feze [Courant wordt dagelijks, met uitzondering raii (Zon- en feestdagen, uitgegeven. De Telegrammen, Feuilleton. H\ 12389 Maandag 16 JTull. 'A\ 1900 PRIJS DEZER COURANT: Franco por post ^Afzonderlijke Nommers f i to. 2 1.40. 0.05. 15N-' PRIJS DER ADVERTEHTIÊN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. die wij in den loop van den dag ontvangen, isullen ten onzen Bureele worden aangeplakt. Bijzonder belangrijke zullen echter dengenen, die getoond hebben daarin belang j te stellen, worden bezorgd, ofschoon over de f50 cents niet meer zal worden beschikt, daar bepaald belangrijke berichten thans te weinig voorkomen. Leiden, 16 Jnli. f J)e uitslag dor overgangsexamens aan de 'HC^gere Burgerschool voor meisjes is als volgt 4do klasse, 15 leerlingen; onvoorw. bevor derd 13, voorw. bevorderd 1, niet bevorderd 1. 3de klasse, 20 leerlingen; onvoorw. bevor derd 17, voorw. 1; niet bevorderd 2. 2de klasse, 28 leerlingen; onvoorw. bevor derd 20, voorw. 2, niet bevorderd 6. lste klasse, 22 leerlingen; onvoorw. beyor- doid 20, niet bevorderd 2. Voor het toelatingsexamen hadden zich aangemeld 30 leerlingen voor de lste klasse; hiervan werden 25 onvoorwaardelijk toege laten, on éón na herexamen. Bovendien hadden zich twee vakleerlingen voor do talen aangemeld, waarvan 1 werd geplaatst in de 3de en 1 in de 2de klasse. Het stoffelijk overschot van wijlen den heer G. F. Alsche zal morgenochtend, Dinsdag, op do begraafplaats aan de Groenesteeg worden ter aarde besteld. De lijkstaatsie zal daartoe om halftwaalf het sterfhuis, aan den Stations- wog, verlaten. Het Rijks Ethnographisch Museum te Leiden heeft van den heer A. Dattan, te Wladi- ,wostock, ten geschenke ontvangen een be langrijke verzameling voorwerpen, afkomstig van de Noord-Aziatische volksstammen Gil- jaken en Orotschonen. Bij Koninklijk besluit van 21 Juni 1900 is aan den heer A. Dattan toegekend do zilveren eerepenning als blyk van waardeering zijner belangstelling in 'sRyks Wetenschappelijke en Kunstverzamelingen. By de heden alhier gehouden openbare ^orkocping van cokes bij partijen v$n 10 en '5 H.L. waren de hoogste prijzèn' f 7:80 en i/* 3.90de laagste ƒ7.70 en f 3.85. B. en W8. van Amsterdam dragen ter benoeming van tijdelijke leeraren by het M. O. voor de heeren A. J. M. Garjeanne, aldaar, en P. M. Keer, te Leiden. Aan het „Hbl." wordt medegedeeld, dat H. M. de Koningin het voornemen heeft op 'eenige botters over te stappen en het bedrijf .gade te slaan by gelegenheid van de revue der visscheravloot op de Zuiderzee, op Vrijdag |3 Augustus a. s. Een feit althans is het, dat ivisschers van Zuiderzee-dorpen bericht ont vingen, dat de maat hunner schepen diende 'bekend te zijn aan de Marinewerf te Am- •terdam. Zeor zeker zal dit Koninklijke bezoek indruk maken en de feestelijkheid verhoogen. Aan het Staats-examen tot toelating aan do universiteit namen van 12 tot 14 Juli deel 9 candidaten voor de faculteiten der geneeskunde, enz. Toegelaten zyn 4 candidaten, te weten de heeren: J. Du Saar en P. II. Van Rooyeu, en de dames: M. E. Westerveld on G. C. Van Voorthuysen. Gedurende den loop van het examen trok zich éón candidaat terug. Eet examen wordt voortgezet met 3 candidaten. Aan het examen voor de faculteiten der godgeleerdheid namen 7 candidaten deel. Toe gelaten zjjn 4 candidaten, de heeren: P. J. Bortel, J. H. J. Simons en J. F. M. Strater en mej. A. A. Henny. Op 3 November zal professor dr. J. M. Van Bemmelon en op 16 December professor dr. C. P. Tiele den 70-jarigen leeftijd hebben bereikt. Te Apeldoorn is overleden do heer D. C. L. Neelmeyer, oud-directeur der school van Koning Willem III en Koningin Emma aldaar. Op 1 Augustus a. s. zal op een schaduw rijke weide in de nabijheid van Zieriksee een zendingsfeest veor Schouwen en Duivelend gevierd worden. Ds. De Groot, van Zoeter- woudo, behoort tot de sprekers. Koningin Wilhelmina heeft aan het Rus sische 5de regiment grenadiers te Kiëf, waar van koning Willem III gedurende 56 jaar chef is geweest, by het 200-jarig bestaan van het regiment een portret van haarzelve, van koningin Emma en van koning Willem IH geschonken. Het stoomschip „Gedé", van Rotterdam naar Java, passeerde 14 Juli Kaap del Armi; de „Kronprinz" (uitreis) vertrok 13 Juli van Lissabon; de „Pomona" arriveerde 13 Juli van Amsterdam te Hamburg; de „Prins Hendrik", van Amsterdam naar Batavia, pas seerde 14 Juli Gibraltar; de „Sommerfeld" arriveerde 15 Juli van Batavia te Amsterdam de „Chemnitz" vertrok 13 Juli van Makassar naar Amsterdam; do „Java," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 15 Juli te Port-Said; de „Koningin Wilhelmina," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 15 Juli te Suez; de „Koning Willem II," van Batavia naar Am sterdam, vertrok 13 Juli van Padang; de „Lombok," van Amsterdam naar Batavia, pas seerde 15 Juli Dungeness; de „Oranje-Nassau" vertrok 15 Juli van Amsterdam naar Suriname; de „Prins Alexander," van Batavia naar Am sterdam, passeerde 15 Juli Kaap Roca; de „Rotterdam," van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 14 Juli Lizard; de „Statendam" vertrok 14 Juli van Nieuw-York naar Rotter dam; de „Teucer," van Batavia naar Amster dam, arriveerde 14 Juli te Suez. Koudekerk. Dat men, door duisternis misleid, van jh'efc rechte pad afdwalen en'te water gerakeri kan, is volkomen begrypelyk;1 doch dat op klaarlichten dag, zonder opzette lijke bedoeling, dus by vergissing, iemand stapt van den vasten weg in een diepe sloot, zal menigeen zeker raadselachtig voorkomen. En toch heeft gepasseerden Zaterdag zich hier zoodanig geval voorgedaan. Maar dan was zoo iemand blind, zal men zeggen; toch niot; dan verkeerde hy in extase of was hy zoo in gedachten verdiept, dat de geest niet merkte, wat het lichaam deed. Hoe het zy, do kennismaking met het koele water riep hem nog niet tot de werkelykheid terug; de vreemde gewaarwordingen doden hem de tramontanen totaal verliezen; zyn weg door het water vervolgende, kwam hy eerst aan de overzyde tot helderheid. Eenige in do nabyheid arbeidende mannon kwamen zich met het gebeurde op de hoogte stellen; men hoorde een homerisch gelach. Noord wijk. Hot was een schoone, warme zomerdag, doch van de hooge temperatuur was weinig te bespeuren in de frissche koele zaal van het badhotel „Konynonburg" waar j.l. Zaterdag de 15de vergadering dor vereeniging van ondorwyzers en onderwyzeressen in het arrondissement Leiden gehouden werd. Het was een aardige attentie van den heer W. Van Konynonburg, al die fraaie bloementuiltjes op de tafels, voor de vergaderden bestemd. En dit waren er ±110, onder welke een twintigtal dames onderwijzeressen. De ver gadering werd mede bygewoond door den heer E. De Groot, gemeente-secretaris van Noordwyk, als vertegenwoordiger van B. en Ws., wien door den voorzitter het welkom werd toegeroepen. Tot aller leedwezen had de voorzitter-schoolopziener, Jhr. mr. J. Bee- laorts van Blokland, per telegram medege deeld, dat hy wegens ongesteldheid de ver gadering niet zou kunnen by wonen. Deze werd nu geleid door den heer J.. Wuyster, van Leiden, doch alvorens de gewone werkzaam heden een aanvang namen, werd op voorstel van den heer Corbeau, van Zoeterwoude, een draad- bericht, met betuiging van sympathie en wenschen voor een spoedig h'èrstel, aan den heer B'eolaerts gezonden. De agenda, wat de punten van huishoudelykon aard betreft, was spoedig afgedaan. De rekening enz. van den penningmeester sloot met een batig saldo van f 212.685, waarby de heer N. Brouwer, van Leiden, rapporteur der commissie van nazien, den wensch uitte, dat er oen commissie mocht worden benoemd om bygelegenheid van het 15-jarig bestaan der vereeniging defeestelyke herdenking daarvan voor te bereiden, ovenals zulks by do vorige lustra geschied is. Deze wensch, onderstreept door het applaus der vergadering, zal aan den voorzitter worden overgebracht In de vacatures van de periodiek aftredende bestuursleden H. B. J. Haanappol, van Noord wyk, en H. Weiland, van Katwyk, werden gekozen de heeren J. H. J. Kuypers, van Leiden, met 47 stemmen (tegen 19 op den heer F. Litjens, van Hillegom), en J. G. Vrees- wyk, van Rynsburg, met 55 stemmen (tegen 15 op den heer M. Van Wyk, van Leiden). Daar de candidaten voor de vacature-N. Van der Walle, van Leiden, beiden verklaard haddon een evontueelo benoeming niet te kunnen aannemen, werd na eenige discussie, op voor stel van den heer J. A. Van Dyk, van Leiden, besloten, de vacature eon jaar; te doen voort bestaan, dus de aanvulling van hot bestuur tot de volgende jaarvergadering uit te stellen. Als plaats daarvoor werd met 51 stemmen aangewezen „Zomerzorg" (Hillegom verkreeg. 23 stemmen). De hoofdschotel der byeenkomst was de lezing van den heerW. Koops, van Leiden, over Schoolwandelingen (reeds in resumé door ons medegedeeld), een degelijke studie over dit even actueel als aantrekkeiyk onderwerp, die door de aanwezigen mot belangstelling werd aangehoord. Terwyl de spreker eerst het meer theoretische gedeelte behandelde, besprak hy na de pauze de schoolwandeliugen in de practyk, toegepast op verschillende vakken van het lager onderwys. Een aan gename afwisseling bood hot heerlyke gezang van de vier Leidsche heeren Van der Hoeven, Horróe, Hofsteenge en Christiaance, by den aanvang der vergadering en na de pauze ten gehoore gebracht. (Do titels der liederen hebben we in ons vorig nommer vermeld). Uit <lo „Staatscourant." Koninklijke besluiten. Benoemd tot ont vanger der registratie voor de gerechtelijke en administratieve akten en der domeinen te Middel burg J. Ropelius, thans ontvanger der registratie en domeinen to Reenentot ontvanger der registratie en domeinen te Meersen K. J. W. Kempers, thans in gelijke betrekking te Nijkerk; tot ontvanger der registratie en domeinen te Venloo F. W. Swane, thans in gelijke betrekking te Horst. Benoemd: de op zijn verzoek eervol uit den militairen dienst ontslagen eerste luitenant C. Spat, met ingang van 17 Juli voor den tijd van vyf jaren tot reserve-eerste-luitenant bij het wapen der infanterie, en wel bij het 6de rog. infanterie; voor den tijd van vijf jaren, gerekend van 2 Juni 1900, by het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot reserve-officier van gezondheid der 2do klasse, de heer H. E. G. Ter Braak, arte. Toestemming verleend: aan H. W. J.Royaards, burgemeester van IJselstein, om tot 26 September 1900 te Jutfaas te wonon; en aau G. Van Alewijk, ontvanger van Abcoude-Proostdij, om tot 1 Nov. 1901 to Abcoude-Baambrnggo te wonen. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op Donderdag 19 Juli niet plaats hebben. TWEEDE KAMER, Adres van den gepens. verificateur 2de kL O. L. Kok, over zijn ontslag uit 's lands dienst. Inlichtingen gevende op dit adres, meldt de minister van koloniën by nota van inlichtin gen, dat de requestrant by besluit van den gouverneur-generaal van N.-I. van 2 Juli 1897 uit 's lands dienst ontslagen werd, met be paling, dat nader zou worden beslist of dat ontslag al dan niot eervol zou worden be schouwd, en zulks als gevolg van de uitkom sten van een administratief onderzoek, inge steld naar onregelmatigheden, die by do heffing van invoerrechten aan het tolkantoor te Tandjong-Priok (Batavia) hadden plaats gehad. Bij besluit van den G.-G. van 25 Aug. 1898 word bepaald, dat het aan requestrant ver leend ontslag als eervol to beschouwen was, en daarna is hij gepensionneerd. Dienaangaande heeft hy niets te roclameeron; hy verkeerde reeds by na 4 jaren in de periode, dat do Regeering hem „wegens volbrachten dionst- tyd" op pensioen stellen kan. Middelbaar onderwijs. Een wetsontwerp is ingediend tot wyziging en aanvulling van art. 77 der wet tot regeling van het middolbaar onderwys. De programma's voor do examens ter ver- kryging van een akte voor het teekenon eischen na de wyziging van 1885 wederom aanvulling, daar do omstandigheden zyn ge- wyzigd en de programma's in geenen deele meer gezegd kunnen worden to passeri aan do tegenwoordigebehoefte. Door de vlucht, dio hot vakojndorwjjs in de latere jaren go- nomen heeft, is er langzamerhand naast de in de wet tot regeling van het middelbaar onderwys bedoelde teekenleeraren, die aan burgerscholen en hoogere burgerscholen onder wys te geven zullen hebben, een nieuwe categorie van teekenleeraren ontstaan, namelyk de vakteekenleeraren, die het vak teekenen op ambachts-, industrie- en teekenscholen moeten doceeren. Voor hen strekt de voor gedragen splitsing. Gemengd Nieuws. Het driejarig dochtertje van den 8tadswerkman B. geraakte gistermiddag to ongeveer drie uren in de sloot aan de Kooilaan. Hoewel de sloot niet diep en er toe schouwers genoeg waren, duurde het toch nogal eenigen tyd voor het kind gered werd, ofschoon pogingen daartoe, door het toesteken van stokken, enz., wel werden aangewend, doch vergeefs. Eindeiyk verscheen zekero H. v. T., die zich gekleed te water begaf en het kind in bewusteloozen toestand redde. Een tweetal inmiddels verschenen politieagenten pasten daarop, mot goeden uitslag, de verschillende bewegingen toe tot het opwekken der lovens* geesten. Eenige gewaarschuwde doctoren waren spoedig ter plaatse aanwezig en verleenden hulp, zoodat het kind gelukkig behouden bleef. Volgons een hier ter stede ont- vangen particulier schry ven zyn van de man schappen, die 11. Vrydag van hier naar Let schietkamp de Harskamp vertrokken, op weg van Ede naar genoemd kamp ongeveer 200 infanteristen door hitte en vermoeienis op den weg flauw gevallen. Heden is door de rechtbank te 's-Gravenhage veroordeeld de persoon H. P. S., visscher te Leiden, tot 3 maanden gevan genisstraf, wegens bedreiging van den Ryks- veldwachter R. v. d. Meyden in den nacht van 1 op 2 Mei in een polder te Voorschoten. Aan een schry ven, dd. Dieppe 13 Juli, van den heer Mulié, die van Leiden met zyn reddingboot-pleiziervaartuig naar Parys vertrok, is het volgende ontleend: Eindelyk vind ik de gelegenheid even te schry ven, hoewel er werkelyk haast geen ge-, legenheid is, vooreerst door het over spattende water of door het wegwaaien van het papier, dat dan nu ook vastgehouden wordt door sleutels, mes en andere voorwerpen. In hot begin is erg getobd te Vlissingen met het herstellen van gescheurde zeilen, het vernieuwen en verzwaren van de touwen en het breken van ijzerwerk door het ruwe weder, dat wy in den nacht van 29 op 30 Juni gehad hebben. Dinsdag daaropvolgende waren de repa- ratiën volbracht on besloten wy den volgenden morgen (4 Juli) te negen uren onder zeil te gaan. Een harde, sterke bries was onze be looning. Te één uur kwamen wy te Ostcnde, dus buitengewoon vlug de berekening is zes uren. To Ostende ook weder oponthoud door storm uit het West en ZW. zoodat wy teruggeslagen werden en niet konden varen. Dos Maandags vertrokken wy met erg woelige, holle zee, later regen en wind, wy schoton niet op, zoodat wy na veel tobbens te Nieuport kwamen. Yan daar naar Duinkerken weder slecht weer. Tegen negen uren des avonds kwamen wy na lang worstelen to Duinkerken. Wy-wachtten ,don, ochtendstond af, doch te twee. uren, iriot de obbe, zaten wy met een koker op een paal. Do wacht riep alle hens aan dek en na veel krachtige inspanning kwamen wy vry. Tot zoover ging het niet voor den wind— - doch nu ging het beter. Een prachtige, harde bries Z.Z.O. bracht ons spoedig te Calais, en na te Calais water ingenomen te hebben, vertrokken wy te twaalf uren naar Boulogne, alwaar wy te zes uren ongeveer aankwamen om eerst nog eens kennis te maken met een onaangenaam incident. Op 500 meter van de kust kwamen wy aan de oostzyde op rotsen en bleven vast zitten, tot wy met behulp van eenige lui, die ongevraagd aan boord kwamen, vlot waren. Wy waren te 9 uren in de haven. Wy ver trouwden evenwel die brave menschen niet, gingen niet naar kooi en jawel, te één uur kwamen er nog een paar zien of wy wel goed naar bed waren gegaan. Het afsnijden van touwwerk had anders zonder twyfel plaats gehad. Wy vertrokken om twee uren met een prachtigen wind en te zes uren waren wy te Etaplis. Wy hebben een lek in de boot gekregen op do rots, maar het hinderdó niot; dat zullen wy, als wy thuis zyn, wel laten maken als er wat veel in komt, loopt hot wog. VERBROEDERING. 27) XV. In tegenstelling met de vroolyko bedrijvig heid der laatste dagen, heerschte op het slot Ladonchamps een schier plechtige stilte. De gasten, ook de oude vriend van den markies, de hoer De la Croix, waren vertrokkenkolonel en mevrouw De Marange waren daags na het diner in alle vroegte naar Hauconcourt teruggereden, nadat zy reeds 's avonds vóór hun vertrok van den markies en Clarissa afscheid hadden genomen; en kapitein De Marange had zich in zyn vry gezellen woning te Motz, op de Place de la Chambre, thans 'Kammerplatz, teruggetrokken. De vermoeienis sen der laatste dagen hadden den markies ©enigszins aangegrepen; hy bleef in zyn kamer, zoodat Clarissa geheel alleen aan zichzelve was overgelaten. De eenzaamheid, de stilte van het herfst achtige park, dat door droefgeestige nevel wolken omsluierd werd, deden hot jonge meisje buitengewoon goed. Zy achtto zich in haar edelste, reinste gevoelens ten diepste gekwetst, want mevrouw De Marange had haar medegedeeld, dat zy genoodzaakt was geweest, mademoiselle Margot op staanden voet te ontslaan, omdat zy met luitenant Yon Holten een heimelijke minnary gehouden had. Clarissa kon het niet gelooven. Zy kon niet aannemen, dat Koenraad Yon Holten haar 'op zoo'n ongehoorde wyze misleid had, dat (hy 'snacht8 in het geheim samenkomsten W&L dat_ meisje hield, terwyl Jby weinige uren later tot haar van liefde en trouw sprak. Eerst toon mevrouw Do Marange haar den brief van Margarethe toonde on met over tuiging staande hield, dat Eugène dien brief in de kamor van Von Holten gevonden en ook Margot en den luitenant by elkander gezien had, eerst onder het overstelpend gewicht van deze bewyzen moest Clarissa den stryd voor de rechtschapenheid van den geliefde opgeven. Een vreeselyken nacht had zij doorgebracht. Slapeloos had zy in haar kamer op en neer geloopen, nu eens wanhopig in tranen uit barstend, dan weer zich weerspannig verzet tend togen do waarheid van de mededeelingen harer tante, ze als laster, als misverstand brandmerkende. Eindelyk, togen den morgen, vond zy haar rust, haar fierheid terug. De meisjesachtige reinheid van haar wezen, de maagdelijke schuchterheid en toch echt vrouweiyke toewyding, de schelmscho leven digheid, het opgeruimde humeur, al de eigen schappen, die do bekoorlykheid barer ver- schyning uitmaakten, waren in dezen éónon nacht geknakt en vernietigd, goiyk door een ruwe nachtvorst do bloesems dor lente. Trotsch en ongenaakbaar was haar wezen geworden. Zy had afgerekend met hot geluk, dat slechts éénmaal met vluchtigen kus haar voorhoofd had aangeraakt; zy geloofde niet meer aan een geluk, waaraan zy zich metal de levendigheid van haar gevoel had over gegeven en waarvoor zy bereid was geweest tot het uiterste te stryden. Do ontgoocheling was des te sterker voor haar, daar zy zich. tegen het geluk, tegen de liefde verzet had, wel inziende, dat haar liefde voor een Duitsch officier niet alleen al haar bekenden, doch ook haar naasten bloedverwanten onbegrypelyk zou voorkomen, Toch had do Jiefdo haar hart ingenomen en nu, nu lag haar geluk, haar liefde verbryzold aan haar voeten en met hoonend gelach zegevierden diegenen, die haar om haar liefde beschimpt zouden hebben. By het gevoel dier ontgoocheling kwam het gevoel eener diepe schaamte, dat zy aan doze liefde voor den valschen man had kunnen toegeven. Zy wenschte, dat zy nog heden Ladonchamps kon verlaten; zy wilde nooit meer hier terugkeeren, waar haar de diepste vernedering, do bitterste teleurstelling be schoren was geworden. Zy nam zich voor haar grootvader te verzoeken, zoo spoedig mogelyk van Ladonchamps te vertrekkon en met haar naar Nancy of liever nog naar Parys terug te keeren. Het toeval was haar gunstig. Toen tegen den middag de zon met zachte stralen door de nevelsluiers brak, kwam de markies in het park, dat Clarissa sedert uren rusteloos doorkruiste. Als zy in het slot wilde terugkeeren, ontmoette zy haar grootvader, die haar vriondeiyk glimlachend do hand toestak. „Nu zyn wy weer alleen, lieve Clarissa," sprak hy, haar hand door zyn arm trekkend en met haar naar eon rustig plekje gaande, „en ik geloof, dat wy vorder dezen winter alleen biyven, mot uitzondering van het Kerstfeest, waarop de familie wel weer hior byeen zal komen. Ik voel, dat ik oud word! Geen wonder, nietwaar, mijn lieve Clarissa, bij myn tachtig jaren 1" voegde hy er glim lachend by. „Gy draagt uw ouderdom met bewonderens waardige frischheid, grootpapal" antwoordde Clarissa vriendeiyk. „Men geeft u niet meer dan zestig jaar." „Kleine vleister! Maar ook gy schynt afgemat en vermoeid te zyn, myn kind. Uw oogen staan bedroefd; uw wangoa zyn bleek Scheelt u iets, kindgj „Neen, my scheelt niets I Alleen, groot vader, oprecht gezegd, ik vrees wel ©enigszins voor de eenzaamheid van den naderenden winter op Ladonchamps." Yerraat zag de markies haar aan. „Vreest gy voor do eenzaamheid? Wat spreekt go vreemd I Vroeger haaktet ge naar deze landelyke eenzaamheid, ja, nog vóór enkele dagen verzocht ge my, met my dezon winter op Ladonchamps door te brengen." Clarissa stond op. „Myn meening is in dat opzicht veranderd. By oen meisje niet zoo verwonderiyk, als, als zelfs de mannen van veranderiykheid houden." „Wat beteekenen die bittere, dwaze woor den, Clarissa?" „Nu dan, ik wilde u verzoeken, met my dezen wintor in Parys door to brengen; ik moet beweging, leven om my hoon zion: ik verstik hiorl" Ook do raarkio3 stond op en sloeg Clarissa zwijgend gade. Toon antwoordde hy, terwyl een vluchtig schelmsch glimlachje zyn aan gezicht verhelderde: „Staat het aldus met mijn kleine Clarissa? Is de liefde uw hartje binnengeslopen „Grootvader l" „O, myn kind, myn oude oogen zien nog scherp genoeg, en ik ken het leven. Wanneer een jong meisje haar vroo.lyk humeur verliest, wanneer zy niet goed weet, wat zy beginnen moet, wanneer zij geen smaak moer heeftin haar vroegere vermaken, dan is de liefde in het spel. En dan, Clarissa, sinds die manoeu vredag, toen een jonge, knappe officier je van oen wissen ondergang redde, sinds dien dag ben je een andere geworden. Het is waar, hy is een Duitscher, en ik had wel gewenscht, dat ge een andere keus hadt kunnen treffen, maar als ge gelukkig wordt. „Grootvader, ik bid n, geen woord meer over dien officier l Ik donk er niet aan, hem te beminnenik veracht hem „Maar, myn kind. „Een man, die heimelyk samenkomsten houdt met een meisje, oen dionsLbaro in hot huis, waar hy als gast vertoeft, zoo'n man kan ik niet achten!" „En heeft luitenant Yon nolton dat gedaan?!" „Gy weet misschien nog niet, dat tante Josópliino do gouvernante van Madeleine plotseling ontslagen heeft?" „Daarvan is my niets bekend." „Dan heeft men u die ergorifike aangelegen heid willen besparen. Mademoiselle Margot heeft dezon nacht Ladonchamps verlaten, heimelyk verlaten mag men wel zoggen, nadat haar de dienst was opgezegd geworden. Daarmede heeft zy zolve eon bowya van baar schuld gegeven, als dat nog noodig was. Zoe zy zich onschuldig govoeldo, kon zy zich verdedigen, opholdeiing geven. Ge ziet, groot vader, dat uw onderstelling, ais zou ik dien Duitschen officier beminnen, volkomen op een dwaling berust." „Ik kan het niet gelooven." „Daar komt kapitein Do Marange aan. Hjj zal u allo gowenschto inlichtingen kunnen geven. Mljzolve zult gy thans wel willon verontschuldigen." Met fier opgeheven hoofd schreed zy haastig op hot slot toe, don eerbiedigen groet de» kapiteins slechts vluchtig beantwoordend. Verbaasd staarde de markios baar na. Eugène Do Marange naderde inmiddels met een licht glimlachje op het gebruinde militaire gelaat. iWordt toRWtytf)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1