N* 12402 OlnsaiSg Sl JüU. A*. 1900 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 31 Juli. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. i) lEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. I 1 f 1.10. Franoo por post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels f 1.06. lodere regel meor f 0.17 J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgeving, Bnrgomeoeler en Wotbondera van Leiden brengen ter algomeeno fcennie, dat de Rekening ea Vorant- woordiDg vao de ontvangsten en uitgaven dtzer gomeen'o, over het dietefcjaar 1899, met al do da&rbg behoorende bescheiden, aan den gemcontoraai is overgelegd, to gelijk vcor eon ieder, gednrendo voertion da en ter lezing nedergolegd op de eocietario dezer genu onto on in druk, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar zal worden goeto'.d. Burgorcoester en Wetbondera voornoemd, Leidon, D. O. JOTA, Wotb., l3c.-Burgemeeater. 80 Juli 1900. VAN HEYST, Secretarie. Aan hot overgangsexamen van het 1ste naar het 2de studiejaar van den regiments cursus werd voldaan door de sergeanten H. Bakker, J. J. P. Driessen, H. M. M. Buffart, N. Gerlach en J. H. W. Bruins, zoomede door den sergeant-titulair M. J. G. E. Van der Horst, allen van het 2do bataljon 4de regiment infanterie alhier. De sergeant K. Bouwens en do sergeanten- titulair J. Lebouwor en H. F. Schofaerts zullen zich nog aan een herexamen moeten onder werpen. Benoemd is tot amanuensis by hot natuurkundig laboratorium en kabinet aan do Rijks-universiteit te Leiden, de heer G. J. Flim, thans instrumentmaker by dat laboratorium. Hier ter stede is aangekomen Z. D. H. de Bisschop van Haarlem, om in de ver schillende kerken der parochieën van het dekenaat Loidon het H. Sacrament des Vorm sels toe te dienon. Z. D. H. heeft zyn intrek genomen in de pastorie van do kerk van O. L. Vr. Hemel vaart by Mgr. J. Bots, pastoor en deken van Leiden. By verschillende Katholieken in die parochie was de vlag uitgestoken. Be Nederlandsche en do Franscho mail worden hedenavond alhier verwacht. Heden maken leden der Christelyke Jongelingsvereeniging „Uw Bewaarder zal niet sluimeren", alhier, met geïntroduceerden, een boottocht van Leiden naar Dordrecht, via Gouda. Benoemd is tot conrector van Ret gym nasium te Nymegen dr. Van Conynenburg, te "Winschoten; tot leeraar in de scheikunde, hoóger- en middelbaar onderwys, dr. Klobbie, te Leiden. H. M. de Koningin ontving heden op Soestdyk in byzondere audiëntie een commissie, belast met het instellen van een onderzoek in zake de indyking der Lauwerzee, in verband met een verbeterde afstrooming van het boezemwater der provinciën Friesland en Groningen. Hare Majesteit do Koningin heeft haar grootmeester kolonel baron Sirtema van Grovostins opgedragen den Italiaanschen ge zant by ons Hof, baron Galvagna, Harer Majesteits deelneming te betuigen met den op koning Humbert gepleegden moord met verzoek die deelnoming over te brengen aan de Italiaan8cho Vorstelyke Familie en de bevolking van dat Koninkryk. Baron Sirtema van Grovostins heeft zich gistermiddag van deze opdracht gekweten. Ook H. M. de Koningin-Moeder heeft aan den Italiaanschen gezant van Hare deelne ming in de ramp doen biyken. Verschillende gezanten der vreemdo mogend heden te 's-Gravenhage plaatsten gisteren hun namen op hot condoleance-register ten huize van den Italiaanschen gezant, of brachten den vertegenwoordiger van wylen koning Humbert een bezoek van rouwbeklag. Dit laatsto werd o. a. gedaan door den deken van het corps diplomatique, ridder Do Struve, gezant van Rusland, en door den Duitschen gezant, graaf De Pourtales. Voorts werd het register ge- teekend door leden der hofhouding en civiele en militaire autoriteiten. Het echtpaar Engelen Sewing zal waar- schynlyk wederom deel uitmaken van de Nederlandsche Opera, directie-Van der Linden. De minister van binnenlandsche zaken heeft zich gisteren naar Groningen begeven. Daarna vertrekt de minister naar Parys. De erfgroothertog van Baden is gister avond te 's-Gravenhage aangekomen en is onmiddellyk doorgereisd naar Scheveningen, waar Z. D. H. introk heeft genomen in het „Hötel d' Orange". Het hoofdbestuur der Ned. Opöt~ eeniging heeft een adres gericht aan den ge meenteraadvan 's-Gravenhage, om nadrukkeiyk op te komen tegen het voorstel van Burg. en Weths., om, zonder nieuwe verpachting uit te 6cbryven, de exploitatie van den Koninklyken Schouwburg voor vyf jaren opnieuw op te dragon aan de tegenwoordige exploitanten mot toekenning van een jaarlyksch subsidie van 20,000. Het meent, dat in het belang van 's-Gravenhage een openbare verpachting noodzakelyk is. Afgescheiden hiervan komt het op tegen de bevoorrechting van de Fransche Opera en van de Kon. Ver. „Het Ned. Tooneel" boven elk ander nationaal opera- of tooneelgezelschap, en het wyst o. a. op de groote muzikale verdiensten van de Nederlandsche Opera-Van der Linden, het alleszins billyk achtende, dat deze onderneming ton minste op den voet der meest begunstigde in de residentie wordt be handeld en niet eenvoudig wordü genegeerd. Het totaal der thans ingeschreven of ingekomen giften voor de Nederl. Zuid- Afrikaansche Yereeniging bedroeg Zaterdag 23 Juli f 1,206,886.87. Te Amsterdam is de elfde jaarlyksche alge- meene vergadering der Nederlandsche Orga- nisten-vereeniging gehouden. Uit de verslagen bleek, dat de Yereeniging, die in Januari 1.1. haar 10-jarig bestaan vierde, voortdurend in ledental en bloei toeneemt. Ook dit jaar kon aan alle aanvragen om ondersteuning worden voldaan; de tinancieele toestand mag zeer gunstig genoemd worden. De penningmeester, de heer A. Pomper, deelde een en ander mede aangaande de mogelijkheid in de gegeven omstandigheden spoedig tot een pensioenverzekering te kunnen overgaan. Tot de volgende algemeene vergadering werd aangehouden de bospreking in zake do examens voor organist, tot welker instelling reeds besloten werd. De aftredende bestuurs- en correspondee- rende leden werden herkozen. De twaalfde jaarlyksche vergadering zal te Nymegen worden gehouden. Dr. Lingbeek, de voormalige leider der eerste Nederlandsche Roode-Kruis-ambulance, is by zyn familie te Hilversum uit Zuid-Afrika teruggekeerd. Het dient erkend, dat het bestuur van den grooten toeristenbond, den A. N. W.-B., veel moeite doet om zyn wielrydenden leden waar het kan van dienst te zyn. Elk oogen- blik is mededeeling te doen van zyn bemoeiin gen voor het tot-stand-brengen van wielor- paden, van zyn adressen aan autoriteiten in verband met verordeningen betreffende het wielryden, enz., en vooral ook ontwikkelt het een zeer te waardeoren activiteit, waar hot er op aankomt den fietsers den weg te wyzon op alle wegen door one mooie land. De borden van den A. N. W.-B. behooren tegenwoordig tot de meest inheemsche vege tatie. En onder de talryke uitgaven, waarmee uit het hoofdkwartier de duizenden leden telkens bestookt worden, ia zeker wel de nuttigste, en tevens de met de meeste moeite samen gestelde „De Reiswyzer". Dit uitnemend werk beschryft de wegen van alle provinciën van ons land, en al wat den rijders belang kan inboezemen, en een voortreffelyke spinweb- kaart illustreert het. Met dezen Reiswyzer heeft de Bond al veel eer ingelegd, en lyj vernam zoowel van de zyde van de Regeering als van particulieren lof over de samenstelling. Het werk wordt voortdurend by gehouden en verbeterd. Thans ia reeds de vyfdo druk verschenen. By de bewerking daarvan is er naar gestreefd, met behoud van de inrichting der vorige uitgave, in hoofdzaak de volgende verbeteringen aan te brengen: lo. Belangryke uitbreiding van hot aantal opgenomen routes. 2o. Herziening en aanvulling van do weg- beschryving. So. Inrichting der vier losse deeltjes of hoofdstukken op zoodanige wyze, dat zy, nog meor dan vroeger, elk op zichzelf een geheel vormen. Elk hoofdstuk bevat: alphabetisch register der plaatsnamen; dito van de routes, wegbe- schry vingen, lyst van Bondsrywielherstellers, politieverordeningen. De secretaris der reiswyzer-commissie van den A. N. W.-B., de heer J. E. W. Pos, die den 5den druk bezorgde, heeft aanspraak op do erkontelykheid van de Nederlandsche wiel- ryders. Door de arr.-rechtbank te Winschoten is ter vervulling van een rechtersplaats in dat college opgemaakt de navolgende alpha- betische lyst van aanbeveling: mr. P. C- Klaasesz Jz., ambtenaar van het O. M. by de kantongerechten in het arrondissement Alkmaar, voor de kantons Hoorn en Medem- blikmr. F. W. Terspill, griffier by het kanton gerecht te Winschoten, en mr. K. Meyer Wiersma, subst.-griffier by de arr.-rechtbank to Winschoten. (Sts.-Ct.) De Amerikaanacho gezart by ons Hof, de heer Stanford Newel, werd gisteravond in de residentie terugverwacht. De heeren Kolff, burgemeester van Wie- ringen, en Calkoen, lid van hot Rykscollege van de zeevisscheryen en hoofd der Zuiderzeo- politie, zullen (aan boord van Hr. Ms. „Buya- kes") de Koninginnen by de visschersvloot- revue opwachten. Bedoelde bodem vertrekt a. s. Vrydagmorgen vroeg van den kop der Handelskade te Amsterdam. Men deelt verder mode, dat by na allo visscher8 reeds Donderdag op Pampus ten aüker komen, ten einde zich tydig in ryen te kunnen plaatsen voor den grooten dag, waarop de Koningin het bedrijf dezer stoere mannen komt aanschouwen. Veel botters zullen Donderdagavond, by goed weder, hun vaartuigen verlichten. De commandant van Hr. Ma. wachtschip te Amsterdam, de kapitein-luitenant ter zee H. Glot, heeft de leiding en regeling van alles wat met deze visschersvlootschouw in verband staat. Te Baarn zullen op 2 Aug., verjaardag der Koningin-Moedor, weer feesten plaats hebben, ook een optocht, een der glanspunten van de festiviteiten. Deze optocht is samen gesteld uit by na allo Baarnscho vereenigingen met haar vaandels. In dezen stoet, door de wapen-herauten van Baarn, Utreobt, Oranje-Nassau en Waldeck- Pyrmont voorafgegaan, komen o. a. bovendien eenige zegewagens voor, met name een Flora- wagen, door do Baarnsclie bloemisten artia- tiok bewerkt. Op dezen wagen zitton: Flora, Fomona en Hebe, en op eiken hoek een bloemenmeisje, die samon den Koninginnen bouquetten zullen aanbiedenachter den wagen volgen tuinlieden in kostuum stijl Lodewyk XVI. De beide chr. zang vereenigingen zullen samen voor hot bordes H. M. do Koningin- Moedor een lied toezingen (het koor telt 150 leden), terwyi het fanfare-corps „Crescendo" het volkslied van Waldeck-Pyrmont zal aan heffen. Do stoet wordt in de Pekinglaan opge steld, vertrekt van daar te 2 uren en i6 om halfdrie op Soestdyk. Het Bchitterend vuurwerk, door de gemeente by de Naald tegenover do Koningslaan aan geboden, begint te 9 uren. Baarn, dat thans in vollen zomerdos is, zal a. s. Donderdag ook in feesttooi pryken. Volgens te Groningen ontvangen bericht was de heer R. Rykens, dokter by de Z.-A. S.-M. te Standerton, op 4 dezer krygsgevan- gen aan boord van het s. s. „Catalonia" te Durban. Blykons by het departement van marine ontvangen berichten is: lo. Hr. Ms. pantser schip „Piet Hein" onder bevel van den kapitein ter zee J. BL M. Jansen, 28 dezer te Shanghai aangekomen; 2o. Hr. Ms. pant- serdekschip „Friesland", onder bevel van den kapitein ter zee W. Rómor, 30 dezer van Kaapstad naar Durban vertrokken. Het stoomschip „Bundesrath" (uitreis) passeerde 28 Juli Gibraltar; de „Dardanus" vertrok 29 Juli van Batavia naar Amsterdam de „Salak", van Java naar Rotterdam, vertrok 30 Juli van Marseille; de „Prinses Sophie" arriveerde 29 Juli van Amsterdam te Batavia; de „Sindoro", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 29 Juli te Southampton. Abbenes (gem. Haarlemmermeer). By de jongst gehouden Haarlemsche paardenlotery is het hoogste lot, zynde een landauer plus een span paaiden, ten deel gevallen aan G. A. Smit, handelaar te Haarlemmermeer (Benne- broekerweg). Wy vernemen, dat, toen hy, Vrydag to Leiden zynde, het nummer nam, hy reeds daardoor bezitter van het vermelde was, zynde op dat oogenblik reeds uitgeloot. Wegens de duurte der steenkolen heeft een stoombootmaatschappy, varende in de richting Alkmaar Rotterdam, proeven geno men om de machines harer booten door hot stoken van turf in beweging te brengen. De polder Rosen broek, onder Lisse, ryk in turfvoorraad, maar waar deze brandstof tot dusverre weinig aftrek had, schynt daarby wel te varen. Voor rekening van vermelde maatschappy is reeds een flinke bestelling geschied, die spoedig zal geleverd worden. Verschillende landbouwers in het zuideiyk deel van Haarlemmermeer zyn met het maaien van het te veld staande graan begonnen. Rogge, gerst, alsmede het vlas is het eerste, wat van het veld moot. Do groote warmte der laatste dagen heeft weldra op het rypen van het graan gewerkt, zoodat de maaityd, ofschoon heden veel later als het vorig jaar toch vóór Augustus begint. Benthuizen. Dinsdag 7 Augustus a. s. zal in het gemeentehuis alhier gelegenheid ge geven worden tot hot doen yken en heryken van maten en gewichten. Wassenaar. Gistermiddag had hier een allertreurigst ongeval plaats. Eon tot voor karton tyd zeer geaent ingezetene, die zich metterwoon elders gevestigd had, is by het zwemmen in zee verdronken. Een echiiders- knecht vond aan het strand zyn rywiel en zyn kleoderen, waarin o. a, zyn naamkaartje gevonden werd. Nog zeer Jargon tyd bleef de heer J. V. hy c'.e plaats dos onheiia, doch van de ongelukkige was niets moer te ont-< dekken. Warmond. De yk en heryk van maten en gewichten zal alhier plaats hebben op a. s. Donderdag 2 Aug., des morgens te negen uren. Voor het voorbereidend militair onder- richt hebben zich alhier 24 jongelingen aan gemeld. Zegwaard-Zootormeer. By koninkiyk be sluit is het R.-K. kerkbestuur alhior machti ging verleend tot aanvaarding van een legaat, groot ƒ500, geschonken door de wed. O ver meer, alhier overleden. Do heer J. T. Deinum, tot voor korten tyd onderwijzer aan de Chr. school alhier, ia benoeiud geworden tot hoofd eener dergelijke school te Enschedee. Rekening houdende met de wyze, waarop de heer D. zyn taak slhief opvatte, kunnen we zyn nieuwe school met deze benoeming beslist geluk wenschen. Zegwaard. Deze week was alhier voor het eerst een maaimachine aan het werk, en wel op hot land van den landbouwer W. N., aan den Zegwaardschen weg. Het nieuwe werk tuig had veel bekyks; het deed zyn werk uitstekendheel netjes en geiyk werd het koren afgemaaid en de schooven werden stevig by elkaar gebonden. De belangstelling van de maaiers en binders in het werktuig is minder harteiyk dan die der boeren. Onze Koningin. Het „Hdbl." schryft: „Het doet ons buiten gewoon leed, dat door ons een mededeeling werd gedaan omtrent het aanstaande huweiyk van H. M. de Koningin, welke ons thans biykt onjuist te zyn geweest. „Alle looper.de geruchten over eon al of niet spoedig te verwachten huweiyk van H. M. de Koningin on over Hr. Ms. keuze zyn verzinsels, dio geen groDd van waarheid hebben. „Wy behoeven niet te zeggen, dat wy dit bericht niet zouden verbreid hebben, indien wy niet meenden het ten volle te kunnen^ vertrouwen. „Het doet on3 meer leed dan wy zeggen kunnen, dat wy misleid werden en dat wy, ons haastende om anderen zich mot ons te doen verheugen, in binnenland en buitenland een onware tyding verspreid hebben, wat niet anders dan onaangenaam kan zyn aan1 haar, die wy boven allen eeren." Men seint aan de „Middelburgsche Courant":- „Als toekomstig gemaal van onze Koningin wordt genoemd de 27-jarige hertog .\dolf Friedrich Alexander Hoinrich van Mecklen- burg-Schwerin." De hier bedoelde prins is een halve broeder van den voor drio jaar te Nizza overleden hertog Friedrich Franz. Hy is geboren te Schwerin den lOden October 1873 en thanajA kapitein by de Pruisische garde-kurassiers. Zyn moeder is een prinses van Schwarzburg. Een zyner halve broeders is hertog Johann Albert, het hoofd der Duitsche koloniale Ver-, eeniging, die gehuwd is met een dochter van wylen de groothertogin van Saksen-Weimar- Eisenach (prinses Sophie). Nu volgde een ontknoopbaar weefsel van Bchuld on ellende, een trapsgewijze nedor- zinkon in den afgrond, en het lot der jonge vrouw aan de zyde van dezen man, wien zy oer en rijkdom, woning en familie opge offerd had, laat zich beter raden dan be- schryven. Allo hoop, dio hy aan haar bezit vastge knoopt had, was nu immers verloren l Maar ook nu verloochende zy haar karakter niet en bleef aan de zyde van den m3n, wiens vrouw zy nu eenmaal geworden was, zonder een enkele maal by haar vader om hulp en redding aan te kloppen. Zy wist ook, dat het vergeefsche moeite zou zyn. Haar dood zelfs bracht by dezen man goen verzooning. Nu rustten zy en haar man reeds jaren in het graf en met hen was ook dat ongelukkige familiedrama begravon. Een week was sedert de ter-aarde-be- stolling van graaf Stoinrück verloopen. Graaf Michaöl, die de voormalige kamers van zyn neof bewoonde, bevond zich in het vertrek met het hoekvenster 9n had zooeven bericht ontvangen, dat de houtvester Wolfram, dien hy op dit uur besteld had, aangekomen was. Hy was nu in volle uniform, want het gold een reis naar het naburige stadje, waar de broeder van den vorst aangekomen was om een gedenkfeest by te wonen. Natuurlyk had men ook de notabelen uit den omtrek daarby genoodigd, en de graaf van Steinrück kon ftich aau dezo eerste officieels uitnoodiging niet onttrekken, hoewel hy met het oog op de begrafenis van zyn neef en den rouw der familie reeds gemeld had, dat hy niet alle feesteiykheden zou bywonen. Het uur voor het vertrek was reeds bepaald, maar er bleef nog tyd genoeg over voor een onderhoud met den houtvester. IV. De graaf stond voor zyn schryftafel en nam uit een der laden een fonkelend voorwerp, de ster, het kenteeken van zyn hoogen rang on die ryk met edelgesteenten omzet was. Juist, toen hy zo vast wilde maken, bemerkte hy, dat het lintje losgegaan was, en omdat Wolfram reeds binnentrad, legde hy het geopende doosje met het ordeteeken weer op de schryftafel neer. Ook de houtvester was heden in groot tenue en in deze kleedy leek hy een statige ver- schyning. Haar en baard waren thans in orde gebracht en aan zyn jachtkostuum was dezelfde zorg besteed. Ook scheen hy tegen over zyn vroegeren heer en meester de vormen niet geheel vergeten te zyn, want hy bleef met oen eerbiedigen groet op den drempel staan, tot de graaf hem een wenk gaf, nader te komen. „Zyt gy daar, Wolfram," sprak hy vrien- dolyk, zich nog van de oude, vertrouweiyke toespraak bedienend. „Ik heb u in langen tyd niet gezien; hoe is het met u gegaan?" „Heel goed, mynheer do graaf," antwoorddo de houtvester, die in oen sty ve houding bleef staan. „Ik heb goed mijn brood en mynheer de graaf zaliger was ook tevreden over my. Ik kom het heele jaar wel niet uit myn wouden, maar daaraan ben ik gewend; men moet zich ook &an de eenzaamheid gewennen." „Gy hadt immers een vrouw; is zy niet meer in leven?" „Neen, vyf jaren geleden stierf zy, en kinderen hebben wy nooit gehad. Men heeft my wel eens aangeraden weder to trouwen, maar daar had ik geen zin inWie myn geschiedenis eens meegemaakt heeft, heeft er genoeg van." „Uw huweiyk was dus niet gelukkig?" vroeg hem Steinrück, over wiens gelaat eon vluchtig lachje gleed by dezo openhartige uitspraak. „Al naar men het nemen wil", sprak de houtvester gemoedelyk. „Wy hebben het eigen lijk altyd goed met elkander kunnen vinden, getwist hebben wy wel is waar dagelyks, maar dat behoort er by, en toen Michaöl er by kwam, sloegen wy samen op hem los en dan waren wy het weer eens." De graaf hief driftig het hoofd op. „Op wien hebt gy losgeslagen?" „Nu ja dat was niet verstandig", bromde Wolfram verlegen in zyn baard. „Is er van den knaap sprake, die u toe vertrouwd werd?" De houtvester sloeg het oog neder voor den toornigen blik, die hem trof, en verdedigde zich „Het heeft hem niet geschaad, en het heeft ook niet lang geduurd, want mynheer pastoor van St.-Michaël verbood het ons, en toen hebben wy het gelaten. Overigens heeft de jongen de klappen ruimschoots vordiend." Steinrück antwoordde niethy had het immers geweten, dat de jongeling in ruwe handen kwam, maar het inzicht, dat hy er nu in kreeg, deed hem toch pynlyk aan, en op vry barschen toon vroeg hy: „Hebt gy uw pleegzoon meegebracht?" „Jawel, mynheer de graaf, zooals gij het bevolen hadt,'' „Laat hem dan binnen komen." Wolfram ging, om Michaöl te roepen, die in de voorkamer wachtte, terwyl de blik van den graaf vol spanning op de deur ge richt bleef, waardoor in het volgond oogen blik zyn kleinzoon binnenkomen zou, het kind zyner verstootene, zonder erbarming gerichte, en toch eens zoo beminde dochter. Misschien was de knaap het evenbeeld zyner moeder, in elk geval zou hy wel eenige trekken van haar hebben, en Steinrück wist zelf niet, of hy deze gelijkenis vreesde of verlangde. Daar giDg de deur open en Miehaël trad aan de zyde van zjjn pleegvader binnen. Ook hy had met het oog op dezo voorsteLling de uiterste zorg aan 7.yn kleeding moeten be steden, maar by hem hiolp dat weinig. Zyn Zondagspak stond hem niet beter, en was, hoewel nieuw, toch slecht van snit. Het dikke, verwarde haar kon nu eenmaal niet glad gekamd worden, en de weinige orde, die hy er hedenmorgen met moeite ingebracht had, was er onderweg weer lang uitgegaan. Het hing even wild als altyd om het hoofd. Daar bij was het duidolyk op zyn gelaat te lezen, hoe schuw en onbeholpen hij zich hier gevoeldo. Zyn lompe houding en moeilijke bewegingen maakten zyn verschyning nog afstootenden De graaf wierp een vluchtigon, scherpen blik op den binnentredende, dan klemdo hy met een uitdrukking van groote teleurstelling de lippen op elkander. Dat was dus Louise's zoonl „Hier is Miehaël, mynheer de graaf," sprak Wolfram, terwyl hy den jongen op vry onzachte wyzo voortschoof. „Maak een buiging en bedank mynheer den graaf, dat by zich uwer ontfermd en voor u gezorgd heeft. Het is de eerst© &eer, dat g(j uw weldoener to ~ea krygt." Maar Miehaël maakte geen buiging en sprak ook geen dank uit. Zyn oogen bleven onafgebroken op den graaf gericht, die er in zyn schitterende uniform indrukwekkend ge noeg uitzag. Hy scheen by dezen aanblik al het andere te vergeten. „Nu, kunt gy niet praten?" vroeg Wolfram ongeduldig. f „Gy moet het hem maar niot kwaiyk nemen, mynheer de graaf, hot is niets dan domheid van hom. Hy doet thuis reeds nauwelyks den mond open, en als hy veel nieuws en vreemds ziet, zooals heden, dan is hot heelemaal uit mot zyn beetje verstand." Met een uitdrukking van duidelyken tegen zin wendde Steinrück zich nu eindeiyk tot den jongeling en zyn stem klonk koud en gebiedend, toen hij vroeg: „Heet gy Miehaël?" „Ja," antwoordde deze blykbaar werk tuiglijk. Hy scheen nog altyd het oog niet los te kunnen rukkon van de hooge gestalte en het t gebiedende gelaat, dat zoo stroef en verachtelijk op hem neerzag. Steinrück bemerkte de grenzenlooze bewondering niet, die in deze oogen laghjj zag slechts de droomerige uitdrukking er in, en een dom, nieuwsgierig aanstaren, dat hem ergerde. „Hoe oud zljt gy?" ging by voort, op denzolfden toon als zooeven. „Achttien jaar." „En wat hebt gy tot nu toe geleerd en gedaan?" Dezo vraag scheen Michaöl in verlegenheid te brengen. Hy zweog en zag den houtvester aan, die dan ook voor hem het woord Dam. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1