D» oorlog tusschea Engeland en Transvaal.
Eet Boerengezantschap in Frankrijk,
De Boerengezanten kwamen gisteren per
Transatlantischen etoomer „Aquitaine" te
H&vre aan. De heeren Pauliat, senator, voor
zitter van het Comité voor de Onafhankelijk
heid der Boeren, en Rambaud, oud-minister
van onderwijs, ontvingen ze. De heer Pauliat
heette hen welkom en zeide, dat er geen stad
of dorpje in Frankrijk was, waar de Zuid-
Afrikaansche Republieken niet populair waren
en wenschen werden geuit voor het behoud
van haar vrijheid. Hy gaf de verzekering, dat
Frankrijk bewondering heeft voor hun moed
en heldhaftigheid.
Hy eindigde met te zeggenLaat uw mede
burgers weten, dat zy vol moeten houden,
aangezien men met moet wanhopen, dat
Engeland, ten gevolge van mogelijke gebeur-
Jylrliedoo, zal erkennen, dat het zich op den
vei keerden weg bevond en terugkeert op den
weg van rechtvaardigheid en billijkheid.
Dr. Leyds antwoordde, dat heide Repu
blieken bewogen werden door een diep ge
voel van vaderlandsliefde en onafhankelijk
heidszin.
De Boeren begaven zich daarop naar het
„Hotel Continental", terwijl de menigte hun
ovaties bracht.
Het Boeren gezantschap vertrok vervolgens
van Havre onder de toejuichmgen van het
volk naar Parijs, waar het te vijf uren aan
kwam. Het werd aldaar door een talrijke
menigte opgewacht en door den burgemeester
Gróbauval uitgenoodigd naar het stadhuis te
gaan.
De zeer sterke politiemacht word over
vleugeld door de menigte, die het station v ilde
om de gedelegeerden toe te juichen. Dezen
werdoa door het Onafhankelijkheids-comité
met bloemen en vaandels ontvangen. Op den
geheelen weg naar het hotel hield het gejuich
aan. De heer Fischer verscheen op het balkon,
dat met de Transvaalsche, Vrijstaat6che en
Fransche vlaggen was versierd. De menigte riep:
„Leve de Boeren! Leve Eniger 1 Leve de
onafhankelijkheid!" Fischer dankte voor de
ovatie, die zonder incidenten afliep.
Op de boulevards was het verkeer gestremd.
Eenige lieden, die vijandelijke kreten
tegen Engeland slaakten, werden aangehouden.
Volgens de laatste opgave van het Engelsche
legerbestuur bodroegen de verliezen, van het
begin van den oorlog tot 30 Juni door het
Engelsche leger geleden: 29,706 man (1366
officieren en 28,340 minderen). Daaronder zijn
niet- begrepen de bevrijde krijgsgevangenen
en ook niet de zieken en gewonden, die den
80sten Juni in Zuid-Afrika in de hospitalen
lagen, geschat op 20,000. Ziehier het opge
geven totaal nog in enkele bijzonderheden:
gesneuveld 264 officieren en 2403 minderen,
aan wonden bezweken 70 en 610, vermist
en gevangengenomen (behalve de bevrijden)
6J en 2624, aan ziekte gestorven 133 en
4204, by ongeluk omgekomen 66 minderen,
invalide naar huis gezonden 844 en 18,433.
Gewond werden er in het geheel 12,200 man;
velen zijn daarvan hersteld en doen weer
dienst. Aan ziekte bezweken er in de week,
die den 80sten Juni eindigde, nog 227.
Volgens een opgave van Wyndham, onder
secretaris van oorlog, Dinsdag in het Lagerhuis
gedaan, zijn er van 23 Maart tot 11 Mei in
de hospitalen te Bloemfontein 2087 man met
typhus opgenomen, en waren er 286 aan
gestorven. In de week, dio den llden Mei
eindigde, werden 683 nieuwe typhuslijders
opgenomon en stierven er 65 aan. Men be
denke wel: te Bloemfontein alleen. Nu schijnt
daar de typhus het hevigst onder het Engelsche
leger gehcerscht te hebben. De „Manchestor
Guardian" herinnerde er dezer dagen aan, dat
er al dadeiyk nadat de Boeren, omtrent 1
April, de waterwerken van Bloemfontein bezet
en beschadigd hadden, in Engelsche bladen
gewaarschuwd is voor een epidemie, aangezien
de oude watervoorziening, waarop Bloemfontein
toen teren moest, bekend was als besmet.
Lord Roberts laat zaaikoren uitdeelen aan
die Boeren, welke op hun hoeven zyn en
verklaren daaraan behoefte te hebben.
Dat is natuurlyk van z\jn standpunt goed
gezien om de vredelievende elementen in de
Transvaal en den Yrystaat in die stemming
te houden.
Evenzoo is een gunstig oor geleend aan
Ingekomen klachten van de Boeren, die zich
onderworpen hebben, dat zy hun oogst niet
kunnen binnenhalen, omdat de Kaffers hun
den dienst hebben opgezegd, zoodra de Engel-
schen het land binnenkwamen. Lord Kitchener
heeft een onderzoek naar die moeilykheden
laten instellen en twee officieren hielden
daarop een samonkomst met Masjaba, Kaffer-
hoofd van het district Krugersdorp, om hem
aan het verstand te brongen, dat de Kaffers
weer aan het werk moeten gaan by hun
oude meesters, die hen dan goed zullen voeden
en betalen. Deze aansporing schynt in goede
aarde gevallen to zyn.
H. Goold-Adams, de resident-commissaris
van het Bechuanaland-Protectoraat, die in
Mafeking belegerd is geweest, heeft nog van
daar den 6den Mei een brief gericht aan do
.Times" om geld te vragen voor de Baralongs,
de Kaffers, die zoo'n dapper aandeel hebben
genomen in de verdediging van het dorp en
die by het beleg zooveel geleden hebben. Het
spreekt vanzolf, dat de Kaffers alleen gevochten
hebben om het eigen leven on hun bezittingen
tegen de Boeren te verdedigen. „De oorlog
overviel hon onveihoeds, zonder eenige waar
schuwing", zegt deze waarheidlievende
Engelschman. Als men nu wat geld wilde
geven om voedsel en kleeren, ploegen en vee
voor hen te koopen, enz. Voor 10,000 pd. st.
komt men al een heel eind.
Men zou zeggen: Is het niet billy k, dat de
Engelsche regeering de Kaffers, zonder wier
hulp Baden-Powell het dorp wel nooit had
kunnen behouden, schadeloos stelde en be
loonde? In een telegram van den correspon
dent der „Daily Mail" is er sprake van
Lintsjwe's Kaffers, die oproerig worden. Dat
zyn ook bondgenooten van de Engelschen
geweest. De moorddadige aanval op Boeren
en vrouwen en kindoren by Derdepoort werd,
met behulp van Engelsche maxims en zeer
waarschyniyk ook van Engelsche officieren,
door die Kaffers uitgevoerd. En nu worden ztf
al brutaal tegen de Engelschen.
Een tachtigtal Hollanders bevinden zich
thans, seint de „Standard"-correspondent uit
Standerton van den 24sten Juni, onder arrest,
beschuldigd van medeplichtigheid in het ver
nielen van den spoorweg en wegens het be
houden van wapens, na een verklaring te
hebben afgelegd, dat zy geen wapenen hadden.
Een aantal machinedeelen van de onklaar
gemaakte locomotieven zyn gevonden. Twee
locomotieven zuilen daarvan kunnen voorzien
worden en weldra voor den dienst gereed zyn.
De „Chicago Record" verneemt van zyn
correspondent te Machadodorp, dat president
Kruger beweerde, dat de Engelschen de zich
in het gebergte bevindende Boeren nooit
zoudenoverwinnen. De prosident is met het
oog op het zachtere klimaat, van Machado
dorp naar Waterval vertrokken.
Vele Yrystaters hebben in den laatsten
tyd de wapens weer opgevat.
Te Pretoria,
Yan haar correspondent te Pretoria ont
vangt de „N. R. C.", in aansluiting op het
gisteren vormei de, nog den volgenden brief,
dd. 31 Mei:
Vannacht hebben we gelukkig goed geslapen,
hoewel geen speciale politie wacht deed (het
resultaat van de nieuwe commissie 7) en alleen
patrouilles of brandwachten buiten het dorp
een oog in het zeil hielden. Het begin van
den dag was de samenkomst op het Kerkplein
bjj de gouvernementskantoren, waar alle
burgers moesten verschijnen. Zooals ik ver
wachtte, was er op dien tyd byna niemand
daar, ongeveer tien man, terwyl eenigen achter
de kerk omkeken, zeker als de bekende ver
sterking zich verdekt opstellende. Dit moet
echter geen verwondering wTekken, want aan
organisatie heeft hot dikwerf ontbroken en
zeker op het gebied van commandeeren. Er
mogen in Pretoria velen zich verschuilen, er
zyn er ook velen, die door hun werk (ik meen
hun wezenlyke werk) onmogeiyk zoo maar
weg kunnen gaan. Dat commandeeren werd
by vorige gelegenheden in het wilde gedaan.
Ik herinner my iemand van runn 60 jaren,
die een wapenschouwing niet wilde missen
on vanwege de rheumatiek zich had laten
rydon. Hy werd gecommandeerd door een
jongen man om 's avonds te 8 uren aan den
trein te zyn, bestemd voor het front. De jonge
man ging zelf niet, hy behoorde, volgens zyn
zeggen, tot een kern, die achterbleef (de
gewone versterking). Er is dus ondervinding
opgedaan en weinigen wagen zich er aan,
vooral omdat het niet opkomen nooit gestraft
wordt.
Langzamerhand kwamen er intusschen meer
menschen en kwartier voor achten verscheen
generaal Lucas Meyer met andere dignitarissen.
Het woord werd gegeven aan Louis Botha,
den waarnemenden commandant-generaal, die
een zeldzame goede toespraak hield, een
krachtig woord tot opwekkmg en tot strijd.
Hy weos op Amerika, waar do vyand de
hoofdstad tienmaal had ingenomen. Hy deelde
ook mede, dat wy den vongen dag 700 Engel-
schon hadden gevangengemaakt, maar op
parool hadden losgelaten. Alle burgers werden
aangespoord om de wapens op te vatten en
om by Irene zich te vervoegen by de militaire
autoriteit. Yan dien man gaat bezieling uit.
Spoedig deed de rondte, dat de Uitvoerende
Raad besloten had om al het aanwezige goud
by de banken op te eischen en op te zenden,
en het gevolg hiervan is geweest, dat alle
banken hun bedryf staakten en zich van ge
wapende macht voorzagen om desnoods zich
te verdedigen, terwyl de consuls voor de be
langen van hun landgenooten zich met drin
gende vertoogen tot de regeering wendden.
De Nationale Bank ging ook dicht, van in
wisseling van verdere gouvernementsnoten
geen sprake. De thesaurier-generaal of liever
zyn plaatsvervanger, want de echte is naar
Machadodorp getrokken, heeft geen noten
meer. Intusschen zouden nieuwe gedrukt
worden, doch terwyl men hiermede bezig is,
komt de opdracht om het druktoestel naar
Machadodorp te sturen, waarmede voorloopig
een eind gemaakt wordt aan de inwisseling.
Er is nog voor 1400 pd. st. beschikbaar ge
komen, doch helaas, er moet voor duizenden
meer zyn.
De teekenen van ontbinding beginnen te
verschynen; de gouvernementskantoren zyn
ledig, zelfs het postkantoor biyft pal ge
sloten. Een gerucht gaat, dat de gevangenen
te Waterval losgebroken zyn, doch het is niet
waar. De 21 officieren, gisteren daarheen ge
trokken, hebben met het beschikbare kader
alles georganiseerd en hoewel er van de 260
wachten 11 overbleven, de commandant der
bewaking sinds vyf dagen weg was en de
onder-commandant ziek is, gaat alles goed en
de Tommies zorgen voor de eer van het
leger. De machines voor do pompen en voor
het electrische licht worden bediend door een
paar man van de Royal Engineers.
In den loop van den ochtend raakte het
bekend, dat de groote voorraad in de gouver-
nomentsloods alhier werd uitgeplunderd. De
verontwaardiging was algemeen, omdat dit
natuurlyk aan de gemeene uitingen van een
deel van ons publiek werd toegeschreven en
ook aan de Boeren, die op dit gebied geen
beste reputatie hebben. Het meest waren we
verontwaardigd over dat zoogenaamde stads
bestuur, dat zoo iets toeliet. Iedereen was op
straat, van de 20 waren er 19 gewillig om
de orde te herstellen; had men één poging
in het werk gesteld, binnen een half uur zou
een eind aan de zaak gemaakt worden. Nu
duurde het tot omtrent 12 uren en de Johannes-
burgsche politie maakte een begin met het
weghalen te stoppen.
Natuurlyk was de geheele stad in spanning.
Aan elk hek stonden vrouwen en kinderen
uit te kyken. Naar wat? Naar do Kaffers,
die allen in de richting van de loods holden?
Angst kwam er zeker by, want bleef het niet
by de loods, doch zouden de drankgelegenheden
worden opengebroken, dan kregen we straat
gevechten en ontzettende tooneelen.
Ter plaatse was het een gezicht, dat men
niet licht vergeten zal. Jammer, dat Rhodes
hier niet was om de Afrikaanse he bevolking
onder „equal rights" te zien handelen. In
het gebouw wriemelde het van honderden
menschen, balen werdeD uitgesleept, andere
zoover ledig gemaakt tot men den zak kon
dragen. Kaffers, koelies, mannen, vrouwen,
wyven, kinderen, net aangekleed© menschen,
vuüe menschen (de meeste), alle# waa,bezig
met te halen wat er te halen viel. Degenen,
die trolleys tot hun beschikking liadden, zyn
natuurlyk het beste er by gevaren, handkarren
deden goede dienston, kruiwagens ook, verder
droeg ieder wat hy kon. Men zag den mensch
in een van zyn afzichteiyke oogenbhkken,
waarin hebzucht alles beheerscht. Naarmate
het bekend werd, groeide de bende aan,
uit alle verwijderde gedeelten van het dorp
kwamen Kaffers, vrouwen aangerend. Ik zie
nog een mank Kafferwyf met haar tong uit
den mond; zy moest ook nog probeer en.
Enkele Boeren doden er aan mede, doch
hoewel het er van wemelde in het dorp, zag
ik er zeer weinige van. Toen de politie er by
kwam, was het een byna onbegonnen zaak
om de bende uit het gebouw te krygen, toen
eeu den inval kreeg om te roepen: „daar
komen de Engelschen", waarop alles in éón
paniek uit het gebouw vloog.
Hoe was dat alles in zyn werk gegaan?
In den nacht kwamen Boeren in het dorp,
die in goan twoe dagen kost hadden gehad.
Zy reden rond, kondon nergens ietB krygen
en ten einde raad, braken zy de deur van
het magazyn open en namen daaruit het
noodige voor het oogenblik. In den morgen
werd dat ontdekt, en toen hebben ambte
naren der regeering menschen toegelaten om
goederen weg te halen, omdat het beter was,
dat arme burgers het kregen dan de Engel
schen. Dat de bende, die er van gebruik
maakte, aangroeide, spreekt vanzelf, en dat
er een ontzettende janboel uit voortkwam,
is nog natuurlykor. Uit dit oogpunt bekeken,
is de geheele zaak niet iets, dat een smet op
het volk behoeft te werpen; wat de Boeren
deden was natuurlyk, wat er op volgde was
nog natuurlyker. De geheele schuld ligt aan
de regeeringloosheid, waarin Pretoria door de
regoering is achtergelaten.
Na deze geschiedenis is de rust terugge
keerd, geen verdere pogingen tot diefstal of
inbraak van eenige beteekenis kwamen meer
voor. Één ding merken we op, dat is de
noodzakeiykheid, die de hier rondrydende
Boeren schynen in te zien om alle vette
paarden uit het dorp mode te nemen. Natuurlyk
hebben zy dikwerf gehoord van die heeren
in Pretoria, die met mooie vette paarden
rondrijden en het front niet hebben geroken.
Zy vergeten, dat onder hen velen zyn, die
op hun plaatsen paarden hebben en zonder
paarden naar het front gingen, waar zy
nieuwe van de regeering vroegen en kregen.
Onder de zoogenaamde verlofgangers, die
eenige keeren front toe zyn geweest, zyn er,
die heel aardig hebben gewerkt in die rich
ting. Enfin, de gelegenheid is daar en zy
maken er gebruik van. Geen rytuig, door een
Kaffer of kleurling gereden, is veilig in de
straten; het wordt yewoon opgehouden, het
paard of de paarden worden uitgespannen
en de eigenaar moet later zien hoe hy
rytuig en tuig thuis krygt. Er is byna geon
huurrytuig meer en die er nog zyn, hebben
zulke paarden in het tuig, dat men waariyk
kan begrypen hoe de Boeren die hebben laten
loopen.
Myn Kaffor heeft nog myn paard gered.
Het rytuig was tot stilstand gebracht, de
eene streng was al losgemaakt, toen hy met
zyn zweep hot paard zoodanig liet springen,
dat het losrukt© en het rytuig meenam. Onder
uitroepen vivn: „Schiet den Kaffer, schiet den
br" ontkwam hy. Een dame moest
aanzien, dat zy aangehouden werd en dat
haar paard werd medegenomen. Zy huilde
zoo jammerlyk en betuigde zoo dringend, dat
zy voor de Boeren zooveel gedaan had (wat
waar was), dat hot betere gevoel by do heeren
levendig werd en het paard weer werd
ingespannen. Een andore dame ging de stad
in met haar rytuig en vette paard. Zy deed
eenige inkoopen en deponeerde hot gekochte
goedje in het rytuig. Daarna gaf zy last aan
haar koetsier, om naar huis toe te gaan. Toen
zy later te voot thuis kwam, vond zy hot
ingekochte goed verdwenen, men had dit
aangehouden, ook haar vette paard was weg,
doch mon had de beleefdheid gehad een ander
paard daarvoor in te spannen. Doch welk een
rosmantel Het zal twee jaar kosten om dat
exemplaar op te voeren.
By verschillende personen zyn de stallen
opengebroken of geopend en de paarden daaruit
genomen. Wat doet toch die regeering?
Waarom moeten we blootstaan aan onge
rechtigheden als deze, terwyl het niet noodig
is en terwyl alles onmiddeliyk te voorkomen is?
Yan denzelfden datum wordt uit Pretoria
geschreven
Johannesburg Is overgegeven na eenig
standhouden hier en daar. En er iswerkeiyk
goed gevochten. De onzen gaven het ten
slotte op, omdat er op andere punten niet
werd standgehouden, en de overmacht was
ook buitengewoon groot. De stad zelf is
ongedeerd gebleven. Gisteren heeft men in de
buitenwyken wat gevochten, doch de schade
moet uiterst gering zyn. Aan de mynon is
ook niets gedaan wat op vernieling geiykt.
Het schrikbeeld van het opblazen der mijnen
en van Johannesburg is dus voorloopig voorby.
Yolgens myn meening zou de vernieling in
enkele gevallen te verdedigen zyn geweest,
en ik zou zelf meegedaan hebben, als we
alles vernielden en den vyand niets anders
dan woest land achterlieten. Ook uit strate
gisch oogpunt was vernieling van veel wat
de mynindustie behoort te rechtvaardigen
geweest. De regeering is echter gezwicht voor
argumenten, die haar ook geen oneer aandoen,
In de eerste plaats, men mag niet uit wraak
zucht handelenmen zou ook de kapitalisten,
om wie het te doen ls, niet treffen. Integen
deel; zy zouden de aandeolen drukken, ze
goedkoop inkoopen en by nieuwe uitgifte
geweldige winsten behalen. In de tweede
plaats mag men het laten in het belang van
het volk. Winnen wy het nog, dan strekt
het ons zeker niet tot oneor, dat wy de
mynindustrie onbeschadigd hebben gelaten;
komt de Engelschman bly vend te overwinnon,
dan zal de mynindustrie aangewezen zyn om
de oorlogsbelasting op te brengen. Vernielen
wy haar moedwillig, dan zal men te eerder
de belasting trachten te leggen op de Boeren,
en we zouden dus bydragen tot verarming
van ons eigen volk. De toekomst zal leeren
of wy verstandig gedaan hebben.
Hier te Pretoria is do stad vol Boeren.
Zeker een 2000 zyn er doorgetrokken, ge-
deelteiyk naar huis, gedeelteiyk naar een plek
m_de buurt om te kampeeren. Zü gedragen
zich in allen deele ordeiyk, zyD niet dronken;
alleen paarden worden uitgespannen en mede
genomen, waar zy er kans toe zien, en uit
winkels nemen zy ook soms mode wat hun
past, hetgeen zich evenwel tot brood en
vleesch beperkt. Op het oog lykt dit niet
zeer mooi, doch stel u in hun plaats. Na
weken en maanden zien zy daar zulke dingen
voor het grypen, terwyl *y den weg niet
weten, waar het te krygen, of als zfy den weg
weten, de ondervinding opdoen dat zy niets
krygen. In kun plaats deed ik evenzoo.
De correspondent van de „Daily Telegraph"
te Waterval-Onder heeft een onderhoud gehad
met den Transvaalschen staatssecretaris Reitz,
die hem zeide, dat president Kruger den jour
nalist niet kon ontvangen. Over den vrede
te sprekon zou nutteloos z(jn. De Staatspre
sident kon slechts herhalen wat hy vroeger
gezegd had. „Sein aan uw blad," voegde Reitz
er by, „en maak aldus aan de wereld bekend,
dat do Zuid-Afnkaansche Republiek voor haar
onafhankelijkheid zal biyven vechten zoo lang
er nog 600 burgers in leven zyn. Wy zyn in
dat opzicht vastbesloten."
Lord Roberts heeft, te midden van andere
berichten, uit Pretoria geseind, dat den 4den
een gedeelte van een patrouille onder luite
nant Rundie met dien officier door de Boe
ren gevangengenomen is, dicht by stad.
Het „H. Dagblad" verneemt, dat het stoom
schip „Arundel Castle," met de uit de Zuid-
Afrikaansche Republieken uitgezette Nederlan
ders aan boord, Kaapstad is gepasseerd. Alles
was wèl aan boord.
De passagiers worden den 23ston dezer in
Nederland verwacht.
Hoe Engeland voor zyn afgebeulde soldaten
zorgt is bekend. De regeering van Nieuw-Zuid-
Wales, dat zooveel manschappen leverde, beeft
bjj do overheid te Kaapstad formeel geprotes
teerd en een betere behandeling verzocht. De
correspondent der „Daily Mail" te Sydney ver
haalt, dat daar zes en twintig gewonde sol
daten uit Zuid-Afrika aankwamen, die samen
nog geen zes stuivers bezaten.
Donderdagavond te zes uren kwam ter reede
van Viissingen het Duitsche rykspostschip
„Bundesrath", ter ontscheping van passagiers
en post. Ook werden ontscheept 26 kistjes
goud, tor waarde van tien millioen gulden;
een heer uit Zuid-Afrika was begeleider van
dien schat.
Onder de passagiers waren 21 vrouwenen
kinderen, on twee heeren.
Een der vrouwen deelde mede, dat zy zeven
weken reis had gehad, en dat nog veel vrou
wen uit Pretoria getracht hadden met deze
boot naar Nederland te vertrekken, doch dit
niet konden, omdat er te Pretoria geen kaar
ten meer te verkrijgen waren, wyi aan boord
geen plaats meer was.
Nadat de passagiers en de post ontscheept
waren, vertrok de „Bundesrath" naar Ham
burg. (AI. Ci.)
De verontwaardiging over de gruwelijke
verwaarloozing van de gewonden en zieken
van het Engelsche leger in Zuid-Afrika is
grenzenloos.
Men ziet in dat alles weer een staaltje
van de wreedheid van Kitchener, dio, ook Mj
zyn overwinningen in Egypte, toonde voor een
soldaat, die niet meer vechten kan, niet de
minste zorg over te hebben. Toen hebben
zyn manschappen hem den eerenaam van
„the Butcher" (den slachter) gegeven en hy
schynt in Afrika zyn tradities getrouw te
biyven. In den aanvang van den oorlog sprak
dokter "Walker Foster met lord Wolseley over
de waarschyniyke verliezen en deze geneesheer
schatte die op een kwart van het effectief dei-
uitgezonden troepen. Lord Wolseley haalde
ongeloovig de schouders op; hy vond, dat de
dokter te pessimistisch oordeelde, zoo vast
zat zelfs by den opperbevelhebber het idee
van „een wandeling naar Pretoria" er in.
Lord Roberts heeft de ellende zien aankomen.
Niettegenstaande hem herhaaldeiyk te kennen
was gegeven, dat hy op geeü kosten behoefde
te zien en de rogeoring tot alles bereid was,
heeft hy het overbodig geoordeeld versterking
van zyn heelkundige hulp en verplegingsdienst
te vragen.
De Engelschen hebben nu langzamerhand
hun bekomst van de verdediging van zooveel
ongelukkon en ellende met de formule „het
wa3 niet te voorzien."
Alles lykt wel onvoorzien in dezen oorlog;
wie weet hoe lang de tegenstand nog duurt
en met welk gevolg?
Hoe meer berichten er over de Parlements-
zlttmg komen, waarin de Zuid-Afrikaansche
hospitaal-schandalon ter sprake kwamen, des
te duidelijker blykt, dat minister Balfour
eindeiyk wanhopend werd en de onmacht
en de schuld der regeering door zyn houding
beleed. Hy zat met het hoofd in de handen,
de ellebogen op de knie, het toonbeeld van
radoloosheid, tot hy eindelyk opstoof en met
bittere en onrechtvaardige woorden de oppo
sitie aanviel. Ditmaal stond echter sir Camp
bell Bannerman hem krachtig te woord.
„Wie de regeermg aanvalt, valt lord Roberts
aan", zeide Balfour, en onwillekeurig brengt
ons dat de getuigenis der anti-Dreyfusards in
herinnering.
Behalve BurdettCoutts en Ralph heeft
Watchon Cheyne materiaal voor klachten aan
gedragen, door mee te deelen, dat Kitchener
de ambulancen van 10 op 2 per divisie ver
minderde, terwyl een officier van gezondheid,
kapitein Brownley, mededeelde, dat zyn com
pagnie baardragers moest strekken voor 4000
man, zoodat ze, voor zulk een aantal, gelegen
heid hadden om 4 patiënten te laten liggen
en 6 te laten zitten.
Kitchener was de laatste pyl op den boog
van den Engelschen staf, dat blykt, men kan
zyn bekwaamheid niet missen en moet dus
zyn wreedheden slikken.
Intusschen is de kapstok er om de hospitaal
schandalen in Zuid-Afrika aan op te hangen.
Immers, Balfour deelde in het Lagerhuis
mede, dat er een commissie benoemd was
om een onderzoek in te 6tellen naar de
maatregelen ter verpleging der zieken en
gewonden, in, Zuid-Afrika genomen.
Gereedelyk is de Engelsche regeering tot
dien maatregel niet overgegaan. Op do eerste
pertinente vraag of zoo een commissie zou
worden ingesteld, kwam eonvoudig geen
antwoord.
Toen gaf sir Henry Campbell-Bannorman,
de leider der oppositie, te kennen, dat hy er
naar vragen wou, en op verzoek van lord
Balfour werd dat voornemen tot oergisterea
uitgesteld.
Do Regeering wilde blijkbaar met lord
Roberts over dien maatregel nog eens van
gedachten wisselen en ze is nu gezwicht. De
oppositie had dan ook nog eenige netelige
vragen in voorraad. Zoo 20u byv. het lid sir
Walter Foster wei eens precies willen weten,
hoeveel hospitaalsoldaten op zekere, door hom
op te geven, datums by het leger to volde
waren.
De commissie zal bestaan uit drie leden:
don voorzitter van den Geneeskundigen Raad,
dr. Churetz, den professor in de anatomie
Cunningham uit Dublin en den rechter lord
Romer.
De heer Labouehöre protesteerde tegen het
overwegend geneeskundig element in die
commissie. De heeren Campbell Bannerman,
Ajsquith en de conservatief Sanderson ver
klaarden, dat die commissie niet het openbaar
vertrouwen zal genisten, en wnnerman stelae
daarom voor, haar met twee leekon-leden aan
te vullen.
Na langdurige bespreking verklaarde Bal
four, geiyk gemeld, zich daartoe bereid.
Uit de Zuid-Afrikaansche Mail*
Toen lord Roberts Pretoria was binnenge
trokken en oen groot aantal Bntsche x-rygs-
gevangenen dientengevolge bovryd werd,
vroegen velen hier te lande, waarom de Boeren
ze niet bytyds naar een verder af gelegen oord
hadden overgebracht.
Uit de thans ontvangen mailberichten krij
gen wy don indruk, dat de Boeren met liet
gi oot aantal ki ygsgevaiigonen verlegen waren.
Zelfs werd in „De Yolksstem" het plan geop
perd om 2e ter gelegenheid van Koningin
Victoria's verjaardag (24 Mei) in vryheid te
stellen. Een en ander, nadat het plan vast
stond om Pretoria niet to verdedigen, maar
oostwaarts op te trekken.
Den 25sten Mei zoo leest men in „De
Volksstem" vergaderden in liet hotel
„HoLlandia" te Pretoria een 60-tal Hollanders,
met het doel het oude Hollanderkorps weer
te roorganiseeren. De vergadering werd in
hoofdzaak geleid door den heer J. G. Yan Ham,
zoon van wylen den dapperen generaal Yan
Ham, die op Lombok sneuvelde.
De heer Yan Ham deelde mede, dat, aan-
gezien kolonel Maximoff door z^n vronde ver
hinderd was weder het bevel van een com
mando te aanvaarden, men overeengekomen
was den heer P. BJignaut als vechtgeneraal
te kiezen. Het voorstel werd by acclamatie
aangenomen. Ook werden er enkele waar-
deerende woorden tot kolonel Maximoff go-
richt, die op zyn beurt de dapperheid van
de Uitlanders in het algemeen en die dor
Hollanders m hot by zonder prees. Yan den
heer Blignaut sprekende, roemde hy diens moed
en bekwaamheid als tacticus. Nadat kolonel
Maximoff zyn rede geëindigd had, werd eeu
driewerf hoezeel aangeheven.
De heer Blignaut aanvaardde het generaal
schap met een rede, waarin hy de aanwe
zigen bedankte voor de eer, hera bewezen, en
beloofde zyn boste krachten te wyden aan
de goede zaak. Daarna werd den aanwezigen
verzocht hun namen in te schryven.
Tot officieren werden gekozen de heeren
G. J. Van Ham, E. A. v. d. Loo, R. Her
mens en J. Yan Ingen; tot luit.-intendant
de lieer P. Dujardin, terwyl de heer J. B.
Schoenzetter ais secretaris van den generaal
zal dienst doen.
Verder werd er een petitie opgesteld aan
de Rogeering om den beer P. Blignaut als
vechtgeneraal van het Hollandorkorps te be
vestigen en de oprichting er van toe te staan.
Kolonel Maximoff zou gedurende zyn ziekte
te Pretoria mede do belangen van het Hol
landerkorps behartigen.
Ingezetenen Tan Lolden!
Een der verschrikkeiykste gevolgen van den
Engelsch-Transvaalschen oorlog is de werke
loosheid onder die categorie van werklieden,
welke zich onledig houden met het bewer
ken dor Zuid-Afrikaansche delfstoffen, nl. de
diamant.
Grootere ellende, dan op heden te Amster
dam heerscht, is tot nog toe nooit voorge
komen; de statistiek beeft bewezen, dat op
dit oogenblik te Amsterdam 2000 gezinnen,
te zamen tellende 12,000 zielen, aan de grootste
armoede zyn blootgesteld.
Ten einde dezen grooten nood ©enigszins
te lenigen, bracht hot Comité van de gezamen
lijke winkeliers le Amsterdam, oen collectie
van 17,000 fraaie voorwerpen byeen, welke
onder den naam van Nationale Wel da-
digheidslotory met toestemming van
H. M. de Koningin, d.d. 19 Maart 1900 No. 31,
zullen worden verloot.
Na deze korte Inleiding acht het Comité,
te goed bekend met de weldadigheid van
Neerlands volk, opwekking tot den koop dezer
loten overbodig, alléén zy vermeld dat te bo-
ginnen met Dinsdag 10 Juli e. k. do loten te
Leiden huis aan huis te koop, worden aan
geboden.
Het Comité vertrouwt, dat Leidens Ingo-
zetenen ook hot hunne zulten bydragen-, om
gedwongen slachtoffers van den Transvaal-
schen oorlog te steunen in dezen voor hen
zoo moeilyken tyd.
De prys der loten is 60 cents per stuk;
de hoofdprys is een compleet modern salon
ameublement.
De trekking heeft plaats in de laatste week
der maand Juli ten overstaan van den notaris
den heer J. Compris, te Amsterdam.
Hoogachtend,
Namens het Comité:
B. WIJNPERLE, Voorzitter.
S. GANS, Secretaris.
P.S. Deze lotery wordt aanbevolon door der)
Edelachtbaren Heer Mr. F. Was, Burgemees
ter van Leiden, en door de Weledele Heeren
P. L. O. Driessen en D. Beuth. w