feze [Courant wordt dagelijks, met uitzondering
raii (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
De Telegrammen,
Feuilleton.
H\ 12389
Maandag 16 JTull.
'A\ 1900
PRIJS DEZER COURANT:
Franco por post
^Afzonderlijke Nommers
f i to.
2 1.40.
0.05.
15N-'
PRIJS DER ADVERTEHTIÊN:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
die wij in den loop van den dag ontvangen,
isullen ten onzen Bureele worden aangeplakt.
Bijzonder belangrijke zullen echter
dengenen, die getoond hebben daarin belang
j te stellen, worden bezorgd, ofschoon over de
f50 cents niet meer zal worden beschikt, daar
bepaald belangrijke berichten thans te weinig
voorkomen.
Leiden, 16 Jnli.
f
J)e uitslag dor overgangsexamens aan de
'HC^gere Burgerschool voor meisjes is als volgt
4do klasse, 15 leerlingen; onvoorw. bevor
derd 13, voorw. bevorderd 1, niet bevorderd 1.
3de klasse, 20 leerlingen; onvoorw. bevor
derd 17, voorw. 1; niet bevorderd 2.
2de klasse, 28 leerlingen; onvoorw. bevor
derd 20, voorw. 2, niet bevorderd 6.
lste klasse, 22 leerlingen; onvoorw. beyor-
doid 20, niet bevorderd 2.
Voor het toelatingsexamen hadden zich
aangemeld 30 leerlingen voor de lste klasse;
hiervan werden 25 onvoorwaardelijk toege
laten, on éón na herexamen.
Bovendien hadden zich twee vakleerlingen
voor do talen aangemeld, waarvan 1 werd
geplaatst in de 3de en 1 in de 2de klasse.
Het stoffelijk overschot van wijlen den
heer G. F. Alsche zal morgenochtend, Dinsdag,
op do begraafplaats aan de Groenesteeg worden
ter aarde besteld. De lijkstaatsie zal daartoe
om halftwaalf het sterfhuis, aan den Stations-
wog, verlaten.
Het Rijks Ethnographisch Museum te
Leiden heeft van den heer A. Dattan, te Wladi-
,wostock, ten geschenke ontvangen een be
langrijke verzameling voorwerpen, afkomstig
van de Noord-Aziatische volksstammen Gil-
jaken en Orotschonen.
Bij Koninklijk besluit van 21 Juni 1900 is
aan den heer A. Dattan toegekend do zilveren
eerepenning als blyk van waardeering zijner
belangstelling in 'sRyks Wetenschappelijke
en Kunstverzamelingen.
By de heden alhier gehouden openbare
^orkocping van cokes bij partijen v$n 10 en
'5 H.L. waren de hoogste prijzèn' f 7:80 en
i/* 3.90de laagste ƒ7.70 en f 3.85.
B. en W8. van Amsterdam dragen ter
benoeming van tijdelijke leeraren by het M. O.
voor de heeren A. J. M. Garjeanne, aldaar, en
P. M. Keer, te Leiden.
Aan het „Hbl." wordt medegedeeld, dat
H. M. de Koningin het voornemen heeft op
'eenige botters over te stappen en het bedrijf
.gade te slaan by gelegenheid van de revue
der visscheravloot op de Zuiderzee, op Vrijdag
|3 Augustus a. s. Een feit althans is het, dat
ivisschers van Zuiderzee-dorpen bericht ont
vingen, dat de maat hunner schepen diende
'bekend te zijn aan de Marinewerf te Am-
•terdam.
Zeor zeker zal dit Koninklijke bezoek indruk
maken en de feestelijkheid verhoogen.
Aan het Staats-examen tot toelating aan
do universiteit namen van 12 tot 14 Juli
deel 9 candidaten voor de faculteiten der
geneeskunde, enz. Toegelaten zyn 4 candidaten,
te weten de heeren: J. Du Saar en P. II. Van
Rooyeu, en de dames: M. E. Westerveld on
G. C. Van Voorthuysen. Gedurende den loop
van het examen trok zich éón candidaat
terug. Eet examen wordt voortgezet met 3
candidaten.
Aan het examen voor de faculteiten der
godgeleerdheid namen 7 candidaten deel. Toe
gelaten zjjn 4 candidaten, de heeren: P. J.
Bortel, J. H. J. Simons en J. F. M. Strater
en mej. A. A. Henny.
Op 3 November zal professor dr. J. M.
Van Bemmelon en op 16 December professor
dr. C. P. Tiele den 70-jarigen leeftijd hebben
bereikt.
Te Apeldoorn is overleden do heer
D. C. L. Neelmeyer, oud-directeur der school
van Koning Willem III en Koningin Emma
aldaar.
Op 1 Augustus a. s. zal op een schaduw
rijke weide in de nabijheid van Zieriksee
een zendingsfeest veor Schouwen en Duivelend
gevierd worden. Ds. De Groot, van Zoeter-
woudo, behoort tot de sprekers.
Koningin Wilhelmina heeft aan het Rus
sische 5de regiment grenadiers te Kiëf, waar
van koning Willem III gedurende 56 jaar
chef is geweest, by het 200-jarig bestaan van
het regiment een portret van haarzelve, van
koningin Emma en van koning Willem IH
geschonken.
Het stoomschip „Gedé", van Rotterdam
naar Java, passeerde 14 Juli Kaap del Armi;
de „Kronprinz" (uitreis) vertrok 13 Juli van
Lissabon; de „Pomona" arriveerde 13 Juli
van Amsterdam te Hamburg; de „Prins
Hendrik", van Amsterdam naar Batavia, pas
seerde 14 Juli Gibraltar; de „Sommerfeld"
arriveerde 15 Juli van Batavia te Amsterdam
de „Chemnitz" vertrok 13 Juli van Makassar
naar Amsterdam; do „Java," van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 15 Juli te Port-Said;
de „Koningin Wilhelmina," van Batavia naar
Amsterdam, arriveerde 15 Juli te Suez; de
„Koning Willem II," van Batavia naar Am
sterdam, vertrok 13 Juli van Padang; de
„Lombok," van Amsterdam naar Batavia, pas
seerde 15 Juli Dungeness; de „Oranje-Nassau"
vertrok 15 Juli van Amsterdam naar Suriname;
de „Prins Alexander," van Batavia naar Am
sterdam, passeerde 15 Juli Kaap Roca; de
„Rotterdam," van Rotterdam naar Nieuw-York,
passeerde 14 Juli Lizard; de „Statendam"
vertrok 14 Juli van Nieuw-York naar Rotter
dam; de „Teucer," van Batavia naar Amster
dam, arriveerde 14 Juli te Suez.
Koudekerk. Dat men, door duisternis
misleid, van jh'efc rechte pad afdwalen en'te
water gerakeri kan, is volkomen begrypelyk;1
doch dat op klaarlichten dag, zonder opzette
lijke bedoeling, dus by vergissing, iemand
stapt van den vasten weg in een diepe sloot,
zal menigeen zeker raadselachtig voorkomen.
En toch heeft gepasseerden Zaterdag zich hier
zoodanig geval voorgedaan. Maar dan was
zoo iemand blind, zal men zeggen; toch niot;
dan verkeerde hy in extase of was hy zoo
in gedachten verdiept, dat de geest niet
merkte, wat het lichaam deed. Hoe het zy,
do kennismaking met het koele water riep
hem nog niet tot de werkelykheid terug; de
vreemde gewaarwordingen doden hem de
tramontanen totaal verliezen; zyn weg door
het water vervolgende, kwam hy eerst aan
de overzyde tot helderheid. Eenige in do
nabyheid arbeidende mannon kwamen zich
met het gebeurde op de hoogte stellen; men
hoorde een homerisch gelach.
Noord wijk. Hot was een schoone, warme
zomerdag, doch van de hooge temperatuur was
weinig te bespeuren in de frissche koele zaal
van het badhotel „Konynonburg" waar j.l.
Zaterdag de 15de vergadering dor vereeniging
van ondorwyzers en onderwyzeressen in het
arrondissement Leiden gehouden werd. Het
was een aardige attentie van den heer W. Van
Konynonburg, al die fraaie bloementuiltjes op
de tafels, voor de vergaderden bestemd. En
dit waren er ±110, onder welke een
twintigtal dames onderwijzeressen. De ver
gadering werd mede bygewoond door den
heer E. De Groot, gemeente-secretaris van
Noordwyk, als vertegenwoordiger van B. en
Ws., wien door den voorzitter het welkom
werd toegeroepen. Tot aller leedwezen had
de voorzitter-schoolopziener, Jhr. mr. J. Bee-
laorts van Blokland, per telegram medege
deeld, dat hy wegens ongesteldheid de ver
gadering niet zou kunnen by wonen. Deze werd
nu geleid door den heer J.. Wuyster, van
Leiden, doch alvorens de gewone werkzaam
heden een aanvang namen, werd op voorstel van
den heer Corbeau, van Zoeterwoude, een draad-
bericht, met betuiging van sympathie en
wenschen voor een spoedig h'èrstel, aan den
heer B'eolaerts gezonden. De agenda, wat de
punten van huishoudelykon aard betreft, was
spoedig afgedaan. De rekening enz. van den
penningmeester sloot met een batig saldo van
f 212.685, waarby de heer N. Brouwer, van
Leiden, rapporteur der commissie van nazien,
den wensch uitte, dat er oen commissie mocht
worden benoemd om bygelegenheid van het
15-jarig bestaan der vereeniging defeestelyke
herdenking daarvan voor te bereiden, ovenals
zulks by do vorige lustra geschied is. Deze
wensch, onderstreept door het applaus der
vergadering, zal aan den voorzitter worden
overgebracht
In de vacatures van de periodiek aftredende
bestuursleden H. B. J. Haanappol, van Noord
wyk, en H. Weiland, van Katwyk, werden
gekozen de heeren J. H. J. Kuypers, van
Leiden, met 47 stemmen (tegen 19 op den
heer F. Litjens, van Hillegom), en J. G. Vrees-
wyk, van Rynsburg, met 55 stemmen (tegen
15 op den heer M. Van Wyk, van Leiden).
Daar de candidaten voor de vacature-N. Van
der Walle, van Leiden, beiden verklaard haddon
een evontueelo benoeming niet te kunnen
aannemen, werd na eenige discussie, op voor
stel van den heer J. A. Van Dyk, van Leiden,
besloten, de vacature eon jaar; te doen voort
bestaan, dus de aanvulling van hot bestuur
tot de volgende jaarvergadering uit te stellen.
Als plaats daarvoor werd met 51 stemmen
aangewezen „Zomerzorg" (Hillegom verkreeg.
23 stemmen).
De hoofdschotel der byeenkomst was de
lezing van den heerW. Koops, van Leiden,
over Schoolwandelingen (reeds in resumé door
ons medegedeeld), een degelijke studie over
dit even actueel als aantrekkeiyk onderwerp,
die door de aanwezigen mot belangstelling
werd aangehoord. Terwyl de spreker eerst
het meer theoretische gedeelte behandelde,
besprak hy na de pauze de schoolwandeliugen
in de practyk, toegepast op verschillende
vakken van het lager onderwys. Een aan
gename afwisseling bood hot heerlyke gezang
van de vier Leidsche heeren Van der Hoeven,
Horróe, Hofsteenge en Christiaance, by den
aanvang der vergadering en na de pauze ten
gehoore gebracht. (Do titels der liederen
hebben we in ons vorig nommer vermeld).
Uit <lo „Staatscourant."
Koninklijke besluiten. Benoemd tot ont
vanger der registratie voor de gerechtelijke en
administratieve akten en der domeinen te Middel
burg J. Ropelius, thans ontvanger der registratie
en domeinen to Reenentot ontvanger der
registratie en domeinen te Meersen K. J. W.
Kempers, thans in gelijke betrekking te Nijkerk;
tot ontvanger der registratie en domeinen te
Venloo F. W. Swane, thans in gelijke betrekking
te Horst.
Benoemd: de op zijn verzoek eervol uit den
militairen dienst ontslagen eerste luitenant C. Spat,
met ingang van 17 Juli voor den tijd van vyf
jaren tot reserve-eerste-luitenant bij het wapen
der infanterie, en wel bij het 6de rog. infanterie;
voor den tijd van vijf jaren, gerekend van 2 Juni
1900, by het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht, tot reserve-officier van
gezondheid der 2do klasse, de heer H. E. G. Ter
Braak, arte.
Toestemming verleend: aan H. W. J.Royaards,
burgemeester van IJselstein, om tot 26 September
1900 te Jutfaas te wonon; en aau G. Van Alewijk,
ontvanger van Abcoude-Proostdij, om tot 1 Nov.
1901 to Abcoude-Baambrnggo te wonen.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal op Donderdag 19 Juli niet plaats hebben.
TWEEDE KAMER,
Adres van den gepens. verificateur 2de kL
O. L. Kok, over zijn ontslag uit
's lands dienst.
Inlichtingen gevende op dit adres, meldt de
minister van koloniën by nota van inlichtin
gen, dat de requestrant by besluit van den
gouverneur-generaal van N.-I. van 2 Juli 1897
uit 's lands dienst ontslagen werd, met be
paling, dat nader zou worden beslist of dat
ontslag al dan niot eervol zou worden be
schouwd, en zulks als gevolg van de uitkom
sten van een administratief onderzoek, inge
steld naar onregelmatigheden, die by do
heffing van invoerrechten aan het tolkantoor
te Tandjong-Priok (Batavia) hadden plaats
gehad.
Bij besluit van den G.-G. van 25 Aug. 1898
word bepaald, dat het aan requestrant ver
leend ontslag als eervol to beschouwen was,
en daarna is hij gepensionneerd. Dienaangaande
heeft hy niets te roclameeron; hy verkeerde
reeds by na 4 jaren in de periode, dat do
Regeering hem „wegens volbrachten dionst-
tyd" op pensioen stellen kan.
Middelbaar onderwijs.
Een wetsontwerp is ingediend tot wyziging
en aanvulling van art. 77 der wet tot regeling
van het middolbaar onderwys.
De programma's voor do examens ter ver-
kryging van een akte voor het teekenon
eischen na de wyziging van 1885 wederom
aanvulling, daar do omstandigheden zyn ge-
wyzigd en de programma's in geenen deele
meer gezegd kunnen worden to passeri aan
do tegenwoordigebehoefte. Door de vlucht,
dio hot vakojndorwjjs in de latere jaren go-
nomen heeft, is er langzamerhand naast de
in de wet tot regeling van het middelbaar
onderwys bedoelde teekenleeraren, die aan
burgerscholen en hoogere burgerscholen onder
wys te geven zullen hebben, een nieuwe
categorie van teekenleeraren ontstaan, namelyk
de vakteekenleeraren, die het vak teekenen
op ambachts-, industrie- en teekenscholen
moeten doceeren. Voor hen strekt de voor
gedragen splitsing.
Gemengd Nieuws.
Het driejarig dochtertje van
den 8tadswerkman B. geraakte gistermiddag
to ongeveer drie uren in de sloot aan de
Kooilaan.
Hoewel de sloot niet diep en er toe
schouwers genoeg waren, duurde het toch
nogal eenigen tyd voor het kind gered werd,
ofschoon pogingen daartoe, door het toesteken
van stokken, enz., wel werden aangewend,
doch vergeefs.
Eindeiyk verscheen zekero H. v. T., die
zich gekleed te water begaf en het kind in
bewusteloozen toestand redde. Een tweetal
inmiddels verschenen politieagenten pasten
daarop, mot goeden uitslag, de verschillende
bewegingen toe tot het opwekken der lovens*
geesten.
Eenige gewaarschuwde doctoren waren
spoedig ter plaatse aanwezig en verleenden
hulp, zoodat het kind gelukkig behouden bleef.
Volgons een hier ter stede ont-
vangen particulier schry ven zyn van de man
schappen, die 11. Vrydag van hier naar Let
schietkamp de Harskamp vertrokken, op weg
van Ede naar genoemd kamp ongeveer 200
infanteristen door hitte en vermoeienis op
den weg flauw gevallen.
Heden is door de rechtbank te
's-Gravenhage veroordeeld de persoon H. P.
S., visscher te Leiden, tot 3 maanden gevan
genisstraf, wegens bedreiging van den Ryks-
veldwachter R. v. d. Meyden in den nacht
van 1 op 2 Mei in een polder te Voorschoten.
Aan een schry ven, dd. Dieppe
13 Juli, van den heer Mulié, die van Leiden
met zyn reddingboot-pleiziervaartuig naar
Parys vertrok, is het volgende ontleend:
Eindelyk vind ik de gelegenheid even te
schry ven, hoewel er werkelyk haast geen ge-,
legenheid is, vooreerst door het over spattende
water of door het wegwaaien van het papier,
dat dan nu ook vastgehouden wordt door
sleutels, mes en andere voorwerpen.
In hot begin is erg getobd te Vlissingen
met het herstellen van gescheurde zeilen, het
vernieuwen en verzwaren van de touwen en
het breken van ijzerwerk door het ruwe
weder, dat wy in den nacht van 29 op 30
Juni gehad hebben.
Dinsdag daaropvolgende waren de repa-
ratiën volbracht on besloten wy den volgenden
morgen (4 Juli) te negen uren onder zeil te
gaan. Een harde, sterke bries was onze be
looning. Te één uur kwamen wy te Ostcnde,
dus buitengewoon vlug de berekening is
zes uren. To Ostende ook weder oponthoud
door storm uit het West en ZW. zoodat wy
teruggeslagen werden en niet konden varen.
Dos Maandags vertrokken wy met erg woelige,
holle zee, later regen en wind, wy schoton
niet op, zoodat wy na veel tobbens te
Nieuport kwamen.
Yan daar naar Duinkerken weder slecht
weer. Tegen negen uren des avonds kwamen
wy na lang worstelen to Duinkerken.
Wy-wachtten ,don, ochtendstond af, doch te
twee. uren, iriot de obbe, zaten wy met een
koker op een paal. Do wacht riep alle hens
aan dek en na veel krachtige inspanning
kwamen wy vry.
Tot zoover ging het niet voor den wind— -
doch nu ging het beter. Een prachtige, harde
bries Z.Z.O. bracht ons spoedig te Calais,
en na te Calais water ingenomen te hebben,
vertrokken wy te twaalf uren naar Boulogne,
alwaar wy te zes uren ongeveer aankwamen
om eerst nog eens kennis te maken met
een onaangenaam incident.
Op 500 meter van de kust kwamen wy
aan de oostzyde op rotsen en bleven vast
zitten, tot wy met behulp van eenige lui, die
ongevraagd aan boord kwamen, vlot waren.
Wy waren te 9 uren in de haven. Wy ver
trouwden evenwel die brave menschen niet,
gingen niet naar kooi en jawel, te één uur
kwamen er nog een paar zien of wy wel
goed naar bed waren gegaan. Het afsnijden
van touwwerk had anders zonder twyfel
plaats gehad. Wy vertrokken om twee uren
met een prachtigen wind en te zes uren
waren wy te Etaplis.
Wy hebben een lek in de boot gekregen
op do rots, maar het hinderdó niot; dat zullen
wy, als wy thuis zyn, wel laten maken als
er wat veel in komt, loopt hot wog.
VERBROEDERING.
27)
XV.
In tegenstelling met de vroolyko bedrijvig
heid der laatste dagen, heerschte op het slot
Ladonchamps een schier plechtige stilte. De
gasten, ook de oude vriend van den markies,
de hoer De la Croix, waren vertrokkenkolonel
en mevrouw De Marange waren daags na
het diner in alle vroegte naar Hauconcourt
teruggereden, nadat zy reeds 's avonds vóór
hun vertrok van den markies en Clarissa
afscheid hadden genomen; en kapitein De
Marange had zich in zyn vry gezellen woning
te Motz, op de Place de la Chambre, thans
'Kammerplatz, teruggetrokken. De vermoeienis
sen der laatste dagen hadden den markies
©enigszins aangegrepen; hy bleef in zyn kamer,
zoodat Clarissa geheel alleen aan zichzelve was
overgelaten.
De eenzaamheid, de stilte van het herfst
achtige park, dat door droefgeestige nevel
wolken omsluierd werd, deden hot jonge
meisje buitengewoon goed. Zy achtto zich in
haar edelste, reinste gevoelens ten diepste
gekwetst, want mevrouw De Marange had
haar medegedeeld, dat zy genoodzaakt was
geweest, mademoiselle Margot op staanden
voet te ontslaan, omdat zy met luitenant Yon
Holten een heimelijke minnary gehouden had.
Clarissa kon het niet gelooven. Zy kon niet
aannemen, dat Koenraad Yon Holten haar
'op zoo'n ongehoorde wyze misleid had, dat
(hy 'snacht8 in het geheim samenkomsten
W&L dat_ meisje hield, terwyl Jby weinige uren
later tot haar van liefde en trouw sprak.
Eerst toon mevrouw Do Marange haar den
brief van Margarethe toonde on met over
tuiging staande hield, dat Eugène dien brief
in de kamor van Von Holten gevonden en
ook Margot en den luitenant by elkander
gezien had, eerst onder het overstelpend
gewicht van deze bewyzen moest Clarissa
den stryd voor de rechtschapenheid van den
geliefde opgeven.
Een vreeselyken nacht had zij doorgebracht.
Slapeloos had zy in haar kamer op en neer
geloopen, nu eens wanhopig in tranen uit
barstend, dan weer zich weerspannig verzet
tend togen do waarheid van de mededeelingen
harer tante, ze als laster, als misverstand
brandmerkende. Eindelyk, togen den morgen,
vond zy haar rust, haar fierheid terug. De
meisjesachtige reinheid van haar wezen, de
maagdelijke schuchterheid en toch echt
vrouweiyke toewyding, de schelmscho leven
digheid, het opgeruimde humeur, al de eigen
schappen, die do bekoorlykheid barer ver-
schyning uitmaakten, waren in dezen éónon
nacht geknakt en vernietigd, goiyk door een
ruwe nachtvorst do bloesems dor lente.
Trotsch en ongenaakbaar was haar wezen
geworden. Zy had afgerekend met hot geluk,
dat slechts éénmaal met vluchtigen kus haar
voorhoofd had aangeraakt; zy geloofde niet
meer aan een geluk, waaraan zy zich metal
de levendigheid van haar gevoel had over
gegeven en waarvoor zy bereid was geweest
tot het uiterste te stryden. Do ontgoocheling
was des te sterker voor haar, daar zy zich.
tegen het geluk, tegen de liefde verzet had,
wel inziende, dat haar liefde voor een Duitsch
officier niet alleen al haar bekenden, doch ook
haar naasten bloedverwanten onbegrypelyk zou
voorkomen, Toch had do Jiefdo haar hart
ingenomen en nu, nu lag haar geluk, haar
liefde verbryzold aan haar voeten en met
hoonend gelach zegevierden diegenen, die haar
om haar liefde beschimpt zouden hebben.
By het gevoel dier ontgoocheling kwam het
gevoel eener diepe schaamte, dat zy aan doze
liefde voor den valschen man had kunnen
toegeven. Zy wenschte, dat zy nog heden
Ladonchamps kon verlaten; zy wilde nooit
meer hier terugkeeren, waar haar de diepste
vernedering, do bitterste teleurstelling be
schoren was geworden. Zy nam zich voor
haar grootvader te verzoeken, zoo spoedig
mogelyk van Ladonchamps te vertrekkon en
met haar naar Nancy of liever nog naar Parys
terug te keeren. Het toeval was haar gunstig.
Toen tegen den middag de zon met zachte
stralen door de nevelsluiers brak, kwam de
markies in het park, dat Clarissa sedert uren
rusteloos doorkruiste. Als zy in het slot wilde
terugkeeren, ontmoette zy haar grootvader, die
haar vriondeiyk glimlachend do hand toestak.
„Nu zyn wy weer alleen, lieve Clarissa,"
sprak hy, haar hand door zyn arm trekkend
en met haar naar eon rustig plekje gaande,
„en ik geloof, dat wy vorder dezen winter
alleen biyven, mot uitzondering van het
Kerstfeest, waarop de familie wel weer hior
byeen zal komen. Ik voel, dat ik oud word!
Geen wonder, nietwaar, mijn lieve Clarissa,
bij myn tachtig jaren 1" voegde hy er glim
lachend by.
„Gy draagt uw ouderdom met bewonderens
waardige frischheid, grootpapal" antwoordde
Clarissa vriendeiyk. „Men geeft u niet meer
dan zestig jaar."
„Kleine vleister! Maar ook gy schynt
afgemat en vermoeid te zyn, myn kind. Uw
oogen staan bedroefd; uw wangoa zyn
bleek Scheelt u iets, kindgj
„Neen, my scheelt niets I Alleen, groot
vader, oprecht gezegd, ik vrees wel ©enigszins
voor de eenzaamheid van den naderenden
winter op Ladonchamps."
Yerraat zag de markies haar aan.
„Vreest gy voor do eenzaamheid? Wat
spreekt go vreemd I Vroeger haaktet ge naar
deze landelyke eenzaamheid, ja, nog vóór
enkele dagen verzocht ge my, met my dezon
winter op Ladonchamps door te brengen."
Clarissa stond op. „Myn meening is in dat
opzicht veranderd. By oen meisje niet zoo
verwonderiyk, als, als zelfs de mannen van
veranderiykheid houden."
„Wat beteekenen die bittere, dwaze woor
den, Clarissa?"
„Nu dan, ik wilde u verzoeken, met my
dezen wintor in Parys door to brengen; ik
moet beweging, leven om my hoon zion: ik
verstik hiorl"
Ook do raarkio3 stond op en sloeg Clarissa
zwijgend gade. Toon antwoordde hy, terwyl
een vluchtig schelmsch glimlachje zyn aan
gezicht verhelderde: „Staat het aldus met
mijn kleine Clarissa? Is de liefde uw hartje
binnengeslopen
„Grootvader l"
„O, myn kind, myn oude oogen zien nog
scherp genoeg, en ik ken het leven. Wanneer
een jong meisje haar vroo.lyk humeur verliest,
wanneer zy niet goed weet, wat zy beginnen
moet, wanneer zij geen smaak moer heeftin
haar vroegere vermaken, dan is de liefde in
het spel. En dan, Clarissa, sinds die manoeu
vredag, toen een jonge, knappe officier je van
oen wissen ondergang redde, sinds dien dag
ben je een andere geworden. Het is waar,
hy is een Duitscher, en ik had wel gewenscht,
dat ge een andere keus hadt kunnen treffen,
maar als ge gelukkig wordt.
„Grootvader, ik bid n, geen woord meer
over dien officier l Ik donk er niet aan, hem
te beminnenik veracht hem
„Maar, myn kind.
„Een man, die heimelyk samenkomsten
houdt met een meisje, oen dionsLbaro in hot
huis, waar hy als gast vertoeft, zoo'n man
kan ik niet achten!"
„En heeft luitenant Yon nolton dat gedaan?!"
„Gy weet misschien nog niet, dat tante
Josópliino do gouvernante van Madeleine
plotseling ontslagen heeft?"
„Daarvan is my niets bekend."
„Dan heeft men u die ergorifike aangelegen
heid willen besparen. Mademoiselle Margot
heeft dezon nacht Ladonchamps verlaten,
heimelyk verlaten mag men wel zoggen,
nadat haar de dienst was opgezegd geworden.
Daarmede heeft zy zolve eon bowya van baar
schuld gegeven, als dat nog noodig was. Zoe
zy zich onschuldig govoeldo, kon zy zich
verdedigen, opholdeiing geven. Ge ziet, groot
vader, dat uw onderstelling, ais zou ik dien
Duitschen officier beminnen, volkomen op een
dwaling berust."
„Ik kan het niet gelooven."
„Daar komt kapitein Do Marange aan. Hjj
zal u allo gowenschto inlichtingen kunnen
geven. Mljzolve zult gy thans wel willon
verontschuldigen."
Met fier opgeheven hoofd schreed zy haastig
op hot slot toe, don eerbiedigen groet de»
kapiteins slechts vluchtig beantwoordend.
Verbaasd staarde de markios baar na.
Eugène Do Marange naderde inmiddels met
een licht glimlachje op het gebruinde militaire
gelaat.
iWordt toRWtytf)