N* 12402
OlnsaiSg Sl JüU.
A*. 1900
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 31 Juli.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
i)
lEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. I 1 f 1.10.
Franoo por post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1 6 regels f 1.06. lodere regel meor f 0.17 J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgeving,
Bnrgomeoeler en Wotbondera van Leiden brengen
ter algomeeno fcennie, dat de Rekening ea Vorant-
woordiDg vao de ontvangsten en uitgaven dtzer
gomeen'o, over het dietefcjaar 1899, met al do
da&rbg behoorende bescheiden, aan den gemcontoraai
is overgelegd, to gelijk vcor eon ieder, gednrendo
voertion da en ter lezing nedergolegd op de eocietario
dezer genu onto on in druk, tegen betaling der
kosten, algemeen verkrijgbaar zal worden goeto'.d.
Burgorcoester en Wetbondera voornoemd,
Leidon, D. O. JOTA, Wotb., l3c.-Burgemeeater.
80 Juli 1900. VAN HEYST, Secretarie.
Aan hot overgangsexamen van het 1ste
naar het 2de studiejaar van den regiments
cursus werd voldaan door de sergeanten H.
Bakker, J. J. P. Driessen, H. M. M. Buffart,
N. Gerlach en J. H. W. Bruins, zoomede
door den sergeant-titulair M. J. G. E. Van
der Horst, allen van het 2do bataljon 4de
regiment infanterie alhier.
De sergeant K. Bouwens en do sergeanten-
titulair J. Lebouwor en H. F. Schofaerts zullen
zich nog aan een herexamen moeten onder
werpen.
Benoemd is tot amanuensis by hot
natuurkundig laboratorium en kabinet aan do
Rijks-universiteit te Leiden, de heer G. J. Flim,
thans instrumentmaker by dat laboratorium.
Hier ter stede is aangekomen Z. D. H.
de Bisschop van Haarlem, om in de ver
schillende kerken der parochieën van het
dekenaat Loidon het H. Sacrament des Vorm
sels toe te dienon.
Z. D. H. heeft zyn intrek genomen in de
pastorie van do kerk van O. L. Vr. Hemel
vaart by Mgr. J. Bots, pastoor en deken van
Leiden. By verschillende Katholieken in die
parochie was de vlag uitgestoken.
Be Nederlandsche en do Franscho mail
worden hedenavond alhier verwacht.
Heden maken leden der Christelyke
Jongelingsvereeniging „Uw Bewaarder zal
niet sluimeren", alhier, met geïntroduceerden,
een boottocht van Leiden naar Dordrecht,
via Gouda.
Benoemd is tot conrector van Ret gym
nasium te Nymegen dr. Van Conynenburg,
te "Winschoten; tot leeraar in de scheikunde,
hoóger- en middelbaar onderwys, dr. Klobbie,
te Leiden.
H. M. de Koningin ontving heden op
Soestdyk in byzondere audiëntie een commissie,
belast met het instellen van een onderzoek
in zake de indyking der Lauwerzee, in verband
met een verbeterde afstrooming van het
boezemwater der provinciën Friesland en
Groningen.
Hare Majesteit do Koningin heeft haar
grootmeester kolonel baron Sirtema van
Grovostins opgedragen den Italiaanschen ge
zant by ons Hof, baron Galvagna, Harer
Majesteits deelneming te betuigen met den
op koning Humbert gepleegden moord met
verzoek die deelnoming over te brengen aan
de Italiaan8cho Vorstelyke Familie en de
bevolking van dat Koninkryk. Baron Sirtema
van Grovostins heeft zich gistermiddag van
deze opdracht gekweten.
Ook H. M. de Koningin-Moeder heeft aan
den Italiaanschen gezant van Hare deelne
ming in de ramp doen biyken.
Verschillende gezanten der vreemdo mogend
heden te 's-Gravenhage plaatsten gisteren hun
namen op hot condoleance-register ten huize
van den Italiaanschen gezant, of brachten den
vertegenwoordiger van wylen koning Humbert
een bezoek van rouwbeklag. Dit laatsto werd
o. a. gedaan door den deken van het corps
diplomatique, ridder Do Struve, gezant van
Rusland, en door den Duitschen gezant, graaf
De Pourtales. Voorts werd het register ge-
teekend door leden der hofhouding en civiele
en militaire autoriteiten.
Het echtpaar Engelen Sewing zal waar-
schynlyk wederom deel uitmaken van de
Nederlandsche Opera, directie-Van der Linden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft zich gisteren naar Groningen begeven.
Daarna vertrekt de minister naar Parys.
De erfgroothertog van Baden is gister
avond te 's-Gravenhage aangekomen en is
onmiddellyk doorgereisd naar Scheveningen,
waar Z. D. H. introk heeft genomen in het
„Hötel d' Orange".
Het hoofdbestuur der Ned. Opöt~
eeniging heeft een adres gericht aan den ge
meenteraadvan 's-Gravenhage, om nadrukkeiyk
op te komen tegen het voorstel van Burg. en
Weths., om, zonder nieuwe verpachting uit te
6cbryven, de exploitatie van den Koninklyken
Schouwburg voor vyf jaren opnieuw op te
dragon aan de tegenwoordige exploitanten
mot toekenning van een jaarlyksch subsidie
van 20,000. Het meent, dat in het belang
van 's-Gravenhage een openbare verpachting
noodzakelyk is.
Afgescheiden hiervan komt het op tegen
de bevoorrechting van de Fransche Opera en
van de Kon. Ver. „Het Ned. Tooneel" boven
elk ander nationaal opera- of tooneelgezelschap,
en het wyst o. a. op de groote muzikale
verdiensten van de Nederlandsche Opera-Van
der Linden, het alleszins billyk achtende, dat
deze onderneming ton minste op den voet der
meest begunstigde in de residentie wordt be
handeld en niet eenvoudig wordü genegeerd.
Het totaal der thans ingeschreven of
ingekomen giften voor de Nederl. Zuid-
Afrikaansche Yereeniging bedroeg Zaterdag
23 Juli f 1,206,886.87.
Te Amsterdam is de elfde jaarlyksche alge-
meene vergadering der Nederlandsche Orga-
nisten-vereeniging gehouden.
Uit de verslagen bleek, dat de Yereeniging,
die in Januari 1.1. haar 10-jarig bestaan vierde,
voortdurend in ledental en bloei toeneemt.
Ook dit jaar kon aan alle aanvragen om
ondersteuning worden voldaan; de tinancieele
toestand mag zeer gunstig genoemd worden.
De penningmeester, de heer A. Pomper, deelde
een en ander mede aangaande de mogelijkheid
in de gegeven omstandigheden spoedig tot
een pensioenverzekering te kunnen overgaan.
Tot de volgende algemeene vergadering werd
aangehouden de bospreking in zake do
examens voor organist, tot welker instelling
reeds besloten werd.
De aftredende bestuurs- en correspondee-
rende leden werden herkozen.
De twaalfde jaarlyksche vergadering zal te
Nymegen worden gehouden.
Dr. Lingbeek, de voormalige leider der
eerste Nederlandsche Roode-Kruis-ambulance,
is by zyn familie te Hilversum uit Zuid-Afrika
teruggekeerd.
Het dient erkend, dat het bestuur van
den grooten toeristenbond, den A. N. W.-B.,
veel moeite doet om zyn wielrydenden leden
waar het kan van dienst te zyn. Elk oogen-
blik is mededeeling te doen van zyn bemoeiin
gen voor het tot-stand-brengen van wielor-
paden, van zyn adressen aan autoriteiten in
verband met verordeningen betreffende het
wielryden, enz., en vooral ook ontwikkelt het
een zeer te waardeoren activiteit, waar hot er
op aankomt den fietsers den weg te wyzon op
alle wegen door one mooie land.
De borden van den A. N. W.-B. behooren
tegenwoordig tot de meest inheemsche vege
tatie.
En onder de talryke uitgaven, waarmee uit
het hoofdkwartier de duizenden leden telkens
bestookt worden, ia zeker wel de nuttigste,
en tevens de met de meeste moeite samen
gestelde „De Reiswyzer". Dit uitnemend werk
beschryft de wegen van alle provinciën van
ons land, en al wat den rijders belang kan
inboezemen, en een voortreffelyke spinweb-
kaart illustreert het. Met dezen Reiswyzer heeft
de Bond al veel eer ingelegd, en lyj vernam
zoowel van de zyde van de Regeering als van
particulieren lof over de samenstelling.
Het werk wordt voortdurend by gehouden
en verbeterd. Thans ia reeds de vyfdo druk
verschenen. By de bewerking daarvan is er
naar gestreefd, met behoud van de inrichting
der vorige uitgave, in hoofdzaak de volgende
verbeteringen aan te brengen:
lo. Belangryke uitbreiding van hot aantal
opgenomen routes.
2o. Herziening en aanvulling van do weg-
beschryving.
So. Inrichting der vier losse deeltjes of
hoofdstukken op zoodanige wyze, dat zy, nog
meor dan vroeger, elk op zichzelf een geheel
vormen.
Elk hoofdstuk bevat: alphabetisch register
der plaatsnamen; dito van de routes, wegbe-
schry vingen, lyst van Bondsrywielherstellers,
politieverordeningen.
De secretaris der reiswyzer-commissie van
den A. N. W.-B., de heer J. E. W. Pos, die
den 5den druk bezorgde, heeft aanspraak op
do erkontelykheid van de Nederlandsche wiel-
ryders.
Door de arr.-rechtbank te Winschoten
is ter vervulling van een rechtersplaats in
dat college opgemaakt de navolgende alpha-
betische lyst van aanbeveling: mr. P. C-
Klaasesz Jz., ambtenaar van het O. M. by
de kantongerechten in het arrondissement
Alkmaar, voor de kantons Hoorn en Medem-
blikmr. F. W. Terspill, griffier by het kanton
gerecht te Winschoten, en mr. K. Meyer
Wiersma, subst.-griffier by de arr.-rechtbank
to Winschoten. (Sts.-Ct.)
De Amerikaanacho gezart by ons Hof,
de heer Stanford Newel, werd gisteravond in
de residentie terugverwacht.
De heeren Kolff, burgemeester van Wie-
ringen, en Calkoen, lid van hot Rykscollege
van de zeevisscheryen en hoofd der Zuiderzeo-
politie, zullen (aan boord van Hr. Ms. „Buya-
kes") de Koninginnen by de visschersvloot-
revue opwachten.
Bedoelde bodem vertrekt a. s. Vrydagmorgen
vroeg van den kop der Handelskade te
Amsterdam.
Men deelt verder mode, dat by na allo
visscher8 reeds Donderdag op Pampus ten
aüker komen, ten einde zich tydig in ryen
te kunnen plaatsen voor den grooten dag,
waarop de Koningin het bedrijf dezer stoere
mannen komt aanschouwen.
Veel botters zullen Donderdagavond, by goed
weder, hun vaartuigen verlichten.
De commandant van Hr. Ma. wachtschip
te Amsterdam, de kapitein-luitenant ter zee
H. Glot, heeft de leiding en regeling van
alles wat met deze visschersvlootschouw in
verband staat.
Te Baarn zullen op 2 Aug., verjaardag
der Koningin-Moedor, weer feesten plaats
hebben, ook een optocht, een der glanspunten
van de festiviteiten. Deze optocht is samen
gesteld uit by na allo Baarnscho vereenigingen
met haar vaandels.
In dezen stoet, door de wapen-herauten
van Baarn, Utreobt, Oranje-Nassau en Waldeck-
Pyrmont voorafgegaan, komen o. a. bovendien
eenige zegewagens voor, met name een Flora-
wagen, door do Baarnsclie bloemisten artia-
tiok bewerkt. Op dezen wagen zitton: Flora,
Fomona en Hebe, en op eiken hoek een
bloemenmeisje, die samon den Koninginnen
bouquetten zullen aanbiedenachter den wagen
volgen tuinlieden in kostuum stijl Lodewyk
XVI. De beide chr. zang vereenigingen zullen
samen voor hot bordes H. M. do Koningin-
Moedor een lied toezingen (het koor telt 150
leden), terwyi het fanfare-corps „Crescendo"
het volkslied van Waldeck-Pyrmont zal aan
heffen. Do stoet wordt in de Pekinglaan opge
steld, vertrekt van daar te 2 uren en i6 om
halfdrie op Soestdyk.
Het Bchitterend vuurwerk, door de gemeente
by de Naald tegenover do Koningslaan aan
geboden, begint te 9 uren.
Baarn, dat thans in vollen zomerdos is,
zal a. s. Donderdag ook in feesttooi pryken.
Volgens te Groningen ontvangen bericht
was de heer R. Rykens, dokter by de Z.-A.
S.-M. te Standerton, op 4 dezer krygsgevan-
gen aan boord van het s. s. „Catalonia" te
Durban.
Blykons by het departement van marine
ontvangen berichten is: lo. Hr. Ms. pantser
schip „Piet Hein" onder bevel van den
kapitein ter zee J. BL M. Jansen, 28 dezer
te Shanghai aangekomen; 2o. Hr. Ms. pant-
serdekschip „Friesland", onder bevel van den
kapitein ter zee W. Rómor, 30 dezer van
Kaapstad naar Durban vertrokken.
Het stoomschip „Bundesrath" (uitreis)
passeerde 28 Juli Gibraltar; de „Dardanus"
vertrok 29 Juli van Batavia naar Amsterdam
de „Salak", van Java naar Rotterdam, vertrok
30 Juli van Marseille; de „Prinses Sophie"
arriveerde 29 Juli van Amsterdam te Batavia;
de „Sindoro", van Rotterdam naar Batavia,
arriveerde 29 Juli te Southampton.
Abbenes (gem. Haarlemmermeer). By de
jongst gehouden Haarlemsche paardenlotery
is het hoogste lot, zynde een landauer plus
een span paaiden, ten deel gevallen aan G.
A. Smit, handelaar te Haarlemmermeer (Benne-
broekerweg). Wy vernemen, dat, toen hy,
Vrydag to Leiden zynde, het nummer nam, hy
reeds daardoor bezitter van het vermelde was,
zynde op dat oogenblik reeds uitgeloot.
Wegens de duurte der steenkolen heeft
een stoombootmaatschappy, varende in de
richting Alkmaar Rotterdam, proeven geno
men om de machines harer booten door hot
stoken van turf in beweging te brengen.
De polder Rosen broek, onder Lisse, ryk in
turfvoorraad, maar waar deze brandstof tot
dusverre weinig aftrek had, schynt daarby
wel te varen.
Voor rekening van vermelde maatschappy
is reeds een flinke bestelling geschied, die
spoedig zal geleverd worden.
Verschillende landbouwers in het zuideiyk
deel van Haarlemmermeer zyn met het maaien
van het te veld staande graan begonnen.
Rogge, gerst, alsmede het vlas is het eerste,
wat van het veld moot.
Do groote warmte der laatste dagen heeft
weldra op het rypen van het graan gewerkt,
zoodat de maaityd, ofschoon heden veel later
als het vorig jaar toch vóór Augustus begint.
Benthuizen. Dinsdag 7 Augustus a. s. zal
in het gemeentehuis alhier gelegenheid ge
geven worden tot hot doen yken en heryken
van maten en gewichten.
Wassenaar. Gistermiddag had hier een
allertreurigst ongeval plaats. Eon tot voor
karton tyd zeer geaent ingezetene, die zich
metterwoon elders gevestigd had, is by het
zwemmen in zee verdronken. Een echiiders-
knecht vond aan het strand zyn rywiel en
zyn kleoderen, waarin o. a, zyn naamkaartje
gevonden werd. Nog zeer Jargon tyd bleef
de heer J. V. hy c'.e plaats dos onheiia, doch
van de ongelukkige was niets moer te ont-<
dekken.
Warmond. De yk en heryk van maten
en gewichten zal alhier plaats hebben op
a. s. Donderdag 2 Aug., des morgens te
negen uren.
Voor het voorbereidend militair onder-
richt hebben zich alhier 24 jongelingen aan
gemeld.
Zegwaard-Zootormeer. By koninkiyk be
sluit is het R.-K. kerkbestuur alhior machti
ging verleend tot aanvaarding van een legaat,
groot ƒ500, geschonken door de wed. O ver
meer, alhier overleden.
Do heer J. T. Deinum, tot voor korten
tyd onderwijzer aan de Chr. school alhier, ia
benoeiud geworden tot hoofd eener dergelijke
school te Enschedee. Rekening houdende met
de wyze, waarop de heer D. zyn taak slhief
opvatte, kunnen we zyn nieuwe school met
deze benoeming beslist geluk wenschen.
Zegwaard. Deze week was alhier voor het
eerst een maaimachine aan het werk, en wel
op hot land van den landbouwer W. N., aan
den Zegwaardschen weg. Het nieuwe werk
tuig had veel bekyks; het deed zyn werk
uitstekendheel netjes en geiyk werd het koren
afgemaaid en de schooven werden stevig by
elkaar gebonden. De belangstelling van de
maaiers en binders in het werktuig is minder
harteiyk dan die der boeren.
Onze Koningin.
Het „Hdbl." schryft: „Het doet ons buiten
gewoon leed, dat door ons een mededeeling
werd gedaan omtrent het aanstaande huweiyk
van H. M. de Koningin, welke ons thans
biykt onjuist te zyn geweest.
„Alle looper.de geruchten over eon al of
niet spoedig te verwachten huweiyk van
H. M. de Koningin on over Hr. Ms. keuze
zyn verzinsels, dio geen groDd van waarheid
hebben.
„Wy behoeven niet te zeggen, dat wy dit
bericht niet zouden verbreid hebben, indien
wy niet meenden het ten volle te kunnen^
vertrouwen.
„Het doet on3 meer leed dan wy zeggen
kunnen, dat wy misleid werden en dat wy,
ons haastende om anderen zich mot ons te
doen verheugen, in binnenland en buitenland
een onware tyding verspreid hebben, wat
niet anders dan onaangenaam kan zyn aan1
haar, die wy boven allen eeren."
Men seint aan de „Middelburgsche Courant":-
„Als toekomstig gemaal van onze Koningin
wordt genoemd de 27-jarige hertog .\dolf
Friedrich Alexander Hoinrich van Mecklen-
burg-Schwerin."
De hier bedoelde prins is een halve broeder
van den voor drio jaar te Nizza overleden
hertog Friedrich Franz. Hy is geboren te
Schwerin den lOden October 1873 en thanajA
kapitein by de Pruisische garde-kurassiers.
Zyn moeder is een prinses van Schwarzburg.
Een zyner halve broeders is hertog Johann
Albert, het hoofd der Duitsche koloniale Ver-,
eeniging, die gehuwd is met een dochter van
wylen de groothertogin van Saksen-Weimar-
Eisenach (prinses Sophie).
Nu volgde een ontknoopbaar weefsel van
Bchuld on ellende, een trapsgewijze nedor-
zinkon in den afgrond, en het lot der jonge
vrouw aan de zyde van dezen man, wien
zy oer en rijkdom, woning en familie opge
offerd had, laat zich beter raden dan be-
schryven.
Allo hoop, dio hy aan haar bezit vastge
knoopt had, was nu immers verloren l Maar
ook nu verloochende zy haar karakter niet
en bleef aan de zyde van den m3n, wiens
vrouw zy nu eenmaal geworden was, zonder
een enkele maal by haar vader om hulp en
redding aan te kloppen. Zy wist ook, dat
het vergeefsche moeite zou zyn. Haar dood
zelfs bracht by dezen man goen verzooning.
Nu rustten zy en haar man reeds jaren in
het graf en met hen was ook dat ongelukkige
familiedrama begravon.
Een week was sedert de ter-aarde-be-
stolling van graaf Stoinrück verloopen. Graaf
Michaöl, die de voormalige kamers van zyn
neof bewoonde, bevond zich in het vertrek
met het hoekvenster 9n had zooeven bericht
ontvangen, dat de houtvester Wolfram, dien
hy op dit uur besteld had, aangekomen was.
Hy was nu in volle uniform, want het gold
een reis naar het naburige stadje, waar de
broeder van den vorst aangekomen was om
een gedenkfeest by te wonen. Natuurlyk had
men ook de notabelen uit den omtrek daarby
genoodigd, en de graaf van Steinrück kon
ftich aau dezo eerste officieels uitnoodiging
niet onttrekken, hoewel hy met het oog op
de begrafenis van zyn neef en den rouw der
familie reeds gemeld had, dat hy niet alle
feesteiykheden zou bywonen. Het uur voor
het vertrek was reeds bepaald, maar er bleef
nog tyd genoeg over voor een onderhoud
met den houtvester.
IV.
De graaf stond voor zyn schryftafel en nam
uit een der laden een fonkelend voorwerp, de
ster, het kenteeken van zyn hoogen rang on
die ryk met edelgesteenten omzet was. Juist,
toen hy zo vast wilde maken, bemerkte hy,
dat het lintje losgegaan was, en omdat
Wolfram reeds binnentrad, legde hy het
geopende doosje met het ordeteeken weer op
de schryftafel neer.
Ook de houtvester was heden in groot tenue
en in deze kleedy leek hy een statige ver-
schyning. Haar en baard waren thans in
orde gebracht en aan zyn jachtkostuum was
dezelfde zorg besteed. Ook scheen hy tegen
over zyn vroegeren heer en meester de
vormen niet geheel vergeten te zyn, want
hy bleef met oen eerbiedigen groet op den
drempel staan, tot de graaf hem een wenk
gaf, nader te komen.
„Zyt gy daar, Wolfram," sprak hy vrien-
dolyk, zich nog van de oude, vertrouweiyke
toespraak bedienend. „Ik heb u in langen
tyd niet gezien; hoe is het met u gegaan?"
„Heel goed, mynheer do graaf," antwoorddo
de houtvester, die in oen sty ve houding bleef
staan. „Ik heb goed mijn brood en mynheer
de graaf zaliger was ook tevreden over my.
Ik kom het heele jaar wel niet uit myn
wouden, maar daaraan ben ik gewend; men
moet zich ook &an de eenzaamheid gewennen."
„Gy hadt immers een vrouw; is zy niet
meer in leven?"
„Neen, vyf jaren geleden stierf zy, en
kinderen hebben wy nooit gehad. Men heeft
my wel eens aangeraden weder to trouwen,
maar daar had ik geen zin inWie myn
geschiedenis eens meegemaakt heeft, heeft
er genoeg van."
„Uw huweiyk was dus niet gelukkig?"
vroeg hem Steinrück, over wiens gelaat eon
vluchtig lachje gleed by dezo openhartige
uitspraak.
„Al naar men het nemen wil", sprak de
houtvester gemoedelyk. „Wy hebben het eigen
lijk altyd goed met elkander kunnen vinden,
getwist hebben wy wel is waar dagelyks,
maar dat behoort er by, en toen Michaöl er
by kwam, sloegen wy samen op hem los en
dan waren wy het weer eens."
De graaf hief driftig het hoofd op.
„Op wien hebt gy losgeslagen?"
„Nu ja dat was niet verstandig", bromde
Wolfram verlegen in zyn baard.
„Is er van den knaap sprake, die u toe
vertrouwd werd?"
De houtvester sloeg het oog neder voor den
toornigen blik, die hem trof, en verdedigde zich
„Het heeft hem niet geschaad, en het heeft
ook niet lang geduurd, want mynheer pastoor
van St.-Michaël verbood het ons, en toen
hebben wy het gelaten. Overigens heeft de
jongen de klappen ruimschoots vordiend."
Steinrück antwoordde niethy had het
immers geweten, dat de jongeling in ruwe
handen kwam, maar het inzicht, dat hy er
nu in kreeg, deed hem toch pynlyk aan, en
op vry barschen toon vroeg hy: „Hebt gy
uw pleegzoon meegebracht?"
„Jawel, mynheer de graaf, zooals gij het
bevolen hadt,''
„Laat hem dan binnen komen."
Wolfram ging, om Michaöl te roepen, die
in de voorkamer wachtte, terwyl de blik
van den graaf vol spanning op de deur ge
richt bleef, waardoor in het volgond oogen
blik zyn kleinzoon binnenkomen zou, het kind
zyner verstootene, zonder erbarming gerichte,
en toch eens zoo beminde dochter. Misschien
was de knaap het evenbeeld zyner moeder,
in elk geval zou hy wel eenige trekken van
haar hebben, en Steinrück wist zelf niet, of
hy deze gelijkenis vreesde of verlangde.
Daar giDg de deur open en Miehaël trad
aan de zyde van zjjn pleegvader binnen. Ook
hy had met het oog op dezo voorsteLling de
uiterste zorg aan 7.yn kleeding moeten be
steden, maar by hem hiolp dat weinig. Zyn
Zondagspak stond hem niet beter, en was,
hoewel nieuw, toch slecht van snit. Het dikke,
verwarde haar kon nu eenmaal niet glad
gekamd worden, en de weinige orde, die hy
er hedenmorgen met moeite ingebracht had,
was er onderweg weer lang uitgegaan. Het
hing even wild als altyd om het hoofd. Daar
bij was het duidolyk op zyn gelaat te lezen,
hoe schuw en onbeholpen hij zich hier gevoeldo.
Zyn lompe houding en moeilijke bewegingen
maakten zyn verschyning nog afstootenden
De graaf wierp een vluchtigon, scherpen
blik op den binnentredende, dan klemdo hy
met een uitdrukking van groote teleurstelling
de lippen op elkander. Dat was dus
Louise's zoonl
„Hier is Miehaël, mynheer de graaf,"
sprak Wolfram, terwyl hy den jongen op
vry onzachte wyzo voortschoof.
„Maak een buiging en bedank mynheer
den graaf, dat by zich uwer ontfermd en
voor u gezorgd heeft. Het is de eerst© &eer,
dat g(j uw weldoener to ~ea krygt."
Maar Miehaël maakte geen buiging en
sprak ook geen dank uit. Zyn oogen bleven
onafgebroken op den graaf gericht, die er in
zyn schitterende uniform indrukwekkend ge
noeg uitzag. Hy scheen by dezen aanblik al
het andere te vergeten.
„Nu, kunt gy niet praten?" vroeg Wolfram
ongeduldig. f
„Gy moet het hem maar niot kwaiyk
nemen, mynheer de graaf, hot is niets dan
domheid van hom. Hy doet thuis reeds
nauwelyks den mond open, en als hy veel
nieuws en vreemds ziet, zooals heden, dan
is hot heelemaal uit mot zyn beetje verstand."
Met een uitdrukking van duidelyken tegen
zin wendde Steinrück zich nu eindeiyk tot
den jongeling en zyn stem klonk koud en
gebiedend, toen hij vroeg:
„Heet gy Miehaël?"
„Ja," antwoordde deze blykbaar werk
tuiglijk.
Hy scheen nog altyd het oog niet los te
kunnen rukkon van de hooge gestalte en het t
gebiedende gelaat, dat zoo stroef en verachtelijk
op hem neerzag. Steinrück bemerkte de
grenzenlooze bewondering niet, die in deze
oogen laghjj zag slechts de droomerige
uitdrukking er in, en een dom, nieuwsgierig
aanstaren, dat hem ergerde.
„Hoe oud zljt gy?" ging by voort, op
denzolfden toon als zooeven.
„Achttien jaar."
„En wat hebt gy tot nu toe geleerd en
gedaan?"
Dezo vraag scheen Michaöl in verlegenheid
te brengen.
Hy zweog en zag den houtvester aan, die
dan ook voor hem het woord Dam.
(Wordt vervolgd.)