N12404
Donderdag 3 Augustus,
A*. 1900
§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
jFeuilIeton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
DA&BLAD.
PRIJS DEZER OOURAlïTi
Voor Leiden per 3 maanden, 1.10.
Franco per post S 1.40.
Afzonderlijk® Nommer» 0.05.
PRIJS DEB ADVEBTENTEËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. - Grootero
lettors naar plaatsruimte. - Voor hot incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leidon, 2 Augustus.
Aan den 42ston verjaardag van H. M.
de Koningin-Moeder Emma werd heden alhier
op de gebruikelijke wijze gedacht: uitsteking
der vlaggen van openbare en particuliere
gebouwen, parade van het garnizoen op het
Schuttersveld on bespeling van het carillon.
Voor het examen Engelsche taal lager
onderwijs is geslaagd de heer P. Niekerk, te
Voorschoten.
De vijftig zilveren gedenkpenningen, door
H. M. do Koningin beschikbaar gesteld voor
de meest verdienstelijke inzendingen op de
Geschiedkundige Tentoonstelling van het Neder-
landsche Zeewezen te 's-Gravenhage, zijn thans
toegekend.
Er zijn in het geheel 231 inzendingen.
Aan de volgende inzenders is deze medaille
uitgereikt:
Binnenland: Stedelijk Museum, te Alk
maar; mevr. de douairière Backer de Wildt;
het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap;
.Fiederik Muiier Cie.; Jhr. W. Six en het
Vaderlandsch Fonds tot aanmoediging van
'sLands Zeedienst, allen te Amsterdam;
familie Van Braan, te Arnhem; M. G. P.
Del Court van Krimpen, te Beverwijk; J.
Meyer Joz., te Diepenheim; Jhr. O. Smis-
saert, te Diepenveen; mr. S. Van Gijn, M.
L. C. Staring en de Vereeniging „Oud-
Dordrecht", allen te Dordrecht; Edam's
Museum, te Edam; het Gemeentehuis te Enk
huizen; het Gemeentebestuur te Gouda; Jhr.
Mr. F. Beelaerts van BloklandH. Dyserinck,
W. F. Van Erp Taalman Kip, M. C. J. Piepers,
D. F. Scheurleer, Jhr. H. M. Speelman, Jhr.
A. G. Van der Staal en J. D. Baron Van
"Wassenaer van Rosande, allen te 's-Gravon-
hage; Jhr. H. Teding van Berkhout en Jhr.
Repelaer van Spijkenisse, beiden te Haarlem
het Stedelijk West-Friesch museum te Hoorn;
het Friesch Genootschap te Leeuwarden; Dr.
Th. W. Juynboll te Leidende Ned.-Hervormde
Kerk te MaassluisJ. A. Frederiks en het
Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen,
beiden te Middelburghet Boymans Museum,
wed. Dr. Jan Van der Hoeven on C. M. G.
Obreen to Rotterdam; het Gemeentebestuur
te SluisS. Haagsma te SneekBaron Van
Heeckeren van Wassenaer te Twickol; Jhr.
J. A. Ph. L. Ram en mevr. do douairière
Van Riemsdijk de Koek, beiden te Utrecht;
D. O. Helde wier, F. H. Ridder Huyssen van
Kattendyke, beiden te Velp; Hub. Hikker3te
Vlaardingen; Gravin Bentinck geb. Baronesse
Van Heeckeren van Wassenaer, te Weldam
b\j Goor; de Zaanlandsche Oudheidkundige
Vereeniging, te Zaandijk, en het Gemeente
bestuur van Zieriksee.
Buitonland: Hare Koninklijke Hoog
heid de Vorstin van Wied, Prinses der Neder
landen, te Neuwied; ZyneKon. Hoogh. Willem
Ernst Erfgroothertog van Saksen en Zijne
Hoogheid Bernard Heinrich Prins van Saksen,
te Weimar, Hare Majesteit de Koningin van
Engeland, en H. S. J. Maas, te Londen.
De tentoonstelling werd gisteren zeer druk
bezocht, o. a. door schoolkinderen uit Loos
duinen.
In de gistermiddag te 's-Gravenhage
onder leiding van mr. A. Ferf gehouden ver
gadering van de Afdeeling 's-Gravenhage der
„Hollandsche Maatschappy van Landbouw",
deelde de voorzitter mede, dat de cavalerie-
smidse aldaar door den minister van oorlog
beschikbaar ia gesteld voor het houden van
een provincialen hoe'fsmidcursus en de heer
Lameris, paai denarts, zich belast heeft met
het onderwys, met behulp van 2 hoefsmeden
van het 3 de regiment huzaren daar in garni
zoen. Aan den minister van oorlog werd
hulde gebracht.
Voorts werd medegedeeld, dat Ged. Staten
der pror. Zuid-Holland en naar aanleiding
daarvan ook de Regeering een subsidie voor
dien cursus geweigerd hebben.
Nadat de voorzitter uitvoerig het nut van
een goed hoefbeslag voor het paard had toe
gelicht, werd besloten, dat de afd. 's-Graven-
hago van de Holl. Maaty. van Landbouw een
krediet van f 800 zal toestaan voor 1900
en 1901 voor genoemden cursus. Aan het
Hoofdbestuur der Maatschappy zal een sub
sidie van f 100 voor dat doel worden aange
vraagd later zal nogmaals by de Prov. Staten
worden aangeklopt om eon subsidie en by
het verkrygen daarvan ook by de Regeering.
Nog werd medegedeeld, dat do afdeeling
een cursus zal openen voor de paardenkennis,
die niets zal kosten, doch waaraan de afdee
ling zakeiyken steun zal verleen en.
Met waardeering werd gewag gemaakt van
de resultaten der veetentoonstelling te Parys
en de afdeeling gelukgewenscht met haar
tentoonstelling in Den Haag.
Tot afgevaardigden ter algemeene vergade
ring werden benoemd de heeren S. R. Van
Franck en E. Wyers en tot plaatsv. leden de
heeren Rust, Polvliet en Streng. Tot be
stuursleden werden herkozen de heeren Wyers,
Gevers-Deynoot en Kor te weg.
By gelogenheid van den verjaardag van
H.M. de Koningin-Moeder zyn heden do leden
der Hofhouding van Hare Majesteiten door
H.M. de Koningin-Moeder op een diner te
Soestdyk genoodigd.
In de gisteren onder leiding van dr.
H. D. Tjeenk Willink gehouden vergadering
der Vennootschap „Bestelhuis voor den Boek
handel", te Amsterdamss besloten tot ont
binding van die Vennootschap met 14 April
1901. Alsdan gaat de inrichting in eigendom
over aan de „Vereeniging tot bevordering
van de belangen des Boekhandels."
Commissarissen zyn belast met de liquidatie
vaD genoemde vennootschap.
Gisteravond zyn te 's-Gravenhage aange
komen de prins en prinses van Schaumburg-
Lippe en de kroonprinses van Griekonland.
De kroonprins van laatstgenoemd land kwam
niet mede en heeft, naar men verneemt, van
zyn voorgenomen bezoek aan ons land afgezien.
De prinses van Schaumburg-Lippe en de
kroonprinses van Griekenland zyn zusters van
den Duitschen keizer.
De gezant van Duitschland by ons Hof,
graaf De Pourtalès, en zyn echtgenoote, bene
vens de militaire attaché by de Duitscho
legatie, luitenant Von Goerkingk, verwel
komden de vorstelyke personen op het perron
van aankomst en begeleidden hen naar de
gereedstaande stoomtram, waarmede het vor-
steiyke gezelschap zich naar Scheveningen
begaf om intrek te nemen in „Hótel d'Orange."
Op Jacoba-Hoeve" te Heerde is Dinsdag
avond plotseling overleden de heer W. G.
Boele, die de3 middags pas van een buiten-
landsche reis was teruggekeerd.
De overledene heeft gedurende veel jaren
een. belangryke positie ingenomen èn in bet
publieke leven èn als industriëel te Kampen.
Hy was jaren lang lid van den Raad dier
gemeente en ook eenigen tyd wethouder,
terwyi hy mede korten tyd als lid der Staten
voor Overysel werkzaam was.
Ook voor landbouw en ontginningen deed
hy veel en de streek rondom „Jacoba-Hoeve"
draagt daarvan de sprekende bewyzen.
De uitgewekenen uit de Kaapkolonie, die
thans te Amsterdam vertoeven, zyn, naar de
„Haarl. Ct." meldt, door acht heeren uit
Bloemendaal, die zeer sympathiseeren met de
zaak der Boeren, uitgenoodigd een dag in
Haarlem en Bloemendaal door te brengen.
Om 12 u. 17 min. komen zy per spoor uit
Amsterdam; zy brengen dan een bezoek aan
de Groote Kerk, waar het orgel zal worden
bespeeld door den heer Ezerman, die o. a.
het Transvaalscho volkslied zal uitvoeren.
Daarna doen zy een toer door de omstreken,
o. a. naar de ruïne van Brederode, om zich
ten slotte om zes uren te vereenigen aan een
diner in het Brongebouw, waar de avond
verder wordt doorgebracht.
De luitenant ter zee der 2de klasse D.
E. Van Dyk, in commissie te 's-Gravenhage,
wordt lo. met 2 dezer op non-activiteit gesteld
en 2o. met 16 dezer geplaatst aan boord van
Hr. Ms. pantserdekschip „Zeeland". (Sts.-CtJ
De minister van marine bracht gisteren,
vergezeld van zyn adjudant, een bezoek aan
Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland", te
Willemsoord tot vertrek naar Oost-Indië ge
reed liggende.
Aan het staatsexamen tot toelating aan
de Universiteit namen van 30 Juli tot 1
Augustus deel 7 candidaten voor de faculteiten
der godgeleerdheid, enz. Toegelaten zyn 3
candidaten, de heeren: G. Feenstra, G. M. J.
Schoenmaekers en J. M. I. A. Simon6; voor
diploma B is toegelaten de heer L. M. H.
Faust. Voor de faculteiten der geneeskunde,
enz. zyn 8 cand. geëxamineerd. Geslaagd de
heeren: P. A. M. Buehrs, J. A. Barran, J. A.
Duffels, D. Huizinga, H. E. Boeke en O. De
Vries. Gedurende den loop van het examen
trok zich 1 candidaat terug. Het examen
wordt voortgezet met 1 candidaat.
Na voortzetting van het examen zyn van
de vorige groep nog geslaagd: de heeren P.
J. M. Van Sonsbeeck (voor diploma A) en D.
B. Aller8ma (voor diploma B).
Naar het „H. DagbL" meldt, heeft do
Militaire Pensioenraad voor de vacature in
zyn college, ontstaan door het overiyden van
den gepens. kapt, ter zee A. F. J. Frackers,
de volgende aanbeveling aan H. M. de Koningin
doen toekomen: No. 1. J. EL Beucker Andre®,
gepens. kapt. tor zoo tifc.; No. 9. V. Hoyniag7
gepens. kapt. ter zee; No. 8. J. J. De Bruyne,
gepens. kapt. ter zee.
Aan den kapitein der schuttery F. C.
Burcksen, te Rotterdam, is vergund in de
maand September de manoeuvres by te wonen
by het 2de bat. van het 1ste reg. inf., in
garnizoen te Assen.
By de opstootjes ten gevolge der werk
staking te Rotterdam werd door den burge
meester niet de hulp van de schuttery, maar
die van krygsvolk ingeroepen. Daartegen heb
ben zooals men weet de officieren der
schuttery bezwaar ingebracht, en wel op grond
der Schuttery wet. Volgens do considerans
dier wet zyn „de schuttery en opgericht tot
behoud der inwendige rust" en in verband
hiermede wordt in art. 184 der Gemeentewet
de schuttery het eerst genoemd, wier hulp
door den burgemeester het eerst kan worden
gevorderd, in geval van oproerige beweging,
van samenscholing of andere stoornis der
openbare orde. Nu de burgemeester in plaats
van de schuttery de hulp heeft ingeroepen
der militaire macht, meenen de schuttery-
officieren, dat in stryd met de wet is gehandeld.
Deze aangelegenheid wordt in de „Gemeente
stem" besproken. Het blad is het echter niet
met de schuttery-officieron eens. Het herinnert
hierby aan bet kon. besluit van 24 Juli 1875
(Stsbl. No. 140), waarby is beslist, dat art. 44
der Schuttery wet aan de commandanten der
schuttery en de verplichting oplegt om aan
de bevelen der plaatseiyke besturen te vol
doen, zyn toepasselykheid en werking heeft
verloren, nu een latere wet (art. 184 Gemeente
wet) de zaak nader bepaaldeiyk heeft geregeld.
En nu noemt art, 184 wel in de eerste
plaats de schuttery, maar daaruit mag niet
afgeleid worden, dat de burgemeester in ieder
geval zou moeten beginnen met de hulp
der schuttery in te roepen. Hy is bevoegd
naar omstandigheden te handelen. Acht hy,
zooals te Rotterdam het geval was, den toe
stand van dien aard, dat dadelyk krachtige
militaire hulp noodzakelyk is om de verstoorde
openbare orde te herstellen en te handhaven,
dan is hy daartoe bevoegd. Het bezwaar der
schuttery-officieren komt de „Gemeentestem"
dus niet gegrond voor.
De heer Wolmarans en de secretaris der
Zuid-Afrikaansche deputatie, de heer De Bruyn,
vertrekken heden naar Brussel, waar ook de
heeren Fischer en Weasels verwacht worden
of reeds zyn.
In het „Hotel des Indes" te 's-Graven
hage is aangekomen kapitein ter zee A. De
Paulys, marine-attaché by de Russische am
bassade te Beriyn.
Door wylen den heer D. H. Venema, te
Wildervank, is vermaakt aan do Geref. kerk
aldaar een som van f 5000 en aan de Chris-
telyke school aldaar een som van f 2000,
alles vry van successierechten.
De heer J. L. Yan Oostveen, ruim 40
jaren hoofd eener openbare school te Baarn,
heeft tegen 1 Januari 1901 als zoodanig eervol
ontslag aangevraagd.
Het stoomschip „Ardjoeno" vertrok 1
Aug. van Batavia naar Rotterdam; de „Oen-
garan", van Rotterdam naar Java, vertrok
1 Aug. van Port-Said; de „Sindoro", van
Rotterdam naar Java, vertrok 31 Juli van
Southampton; de „Spaarndam", van Nieuw-
York naar Rotterdam, passeerde 1 Aug. Wight,
aan boord 153 kajuitspassagiers; de „Teviot-
dale" (HollandAmerika-lyn) vertrok 1 Aug.
van Amsterdam naar Newport-News; de
„Admiral" (thuisreis) passeerde 31 Juli
Gibraltar.
Abbonos (gem. Haarlemmermeer). Evenals
andere jaren worden ook dit jaar de leer
lingen der hoogste klassen der openb. lagere
school te Lisse voor hun viyt en getrouw
schoolbezoek beloond met een vacantie-
reisje. Ditmaal geldt het een bezoek aan
Scheveningen. Onder leiding van het hoofd
der school de heer H. Kingma en het personeel
geschiedde heden het reisje en 's avonds wacht
het Lisser muziekkorps de kleinen op om
by aankomst eenige liederen te spelen. Vrydag
a. s. wacht den overigen een feestje op het
schoolplein.
In de laatste jaren was do collecte, voor
vermeld doel by de ingezetenen gehouden,
zóó ruimschoots, dat er nog een deel van
afgezonderd en op de spaarbank vastgezet
kon worden, om onder minder gunstige omstan
digheden als reserve-som te dienen.
- Nauwelyks is de jacht op het waterwild
opengesteld, of rondom hoort men het schieten
van geoefende schutters op eenden, enz.
Wy vernemen, dat J. Yerhoog, te Kaag,
reeds Dinsdag van de 21 eenden, die hy onder
schot kreeg, er 20 neerschoot
llazerswoude. De nieuwe R.-K. meisjes
school aan den Ryndyk nadert haar voltooiing.
Maakt het gebouw uiteriyk, dank zy het
karakteristieke plan van den architect Jan
Stuyt, een aangenamen indruk, de inwendige
inrichting is practisch en degelyk. Er zyn drie
flinke leerlokalen, grenzende aan een breedo
gang, een naaischool, vertrekken voor de
Eerw. Zusters en een huiskapel, weike stellig
zeer aan haar doel zal beantwoorden. Een
beeld van St.-Liduïna, de patrones der school,
siert den typischen gevel, die dooi een aardig
klokketorentje wordt bekroond.
Gistermiddag heeft de heer P. Wyn onze
gemeente verlaten, om zich metterwoon te
Apeldoorn te vestigen. Van de 48 jaren, dat
hy de geneeskundige praktyk uitoefende,
bracht hy er 21 te Twisk (N.-H.) en 27 te
Hazerswoude door. Elke goede zaak, die voor
alle ingezetenen werd begonnen, vond in hem
een kraehtigen steun. Bovendien was de heer
Wyn voorzitter van do „Vereeniging tot
Werkverschaffing" en van de Vry zinnige
kiesvereeniging „Vryheid en Recht", bestuur
der van „Trouw Schoolbezoek", donateur van
onze „Harmonie" en van de onlangs opge
richte schietvereeniging „E. m. M.", in óón
woord bevorderaar van alles en van ieder,
die waarachtigen vooruitgang beoogde.
Dat de nestor uit de vergadering van heeren
medici uit deze environs ook in dien kring
om zyn rondborstige gezelligheid en zyn
ongekunstelde oprechtheid werd op pi'?
gesteld, bleek onlangs, toen die adering
een commissie had benoemd vo.. uoii ver-
trekkenden ambtgenoot in eigen gemeente
een feesteiyken afscheidsmaaltyd aan te bieden,
waarby hoogstwaarschyniyk een toepassoiyk
souvenir niet zou hebben ontbroken.
Als een zyner byzondere vrienden hebben
wy met hem gevoeld hoeveel leed het hem
deed, die eer en dat genoegen van de hand
te moeten wyzen. Juist ond-t -ie toebereid
selen voor deze feestviering oiiuiel hem zyn
trouwe gade. Door alle ingezetenen geacht,
door velen onzer geliefd, door de meesten
betreurd, verdient de waardige grijsaard den
dank van allen en roepen we hem toe: „Geniet
nog tal van jaren van de schoons natuur,
die ge steeds zoo warm hebt veroorden va n
de liefde uwer kinderen en kleinkinde-eu, die
by het klimmen uwer jaren balsem mogen
gieten in de wonden uws harten."
Gisteren schoot een jongen, die op de
musschenjacht was, in zyn jeugdige onbe
zonnenheid, door de heg, die zyn jachtveld
van den tuin van den heer G. scheidt, en
trof daarby laatstgenoemde in het been. Een
der andere projectielen raakte den tuinman,
die in de nabjjheid werkte, in zyn pet. Het
wordt hoog tyd, dat aan het schieten van
zulke schutters paal en perk wordt gesteld.
Noordwyk. Aansluitende aan ons bericht
van gisteren (niet van onzen gewonen verslag
gever afkomstig) en in verband met ons
verslag van de raadszitting, waarin in de
zitting nL niet duidelyk bleek, of nu ook
beido muziekkorpsen onderschoidoniyk op 2
en 81 Augustus spelen zullen, kunnen wy
mededoelon, dat, terwyi heden de harmonie-
kapel „Crescendo" een concert geeft aan het
strand, de fanfare „SL-Jeroen" op 81 Augustus
a, a. een muziekuitvoering ten gehoore zal
brengen te Noordwyk-Blnnen op het Linden-
plein.
Noordwyk-aan-Zeo. Glsternamiddag om
streeks twee uren had onder leiding van den
stuurman J. Cramor de gewone jaariyksche
proeftocht plaats met de Noordwyksche red
dingsboot der Noord- on Zuld-Hollandsche
Reddingmaatschappy. Kranig kliefden de
roeiers de door den wind bewogen golven,
terwyi van het strand af een tweetal vuur-
pyien naar een doel een gespannen lyn
afgeschoten werden. Wel raakten de aan de
Er lag iets betooverends in deze zoete,
vleiende kinderstem en in de kleine feeën-
gestalte, die zoo sierlyk en bevallig in de
weeke kussens rustte, waartegen heur haar
zoo eigenaardig afstak. Michaël kwam lang
zaam nader en begon wat spraakzamor te
worden. Dit lachen en babbelen oefenden
een macht op hem uit, dio hy onbestemd
gevoelde, maar waaraan hy zich niet wist te
onttrekken.
Hertha had al dien tyd zonder ophouden
met haar bloemen gespeeld, die zy nu eens
by elkaar legde en dan weer scheidde; nu
echter scheen zy ook dit spel moede te
worden en begon den daar straks zoo vurig
verlangden ruiker stuk te trekken. De kleine
handen vernielden zonder mededoogen de
witte bloemen, om ze dan achteloos op den
'grond te werpen.
Michaöl trok de wenkbrauwen saam en
vermanend sprak hij, al klonken zyn woorden
meer als een verzoek:
„Niet 6tuk plukken! De bloemen zijn niet
zoo gomakkelyk te vinden."
„Ik wil zo nu echter niet langer hebben,"
verklaarde Hertha, terwyl zy, zonder op het
verbod te letten, met haar vernielingswerk
voortging. Toen echter greep Michaël haar
by den arm en hield dien vast.
„Laat my losl" riep de kleine toornig,
terwyl zy moeite deed om los te komen.
„Ik wil de bloemen niet meer, en ik wil van
u ook niots meer weten 1 Ga weg!"
Er lag niet enkel kinderlyke trots in
doze woorden.
„Ik wil van u ook niets meer weten,"
klonk het hoonend en verachteiyk, en daarby
schitterden do oogen weer met dien zeld-
zamen glans, die er al het kinderlyke aan
ontnam. Michaël liet plotseling haar arm
los, maar te gelyk ontrukte hy haar ook den
bloemruiker.
Hertha gleed uit den armstoel, haar mondje
vertrok zich of zy in tranen zou uitbarsten,
maar de oogen schitterden daarby toornig.
„Myn bloemen l Geef my mijn bloemen
terug l" riep zy en stampte daarby met haar
voetje op den grond.
Daar kwam Wolfram weer binnen. Het
eind van het gesprek moest wel zeer be
vredigend geweest zyn, want hy zag er ver
genoegd uit.
„Kom, Michaël, wy willen weggaan," zeido
hy, zyn pleegzoon wenkend.
Hertha kende den houtvester, die in den
jachttyd eens op het slot geweest was, als
een ondergeschikte van haar vader. Zy be
greep terstond, dat hy haar helpen zou haar
wil door te zetten; daarom wendde zy zich
driftig tot hem en riep met al de heftigheid
van een verwend kindje:
„Ik wil de bloomen weer hebben! Ze zyn
van my, hy moet ze teruggeven I"
„Wat voor bloemen?" vroeg Wolfram.
„Dio sneeuwrozen daar? Kom, Michaël, geef
ze haar. Zy is de kleine gravin, het kind van
den gestorven graaf."
De kleine schudde zegevierend haarlokken
en strekte de armpjes uit, maar dezen keer
was Michaël op zyn hoede: by hield den
ruiker zóó hoog, dat zy er niet by kon.
„Nu, gebeurt het haast?" vroeg de hout
vester ongeduldig. „Begryp je weer niet, wat
ik zeg? Je moet de kleme gravin de bloemen
geven, terstond l"
„Terstondl" herhaalde Hertha, en de voor
heen zoo zoete kinderstom klonk snydend en
bevelend. Michaöl keek eenige oogenblikken
zwygend de kleine aan en slingerde toen
plotseling den ruiker in het haardvuur.
„Ga hem-dan maar halenl" sprak hy ruw,
keerde haar den rug toe en schreed de
kamer uit.
„Inderdaad, met dien raensch leg ik
heden eer inl Wee je gebeente, als wy maar
eerst thuis zynl" bromde Wolfram in onder
drukte woede, terwyl hy hem volgde.
Hertha bleef alleen achter. Zy stond on-
beweeglyk en keek met groote oogen beiden
na. Het volgend oogenblik echter bedacht zy
zich en liep haastig naar den schoorsteen.
Het vuur vlamde op en verteerde knetterend
zyn buit. De teere, witte bloemblaadjes
werden rood gekleurd, glommen een oogenblik
als wonderbloesems, krulden dan in elkander
en vielen als asch neer.
De kleine had de handen in elkander
geslagen en keek toe.
Op haar gezicht lag nog die trotsche uit
drukking, maar haar oogen vulden zich
langzaam met tranen, en toen de laatste
bloem in den gloed verteerd was, begon zy
plotseling luid te snikken.
Toen graaf Steinrück na een poos In
zyn studeerkamer terugkeerde, vond hy daar
niemand meer. Een blik op de klok toonde
hem, dat het tyd was, om weg te gaan.
Hij trad nu haastig naar de schrijftafel,
om het ordeteeken aan te doen, dat zyn
uniform volmaken moest.
Het doosje lag nog op dezelfde plaats als
voorheen, maar het was leeg; waarschyniyk
had de dienaar gezien, dat het lint er &f was,
en was hy nu bezig, om het er aan te
zetten. Steinrück trok aan de scheL
„Myn ordeteeken," sprak hy vluchtig tot
den binnenkomende. „Is de wagon al voor?"
„Om u te dienen 1 Maar het ordeteeken
bewaart mynheer de graaf gewoonjyk zelf."
„Zeker, ik heb het ook vanmorgen in het
doosje gevonden. Het was de groote ster met
de diamanten. Hebt gij niet gezien, dat het
lint er af was?"
De dienaar schudde het hoofd.
„Ik heb de ster in het geheel niet gezien,
ik ben slechts een oogenblik in de kamer
geweest, u<en mynheer de graaf my het
bevel voor den wagen gat"
Steinrück keek met de grootste bevreem
ding naar het ledige doosje.
„Zyt gy later niet meer in de kamer ge-
woest?"
„Ik heb er geen voet meer In gezet."
„En iemand anders?"
„Ja, de zoon van den houtvester 1 '..of
hier alleen, toen ik wegging, oin j
te besteJlon, cn ik geloof, dui _^ar
taraeiyk lang alleen gebleven is.'
Er lag oen duideiyk uitgesproten argwaan
in aoze woorden, maar de graai ukto een
driftig afweronde beweging.
„Dwaasheid, daar kan geoprake van
zynl Is werkelyk niemand anders hier ge
weest? Denk eens goed na."
„Neon, mynheer, er is ze lis niemand in de
gang geweest."
„Maar in de slaapkamer - die heeft wel
geen eigen ingang."
„Slechte een voorhang van tapyten en die
leidt rechtstreeks naar de kamer van de
gravin."
Steinrück verbleekte, zyn hand balde zich
onwillekeurig tot een vuist, maar nog ver
zette hy zich tegen de in hem opryzende
verdenking.
„Zoek," gebood hy kortat „Do ster moot
gevonden worden, onder de papieren of de
boeken, misschion heb lk zo verlegd."
En zonder do hulp van den dienaar af te
wachten, begon hy zelf te zoeken. Hy wist
zeker, dat hy de ster ln het doosje gelegd
en dit opengelaten had, niettemin word ieder
papier verlegd, tevergeefs, hot vermiste voor
werp was niet te vinden.
„Het is er niet," sprak de dienaar elndeiyk
zacht „Als het hier in het open doosje
gelegen hoeft, dan is er maar één verklaring
mogeiyk."
Steinrück antwoordde niet, maar ook hQ
twyfeldo niet langer. Diefstal dus! Lage
diefstal! Dat deed de tot den rand gevulde
maat van zyn haat en verachting ver
vloeien.
Eonige oogeubllkken beersebte er stilte,
d« dienaar atoud op bevelen te wachter Hij
waagde bet niet to sprekon, want het goiaatt
van zyn heer verschrikte hem. Zóó bad by
hem nog uooit gezien.
„Is Wolfram nog in het slot?" vroeg de
graaf ^indeiyk.
„Ik goloof het wel; hy wilde nog ovea
naar den slotbewaarder."
„Roep dan zyn zoon hier l Maar goon
woord van het voorgevallene, ook tegon den
houtvester niet. Gy brengt onkel het bevel
over."
Do dienaar verwyderdo zich, en eon oogen
blik legde Steinrück de hand boven de
oogen. Dat was vreeselyk. En toch, was het
dan zoo ongehoord van een zoon uit zulk
een stam?
Wordt vervolgd.)