r rr. T2369
Vrijdag 32 Juni.
A*. 1900
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van J;'on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
PRIJS DEZEB COUKAUT:
Voor Leidon per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
i.*a
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN 'i'IËN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 g. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Leiden, 22 Jnni.
Met ingang van 1 October a. s. is de kapitein
IA. L. Boonaeker, van het 4de regiment infan
terie, alhier, benoomd tot kapitein voor speciale
diensten en bestemd om op te treden als
directeur van den cursus van gemeld corps.
Hertog Albrecht van Beieren, de hoofd
persoon van de Leidsche maskeradefeesten,
zal Zondagavond met groot gevolg het Kur-
haus te Scheveningen bezoeken en een gedeelte
van het concert in de Kursaal by wonen.
Jhr. Van Tets van Goudriaan, onze
gezant te Berlin, is naar zijn post in Den
Haag teruggekeerd.
Mr. M. P. H. Wiercx is heden voor den
Hoogen Raad opnieuw beöedigd als advocaat.
Naar aanleiding van do op 5 Juni jl. in
het gebouw der Kweekschool voor Zeevaart,
alhier, gehouden openbare aanbesteding is de
levering van aardappelen ten behoeve van het
porsoneel der marine te Leiden, gedurende
het tjjdvak van 1 Juli tot en met 31 Decem
ber 1900, thans toegestaan aan den heer
J. Nieuwenhuizen, wonende te Leiden, en wel
voor den prys van ƒ3.40 de 100 kilogram.
De heer C. Quack, hoofd der Christelijke
school te Nieuwveen, is benoemd tot hoofd
der met 1 October te openen Chr. school te
Ter Aar.
Te 's-Gravenhage is thans een vereeni-
ging van beambten der Departementen van
Algemeen Bestuur en Hooge Colleges van
Staat opgericht, welke zich ten doel stelt het
bevorderen van do algemeene belangen harer
leden, o. a. door getrouwe plichtsbetrachting
en toowyding aan het Huis van Oranje-Nassau
en hot zich zoo noodig in verbinding stellen
met andore vereenigingen van Rijks-ambte
naren en beambten, welker doel met het hare
overeenstemt. In de vergadering, waarin tot
de oprichting dezer vereeniging besloten werd,
kwam de voorzitter op tegen een betichting
als zou men hiermede revolutionnaire begin
selen nastreven.
Het b\j de Maatschappij „Wandelhoofd
Scheveningen" in aanbouw zijnde wandelhoofd
aau de zeezijde van het Kurhaus met toebe-
hooren moet, behoudens overmacht ten gevolge
van weersgesteldheid, voltooid zijn vóór 1
October e. k. Hoewel ten gevolge van ongun
stige weersgesteldheid vertraging is onder
vonden, zal waarschijnlijk wol aan dat bepaalde
kunnon worden voldaan. Evonwel wenscht de
Maatschappij liever vergunning, om, in dit
seizoen enkel het eigenlijke hoofd voltooiende,
den bouw van het feestgebouw uit te stellen
tot in het voorjaar van 1901; dit gebouw
zou dan 1 Juni 1901 voltooid zyn, terwijl
het wandelhoofd op 15 Aug. e. k. gereed zal
zjjn. Burgemeester en Wethouders van Den
Haag hebben den gemeenteraad voorgesteld
deze gewijzigde regeling goed te keuren.
Aan den gemeenteraad te 's-Gravenhage
Is door regenten der scholen van de Ned.-Herv.
Gemeente aldaar ten behoeve hunner scholen
een jaarlyksch krediet verzocht voor het uit
reiken van belooningen ter bevordering van
getrouw schoolbezoek.
By gelegenheid van het op Woensdag
;27 dezer, op „Woestduin", bij Yogelonzang,
;te houden Openbaar Christelijk Zangersfeest
hebben zich bereid verklaard om als sprekers op
te treden: dr. Joh. W. Pont, Ev.-Luth. pred. te
Utrecht; ds. C. Yan Proosdy, Geref. pred. te
[Amsterdam; en ds. G. J. A. Jonker, Herv.
pred. te Haarlem.
1 De beide eersten spreken in de pauzo. Ds.
Jonker houdt de slotrede.
In een te Haarlem gehouden vergadering
van Doopsgezinde Gemeenten waarin ver
slagen werden uitgebracht van studiefonds en
van ondersteuning van Doopsgezinde weezen
van onvermogende oudera werd, naar aan
leiding van de conclusie van het rapport der
commissie voor de „Doopsgezinden in de
Verstrooiing", met algemeene stemmen be
sloten tot het oprichten vaneen Vereeniging
tot behartiging van de godsdienstige belangen
van Doopsgezinde broeders en zustors in de
verstrooiing".
Tot leeraar in de Fransche taal aan de
H. B.-School met 3-jarigen cursus te Utrecht
Ls benoemd onze vroegere stadgenoot de heer
J. J. Wissenburgh, thans in geljjke betrek
king te Winterswijk.
Naar wjj vernemen, zullen, aan te vangen
met den cursus 1900-1901, op alle Rijks
inrichtingen van Middelbaar Onderwijs de
Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-middagen
beschikbaar worden gesteld voor de belangen
van het godsdienstonderwijs voor alle ge
zindten. (DJ
De Raad van Utingeradeel heeft gewei
gerd uit een wettig opgemaakte voordracht
van drie personen, ter benoeming van onder
wijzer met hoofdakte aan de openb. Jagere
school te Akkrum, een keuze te doen, zoodat
geen benoeming heeft plaats gehad. Thans
zullen B. on Ws., de taak van den Raad over
nemende, in de vacature voorzien.
Het bestuur der Vereeniging „Valburg"
tot verpleging van krankzinnigen en zenuw
lijders in huisgezinnen hield zijn eerste ver
gadering.
De heeren M. J. Chevallier te Zetten, A.
Jellema te Andelst en R. Van Veen te Gro
ningen werden respectievelijk tot voorzitter,
secretaris en penningmeester gekozen.
De heer J. Kimmel te Slijk-Ewijk word
tot tijdelijk geneesheer der vereeniging be
noemd.
Aanvragen om opname van patiënten kunnen
worden gezonden aan den voorzitter van het
Bestuur.
Op het graf van E. Gerdes, den be
kenden kinderschrijver, te Dootinchem, is
een monument geplaatst, waarvan de koston
worden gedragen door de Zondagsschool-
kinderen in Nederland. De heer J. Van 't
Lindenhout bood als hoofd der commissie dit
monument der familie als geschenk aan,
waarna de schooneoon, ds. D. J. Van Dijk,
bedankte.
Op het monument staat te lezen: E.
Gordes, ter gedachtenis van den dichter van
„Er ruischt langs de wolken". De Zondags-
schoolkinderen.
Het stoomschip „König" (uitreis) arri
veerde 20 Juni te Napels; de „Smeroe", van
Java naar Rotterdam, passeerde 21 Juni
Gibraltar; de „Soembawa", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 21 Juni Kaap Sint-
Vincent; de „Soembing", van Rotterdam naar
Batavia, passeerde 20 Juni Ouessant; de
„Koning Willem I", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 21 Juni van Genua; de
„Anchises", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 21 Juni Perim.
Alfon. Door het gemeentebestuur is inge
willigd een verzoek van den heer A. Pannevis,
scheepsbouwmeester alhier, om op het per
ceel, kadastr. bekend in Sectie A No. 2103,
een bestaande werkplaats te mogen vergroo-
ten en een gebouw, dienende tot machine
kamer en ketelhuis, te mogen oprichten.
Haarlemmermeer. Alhier heeft de ge
vreesde rups in de karwy zich weder vertoond.
Gedrukt door de lage prezen en de insecten
plaag, had men den bouw van dit gewas tyjna
gestaakt, toen, met de stijging der markt en
het vooruitzicht, dat dit insect misschien ver
nietigd was, men het vorige jaar weder in
grooter hoeveelheid is gaan zaaien.
Hillegom. In den winkel van den heer
Heutink aan de Hoofdstraat, alhier, kwam
Woensdagmorgen een tot nog toe onbekende
jongen van naar gissing 15 jaar, met ver
zoek hem op zicht twee heeren horloges voor
den heer R. Van Til, aan den straatweg alhier,
te willen medegeven. Voorzichtigheidshalve
besloot de winkeljuffrouw, die onlangs door
een anderen jongen voor een dameshorloge
was opgelicht, aan hot verzoek van don jongen
niet te voldoen, doch de gevraagde horloges
door haar dienstmeisje ten huize van den heer
R. Van TE te doen bezorgen, alwaar te kennen
word gegeven, dat men geen bestelling had
gedaan. Daar vermoed wordt, dat bedoelde
jongen in deze gemeente woonachtig is en
dat do mogelijkheid bestaat, dat hy by een
ander zal beproeven zyn slag te slaan, is het
raadzaam om voorzichtig te zyn.
Ten huize van A. M. Z., aan do Hoofd
straat alhier, heeft zich een geval van be
smettelijke ziekte (roodvonk) voorgedaan.
Oude-Wetering. Ds. J. Brouwer, alhier,
heeft een beroep ontvangen naar de Geref.
Kerk te Acjum, Friesland.
Sassenheim. De opbrengst der collocte
alhier voor den Gewapenden Dienst was f 9.97.
Voorburg. Gisteravond had alhier een
treurig ongeval plaats.
Uit den locaaltrein No. 767, welke te 8 u.
38 m. alhier aankomt, moest een juffrouw,
die ongesteld was geworden, verwijderd
worden.
Na haar in de 2de-klass0-wachtkamer te
hebben gedragen, bleok, dat geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen.
Dr. Oortgljzen, die onmiddellijk aanwezig
was, kon, na eenige vrqchteloozp pogingen
om de lovonsgeesten weer op te wekken,
met anders dan den dood constatoeren.
Hartverlamming schijnt oorzaak van den
dood te zijn.
Warmond. A. 8. Zaterdagmiddag te half-
twee zal ten Raadhui^o alhier gelegenheid
bestaan tot kostelooze inenting voor de inge
zetenen.
De gemeente-ontvanger alhier, de hoer
Jac. Rotteveel, herdacht gisteren zyn 60-jarig
huwelijksfeest. Zoowel van het raadhuis als
van alle andere gebouwen wapperdo de drie
kleur. De krasse oude heer vervult zijn ambt
nog steeds met de meeste toewijding.
De collecte voor den Gewapenden Dienst
heeft opgebracht 14.795.
Woubrugge. In deze gemeente komt de
besmettelijke veeziekte, mond- on klauwzeer,
voor.
In den nacht van 20 op 21 dezer worden
de dorpsbewoners uit hun eersten slaap ge
wekt door klokgelui en brandgeroep. Het
perceel, in drieën bewoond of in gebruik by
D. V., W. G. en D. W., stond in lichterlaaie
en werd een prooi van het verterend vuur.
Het krachtige optrodon der brandweer wist
hier de belendende gebouwen te vrljwaron.
Vooral de Christelijke School had hot ge
ducht warm. Was het hierbij gebleven, hier
was het spoedig gedoofd, toen de teleurstel
lende mare klonk, dat by den heer A. v. d. B.,
benodendyks, het rieten dak van de woning"
wis door de opgestegen en voortgewaaide
vonken vuur had gevat. Al ras waren nu drie
spuiten, ook die van Hoogmado, aanwezig of
in de nabijheid. Aan behoud bleek spoedig
niet te denken. Het geheelo verloop berokkende
burgemeester, brandmeesters en personeel
een inspannenden nacht. Do 6chade aan ge
bouwen en goederen wordt by diverse maat
schappijen door assurantie gedekt. Er is nog
geen juiste oorzaak bekend.
Zoeterwoude» Heden vieren de bijzondere
scholen feest. Dezen morgen waren alle kin
deren op hun Zondagsch uitgedost ter kerke
getogen, ter bijwoning der H. Mis, die voor
hen werd opgedragen.
Na afloop daarvan gingen zy naar de school,
alwaar de tyd aangenaam werd doorgebracht
met allerlei spolen. De inwendige mensch
werd niet vergeten, want feestelijk werden
de kinderen onthaald op krentenbroodjes als
anderszins, terwijl velerlei versnaperingen hun
bovendien nog extra werden toegekend.
Een uitdeeling van prijzen aan hen, die
het geheele jaar getrouw de school hebben
bezocht, is gewoonlijk het slot van het feest.
De collecte voor het fonds tot onder
steuning van den gewapenden dienst in de
Nederlanden heeft in deze gemeente opgebracht
24.09.
TJit do „Staatscourant,\
Kon. besluite Aan mr. J. P. Van Oateren
op verzoek eervol ontslag verleend als lid van
het college van regenten over het huis van be
waring te Heerenveeu, onder dankbetuiging voor
de ais zoodanig bewezen diensten; in zijn plaats
benoemd mr. D. J. li. Brants, rechter aldaar.
Alsnog benoemd tot vertegenwoordiger der
Regeering op bet van 10 tot 17 Augustus 1900
te Parijs te houden 10de internationale congre9
van hygiëne en demographie dr. C. Stékoulis, te
Konstautinopel, gedelegeerde voor Nederland in
don oppersten gezondheidsraad aldaar, en bepaald,
dat mr. A. Kcrdijk, voorzitter, en mr. H. W.
Methorst, secretaris van de centraio commissie
voor de statistiek, beiden te 's-Gravenhage, en
door die commissie aangewezen oni haar op
bovengenoemd congres te vertegenwoordigen,
tevens de Regeering aldaar zullen vertegen
woordigen.
Aau den lsten luit. van don staf der inf. C.
Spat, leeraar bij de Kon. Militaire Academie, met
ingang van 16 Juli a. s., op zijn verzoek, een
eervol ontslag verleend uit den militairen dienst;
en genoemde officier, met ingang van gemeldea
datum, benoemd tot leeraar in de Maleische taal,
en in de land- en volkenkunde van Nederlandsch-
lndiü aan gomelde inrichting.
Aan den adjunct-administrateur P. A. Snellen
van Vollenhoven verlof verleend tot het aannemen
dor teekeneu van ridder 3de klasse der orde vau
het borstbeeld van den Bevrijder, hem geschonken
door den president van Venezuela.
Tweede Kamer,
In de gisternamiddag voortgezette zitting
der Tweede Kamer ontwikkelde de hoer Van
Kanpen de in oen motie uitgesproken wensche-
lykheid van óén postbestelling op Zondag.
De motie luidde:
„De Kamer, van oordeel, dat met het oog
op het groot belang van Zondagsrust voor
Rijksambtenaren slechts één postbestelling op
den Zondag wenschelyk is, gaat over tot do
orde van den dag".
De voorsteller lichtte deze motie toe met een
beroep op de noodzakelykhoid van Zondagsrust,
overal en algemeen erkendhij beroept zich
op de literatuur in het buitenland en op een
tweetel academische proefschriften, zoomede
op ii - e gevoelen van ledon der Kamers van
Kooph. te Rotterdam en Amsterdam; torwyi
hy verder wyst op de by de Kamer ingekomen
adressen van werklieden- en andere vereenigin
gen, tot ondersteuning van zyn motie, in het
belang van de postbeambten. Hy deelt mede,
hoe de regeling in andore landen is, speciaal
in Engeland, Belgié, Duitschland, Zwitserland,
Frankryk en Denemarken. Schier overal heeft
men slechts één bestelling op Zondag, zonder
dat er eenige schade van wordt ondervonden.
Hy dringt er op aan dit voorbeeld te volgen.1
De Regeering heeft uit bescheidenheid zeker
deze sociale verbetering aan het initiatief der
Kamer willen overlaten.
De heer Roessingh vraagt eenige Inlichting
omtrent de beteekenis der motie. Met het
hoofddenkbeeld, Zondagsrust, is 6pr. het vol
komen eens. Heeft de spr. echter alleen op
de po8tbestellers het oog? Of ook op de
poetboden? Dat is niet hetzelfde.
De spreker wil buiten strikte noodzake-1
l(jkheid geen inbreuk op de Zondagsrust;
maar waar is de grens en wie zal hier be
slissen? Voor hen, die absolute Zondagsrust
willen, is do motie half werk. En als men
een bestelling minder invoert en byv. alle
gedrukte stukken laat liggen, zal het sorteeren
daarvan voor veel beambten vermeerdering
van werk geven. Voor de steden, met groot
postpersoneel, zal het veel geven; voor het
platteland, waar men veelal één besteller heeft
in een gemeente, biyft het werk even zwaar.
Spr. zou ten plattelande aan de postboden
voor den Zondag hulp wülen geven.
De Minister van Waterstaat wil biyven
streven naar Zondagdienstbeperking door uit
breiding van het personeel, ook door den heer
Roessingh voorgesteld, en door beperking van
het aantal te verzenden stukken, maar niet
door het laten afhalen van brieven aan het
kantoor. Hy wil wol óén, niet twee bestel
lingen opheffen.
De heer Schaper ondersteunde de motie.
De heer Van Kempen handhaafde *yn motie
niet, nadat de minister verbotering der positie
van de postboden had toegezegd.
Op de interpellatie van den heer Van Dedem
betreffende de afschaffing van tollen, antwoordde
de Minister van Financiën, dat hy voornemens
is voorstellen te doen tot afschaffing van
andere tollon.
De heer Van Dedem en drie leden dienden
een motie in ten gunste der afschaffing,
welke motie later wordt behandeld.
Zonder discussie wordt het wetsontwerp
om een bydrage uit 'sRyks schatkist voor
den bouw van oen nieuwe schutsluis te
Zaandam te geven van ƒ151,000, aangenomen.
Vervolgens is aangevangen de beraad
slaging over het wetsontwerp tot wyziging
van de artt. 240c en 243 der Gemeentewet
(progressie gemeentebelastingen).
Betoogd word door den heer Willingt, dat
de Regeering niet ver genoeg is gegaan, en
door den heer Meesters, dat de noodzakelijkheid
voor wetswyziging niet voldoende is aan
getoond.
De Minister van Binnenlandsche Zaken be
streed dit laab ie. Dat sedert 1897 de hoofde
lijke omslagen zijn verhoogd is waar, maar
dat kwam, onuAit in vele gemeenten de aller
noodzakelijkste uitgaven waren uitgesteld.
Door den heei Willinge werd meer vryheid
gewenscht en door w-en ingrijpend amendement
wil hy daartoe gerakso. By de beha*deling
van dat amendement komt de minister daarop
terug.
Dat hot Rogeeringsontwerp te bekrompen
is, heeft de heer Willinge niet aangetoond.
De hoer Van Dedem heeft een amendement
voorgesteld om beter in de wet te doen uit
komen, dat het de bedoeling is by de toepas
sing van progressie eon gedeeltelyke sieging
te waarborgen.
Opofferende liefde.
Slof)
Onze voorraad beschuit was al sedert den
vorigen dag uitgeput; we hadden niet veel
meegenomen en waren niet gelukkig geweest
in het vinden van noten en vruchten. Op onzen
ganschen tocht waren wy geen enkelen inboor
ling togen gekomen. Rohan zei, dat ze door de
soldaten verder noordwaarts waren gedreven
en nu achter de heuvelen woonden.
Hier in het Oosten vonden wy meer vruch
ten en wy stuitten dien dag tweemaal op
aanplantiDgen, die door de inboorlingen waren
verlaten en waar wy gelei, zoete aardappelen
en cocosnoton vonden. Wy bleven een poosje
in dit kloino paradys. Ofschoon er geen klacht
over zyn lippen kwam, schenen Rohans
krachten te verminderen. Ik zag steeds dien
glimlach, die van opgewektheid en hoop sprak,
om zyn lippen zweven, en ik was er van
overtuigd, dat die glimlach door myn tegen
woordigheid te voorschyn werd geroepen.
„Ik dacht, dat het geluk en ik voor al tyd
afscheid van elkaar hadden genomen," zei hy,
'toen we ons in de zon lagen te koesteren en
(van de vruchten van den arbeid van anderen
genoten, „maar jy hebt my weer nader tot
God gebracht, lieveling. Als ik jou aankyk,
is het verleden voorbij, is het een benauwde
droom, waarop een ontwaken is gevolgd, dat
door de tegenstelling met het bittere verleden
des te.heeriyker schjjnt. Jy.
Ik wist, dat hy zich nog over my onge
gist maakte. Ik keek hem onderzoekend aan,
'flrukto een kus op zyn bleeke lippen en zei
pnet een van aandoening trillende stem;
„De goede God heeft myn hartewensch ver
vuld. Daarvoor dank ik Hem dan ook met
myn heele ziel".
Den vierden dag bereikten wy eindoiyk de
kust, waar de zonnestralen de gladgepoiysto
schelpen deden schitteren als diamanten. Wy
baadden onze vermoeide ledematen en ge
kneusde voeten in het schuimende water on
voelden ons daarna zeer opgefrischt.
„Nog een klein eindje, lieveling," fluis
terde hy.
„Ik zie daarginds Iets. Misschien kan ons
dat tegen de zonnestralen beschermen."
Terwyi ik met al myn aandacht naar hem
keek, had hy vol hoop in de verte getuurd.
"Wy strompelden voort en bereikten eindeiyk
het voorwerp, dat zyn aandacht zoozeer in
beslag had gonomen. Het was een witgeverfde
boot, die door het zeewater verkleurd was.
Zy lag omgekeerd op het strander was oen
groot gat in. De golven hadden haar op het
strand gegooid, waar ze was blyvec liggen.
„Daar kannen wy schuilen," mompelde
Rohan. Toen hy bukte, om onder de boot te
kyken, zuchtte hy en viel voorover op het
zand. Ik kon er nog net onder door kruipen,
trok hem mee en veegde met een punt van
myn japon het zand uit zyn oogen en mond.
Dan kroop ik er weer uit, liep naar do
zee, verzamelde in de holte van myn hand
zooveel water als ik kon en besproeide daar
mee zyn gezicht en zijn handen. Ik herhaalde
dit eenige malen tot hy ten laatste zyn oogen
opendeed en my aankoek.
„Ik zal vruchten of water voor je gaan
zoeken, vent," zei ik en begaf my dadelyk
op het pad.
Op eenigen afstand van de boot ontdekte
ik een klein beekje, dat langs een rots stroomde
en op het strand uitmondde. Ik nam zooveel
water mee als ik kon, maar ongelukkig had
ik do grootste helft al verloren voordat ik do
boot bereikte.
Die paar druppels water deden hem echter
goed en toen by gedronken had, kuste hy
myn natte handen en glimlachte.
„Ik zal nog wat gaan halen," zei ik, keek
rond en vond een schelp, die my in staat
stelde hem beter van dienst te zyn.
„Dit ia niet zoo lekker als het vorige,"
zei hy.
„Maar heb je zelf al wel gedronken?"
„Ik heb aan de bron gedronken," zei ik.
Het was niet waar, aan myn eigen dorst
had ik niet gedacht.
Ik vond op het strand een paar schelp
dieren; we aten ze rauw op en het smaakte
ons vry goed.
Toen de grootste hitte was geweken, hielp ik
hem onder de boot uit te kruipen. Hy ging
met zyn rug tegen do boot op het zand zitten
en genoot van het frissche briesje. Ik ging
naast hem zitten.
De zonsondergang was dien avond indruk
wekkend mooi. Het was alsof er een onnoem-
ïyk aantal strepen en kleuren aan het uit
spansel gloeiden, die elk oogenblik een anderen
vorm aannamen. Het was echter niet anders
dan de weerkaatsing uit het "Westen. Hot
was my alsof de lucht in brand stond en het
einde der wereld naby was. Toen verdwenen
ineens alle kleuren en gingen in een somber
grys over; alle leven was geweken; het was
nacht. Ik droeg Rohan weer onder de boot
en ging naast hem liggen slapen. Ik sliep
lang en zwaar, want ik was geducht moe.
Opeens schrikte ik wakker. Het was al lang
dag. Rohan lag naast my op het zand. Hy
zag zoo bleok en ingevallen, dat het hart mjj
ineenkromp en ik in myn angst uitriep:
„Hy is van my heengegaan!"
Toen deed hy zyn oogen open en lachte
togen my. Ik kon myn tranen niet weer
houden, ze vielen op zyn gezicht.
„Ik ben moe, dat is alles," fluisterde hy.
„Het zal wel gauw overgaan."
Ik liep het strand nog eens langs om
schelpdieren te zoeken en beklom den berg
om vruchten te plakken. Telkens, als ik
terugkwam, vreesde ik, dat hy my verlaten
zou hebben.
Opeens wees hy my aan het einde der
boot een klein houten kastje, dat hy ontdekt
had doordat hy steeds om zich heen keek.
Om hem genoegen to doen, zocht ik een
stukje koraal om het open te maken. Er
kwamen verscheiden dingen uit; een lang
werpig pakje, in geteerd papier gewikkeld,
waarschynlyk een boek, en ol ongekende
weelde, een tinnen boker. Ik vloog met dien
beker naar het beekje en bracht hem terug,
vol heerlyk, frisch water.
Dien dag vond ik in de struiken eieren van
wilde duiven. Zy schenen hem goed te doen,
maar de voorraad was weldra uitgeput, en al
myn pogingen, om een der wilde duiven te
vangen, mislukten.
Dien avond vlamde de hemel weer op in een
strydlustig rood, groen en goud; daarop ver
dween alles weer en werd het nacht. Er stak
een koude wind op, zoodat ik naar buiten ging
om een zandbank rondom de boot te maken,
zoodat zy, op óén opening na, geheel inge
sloten was. Den ganschen nacht huEde en
loeide de wind en beukten de golven zoo hard
tegen het strand, dat ik er niet door slapen
kon. Ieder oogenblik beving my de vrees, dat
de golven de boot zouden bereiken en haar
plus inhoud meevoeren.
Den volgenden dag gierde de wind steeds^
om onze ooren en dreigde de witte branding
ons met den dood.
Er waren geen schelpdieren meer te vinden
en hoe ik ook zocht, eieren vond ik ook niet.
Dien dag was het water uit de bron ons eenig
voedsel.
Daar kwamen de golven regelrecht op onze
boot af; zy voorden myn barricade van zand
mee en bespatten er ons mee. Wy waren
toen geheel ten prooi aan den kouden,
vochtigen wind. We waren door en door nat
en koud.
Ik lag naast my'n lieveling en trachtte hem
zooveel mogelyk te beschutten, maar hot gaf
niet veel. Myn hart werd nog kouder dan myn
lichaam, als ik bedacht wat daarvan het einde
zou zyn. Maar als hy zyn vermoeido oogleden
opende en ik de vredige, liefdevolle uitdrukking
z(jner oogen zag, die door myn tegenwoordig
heid werd opgewekt, dan zou ik myn plaats
niet hebben wülen ruilen voor een konink-
ïyken zetel.
Tegen den avond bedaarde de storm; de
laaghangende loodgryze wolken dreven weg;
hot onheilspellende rood van den zonsonder
gang flikkerde onder de boot en wierp zulke
vreemde schaduwen op Rohan's gezicht, dat
hot den indruk maakte van door pyn ver
wrongen te zyn.
Toen ik me over hem hoenboog, bemerkte
ik een verandering. Hy sperde zyn oogen wyd
open; al de liefde van zyn gebroken hart
sprak er uit.
„Myn lief vrouwtje t" fluisterde hy en deed
een poging om myn hand te drukken.
„Beste manl" zei ik snikkend.
Hy lachte nog eenmaal tegen my.
„Vaarwel 1" mompelde hij en keerde zich
om ln het zand als een vermoeid kind, dat
zich ia zyn lakens wikkelt.