Electrische Schellen l Denkt aan i Reisbelasting. Magazijn van finish. Artikelen, Gebrs. Straatsburg, Gas- en Waterleiding, en Telephoons. N. D. DEE. Amateur-Fotografen. Lisclt Bradfatt. 3 October Vereeniging. P.A.A. VAN LOON, DE GRACIEUSE. algeseeseTergaderisg Dienstbode, Dienstbode, P. G. Flink? JOB en MEISJES, Farapluies Parasols. Nieuwelijn. P. A. SAROAI. Zitbaden, Sponsbaden, Kinderbaden, Gegoten en Gestagen Fornnizen, Mangel machines. Aanleg van Gas-, Water- en Electrische leiding. BEUZEMAKER Co., Hooigracht 24. Telephoonn. 350. Jaarmarkt te Valkenburg, Z.-H. Zit- en Slaapkamer, Natuurwollen Ondergoederen. JANSEN TILANUS, Friezenveen. BEUZEMAKER Co., Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. Het Servische Koningspaar. De „Figaro** zond een correspondent naar het Servischo echtpaar. De correspondent werd zeer harteiyk en joviaal ontvangen en had een lang onderhoud. De vorstelijke personen begroetten hem als een welkome gelegenheid om aan de vele leugens een einde te maken. Eenige bijzonderheden zijn hier aan het be langrijke interview ontleend: Z. M. verklaarde nogmaals ten minste eenmaal in zijn leven, in het kiezen zijner vrouw z'n eigen wil te zullen volgen. De houding der ministers en van zijn ouders deed hem pijn, maar zijn eigen geluk ging hem boven alles. Het Servische volk zag deze verbintenis met eon dochter des volks gaarne. Toen de koning in geheim zijn ministers de plannen had medegedeeld, verzocht hy hun 8tilzwy'gen. Twee verbraken het. De koning had een angstig voorgevoel en zocht dien zelfden avond zyn bruid op. Hy vond slechts haar broeder, die, op zyn soldaton-woord be volen do waarheid te zeggon, verklaarde, dat twee ministers by zyn zuster geweest waren en dat zy na dit onderhoud met betraande eogen was weggevlucht. Alexander zocht en v<md haar. Draga Haschin was door do ministers overgehaald zich te vorwyderen en zich voor het heil des lands op te offeren. De koning voorkwam door zyn waakzame liefde deze list. Do bruid is een vriendin van Frankryk, zy houdt hartstochtelyk veel van Parys en daarom deden haar de insinuaties der Fransche pers dubbel pyn. Ze is pas 33 jaar. Onder het gesprek zaten beiden met de han den in elkaar gestrengeld en het was een aan- g™3 houdend spiegelgevecht van verliefde blikken, zegt de correspondent. Ook hy verzekert, dat het verschil van leeftyd niets opvalt. De ont wikkeling en vorstelyke verschyning der bruid roemt hy hoogeiyk. Een correspondent van de „Neue Freie Presse", die de huweiyksplechtigheid te Bel grado heeft bygewoond, geeft van de bruid de beschryving, die hier volgt: „De belangstelling richtte zich voornamelyk op de vrouw, die het hart van den koning gewonnen heeft, op Draga Maschin. Wanneer men de Serven de Italianen van het Slavische ras noemt, dan is Draga het type van haar ras. Niet de gloeiende Slavische Napolitaansche, zooals wy zoo dikwyls ontmoeten in de Zwarte bergen, en niet de Slavische Italiaansche, die nog met een guldon glans in het haar aan de Drina te vinden is, maar het midden tusschen deze twee. Het haar is donker van kleur, maar is niet bepaald zwart; men zou het eerder een diep kastanjebruin kunnen noe men; de gestalte is sioriyk, niet te groot; in het fijnbesneden, bleeko gelaat fonkelen twee donkere oogen met lichtend vuur. Wan neer men deze schitterende oogen met hun zeldzamen glans ziet, dan is de hartstocht van den koning voor deze vrouw te verklaren. Mond en neus zyn fijn gesneden, maar overi gens verheft het gelaat zich niet boven het gewone. Eon vermoeide trek gaat van de neusvleugels tot de mondhoeken; men ziet het gelaat den stryd en de opwinding van de laatste dagen aan. Een dame kenschetste de koninklyke bruid aldus: „Haar schoonheid is nog niet verwelkt, maar begint te verwelken." Ovor de huwelijksvoltrekking 6Chryft hy: „Toen het bruidspaar onder den baldakyn stond, hief het koor een lied aan, terwyi de godsdienstoefening begon. De koning, die zyn hoofddeksel aan zyn adjudant gegeven had, sprak inmiddels byna onafgebroken met zyn bruid, haar hand teeder in de zyne houdende. De beide getuigen plaatsten zich achter het bruidspaar, de voorzitter van de Skupschtina achter de bruid, de Russische gezant achter den bruidegom. Een priester bracht nu vier reusachtige waskaarsen, die twee aan twee door een ryk arrangement van zydewol en levende bloemen verbonden waren, voor den koning en zyn bruid. Nu verscheen de metro poliet met de ringen; hy drukte de ringen aan voorhoofd en borst van het bruidspaar en stak ze hun daarop aan de vingers. Na de door den metropoliet voltrokken ring- ceremonie herhalen de getuigen dat, door de ringen van de vingers van het echtpaar te nemen en ze er weder aan te doen. Dan nemen zy de kaarsen over uit de handen van den koning en zyn gemalin. „De koning nam nu zyn gemalin by den arm en geleidde haai' naar den eersten bal dakyn, waaronder het paar zich plaatste; achter hen stonden de getuigen met de kaarsen. De metropoliet en de bisschoppen stonden voor de bidstoelen en spraken afwisselend de gebeden. De koning sprak inmiddels aanhou dend met Draga, en zy antwoordde hem glim lachend. Do metropoliet nam nu de beide kronen op, die op de tafel lagen, en ging op het koningspaar toe. Hy nam de eene kroon, drukte haar driemaal op voorhoofd en borst van den koning ten teeken des kruises en zette haar vervolgens op diens hoofd. De kroon wilde echter niet goed vast blyven zitten, en Draga beurde den arm op en drukte de kroon vast tegen de slapen van haar gemaal. Nu werd de bruidskroon op het hoofd van de koningin gezet, en nadat er nogmaals gebeden was, deed het paar, door den metro poliet voorafgegaan, een rondgang. Daarmede was de trouwplechtigheid voltrokken en Draga Maschin was koningin Dragina geworden." Voordat het huwelyk voltrokken was, had volgens de „Polit Corr." het offlcieele blad „Srpske No vine" in het niet-officieele gedeelte over de familie van de uitverkorene van koning Alexander de volgende mededeelingen gepubliceerd: „De hooge bruid stamt voort uit het voor name, eerbiedwaardige geslacht der Wojwoden Lunjewitza. Nicoli Militsjewitsj, genaamd Lun- jewitza, naar het dorp, waarin hy geboren werd, stond ten tyde van den eersten Servi- schen opstand in de beste jaren en was een ryk koopman. Aan den onafhankelykheids- stryd nam hy aan het hoofd van de bevolking van het Roedniker-district levendig aandeel. Zyn byzondere verdienste bestond hierin, dat hy aan de zaak van de Servische onafhan- kelykheid belangryke geldoffers bracht en het grootste deel van de oorlogsbehoeften uit eigen middelen verschafte. Hy was het ook, die by den echt tusschen den vorst Milosj en vorstin Ljoebitza bemiddelde. In het jaar 1815 was hy een van de meest geziene Wojwoden in die vergadering, die tot den opstand besloot en vorst Milosj tot leider van de Serven uit riep. Onmiddellyk daarop verdeelde hy hooge bedragen onder het volk voor het verschaffen van de noodige oorlogsmiddelen. Hy had aan alle politieke gebeurtenissen van die dagen levendig aandeel genomen en had by elke gelegenheid door strenge eerzaamheid on zeld-* zame werkkracht uitgeblonken. Hy kreeg den rang van overste en was eere-president van de Boedniker districts-rechtbank. Hy was met de dochter van den beroemden Wojwode Carajitsj gehuwd, die in 1806 by de bestor ming van Belgrado gevallen is. In 1839 stierf Lunjewitza. Zyn zoon, Pante Lunjewitza, was do vader van de koningsbruid. Hy heeft eon schitte rende ambtenaarsloopbaan doorgemaakt en behoorde tot de meest uitstekende en meest begaafde bestuursambtenaren van Serviö. Het huis Obrenowitsj was hy steeds innig toege daan, en waar hy werkte, verwierf hy overal de liefde en aanhankelijkheid van de bevol king. Groote verdiensten heeft hy zich ver worven als districts-prefect en als prefect van de stad Belgrado. De hooge bruid is fijn beschaafd en onder scheidde zich steeds door haar voornamen aard in het gezelschapsleven, alsook door haar aangeboren lieftalligheid en algemeen bekende scherpte van geest. Zy spreekt verscheidene talen en was korten tyd met een myn-ingenieur gehuwd, die op een dag op een dienstreis aan een beroerte stierf. Het korte huwelyk bleef kinderloos. De bruid heeft twee broeders en drie zusters, waarvan er een gehuwd is met den directeur van een aanzienlyko bankinrichting, terwyi de beide andere meisjes 17 en 15 jaar zyn. Dezen wonon by haar zuster. Do broeders zyn officieren. De bruid was van 1891 tot 1897 hofdame van koningin Nathalie." Bad voor blauw gevoelig papier. Uitstekend geschikt voor Amateurs voor het maken van Ansichtskarten. Ook doelmatig voor het kopiêeren van teekeningen. Verkrygbaar in fleschjes a f 1. by 1>. W. E. F. BE WAAL, 7131 11 Drogist, Mare 56, Leiden. Yan af Maandag 27 Aug. 1900, worden de pry zen gebracht voor: Gebuild Brood. per K.G. onv. op 6J[ Cts. Idem gem. Extra fijn L. B. F.J Idem Water brood (gleuf in de boven- k°rst)J O Kadetjes, Watorbroodjes en Profeetjes per stuk lj Ongebuild Brood. J 6 Bruin Brood i 6 Kropmik. (J Gewoon Roggebrood 1$ „11 Idem Zoet Idem 1 „10 Krenten Idem 1 van 14 16 Krentenbrood8jB 9j Idem fijn. 1 45 50 Idem idem in Tulbandsvorm 50, 75,100 en 125 Krenten broodjes gew. p. st. van liz op 2 Idem fijne 2 H Beschuit (enkel platte) p. 10 st. 10 Idem 25 in busson 25 De bussen, 20 Cts. be rekend, worden, mits onbe schadigd, tot denzelfden prys teruggenomen. Lange, Kaneel- en kleine Ronde Beschuit per 20 stuks 10 Tarwebloem in pakjes por K.G. onveranderd 8 In de Depots behooren geykte weeg- middolen te zyn, om te kunnen be- wyzen, dat het Brood steeds op behoorlijk gewicht verkocht wordt. 7028 52 De Directeur, G. J. BE CA SP Alt IS# Leidsche Verzekerings-Maatschappij tegen Invaliditeit en Ongelukken der Werklieden. Goedgekeurd by Kon. Besluit van 3 Dec. 1896. op 7022 17 mXSDAG 23 Augustus 1900, des avonds te 8uur, in het Nutsgebouw. C. J. YAN DER DRIFT, Secr6tarissen TV. A. VAN LITH, secretarissen. Tegen 15 September wordt te Lei den gevraagd: eene flinke zindelyke van buiten, goed kunnende koken en netjes werken, Ger. of P. G., niet beneden 20 jaar en van goede getui gen voorzien. Brieven onder No. 7012 aan het Bureel van dit Blad. 9 Gevraagd tegen 1 Nov.een flinke Mevr. BOLLÉE, Pastorie Katwyk aan den Ryn. 7021 5 00 TE II IJ IJK: een Benedenhuis met Tuin, voor zien van 2 Zitkamers, Slaapkamer, Keuken en verdere gemakken, ook Gas leiding. Te zien en te bevragen by: P. J. CHRISTIAANSE, Rynsburger- weg over tol BEIJER. 7040 7 boven 15 jaren, kunnen direct vast werk bekomen aan de Biscuit fabriek „NUTRIX". Aanbiedin gen in persoon. 7034 6 Do Directeur der Muziekschool van de „Leidsche Maatschappy voor Toonkunst" bericht, dat tot het inschrijven van Iieerlingen de ge legenheid wordt opengesteld op Vrijdag 31 Augustus en Zaterdag 1 September a. s., van 1 tot 3 uren, in het Nutsgebouw. Het onderwys wordt gegeven door: den Heer S. YAN GRONINGEN, (Piano- en Orkcstklasse); Mejuffrouw M. KERN, (Piano); A. M. DE GRAAF, (Piano en Elementair onderwas) N. M. J. WERST, (Piano); J. M. DE LOOS, (Theorie en Muziekgeschiedenis); J. WEYS, (Koor- en Solfègeklasse, Solozang en Beelamatie) den Heer JAN G. STRIENING, (Viool en Elementair Orkest klasse); H. J. WANNA, (Violoncel). De Directeur voornoemd, 7033 34 S- VAN GRONINGEN. Rnime sorteering, tegen bllltyke prijzen. SMKDKRIJ: Kort-Rapenburg 10. Telephoonn. 312. Boommarkt 3. Boodschappen worden ook aangenomen aan „Be Eeidsehe Wiclrijschool", Haarlemmerstraat 42. 7030 40 7045 30 13. VISIIDIAURT 13. 2084 19 OPROEPING. H.H. Broodbakkers, Yischhande- laars, Bierbottelaars en Sigarenhan delaars, allen gedurende minstens vyf jaren lid dezer Yeroeniging, worden uitgenoodigd zich schrifteiyk aan te melden vóór 8 September by den Heer J. GOEDELJEE, Hoogewoerd 152, ter levering van de voor de uit- deeling bonoodigde artikelen. HET BESTUUR. IJITBEELING. De gewone jaarlyksche inschry ving voor de uitdeeling grypt plaats op 8 September a. s., in de Stads- zaa>, tusschen 6 en 10 uren 's avonds. 7038 21 HET BESTUUR. Yoor een Leerling H. B. School lste klasse wordt, tegen billyke conditiön, gelegenheid gezocht bet huiswerk bij een Onderwijzer aan buis te maken. Brieven s. v. p. onder motto „Huiswerk" a/d. Boekhandelaar G. LOS, alhier. 7043 9 Oude Vest I (bij de Beestenmarkt). Alle posten worden gesloten tegen vaste billijke premiën zonder inleg by de Haagsclie Assurantie- Cie van 1805. Waterschaden, Bliksemslag- en Gasontploffingschaden worden mede vergoed, evenals ver miste Voorwerpen 7039 20 Yoor staanplaatsen zich aan te melden by den Marktmeester tot en met 8 September a. s. Yoor Caroussel, Wafel- en Pof fertjeskramen zyn geen plaatsen meer beschikbaar. 7044 11 De Burgemeester van Valkenburg, VAN OORDT. Valkenburg, Z.-H., 24 Aug. 1900. Al degenen, die iets te vorderen hebben van of ver schuldigd zyn aan de nalatenschap van wylen den Heer HERMAN CORNELLS HARTEVELT, in leven Bloembollenkweeker, laatst gewoond hebbende te Wassenaar en overleden den 30sten Juli 1900, ge lieven daarvan opgave of betaliug te doen ten kantore van den Notaris W. F. KAISER, te Leiden, Rembrand- straat nummer 25, vóór of oj» 5 September a. s. 7027 14 Gevraagd voor een Heer: een ongemeubileerde by nette lieden, P. G., met kost en bediening, en opgave van prys. Brieven te bezorgen by P. DUYYER- MAN, Boek- en Handelsdrukkery, Hooigracht 100. 7017 9 Geregeld versche aanvoer van puike Zcenwsche Paarspetten en BI an we, alsmode Brielsche Ronde en Geldersche Kralen, vry van ziek, tegon concurreerende pryzen. Te bekomon by M. Tb. ROON, Levendaal 25. Aan hetzelfde adres Varkens voer te koop. 7042 lfr Gedeponeerd Fabriekmerk Verkrijgbaar bij: 2085 20 15. V1SCHMARKT 15. 38) Had hy zich vroeger niet juist rekenschap gegeven van zyn handelwyze, nu werd zy hem getoond in een spiegel, en wat hy daar zag, was een hateiyk beold, een beeld, dat den trotscben graaf onwaardig was. „Gy schynt Wolframs opvoeding toch niet geheol vergeten te zyn," sprak hy eindeiyk scherp. „Wilt gy misschien weder een scène maken als toen in Steinrück? Gy ziet er wel naar uit." Hy had niets ergers kunnen doen dan deze herinnering wakker roepen. Tien jaren waren sedert dien tyd verloopen, maar Michaels bloed kookte nog, als hy er aan dacht, en hy werd er dan ook tot nieuwen toorn door opgewekt. „Toen noemdet gy my een dief 1" barstte hy uit. „Zonder bewys, zonder onderzoek, eenvoudig op een looze verdenking af! Ieder 'uwer bedienden hadt gy toegostaan, zich te .verdedigen, uw kleinzoon boschouwdet gy als oen misdadiger. Ja, ik greep toen naar hot .eerste het boste voorwerp, dat my tot wapen dienen kon; ik wist immers niet, dat myn eigen grootvader my de beleediging aandeed maar van hot uur af aan, dat ik dat vernam, .leefde in my nog het vurig verlangen naar .vergolding." „Michaël," viel hem de graaf dreigend in de rede, „geen woord meer op dezon toon, die noch tegenover uw bevelhebber, noch tegenover den vader uwer moeder past. Ik verbied het u, en gy zult my gehoorzamen." Als graaf Steinrück op deze wyze sprak, had hem nog niemand durven weerstaan; hier, voor de eerste maal, faalde de macht zyner persoonlykheid. Zelfs Raoul, die toch waarlyk niet tot de bangen behoorde, zwichtte voor den toornigen blik dezer oogen, maar Michaël zweeg niet. Wel dwong hy zich op die vermaning met gewold tot kalmte, maar al klonk zyn stem ook koeler en bedaarder, zy had niets van haar kracht verloren als hy voortging: „Om u te dienen, Excellentie I Ik heb dit onderhoud niet gezocht; het werd my afge dwongen. Maar ik denk, dat gy nu bevryd zyt van de vrees, dat ik ooit eenige aan spraak zal doen gelden op myn verwantschap met u. Gy acht u zoo verre verheven boven de gewone menschenwereld, met uw over- ouden stamboomgy hebt het eenige lid van uw huis, dat het waagde, dezen trots op uw voorvaderen te braveeren, met yzeren hand verstooten en uit uw leven weggevaagd I Maar uw wapenschild staat niet zoo onbe reikbaar hoog als de zon aan den hemel; er komt misschien nog eenmaal een dag, dat het een vlek draagt, die gy niet uitwisschen kunt. Dan zult gy gevoelen, wat het zeggon wil, met een vurig, hartstochtelyk gevoel voor eer in de borst de schuld en smaad van een ander te moeten boeten, zooals gy my nu laat boeten voor hot aandenken myns vaders; dan zult gy begrypen, welk een onmeedoogend rechter gy voor myn moeder geweest zyt. Mag ik het onderhoud nu als geëindigd beschouwen, Excellentie?" Nu stond hy weder daar in zyn styve, militaire houding. De generaal antwoordde niet; het was of hem een huivering door de leden voer by deze woorden, die byna profetisch klonken; een oogenblik lang dook er wat voor hem op, nog donker en vormloos, maar als de schim van een naderend onheil; dan verzonk het weder in het niet Zwygend wenkte hy den jongen officier zich te verwydoren, en deze ging, zonder zelfs een enkele maal om te zien; de volgende minuut werd de deur achter hem gesloten. Toen Steinrück alleen was, begon hy drif tig de kamer op en neer te loopen, en daarby vestigde zich zyn oog altyd weer op dat eene beeld, dat tegenover hem aan den wand hing, en dat hemzelvon als jon gen officier voorstelde. Neen, er was geen gelykenis tusschen dezen schoonen kop met de edele, regelmatige lynen, en die karak teristieke, scherpe trekken, niet de minste I En toch waron het dezelfde oogen geweest, die don graaf uit dat gelaat vlammend aan staarden, toch was het zyn stem, dio hy uit dien mond gehoord had, en ook zyn onbuigbare trots, zyn yzeren wilskracht, die den stryd met het moeiiyksto niet schuwde; niet in de trekken, in blik en houding lag de gelykenis. Dat drong zich met onwederstaanbaar geweld aan den man op, die zoo somber en strak naar het beeld zyner jeugd staarde. Hy was verstoord, beleedigd, en toch kwam er iets in zyn ziel, dat hy nooit gekend, maar wel vaak smarteiyk gemist had by zyn zoon en kleinzoon, die zyn naam en zyn gravenkroon droegen; het bewustzyn, dat hy een erfgenaam van zyn karakter en bloed bezat. Hy had tevergeefs moeite ge daan, in Raoul slechts een enkelen trek daarvan te ontdekken. Maar de verloochende zoon der verstooten dochter, die als een vreemdeling zyn huis verliet, die had dit bloed in de aderen, en de grootvader voelde door al zyn haat en stryd heen, dat Michaël een rys van zyn stam was XIV. Professor Wehlau bewoonde in het wes- telyk doel der stad een niet al te groote, maar zeer nette villa, waarby een tamelyk uitgestrekte tuin behoorde, en de prettige en smaakvolle inrichting daarvan toonde aan, dat de streng wetenschappeiyke man volstrekt geen afkeer had van de aangenaam heden des levens. De winter was reeds voor het grootste deel voorbymen was in het begin van Maart en op het land begonnen zich reeds de eerste boden der lente to vertoonen. In het huis van Wehlau heerschte echter altyd nog een met onweer dreigende temperatuur: de spanning tusschen vader en zoon was nog lang niet geweken en de donderxoolkzooals Hans met allen eerbied de stemming van zyn vader noemde, hing nog dikwyls dreigend boven hem. Dat was ook heden het geval, nu de jonge kunstenaar zich in de studeer kamer van den professor bevond, die weder eens de volle fiolen zyns toorns over den ongehoorzamen zoon uitgestort had. „Kyk Michaël eens aan," besloot hy eindelyk zyn rede. „Die weet, wat arbeiden is, en die komt ook vooruit in de werold. Op negen-en twintigjarigen leeftyd is hy reeds kapitein geworden. Wat zyt gy daarentegen?" „Ik wilde wel, dat Michaël eeDS een heel dommen streek deedl" sprak Hans misnoegd; „dan behoefde ik niet altyd en eeuwig te hooren hoe voortreffelyk hy is. Gy ziet in don nieuwbakken kapitein reeds den toekom- stigen veldmaarschalk, die alle veldslagen wint, en uw eigen zoon, die toch ongetwyfeld oen aankomend genie is, vertrouwt gy niets toe, vader; eige>iyk schreit dat ten hemel." „Zwyg met uw spot," viel Wehlau hem boos in de rode. „En daarby wilt gy my nog wy smaken, dat gy viytig zytl Jawel, de heeron kunstenaars noemen dat zoo I Den halven dag loopen zy rond en makon pleizier, onder voorwendsel van hier of daar een studie te maken, terwyi zy den overigen tyd allerlei dwaasheden in hun ateliers uithalen! Daarby komt dan nog," ging de professor voort, „de onvurmydelyke reis naar Italië, waar het vermaak met nieuwe krachten voort gezet wordt, natuurlijk ook voor studie 1 En wat noemt gy dan werken? Maar dit leven is zoo juist naar uw smaak; het is dan ook wel het eenige, waarvoor gy nog deugt." De 79rwyten hadden helaas geen uitwer king. Hans ging weder schrylings op een steel zitton en antwoordde onbekommerd: „Twist nu niet, vader, of ik schilder u levensgroot uit, schenk het portret aan de universiteit en laat my een adres van dank betuiging schry ven. Ik heb u reeds lang willen vragen, of gy niet eens voor my poseeren wilt." „Dat ontbrak er nog maar aanl" stoof de professor op. „Ik verbied u ten strengste uw kladwerk aan myn persoon te beproeven." „Kom dan ten minste eens in myn atelier kyken; gy hebt myn kladwerk nog met geen blik verwaardigd." „Neen," bromde Wehlau. „Ik wil my niet opnieuw ergeren. Ik wil niets zien en hooren van de heele geschiedenis." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 10