N12404 Donderdag 3 Augustus, A*. 1900 §ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. jFeuilIeton. Adellijk en burgerlijk bloed. DA&BLAD. PRIJS DEZER OOURAlïTi Voor Leiden per 3 maanden, 1.10. Franco per post S 1.40. Afzonderlijk® Nommer» 0.05. PRIJS DEB ADVEBTENTEËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. - Grootero lettors naar plaatsruimte. - Voor hot incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leidon, 2 Augustus. Aan den 42ston verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder Emma werd heden alhier op de gebruikelijke wijze gedacht: uitsteking der vlaggen van openbare en particuliere gebouwen, parade van het garnizoen op het Schuttersveld on bespeling van het carillon. Voor het examen Engelsche taal lager onderwijs is geslaagd de heer P. Niekerk, te Voorschoten. De vijftig zilveren gedenkpenningen, door H. M. do Koningin beschikbaar gesteld voor de meest verdienstelijke inzendingen op de Geschiedkundige Tentoonstelling van het Neder- landsche Zeewezen te 's-Gravenhage, zijn thans toegekend. Er zijn in het geheel 231 inzendingen. Aan de volgende inzenders is deze medaille uitgereikt: Binnenland: Stedelijk Museum, te Alk maar; mevr. de douairière Backer de Wildt; het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap; .Fiederik Muiier Cie.; Jhr. W. Six en het Vaderlandsch Fonds tot aanmoediging van 'sLands Zeedienst, allen te Amsterdam; familie Van Braan, te Arnhem; M. G. P. Del Court van Krimpen, te Beverwijk; J. Meyer Joz., te Diepenheim; Jhr. O. Smis- saert, te Diepenveen; mr. S. Van Gijn, M. L. C. Staring en de Vereeniging „Oud- Dordrecht", allen te Dordrecht; Edam's Museum, te Edam; het Gemeentehuis te Enk huizen; het Gemeentebestuur te Gouda; Jhr. Mr. F. Beelaerts van BloklandH. Dyserinck, W. F. Van Erp Taalman Kip, M. C. J. Piepers, D. F. Scheurleer, Jhr. H. M. Speelman, Jhr. A. G. Van der Staal en J. D. Baron Van "Wassenaer van Rosande, allen te 's-Gravon- hage; Jhr. H. Teding van Berkhout en Jhr. Repelaer van Spijkenisse, beiden te Haarlem het Stedelijk West-Friesch museum te Hoorn; het Friesch Genootschap te Leeuwarden; Dr. Th. W. Juynboll te Leidende Ned.-Hervormde Kerk te MaassluisJ. A. Frederiks en het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, beiden te Middelburghet Boymans Museum, wed. Dr. Jan Van der Hoeven on C. M. G. Obreen to Rotterdam; het Gemeentebestuur te SluisS. Haagsma te SneekBaron Van Heeckeren van Wassenaer te Twickol; Jhr. J. A. Ph. L. Ram en mevr. do douairière Van Riemsdijk de Koek, beiden te Utrecht; D. O. Helde wier, F. H. Ridder Huyssen van Kattendyke, beiden te Velp; Hub. Hikker3te Vlaardingen; Gravin Bentinck geb. Baronesse Van Heeckeren van Wassenaer, te Weldam b\j Goor; de Zaanlandsche Oudheidkundige Vereeniging, te Zaandijk, en het Gemeente bestuur van Zieriksee. Buitonland: Hare Koninklijke Hoog heid de Vorstin van Wied, Prinses der Neder landen, te Neuwied; ZyneKon. Hoogh. Willem Ernst Erfgroothertog van Saksen en Zijne Hoogheid Bernard Heinrich Prins van Saksen, te Weimar, Hare Majesteit de Koningin van Engeland, en H. S. J. Maas, te Londen. De tentoonstelling werd gisteren zeer druk bezocht, o. a. door schoolkinderen uit Loos duinen. In de gistermiddag te 's-Gravenhage onder leiding van mr. A. Ferf gehouden ver gadering van de Afdeeling 's-Gravenhage der „Hollandsche Maatschappy van Landbouw", deelde de voorzitter mede, dat de cavalerie- smidse aldaar door den minister van oorlog beschikbaar ia gesteld voor het houden van een provincialen hoe'fsmidcursus en de heer Lameris, paai denarts, zich belast heeft met het onderwys, met behulp van 2 hoefsmeden van het 3 de regiment huzaren daar in garni zoen. Aan den minister van oorlog werd hulde gebracht. Voorts werd medegedeeld, dat Ged. Staten der pror. Zuid-Holland en naar aanleiding daarvan ook de Regeering een subsidie voor dien cursus geweigerd hebben. Nadat de voorzitter uitvoerig het nut van een goed hoefbeslag voor het paard had toe gelicht, werd besloten, dat de afd. 's-Graven- hago van de Holl. Maaty. van Landbouw een krediet van f 800 zal toestaan voor 1900 en 1901 voor genoemden cursus. Aan het Hoofdbestuur der Maatschappy zal een sub sidie van f 100 voor dat doel worden aange vraagd later zal nogmaals by de Prov. Staten worden aangeklopt om eon subsidie en by het verkrygen daarvan ook by de Regeering. Nog werd medegedeeld, dat do afdeeling een cursus zal openen voor de paardenkennis, die niets zal kosten, doch waaraan de afdee ling zakeiyken steun zal verleen en. Met waardeering werd gewag gemaakt van de resultaten der veetentoonstelling te Parys en de afdeeling gelukgewenscht met haar tentoonstelling in Den Haag. Tot afgevaardigden ter algemeene vergade ring werden benoemd de heeren S. R. Van Franck en E. Wyers en tot plaatsv. leden de heeren Rust, Polvliet en Streng. Tot be stuursleden werden herkozen de heeren Wyers, Gevers-Deynoot en Kor te weg. By gelogenheid van den verjaardag van H.M. de Koningin-Moeder zyn heden do leden der Hofhouding van Hare Majesteiten door H.M. de Koningin-Moeder op een diner te Soestdyk genoodigd. In de gisteren onder leiding van dr. H. D. Tjeenk Willink gehouden vergadering der Vennootschap „Bestelhuis voor den Boek handel", te Amsterdamss besloten tot ont binding van die Vennootschap met 14 April 1901. Alsdan gaat de inrichting in eigendom over aan de „Vereeniging tot bevordering van de belangen des Boekhandels." Commissarissen zyn belast met de liquidatie vaD genoemde vennootschap. Gisteravond zyn te 's-Gravenhage aange komen de prins en prinses van Schaumburg- Lippe en de kroonprinses van Griekonland. De kroonprins van laatstgenoemd land kwam niet mede en heeft, naar men verneemt, van zyn voorgenomen bezoek aan ons land afgezien. De prinses van Schaumburg-Lippe en de kroonprinses van Griekenland zyn zusters van den Duitschen keizer. De gezant van Duitschland by ons Hof, graaf De Pourtalès, en zyn echtgenoote, bene vens de militaire attaché by de Duitscho legatie, luitenant Von Goerkingk, verwel komden de vorstelyke personen op het perron van aankomst en begeleidden hen naar de gereedstaande stoomtram, waarmede het vor- steiyke gezelschap zich naar Scheveningen begaf om intrek te nemen in „Hótel d'Orange." Op Jacoba-Hoeve" te Heerde is Dinsdag avond plotseling overleden de heer W. G. Boele, die de3 middags pas van een buiten- landsche reis was teruggekeerd. De overledene heeft gedurende veel jaren een. belangryke positie ingenomen èn in bet publieke leven èn als industriëel te Kampen. Hy was jaren lang lid van den Raad dier gemeente en ook eenigen tyd wethouder, terwyi hy mede korten tyd als lid der Staten voor Overysel werkzaam was. Ook voor landbouw en ontginningen deed hy veel en de streek rondom „Jacoba-Hoeve" draagt daarvan de sprekende bewyzen. De uitgewekenen uit de Kaapkolonie, die thans te Amsterdam vertoeven, zyn, naar de „Haarl. Ct." meldt, door acht heeren uit Bloemendaal, die zeer sympathiseeren met de zaak der Boeren, uitgenoodigd een dag in Haarlem en Bloemendaal door te brengen. Om 12 u. 17 min. komen zy per spoor uit Amsterdam; zy brengen dan een bezoek aan de Groote Kerk, waar het orgel zal worden bespeeld door den heer Ezerman, die o. a. het Transvaalscho volkslied zal uitvoeren. Daarna doen zy een toer door de omstreken, o. a. naar de ruïne van Brederode, om zich ten slotte om zes uren te vereenigen aan een diner in het Brongebouw, waar de avond verder wordt doorgebracht. De luitenant ter zee der 2de klasse D. E. Van Dyk, in commissie te 's-Gravenhage, wordt lo. met 2 dezer op non-activiteit gesteld en 2o. met 16 dezer geplaatst aan boord van Hr. Ms. pantserdekschip „Zeeland". (Sts.-CtJ De minister van marine bracht gisteren, vergezeld van zyn adjudant, een bezoek aan Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland", te Willemsoord tot vertrek naar Oost-Indië ge reed liggende. Aan het staatsexamen tot toelating aan de Universiteit namen van 30 Juli tot 1 Augustus deel 7 candidaten voor de faculteiten der godgeleerdheid, enz. Toegelaten zyn 3 candidaten, de heeren: G. Feenstra, G. M. J. Schoenmaekers en J. M. I. A. Simon6; voor diploma B is toegelaten de heer L. M. H. Faust. Voor de faculteiten der geneeskunde, enz. zyn 8 cand. geëxamineerd. Geslaagd de heeren: P. A. M. Buehrs, J. A. Barran, J. A. Duffels, D. Huizinga, H. E. Boeke en O. De Vries. Gedurende den loop van het examen trok zich 1 candidaat terug. Het examen wordt voortgezet met 1 candidaat. Na voortzetting van het examen zyn van de vorige groep nog geslaagd: de heeren P. J. M. Van Sonsbeeck (voor diploma A) en D. B. Aller8ma (voor diploma B). Naar het „H. DagbL" meldt, heeft do Militaire Pensioenraad voor de vacature in zyn college, ontstaan door het overiyden van den gepens. kapt, ter zee A. F. J. Frackers, de volgende aanbeveling aan H. M. de Koningin doen toekomen: No. 1. J. EL Beucker Andre®, gepens. kapt. tor zoo tifc.; No. 9. V. Hoyniag7 gepens. kapt. ter zee; No. 8. J. J. De Bruyne, gepens. kapt. ter zee. Aan den kapitein der schuttery F. C. Burcksen, te Rotterdam, is vergund in de maand September de manoeuvres by te wonen by het 2de bat. van het 1ste reg. inf., in garnizoen te Assen. By de opstootjes ten gevolge der werk staking te Rotterdam werd door den burge meester niet de hulp van de schuttery, maar die van krygsvolk ingeroepen. Daartegen heb ben zooals men weet de officieren der schuttery bezwaar ingebracht, en wel op grond der Schuttery wet. Volgens do considerans dier wet zyn „de schuttery en opgericht tot behoud der inwendige rust" en in verband hiermede wordt in art. 184 der Gemeentewet de schuttery het eerst genoemd, wier hulp door den burgemeester het eerst kan worden gevorderd, in geval van oproerige beweging, van samenscholing of andere stoornis der openbare orde. Nu de burgemeester in plaats van de schuttery de hulp heeft ingeroepen der militaire macht, meenen de schuttery- officieren, dat in stryd met de wet is gehandeld. Deze aangelegenheid wordt in de „Gemeente stem" besproken. Het blad is het echter niet met de schuttery-officieron eens. Het herinnert hierby aan bet kon. besluit van 24 Juli 1875 (Stsbl. No. 140), waarby is beslist, dat art. 44 der Schuttery wet aan de commandanten der schuttery en de verplichting oplegt om aan de bevelen der plaatseiyke besturen te vol doen, zyn toepasselykheid en werking heeft verloren, nu een latere wet (art. 184 Gemeente wet) de zaak nader bepaaldeiyk heeft geregeld. En nu noemt art, 184 wel in de eerste plaats de schuttery, maar daaruit mag niet afgeleid worden, dat de burgemeester in ieder geval zou moeten beginnen met de hulp der schuttery in te roepen. Hy is bevoegd naar omstandigheden te handelen. Acht hy, zooals te Rotterdam het geval was, den toe stand van dien aard, dat dadelyk krachtige militaire hulp noodzakelyk is om de verstoorde openbare orde te herstellen en te handhaven, dan is hy daartoe bevoegd. Het bezwaar der schuttery-officieren komt de „Gemeentestem" dus niet gegrond voor. De heer Wolmarans en de secretaris der Zuid-Afrikaansche deputatie, de heer De Bruyn, vertrekken heden naar Brussel, waar ook de heeren Fischer en Weasels verwacht worden of reeds zyn. In het „Hotel des Indes" te 's-Graven hage is aangekomen kapitein ter zee A. De Paulys, marine-attaché by de Russische am bassade te Beriyn. Door wylen den heer D. H. Venema, te Wildervank, is vermaakt aan do Geref. kerk aldaar een som van f 5000 en aan de Chris- telyke school aldaar een som van f 2000, alles vry van successierechten. De heer J. L. Yan Oostveen, ruim 40 jaren hoofd eener openbare school te Baarn, heeft tegen 1 Januari 1901 als zoodanig eervol ontslag aangevraagd. Het stoomschip „Ardjoeno" vertrok 1 Aug. van Batavia naar Rotterdam; de „Oen- garan", van Rotterdam naar Java, vertrok 1 Aug. van Port-Said; de „Sindoro", van Rotterdam naar Java, vertrok 31 Juli van Southampton; de „Spaarndam", van Nieuw- York naar Rotterdam, passeerde 1 Aug. Wight, aan boord 153 kajuitspassagiers; de „Teviot- dale" (HollandAmerika-lyn) vertrok 1 Aug. van Amsterdam naar Newport-News; de „Admiral" (thuisreis) passeerde 31 Juli Gibraltar. Abbonos (gem. Haarlemmermeer). Evenals andere jaren worden ook dit jaar de leer lingen der hoogste klassen der openb. lagere school te Lisse voor hun viyt en getrouw schoolbezoek beloond met een vacantie- reisje. Ditmaal geldt het een bezoek aan Scheveningen. Onder leiding van het hoofd der school de heer H. Kingma en het personeel geschiedde heden het reisje en 's avonds wacht het Lisser muziekkorps de kleinen op om by aankomst eenige liederen te spelen. Vrydag a. s. wacht den overigen een feestje op het schoolplein. In de laatste jaren was do collecte, voor vermeld doel by de ingezetenen gehouden, zóó ruimschoots, dat er nog een deel van afgezonderd en op de spaarbank vastgezet kon worden, om onder minder gunstige omstan digheden als reserve-som te dienen. - Nauwelyks is de jacht op het waterwild opengesteld, of rondom hoort men het schieten van geoefende schutters op eenden, enz. Wy vernemen, dat J. Yerhoog, te Kaag, reeds Dinsdag van de 21 eenden, die hy onder schot kreeg, er 20 neerschoot llazerswoude. De nieuwe R.-K. meisjes school aan den Ryndyk nadert haar voltooiing. Maakt het gebouw uiteriyk, dank zy het karakteristieke plan van den architect Jan Stuyt, een aangenamen indruk, de inwendige inrichting is practisch en degelyk. Er zyn drie flinke leerlokalen, grenzende aan een breedo gang, een naaischool, vertrekken voor de Eerw. Zusters en een huiskapel, weike stellig zeer aan haar doel zal beantwoorden. Een beeld van St.-Liduïna, de patrones der school, siert den typischen gevel, die dooi een aardig klokketorentje wordt bekroond. Gistermiddag heeft de heer P. Wyn onze gemeente verlaten, om zich metterwoon te Apeldoorn te vestigen. Van de 48 jaren, dat hy de geneeskundige praktyk uitoefende, bracht hy er 21 te Twisk (N.-H.) en 27 te Hazerswoude door. Elke goede zaak, die voor alle ingezetenen werd begonnen, vond in hem een kraehtigen steun. Bovendien was de heer Wyn voorzitter van do „Vereeniging tot Werkverschaffing" en van de Vry zinnige kiesvereeniging „Vryheid en Recht", bestuur der van „Trouw Schoolbezoek", donateur van onze „Harmonie" en van de onlangs opge richte schietvereeniging „E. m. M.", in óón woord bevorderaar van alles en van ieder, die waarachtigen vooruitgang beoogde. Dat de nestor uit de vergadering van heeren medici uit deze environs ook in dien kring om zyn rondborstige gezelligheid en zyn ongekunstelde oprechtheid werd op pi'? gesteld, bleek onlangs, toen die adering een commissie had benoemd vo.. uoii ver- trekkenden ambtgenoot in eigen gemeente een feesteiyken afscheidsmaaltyd aan te bieden, waarby hoogstwaarschyniyk een toepassoiyk souvenir niet zou hebben ontbroken. Als een zyner byzondere vrienden hebben wy met hem gevoeld hoeveel leed het hem deed, die eer en dat genoegen van de hand te moeten wyzen. Juist ond-t -ie toebereid selen voor deze feestviering oiiuiel hem zyn trouwe gade. Door alle ingezetenen geacht, door velen onzer geliefd, door de meesten betreurd, verdient de waardige grijsaard den dank van allen en roepen we hem toe: „Geniet nog tal van jaren van de schoons natuur, die ge steeds zoo warm hebt veroorden va n de liefde uwer kinderen en kleinkinde-eu, die by het klimmen uwer jaren balsem mogen gieten in de wonden uws harten." Gisteren schoot een jongen, die op de musschenjacht was, in zyn jeugdige onbe zonnenheid, door de heg, die zyn jachtveld van den tuin van den heer G. scheidt, en trof daarby laatstgenoemde in het been. Een der andere projectielen raakte den tuinman, die in de nabjjheid werkte, in zyn pet. Het wordt hoog tyd, dat aan het schieten van zulke schutters paal en perk wordt gesteld. Noordwyk. Aansluitende aan ons bericht van gisteren (niet van onzen gewonen verslag gever afkomstig) en in verband met ons verslag van de raadszitting, waarin in de zitting nL niet duidelyk bleek, of nu ook beido muziekkorpsen onderschoidoniyk op 2 en 81 Augustus spelen zullen, kunnen wy mededoelon, dat, terwyi heden de harmonie- kapel „Crescendo" een concert geeft aan het strand, de fanfare „SL-Jeroen" op 81 Augustus a, a. een muziekuitvoering ten gehoore zal brengen te Noordwyk-Blnnen op het Linden- plein. Noordwyk-aan-Zeo. Glsternamiddag om streeks twee uren had onder leiding van den stuurman J. Cramor de gewone jaariyksche proeftocht plaats met de Noordwyksche red dingsboot der Noord- on Zuld-Hollandsche Reddingmaatschappy. Kranig kliefden de roeiers de door den wind bewogen golven, terwyi van het strand af een tweetal vuur- pyien naar een doel een gespannen lyn afgeschoten werden. Wel raakten de aan de Er lag iets betooverends in deze zoete, vleiende kinderstem en in de kleine feeën- gestalte, die zoo sierlyk en bevallig in de weeke kussens rustte, waartegen heur haar zoo eigenaardig afstak. Michaël kwam lang zaam nader en begon wat spraakzamor te worden. Dit lachen en babbelen oefenden een macht op hem uit, dio hy onbestemd gevoelde, maar waaraan hy zich niet wist te onttrekken. Hertha had al dien tyd zonder ophouden met haar bloemen gespeeld, die zy nu eens by elkaar legde en dan weer scheidde; nu echter scheen zy ook dit spel moede te worden en begon den daar straks zoo vurig verlangden ruiker stuk te trekken. De kleine handen vernielden zonder mededoogen de witte bloemen, om ze dan achteloos op den 'grond te werpen. Michaöl trok de wenkbrauwen saam en vermanend sprak hij, al klonken zyn woorden meer als een verzoek: „Niet 6tuk plukken! De bloemen zijn niet zoo gomakkelyk te vinden." „Ik wil zo nu echter niet langer hebben," verklaarde Hertha, terwyl zy, zonder op het verbod te letten, met haar vernielingswerk voortging. Toen echter greep Michaël haar by den arm en hield dien vast. „Laat my losl" riep de kleine toornig, terwyl zy moeite deed om los te komen. „Ik wil de bloemen niet meer, en ik wil van u ook niots meer weten 1 Ga weg!" Er lag niet enkel kinderlyke trots in doze woorden. „Ik wil van u ook niets meer weten," klonk het hoonend en verachteiyk, en daarby schitterden do oogen weer met dien zeld- zamen glans, die er al het kinderlyke aan ontnam. Michaël liet plotseling haar arm los, maar te gelyk ontrukte hy haar ook den bloemruiker. Hertha gleed uit den armstoel, haar mondje vertrok zich of zy in tranen zou uitbarsten, maar de oogen schitterden daarby toornig. „Myn bloemen l Geef my mijn bloemen terug l" riep zy en stampte daarby met haar voetje op den grond. Daar kwam Wolfram weer binnen. Het eind van het gesprek moest wel zeer be vredigend geweest zyn, want hy zag er ver genoegd uit. „Kom, Michaël, wy willen weggaan," zeido hy, zyn pleegzoon wenkend. Hertha kende den houtvester, die in den jachttyd eens op het slot geweest was, als een ondergeschikte van haar vader. Zy be greep terstond, dat hy haar helpen zou haar wil door te zetten; daarom wendde zy zich driftig tot hem en riep met al de heftigheid van een verwend kindje: „Ik wil de bloomen weer hebben! Ze zyn van my, hy moet ze teruggeven I" „Wat voor bloemen?" vroeg Wolfram. „Dio sneeuwrozen daar? Kom, Michaël, geef ze haar. Zy is de kleine gravin, het kind van den gestorven graaf." De kleine schudde zegevierend haarlokken en strekte de armpjes uit, maar dezen keer was Michaël op zyn hoede: by hield den ruiker zóó hoog, dat zy er niet by kon. „Nu, gebeurt het haast?" vroeg de hout vester ongeduldig. „Begryp je weer niet, wat ik zeg? Je moet de kleme gravin de bloemen geven, terstond l" „Terstondl" herhaalde Hertha, en de voor heen zoo zoete kinderstom klonk snydend en bevelend. Michaöl keek eenige oogenblikken zwygend de kleine aan en slingerde toen plotseling den ruiker in het haardvuur. „Ga hem-dan maar halenl" sprak hy ruw, keerde haar den rug toe en schreed de kamer uit. „Inderdaad, met dien raensch leg ik heden eer inl Wee je gebeente, als wy maar eerst thuis zynl" bromde Wolfram in onder drukte woede, terwyl hy hem volgde. Hertha bleef alleen achter. Zy stond on- beweeglyk en keek met groote oogen beiden na. Het volgend oogenblik echter bedacht zy zich en liep haastig naar den schoorsteen. Het vuur vlamde op en verteerde knetterend zyn buit. De teere, witte bloemblaadjes werden rood gekleurd, glommen een oogenblik als wonderbloesems, krulden dan in elkander en vielen als asch neer. De kleine had de handen in elkander geslagen en keek toe. Op haar gezicht lag nog die trotsche uit drukking, maar haar oogen vulden zich langzaam met tranen, en toen de laatste bloem in den gloed verteerd was, begon zy plotseling luid te snikken. Toen graaf Steinrück na een poos In zyn studeerkamer terugkeerde, vond hy daar niemand meer. Een blik op de klok toonde hem, dat het tyd was, om weg te gaan. Hij trad nu haastig naar de schrijftafel, om het ordeteeken aan te doen, dat zyn uniform volmaken moest. Het doosje lag nog op dezelfde plaats als voorheen, maar het was leeg; waarschyniyk had de dienaar gezien, dat het lint er &f was, en was hy nu bezig, om het er aan te zetten. Steinrück trok aan de scheL „Myn ordeteeken," sprak hy vluchtig tot den binnenkomende. „Is de wagon al voor?" „Om u te dienen 1 Maar het ordeteeken bewaart mynheer de graaf gewoonjyk zelf." „Zeker, ik heb het ook vanmorgen in het doosje gevonden. Het was de groote ster met de diamanten. Hebt gij niet gezien, dat het lint er af was?" De dienaar schudde het hoofd. „Ik heb de ster in het geheel niet gezien, ik ben slechts een oogenblik in de kamer geweest, u<en mynheer de graaf my het bevel voor den wagen gat" Steinrück keek met de grootste bevreem ding naar het ledige doosje. „Zyt gy later niet meer in de kamer ge- woest?" „Ik heb er geen voet meer In gezet." „En iemand anders?" „Ja, de zoon van den houtvester 1 '..of hier alleen, toen ik wegging, oin j te besteJlon, cn ik geloof, dui _^ar taraeiyk lang alleen gebleven is.' Er lag oen duideiyk uitgesproten argwaan in aoze woorden, maar de graai ukto een driftig afweronde beweging. „Dwaasheid, daar kan geoprake van zynl Is werkelyk niemand anders hier ge weest? Denk eens goed na." „Neon, mynheer, er is ze lis niemand in de gang geweest." „Maar in de slaapkamer - die heeft wel geen eigen ingang." „Slechte een voorhang van tapyten en die leidt rechtstreeks naar de kamer van de gravin." Steinrück verbleekte, zyn hand balde zich onwillekeurig tot een vuist, maar nog ver zette hy zich tegen de in hem opryzende verdenking. „Zoek," gebood hy kortat „Do ster moot gevonden worden, onder de papieren of de boeken, misschion heb lk zo verlegd." En zonder do hulp van den dienaar af te wachten, begon hy zelf te zoeken. Hy wist zeker, dat hy de ster ln het doosje gelegd en dit opengelaten had, niettemin word ieder papier verlegd, tevergeefs, hot vermiste voor werp was niet te vinden. „Het is er niet," sprak de dienaar elndeiyk zacht „Als het hier in het open doosje gelegen hoeft, dan is er maar één verklaring mogeiyk." Steinrück antwoordde niet, maar ook hQ twyfeldo niet langer. Diefstal dus! Lage diefstal! Dat deed de tot den rand gevulde maat van zyn haat en verachting ver vloeien. Eonige oogeubllkken beersebte er stilte, d« dienaar atoud op bevelen te wachter Hij waagde bet niet to sprekon, want het goiaatt van zyn heer verschrikte hem. Zóó bad by hem nog uooit gezien. „Is Wolfram nog in het slot?" vroeg de graaf ^indeiyk. „Ik goloof het wel; hy wilde nog ovea naar den slotbewaarder." „Roep dan zyn zoon hier l Maar goon woord van het voorgevallene, ook tegon den houtvester niet. Gy brengt onkel het bevel over." Do dienaar verwyderdo zich, en eon oogen blik legde Steinrück de hand boven de oogen. Dat was vreeselyk. En toch, was het dan zoo ongehoord van een zoon uit zulk een stam? Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1