?J». 12405
Yrljdag B Augustus.
A\ 1900
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 3 Augustus.
F'eu.illetoii,
Adeliijk en burgeriijk bloei
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per posto 1-40.
Afzonderlyko Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Yan 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grootero
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© Keunisgeviug.
Burgemeester en Weihouders der gemeente
ï.eiden brongen, naar aanleiding van artikel 27
der Verordening van den baten November 1894
{Gemeenteblad No. 10), op de keuring van vee
en vleesch binnen deze gemeente, ter algemeens
kennis:
dat HENDRICUS JOHANNES WALENKAMP,
'wonende te Noordwijk, op den 20sten Januari
11900 werd bekeurd wegens het te Leiden voor
i een slager verscfa vleesch invoeren anders dan bij
geheele of halve dioron, en dat hij deswege op
'den 12den Maart 1900 word veroordeeld tot j 2
boete of 2 dagen hechtenis;
dat PAULUö S1ERE, wonende Koolstraat 10 te
1 Leiden, op den lOden Februari 19G0 werd bekeurd
wegens het te Leiden invoeren van door eenig
toeval gestorven vee zonder toestemming van den
inspecteur der vee- en vleeschkeuring, feit gepleegd
als kind, dat den leeftijd van 10 jaren, maar nog
niet dien van 16 jaron heelt bereikt, met oordeel
des onderscheids, en dat hij deswege op den zden
;April 1900 werd veroordeeld tot f 1 boete of 1
dag hechteois;
dat P1ETER HERREUR, wononde Mirakelsteeg
41 te Leiden, op den liden Maart 1900 werd be-
keurd wegens het te Leiden vervoeren van onge-
1 keurd vleesch, en dat hij deswege op den 9den
April 1900 werd veroordeeld tot '6 boete of 2
dagen hechtenis;
dat TEUN13 VAN DER VLIST, wonende Lam
mermarkt 3 te Leiden, op den 15den Maart 1900
werd bekeord wegens het te Leiden invoeren van
vleesch, dat tot bederf was overgegaan, en dat
by deswege op den 14den Mei 1900 werd veroor
deeld tot 6 boete of 3 dagon hechtenis.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. JÜTA, Weth. lo.-Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 2 Aug. 1900.
Burgemeoster en Wethouders van Leiden bren
gen ter kennis van belanghebbenden, dat de ge
legenheid voor het doon inschreven van leerlingen
voor de Iloogere Burgorschool voor Jongens,
waartoe men zich schrittelyk gelieve te wenden
tot den waarnemend Directeur, zal zijn opengesteld
tot 20 Aug. e. k., eu dat het twecdo toelatings
examen, benevens de her-examens, zullen plaats
hebben op Woensdag, Donderdag en Vrijdag, 29,
3ü en 31 Augustus en Zaterdag 1 Soptomber a. s.
in het gebouw aan de Pietorskerkgracht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. O. JUTA, Wetb.,lo.-Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiudh, 2 Aug. 1900.
In de gisteren te Amsterdam gehouden
Jaarvergadering dor „Yereeniging ter bevor-
dering der belangen des Boekhandels" werd
herkozen als lid van de commissie voor de
bouwstoffen, enz. de heer Louis D. Petit, te
Leiden.
Tot nieuwe leden der Vereeniging werden
o. m. benoemd de heeren A. A. De Groot
(firma gebr. v. d. Hoek) en Corn. Van der
Ven (Wierda's boek-, kunst- en muziekhandel),
beiden te Leiden.
Voor de hoofdakte is geslaagd mej. E. J.
Visser, van Haarlemmermeer.
Op de algemeeno vergadering der Evan
gelische Maatschappij, die gehouden zal worden
te Schiedam op Woensdag 5 September, des
voormiddags te tien uren, zal prof. Bolland
inleidenWat is Protestantenplicht b(j de eerst
komende algemeene verkiezingen?
Te 's-Gravenhage keerschto gisteravond
een buitengewone drukte en bedrijvigheid om
en in de Maliebaan, waar ter oere van
Koningin Emma's verjaardag een groot vuur
werk zou worden ontstoken. De vry stevige
vrind, die over do zoo uitgestrekte grasvlakte
blies, had deze gunstige uitwerking, dat de
lucht schoongeveegd werd van dreigende wol
ken en het vuurwerk geen waterwerk werd.
Precies op tyd, om halftien, schoot de eerste
pjjl het luchtruim in, ton teeken, dat het
pyrotechnisch schouwspel een aanvang zou
nomen. En toen volgden ze elkander op, de
grootere en kleinere stukken, afgewisseld door
fluitende vuurpijlen, bommen en kanonnades.
Het eerste stuk, een „Leve do Koningin-
Moeder", slaagde al dadelijk uitstekend. Om
geven door draaiende zonnen, die groote
hoeveelheden gouden regen uitwierpen, werd
een schitterend effect bereikt. Bloemenmanden in
prachtige kleuren, een fontoin, verlichting van 't
terrein, nog veel meer, on toen het slotstuk in
schitterende letters: „Hulde aan de Koningin-
Moeder" als opschrift, daaronder een gekroonde
E in kleuren en als onderschrift „'s-Graven-
liage." Daverende toejuichingon klonken over
het veld; de muziek speelde de volksliederen:
nog een bundel vuurpijlen en de groote
massa zette zich in bewoging, een deel om
nog wat te genieten van het concert in den
Dierentuin, een ander doel naar de Sociöteits-
tont in het Bosch on veel, heel veel, die de
parade waren mis geloopon en nu toch het
mooie vuurwerk hadden wilden zien, naar de
stations.
De kermispret in het Voorhout duurde
natuuriyk tot laat in den avond.
De departementen van algemeen bestuur
prijkten met do gewone verlichting. De oxtra-
illuminatio werd verschaft door de gekleurde
vetpotjes, aangebracht langs het fraaie scheepje
„Do Zeven Provinciën", dat in hot water
naast den Vijverborg wiegelt.
Een buitengewoon talrijke bende orgelaars,
enz., waaronder van het allerminste gehalte,
was zeker om do harmonie met de „kleine
kermis" te bewaren over de stad losge
laten, zoodat er overdag on 's avonds over
vloed van muziek was.
Ook in de Kurzaal to Scheveningen, als
gewoonlijk op evon éléganto als smaakvolle
wijze versierd voor deze gelegenheid, werd
Koningin Emma's verjaardag feestelijk her
dacht. De door het orkest gespoelde nationale
liederen werden met warmte toegejuicht door
het talrijk publiek.
De leden der Vereeniging van Nederlandsche
werkgevers, aan een maaltijd in het Kurhaus-
hotel vereenigd, na afloop eener gistoron
gehouden vergadering, hebben zoowel aan
H. M. de Koningin-Moedor als aan H. M. do
Koningin toiegraphischo betuigingen van
golukwonsching, hulde en trouw afgezonden.
Generaal Van Poramoren, voorzitter van
de commissie voor hot afnemen van het
officiersexamen, ging hedon naar Kampen in
verband met den aanvang dier examens.
De heer Hodenpjjl, hoofdgedolegeerde van
Amerika voor de Parysche tontoönstelling, is
in het „Hotel des Indes" to 's-Gravenliage
aangekomen.
De minister van marine, vergezeld van
zijn adjudant, vortrok hedenochtend naar
Amsterdam, om van daar de Koninklijke revue
van de visschersYloot voor Pampus te gaan
bijwonen. Ook eenige leden van hot corps
diplomatique waren bij deze eigenaardigo
vlootschouw tegenwoordig.
"Wegens uitbreiding van personeel is aan
de Chr. school te Krabbendijko benoemd de
heer J. C. De Hamor, onderwijzer aan de
Chr. school te Alfon a('d. Rijn. Deze benoeming
is aangenomen en de benoemde treedt 1 Nov.
a.s. in dienst.
Het Hof zal ingevolge de bevelen van
H. M. de Koningin wegens hot overlijden van
Z. M. koning Humbert I van Italië voor vier
weken, ingaande Zaterdag 4 Augustus aan
staande, den rouw aannemen on wel een week
middelbaren en drie weken lichten rouw.
Naar men mededeelt is gisterochtend in
het „Grand Hótei" te Zandvoort H. K. H.
prinses Friedrich August van Saksen in het
strengste incognito onder den naam van
barones Von Rochewitz afgestapt.
Ten gevolge der opheffing van de Indische
Instelling te Delft op 15 Sept. zijn daar de
volgende pensioenen verleend: aan den hoog
leeraar-directeur J. Spanjaard f 1653.75 en
een toelage van f 500, zoo lang door hem niet
is aanvaard eenRyks- of gemeentebetrekking;
aan de hoogleeraren J. R. P. F. Gonggrijp
f 1725.83 en mr. L. W. C. Van den Berg
f 633.33; aan den lector J. S. A. Van Dissel
f 640.62; en do volgende wachtgelden, ge
durende drie jaar, aan de hoogloeraren C.
Poonsen ƒ1800, mr. J. C. Th. Heiligers 1800,
mr. J. E. Heeres ƒ1200 en A. L. Van Has-
solt f 1200.
De concierge en custos bly von in betrekking
tot bewaring en onderhoud van de zeer belang
rijke bibliotheek en ethnologischo verzameling,
tot tijd en wjjle daaraan een bestemming is
gogeven.
Het Museum van Kunstnijverheid te
Haarlem werd gedurende de maand Juli be
zocht door 686 personen, terwijl uit de aan
het Museum verbonden boekerij 70 boek- en
plaatwerken naar verschillende plaatsen van
ons land verzonden werden. Gedurende de
maand Augustus is de boekerij gesloten.
In do geheime zitting, gistermiddag door
den Raad to Haarlem gehouden, bracht de
burgemeester ter -sprake het in de vorige
zitting door den heer Van de Kamp gezegde,
dat n.i. do burgemeoster het onderzoek naar
de bewoerde dieverij aan don stadstuin niet
goed had geleid, want dat er niet maar vier
potjes waren weggegeven, doch dat er vier
honderd waren gestolen. Waar dit in de open
bare zitting was gezegd, diende die zaak to
worden uitgemaakt ook, en daarom hoopte
hij, dat de Raad een commissie zou benoemen
om het onderzoek nog eens te doon. De heer
Van do Kamp sprak toen den wenscli uit,
dat do burgemeester een commissie zou be
noemen, doch deze oordeelde, dat het verzoek
daartoe moest komen uit den Raad zelf. In
do volgende zitting zal, naar wij vernomen,
de heer Van do Kamp nu een voorstel doen.
De heer G. M. C. Drosseihuys, inspecteur
der invoerrechten en accijnzen to Amsterdam,
is benoomd tot ridder in de Oostenryksche
keizerlijke orde der IJzeren Kroon 3de klasso.
Naar aanleiding van berichten in de pers,
als zou de Regeering plan hebben tot naasting
van spoorwegen over te gaan, vernomen w\j,
zegt „Da Scheepvaart", van goed ingelichte
zyde, dat deze berichten onjuist zijn.
Het is bekend, dat de tegenwoordige Re-
goering reeds voor goruimen tijd aan een
aantal harer ambtenaren opdroeg een onder
zoek in te 6tellen, welke maatregelen geno
men moeten worden, bijaldien een of meer
spoorwegen in handen van don Staat kwamen.
Do uitslag van dit onderzoek kan spoedig
worden te geraoet gezien en het is niet onwaar
schijnlijk, dat dit dor Regoering aanleiding zal
geven, oen wetsontwerp in te dienen, inhou
dende de regeling eener eventuoele Staats
exploitatie ten opzichte van beheer en comp
tabiliteit, ton oindo gewapend te zijn voor het
geval later, gedwongen of vrijwillig, tot naasting
word overgegaan.
Vermoedelijk heeft dit aanleiding gegoven
tot het onjuiste bericht, alsof de Regeering
thans reeds voorstellen tot naasting wilde doen.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebbon, met ingang van 1 Augustus, ter
provinciale griffie bevorderd: tot commies,
plaatsvervangend chef, den heer C. W. C. M.
Stroo, adjunct-commies der 1ste klasse; tot
adjunct-commiezen der 1ste klasse de heeren
H. R. M. Kneifer en M. C. Gevers, adjunct-
commiezen der 2do klasse; tot adjunct-com
miezen der 2de klasse de heeren J. A. Van
der Leeuw en M. Van den Bosch, 1ste klerken
tot lsto klerken de heeren D. Schild en J.
Cardinaal, 2de klerken.
Van de beide stoomschepen, die te Vlissin*
gen verwacht werden met de ambtenaren dor
Nederlandsche Zuid-Afrik. Spoorwegmaat
schappij, is gisterochtend om 6 uren de
Arundel Castle" aan de sluis gearriveerd,
waar het door velen begroet werd, 0. a. door
een sloep met marinematrozen.
Na geneeskundigo visitatie ving om 8 uren
de ontscheping aan op het, zelfB voor de pers,
"•afgesloten terrein.
Slechts enkele mededeelingen van de 720 pas
sagiers werden ontvangen. Z\j waren hoogst
ontevreden over de voeding, zoodat de reis
ervaring hoogst ongunstig was. De stemming
was aanvankelijk weinig opgewekt, doch een
toespraak van den directeur Van den Wall Bake,
met beloften voor de belangen van het per
soneel te zullen zorgen, werkte zeer gerust
stellend. Het publiek was allerhartelijkst.
De heer Van den Wall Bake moet gezegd
hebben, dat geen der verdrevenen is ont
slagen dat zy vertrouwen in de Maat-
6chappjJ kunnen blijven stellen, dat er by de
verschillende maatschappyen van scheepsbouw,
enz. in ons land werk voor hen te vindon
is en dat, zoo zy in financieole moeiiykheden
komen, zy zich maar tot de Maatschappy
moeten wenden.
Een der verdrevenen, de heer Dykerman,
chef van weg en werken, nam daarop het
woord en uitte de hoop, dat de Maatschappy
haar woord zou kunnen houden.
In het „Hotel Zeeland" en aan het station
was het spoedig overvol. Daar versterkte
men den inwendigen mensch en ontmoette
familielid en vriend.
Twee extra-treinen stonden gereed, oen voor
Amsterdam en een voor hot Noorden, terwyi
anderen op eigen gelegenheid verder reisden.
Den geheelen morgen on den namiddag
duurde het transport; Overal zag men man
nen, vrouwen en kinderen, dragende pakken,
tasschen en vogelkooien, waarin een kakatoo
of een kanarie. Het spoorwegperron stond
vol kisten en koffers. Gaandeweg kwam er
wat ruimte, toon allcng3 do lange treinen
waren vertrokken in de richting Middelburg,
trouwens do eenig mogelyke richting. Allen
gingen zoover mogelyk naar de plaats hunner
bestemming, do stad of het dorp, waar zy
thuisbehoorden. Het was zaak gisteren zoo-
velen mogelyk te doen vortrekken om plaats
te maken voor hen, die heden volgen. Do
„German" moet naar schatting wederom
ruim 600 personen aan boord hebbon l Ook
dit stoomschip zal evenals de Arundel
Castio" behandeld worden door de firma Van
den Wall Bake Co., gevestigd te Amster
dam en te Rotterdam, agenten van de sedort
eenigen tyd gecombineerde „Union" en „Castle"-
lynen.
Van een uitgowezen ambtenaar verpam oen
verslaggever van het „Hbl." omtrent do reis
nog het volgende.
Toen lord Roberts Pretoria was binnenge
trokken, weigerden de ambtenaren nagenoeg
allen, van welke nationaliteit ook, verdoraan
de spoorwegen werkzaam te zy n. Dezo „staking"
heeft ongeveer een maand geduurd, toen het
bekend word, dat zy het land zouden worden
uitgezet.
Ditl aatste hing al een veertien dagen voor
dien in de lucht.
Den dag voor het besluit werd hun nog
gevraagd of zy drie maanden wilden werken,
wat unaniem geweigerd werd.
Om 5 uren, Zaterdag 30 Juni, word hun
het definitief besluit van de uitzetting bekend
gemaakt en om 8 uren zaten do ambtenaren
op den trein.
De treinreis van Pretoria naar East London
heeft 87 uur geduurd.
Maandag kwamen zy aan in Bloemfontein,
Dinsdag in Molteno, Woensdag om 10 uren
in East London, van waar de boot om 4 uren
vertrok.
Den tweeden dag van de treinreis regende
het voortdurend, zoodat de passagiers doornat
waren. Eindeiyk op den derden dag werden
er zeilen gespannen over de open wagens.
Het eten was schaarsch en slecht, maar
zelfs voor eigen geld kon er niets gekocht
worden. Van warm eten geen quaestie.
Beschuit en blikjes corned beef, dat nagenoeg
niet te gebruiken was.
Soms, af en toe togen de koude en de nat
tigheid oen beetje whiskey, dat zolf gekocht
moest worden, en waarvan do treinwachters
mede een ruim gebruik maakten.
Vrydag-avond kwamen de ambtenaren in
Kaapstad aan, van waar ze weer terug gin
gen naar Simonsbaai om kolen on water in
te nemen, om Maandagmiddag te vier uren te
vortrekken.
Hier lag ook do „German". Do passagiers
van beide schepen wisselden seinen op fluitjes,
op do manier van telegraphie, en gaven zoo
elkaar to kennen, dat alles aan boord goed
was. Aan boord lagen do 600 mannen in het
ruim, verdiepingsgewyze. Daar de ruimte te,
klein en de atmosfeer te bonauwd was, werd
hun toegestaan op hot dek (behalve dio van
ide eerste klasse) zich te bewogen en to slapen.
De vrouwen en kinderen sliepen in de 2de
klasse couchette, en klaagden zeer over de
weinige plaats en de benauwdheid. De warme
voeding bestond uit ongeschilde aardappelen,
oen weinig groente, meest groote pompoenen,
on slechts vleesch niet veel been.
Behalve de quahteit, liet de quantiteit
veel te wensohen.
Brood, goed, maar oudbakken, met boter
word genoeg versterkt.
Als byzonderheid werd meegedeeld, dat op
een Zondagmorgen óón ei mot spek werd
gegoven. Wel oen bowys, dat van verwonnen
geen sprake wasl
Hot servies bostond geheel uit blik, terwyi
de messen zóó vuil waren, dat andere
werktuigen gebruikt moesten worden om te
snijden.
Er werd golegonhoid gegeven om zich te
baden, maar voor de 500 mannen waren er
slochts drie badkuipen beschikbaar.
De geost onder de passagiers onderling,
zoowel als met do Engelsche zeelieden, was
uitstekend.
Ziekten kwamen er niet voor.
Behalvo eenige dagen regen by het begin
van de uitreis, was hot weer prachtig.
De Holiandsclie loods verwelkomde aan
het begin van het Kanaal do Z. A. S.-M.
monschen met de Hollandscho vlag, wat door
de ambtenaren geestdriftig beantwoord werd
met het, onder luid gejuich, uitsteken van
de vlag dor Z.-A. S.-M.
Do zegsman was óón en al lof over do
manier, waarop de hoeten v. d. Wall Bake
en Middelberg hen to Vlissingen verwelkomd
en toegesproken hadden en over de maat
regelen die ten hunnen gerievo genomen waren.
10)
Dat hy geen druppel van het bloed zyner
moedor 111 zich had, was reeds aan zyn
uiteriyk te zlon, en dat het andere bloed,
dat van zijn vader, zijn erfdeel geworden was,
bleek nu duidelijk. Was bet geen recht en
plicht dozen jongen te verstooten?
Do graaf stond weder roebt op, met de
oude ijzeren vastbrrdenhoid, toen Michaël
binnentrad, die niot vermoedde, wat deze
nieuw-oproeping kon beduiden, on waaraan
bjj dan ook slechte schoorvoetend voldaan had.
„Sluit do dour," gebood Steinrück, „en
kom hier!"
Derain keer was er geen twe- do bevel noodig.
Michaël gehoorzaamde zonder aarzelen. Hy
stond voor den graaf, die hot oog doordrin
gend op hom vestigdo en hem daarby het
ledige doosje voorhield.
„Kent gy dat?" vroeg hy schynbaar bedaard.
l)o govraagdo schudde langzaam het hoofd;
hy begreep deze zeldzame vraag niet.
„Het lag hier op do schrijftafel," ging
Steinrück voort, „maar het was niet ledig,
zooals nu, or lag oen ster in, met fonkelende
diamanten. Hebt gy die ook gezien?"
Michaël dacht een oog9nblik na. Dat moest
bet fonkelende voorwerp geweest zyn, dat
zoo schitterde in den zonneschijn, maar waarop
hij verder niet gelet had.
„Nu, ik wacht op antwoord," sprak de
graaf zonder hot oog van zyn gelaat te richten.
pWaar is do ster gebleven?"
aHoo kan :k dat weten?" vroeg Michaël,
steeds meer verwonderd over dezo zeldzame
ondervraging.
Er kwam een bittere trek om den mond
van den graaf, toen hy zeide:
„Gy weot het dus werkelyk niet? Gy
schynt toch niot zoo dom te zyn, als gy u
aanstelt, gy spoelt ton minste uitmuntend
komedie. Waar is de ster gebleven? Ik wil
het weten. Zog op!"
De dreigonde toon dor laatste woorden
deed eindelyk den jongeling de waarheid
begrypon. Hy stond daar, als door den
bliksem getroffen; hy was zoo ontsteld en
zoo bewogen, dat hy in de eerste oogen-
blikken niet in staat was, zich te verdedigen.
Dit zwijgen ontnam Steinrück den laatsten
twyfel, want hy zag er een bewys zyner
schuld in.
„Beken, knaap," sprak hy op doffen toon,
maar met een vreeselyke uitdrukking in
het gelaat. „Geef het gestolene terug en dank
God, als ik u laat gaan. Verstaat gy my niet?
Gy zult hot gestolen voorwerp teruggeven."
Michaël kromp ineen, alsof hem een wonde
•toegebracht werd; in het volgende oogenblik
echter voer hy uit:
„Ik een dief? Ik zou
„Stil," viol Steinrück hem heftig in de
rede. „Ik wil geen leven, geen opzien, maar
gy komt hier niet vandaan vóór gy een
bekentenis afgelegd hebt."
Hy vatte hem mot kracht by den arm
en zyn hand verstond het, vast te houden.
Zy sloot als een ijzeren klomschroef, maar
mot een enkelen krachtigon ruk had Michaël
zich bevryd.
„Laat my los," steunde hy. „Zeg dat niet
meer, of
„Wilt gy my nog bedreigen ook?" riep
do graaf, die dezen uitroep voor het toppunt
van laaghartigheid hiold. „Pas op, jongen.
Nog één woord, en ik vergat, dat ik u
sparen moet."
„Maar ik ben geen diefl" riep Michaël
gillend uit.
„En wie my zoo noemt, dien sla ik neer I"
Met doze woorden rukte hy een zilveren
kandelaar van de naastbyzynde tafel en
zwaaide hom als een wapon tegen don graaf.
Deze trad een schrede terug, niet voor do
dreigende beweging, maar voor don aanblik,
dien dezo jongen bood. Was dat nog dezolfdo
man, die een oogenblik geloden hier gestaan
had, met dat droomenge gezicht, datzelfde,
schuwe, bloode wezen? Nu verweerde hy
zich als een gewondo leeuw, bereid zich op
zyn voel sterkeren tegenstander te werpen.
In die trekken lag gionzenlooze woede en
woestheid. En Steinrücks oogen, die zoo
vernietigend op hem neergezien hadden,
keken nu in een ander donkerblauw oogen-
paar, die op dit oogenblik ook vlamden als
do zyne. Ademloos staarden beiden elkander
aan, maar neen, zoo zag er geen lafaard
en ook goen dief uit.
Daar vloog do deur open, men had
zeker in de voorkamor de luide, dreigende
stemmen gehoord.
De houtvester stond op den drempel en
achter hem was het verschrikte gelaat van
den dienaar zichtbaar.
„Jongen, zyt gy krankzinnig geworden?"
riep Wolfram, terwyl hy zyn heer te hulp
snelde en Michaël by den schouder pakto.
Maar deze rukte zich los, als een aan
geschoten hert zich van de honden bevrydt,
wierp toon woedend den kandelaar op den
grond en snelde naar de deur. Hier echter
versperde de dienaar hem den weg.
aHoud hem vast!" riep deze den hout
vester toe. „Hy mag niet weg, hy heeft den
graaf bestolen l"
Wolfram, dio zich juist van zyn pleeg
zoon wilde meester maken, bleef ontzet
staan.
„Michaël een diefl"
Uit de borst van den gekwelde ontsnapte
een kreet, zóó wild en vol vertwijfeling, dat
Steinrück snel tusschenbeido trad. Hy wilde
hem gebieden te blijven, maar het was te
laat. Do dienaar, door eon geweldigen slag
getroffen, viel neer, en Michaël snelde, als
voortgejaagd door deze vroosslyke woorden,
langs hem heen de dour uit.
De houtvester Wolfram trad de pastorie
van SL-Micliaèl binnen, waar liy verwacht
schoon te worden, want do pastoor kwam
hom reeds in de gang tegen.
„Nu, Wol/ram, nog altyd goen tyding?"
„Neen, eerwaardo, geen spoor van don
knaap, maar van het kastool kan ik u be
richt geven; ik kom er juist vandaan."
Valentyn opende do deur zyner studeer
kamer en wenkte den houtvester hem te
volgen, maar do tyding uit het kasteel lag
hem oogenschyniyk niot zoo na aan het hart
als de vraag, die hy met allo toekenon van
onrust herhaalde:
„Michaël is dus ook vandaag niot thuis
gekomen?"
„Neen, eerwaarde, ik zei het immers
reeds?"
„Dat is nu de dordo dag al en geen spoor
van den knaap bekend. Als hem maar geen
ongeluk overkomen is?"
„Dio verongelukt niet," sprak de hout
vester met oon ruwen lach. „Dio loopt ergens
rond, maai' durft niet naar huis komen,
omdat hy wol begrypon kan, wat hein daar
te wachten staat, maar eons moet hu toch
terug komen en dan mag God hom genadig
zyn!"
„Wat wilt gy doen, Wol/rara? Donk aan
uw belofte."
„Die hob ik gehouden zoolang dat ongeluks-
mensch nog te regeeron was, maar nu is het
daarmee uit. Als liy denkt, alles neer to
kunnen slaan en omver te loopen, dan zal hy
ervaren, dat er ton minste óón legen hem
opgewassen is, en dat zal hy voelen, zoolang
ik do handen nog loeren kan."
„Gy roort Michaël niot aan vóór ik hem
zelf gesproken heb," zeide do goestelyke
ernstig. „Gu komt dus van het kasteel?
Hoe gaat het daar? Is hot verloren orde-
teeken nu eindelyk gevonden?"
„Ja, nog dionzolfden dag. Do kloine gravin
Hertha had hot fonkelende ding als speelgood
moegonomen, was er mee naar haar kamer
goloopen en bracht het later aan haar moeder.
Toon was do zaak opgehelderd."
„Dus om het spel van een kind," sprak
de pastoor op bittoron toon. „Zulk een
smartelyke, vernederende verdenking, zonder
onderzoek, zonder bewys en juist tegen
Michaël, die
Hy hield plotseling op. Do houtvester
echter zeide brommend:
„Waarom hoeft hy den mond niet open
gedaan en zich verdedigd? Ik zou er mjj
wel tegen verzot hebben, maar Michaël zal
wol weer als een paal zyn blyven staan, en
later, toon liet erhst werd bij den generaal,
was hy als oen gewonde beer. Op don graaf
los te gaant Hot is niet to gelooven, maar
ik heb het zolf gozien hoe hy met den
kandelaar in de hand voor hem stond.
{Wordt vervolgd.)