N\ 12407 Maandag 6 Angnstns. A* 1900 §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 Augustus. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. IEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANTl t Voor Lolden per 3 maanden. f 1.10. C Franoo por post1-40- Afzondoilyko Nornmers0.05. PRIJS DER ADVER'l'KN T-LKN; Van 1-6 rogoio f 1.05. Iedere regol meer f 0.17}. - Grooter» lettera naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Do Raad dezer gemeente zal a. s. Donderdag- namiddag te twee uren wederom vergadering Rouden. Het gebouw dor afdeeling Leiden en omstreken van den Nederlandschen Roomsch- 'Katholieken Volksbond is in gebruik genomen. Daaraan gingen eenige plechtigheden voorat In de kerk van Onze Lieve Vrouwe Onbevlekte Ontvangenis aan de Hartebrug werd gister morgen om hnlftwaalf door den weleerw. heer pater H. A. Van Kessel, geestelijk adviseur van genoemde afdeeling, een H. Mis opge- Idragen, waarby al haar leden tegenwoordig waren, wien door zijnweleerw. de hooge be- fceekenis van dezen dag voor hen werd in het '-licht gesteld. Het koor voerde by deze gelegenheid uit: ,Yefii Creator" van Beltjons; „Ave Maria" /van C. A. Ponten, een solo door den heer Van f Essen; „Adorote" (koor), „Laudati" (koor), beide van C. A. Bonten, en het Bondslied. Na afloop om haliéón ging men in optocht langs Haarlemmerstraat, Paardensteeg, Kort- Raponburg, Breestraat, Steenschuur en Rapen- Jsurg naar het afdeolings-gebouw aldaar hoek JLangebrug. Onderweg deed zich nu en dan hooren hot muziekkorps van de Haagsche .afdeeling van den Bond, dat welwillend zyn medewerking verleende. In den vry grooten en zich langzaam voort- bewogenden stoet werden de volgende zeven /banieren, schitterende in den heldoren zonne schijn, meegedragende banier van de hoofd- j afdeeling, die van het Houtbeweikersgilde tSint-Jozef",dieder Fabrioksarbeiders-afd. Bavo", die der Tuiniers- en Grondbewerkers- afdeéling St.-Laurentius", die van het Metaal- bewerkcrsgilde „St.-Eloy", die van deschorm- club D Jeanne d'Arc" en die der rederijkerskamer .Vondel". Overal, waar de optocht passeerde, stond «en groote menigte geschaard. Inmiddels hadden donateurs en genoodigden met hun dames zich in het gebouw vereer.igd, om er don stoet af te wachten. De groote, nieuwe zaal, was versierd met dundoek en tropeeën in de pauselijke, nationale en Leidsche kleuren, terwijl, ter zyden van het .tooneel boven plantengroepen prijkten de busten van Z. H. den Paus en H. M. Koriingin Wilhelmina, resp. van geel en oranje /tot achtergrond. Aldaar aangekomen en nadat de banieren nu op het tooneel waren geplaatst en alle leden gezoten waren, werd het welkom toe geroepen door den president der afdeeling, den lieer G. J. Bik, in het eigon thuis. Dat welkomstwoord word toegeroepen tot pastoor H. L. A. Gadet (van do Hartebrugs- ,kerk), don waarnemen den burgemeester (den .oudsten wethouder den heer EL C. Juta), .pater Van Kessel, verdere hh. geestelijken, donateurs, genoodigden, Bondsleden, enz. Spr. woos er op, dat het heel wat zorgen en moeite gekost heeft, alvorens aller vurigste wensch nu vervuld werd. Toch ontbrak er nog iets aan het eigen gebouw en daarom verzocht hy pater Van Kessel het te willen wyden. Vooraf werd door een koor, waaraan leden van do verschillend© kerkkoren medewerkten, .onder leiding van den heer Corn. A. BonteD, 'gezongen het .Vaandellied", eon schoone compositie van den directeur zeiven, welke word opgevolgd door een stemmig nommer /van het Haagsche muziekkorps, dat tegenover bet tooneel op het balkon gezeten was, waarna bet koor weer een „Feestgroet" van Haagc zong, eon moeiiyk, maar schoon werk. Hierop geschiedde de plechtige wyding door pater Van Kessel in kerkeiyk ornaat. Zyn- weleerw. volbracht die taak in verschillende zalen. Ben eerbiedige stilte heerschte er ge durende die geesteiyke handeling. Toen deze was geschied, betrad pater Van Kessel het spreekgestoelte en hield een korte toespraak, waarin hy er aan herinnerde, hoe zes jaar geleden de eerste grondslag werd gelegd voor de Leidsche afdeeling, waarna zy thans reeds in het bezit ia van een gebouw, voldoende aan biliyke eischen. De vraag beantwoordende, waarom een eigen gebouw gewenscht was, wees spr. er op, hoe de kloosters in de middeleeuwen de plaatsen waren, waar wetenschappen werden beoefend, terwyi een eigen afdeelingsgebouw een leer school kan zyn voor sociale toestanden. Spr. hoopte, dat er een druk gebruik van gemaakt zal worden, want het is steeds voor alle leden open. Hy wees op veler sympathie: de ge meenteraad gaf aan de Teekenschool een subsidie van f 200, velen verleenden op andere wyze steun en andere Katholieken namen deel in een leening van 25,000 a 3 pCfc., waar door het aankoopen en bouwen mogeiyk werd. Spr. deed een beroep op verderen steun: want de afdeeling heeft nu wel een gebouw, maar het is volstrekt nog niet betaald. Na een hulde aan den architect, den heer L. Van dor Laan, en aan hen, die het werk onder diens leiding hadden uitgevoerd, bracht zyn weleerw. nogmaals zyn oprechten dank aan donateurs, verdere begunstigers enz. enz. en sprak hy de hoop uit, dat in het gebouw immer vrede en. eendracht mogen heerschen en dat by mogelyke geschillen met patroons met tweedracht en haat, maar steeds het gezonde verstand en onderling overleg den boventoon zullen voeren. De met aandacht gevolgde rede werd met luide toejuichingen beantwoord. Daarop werd door het koor met vuur het „Hallelujah" uit do „Messias" van Handel gezongen, op de piano geaccompagneerd door den heer Van Dommelen. Uit naam van alle afdeelingsleden dankte de heer Bik deri geestelyken adviseur voor de door hem tot alle leden gesproken woorden, van welke leden hy hoopte, datallèn de gelofte, tegenover zyn weleerw. op zich genomen, zullen nakomen. Hy prees pater Van Kessel voor de vele groote moeiten en zorgen, door dezen ter verwezonlyking van het plan van een afdeelingsgebouw zich getroost, en hot bestuur wilde gaarne daarvan zichtbaar zyn dankbaar heid toonen. Als priester kon men zynweleerw. echter geen geld aanbieden. Daarom huldigde het bestuur hem met een fraaien lauwerkrans, waarvan werd gewonscht, dat deze later door een eerekroon mocht worden gevolgd, en welke, onder hoezees en fanfares, met erkentelijkheid werd aanvaard. Hierop volgde weer een muzioknommer van het orkest, hield met grooten by val een lid van do rederijkerskamer „Vondel" een be- rymde ontboezeming naar aanleiding der in-gebruik-neming van het gebouw, en werd een brief van gelukwensching voorgelezen van den rechtskundigen adviseur, mr, P. J. M. Aalberse, die wegens den staat zyner gezondheid tot zyn leedwezen verhinderd was tegenwoordig te zyn, alsmede een dito van het hoofdbestuur te Amsterdam. Hiermede was de middag-plechtigheid afge- loopen. Des avonds om halfnegen waren de leden weder in het gebouw vereenigd, nu met hun vrouwen, meisjes of andere familieleden. Het was er stampvol. De president Bik heette I weer allen welkom; de algemeene geestolyke Bonds-adviseur uit Amsterdam, de zeereerw. heer pastoor Konings, bracht in een hartelyk woord aan de afdeeling zyn heilwenschen, waar aan hy tevens eenige beschouwingen omtrent den Bond vastknoopte, waarop de geestolyke afdeelings-adviseur vau antwoord diende. Het koor zong een „Feestgroet" van Haagc en „Hollands Glorie" van Richard Hol, met pianobegeleiding van den heer Venderbos, weer onder directie van den heer Corn. A. Bonten, die zich ook nu uitstekend van zyn taak kweet en wiens „Verzuchting", een solo, door den heer Gybels werd voorgedragen. Verder werd de avond genoegiyk doorge bracht met het houden van allerlei voor drachten en schermoefeningen door de leden, zoodat er heel wat gezelligheid heorschte, waarby ook eenige ververschingen uit het buffet werden gebruikt. Het was evenwel gebleken, dat jonge kin deren op avonden als deze zeer hinderlyk kunnen zyn, en daarom werd by het sluiten der samenkomst, om by twaalven, door den voorzitter meegedeeld, dat in het vervolg kinderen beneden de twaalf jaren niet meer zullen worden toegelaten, alsmede dat met het oog op de groote opkomst dezen avond tevens was besloten, dat verdere feestelijke samenkomsten over twee avonden zullen wor den verdeeld, omdat de zaal, al moge zy vry groot genoemd worden, toch geen voldoende ruimte voor allen te gelyk aanbiedt. By de heden alhier gehouden openbare verkooping van cokes by partyen van 10 en 5 H.L. waren de hoogste pryzen 7.70 en 3.90; de laagste 7.70 en 3.85. Donderdag a. 8., den dag der begrafenis van Koning Humbert van Italië, zal te halfelf 's voormiddags te 's-Gravenhage een plechtige ïykdienst worden gehouden in de kerk van den H. Jacobus in de Parkstraat. Tot by woning van deze plechtigheid zyn uitgenoodigd verschillende autoriteiten en met den Italiaanschen gezant aan o?tHof ook de overige leden van het corps dip omatique, De heer en Wolmarans en De Bruyn van de Zuid-Afrikaansche deputatie zyn weder te 's-Gravenhage aangekomen in het Hotel des Indes." Zy zullen echter waarschijnlijk morgen avond weder naar Brussel terugkeeren. De secretaris der Oostenryksche legatie, de heer De Forgach, is voor eenigen tyd naar het buitonland vertrokken. Generaal-majoor jlir. Laman Trip, com mandant der 1ste divisie infanterie, is met verschillende hoofd- en verdere officieren naar de legerplaats by Oldebroek vertrokken. Voor het examen Fransche taal L. O. is geslaagd de heer D. Boekhout, van Rynsburg. De majoor 0. M. B. Van Löben Seis, van het 1ste reg. vest-art to Utrecht, wordt 1 November a. s. overgeplaatst by het 4de reg. vest.-art te 's-Gravenhage; de kapitein M. Verkouteren, van het reg. grenadiers en jagers, wordt voor 3 jaar gedetacheerd by de landmacht op Curacao. Door H. M. de Koningin is een telegram gezonden aan den heer Calkoen, hoofd der Zuidorzeepolitie te Edam, aldus luidende: „By myn terugkomst op Soestdyk voel ik my gedrongen, u nogmaals te verzoeken myn warmsten en hartelyksten dank .over te brengen aan allen, die my heden op de Zuiderzee op zoo treffende wyze hulde hebben gebracht. Ik stel de algemeene deelneming en mede werking, die zooveel tot het welslagen der revue by droegen, op den hoogstea prys en verzoek u aan do visschersbevolking de verzekering te geven, dat zy mfin Moeder en My een onvergetelyken dag bereid heeft, die by ons steeds in dankbare herinnering zal blyven. Wiluelmina." H.tL M.M. de Koninginnen woonden met gevolg Zondagmorgen de godsdienstoefening in de kerk te Baarn by. Een dichte menigte vulde by het uitgaan der kerk den Brink. In den ouderdom van 64 jaar is te Voorburg overleden de heer G. Gosner van der Voort, gep. kapitein dor grenadiers. Hot Hof zal, ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin, wegens het overly den van hertog Alfred van Saksen- Koburg en Gotha, een lichten rouw aannemen van veertien dagon, ingaande 11 Aug. a. s. De minister van marine, de heer Röell, is naar Bazel vertrokken. Behalve de reeds ter tentoonstelling van het Nederlandsche Zeewezen ge&xposeerde voorwerpen, die betrekking hebben op Jan Pietersz. Coen, onder meer een miniatuur stand beeld, is thans ook ter bezichtiging gesteld de sabel van dezen voormaligen landvoogd van Ned.-IndiB. De 84sto jaartyksche algemeene vergade ring van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden is te Amsterdam gehouden. Het daarin uitgebracht verslag bevat onder andere de navolgende mededeelingen. De inkomsten over 1899 bedroegen een som van 75,790.065. Behalve de renten van het kapitaal op het Grootboek, die 40,329.50 beliepen, en de opbrengst der jaariyksche collecte ad 19,125.635, zyn onder het aan gegeven cyfer der inkomsten begrepen: de renten van het geschenk van wyien Z. M. den Koning (Nationaal huldeblyk by gelegen heid van H. D. 26-jarige Regeering) ad 8772.68, alsmede ƒ2266.23 van het saldo dier renten; het subsidie van het Ryk ten behoeve van het Invalidenhuis te Leiden, groot ƒ5000; een bedrag van 250, ingekomen van de commissie te Batavia; een bedrag van 21.02 van de districts-commissie te Utrecht; een gift van oen oud-soldaat, bedragende 10, alsmede ƒ15 als restitutio van in 1898 te veel in uitgaaf gebrachte gratificatie. Aan 1398 deelgerechtigden koerde het Fonds ƒ49,545.05 uit aan gratificatiën en 11,038.91 aan toelagen, voortspruitende uit de renten van het geschenk van wylen Z. M. den Koning. Onder die deelgerechtigden bevonden zich 365 verminkten uit O.-L; 6 verminkten uit den stryd tegen België; 787 inflrmen, blinden en veteranen en 246 oud-stryders van Belgiö. Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in goeden staat. Daarin werden verzorgd tegen afstand van hun pensioen en hun gratificatie 24 deelgerechtigden, alsmede 24 oud-militairen (niet-deelgerechtigden), tegen afstand van hnn pensioen. Do uitgaven ten behoeve van dit gesticht bedroegen ƒ11,248.4771- Gedurende het afgeloopen jaar werden als nieuwe deelgerechtigden in het Fonds opge nomen 15 verminkten uit O.-L, 89 infirmen en 7 oud-stryders van Belgiö. Het getal sollicitanten bedraagt 655. Aan het staatsexamen tot toelating aan de Universiteit namen van 2 tot 4 Augustus deel 9 candidaten voor de faculteiten der godgeleerdheid, enz. Toegelaten zyn 6 candi daten, de heeren J. Douma, Chr. P. Van Eeghen; mej. E. Chr. Scheffer; de heeren B. J. M. Timmermans, J. Ph. Zynen, P. Van der Brugge. Aan den heer A. Welschen is het diploma B toegekend. Voor de faculteiten der geneeskunde, enz. zyn 6 candidaten geëxamineerd. Goslaagd zfinde heeren E. BergsmaA. W. Groenman. Beide diploma's zyn govraagd door 6ën candj- daat, die geslaagd ismejuffrouw A. M. Scheffer. De luit.-kol. J. J. Wiwris, directeur van - den hoofdcursus te Kampen, wordt binnen kort bevorderd rot kolonel on belast met het bevel over een regiment infanterie. De majoor H. A. Brouwer, van hot 21e reg. inf., die vroeger a.s hzitbutant en kapitein veel jaren by den hoofdcursus ala leoraar ia werkzaam geweest, zal, naar wy vernemen, ter vervanging van overate Wierts worden benoemd als directeur. De niajocrr H. C. Brandt, commandant van het 8de bat. lste reg. inf. to Groningen, wordt ons genoemd als aanstaand ccmpiabde^r van het instructiebataljon te Kampen. (D.) Hot bestuur van het Ned.-l.'eiv. zangkoor „Oefening co stichting", onderafdeeling van de afd. Haarlem van den Christ.-Nat. Werk mansbond, houdt Maandag 13 Aug. a. s. 74)11 tweeden boottocht naar Leiden en Alfen aan den Ryn. Do gebouwen der Martha-stichtmg zullen daar bezocht worden, wat de directeur, de heer C. Geel, op een gedaan verzoek zeer welwillend heeft toegestaan. Gelyk men weet, nam eenigen tyd ge leden ds. G. J. D. Aaldera, predikant by de Gereformeerde Gemeento van Elburg, zyn ont slag om naar de Boerenkrygsgevangeuen op St.-Helena te gaan. Hy had zyn ontalag al gekregen, toen het bericht kwam, dat er op 3t.-Helena goen behoefte aan nog een predi kant bestond. Da. Aaldera moost dus zyn plen opgeven, en had gedacht nu by zyn gemeente in dienst te kunnen blyven. Hy richtte daartoe het verzoek aan den kerkeraad, maar ontving, gelyk hy zelf in de „Gold. Kerkbode" mede deelt, het volgende antwoord: „Dominee, wy kunnen je niet meer aannemen, dat durven wy niet om de gemeente. Je hebt je afscheid gepreekt en daarin uitgesproken, dat je geloof hadt om naar St-Helena to gaau, on nu blykt je geloof ydel te zyn. De gemeonte zou voortaan je prediking niet meer kunnen vertrouwen, de kerk leegloopen en alzoo de gemeente ten gronde gaan." Ds. Aalders verhuisde daarop naar Apeldoorn en stelde zich daar weer beroepbaar. Het stoomschip „Maasdam" vertrok 4 Aug. van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Polyphemus" arriveerde 3 Aug. van Amster dam en Liverpool te Batavia; de „Teviotdalo" (Holland-Amerika-iyn), van Amsterdam naar NewporbNews, passeerde 3 Aug. Prawlepoint de „Madura", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 6 Aug. te Suez; de „Malang",van Java naar Rotterdam, pass. 3 Aug. Gibraltar; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 5 Aug. DuDgeness. Hazerswoude* Twee boerendienstboden, alhier, wier ouders zich voor eenigen tyd in zeer behoeftige omstandigheden in deze gu meente gevestigd hebben, kregen dezer dagen bericht, dat een erfenis van eenige duizenden^ guldens en 60 woonhuizen haar ten deel was gevallen, gelegateerd door een oom, overleden in do gemeente Apeldoorn. Van haar huis naar de kerk was een heel eind. 'tWaa blykbaar al laat ook, want ze zag geen „kerkmenschon" meer loopen. Een stapje harder dus. Eindelyk komt ze aardig warmgeloopen voor de groote kerkdeur. Maai zooals ze wel gedacht had, de deuren waren al dicht. Het is zoo stil in de kerk. „De predikant is aan 't bidden", denkt zy. Vyff minuten tien minuten nog aan 't bidden. L Eindelyk meent zy duideiyk het „Amen" te hooren. Voorzichtig duwt zy de deur open f f 13) „Ton minste voor de vrouwen niet. In (plaats daarvan bezit hy echter een ernst en werkzaamheid, waaraan ons heertje een voor beeld kan nemen. Het is geen geringe onder- /scheiding voor zee'n jongen officier by den ^generalen staf in dienst te komen. By zyn /aankomst verraste hy my met zyn mede- .fieeling; Hans daarentegen zal wel veel moeite hebben, om zyn doctoraal-axamen te doem" i\ „Dat is de schuld van den armen jongen niet," verdedigde de vrouw van den burge- meester hem. „Hy is immers van stonde 'aan slechts met zyn halve ziel bij het ge dwongen beroep geweest. Het heeft myn lèustor heelwat tranen gekost, toen gy hem xoo onverbiddoiyk dwongt, zyn schoon talent fte laten rusten." „En uw tranenstroomen dan!" spotte de professor. „Gy hebt my toen het leven moei iyk genoeg gemaakt. Gy waart allen samen in het komplot mot den jongen, tot ik eindelyk /een machtwoord sprak, waarnaar hy zich f wel goedschiks of kwaadschiks moest voegen." v „Met vertwyfeliag in het hartl Gy hebt /hem met zyn kunstenaarsdroom ook zyn ^ideaal en de poözie van zyn leven ontnomen." „Biyf my van hot tyf met uw po6ziel" /▼iel Wehlau haar in de rede. „Met die dame /eta ik op een zeer gespannen voet, omdat (fey byna altyd onheil aanricht en den lieden (hot hoofd op hol brengt Ik heb het hoofd ,van myn zoon nog tydig weer goed gezet lYpa vartwjjfeling heb ik overigens nooit iets by hem bespeurd; die heeft geen talent om te vertwyfelem" „Goeden morgen, papal" riep een heldere stem, en het voorwerp van het gesprek ver scheen in de deur. Hans Wehlau, de jongste, was een slanke, beeldschoono jongen van vier en twintig jaar, maar wiens uiteriyk nog in niets den t.oe- komstigen professor verried. Zyn strooien hoed stond bevallig scheef op het donkerblonde haar, en de zeer nette kleeding gaf hem veel meer een geniaal dan een geleerd aanzien. In het frissche, jeugdige gelaat schitterden een paar lustige, lachende oogen, en de geheele verschyning had iets zoo buitengewoon aantrekkeiyks, dat men gemak- kelyk den vadertrots bogreep, waarmede de professor op zyn zoon neerzag. „Zoo, jongen, zyt gy daar I" zeide hy vroolyk. „Ik heb zooeven tante er op voorbereid, dat het weder drukte in haar huis geven zal, nu gy gekomen zyt." „O, neen, papa, dezen keer ben ik van plan verstandig te zyn, buitengewoon ver standig," verzekerde Hans en leverde oogen- blikkelyk het bowys er van, door de burge meestersvrouw, die juist zonder erg haar sleutelmandje neerzette, plotseling om het middel te grypen en met haar in de kamer rond te dansen, ondanks haar hevig verzet. „Ondeugende jongen, wilt gy my wel eens met rust lafceni" riep zy buiten adem, toen hy haar eindelyk losliet en met den hoed in de hand oen diepe buiging voor haar maakte. „Vergiffenis, tante, maar dat was de onver- mydalyke inleiding voor myn boodschap. In do keuken wordt dringend uw tegenwoordigheid verlangd, en ik heb op my genomen, deze boodschap over te brengen, omdat ik my in huis nuttig wil maken." De pogingen van haar neef, om zich nuttig te maken, schenen de vrouw des huizes toch eenigszins verdacht voor te komen, want zy vroeg op lang gerekten toon: „Wat moet ge in de keuken by de meiden zoeken?" „Lieve hemel, ik heb oude Griotjo^maar begroet," verklaarde Hans met een onschuldig gelaat. „Zoo? En was de jonge Loni er niet by?" „Ik heb my aan haar laten voorstellen, omdatik ze nog niet kende. Als bloedverwant van het huis is dat myn plicht. O, ik. zal nn eens zeer huiselyk worden l" „Beste Hans," sprak de burgemeesters vrouw thans op beslisten toon, uw huisiyk- heid kan ik hier missen, en als gy weer in de keuken durft komen, gaat de grendel op de deur, denk daarom." Met deze woorden knikte zy zyn vader toe en ging in volle majesteit de deur uit. „Neem u in acht," sprak de professor bestraffend. „Al zyt gy ook nog zoo het troetelkind uwer tante, op dat punt verstaat zy geen scherts, en daar heeft zy gelijk in ook. Nu zai zy ten minste ook wel over uw I zoogenaamde vertwyfeling gerustgesteld zyn, zy houdt hardnekkig vol, dat gy u ongelukkig gevoelt in uw beroep." „Neen, vader, ik ben heel niet ongelukkig," verzekerde de jonge man, fcerwyi hy schryiings op den stoel ging zitten en zielsvergenoegd in de kamer rondkeek. „Dat heb ik ook nooit gedacht. Dorgelyke dwaze denkbeelden verdwynen vanzelf, zoodra men bdgint, zich ernstig met de dingen bezig te houden." „Zeker, vader," stemde Hans toe, die nu zQn stoel in een schommelende beweging bracht, wat hem buitengewoon scheen te bevallen. „En het ernstigste is wel de wetenschap," ging Wehlau met nadruk voort „Ik heb echter in den laatsten tyd Hans, men gebruikt de stoelen niet om op te ryden, die studentengewoonte moet go afleggen, zy past niot voor een toekomstigen dokter weinig gelegenheid gehad, een ernstig onder zoek naar uw studie in te stellen. Gy weet, dat myn uitgebreid werk, dat ik pas gereed gekregen heb, my geheel in beslag genomen heeft Nu echter ben ik vry en nu zullon wy hot verzuimde inhalen." „Jawel, vader," zeide Hans, die de vader- ïyke vermaning ter harte genomen had en van den stoel afgegaan was; maar nu zat hy op den kant van do tafel en slingerde met de voeten. Tot zyn geluk zag dat de professor niet, omdat hy juist iets op zyn schryftafel in orde bracht Hy ging bedaard verder: „De studietyd ligt nu achter u en naar ik hoop ook zyn uitgelatenheid. Ik reken nu vast op grooteron ernst, als ik u dieper in de wetenschap inleid. Span u in, Hans, en gy zult my nog eenmaal dankbaar zyn, ais gy als professor myn leerstoel inneemt" „Jawel, vader 1" sprak de gehoorzame zoon voor den derden keer, sprong echter in het- zelfdo oogenblik haastig van de tafel, want zyn vader had zich omgedraaid en wierp h6in nu een misnoegden blik toe. „Kunt gy u dan dlo boerse he manieren niet afwennen? Neem een voorbeeld aan Michaél, die zal zich zoo iots nooit veroor loven." „Neen, zeker niet," lachte Hans over moedig. „De luitenant is ook in huis een toonbeeld van regel en orde. Aityd het geweer by den voet, altyd tot aan den hals toegeknoopt Wie zou zoo iets gedacht hebben, toen hy pas by ons kwam? Toen was hy nog de schuwe, bloode knaap, die mot verbazing naar de wereld en de menschen zag, alsof het iets buitengewoons 1 was. Ik bob hem in het begin geheel onder myn vleugels moeten nemen." „Na, maar ik geloof, dat hy ze spoedig genoeg ontgroeid was," sprak de professor spottend. „Helaas, ja t Nu is de verhouding omgekeerd, en ik sta onder zyn commando. Maar beken het maar, vader, gy twyfeldet er In het begin ook aan, een mensch van hom te maken." „Wat de utterlyko vormen betreft zeer zeker. Geleerd had hy echter reods voel meer dan ik aanvankeiyk dacht; myn broeder j is een voortreffeiyk onderwyzor voor hem geweest. Toen hy echter eenmaal wakker geschud was, heeft hy met zoo'n yzoren vlyt en' onvermoeibare energie gearbeid, dat ik dikwyis gonoeg de werkkracht bewonderde, waarmode hy zich aan de oude droomeryen uit zyn^ jongonstyd ontrukte." „Ja, Michaël is altyd uw lieveling geweest," antwoordde Hans. „Dien hebt gy ook nooit j gedwongen, gy vondt het terstond goed, toen 1 hy soldaat wilde wordenik daarentegen „Dat is iets heel anders l" viel zyn vader1 hem in de rode. (Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1