DA&BLAD.
N'. 124-10
Donderdag Angnstns.
A'. 1900
PRIJS DEZER COURAHT:
Voor Lolden per 3 maanden. ,r 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlyke Nommers 0.05.
Qeze £ouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES":
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel moer 0.17*. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Leiden, 9 Augustus.
—Voor het examen Fransch, lager onderwas,
zijn geslaagd mej. G. Japikse en de heer
A. Boot, beiden van Leiden.
Gistermiddag kwamen te 's-Gravenhage
aan van Soestdyk, alwaar zy eenige dagen
hebben vertoefd, de Groothertog van Saksen
en zyn dochter de Hertogin van Mecklenburg.
HH. KK. HH. werden aan het Staatsspoor
station in de eerste plaats verwelkomd door
den Duitschen gezant by on3 Hof, Graaf
De Pourtalès, en diens echtgenoote en door
don militairen attaché by do Duitsche legatie,
luitonant Von Geeckingk. Voorts vonden de
vorsteiyko personen te hunner begroeting
aanwezig luitenant-generaal graaf Du Monceau,
adjudant-generaal van H. M. de Koningin;
baron Bontinck, Hr. Ms. eersten stalmeester;
den burgemeester der residentie, baron Van
Harinxma thoe Slooten; den heer Vinkhuyzen,
intendant van het buitonverbiyf „Zorgvliet";
den heer Couturier, thesaurier van de Hooge
Erfgenamen van wyien Prinses Sophie; den
predikant der Duitsche gemeente, ds. Quant;
den Directeur van het Kon. Kabinet van
Schilderyen, dr. Bredius; den heer Hofstede
de Groot; generaal Beyerman en den heor
Buys, gedelegeerd commissaris van de maat-
Bchappy „Zeebad Scheveningen".
HH. KK. HH. begaven zich, nadat zy zich
met al de aanwezigen en met ieder in het
bijzonder hadden onderhouden, in de gereed
staande open hoffytuigen naar Scheveningen,
alwaar zy intrek namen in het hotol Kurhaus.
De groothertog en zyn dochter met gevolg
werdén by aankomst aan het Kurhaus waar
de Saksische vlag is uitgestoken ontvangen
en binnongeleid door den directeur-genoraal.
Op de Pier bevindt zich een paviljoen van
sierlijken bouw, bestemd voor den groothertog
en zyn dochter. Dit paviljoen is beweegbaar
en kan naar alle zyden worden gereden naar
gelang van den windstand.
Van de woningen van de gezanten der
vreemde mogendheden te 's-Gravejihage waait
heden don dag der begrafenis van koning
Humbert van Italié, do vlag halfstok.
Het kerkgebouw van den H. Jacobus in
de Parkstraat, waar een uitvaartdienst werd
gehouden voor den vermoorden koning, was
hedenochtend geheel gevuld. De gezant van
Italiö, baron Galvagua, rouwcröpe dragende
om den steek en het gevest van zyn degen,
ontving de genoodigden, die onder indruk
wekkend kerkgezang binnenkwamen.
Hare Majesteit de Koningin was vertegen
woordigd door graaf Dumoncoau, chef van
Hr. Ms. Militaire Huis; H. M. de Koningin-
Moeder door jlir. De Ranitz, intendant van
Haar Huis.
Als vertegenwoordiger van den minister
van buitenlandsche zaken verschoen de heor
Ruyssenaers, secretaris-generaal van het
departement; voorts waren tegenwoordig do
ministers van waterstaat en van koloniën,
naast wie plaats nam de generaal jhr. Laman
Trip, commandant van de 1ste divisie infanterie.
Het corps diplomatique was in gala-gewaad
aanwezig, terwyl acuter de gezanten plaats
namen byna allo leden, verbonden aan de
legaties, waarby de diplomatieke ambtenaren
van het kabinet van den minister van buiten
landsche zaken zich aanJoten.
Tegen het hoofdaltaar stond een door talryke
ontstoken waskaarsen geven katafalk, aan
het voeteinde waarvan twee bloemkransen*
Waren neergelegd, een van den Italiaanschon
gezant on een van don consul van Italië te
Amsterdam, ook namens de Itaiiaansche
kolonie aldaar.
De Heilige Requiem-Mis werd opgedragen
door Mgr. Heyligers, deken van 's-Gravenhage.
Baron Galvagua begeleidde de vertegen
woordigers van Hare Majesteiten na aüoop
van den dienst buiten het kerkgebouw, nadat
hy hun verzocht had aan de Koninginnen
zyn dank over te brengen voor dit hernieuwde
bewijs van deelneming.
De kroonprins van Griekenland heeft
hedenochtond Scheveningen reeds weder ver
laten en zich naar Frankfort begeven.
De voorwaarden zyn verzonden voor de
deelneming aan den tydelyken wedstryd van
zuivelproducten, die van 19 24 Sept. te
Yincennes zal gehouden worden.
Aanvragen tot inschry ving moeten ingediend
worden vóór 8 Sept. a. s. aan mr. L-. baron
Michiels van Yerduynen, commissaris-generaal
voor Nederland, Hofspui G, te 's-Gravenhage.
In de orde van Oranje-Nassau, ingesteld
by do wet van 4 April 1892, zyn van die
instelling af tot 31 Aug. 1899 benoemdgroot
kruisen 68, grootofficieren 82, commandeurs
107, officieren 494 en ridders 1235.
Te Oosterbeek is aan J. R. De Kruyff,
wegens gezondheidsredenen afgetreden direc
teur der Ryks school voor kunstnyverhoid to
Amsterdam, namens gezamenlyke oud-leer
lingen, een fraai album overhandigd, bevattende
de afbeeldingen van producten van eigen arbeid,
ten bewyze van het vruchtdragend onderwys,
van den leermeester genoten.
De noodige gegevens worden door het
departement van binnenlandsche zaken ver
zameld, ten einde bouwstoffen te verkrijgen
voor de door den minister vroeger reeds aan
gekondigde wyziging der „Wet op het Lager
Onderwys".
t Aan het Staatsexamen tot toelating tot
de universiteit namen van 6 tot 8 Augustus
deel 9 candidaten voor de faculteit dor god
geleerdheid, enz. Toegelaten zyn deheorenP.
(J. G. Triepels, H. C. 0. J. De Ridder en J.
J. De Gelder. Voor de faculteiten der genees
kunde, enz. over de 6 candidaten geëxamineerd.
Toegelaten zyn do heeren: J. Ch. Yan den
Berg, E. J. Swaep Jz. en mevr. R. B. F. E.
Peypors de Holl.
De heer Eerelman werkt op het oogen-
blik aan oen groot schildery, herinnering aan
de wapenschouwing, door H. M. do Koningin
in September 1898 op de heide by Renkum
over de troepen gehouden.
Door den heer Eerelman is het oogenblik
gekozen, dat na afloop van do inspectie de
Koningin met haar gevolg over de heide
galoppeert naar de plek, van waar zy het
défilé der troepen in oogenschouw zal nemen.
De stoet is in volle actie geschilderd op (ten
voorgrond van hot schildery; op hot twoedo
plan volgen het ry tuig van H. M. do Koningin-
Moedor on dat van haar gevolg, bevens de
troepen, waarvan op het schildory oven zicht
baar zyn do koloniale reserve en de grenadiers.
In de te Hilversum gehouden Raadszitting
is met 9 tegen 5 stemmen besloten tot weder
invoering van de kermis.
Yoor de geschiedkundige tentoonstelling
voor het Noderlandsch Zeewezen zyn nog tor
bezichtiging beschikbaar gosteld een ivoren
scheepsmodel en een eigenhandig door prins
Willem Y vervaardigde waterverfteekoning
van een schip.
Gedurende de maand Juli jl. zyn by het
Koloniaal Werfdepot aangenomen 48 personen,
als 29 Nederlanders, 8 Duitschers, 9 Belgen,
1 Zwitser en 1 Luxemburger, terwyl van de
verschillende korpsen van het leger hier te
lande 14 onderofficieren en minderen werden
overgenomen.
Benoemd tot leeraar aan het gymnasium
te Maastricht dr. Yan Anrooy, tydeiyk leeraar
aan de inrichting.
Hr. Ms. pantserdekschip „Friesland",
onder, bevel van den kapitein ter ze6 W. Römer,
is 7 dezer te Lorenqo-Marquez aangekomen.
Men schryft uit Ylaardingen: Onze
vroegere stadgenoot H. Botist, hoofd eener
school in Transvaal, die aan de zyde der
Boeren heeft gestreden, is, blykens een brief,
die zyn moeder gisteren ontvangen heeft,
niet gesneuveld, zooals eerst werd gemold,
maar krygsgevangen te Durban. Hy werd
medio Juni te Yolksrust licht gewond en
gevangengenomen.
Do directie van de Nederl. Zuid-Afrikaan-
scho Spoorweg-Maatschappy verboekt mede te
deelen, dat blykens by haar per laatste mail
uit Pretoria ingekomen bericht behalve de
directeur, jhr. I. A. Van Kretschmar van Veen,
119 ambtenaren en beambten van het Brltsche
bestuur in Afrika vergunning verkregen, voor
zoover daarin althans later geen verandering
is gebracht, om in de republiek in dienst der
Maatschappy to mogen blyven.
Het zyn: P. Achterberg, M. D. L. Artz, G.
Bakker, H. P. Barendsen, S. J. Yan Beest
van Andel, C. Bertsen, A. Blaauw, G. J.
Blaauw, J. De Boer, mejuffr. A. Boetje, L.
Bouwman, A. Brakke, J. J. Breedveld, I. A.
M. Ten Broeke, I. M. K. De Bruyn, E. Buiter,
B. Burgers, G. Coerman, H. F. Damstó, Y.
E. Dillen, J. Diemer, P. Dob, J. Duykers, F.
J. Dyksterhuis, A. J. Edelbroek, H. J. v.
Ewyk, J. E. C. G. Feitkamp, J. G. H. Gartner,
I. A. Gerritsen, R. A. J. v. Geuns, M. P. v.
Ginkel, C. E. Yan der Goes, I. B. De Graaff,
J. Gronnebach, G. O. Groen, G. J. Groenen-
daal, J. F. Yan Gulik, A. E. M. Hartman, J.
P. A. W. Hefting, G. E. J. Henny, L. H. F.
Hermans, N. Hessing, P. H. G. Heyenraads,
W. J. L. Heyman, H. L. Heyster, L. A. Heyster,
W. P. K. Heyster, J. H. Hildebrand, D. W.
Hinse, A. J. T. Hooft, A. G. Hoogland, W. M.
Hooreman, dr. A. Van der Horst, S. Van dor
Horst, H. Jansen, S. H. Kalker, E. Kapteyn,
L. Hottink, H. G. Th. W. Kok, J. T. J.
Korndorffer, _W. J. Kroonstuyver, G. H.
Krak, L. R. Kroop, K. F. Kuelin, G. Lazondor,
G. Leliveld, C. Looten, C. Dè Lorm, H. J.
Maade, J. J. Maas, N. Van Malsom, J. Maure,
A. Th. Mot god, J. Mulder, C. O. W. Munzort,
T. Nagel, A. Poon, J. W. Polderman, J. S.
Pretorius, W. C. B. Pretorius, E. B. J. Punt,
R. S. Pypstra, G. J. Raimond, J. Reiding, L.
F. De Ring, B. J. C. Yan Rossem, J. M. F.
Ruyckhaver, I; A. De Ruyter, Z. Salverda,
J. C. Yan Schevickhaven, L. Schleicher, S.
A. Schotel, M. W. F. Schubart, K. Sixma, J.
S. Sluiter, I. D. Van der Sluisveer, H. Van
Someren, C. Stoerman, J. Strootoach, S.
Swaab, M. Swanenburg, C. Twaalfhoven, A.
P. Van dor Valk, L. P. De Vries, H. G.
Wabeke, P. A. A. Yan Wakeren, H. F.
Walker, T. Wassenaar, J. Yan Weelderen,
M. W. Yan der Weide, J. J. Wennekes, R.
Westerbaan, J. Weygers, H. W. De Wilde,
F. M. J. Wildschut, A. Wynands, L. J. M.
Zuur en W. J. Zwoinberg.
Vervolgens ontving genoemde directie door
tus8chenkom3t van den minister van buiten
landsche zaken mededeeling, dat, blykens
telegraphisch bericht van den Nederlandschen
consul to Durban, den 31sten Juli per stoo-
mer „Brachar Castle" van die haven 160
spoorwegbeambten met vrouwen en kinderen
naar Nederland zyn vertrokken.
Het stoomschip „General" (thuisreis) ver
trok 7 Aug. van Lissabon; de „Koning Willem
I" vertrok 8 Aug. van Batavia naar Amster
dam; de „Prins Frederik Hendrik" arriveerde
8 Aug. van West-Indië te IJmuiden.
Hazerswoude. Het tienjarig dochtertje
van V. zat rustig op den „draai" aan de
zuidzyde van het dorp, verloor plotseling het
evenwicht en viel achterover in het water.
De kleine J. v. d. B., die haar speelmakkertje
in de diepte zag wegzinken, snelde naar haar
moeder, om kennis te geven van het ongeluk
doch Z. F., die met zyn schouw kwam aan
varen, geholpen door J. H., redde het meisje
nog vóór de ingeroepen hulp was verschenen.
Lissc. Gistemamiddag is een dochter van
de wed. J. Faas, wonende in de Rooversbroek,
by het spoelen der wasch in het kanaal ge
raakt en verdronken.
XJit; de „Staatscourant".
Kon. besluite n. Op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend aan J. Dirkzwager, alé heemraad
van den polder Oud- en Nieuw-Rozenburg, Blan
kenburg, de Lange en Ruige plaat, prov. Zuid-
Holland.
Aan jhr. mr. J. L. W. O. Von Weiier, op zijn
verzoek, met ingang van 1 September, eervol ont
slag verleend uit zijn betrekkiug van lid van het
Hof van Justitie in do kolonio Suriname.
Gemeenteraad van Ondskooro.
Voorzitter de Burgemeester. Afwezig de
heer Wernink.
Ingekomen is de begrootiDg der rustende
schuttery, dienst 1901, sluitende in ontvangst
en uitgaaf met een bedrag van f 381.
Na toelichting door den Voorzitter wordt
de begrooting met algemeene stemmen voor-
loopig goedgekeurd.
Alsnu worden na gehouden stemming op
het dubbeltal ter benoeming van twee leden
van het college van zetters, wegens periodieke
aftreding van de heeren G. Van Egmond en
G. Don Hertog mot algemeene stemmen ge
plaatst de heeren G. Yan Egmond, J. Snelder-
waard, C. Den Hertog en C. J. Van Vliet.
Geschiedt voorlezing van het ingekomen
rapport van do financieelo commissie om
trent het onderzoek van de rekeningen van
de gomeente en die van het algemeon arm
bestuur dienst 1899.
Overeonkomstig de conclusie van het rapport
wordt met algemeene stemmen bosloten tot:
lo. Goedkeuring der rekening van het
algemeen armbestuur sluitende met een goed
slot van 779.35s.
2o. Voorloopigo vaststelling der gemeente
rekening met een goed slot van f 823.30s.
By punt 2 onthielden de heeron wet
houders zich ingevolge het bepaalde by do
Gemeentewet van medestemmen.
Komt ter tafel het in oen vorige vergade
ring om advies in handen van Burg. en
Woths. g09teld adres van de Holl. Electrische
Spoorwegmaatschappy, waarin om eenige
financieels steun wordt aangedrongen.
Nadat van dit adres door den secretaris
voorlezing is geschied, zegt de Voorzitter
namens Burg. en Weths. aan den Raad voor
te stollen gedurende 10 achtereenvolgende
jaren een subsidie van ƒ100 'sjaars te ver-
leenen. Spreker wyst er op, dal, al wordt
ook de gemeente niet door de aan te loggen
lyn doorsneden, het voor deze gemeente van
groot belang is, wanneer de voorgestelde ver-
bindingsiyn AmsterdamAlfen tot stand
komt. Hierdoor zal waarschynlyk eon betere
dienstregeling op de lyn LeidonWoerden het
gevolg zyn.
De heer Yan den Berg vraagt, of het niet
wenschelyk iB by het verleenen der subsidie
een termyn van byv. 5 jaren te bepalen/
binnen welken de lyn moet zyn voltooid, eri!
maakt hiervan een voorstel, hetgeen door B.
en Ws. wordt overgenomen.
Hierna geeft de Voorzitter een overzicht;
van door omliggende gemeente-besturen ver-'
leende subsidiën, waarop de heer Den Hertog
opmerkt, dat in verband met de vernomen'
cyfers een subsidie van f 100 wel wat te'
gering is te achten, te moer daar, zooala
door den Voorzitter wordt medegedeeld, do'
aanvraag om provinciale subsidie by Ged.<
Staten minder gunstig was ontvangen. Dit is'
voor spreker een spoorslag te meer do sub
sidie eenigszins te verhoogen en stelt voor
deze op 150 te brengen.
De heer Kloot kan met de door den heer
Den Hertog voorgestelde verhooging niet'
medegaan, omdat hy het alleon aanmerkt als
een bewys van instemming met den voor-
gestelden aanleg.
De heer Den Hertog wyst op het grootè
belang by de tot-stand-koming dezer verbin-
dingslyn en handhaaft zyn voorstel. 1
Dit voorstel wordt aangenomen met 5 tege»
1 stem, die van den heer Kloot.
By de rondvraag vraagt de heer Den Hertog'
inlichtingen omtrent het aantal kinderen in
het onderwys-versing vermeld, waaromtrent1
de Voorzitter do gewenschte inlichtingen
verschaft.
Hierna sluiting dor vergadering.
Gemengd Nieuws.
Een b e wo n e r van d e Mi d d e ls te-
gracht had hedenmorgen by zyn fondsdokter
aan den Middelweg, alhier, wegens ongesteld
heid een bezoek gebracht en eon recept ge-;
kregen, om dit by den apolheker te brengen.
Op de Oude Vest evenwel zakte de man plot
seling ineen. Spoedig toegeschoten hulp kon
alleen den dood constateeren. Het lyk is met'
den politiebrancard naar de woning gebracht, j
Togen W. v. S. is d o or d e p o 1 i t io:
proces-verbaal opgemaakt wegens mishande
ling vau oen groentenkoopman en diens,
vrouw.
Gisternamiddag kwam een 2-jarig,
kind uit een stoeg in het Noordeinde en
liep togen een juist passeerend rytuig, zoodat
een wiel over een gedeelte van het lichaampje
ging en het kind een gekneusde hand bekwam, -
Het jongotjo is door een onmiddellyk ver
schenen geneesheer behandeld.
Do porsoon te 's-Gravenhage, die
een paar weken geleden werd aangehouden
in verband met de misdaad ten vorigen jare
gepleegd op den 7 jarigen Yan Wezel, bevindt
zich nog steeds in voorloopige hechtenis. By>
het verhoor zyn verschillende zaken aan het
licht gekomen, die sterk tegen den man ge
tuigen. Onder andoren zyn er personen, die,
verklaren, dat zy den verdachte op 25 April
1899 den dag der verdwyning van den
jeugdigen Yan Wezel in gezelschap van
dat knaapje hebben gezien. De verdachte
ontkent dit, bewerende op dien dag gewerkt
en niet gewandeld te hebben. Gebloken is
echter, dat hy dien dag vry-af heeft gehad
van zyn patroon.
Naar aanleiding van het bericht,
dat de heer Schumann op het Gevers-Deynoot-
plein te Scheveningen zal laten bouwen een
circus in yzer en steen, meldt de administrateur
van den heer Oscar Carré, dat reeds in Maart
j. 1. de heer Carré by het Haagsche gemeente
bestuur een verzoekschrift heeft ingediend
om op genoemd plein een circus te mogen'
laten bouwen.
2ïJ*eu.illeton.
Adsllijk en burgerlijk bloei
17)
In de helder verlichte kamers der villa
ontvingen mynheer en mevrouw Van Reval
'hun gasten, met een voorkomendheid, waar-
door hun huis het middelpunt fier gezelligheid
'in die streek vormde. Hans Wehlau recht-
vaardigde ook hier de bewering van zyn vador,
'dat hij een gelukskind was, voor wienoveral
[deuren en harten geopend werden, zonder
'dat hy er byzonder veel moeite voor deed.
,'Hy was nauwelyks aan de meesteres des
jliuizes voorgesteld, of hy had ook reeds
Ihaar gunst verworven; iedereen vond hem
Ibeminneiyk, en hij bewoog zich op den hem
'volkomen vreemden bodem met een gemak-
kelykheid en zokerheid alsof hy daar altyd
verkeerd had.
Zooveel te vreemder gevoelde Michaël zich
(daar, die noch neiging, noch geschiktheid
(bezat, om zoo snel vriondschap aan te knoopen.
Ook hy konde, behalve den overste en zyn
ivrouw, niomand in het gezelschap, en de
vluchtige voorstelling der verschillende por-
,'sonen, mot een paar nog vluchtiger gewisselde
(woorden, boezemde hem weinig belang in.
jHet gezellige hoen en weer loopen en het
vroolyk gesnap kon hem, den ernstigen,
i stroeven vriend, slechts voor eenige oogen-
Ihlikken opmerkzaamheid afdwingen; hy bleef
/veel meer toehoorder dan deelnemer.
Op zyn wandeling door de verschillende
(vertrekken kwam hy eindelyk in de serre,
/die van de andere kamers afgesloten en
(door palmen, laurlerboomeu en bloemen-
groepen in een stille, behaaglyke rustplaats
herschapen was.
Hier was het koel en eenzaam en de jonge
officier gevoelde geen neiging zoo spoedig
weder in de warme kamers terug te gaan,
waar niemand hem miste. Langzaam liep hy
van de eene plantengroep naar de andere,
tot hy door het binnenkomen van den overste
in zyn overdenkingen gestoord werd.
„Weder zoo alleen, luitenant Rodenberg?"
vroeg deze, half schertsend, half verwytend.
„Gy zyt oen vreemde gast by ons feest. Wat
zoekt gy' toch hier zoo eenzaam in de serre
„Ik bon hier pas binnen getreden," ver
ontschuldigde Michaël zich, „en bovendien is
het gezelschap my zoo vreemd."
„Een reden te meer, om er zich bekend
mede te maken. Neem een voorbeeld aan
uw jongen vriend; die dryft reeds met volle
zeilen op den stroom der gezelligheid. Ik mis
u reeds geruimen tyd in de zaal, ik wilde u
aan graaf Steinrück voorstellen. Gy kent hem
toch, is het niet?"
„Den bevelvoerenden generaal, neen 1"
„Hy is zooeven aangekomen en gy zult
u later in elk geval nog diensthalve by hom
moeten melden. De generaal heeft zeer veel
invloed en wordt door velen gevreesd om
zyn yzeren gestrengheid in den dienst. Hy
verschoont niemand, en zichzelven wel aller
minst, ofschoon hy reeds in de zeventig is,
maar de jaren schynen op hem geen invloed
te hebben."
Michaël luisterde zwygend toe, hy wist
reeds, dat de graaf zich te Steinrück bevond
en moest op een ontmoeting voorbereid zyn,
die hem tot nu toe gespaard gebleven was,
maar die in de toekomst niet vermeden kon
worden, want hy moest zich in elk geval by
den bevelvoerenden generaal laten aandienen.
„Wy hoopten ook den jongen graaf te
zien," ging Reval voort, „maar wy hoorden
zooeven, dat hy morgenavond eerst komt.
Jammer. Gy hadt een interessante kennis
kunnen maken."
„Meent gy don zoon van don generaal,
heer overste?"
„Neen, die is reeds sedert jaren gestor
ven; ik bedoel zyn kleinzoon, graaf Raoul.
Hy is werkeiyk een der schoonste mannen,
dio ik ooit gezien hebl Altyd haantje do
voorste by alle partyen, altyd het hoofd
vol geniale denkbeelden en daarby zoo
beminlyk, dat hy iodereen stormenderhand
voor zich inneemt. Hy" is inderdaad een
ongewoon begaafde natuur, maar ook een
dolkop, die zyn grootvader nog heelwat te
doen zal geven, als doze hem niet bytyds
aan banden logt."
„Zooals het schynt, is generaal Steinrück
daar de man wel naar," bracht Michaël hier
tegen in.
„Dat geloof ik ook I Graaf Raoul is voor
dood noch duivel bang, maar voor zyn groot
vader heeft hy den noodigen eerbied, wat,
onder ons gezegd, tamolyk noodzakeiyk is,
en dan keert hy gewoonlyk weer tot de
gehoorzaamheid terug."
Een licht ruischen, als van een zyden
vrouwenkleed, werd achter de beide heeren
gehoord, die met den rug naar den ingang
stonden. Zy keerden zich om en op hetzelfde
oogenblik trad de jonge officier zóó driftig
terug, dat de overste hem verwonderd aanzag.
Er waren twee dames binnengekomen; de
oudste, een teere, bleeke en ziekelyke ver
schijning, in een keurig, donker toilet, scheen
de rustbank op te willen zoeken, die onder
een groep palmen aan het eind van de serre
stond; de jongste stond even over den drempel
in het volle schynsel van een lichtraam, dat
juist boven haar hoofd hing.
Hans .Wehlau had recht met zyn enthu-
siastische opmerking. Het was een gestalte
als die eener fee uit een sprookje, hoog en
Blank met een zeldzaam schoon gelaat, waarin
twee oogen als Bterren schitterden, maar wier
kleur men niet onderscheiden kon, omdat zy
het eene oogenblik donker en het andere
helder verlicht schenen. De roode lokken, die
eens het kind over de schouders hingen,
waren nu verdwenen; op de dichte, goud
blonde vlechten lag nu nog slechts een roode
weerschyn, die wedyverde met den glans van
het paarlensnoor, dat zy door het haar ge
strengeld had, en toch schitterden ze door
het licht, dat er op viel, als het roode
goud uit de sprookjeswereld. Het blauw
achtig zyden kleed was versierd met fijne
kant en kostbare juweelen de geheele ver-
schyning was als uit geur en glans geweven.
„Ha, mevrouw de gravin Yan Steinrück 1"
riep do overste uit, terwyl hy naar de oudste
dame toesnelde en de blykbaar uitgeputte
dame den arm bood. „Het was zeker te warm
in de zaal? Ik vrees, dat gy ons een offer
gebracht hebt, -door hier te komen."
„Het is maar een voorbygaande afmatting,"
verzekerde de gravin, terwyl hy haar naar
den zetel geleidde. „Luitenant Rodenberg,"
stelde hfj voor.
Michaël boog, nu ruischto ook het blauwe
zyden kleed over den grond en de gravin
Hertha kwam naar haar moeder toe.
„Moeder gevoelt zich altyd wat zenuw
achtig," zeide zy; „daarom hebben wy do
zaal verlaten. Hier, waar het koel en stil is,
zal zy wel spoedig weer hersteld zyn."
„Dan zal het wel het beste zyn, Michaël
zag den overste aan en maakte een beweging
naar de deur maar de gravin viel hem
met toenemende vriendeiykheid in do rede:
,0, toch nietl Slechts de hitte en het
gewoel hebbon my bevangen. Het doet my
genoegen, u weer te zien, luitenant Roden
berg."
De overste scheen verbaasd, dat de jonge
officier met de beide dames bekend was,
en maakte daar een opmerking over. De
gravin vond hierin gelegenheid hem do ge
schiedenis van deze kennismaking mede te
deelen. Zy bleef or by, dat Michaël door'
zyn tydige hulp haar en haar dochter het
leven gered had. Hy protesteerde hier tegen.-
Gravin Hertha nam geen aandeel aan
het gesprek, dat spoedig levendiger werd,
maar wydde al haar opmerkzaamheid aan,
de bloemen. Langzaam liep zy de serre
door, die slechts door twee lichtkronen ver-,
licht werd. Haar bewegingen hadden iets
buitengewoon aantrekkelyks, maar in het
wezen der jongedame zelf lag niets van
die schuchterheid, welke men op dezen
leeftyd by meisjes ziet. Zy was met haar
negentiende jaar reeds do volleerde dame
der hooge kringen. Zonder twyfel gevoelde
zy, dat zy schoon was, en als een ryke
erfgename op vereering aanspraak kon
maken.
Nu bleef zy voor een groep uitheemsche
planten staan, en vroeg, terwyl zy hot hoofd
omwendde, op onverschilligen toon:
„Kent gy misschien deze bloemen, heer
luitenant?"
„Het zyn vreemde, wonderlyke bloesems,
en" ik moet bekennen, dat myn botanische
kennis my hier in den steek laat."
("Wordt vervolgdJ