N\ 12420 Dinsdag 31 Augustus. A0. 1900 <§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 21 Augustus. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. LEIDSCH PRIJS DEZER COUBAETi Voor Leiden per 3 maanden. i i i i 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommerg J Ö.06. PRIJS DER ADVERTENTIEE: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. OHloiëole Kennis{;ovliig,eiL Direct© Belastingen. T)o Burgemeeeter van Leiden brengt ter algomeone kerm ia, dat aan den Ontvanger der Direote Belastingen ia ter Lai.d gesteld liot kohier der Belasting op bedrijfs- en andere inkomsten No. 4 van don dienst 1900/1901, executoir verl laard den 18don Aug. Jl., en herinnert voorts den bolanghebbondon aan hun verplichticg, om den aanslag op don bg do Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, Do Burgemeester voornoemd, 20 Aug. 1900. F. WA8. Dinsdag 18 September, des namiddags te twee uren, zal prof. dr. H. A. Lorentz, alhier, bet rectoraat overdragen aan prof. dr. J. E. ,Van Iterson J.Azn. In de St.-Petruskerk alhier is door den weleerw. heer P. Wytenburg zyn plechtige Eerste H. Mis opgedragen. Het altaar was tot dat einde getooid met planten en sier- groen. De jeugdige priester werd geassisteerd door de zeereerw. heeren pastoors J. J. Vernieuwe, Ivan de kerk, waar de plechtigheid plaats vond, pastoor Van Os, van Almeloo, en pastoor H, J. Stoopman van 's-Heerenhoek, resp. als presbyter-assistens, diaken en sub-diakon. De feestprediking werd gehouden door den oom van den jubilaris, den zeereerw. pastoor Wytenburg, van Amsterdam, naar aanleiding tvan de woordon uit het Evangelie van Mat- 'theus 4 vs. 19: „Volgt my." Het zangkoor bracht ten gehoore het „Yeni Creator" van Verhulst en de 1ste Missa van Heinze. De bijzondere commissie voor de visschery onder voorzitterschap van den heer P. P. C. Hoek, te Den Heldor, is voor haar inzending op de wereldtentoonstelling te Parys bekroond met den Grand Prix (hoogsto onderscheiding). Onder degenen, die medegewerkt hebben om dit gunstig resultaat te verkrijgen, behoort ook onze stadgenoot de heer A. G. Drechslor, amanuonsis.aan het Zoötomisch Laboratorium alhier, voor een collectie &keletton en opgezette dieren, die met de visscherij in vertand staan. Een eervolle vermelding in groep XVIII (kolonisatie) is toogekend aan prof. dr. K. Martin, te Leiden, voor z(ju inzonding op dezelfde tentoonstelling. B. en Wb, van Haarlem hebben aan den Raad voorgesteld, om ten behoeve van de te bouwen gemeentelijke lichtfabrieken aan te koopen voor f 8 per M\ eon stuk grond in den Veerpolder. De groothertog van Baden, die te Scheveningen vertoeft, is hedenochtend naar Duitscbland teruggekeerd. Hr. Ms. Commissaris in Zuid-Holland is voornemens morgen (Woensdag) de ge meenten Wateringen, Naaldwijk, De Lier en i's-Gravenzande te bezoeken. De heer Conrad, die onze Regeering vertegenwoordigde op de scheepvaart- en hygiënische congressen te Parijs, is in Don Haag teruggekeerd. In de residentie is aangekomen Baron 'Guillaume, gezant van Belgiö te Athene, 'yrooger gezantschapsraad van Belgiö by ons Hof. In het byeenzyn van de Eerste Kamer na de opening van het nieuwe zittingsjaar 'in September a. s. zullen worden afgedaan de wetsontwerpen omtrent het waterstaats bestuur en de gemeentelijko belastingprogressie. De ontwerpen betreffende do voogdij, enz. kunnen dan, naar verwacht wordt, in do afdeelingen worden behandeld. De gezant der Yereenigde Staten by ons Hof is voor kprten tyd naar Ostende en de militaire attaché by het gezantschap naar Brussel. Het Amerikaansche oorlogsschip „Easex" wordt binnenkort ter reede 'van Amsterdam verwacht. De najaarsmanoeuvrea van ons leger, in September a. s., zullen als gewooniyk worden bygewoond door de militaire attaché's by de vreemde gezantschappen by ons Hof. De voorzitter van het hoofdcomitó van heb Roode Kruis heeft van den minister van bui- tenlandsche zaken mededeeling gekregen van een telegram, ontvangen van den Nederland- schen consul te Colombo (Ceylon), meldende: „Alle gevangenen zyn in welstand. Voor hen zal zorg worden gedragen". Men schryft uit Rotterdam aan het #Utr. Dbl.": Het vroeger vermelde voorstel betreffende de Maashaven, dat dezo week by den gemeen teraad in behandeling komt, betreft niet enkel het graven van de haven, maar ook het ophoogen van do aangrenzende terreinen, het aanleggen van straten en wegen op die terrei nen, het rioleeren van die straten en het be planten van een doel der terreinen. Daarvoor alleen is een uitgave van negen ton gouds geraamd. Maar daarvoor komt dan ook een bouwterrein beschikbaar van niet minder dan ongeveer 98,000 vierkante meter. Men verstaat hier uitstekend de kunst om dergeiyke groote werken terstond productief te maken, en zoo heeft ook nu do diroctour der gemeentewerken zyn plannen op zooda nige wyze ingericht, dat er tegenover do groote geldelyke offers, die aan de gemeente moeten worden opgelegd, bolangryko baton komen te staan. De haven zelve zal, als zy eenmaal geheel voltooid is, een grootsch werk zijn. Maar ook wat er in do omgeving komt, zal een grootsch karakter hebben. Voor de inrichting van dat zeer uitgestrekte terrein is een mooi plan ont- worpon. Al zullen die gedeelten, welke be stemd zyn, om, zooals men oudtyds zeide, „tot. opbrengen, daarom is niet alles aan de produc tiviteit opgeofferd; integendeel, er is gezorgd, dat ruim voldaan worde aan de eischon van hygiëne en welstand, en met het oog daarop is bjj het ontwerpen der plannen onbekrompen over den te verkrygen grond beschikt. Ruime kaden, breede straten, mooie pleinen en fraaie parken dit alles zal aan deze nieuwe stads kwartieren oen indrukwekkend aanzien geven. Ds. Ulfers, te Rotterdam, is in zooverre hersteld, dat hy met zyn echtgenoote voor volledig herstel van gezondheid naar Hilver sum is kunnen vertrekken. De luitenants-ter-zee lsto kl. J. W. Van Aalst en A. J. Gooszen worden belast resp. met het onderwys in de practischo zeevaart kunde, den scheepsbouw en do meteorologie on in do stoomwerktuigkunde, het werktuig kundig, hydraugraphisch en topographisch teekenen by het Kon. Instituut der Marine. Te Vlissingen komen per stoomschip „Hawarden Castle", dat heden of morgen aldaar verwacht wordt, uit Transvaal terug de heeren Van Heek, Rotsaert en Soly, leden der Bel gische ambulance. Door Antwerpsche vrienden zullen ze verwelkomd worden. MC.) Door mej. D. B. Van Malsen, te Groningen, is oervol ontslag gevraagd als loerares in de wiskunde aan de H. B.-S. voor Meisjes. Ten behoeve der stelling Amsterdam bestaat het voornomen een weg aan te leggen door den Rottepolder onder Haarlemmeriiede als verlenging van den aangelegden weg door den Binnenpolder en om eon korte verbinding te krygen met don Haarlemmermeerpolder. In de Haarlemmervaart en Ringvaart wor- don alsdan landhoofden of steigers gemaakt, waartusschen zoo noodig libel spoedig een brug geslagen kan worden. {R. C.) Do Senaat van het Indologisch Studenten corps te Delft biedt, daar het korps spoedig wordt ontbonden, de vaandels, insignia en het archief in bruikleen aan hot gemeente-museum, met dien verstande, dat, wanneer een nieuw Indologisch Corps mocht worden opgericht, de afgestane voorwerpen zullen worden terug gegeven. B. en Ws. stellen voor, hot aanbod op dio voorwaarde te aanvaarden. (N. D. Cl.) Ten bewijze van de groote drukte, die er mot de landbouwtentoonstelling, met do daarmco verband houdende vergaderingen, doch vooral met het bezoek van de Koningin nen, in Da venter heersclien zal, diene, dat er geen logies meer te krygen is in eenig hotel en dat er by particulieren nog maar heel enkele beschikbaar zyn. Op het terrein der tentoonstelling is party getrokken van de ruimte; do levende artikelen, die er geöxposeerd worden, als: paarden, koeien, varkens, schapen, geiten, pluim- en ander vee, zullen or een goed tydeiyk logies vinden. Ook het niet levende, doch levenwek kende materieel, de landbouwwerktuigen, voederartikelen, meststoffen, enz. zyn er ruim schoots en goed tentoongesteld. De treinen van Apeldoorn stoppen deze dagen alle vlak vóór den ingang der tentoon stelling. Vooral Woensdag wordt veel bezoek verwacht, want dan is het do dag dan komen de Koninginnen. Het is maar goed, dat het station van den Staatsspoorweg als plaats van aankomst werd gekozen en niet hot houlon loodsje, dat te Deventer het station der H. S.-M. moet voor stellen. Dit gebouwtje toch is nauweiyks geschikt voor niet-vorsteiyke reizigers, laat staan dus voor de ontvangst van een Koningin. Op don rit van het station door de stad -zullon eenige inrichtingen van liefdadigen aard en een fabriek bezocht worden en daarna, tegen drie uren, worden de Koningin en Haar moeder ten stadhuize' ontvangen. Na een uur vertoevens daar wordt de Landbouwtentoon stelling bezocht. De „Arnh. Ct." bevat het volgende bericht „De opvoering van: „In Oranjedorp anno 1900", het volksbiyspel van mej. Betsy Perk, waarmede haar Koningslied: „Wilhelma van Nassauen" zich hoopt in te burgeren, zal allereerst plaats hebben in het Paleis voor Volksviyt te Amsterdam en daarna in ver schillende andere plaatsen. Hoewel het geschreven word voor meer besloten kring, hoopt zoowei de schryfater als het bestuur van „Kunst en Kennis" dat met de koninklyke opdracht ter verspreiding word vereerd juister zich van die taak te kwyten in het Amsterdamsch Paleis, nu hot zich rechtstreeks tot het volk heeft te richten met de door Hare Majesteit bekrachtigde woorden blykens dio opdracht. De volkstafereeltjes zullen vooraf worden gegaan door een drama in drie bedryven van dezelfde schryfster: „Rederyker6 in deXVIdo eeuw in Hallepoort en Paleis te Brussel" (de inburgering van hot Wilhelmus). Het verschil tusschen toen en thans biykt uit beide tooneel- werken niet minder dan uit do woordon, des- tyds Willem van Oranje in den mond gelegd. Daar het gezelschap van het Amsterdamsch Paleis onder de nieuwe leden ook mevr BudermanVan Dyk engageerde, zal het Wilhelma flink worden gezongen, terwyi de Rederyker, die in het drama optreedt, de woorden van het Wilhelmus, krachtens den drang der tragische omstandigheden, stellig voortreffeiyk zal zeggen. De regie der beide stukken wordt spoedig ondernomen en de rolverdeeling nader bekend gemaakt." Naar wy vernemen, keeren kapitein jhr. Ram en 1ste luit. Thomson, attaché's uit bet Nederlandsche leger by do Boeren, binnenkort uit Zuid-Afrika terug. Van don lston luitenant Assolbergs, die met wjjjlen don lston luitenant Nix het Indisclio leger by do Boeren vertegenwoordigde, hebben wij het laatst vernomen, dat hy te Durban langzaam herstelde van een zwaren aanval van typhus. NR. C.) Do ministers van justitie, financiön, oorlog, koloniën en waterstaat verleenen dezo week geen audiëntie. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 20 Aug. te Genua; do „Teviotdale" arriveerde 20 Aug. van Amsterdam to Newport-News. Bonthuizen. Do gemeente-rekening over het afgeloopen dienstjaar 1899 is vastgesteld tot een bedrag van 6776.80 aan ontvangsten, f 5148.025 aan uitgaven, batig slot alzoo fQ28.77». By beschikking van den directeur der directe belastingen te Rotterdam is bepaald, dat vervalt de zitdag van den ryksontvanger, die in de maand Januari in deze gemeente, alsmede te Hazerswoudo aan den Rjjndjjk, in het dorp, en te Koudekerk wordt gehouden. Koudekerk. Dat het gebruikmaken van zyn voertuig den veloclpedist blootstelt aan gevaren, werd Zondagmorgon voor de zoo- veelato maal opnieuw bewezen, toen iemand, te Bodegraven woonachtig, by den val van zyn ry wiel zich aan het hoofd en de ledematen zoodanig verwondde, dat, na door den alhier ge vestigden geneesheer te ziin verbonden, zyu overbrenging naar het ziekenhuis te Leiden noodig geoordeeld werd. Do aanstaande opening van de R.-K. school aan de Hooge Zydo heeft roeds haar invloed doen gelden op het leerlingenaantal der openbare school. De meeste school gaande katholieke kinderen zyn na do vacantie thuisgebleven, torwyi de overige hoogstwaar- schyniyk met September eveneens de school zullen verlaten. Leiderdorp. Gistermiddag was de passage over do Loiderdorpscho brug gedurende ge- ruimen tyd gestremd, doordat een hoog geladen hooischuit daarin vastzat. Wnddingsveon. De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben voor het beryden met motorrytuigen ongeschikt verklaard in de gemeente Waddingsveen: a. den Kerkweg van de Gouwe tot den Noordeindschen weg; b. den Brugweg van de Gouwe tot den Mid- delburgschen wegc. don Kleiweg, van af de gemeente Reeuwyk (Do Baars) tot aan de gemeente Gouda (tolhek); cl. do Jan-Dorrehens- kade tusschen den Ringdyk van don Zuld- plaspolder en de Zuid- of Gouwekade. Zegwaard. Door Ged. Staten is de termyn van herziening der keur of politieverordening voor don Binnenwegschen polder onder deze gemeente en Bleiswyk gedurende zes maanden verlengd en de tegonwoordige keur dus geldig verklaard tot Februari 1901, behoudens vroegere intrekking. 81) „Ja, myn Gerlinde is in de geschiedenis ,van ons geslacht thuis," sprak do vryheer op zegevierenden toon. „Zy heeft ze zelfs beter in het hoofd dan ik; want myn geheugen [begint reeds door den ouderdom te lyden. Gisteren nog maakte zy my opmerkzaam op I een vergissing in een jaartai, toen ik over Udo van Eborstoin sprak. Nietwaar, myn kind?" Alsof men togen den slinger van oen uur werk gestooten had, zoo begon freule Gerlinde op dezo vraag opnieuw en vertelde een nog iveel langero geschiedenis, dezen keer uit de veertiende eeuw, toen eon zekere Eberstein in een zekeren slag den keizer het leven gered had en daarvoor zoker burchtslot van hem ontvangen had. Al deze moeilyke datums en namen kwamen met een onfeilbare zeker heid en breedvoerigheid, maar eentonig, over haar lippen, die aan hot ratelen van een molen- werk deden denken, en ten laatste hield zy ©ven plotseling op als zy begonnen was. Hans schoof onwillekeurig zijn stoel eenige schreden terug, want nu begon hem de zaak Onaangenaam te wordendo burchtheer echter, •die het voor een teeken van bewondering Shield, scheen zeer geneigd hem nog een •yorderen blik in de kroniek van zyn geslacht ,te verschaffen, toen de oude staande klok met luide, langzame slagen negen uren aangaf. „Al negen uren!" zeide Eberstein, torwyi hy opstond. tWjj lovon hier zeer geregeld, mynheer Van Wchlau, en zyn gewoon, altyd op dit uur tor ruste te gaan. U kan dat na uw vermoeienden woud- en bergtocht slechts aangenaam zyn. Ik wensch u een rustigen en aangenamen nacht in don „Ebersburg"." „Dat was verschrikkelyk 1" zeide Hans Wehlau met een diepen zucht van verademing by zichzelven, toen hy in den „Ebersburg" op zyn slaapkamer alleen was. Deze grysaard uit de tiende eeuw en deze jonge burchtvrouw, die ik voor doofstom hield en die de oude kronieken opratelt als een ekster, die van don tongriem gesneden is, hebben myn hoofd goheol in de war gebracht. Ik kwam zelf ook reeds in de middeleeuwen terecht sedert ik Hans Wehlau Wehlenberg op „Forschungstein" ben." Met deze woorden stapte hy in bed, sliep in en droomde, dat de oude vryheer met een lantaarn heel Noord-Duitschland doortrok om den burcht „Forschungstein" te zoeken en freule Gerlinde fladderde als een ekster naast hem en snapte zonder ophouden over Koen- raad van Eberstein en Hildegonda van Ortenau, en als zy den „Forschungstein" niet vonden, zetten zy zich op hun stamboom en stegen daarmede omhoog, altijd hooger tot in de tiende eeuw, en dat zag er zeer indrukwekkend uit. Toen Hans den volgenden morgen wakker werd, scheen de zon helder door zyn raam en zyn kleeron waren ten minste zoo ver gedroogd, dat hy zo aantrekken kon. Het was yog vroeg en in het huis scheen alles nog in de rust te zyn; hy besloot daarom den „Ebersburg," waar hy in de duisternis en onder een hevigon rogen aan gekomen was, by het daglicht eens nader op te nemen. Uit zyn kamer kwam hy onmiddellyk in de lange gang, die door een raam verlicht werd, vond zonder veel moeite de steile wenteltrap met de uitgesleten treden en kwam door het voorhuis buiten. Do „Ebersburg" was ongetwyfeld in vroe- goron tyd een sterk, statig bergslot geweest, misschien in den loop der eeuwen moer dan eens verwoest en altyd weder opge bouwd. Nu was het nog slechts een ruïne. Het grootste deel lag In puin. Wat van hot muurwerk nog stond, scheon op het punt van in te storten. Op het slotplein groeide het gras welig op en daartusschen stonden struiken en jonge boompjes, die de geheelo ruimte tot een wildernis maakten. Ook van do tinne van den ouden wachttoren, die schynbaar nog ongedeerd gebleven was, hing het gras neer en door de schietgaten vlogen do uilen in en uit. Daartusschen lagen ingevallen gewelven, half neergestorte muren en hier en daar staken de overblyfselen van het eigenlyke slot uit het struikgewas op. De eenige, nog onderhouden vleugel, die door den togenwoordigon burchtheer be woond werd, had eveneens een treurig aan zien. De ruïne wa3 in haar geheel zeker schilderachtig; hier en daar zag men her stellingen, die het geheelo verval moesten voorkomen, maar hot zooveel te sterker op den voorgrond dedon treden. Het oude, afge brokkelde muurwerk was met witte kalk be streken, de ontbrekende vensters on deuren waren op do eenvoudigste wyze vorvangen en waar de vertrekken niet gebruikt worden, eenvoudig mot planken dicht gespykerd, en de voormalige steenen treden van de stoep by den hoofdingang waren door houten ver vangen. Hans Wehlau's kunstenaarsoog werd on aangenaam getroffen door dezen aanblik; hy wendde het oog weer haastig naar de ruïne, baande zich een weg door de groene wildernis van het slotplein en kwam eindelyk dooreen opening in den muur, die vroeger misschien een poortje geweest was, op het terras van den burcht. Hier echter bleef hij voorloopig staan; want uit den wachttoren, waar een stal in gemaakt scheen te zyn, klonk hem een lustig goblaat tegen en oen geit sprong vrooiyk do geopende deur uit. Achter haar aan kwam freule Gerlinde, die, niettegen staande het vroege uur, toch reeds gekleed was, d. w. z. in de gryze japon van gisteren. Zy hiold met beide banden voorzichtig een houten nap met molk vast, die tot don rand toe vol was. Doze onverwachte ontmoeting verraste beiden. Gerlinde bleef als aan don grond ge nageld staan, de gast des huizes moest wel gezien hebben, dat freule van Eberstein, die uit do tiende eeuw afstamde en een ontelbare menigte voorvaderen bezat, eigenhandig do geiten gemolken had, om do melk by het ontbyt te gebruiken. Haar zichtbare verrassing maakte ook Hans verlegen, zoodat ook hy het passende woord niet vond, maar alleen een hoffelyke buiging maakte. Tot geluk begreep de geit het pynlyke van den toestand on maakte er een einde aan, door in dartele sprongen op don vreemdeling af te komen, on dan terugkeorond zóó wild tegen haar jonge meesteres op te springen, dat do nap in haar handen begon te wankelen en een deel der melk er uit stortte. Dat verbrak op gelukkige wyzo hot ver legen stilzwygen. Hans haastte zich do jonge dame de melk uit de hand te nemen, wat zy ook gewillig toeliet, maar zy sprak daarby op zachton, verontschuldigenden toon: „Ons geitje is zoo biy, als-hot buiten komtl" ^Goddank. Eindelyk iets anders dan middel- lluldc aan president Steyn. In verband met de opwekking om president Kroger, die 10 October zyn verjaardag viert, bewyzen van sympathie te zenden, geeft ee.. inzender in de „N. R. Ct." in overweging, ook president Steyn, die op 2 October 43 jaar wordt, hulde te brengen. „Op de receptie, den 2den October 11., zeide de president in antwoord op den gelukwensch van hoofdambtenaren en anderen o. m. het volgende: „H6t is best mogelyk, dat ik hier (in hot presidentshuis te Bloemfontein) hot vol-, gende jaar niet meer sta als uw president, want donkere wolken pakken zich boven ons land en volk, ja boven geheel Zuid-Afrika samen. De oorlog dreigt, hoewol ik nog hoop, dat de vrode bewaard kan biyven. Doch wat ook gebeuro, nimmer, nimmer zullen we onzo onafhankelykheid onverdedigd afstaan!" „Heeft president Steyn geprofeteerd wat het eerste gedeelte en heeft hy voor zich woord gehouden wat het laatste gedeelte der aangehaalde woorden betreft? Ieder weet hoe hy zich nog te midden der commando's be vindt cn do ellende van den oorlog met zyn buigors, thans do armsten onder de armen, deelt in don stryd voor vryheid on voor reoht. „Kan er ook een hulde gebracht worden aan den heldliaftigen president van den Oranje- Vry staat?" «lot de „Admiral" verzonden, zouden do brieven voor den 2don October stellig te laat komen. Maar de „Kanzier" is den 18den dezer uit Antwerpen vertrokken. Te Napels neemt het de post aan boord. Verzendt men nu zyn brieven, enz. uiteriyk den 27sten dezer de3 voormiddags met het adres: ZHEd. M. T. Steyn, president van den Oranje-Vrystaat, p. a. den heer G. Pott, consul-generaal van den Vrystaat to Lorengo-Marquez, dan is er kans, dat de bezending tydig op zyn bestem ming komt. Misschien is president Stoyn dan niet rechtstreeks te bereiken, maar al krygt hy de huldebetuigingen iets later, dan ls hot kwaad nog niet groot. Trouwens, het is ook mogelyk, dat de brieven aan president Kruger hem over eenigen tyd slechts langs een om weg kunnen bereiken. CORRESPONDENTIE. - XI Do gemeente raad heeft in de verordening reeds bepalingen vastgesteld als door U bedoeld worden. Evenals op het to snello flotsry'den dient dus ook daarop toezicht te worden gehouden, en by overtreding proces-verbaal to worden opge maakt. Wy hebben uw klacht aan de politio kenbaar gemaakt. Uit do „Staatscouruiit Cadettenschool. Do minister van oorlog brengt nader ter kennis van belanghebbenden, dat, mot wijziging van •aankondiging in de ,Sts.-Ct." van Zaterdag 11 Augustus 1900, voor een plaatsing bij bovouver melde school in aanmerking komen: voor den dienst hier to laudo: E. T. Hissink, W. G. De Bas, jhr. H. Laman Trip, P. K. Kuipers, J. C. Spaich, J. li. C. Van Reenen, jhr. L. M. Van Reigersberg Versluya, J. W. Stoutjesdijk, A. Fabius, J. Vissor, L. Van DureD, J. O. Gaade, F. Vervoren, B. Bunschoten, A. R. F. Van der Mark, W. Van dor Mandele, J. De Ronde Bresser, J. L. Van Gogh, M. Brevet, R. C. Van der Garden, G. T. Slothouber, W. Van der Hout, J. E. Scheller, jhr. W. F. Do Villeneuve, H. J. Oaten en A. T. Dufour; voor den dienst in Noderlandsch-Indiö: L. C. A. Van do Kasteelo, F. Van der Goes, J. T. Mojet, W. II. Do Blaauw, li. Van Doornum, W. A. Boswijk, E. K. A. De Neve, W. M. Dudolc, J. D. Koopman, li. M. Savalle, H. G. Brandon, J. K. Bruynis, I. J. Milborn, H. Van den Bosscha cn 11. F. O. Smith. eouwsche kroniek 1" dacht Hans, dio werkelijk verrukt was over deze woorden. liy gaf zyn vreugde te kennen over de levendigheid van de geit, vroeg hoe oud zy was on bracht toen allereerst zyn melk in veiligheid door ze op een vooruitspringend stuk muur neder te zetten, want de geit bleef hem met nieuws gierige oogen aanzion en scheen zeer geneigd den aanval te herhalen; bedacht zich echter en liep hot weligo gras in, dat don bodom bedekte. Men had nu het volle gezicht niet meer op den „Ebersburg", want het rondom togen den bergwand groeiende woud hield hem verscholen en onttrok hem aan het oog. Hy lag tusschen een groene, golvende woudzee; do toppen dor boomon, waaruit hier en daar een vogelonliod opsteeg, wiegden in don morgenwind. Hot terras van don burcht word helder verlicht door de morgenzon. Maar ook hier getuigdo alles van verval en verwaarloozing en toch trof raon ovoral frisch, groen loven, dat modeiydend do verwoesting scheen te' bedekken. In den voormaligen ringmuur waren groote gaten, waarin enkele struiken wild opschoten en een levende borstwering vorm den. De groote wachttoren, waar de uilen uit en in vlogen, was zóó dicht met donker groen klimop bewassen, dat de muren byna onzichtbaar waren. Op de oude puinhoopen er rondom groeiden zacht mos en weligo slingerplanten. Op eiken steen, uit iedere muurspleet groeide en bloeide liet, on over dit alles lag diepo, droomerigo, geheimzinnige stilto, zooals in de eerste morgenuren over een vreedzaam landschap verspreid ligt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1