N\ 12367
Woensdag 20 Juni.
A*. 1900
$ere fëoarant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
De Leidsche Lustrumfeesten.
I PRIJS DEZER COURAJNTi
Voor Lelden per 8 maanden. ;,:i
Franco per post.
Afzonderlijke Nommeri
n sTC H - o i.vi.Jl-"*! ia
f 1-elVIi
2 L4<x
mMN ïw -©.os.
Yan
PRIJS DER AD VERTEN TIËN:
1—6 regels f L06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
"wordt f 0.0B berekend.
Dit nommer bestaat nit TWEE
Bladen.
jEerste Blad.
ffed. Zuid-Mrikaansciie Vereeuiging.
Afdeding Leiden en Omstreken» -
Ontvangen by den waamemendeti Penning
meester:
Door bemiddeling van het Leidsch Dag blad:
Yan een zilveren bruiloft .ƒ2.125
Gecollecteerd op vaders verjaardag,
omdat Pieter zichzelven zoo verveelde,
en omdat Abram kwam„1.15
Onder het spelen van het Transvaal-
eche Yolkslied gecollecteerd in Cafó
„de Nieuwe Kroon", Oude Rijn 60, in
de kepi van een sergeant der infante
rie voor onze dappere stamgenooten
van Transvaal1.05*
Yoor de Dappere Transvalers inge
zameld op een avondje, dat Leen zoo
mooi voorgedragen heeft ter eero van
de Heldersche tante0.74
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel van dit Blad.
Ofücieele Kennisgeving*
De Burgemeester der gemeente Leiden,
Gezien art 80 en 85 der verordening op
de Straatpolitie (afd. II der politie op hot
rijden),
Sep aalt:
dat ter gelegenheid van den Ridderslag op
„Den Burcht", op Woensdag den 20sten on
Vrgdag den 22sten Juni a. s. des namiddags
tusschen 11/9 en 41/, uur, het rijden ver-
boden is in de Surgsteeg en in de
Nieuwstraat tusschen Den Burcht en de
Hooglandsche kerk, uitgezonderd tot het
brengen en afhalen van bezoekers aan Den
Burcht. Bij het brengen van de bezoekers
moeten de rijtuigen komen uit de richting
- van den Nieuwen Rijn en, na het afzetten
der bezoekers, wegrijden naar de zyde van
de Hooglandsche kerk, terwijl by het afhalen
de rijtuigen moeten komen van de zijde dier
kerk en wegrijden door de Burgsteeg.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
16 Juni 1900. F. WAS.
Do Burgemeester der gemeente Leiden,
Gezien de art. 80 en 85 der verordening
op de Straatpolitie (afd. II van de Politie op
het rijden),
Bepaalt:
dat bij gelegenheid der feesten in het gebouw
op het Van-der-Werf-park, op Maandag den
18den Juni e.k. en volgende dagen dier week,
tot het brengen van bezoekers aan den ingang
in de Raarastecg gereden moet worden
uit de richting van de Garenmarkt en dat,
na het uitlaten van bezoekers, de bestuurders
van voertuigen moeten wegrijden in de richting
van de Doczastraat;
dat by het afhalen van bezoekers aan voor
meld gebouw de bestuurders van voertuigen
moeten komen uit de richting van de Boeza»
straat en wegryden naar de zijde van de
Garenmarkt;
dat gedurende die week by feesten in boven
vermeld gebouw het ryden met voertuigen
is verboden op het Steenschuur tusschen
de Groenebrog en de Kleuwsteeg van
des avonds 7 uren tot één uur na midder
nacht.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
18 Juni 1900. F. WAS.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter algemoone
kennis, dat aan den Ontvanger der Direote Belastingen
is tc-r har.d gestold het kohier der Belasting op
bedrijf*- en andoro inkomsten No. 11 van den dienst
1899/1900, executoir veri.laard don 16den Juni jL,
en herinnert voorts de belanghebbenden aan hun
verplichting, om den sanelag op den bu de Wet
bepaalden voot te Toldoen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
18 Juni 1900. F. WAS.
Hl.
(De Optocht.)
Toon de stoet, die Maandag de oude garde
binnen do muren van sociöteit „Minerva"
gebracht had, zich had ontbonden en een
receptie van de Honorair-commissarissen der
Sociëteit in de Commissie-kamer, een van de
eereleden van het Collegium Civ. Acad. Lugd.-
Bat. Supremum in de Collegium-kamer der-
zelfde sociëteit, had plaatsgehad, vereenlgde
het Leidsche Studentencorps, in zyn Collegium
belichaamd, de senaten der bevriende corpsen
aan een maaltyd in Hotel Levedag, na afloop
waarvan zich deze senaten naar „Zomerzorg"
begaven, om onder de tonen van een Offenbachje
of de Faust, welke het 4de reg. ons ten ge-
hoore bracht, mede te genieten van den heer-
lyken zomeravond en de vreugde over het weer
zien van zoovele oude bekenden, want hier
in „Zomerzorg" is de ware „Reünie" der oud-
j leden. De „goudvischjes van Oouvée" zonden
|^8i daarvan zoovel fcunnoj verhulen,
niet de gave van 't woord hun ware ont
houden I
Op sociëteit „Minerva" werd dit genoeglyke
feest nog tot vroeg in den morgen voortgezet
onder een „strykje" van het 3de regiment
huzaren" (directeur de beer L. M. Van Waas
dijk). Ook hier een nieuwe maskerado-
marsohl (van den heer J. Edgar).
Verschillende gezelschappen, plaatselijke- en
dispuut-gezelschappen, verhoogden de vrooiyk-
heid door hun aanwezigheid.
Dinsdag 19 Juni.
Maar grooter dingen moeten wy u thans
verhalen, als wy In gedachte den nacht maar
overslaan en laten slapen wie slaapt en we
ons ineens verplaatsen op den dag der
feesten: Dinsdag 19 Juni, den dag der eigen-
lyke maskerade.
Of was er niet menig jongmei6jeshart, dat
klopte vol vreugde, omdat de dag zoo zonnig,
't feest zoo schoon en de menschen allen zoo
vrooiyk waren?
Zie
,'t Sonnetje steeckt zyn hoofien op**
en met B't sonnetje" verschijnen de „hoof-
jens" van vele Keve jonge meisjes, die de
wanstaltige „schapenhokken"!zullen versieren
als rozen en vlaggen een modderschuit. Langs
alle huizen verschijnen ze en menschenslan-
gen kronkelen zich overal langs lange grach
ten en straten. En waar de slang zich ver
dikt en wordt tot een grooten klomp, daar is
gegons van stemmen en gelach en gezang
en waaien de vlaggen vrooiyk over de ontel
bare hoofden. Dan vaart plotseling een be
weging door de menigte, het gegons wordt
luider en de stoet verschijnt:
Eerst drie bereden agenten, waarachter de
commissaris en de hoofdinspecteur van politie
in een rytuig en dan de vroolyke schet
terende en tetterende muziek van het 8de reg.
huzaren. En zie, reeds eenige klaroenblazers
en Beiorsche speerruiters brengen de gemoe
deren in groote beweging.
We zullen du geen uitgebreide beschryving
geven van den stoet, dien iedereen vele malen
heeft zien voorbygaan. Slechts willen wjj de
aandacht vestigen op enkelen.
In de tweede afdeeling: graaf Willem van
Oostervant en de Henegouwsche enFranscke
ridders en krygskneehten, trof ons al dadolyk
'e graven banierdrager, als mooie figuur en
door zyn byzonder mooi kostuum een ge
distingeerde verschoning. Dan Willem van
Beyeren zelf, een echte ridder, geharnast en
gehelmd rydende „inder viande 6care".
Ook Jekan de Werchln viel in het oog, hy
was éón van de twee geharnaste ridders
achter den graaf van Oistervant Ook Gilles
de Berlaymont en zyn broeder Jean de Ber-
laymont waren zeer sieriyk uitgedost.
Yerder noemen wy nog uit die groep:
Henry d'Antoing en le seigneur de Cautain,
welke laatste in schoonheid van kostuum met
Rasse do Montigny wedyverde; de Montigny
droeg een groen fluweelen mantel met herme
lijn omzoomd en een baret met schoone witte
veder; de Cautain had een byzonder mooie
Bchakeering van zachtgroen on zachtrood ge
kozen voor zyn kleedy.
In de derde groep: Hertog Aelbrecht van
Beyeren en do Holiandsche en Zeeuwscho
edelen vielen in het oog: Henric van Naelde-
wyc, die de banier droeg van den hoofd
persoon Aelbrocht, bi Goids ghenaden
Palentsgrave op ten Rhyn, Hertoghe in
Beyeren, Grave van Henegouwen van Hollant
ende van Zeelant, ende Heero van Vrieslant
Hem volgden zyn schildknapen en pages,
alsmede de Burckgrave van Leyden Philips
van Wassenaer, die we ook een vermolding
óverwaard achten.
Ook de Heeren van Egmont, Johan XII
van Arckel en Jan van Brederode maakten
in hun harnassen een krygshaftig figuur,
alhoewel ons de helm-teekenen niet konden
bekoren. Pluimen zyn misschien minder
heraldisch-juist, doch in ons oog veel statiger
en schooner.
Vergeten wy ook niet Florys van Haemsbede
en Johan van Renesse, de laatste geheel in
donker-paars fluweel.
Aernt van Hoecelom had ook eon zeer ge
distingeerd kostuum, hetgeen ook van Aelbert
van Egmont kan gezegd worden. Jan van
Bloys opende weer een groepje geharnaste
ridders: Everard van Maldeghem, Dire van
Wassenaer, Willem van Reymerswale en
Aelbert van Rysoirt.
Hugo van Heenvliet, Bertelmeer van Raep-
horst met zyn zwierigen mantel zyn delaat-
sten uit die groep, die ons opvielen, terwyi
van do vierde afdeeling Hertog Albert H
met de Duitsche edelen en krygskneehten, de
Hertog zelf on die here van Wüdenberch een
byzondere vermelding waard zyn.
Het 2de reg. veld-artillerie te paard sloot
den stoet.
Op het feestterrein speelde 's middags en
'savonds de Leidsche schutterij onder den
heer Joh. Geyp, die een aan het Collegium
opgedragen Feestmarsch heeft gecomponeerd.
Spaansche dansen en balletmuziek wisselden
elkaar af en 'savonds konden wy Schubert,
Beethoven, Tschaiskowsky, Liszt en stukken
van den dirigent zelf op het programma vinden.
Enorm was de volte des avonds, toen slin
gers van vetpotges langs Rapenburg en Nieuwen
Ryn de oude stad een tooverachtig aanzien
gaven.
En toen langs de verlichte straten en
grachten, waar de rossige weerschijn der
tallooze lichtjes inwiegelde, de stoet van
ridders en edelknapen zich voortbewoog, bont
tusschen de zwarte menschenmassa's, toen
de vroolyke muziek en het gejuich en gejoel
op de Breestraat tegen de verlichte huizen
uiteenspatte en de stille nachtlucht vaneen-
gereten werd door het feestgedruisch en uit
bundig gejubel, toen leek dit alles ons een
schoone droom van kleuren en geluid, een
fiere ridderdroom, waarvan wy in onze
kinderdagen te lezen plachten, een onbestemd
verlangen koesterend naar die oude tyden,
die naast zooveel ruwheid ook zooveel be-
kooriyks konden plaatsen van ridderlijkheid
en dapperheid en poëzie.
Maar dat ook onze tyd wordt gewaardeerd,
toonden de velen, die 's avonds na hun ridder
kostuum voor een meer buigzaam 19de-
eeuwsch phantasie-pakje te hebben verwisseld,
het feest van den dag in genoegiyk samen-
zyn op sociëteit ^Minerva" kwamen uit
vieren.
Dank zy de goede houding van het publiek4
vielen in den stoet geen ongevallen voor, tenzjj
men als zoodanig wil beschouwen, dat in
het begin een enkele ridder viel door het
breken van een stygbeugel, enz.
By den burgemeester, mr. Was, ontving
de hertog van Beieren een sieriyke uitnoodi-
ging voor de contra-party. Verschillende inge
zetenen boden eerewyn aan en eveneens de
Senaten van Utrecht, Amsterdam en Delft.
Ook bloemen en kransen ontbraken niet.
Het restaurant „Neuf" aan de Breestraat
onthaalde de ridders op een glaagje bier.
Woensdag 20 Juni.
IV.
De Ridderslag.
Zoo geschiedde het dan, dat Philips
van Wassenaer, burchgrave van
Leyden, here van Wassenaer ende Zuutwljc,
van de beyde Catwycken, 't Zant ende van
Valkenburch, van Yoirscoten ende Yeur, van
Voirburch, van Sa3senheim, van Oistgheest,
van Leyderdorp ende van het huys ter Horst
ende Pokenpoel by Leyden, krytwairder van
den grave van Hollant, ridder, zeer hooge
gasten had te ontvangen op zyn Burcht.
Niemand minder toch dan Aelbrecht bi
Goids ghenaden Palentsgrave opten Ryn,
Hertoghe In Boyeren, met zyn ge
malin Margriote van Cleve en Willem
van Beyeren, bi der ghenaden Goids Grave
van Oistervant met diens gemalin,
Margriete van Bourgondië zouden
dien dag komen, omdat Johan XH van Arckel,
knape, tot ridder zou worden geslagen, welke
onderscheiding hy zich had waardig gemaakt
op den tocht tegen do Friezen in 1396.
Hóóg lag de Burcht, uitziende over de stad
als een wachter over velen en van uit zyn
gekanteelden ommegang waren de kruinen der
oude boomen: f
Het was In enen sconen daghe .f.'";.
dat beide bosch ende haghe
met groenen loveren waren bovaen.
Trompetten en schalmeien doorklonken hof
(en wal
do Bidders vloeiden samen op *t daavrend
[feestgeschal.
Vóórop gingen eenige klaroenblazers en
ff's Graven lyfwacht van Hollant" daarop volg
den in zyn schoonen gebloemden mantel Philips
van Wassenaer, Isabeau de Ghistelles by de
hand voerende, en verder Gheryt van Egmont
met Jutte van Brederode; Henric van Polanen
met Méhaut de HornesBertelmoea van Raep-
horst met Oda van Matenesse; le Seigneur
de Cautain met Catkérine de Laudhs; Anceaux
de Trasignies, Jehan de Jauche, Jacques
d'Enghien, Wautier de Colonnes, Aelbert van
Egmont en andere ridders en edelen.
Nadat zy hun plaatsen by het paviljoen van
Philips van Wassenaer hadden ingenomen,
verschenen de hooge gasten en hun gevolg:
Aelbrecht en Willem van Beyeren met Mar
griete van Clor en Margriete van Bourgondië
gevolgd door verschillende ridders en edel-
vrouwen als Hertog Albert van Beyeren, Bret
Mabelia van Wassenaer, Rasse de Montigny
met Agnes Floyon dite de Berlaymont, Gilles
de Berlaymont met Jacqueline de Gavre en
verder Jutte v. Brederode, Barta van Egmont,
Gerburga van Arckel, Jossine dite de Dlest,
Johanne de Ligue, Badeloch van Duvenvoorde,
Hadewy van Raephorst, en de ridders Othon
de Lalain, Jean de Berlaymont, Arent van
Haemstede met hun pages en do zooge
naamde „eedhelpers": t.o geharnaste ridders
benevens hun, met dalmatieken bekleede
schildknapen. Deze geharnaste ridders zouden
elk oen deel der plechtigheid hebben te vol
trekken aan don tot ridder te verheffen „knape".
Hun schildknapen droegen elk eon rood
kussen, waarop een deel der wapenrusting
voor Jan van Arkel lag.
Eindeiyk komt ook Jan van Arckel zelf
binnen, blootshoofds en ongewapend en zich
wendende tot den Hertogh, die naast zyn ge
malin op een stoel vóór het paviljoen heeft
plaats genomen, spreekt hy met krachtige,
welluidende stem:
„Ghenadigha Here, doet hier nu na den
ghelove datti mi hebt gedaan in der Vriesen-
land, doe ghl ml der ridderacepe waart gheacht
hebUZ
Nadat nu Aelbrecht hem heeft vóórgehouden,
dat wie de ridderschap wil ontvangen „dor
scats begheren", bfi God gehaat is en Jan
van Arckel gezworen heeft ten aanhooren van
„allen dezen vrouwen ende joncfronen, ridderen
ende cnapen" dat hy een vroom (d. i. dapper)
ridder zal zyn al zyn leven, zegt hertog
Aelbrecht:
„8o doet ende ghedenkt der woorden, die
ghi hooren Bult"
De „eedhelpers" Arent v. Egmont, Jan van
Brederode, Jan van Bloys, Jehan de Ligne, van
Wildenberg, de Gommignios, van Rysoord en
Werchin doen nu den tot ridder te bevorderen
„knape" elk een stuk van zyn wapenrusting
aan, de sporen, het borstkuras, den halsberg,
de armstukken, den gordol, de yzeren hand
schoenen en een witten mantel, waar by zy
elk iets zeggen, dat zinnebeeldig door die ge
deelten van de wapenrusting wordt uitge
drukt. Zoo b.v. by den witten gordel„Knape,
bo sidi in reinicheden ghebonden. Luxurie hoet
God; also doedise, die vore God doetsonde es"
en by den witten mantel: „Knape, dit bediet
dat ghi al sonder smette suit syn als die witte
swane, dat u gheen oncuusheit en besmette
ende ghi u pijnt er naar streven moogt in
dooghden te levene," waarop Jan van Arckel
dan telks antwoordt door iets als: „So salie,
na mynre macht" of „Here, so aal ic, ghelicke
io vore ende na aireede ghetoghet hebbe".
Dan staat Aelbrecht op en Jan van Arckel
knielt en ontvangt op de schouders drie slagen
met het plat van het zwaard.
Daarna houdt Aelbrecht hom nog eens
vóór goed zyn plichten als ridder waar te
nemen: verraders scouwet syt sober
vrouwen ende maegden beide met trouwe
dienen en van Maldeghen zet hem nu
den helm op het hoofd, terwyi hy nog altyd
geknield ligt en maant hem aan: „Ridder,
nu en laot u nemmermeer in ghere wys
hoverdicht seinen," en wyst hem op zyn
nietigheid als raensch. Ook het zwaard kust
Jan van Arckel en als Jehan de Ligne hem
zegt rechtvaardig te zyn en het onrecht te
wreken, zegt hy: Misi di kracht, emmer so
te sine".
Yan Jehan de Ligne ontvangt hy nu nog
zyn wapenschild, terwyi deze hem zegt „nem-
mer achterwaert te trekken in „gherechten
stride". „Beter es eerlicko doot dan te levene
met groter scande." Nu voert Arckol's page
een paard aan, dat de nieuwe ridder met een
lans gewapend bestygt en weg rydt hy den
burcht uit, de wereld in, den etryd tegen
onrecht te gemoet, een „kempe van vrouwen
ende maegden, weduwen ende wesen."
Het geheel vormde een schilderachtig effect
de toppermutsen dor edel vrouwen en de
veeren op de baretten der ridders en daar tus
schen de harnassen der eedhelpers.
De gemalin van hertog Aelbrecht: Margaretha,
hertoginne van Beleren, was geheel In blauwe
zydo met ziiver geborduurd, die van Willem
van Oistervant, Marquórite d'Oistervant, in
parelgrys met zilver en hermelijn. De Hertog
zelf droeg een donkerpaars kostuum en een
mantel van rood met goud met hermeiyn af
gezet, terwyi de Graaf in zwart met goud
gekleed was.
Van de overige edelvrouwen vielen nog in
't oog door een zeer mooi toilet: Oda van
Matenesse (oranje fluweel), Barta van
Egmont, die een kostuum droeg van vieux-
bleu met rooden mantel, Badeloch van
Duvenvoorde, lichtgeel met zwart en
goud,Gerbarga van Arckel (hemels
blauw met donkerblauw), terwyi de overige
„vrouwen en de maegden" ook allen zeer veel
smaak ln haar keuze hadden betoond.
in gehoor ontvangen den heer Sima Lozdnitcb,
ter overhandiging van zijn geloofsbrieven als
buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis-
ter van Zijne Majesteit den Koning van Servië
by het Noderlandsche Hof. I
Do Italiaansche gezant by het Neder-
landscho Hof, baron Galvagna, is gisteren
door den minister van buitenlandsche zaken j
ten Paleize Soestdyk aan H. M. de Koningin
en H. M. de Koningin-Moeder voorgesteld.
Het diner, dat de Staten van Utrecht
verzocht hebben aan H.H. M.M. de Koninginnen
te mogen aanbieden by gelegenheid van het
eerste verblijf van H.H. M.M. in de provincie
na de inhuldiging, zal plaats hebben Dinsdag
den 3den Juli, den dag der opening van de
zomervergadering der Staten.
Yoor het diner wordt de groote concert
zaal van hot Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen in gereedheid gebracht; als ont
vangkamer zal de vergaderzaal der Staten
dienen.
H.H. M.M. zullen des namiddags in do
stad aankomen.
Yanwege de Staten zullen het provinciaal,
gouvernementsgebouw, het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen en de Malie
baan, waarlangs H.H. M.M. de gemeente
weder zullen verlaten, des avonds p umi-
Do Senatu8 Yeteranorum van het Utrechtsch
Studentencorps en de Senatus Iilustrlssimus
van het Groningsche Studentencorps (respec
tievelijk op Breestraat 109 en Breestraat 19
logeerende) hielden hedenmiddag recepties, de
eerste om 4, de laatste om 6 uren, welke
vry druk bezocht waren.
Om halfzeven heeft in.de Stads-Gehoorzaal
het Reünie-diner plaats, dat door de stafmuziok
van het 4de reg. infanterie, onder directie van
den heer W. Van Erp, wordt opgeluisterd.
Leiden, 20 Juni.
Voor het akte-examen lager onderwys zyn
geslaagd de dames W. J. Eyndhoven, O. J.
De Nie en G. Overdiep, allen te Leiden.
De Nederlandsche mail wordt morgen
ochtend alhier verwacht.
Yoor het beroep naar do Ned.-Herv.
Gem. te Aarlandorvoon is bedankt door ds. C.
J. Warners, pred. te Leersum.
Ds. Gangel, pred. by de Goref. Kerk te
Voorst, heeft zyn bediening in do Geref.
Kerken neergelegd en is uit do Geref. Kerk
getreden.
De opper-ceremoniemeester maakt bekend,
dat het Hof, ingevolge de bevelen vaa Hare
Majesteit do Koningin, den lichten rouw
heeft aangenomen voor den tyd van acht
dagen, ingaande op Woensdag 20 Juni, wegens
het overly den van Z. K. H. den Groothertog
van Oldenburg. (Sls.-Ct.)
De ministers van marine en oorlog hebben
aan de Tweede Kamer, uitsluitend ter kennis
neming voor de leden, doen toekomen het
in oen vroeger kabinetsschryven bedoelde
„Algemeen plan van de defensie aan de zee-
zyde".
H. M. de Koningin heeft op 16 Juni jL
neerd worden. Omdat het bezoek hefc
karakter draagt van een bezoek aai .e ge
meente, heeft H. M. de Koningin den .vensch
te kennen gegeven, dat door do ingezetenen
niet zal worden geïllumineerd. UD.)
Op Maandag 2 Juli zal in het Bronge
bouw te Haarlem do 69ste algemeene ver
gadering gehouden worden van R.-JL Byz.
onderwijzers (hoofden van scholen) in het
bisdom Haarlem. Behalve zaken vau huis- j
houdeiyken aard verkiezing van bestuurs
leden, jaarverslag, rekening en verantwoor
ding komen aan de orde de volgende
punten: a. In het belang der school is het
noodzakeiyk, dat er overeenstemming b«sta
tusschen het Bestuur en het hoofd der schooL
b. De ouders kunnen op de opvoedende kracht,
die van de kath. school dient uit te gaan,
een belangrijken invloed uitoefenen: zy kun-
nen dien sterken, maar ook verzwakken. Wat
valt in het laatste geval daartegen te doen? j
Deze punten zullen worden ingeleid resp. door
de heeren J. Th. F. Van den Donk, te Voor-
borg, en P. H. Krekelberg, te Alkmaar.
—Het kiescollege der Ned.-Herv. Gemeen
te te Rotterdam heeft het navolgende drietal
samengesteld, ter voorziening in de vacature-
Astrods. J. Lamm erts van Bueren, te Bunnik,
ds. EL J. Rooseboom, te Delft, en ds. G.
Posthumus Meyjes, te Dubbeldam.
Een veertigtal oerw. heeron geestelijken j
te Amsterdam hadden zich eergisteravond
vereenigd rondom do lykbaar van den over
leden deken van Schagen, den zeereerw.
heer A. v. d. Voorden, welke in de met
rouw behangen kapel van het O. L. V. Gast-
huis geplaatst was. Te acht uren begon de j
indrukwekkende plechtigheid der zlelemetten,
die geleid werd door den hoogeorw. deken
van Amsterdam, mgr. Schweitzer, geassistoerd j
door de eerw. kapelaans Speet en Niedfeld. j
Gisteroohtend werd in dezelfde kapel een
plechtige Requiem door mgr. Schweitzer
opgedragen voor de zielerust van den over
ledene, waarby assisteerden de eerw. heeren
rector Gribbling als diaken en kapelaan
v. d. Burgfc als subdiaken, terwfil de eerw. i
kapelaans Colla en Hafkensoheidt als cantorea
fungeerden.
Daarna werd het sloffeiyk overschot van
den zeereerw. deken overgo bracht naar het
Oentraal-Station, van waar het naar 8chagen
werd vervoerd, om daar heden te worden
begraven.
Geiyk is medegedeeld, zal eerstdaags een
der groote oorlogsschepen nit Nederianduch-
Indiö, met een landingsdivisie aan boord,
naar de Chineesche wateren vertrekken ter
bescherming van Nederlandsche onderdanen
en belangen.
Thans wordt gemold, dat, naar nit inge
wonnen inlichtingen ten stelligste is gebleken,'
de kosten dezer zonding zullen worden ver
evend op do Nederlandsche, niet op de
Indische begrooting.
Dit Is, zogt het „Hbl.", ongetwijfeld bfliyk
maar aangezien vroeger in dcrgeiyke zaken
wel eens anders gehandeld Is, verhougt hot
ons te mogen constateeren, dat ditmaal goon
„financioele snakery" het woord Is tru
don heor Fransen van de Putte is
gepleegd om de Indische belasting
schuldigen te laten betalen voor hetgeen
de Nederlandsche belastlngschuldigoa
aangaat.
De voroeniglng „Vergunning" heeft een
adres gezonden aan de Tweede Kamer, waar-
In zy aandringt op verwerping \ran hot aau- J
hangige wetsontwerp tot wyziging dor Drank- i
wet De vereeniging oppert vooral bezwaron
tegen do opheffing van een groot aantal
localiteiten met vergunning op 1 Mei 1901,
en de daarmede in verband staando bepalingen,
en tegen den oisch van verhooging dor ver-
gunningsbelastfng by tappen na 10 uron
's avonds on des Zondags.
By do behandeling dor loopendo Staats-,
begrooting werd Id do Staten-Generaal de hoop1
uitgesproken, dat ook de voorbereiding der
verzekering tegen ouderdom en invaliditeit,'
tot de aanneming der Ongevallenwet, zonder
nieuwe ambtenaarskrachten zou kunnen ge-,
schieden.