r rr. T2369 Vrijdag 32 Juni. A*. 1900 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van J;'on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. PRIJS DEZEB COUKAUT: Voor Leidon per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. i.*a 0.05. PRIJS DER AD VERTEN 'i'IËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 g. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Leiden, 22 Jnni. Met ingang van 1 October a. s. is de kapitein IA. L. Boonaeker, van het 4de regiment infan terie, alhier, benoomd tot kapitein voor speciale diensten en bestemd om op te treden als directeur van den cursus van gemeld corps. Hertog Albrecht van Beieren, de hoofd persoon van de Leidsche maskeradefeesten, zal Zondagavond met groot gevolg het Kur- haus te Scheveningen bezoeken en een gedeelte van het concert in de Kursaal by wonen. Jhr. Van Tets van Goudriaan, onze gezant te Berlin, is naar zijn post in Den Haag teruggekeerd. Mr. M. P. H. Wiercx is heden voor den Hoogen Raad opnieuw beöedigd als advocaat. Naar aanleiding van do op 5 Juni jl. in het gebouw der Kweekschool voor Zeevaart, alhier, gehouden openbare aanbesteding is de levering van aardappelen ten behoeve van het porsoneel der marine te Leiden, gedurende het tjjdvak van 1 Juli tot en met 31 Decem ber 1900, thans toegestaan aan den heer J. Nieuwenhuizen, wonende te Leiden, en wel voor den prys van ƒ3.40 de 100 kilogram. De heer C. Quack, hoofd der Christelijke school te Nieuwveen, is benoemd tot hoofd der met 1 October te openen Chr. school te Ter Aar. Te 's-Gravenhage is thans een vereeni- ging van beambten der Departementen van Algemeen Bestuur en Hooge Colleges van Staat opgericht, welke zich ten doel stelt het bevorderen van do algemeene belangen harer leden, o. a. door getrouwe plichtsbetrachting en toowyding aan het Huis van Oranje-Nassau en hot zich zoo noodig in verbinding stellen met andore vereenigingen van Rijks-ambte naren en beambten, welker doel met het hare overeenstemt. In de vergadering, waarin tot de oprichting dezer vereeniging besloten werd, kwam de voorzitter op tegen een betichting als zou men hiermede revolutionnaire begin selen nastreven. Het b\j de Maatschappij „Wandelhoofd Scheveningen" in aanbouw zijnde wandelhoofd aau de zeezijde van het Kurhaus met toebe- hooren moet, behoudens overmacht ten gevolge van weersgesteldheid, voltooid zijn vóór 1 October e. k. Hoewel ten gevolge van ongun stige weersgesteldheid vertraging is onder vonden, zal waarschijnlijk wol aan dat bepaalde kunnon worden voldaan. Evonwel wenscht de Maatschappij liever vergunning, om, in dit seizoen enkel het eigenlijke hoofd voltooiende, den bouw van het feestgebouw uit te stellen tot in het voorjaar van 1901; dit gebouw zou dan 1 Juni 1901 voltooid zyn, terwijl het wandelhoofd op 15 Aug. e. k. gereed zal zjjn. Burgemeester en Wethouders van Den Haag hebben den gemeenteraad voorgesteld deze gewijzigde regeling goed te keuren. Aan den gemeenteraad te 's-Gravenhage Is door regenten der scholen van de Ned.-Herv. Gemeente aldaar ten behoeve hunner scholen een jaarlyksch krediet verzocht voor het uit reiken van belooningen ter bevordering van getrouw schoolbezoek. By gelegenheid van het op Woensdag ;27 dezer, op „Woestduin", bij Yogelonzang, ;te houden Openbaar Christelijk Zangersfeest hebben zich bereid verklaard om als sprekers op te treden: dr. Joh. W. Pont, Ev.-Luth. pred. te Utrecht; ds. C. Yan Proosdy, Geref. pred. te [Amsterdam; en ds. G. J. A. Jonker, Herv. pred. te Haarlem. 1 De beide eersten spreken in de pauzo. Ds. Jonker houdt de slotrede. In een te Haarlem gehouden vergadering van Doopsgezinde Gemeenten waarin ver slagen werden uitgebracht van studiefonds en van ondersteuning van Doopsgezinde weezen van onvermogende oudera werd, naar aan leiding van de conclusie van het rapport der commissie voor de „Doopsgezinden in de Verstrooiing", met algemeene stemmen be sloten tot het oprichten vaneen Vereeniging tot behartiging van de godsdienstige belangen van Doopsgezinde broeders en zustors in de verstrooiing". Tot leeraar in de Fransche taal aan de H. B.-School met 3-jarigen cursus te Utrecht Ls benoemd onze vroegere stadgenoot de heer J. J. Wissenburgh, thans in geljjke betrek king te Winterswijk. Naar wjj vernemen, zullen, aan te vangen met den cursus 1900-1901, op alle Rijks inrichtingen van Middelbaar Onderwijs de Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-middagen beschikbaar worden gesteld voor de belangen van het godsdienstonderwijs voor alle ge zindten. (DJ De Raad van Utingeradeel heeft gewei gerd uit een wettig opgemaakte voordracht van drie personen, ter benoeming van onder wijzer met hoofdakte aan de openb. Jagere school te Akkrum, een keuze te doen, zoodat geen benoeming heeft plaats gehad. Thans zullen B. on Ws., de taak van den Raad over nemende, in de vacature voorzien. Het bestuur der Vereeniging „Valburg" tot verpleging van krankzinnigen en zenuw lijders in huisgezinnen hield zijn eerste ver gadering. De heeren M. J. Chevallier te Zetten, A. Jellema te Andelst en R. Van Veen te Gro ningen werden respectievelijk tot voorzitter, secretaris en penningmeester gekozen. De heer J. Kimmel te Slijk-Ewijk word tot tijdelijk geneesheer der vereeniging be noemd. Aanvragen om opname van patiënten kunnen worden gezonden aan den voorzitter van het Bestuur. Op het graf van E. Gerdes, den be kenden kinderschrijver, te Dootinchem, is een monument geplaatst, waarvan de koston worden gedragen door de Zondagsschool- kinderen in Nederland. De heer J. Van 't Lindenhout bood als hoofd der commissie dit monument der familie als geschenk aan, waarna de schooneoon, ds. D. J. Van Dijk, bedankte. Op het monument staat te lezen: E. Gordes, ter gedachtenis van den dichter van „Er ruischt langs de wolken". De Zondags- schoolkinderen. Het stoomschip „König" (uitreis) arri veerde 20 Juni te Napels; de „Smeroe", van Java naar Rotterdam, passeerde 21 Juni Gibraltar; de „Soembawa", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 21 Juni Kaap Sint- Vincent; de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, passeerde 20 Juni Ouessant; de „Koning Willem I", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 21 Juni van Genua; de „Anchises", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 21 Juni Perim. Alfon. Door het gemeentebestuur is inge willigd een verzoek van den heer A. Pannevis, scheepsbouwmeester alhier, om op het per ceel, kadastr. bekend in Sectie A No. 2103, een bestaande werkplaats te mogen vergroo- ten en een gebouw, dienende tot machine kamer en ketelhuis, te mogen oprichten. Haarlemmermeer. Alhier heeft de ge vreesde rups in de karwy zich weder vertoond. Gedrukt door de lage prezen en de insecten plaag, had men den bouw van dit gewas tyjna gestaakt, toen, met de stijging der markt en het vooruitzicht, dat dit insect misschien ver nietigd was, men het vorige jaar weder in grooter hoeveelheid is gaan zaaien. Hillegom. In den winkel van den heer Heutink aan de Hoofdstraat, alhier, kwam Woensdagmorgen een tot nog toe onbekende jongen van naar gissing 15 jaar, met ver zoek hem op zicht twee heeren horloges voor den heer R. Van Til, aan den straatweg alhier, te willen medegeven. Voorzichtigheidshalve besloot de winkeljuffrouw, die onlangs door een anderen jongen voor een dameshorloge was opgelicht, aan hot verzoek van don jongen niet te voldoen, doch de gevraagde horloges door haar dienstmeisje ten huize van den heer R. Van TE te doen bezorgen, alwaar te kennen word gegeven, dat men geen bestelling had gedaan. Daar vermoed wordt, dat bedoelde jongen in deze gemeente woonachtig is en dat do mogelijkheid bestaat, dat hy by een ander zal beproeven zyn slag te slaan, is het raadzaam om voorzichtig te zyn. Ten huize van A. M. Z., aan do Hoofd straat alhier, heeft zich een geval van be smettelijke ziekte (roodvonk) voorgedaan. Oude-Wetering. Ds. J. Brouwer, alhier, heeft een beroep ontvangen naar de Geref. Kerk te Acjum, Friesland. Sassenheim. De opbrengst der collocte alhier voor den Gewapenden Dienst was f 9.97. Voorburg. Gisteravond had alhier een treurig ongeval plaats. Uit den locaaltrein No. 767, welke te 8 u. 38 m. alhier aankomt, moest een juffrouw, die ongesteld was geworden, verwijderd worden. Na haar in de 2de-klass0-wachtkamer te hebben gedragen, bleok, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Dr. Oortgljzen, die onmiddellijk aanwezig was, kon, na eenige vrqchteloozp pogingen om de lovonsgeesten weer op te wekken, met anders dan den dood constatoeren. Hartverlamming schijnt oorzaak van den dood te zijn. Warmond. A. 8. Zaterdagmiddag te half- twee zal ten Raadhui^o alhier gelegenheid bestaan tot kostelooze inenting voor de inge zetenen. De gemeente-ontvanger alhier, de hoer Jac. Rotteveel, herdacht gisteren zyn 60-jarig huwelijksfeest. Zoowel van het raadhuis als van alle andere gebouwen wapperdo de drie kleur. De krasse oude heer vervult zijn ambt nog steeds met de meeste toewijding. De collecte voor den Gewapenden Dienst heeft opgebracht 14.795. Woubrugge. In deze gemeente komt de besmettelijke veeziekte, mond- on klauwzeer, voor. In den nacht van 20 op 21 dezer worden de dorpsbewoners uit hun eersten slaap ge wekt door klokgelui en brandgeroep. Het perceel, in drieën bewoond of in gebruik by D. V., W. G. en D. W., stond in lichterlaaie en werd een prooi van het verterend vuur. Het krachtige optrodon der brandweer wist hier de belendende gebouwen te vrljwaron. Vooral de Christelijke School had hot ge ducht warm. Was het hierbij gebleven, hier was het spoedig gedoofd, toen de teleurstel lende mare klonk, dat by den heer A. v. d. B., benodendyks, het rieten dak van de woning" wis door de opgestegen en voortgewaaide vonken vuur had gevat. Al ras waren nu drie spuiten, ook die van Hoogmado, aanwezig of in de nabijheid. Aan behoud bleek spoedig niet te denken. Het geheelo verloop berokkende burgemeester, brandmeesters en personeel een inspannenden nacht. Do 6chade aan ge bouwen en goederen wordt by diverse maat schappijen door assurantie gedekt. Er is nog geen juiste oorzaak bekend. Zoeterwoude» Heden vieren de bijzondere scholen feest. Dezen morgen waren alle kin deren op hun Zondagsch uitgedost ter kerke getogen, ter bijwoning der H. Mis, die voor hen werd opgedragen. Na afloop daarvan gingen zy naar de school, alwaar de tyd aangenaam werd doorgebracht met allerlei spolen. De inwendige mensch werd niet vergeten, want feestelijk werden de kinderen onthaald op krentenbroodjes als anderszins, terwijl velerlei versnaperingen hun bovendien nog extra werden toegekend. Een uitdeeling van prijzen aan hen, die het geheele jaar getrouw de school hebben bezocht, is gewoonlijk het slot van het feest. De collecte voor het fonds tot onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden heeft in deze gemeente opgebracht 24.09. TJit do „Staatscourant,\ Kon. besluite Aan mr. J. P. Van Oateren op verzoek eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over het huis van be waring te Heerenveeu, onder dankbetuiging voor de ais zoodanig bewezen diensten; in zijn plaats benoemd mr. D. J. li. Brants, rechter aldaar. Alsnog benoemd tot vertegenwoordiger der Regeering op bet van 10 tot 17 Augustus 1900 te Parijs te houden 10de internationale congre9 van hygiëne en demographie dr. C. Stékoulis, te Konstautinopel, gedelegeerde voor Nederland in don oppersten gezondheidsraad aldaar, en bepaald, dat mr. A. Kcrdijk, voorzitter, en mr. H. W. Methorst, secretaris van de centraio commissie voor de statistiek, beiden te 's-Gravenhage, en door die commissie aangewezen oni haar op bovengenoemd congres te vertegenwoordigen, tevens de Regeering aldaar zullen vertegen woordigen. Aau den lsten luit. van don staf der inf. C. Spat, leeraar bij de Kon. Militaire Academie, met ingang van 16 Juli a. s., op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend uit den militairen dienst; en genoemde officier, met ingang van gemeldea datum, benoemd tot leeraar in de Maleische taal, en in de land- en volkenkunde van Nederlandsch- lndiü aan gomelde inrichting. Aan den adjunct-administrateur P. A. Snellen van Vollenhoven verlof verleend tot het aannemen dor teekeneu van ridder 3de klasse der orde vau het borstbeeld van den Bevrijder, hem geschonken door den president van Venezuela. Tweede Kamer, In de gisternamiddag voortgezette zitting der Tweede Kamer ontwikkelde de hoer Van Kanpen de in oen motie uitgesproken wensche- lykheid van óén postbestelling op Zondag. De motie luidde: „De Kamer, van oordeel, dat met het oog op het groot belang van Zondagsrust voor Rijksambtenaren slechts één postbestelling op den Zondag wenschelyk is, gaat over tot do orde van den dag". De voorsteller lichtte deze motie toe met een beroep op de noodzakelykhoid van Zondagsrust, overal en algemeen erkendhij beroept zich op de literatuur in het buitenland en op een tweetel academische proefschriften, zoomede op ii - e gevoelen van ledon der Kamers van Kooph. te Rotterdam en Amsterdam; torwyi hy verder wyst op de by de Kamer ingekomen adressen van werklieden- en andere vereenigin gen, tot ondersteuning van zyn motie, in het belang van de postbeambten. Hy deelt mede, hoe de regeling in andore landen is, speciaal in Engeland, Belgié, Duitschland, Zwitserland, Frankryk en Denemarken. Schier overal heeft men slechts één bestelling op Zondag, zonder dat er eenige schade van wordt ondervonden. Hy dringt er op aan dit voorbeeld te volgen.1 De Regeering heeft uit bescheidenheid zeker deze sociale verbetering aan het initiatief der Kamer willen overlaten. De heer Roessingh vraagt eenige Inlichting omtrent de beteekenis der motie. Met het hoofddenkbeeld, Zondagsrust, is 6pr. het vol komen eens. Heeft de spr. echter alleen op de po8tbestellers het oog? Of ook op de poetboden? Dat is niet hetzelfde. De spreker wil buiten strikte noodzake-1 l(jkheid geen inbreuk op de Zondagsrust; maar waar is de grens en wie zal hier be slissen? Voor hen, die absolute Zondagsrust willen, is do motie half werk. En als men een bestelling minder invoert en byv. alle gedrukte stukken laat liggen, zal het sorteeren daarvan voor veel beambten vermeerdering van werk geven. Voor de steden, met groot postpersoneel, zal het veel geven; voor het platteland, waar men veelal één besteller heeft in een gemeente, biyft het werk even zwaar. Spr. zou ten plattelande aan de postboden voor den Zondag hulp wülen geven. De Minister van Waterstaat wil biyven streven naar Zondagdienstbeperking door uit breiding van het personeel, ook door den heer Roessingh voorgesteld, en door beperking van het aantal te verzenden stukken, maar niet door het laten afhalen van brieven aan het kantoor. Hy wil wol óén, niet twee bestel lingen opheffen. De heer Schaper ondersteunde de motie. De heer Van Kempen handhaafde *yn motie niet, nadat de minister verbotering der positie van de postboden had toegezegd. Op de interpellatie van den heer Van Dedem betreffende de afschaffing van tollen, antwoordde de Minister van Financiën, dat hy voornemens is voorstellen te doen tot afschaffing van andere tollon. De heer Van Dedem en drie leden dienden een motie in ten gunste der afschaffing, welke motie later wordt behandeld. Zonder discussie wordt het wetsontwerp om een bydrage uit 'sRyks schatkist voor den bouw van oen nieuwe schutsluis te Zaandam te geven van ƒ151,000, aangenomen. Vervolgens is aangevangen de beraad slaging over het wetsontwerp tot wyziging van de artt. 240c en 243 der Gemeentewet (progressie gemeentebelastingen). Betoogd word door den heer Willingt, dat de Regeering niet ver genoeg is gegaan, en door den heer Meesters, dat de noodzakelijkheid voor wetswyziging niet voldoende is aan getoond. De Minister van Binnenlandsche Zaken be streed dit laab ie. Dat sedert 1897 de hoofde lijke omslagen zijn verhoogd is waar, maar dat kwam, onuAit in vele gemeenten de aller noodzakelijkste uitgaven waren uitgesteld. Door den heei Willinge werd meer vryheid gewenscht en door w-en ingrijpend amendement wil hy daartoe gerakso. By de beha*deling van dat amendement komt de minister daarop terug. Dat hot Rogeeringsontwerp te bekrompen is, heeft de heer Willinge niet aangetoond. De hoer Van Dedem heeft een amendement voorgesteld om beter in de wet te doen uit komen, dat het de bedoeling is by de toepas sing van progressie eon gedeeltelyke sieging te waarborgen. Opofferende liefde. Slof) Onze voorraad beschuit was al sedert den vorigen dag uitgeput; we hadden niet veel meegenomen en waren niet gelukkig geweest in het vinden van noten en vruchten. Op onzen ganschen tocht waren wy geen enkelen inboor ling togen gekomen. Rohan zei, dat ze door de soldaten verder noordwaarts waren gedreven en nu achter de heuvelen woonden. Hier in het Oosten vonden wy meer vruch ten en wy stuitten dien dag tweemaal op aanplantiDgen, die door de inboorlingen waren verlaten en waar wy gelei, zoete aardappelen en cocosnoton vonden. Wy bleven een poosje in dit kloino paradys. Ofschoon er geen klacht over zyn lippen kwam, schenen Rohans krachten te verminderen. Ik zag steeds dien glimlach, die van opgewektheid en hoop sprak, om zyn lippen zweven, en ik was er van overtuigd, dat die glimlach door myn tegen woordigheid te voorschyn werd geroepen. „Ik dacht, dat het geluk en ik voor al tyd afscheid van elkaar hadden genomen," zei hy, 'toen we ons in de zon lagen te koesteren en (van de vruchten van den arbeid van anderen genoten, „maar jy hebt my weer nader tot God gebracht, lieveling. Als ik jou aankyk, is het verleden voorbij, is het een benauwde droom, waarop een ontwaken is gevolgd, dat door de tegenstelling met het bittere verleden des te.heeriyker schjjnt. Jy. Ik wist, dat hy zich nog over my onge gist maakte. Ik keek hem onderzoekend aan, 'flrukto een kus op zyn bleeke lippen en zei pnet een van aandoening trillende stem; „De goede God heeft myn hartewensch ver vuld. Daarvoor dank ik Hem dan ook met myn heele ziel". Den vierden dag bereikten wy eindoiyk de kust, waar de zonnestralen de gladgepoiysto schelpen deden schitteren als diamanten. Wy baadden onze vermoeide ledematen en ge kneusde voeten in het schuimende water on voelden ons daarna zeer opgefrischt. „Nog een klein eindje, lieveling," fluis terde hy. „Ik zie daarginds Iets. Misschien kan ons dat tegen de zonnestralen beschermen." Terwyi ik met al myn aandacht naar hem keek, had hy vol hoop in de verte getuurd. "Wy strompelden voort en bereikten eindeiyk het voorwerp, dat zyn aandacht zoozeer in beslag had gonomen. Het was een witgeverfde boot, die door het zeewater verkleurd was. Zy lag omgekeerd op het strander was oen groot gat in. De golven hadden haar op het strand gegooid, waar ze was blyvec liggen. „Daar kannen wy schuilen," mompelde Rohan. Toen hy bukte, om onder de boot te kyken, zuchtte hy en viel voorover op het zand. Ik kon er nog net onder door kruipen, trok hem mee en veegde met een punt van myn japon het zand uit zyn oogen en mond. Dan kroop ik er weer uit, liep naar do zee, verzamelde in de holte van myn hand zooveel water als ik kon en besproeide daar mee zyn gezicht en zijn handen. Ik herhaalde dit eenige malen tot hy ten laatste zyn oogen opendeed en my aankoek. „Ik zal vruchten of water voor je gaan zoeken, vent," zei ik en begaf my dadelyk op het pad. Op eenigen afstand van de boot ontdekte ik een klein beekje, dat langs een rots stroomde en op het strand uitmondde. Ik nam zooveel water mee als ik kon, maar ongelukkig had ik do grootste helft al verloren voordat ik do boot bereikte. Die paar druppels water deden hem echter goed en toen by gedronken had, kuste hy myn natte handen en glimlachte. „Ik zal nog wat gaan halen," zei ik, keek rond en vond een schelp, die my in staat stelde hem beter van dienst te zyn. „Dit ia niet zoo lekker als het vorige," zei hy. „Maar heb je zelf al wel gedronken?" „Ik heb aan de bron gedronken," zei ik. Het was niet waar, aan myn eigen dorst had ik niet gedacht. Ik vond op het strand een paar schelp dieren; we aten ze rauw op en het smaakte ons vry goed. Toen de grootste hitte was geweken, hielp ik hem onder de boot uit te kruipen. Hy ging met zyn rug tegen do boot op het zand zitten en genoot van het frissche briesje. Ik ging naast hem zitten. De zonsondergang was dien avond indruk wekkend mooi. Het was alsof er een onnoem- ïyk aantal strepen en kleuren aan het uit spansel gloeiden, die elk oogenblik een anderen vorm aannamen. Het was echter niet anders dan de weerkaatsing uit het "Westen. Hot was my alsof de lucht in brand stond en het einde der wereld naby was. Toen verdwenen ineens alle kleuren en gingen in een somber grys over; alle leven was geweken; het was nacht. Ik droeg Rohan weer onder de boot en ging naast hem liggen slapen. Ik sliep lang en zwaar, want ik was geducht moe. Opeens schrikte ik wakker. Het was al lang dag. Rohan lag naast my op het zand. Hy zag zoo bleok en ingevallen, dat het hart mjj ineenkromp en ik in myn angst uitriep: „Hy is van my heengegaan!" Toen deed hy zyn oogen open en lachte togen my. Ik kon myn tranen niet weer houden, ze vielen op zyn gezicht. „Ik ben moe, dat is alles," fluisterde hy. „Het zal wel gauw overgaan." Ik liep het strand nog eens langs om schelpdieren te zoeken en beklom den berg om vruchten te plakken. Telkens, als ik terugkwam, vreesde ik, dat hy my verlaten zou hebben. Opeens wees hy my aan het einde der boot een klein houten kastje, dat hy ontdekt had doordat hy steeds om zich heen keek. Om hem genoegen to doen, zocht ik een stukje koraal om het open te maken. Er kwamen verscheiden dingen uit; een lang werpig pakje, in geteerd papier gewikkeld, waarschynlyk een boek, en ol ongekende weelde, een tinnen boker. Ik vloog met dien beker naar het beekje en bracht hem terug, vol heerlyk, frisch water. Dien dag vond ik in de struiken eieren van wilde duiven. Zy schenen hem goed te doen, maar de voorraad was weldra uitgeput, en al myn pogingen, om een der wilde duiven te vangen, mislukten. Dien avond vlamde de hemel weer op in een strydlustig rood, groen en goud; daarop ver dween alles weer en werd het nacht. Er stak een koude wind op, zoodat ik naar buiten ging om een zandbank rondom de boot te maken, zoodat zy, op óén opening na, geheel inge sloten was. Den ganschen nacht huEde en loeide de wind en beukten de golven zoo hard tegen het strand, dat ik er niet door slapen kon. Ieder oogenblik beving my de vrees, dat de golven de boot zouden bereiken en haar plus inhoud meevoeren. Den volgenden dag gierde de wind steeds^ om onze ooren en dreigde de witte branding ons met den dood. Er waren geen schelpdieren meer te vinden en hoe ik ook zocht, eieren vond ik ook niet. Dien dag was het water uit de bron ons eenig voedsel. Daar kwamen de golven regelrecht op onze boot af; zy voorden myn barricade van zand mee en bespatten er ons mee. Wy waren toen geheel ten prooi aan den kouden, vochtigen wind. We waren door en door nat en koud. Ik lag naast my'n lieveling en trachtte hem zooveel mogelyk te beschutten, maar hot gaf niet veel. Myn hart werd nog kouder dan myn lichaam, als ik bedacht wat daarvan het einde zou zyn. Maar als hy zyn vermoeido oogleden opende en ik de vredige, liefdevolle uitdrukking z(jner oogen zag, die door myn tegenwoordig heid werd opgewekt, dan zou ik myn plaats niet hebben wülen ruilen voor een konink- ïyken zetel. Tegen den avond bedaarde de storm; de laaghangende loodgryze wolken dreven weg; hot onheilspellende rood van den zonsonder gang flikkerde onder de boot en wierp zulke vreemde schaduwen op Rohan's gezicht, dat hot den indruk maakte van door pyn ver wrongen te zyn. Toen ik me over hem hoenboog, bemerkte ik een verandering. Hy sperde zyn oogen wyd open; al de liefde van zyn gebroken hart sprak er uit. „Myn lief vrouwtje t" fluisterde hy en deed een poging om myn hand te drukken. „Beste manl" zei ik snikkend. Hy lachte nog eenmaal tegen my. „Vaarwel 1" mompelde hij en keerde zich om ln het zand als een vermoeid kind, dat zich ia zyn lakens wikkelt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1