat het waagde, dezen trots
op uw voorvaderen te braveeren, met yzeren
hand verstooten en uit uw leven weggevaagd I
Maar uw wapenschild staat niet zoo onbe
reikbaar hoog als de zon aan den hemel; er
komt misschien nog eenmaal een dag, dat
het een vlek draagt, die gy niet uitwisschen
kunt. Dan zult gy gevoelen, wat het zeggon
wil, met een vurig, hartstochtelyk gevoel
voor eer in de borst de schuld en smaad van
een ander te moeten boeten, zooals gy my
nu laat boeten voor hot aandenken myns
vaders; dan zult gy begrypen, welk een
onmeedoogend rechter gy voor myn moeder
geweest zyt. Mag ik het onderhoud nu als
geëindigd beschouwen, Excellentie?"
Nu stond hy weder daar in zyn styve,
militaire houding.
De generaal antwoordde niet; het was of
hem een huivering door de leden voer by
deze woorden, die byna profetisch klonken;
een oogenblik lang dook er wat voor hem
op, nog donker en vormloos, maar als de
schim van een naderend onheil; dan verzonk
het weder in het niet Zwygend wenkte hy
den jongen officier zich te verwydoren, en
deze ging, zonder zelfs een enkele maal om
te zien; de volgende minuut werd de deur
achter hem gesloten.
Toen Steinrück alleen was, begon hy drif
tig de kamer op en neer te loopen, en
daarby vestigde zich zyn oog altyd weer
op dat eene beeld, dat tegenover hem aan
den wand hing, en dat hemzelvon als jon
gen officier voorstelde. Neen, er was geen
gelykenis tusschen dezen schoonen kop met
de edele, regelmatige lynen, en die karak
teristieke, scherpe trekken, niet de minste I
En toch waron het dezelfde oogen geweest,
die don graaf uit dat gelaat vlammend aan
staarden, toch was het zyn stem, dio hy
uit dien mond gehoord had, en ook zyn
onbuigbare trots, zyn yzeren wilskracht,
die den stryd met het moeiiyksto niet
schuwde; niet in de trekken, in blik en
houding lag de gelykenis.
Dat drong zich met onwederstaanbaar
geweld aan den man op, die zoo somber
en strak naar het beeld zyner jeugd staarde.
Hy was verstoord, beleedigd, en toch kwam
er iets in zyn ziel, dat hy nooit gekend,
maar wel vaak smarteiyk gemist had by
zyn zoon en kleinzoon, die zyn naam en
zyn gravenkroon droegen; het bewustzyn,
dat hy een erfgenaam van zyn karakter en
bloed bezat. Hy had tevergeefs moeite ge
daan, in Raoul slechts een enkelen trek
daarvan te ontdekken. Maar de verloochende
zoon der verstooten dochter, die als een
vreemdeling zyn huis verliet, die had dit
bloed in de aderen, en de grootvader voelde
door al zyn haat en stryd heen, dat Michaël
een rys van zyn stam was
XIV.
Professor Wehlau bewoonde in het wes-
telyk doel der stad een niet al te groote,
maar zeer nette villa, waarby een tamelyk
uitgestrekte tuin behoorde, en de prettige
en smaakvolle inrichting daarvan toonde
aan, dat de streng wetenschappeiyke man
volstrekt geen afkeer had van de aangenaam
heden des levens.
De winter was reeds voor het grootste
deel voorbymen was in het begin van
Maart en op het land begonnen zich reeds
de eerste boden der lente to vertoonen. In
het huis van Wehlau heerschte echter altyd
nog een met onweer dreigende temperatuur:
de spanning tusschen vader en zoon was nog
lang niet geweken en de donderxoolkzooals
Hans met allen eerbied de stemming van zyn
vader noemde, hing nog dikwyls dreigend
boven hem. Dat was ook heden het geval,
nu de jonge kunstenaar zich in de studeer
kamer van den professor bevond, die weder
eens de volle fiolen zyns toorns over den
ongehoorzamen zoon uitgestort had.
„Kyk Michaël eens aan," besloot hy eindelyk
zyn rede. „Die weet, wat arbeiden is, en die
komt ook vooruit in de werold. Op negen-en
twintigjarigen leeftyd is hy reeds kapitein
geworden. Wat zyt gy daarentegen?"
„Ik wilde wel, dat Michaël eeDS een heel
dommen streek deedl" sprak Hans misnoegd;
„dan behoefde ik niet altyd en eeuwig te
hooren hoe voortreffelyk hy is. Gy ziet in
don nieuwbakken kapitein reeds den toekom-
stigen veldmaarschalk, die alle veldslagen
wint, en uw eigen zoon, die toch ongetwyfeld
oen aankomend genie is, vertrouwt gy niets
toe, vader; eige>iyk schreit dat ten hemel."
„Zwyg met uw spot," viel Wehlau hem
boos in de rode. „En daarby wilt gy my
nog wy smaken, dat gy viytig zytl Jawel, de
heeron kunstenaars noemen dat zoo I Den
halven dag loopen zy rond en makon pleizier,
onder voorwendsel van hier of daar een studie
te maken, terwyi zy den overigen tyd allerlei
dwaasheden in hun ateliers uithalen!
Daarby komt dan nog," ging de professor
voort, „de onvurmydelyke reis naar Italië,
waar het vermaak met nieuwe krachten voort
gezet wordt, natuurlijk ook voor studie 1 En
wat noemt gy dan werken? Maar dit leven
is zoo juist naar uw smaak; het is dan ook
wel het eenige, waarvoor gy nog deugt."
De 79rwyten hadden helaas geen uitwer
king. Hans ging weder schrylings op een
steel zitton en antwoordde onbekommerd:
„Twist nu niet, vader, of ik schilder u
levensgroot uit, schenk het portret aan de
universiteit en laat my een adres van dank
betuiging schry ven. Ik heb u reeds lang
willen vragen, of gy niet eens voor my
poseeren wilt."
„Dat ontbrak er nog maar aanl" stoof de
professor op. „Ik verbied u ten strengste
uw kladwerk aan myn persoon te beproeven."
„Kom dan ten minste eens in myn atelier
kyken; gy hebt myn kladwerk nog met geen
blik verwaardigd."
„Neen," bromde Wehlau. „Ik wil my niet
opnieuw ergeren. Ik wil niets zien en hooren
van de heele geschiedenis."
(Wordt vervolgd).