?J». 12405 Yrljdag B Augustus. A\ 1900 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 3 Augustus. F'eu.illetoii, Adeliijk en burgeriijk bloei PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per posto 1-40. Afzonderlyko Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Yan 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grootero letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Keunisgeviug. Burgemeester en Weihouders der gemeente ï.eiden brongen, naar aanleiding van artikel 27 der Verordening van den baten November 1894 {Gemeenteblad No. 10), op de keuring van vee en vleesch binnen deze gemeente, ter algemeens kennis: dat HENDRICUS JOHANNES WALENKAMP, 'wonende te Noordwijk, op den 20sten Januari 11900 werd bekeurd wegens het te Leiden voor i een slager verscfa vleesch invoeren anders dan bij geheele of halve dioron, en dat hij deswege op 'den 12den Maart 1900 word veroordeeld tot j 2 boete of 2 dagen hechtenis; dat PAULUö S1ERE, wonende Koolstraat 10 te 1 Leiden, op den lOden Februari 19G0 werd bekeurd wegens het te Leiden invoeren van door eenig toeval gestorven vee zonder toestemming van den inspecteur der vee- en vleeschkeuring, feit gepleegd als kind, dat den leeftijd van 10 jaren, maar nog niet dien van 16 jaron heelt bereikt, met oordeel des onderscheids, en dat hij deswege op den zden ;April 1900 werd veroordeeld tot f 1 boete of 1 dag hechteois; dat P1ETER HERREUR, wononde Mirakelsteeg 41 te Leiden, op den liden Maart 1900 werd be- keurd wegens het te Leiden vervoeren van onge- 1 keurd vleesch, en dat hij deswege op den 9den April 1900 werd veroordeeld tot '6 boete of 2 dagen hechtenis; dat TEUN13 VAN DER VLIST, wonende Lam mermarkt 3 te Leiden, op den 15den Maart 1900 werd bekeord wegens het te Leiden invoeren van vleesch, dat tot bederf was overgegaan, en dat by deswege op den 14den Mei 1900 werd veroor deeld tot 6 boete of 3 dagon hechtenis. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. C. JÜTA, Weth. lo.-Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 2 Aug. 1900. Burgemeoster en Wethouders van Leiden bren gen ter kennis van belanghebbenden, dat de ge legenheid voor het doon inschreven van leerlingen voor de Iloogere Burgorschool voor Jongens, waartoe men zich schrittelyk gelieve te wenden tot den waarnemend Directeur, zal zijn opengesteld tot 20 Aug. e. k., eu dat het twecdo toelatings examen, benevens de her-examens, zullen plaats hebben op Woensdag, Donderdag en Vrijdag, 29, 3ü en 31 Augustus en Zaterdag 1 Soptomber a. s. in het gebouw aan de Pietorskerkgracht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. O. JUTA, Wetb.,lo.-Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiudh, 2 Aug. 1900. In de gisteren te Amsterdam gehouden Jaarvergadering dor „Yereeniging ter bevor- dering der belangen des Boekhandels" werd herkozen als lid van de commissie voor de bouwstoffen, enz. de heer Louis D. Petit, te Leiden. Tot nieuwe leden der Vereeniging werden o. m. benoemd de heeren A. A. De Groot (firma gebr. v. d. Hoek) en Corn. Van der Ven (Wierda's boek-, kunst- en muziekhandel), beiden te Leiden. Voor de hoofdakte is geslaagd mej. E. J. Visser, van Haarlemmermeer. Op de algemeeno vergadering der Evan gelische Maatschappij, die gehouden zal worden te Schiedam op Woensdag 5 September, des voormiddags te tien uren, zal prof. Bolland inleidenWat is Protestantenplicht b(j de eerst komende algemeene verkiezingen? Te 's-Gravenhage keerschto gisteravond een buitengewone drukte en bedrijvigheid om en in de Maliebaan, waar ter oere van Koningin Emma's verjaardag een groot vuur werk zou worden ontstoken. De vry stevige vrind, die over do zoo uitgestrekte grasvlakte blies, had deze gunstige uitwerking, dat de lucht schoongeveegd werd van dreigende wol ken en het vuurwerk geen waterwerk werd. Precies op tyd, om halftien, schoot de eerste pjjl het luchtruim in, ton teeken, dat het pyrotechnisch schouwspel een aanvang zou nomen. En toen volgden ze elkander op, de grootere en kleinere stukken, afgewisseld door fluitende vuurpijlen, bommen en kanonnades. Het eerste stuk, een „Leve do Koningin- Moeder", slaagde al dadelijk uitstekend. Om geven door draaiende zonnen, die groote hoeveelheden gouden regen uitwierpen, werd een schitterend effect bereikt. Bloemenmanden in prachtige kleuren, een fontoin, verlichting van 't terrein, nog veel meer, on toen het slotstuk in schitterende letters: „Hulde aan de Koningin- Moeder" als opschrift, daaronder een gekroonde E in kleuren en als onderschrift „'s-Graven- liage." Daverende toejuichingon klonken over het veld; de muziek speelde de volksliederen: nog een bundel vuurpijlen en de groote massa zette zich in bewoging, een deel om nog wat te genieten van het concert in den Dierentuin, een ander doel naar de Sociöteits- tont in het Bosch on veel, heel veel, die de parade waren mis geloopon en nu toch het mooie vuurwerk hadden wilden zien, naar de stations. De kermispret in het Voorhout duurde natuuriyk tot laat in den avond. De departementen van algemeen bestuur prijkten met do gewone verlichting. De oxtra- illuminatio werd verschaft door de gekleurde vetpotjes, aangebracht langs het fraaie scheepje „Do Zeven Provinciën", dat in hot water naast den Vijverborg wiegelt. Een buitengewoon talrijke bende orgelaars, enz., waaronder van het allerminste gehalte, was zeker om do harmonie met de „kleine kermis" te bewaren over de stad losge laten, zoodat er overdag on 's avonds over vloed van muziek was. Ook in de Kurzaal to Scheveningen, als gewoonlijk op evon éléganto als smaakvolle wijze versierd voor deze gelegenheid, werd Koningin Emma's verjaardag feestelijk her dacht. De door het orkest gespoelde nationale liederen werden met warmte toegejuicht door het talrijk publiek. De leden der Vereeniging van Nederlandsche werkgevers, aan een maaltijd in het Kurhaus- hotel vereenigd, na afloop eener gistoron gehouden vergadering, hebben zoowel aan H. M. de Koningin-Moedor als aan H. M. do Koningin toiegraphischo betuigingen van golukwonsching, hulde en trouw afgezonden. Generaal Van Poramoren, voorzitter van de commissie voor hot afnemen van het officiersexamen, ging hedon naar Kampen in verband met den aanvang dier examens. De heer Hodenpjjl, hoofdgedolegeerde van Amerika voor de Parysche tontoönstelling, is in het „Hotel des Indes" to 's-Gravenliage aangekomen. De minister van marine, vergezeld van zijn adjudant, vortrok hedenochtend naar Amsterdam, om van daar de Koninklijke revue van de visschersYloot voor Pampus te gaan bijwonen. Ook eenige leden van hot corps diplomatique waren bij deze eigenaardigo vlootschouw tegenwoordig. "Wegens uitbreiding van personeel is aan de Chr. school te Krabbendijko benoemd de heer J. C. De Hamor, onderwijzer aan de Chr. school te Alfon a('d. Rijn. Deze benoeming is aangenomen en de benoemde treedt 1 Nov. a.s. in dienst. Het Hof zal ingevolge de bevelen van H. M. de Koningin wegens hot overlijden van Z. M. koning Humbert I van Italië voor vier weken, ingaande Zaterdag 4 Augustus aan staande, den rouw aannemen on wel een week middelbaren en drie weken lichten rouw. Naar men mededeelt is gisterochtend in het „Grand Hótei" te Zandvoort H. K. H. prinses Friedrich August van Saksen in het strengste incognito onder den naam van barones Von Rochewitz afgestapt. Ten gevolge der opheffing van de Indische Instelling te Delft op 15 Sept. zijn daar de volgende pensioenen verleend: aan den hoog leeraar-directeur J. Spanjaard f 1653.75 en een toelage van f 500, zoo lang door hem niet is aanvaard eenRyks- of gemeentebetrekking; aan de hoogleeraren J. R. P. F. Gonggrijp f 1725.83 en mr. L. W. C. Van den Berg f 633.33; aan den lector J. S. A. Van Dissel f 640.62; en do volgende wachtgelden, ge durende drie jaar, aan de hoogloeraren C. Poonsen ƒ1800, mr. J. C. Th. Heiligers 1800, mr. J. E. Heeres ƒ1200 en A. L. Van Has- solt f 1200. De concierge en custos bly von in betrekking tot bewaring en onderhoud van de zeer belang rijke bibliotheek en ethnologischo verzameling, tot tijd en wjjle daaraan een bestemming is gogeven. Het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem werd gedurende de maand Juli be zocht door 686 personen, terwijl uit de aan het Museum verbonden boekerij 70 boek- en plaatwerken naar verschillende plaatsen van ons land verzonden werden. Gedurende de maand Augustus is de boekerij gesloten. In do geheime zitting, gistermiddag door den Raad to Haarlem gehouden, bracht de burgemeester ter -sprake het in de vorige zitting door den heer Van de Kamp gezegde, dat n.i. do burgemeoster het onderzoek naar de bewoerde dieverij aan don stadstuin niet goed had geleid, want dat er niet maar vier potjes waren weggegeven, doch dat er vier honderd waren gestolen. Waar dit in de open bare zitting was gezegd, diende die zaak to worden uitgemaakt ook, en daarom hoopte hij, dat de Raad een commissie zou benoemen om het onderzoek nog eens te doon. De heer Van do Kamp sprak toen den wenscli uit, dat do burgemeester een commissie zou be noemen, doch deze oordeelde, dat het verzoek daartoe moest komen uit den Raad zelf. In do volgende zitting zal, naar wij vernomen, de heer Van do Kamp nu een voorstel doen. De heer G. M. C. Drosseihuys, inspecteur der invoerrechten en accijnzen to Amsterdam, is benoomd tot ridder in de Oostenryksche keizerlijke orde der IJzeren Kroon 3de klasso. Naar aanleiding van berichten in de pers, als zou de Regeering plan hebben tot naasting van spoorwegen over te gaan, vernomen w\j, zegt „Da Scheepvaart", van goed ingelichte zyde, dat deze berichten onjuist zijn. Het is bekend, dat de tegenwoordige Re- goering reeds voor goruimen tijd aan een aantal harer ambtenaren opdroeg een onder zoek in te 6tellen, welke maatregelen geno men moeten worden, bijaldien een of meer spoorwegen in handen van don Staat kwamen. Do uitslag van dit onderzoek kan spoedig worden te geraoet gezien en het is niet onwaar schijnlijk, dat dit dor Regoering aanleiding zal geven, oen wetsontwerp in te dienen, inhou dende de regeling eener eventuoele Staats exploitatie ten opzichte van beheer en comp tabiliteit, ton oindo gewapend te zijn voor het geval later, gedwongen of vrijwillig, tot naasting word overgegaan. Vermoedelijk heeft dit aanleiding gegoven tot het onjuiste bericht, alsof de Regeering thans reeds voorstellen tot naasting wilde doen. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebbon, met ingang van 1 Augustus, ter provinciale griffie bevorderd: tot commies, plaatsvervangend chef, den heer C. W. C. M. Stroo, adjunct-commies der 1ste klasse; tot adjunct-commiezen der 1ste klasse de heeren H. R. M. Kneifer en M. C. Gevers, adjunct- commiezen der 2do klasse; tot adjunct-com miezen der 2de klasse de heeren J. A. Van der Leeuw en M. Van den Bosch, 1ste klerken tot lsto klerken de heeren D. Schild en J. Cardinaal, 2de klerken. Van de beide stoomschepen, die te Vlissin* gen verwacht werden met de ambtenaren dor Nederlandsche Zuid-Afrik. Spoorwegmaat schappij, is gisterochtend om 6 uren de Arundel Castle" aan de sluis gearriveerd, waar het door velen begroet werd, 0. a. door een sloep met marinematrozen. Na geneeskundigo visitatie ving om 8 uren de ontscheping aan op het, zelfB voor de pers, "•afgesloten terrein. Slechts enkele mededeelingen van de 720 pas sagiers werden ontvangen. Z\j waren hoogst ontevreden over de voeding, zoodat de reis ervaring hoogst ongunstig was. De stemming was aanvankelijk weinig opgewekt, doch een toespraak van den directeur Van den Wall Bake, met beloften voor de belangen van het per soneel te zullen zorgen, werkte zeer gerust stellend. Het publiek was allerhartelijkst. De heer Van den Wall Bake moet gezegd hebben, dat geen der verdrevenen is ont slagen dat zy vertrouwen in de Maat- 6chappjJ kunnen blijven stellen, dat er by de verschillende maatschappyen van scheepsbouw, enz. in ons land werk voor hen te vindon is en dat, zoo zy in financieole moeiiykheden komen, zy zich maar tot de Maatschappy moeten wenden. Een der verdrevenen, de heer Dykerman, chef van weg en werken, nam daarop het woord en uitte de hoop, dat de Maatschappy haar woord zou kunnen houden. In het „Hotel Zeeland" en aan het station was het spoedig overvol. Daar versterkte men den inwendigen mensch en ontmoette familielid en vriend. Twee extra-treinen stonden gereed, oen voor Amsterdam en een voor hot Noorden, terwyi anderen op eigen gelegenheid verder reisden. Den geheelen morgen on den namiddag duurde het transport; Overal zag men man nen, vrouwen en kinderen, dragende pakken, tasschen en vogelkooien, waarin een kakatoo of een kanarie. Het spoorwegperron stond vol kisten en koffers. Gaandeweg kwam er wat ruimte, toon allcng3 do lange treinen waren vertrokken in de richting Middelburg, trouwens do eenig mogelyke richting. Allen gingen zoover mogelyk naar de plaats hunner bestemming, do stad of het dorp, waar zy thuisbehoorden. Het was zaak gisteren zoo- velen mogelyk te doen vortrekken om plaats te maken voor hen, die heden volgen. Do „German" moet naar schatting wederom ruim 600 personen aan boord hebbon l Ook dit stoomschip zal evenals de Arundel Castio" behandeld worden door de firma Van den Wall Bake Co., gevestigd te Amster dam en te Rotterdam, agenten van de sedort eenigen tyd gecombineerde „Union" en „Castle"- lynen. Van een uitgowezen ambtenaar verpam oen verslaggever van het „Hbl." omtrent do reis nog het volgende. Toen lord Roberts Pretoria was binnenge trokken, weigerden de ambtenaren nagenoeg allen, van welke nationaliteit ook, verdoraan de spoorwegen werkzaam te zy n. Dezo „staking" heeft ongeveer een maand geduurd, toen het bekend word, dat zy het land zouden worden uitgezet. Ditl aatste hing al een veertien dagen voor dien in de lucht. Den dag voor het besluit werd hun nog gevraagd of zy drie maanden wilden werken, wat unaniem geweigerd werd. Om 5 uren, Zaterdag 30 Juni, word hun het definitief besluit van de uitzetting bekend gemaakt en om 8 uren zaten do ambtenaren op den trein. De treinreis van Pretoria naar East London heeft 87 uur geduurd. Maandag kwamen zy aan in Bloemfontein, Dinsdag in Molteno, Woensdag om 10 uren in East London, van waar de boot om 4 uren vertrok. Den tweeden dag van de treinreis regende het voortdurend, zoodat de passagiers doornat waren. Eindeiyk op den derden dag werden er zeilen gespannen over de open wagens. Het eten was schaarsch en slecht, maar zelfs voor eigen geld kon er niets gekocht worden. Van warm eten geen quaestie. Beschuit en blikjes corned beef, dat nagenoeg niet te gebruiken was. Soms, af en toe togen de koude en de nat tigheid oen beetje whiskey, dat zolf gekocht moest worden, en waarvan do treinwachters mede een ruim gebruik maakten. Vrydag-avond kwamen de ambtenaren in Kaapstad aan, van waar ze weer terug gin gen naar Simonsbaai om kolen on water in te nemen, om Maandagmiddag te vier uren te vortrekken. Hier lag ook do „German". Do passagiers van beide schepen wisselden seinen op fluitjes, op do manier van telegraphie, en gaven zoo elkaar to kennen, dat alles aan boord goed was. Aan boord lagen do 600 mannen in het ruim, verdiepingsgewyze. Daar de ruimte te, klein en de atmosfeer te bonauwd was, werd hun toegestaan op hot dek (behalve dio van ide eerste klasse) zich te bewogen en to slapen. De vrouwen en kinderen sliepen in de 2de klasse couchette, en klaagden zeer over de weinige plaats en de benauwdheid. De warme voeding bestond uit ongeschilde aardappelen, oen weinig groente, meest groote pompoenen, on slechts vleesch niet veel been. Behalve de quahteit, liet de quantiteit veel te wensohen. Brood, goed, maar oudbakken, met boter word genoeg versterkt. Als byzonderheid werd meegedeeld, dat op een Zondagmorgen óón ei mot spek werd gegoven. Wel oen bowys, dat van verwonnen geen sprake wasl Hot servies bostond geheel uit blik, terwyi de messen zóó vuil waren, dat andere werktuigen gebruikt moesten worden om te snijden. Er werd golegonhoid gegeven om zich te baden, maar voor de 500 mannen waren er slochts drie badkuipen beschikbaar. De geost onder de passagiers onderling, zoowel als met do Engelsche zeelieden, was uitstekend. Ziekten kwamen er niet voor. Behalvo eenige dagen regen by het begin van de uitreis, was hot weer prachtig. De Holiandsclie loods verwelkomde aan het begin van het Kanaal do Z. A. S.-M. monschen met de Hollandscho vlag, wat door de ambtenaren geestdriftig beantwoord werd met het, onder luid gejuich, uitsteken van de vlag dor Z.-A. S.-M. Do zegsman was óón en al lof over do manier, waarop de hoeten v. d. Wall Bake en Middelberg hen to Vlissingen verwelkomd en toegesproken hadden en over de maat regelen die ten hunnen gerievo genomen waren. 10) Dat hy geen druppel van het bloed zyner moedor 111 zich had, was reeds aan zyn uiteriyk te zlon, en dat het andere bloed, dat van zijn vader, zijn erfdeel geworden was, bleek nu duidelijk. Was bet geen recht en plicht dozen jongen te verstooten? Do graaf stond weder roebt op, met de oude ijzeren vastbrrdenhoid, toen Michaël binnentrad, die niot vermoedde, wat deze nieuw-oproeping kon beduiden, on waaraan bjj dan ook slechte schoorvoetend voldaan had. „Sluit do dour," gebood Steinrück, „en kom hier!" Derain keer was er geen twe- do bevel noodig. Michaël gehoorzaamde zonder aarzelen. Hy stond voor den graaf, die hot oog doordrin gend op hom vestigdo en hem daarby het ledige doosje voorhield. „Kent gy dat?" vroeg hy schynbaar bedaard. l)o govraagdo schudde langzaam het hoofd; hy begreep deze zeldzame vraag niet. „Het lag hier op do schrijftafel," ging Steinrück voort, „maar het was niet ledig, zooals nu, or lag oen ster in, met fonkelende diamanten. Hebt gy die ook gezien?" Michaël dacht een oog9nblik na. Dat moest bet fonkelende voorwerp geweest zyn, dat zoo schitterde in den zonneschijn, maar waarop hij verder niet gelet had. „Nu, ik wacht op antwoord," sprak de graaf zonder hot oog van zyn gelaat te richten. pWaar is do ster gebleven?" aHoo kan :k dat weten?" vroeg Michaël, steeds meer verwonderd over dezo zeldzame ondervraging. Er kwam een bittere trek om den mond van den graaf, toen hy zeide: „Gy weot het dus werkelyk niet? Gy schynt toch niot zoo dom te zyn, als gy u aanstelt, gy spoelt ton minste uitmuntend komedie. Waar is de ster gebleven? Ik wil het weten. Zog op!" De dreigonde toon dor laatste woorden deed eindelyk den jongeling de waarheid begrypon. Hy stond daar, als door den bliksem getroffen; hy was zoo ontsteld en zoo bewogen, dat hy in de eerste oogen- blikken niet in staat was, zich te verdedigen. Dit zwijgen ontnam Steinrück den laatsten twyfel, want hy zag er een bewys zyner schuld in. „Beken, knaap," sprak hy op doffen toon, maar met een vreeselyke uitdrukking in het gelaat. „Geef het gestolene terug en dank God, als ik u laat gaan. Verstaat gy my niet? Gy zult hot gestolen voorwerp teruggeven." Michaël kromp ineen, alsof hem een wonde •toegebracht werd; in het volgende oogenblik echter voer hy uit: „Ik een dief? Ik zou „Stil," viol Steinrück hem heftig in de rede. „Ik wil geen leven, geen opzien, maar gy komt hier niet vandaan vóór gy een bekentenis afgelegd hebt." Hy vatte hem mot kracht by den arm en zyn hand verstond het, vast te houden. Zy sloot als een ijzeren klomschroef, maar mot een enkelen krachtigon ruk had Michaël zich bevryd. „Laat my los," steunde hy. „Zeg dat niet meer, of „Wilt gy my nog bedreigen ook?" riep do graaf, die dezen uitroep voor het toppunt van laaghartigheid hiold. „Pas op, jongen. Nog één woord, en ik vergat, dat ik u sparen moet." „Maar ik ben geen diefl" riep Michaël gillend uit. „En wie my zoo noemt, dien sla ik neer I" Met doze woorden rukte hy een zilveren kandelaar van de naastbyzynde tafel en zwaaide hom als een wapon tegen don graaf. Deze trad een schrede terug, niet voor do dreigende beweging, maar voor don aanblik, dien dezo jongen bood. Was dat nog dezolfdo man, die een oogenblik geloden hier gestaan had, met dat droomenge gezicht, datzelfde, schuwe, bloode wezen? Nu verweerde hy zich als een gewondo leeuw, bereid zich op zyn voel sterkeren tegenstander te werpen. In die trekken lag gionzenlooze woede en woestheid. En Steinrücks oogen, die zoo vernietigend op hem neergezien hadden, keken nu in een ander donkerblauw oogen- paar, die op dit oogenblik ook vlamden als do zyne. Ademloos staarden beiden elkander aan, maar neen, zoo zag er geen lafaard en ook goen dief uit. Daar vloog do deur open, men had zeker in de voorkamor de luide, dreigende stemmen gehoord. De houtvester stond op den drempel en achter hem was het verschrikte gelaat van den dienaar zichtbaar. „Jongen, zyt gy krankzinnig geworden?" riep Wolfram, terwyl hy zyn heer te hulp snelde en Michaël by den schouder pakto. Maar deze rukte zich los, als een aan geschoten hert zich van de honden bevrydt, wierp toon woedend den kandelaar op den grond en snelde naar de deur. Hier echter versperde de dienaar hem den weg. aHoud hem vast!" riep deze den hout vester toe. „Hy mag niet weg, hy heeft den graaf bestolen l" Wolfram, dio zich juist van zyn pleeg zoon wilde meester maken, bleef ontzet staan. „Michaël een diefl" Uit de borst van den gekwelde ontsnapte een kreet, zóó wild en vol vertwijfeling, dat Steinrück snel tusschenbeido trad. Hy wilde hem gebieden te blijven, maar het was te laat. Do dienaar, door eon geweldigen slag getroffen, viel neer, en Michaël snelde, als voortgejaagd door deze vroosslyke woorden, langs hem heen de dour uit. De houtvester Wolfram trad de pastorie van SL-Micliaèl binnen, waar liy verwacht schoon te worden, want do pastoor kwam hom reeds in de gang tegen. „Nu, Wol/ram, nog altyd goen tyding?" „Neen, eerwaardo, geen spoor van don knaap, maar van het kastool kan ik u be richt geven; ik kom er juist vandaan." Valentyn opende do deur zyner studeer kamer en wenkte den houtvester hem te volgen, maar do tyding uit het kasteel lag hem oogenschyniyk niot zoo na aan het hart als de vraag, die hy met allo toekenon van onrust herhaalde: „Michaël is dus ook vandaag niot thuis gekomen?" „Neen, eerwaarde, ik zei het immers reeds?" „Dat is nu de dordo dag al en geen spoor van den knaap bekend. Als hem maar geen ongeluk overkomen is?" „Dio verongelukt niet," sprak de hout vester met oon ruwen lach. „Dio loopt ergens rond, maai' durft niet naar huis komen, omdat hy wol begrypon kan, wat hein daar te wachten staat, maar eons moet hu toch terug komen en dan mag God hom genadig zyn!" „Wat wilt gy doen, Wol/rara? Donk aan uw belofte." „Die hob ik gehouden zoolang dat ongeluks- mensch nog te regeeron was, maar nu is het daarmee uit. Als liy denkt, alles neer to kunnen slaan en omver te loopen, dan zal hy ervaren, dat er ton minste óón legen hem opgewassen is, en dat zal hy voelen, zoolang ik do handen nog loeren kan." „Gy roort Michaël niot aan vóór ik hem zelf gesproken heb," zeide do goestelyke ernstig. „Gu komt dus van het kasteel? Hoe gaat het daar? Is hot verloren orde- teeken nu eindelyk gevonden?" „Ja, nog dionzolfden dag. Do kloine gravin Hertha had hot fonkelende ding als speelgood moegonomen, was er mee naar haar kamer goloopen en bracht het later aan haar moeder. Toon was do zaak opgehelderd." „Dus om het spel van een kind," sprak de pastoor op bittoron toon. „Zulk een smartelyke, vernederende verdenking, zonder onderzoek, zonder bewys en juist tegen Michaël, die Hy hield plotseling op. Do houtvester echter zeide brommend: „Waarom hoeft hy den mond niet open gedaan en zich verdedigd? Ik zou er mjj wel tegen verzot hebben, maar Michaël zal wol weer als een paal zyn blyven staan, en later, toon liet erhst werd bij den generaal, was hy als oen gewonde beer. Op don graaf los te gaant Hot is niet to gelooven, maar ik heb het zolf gozien hoe hy met den kandelaar in de hand voor hem stond. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1