N\ 12367 Woensdag 20 Juni. A*. 1900 $ere fëoarant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. De Leidsche Lustrumfeesten. I PRIJS DEZER COURAJNTi Voor Lelden per 8 maanden. ;,:i Franco per post. Afzonderlijke Nommeri n sTC H - o i.vi.Jl-"*! ia f 1-elVIi 2 L4<x mMN ïw -©.os. Yan PRIJS DER AD VERTEN TIËN: 1—6 regels f L06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad "wordt f 0.0B berekend. Dit nommer bestaat nit TWEE Bladen. jEerste Blad. ffed. Zuid-Mrikaansciie Vereeuiging. Afdeding Leiden en Omstreken» - Ontvangen by den waamemendeti Penning meester: Door bemiddeling van het Leidsch Dag blad: Yan een zilveren bruiloft .ƒ2.125 Gecollecteerd op vaders verjaardag, omdat Pieter zichzelven zoo verveelde, en omdat Abram kwam„1.15 Onder het spelen van het Transvaal- eche Yolkslied gecollecteerd in Cafó „de Nieuwe Kroon", Oude Rijn 60, in de kepi van een sergeant der infante rie voor onze dappere stamgenooten van Transvaal1.05* Yoor de Dappere Transvalers inge zameld op een avondje, dat Leen zoo mooi voorgedragen heeft ter eero van de Heldersche tante0.74 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Ofücieele Kennisgeving* De Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien art 80 en 85 der verordening op de Straatpolitie (afd. II der politie op hot rijden), Sep aalt: dat ter gelegenheid van den Ridderslag op „Den Burcht", op Woensdag den 20sten on Vrgdag den 22sten Juni a. s. des namiddags tusschen 11/9 en 41/, uur, het rijden ver- boden is in de Surgsteeg en in de Nieuwstraat tusschen Den Burcht en de Hooglandsche kerk, uitgezonderd tot het brengen en afhalen van bezoekers aan Den Burcht. Bij het brengen van de bezoekers moeten de rijtuigen komen uit de richting - van den Nieuwen Rijn en, na het afzetten der bezoekers, wegrijden naar de zyde van de Hooglandsche kerk, terwijl by het afhalen de rijtuigen moeten komen van de zijde dier kerk en wegrijden door de Burgsteeg. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 16 Juni 1900. F. WAS. Do Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien de art. 80 en 85 der verordening op de Straatpolitie (afd. II van de Politie op het rijden), Bepaalt: dat bij gelegenheid der feesten in het gebouw op het Van-der-Werf-park, op Maandag den 18den Juni e.k. en volgende dagen dier week, tot het brengen van bezoekers aan den ingang in de Raarastecg gereden moet worden uit de richting van de Garenmarkt en dat, na het uitlaten van bezoekers, de bestuurders van voertuigen moeten wegrijden in de richting van de Doczastraat; dat by het afhalen van bezoekers aan voor meld gebouw de bestuurders van voertuigen moeten komen uit de richting van de Boeza» straat en wegryden naar de zijde van de Garenmarkt; dat gedurende die week by feesten in boven vermeld gebouw het ryden met voertuigen is verboden op het Steenschuur tusschen de Groenebrog en de Kleuwsteeg van des avonds 7 uren tot één uur na midder nacht. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 18 Juni 1900. F. WAS. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemoone kennis, dat aan den Ontvanger der Direote Belastingen is tc-r har.d gestold het kohier der Belasting op bedrijf*- en andoro inkomsten No. 11 van den dienst 1899/1900, executoir veri.laard don 16den Juni jL, en herinnert voorts de belanghebbenden aan hun verplichting, om den sanelag op den bu de Wet bepaalden voot te Toldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 18 Juni 1900. F. WAS. Hl. (De Optocht.) Toon de stoet, die Maandag de oude garde binnen do muren van sociöteit „Minerva" gebracht had, zich had ontbonden en een receptie van de Honorair-commissarissen der Sociëteit in de Commissie-kamer, een van de eereleden van het Collegium Civ. Acad. Lugd.- Bat. Supremum in de Collegium-kamer der- zelfde sociëteit, had plaatsgehad, vereenlgde het Leidsche Studentencorps, in zyn Collegium belichaamd, de senaten der bevriende corpsen aan een maaltyd in Hotel Levedag, na afloop waarvan zich deze senaten naar „Zomerzorg" begaven, om onder de tonen van een Offenbachje of de Faust, welke het 4de reg. ons ten ge- hoore bracht, mede te genieten van den heer- lyken zomeravond en de vreugde over het weer zien van zoovele oude bekenden, want hier in „Zomerzorg" is de ware „Reünie" der oud- j leden. De „goudvischjes van Oouvée" zonden |^8i daarvan zoovel fcunnoj verhulen, niet de gave van 't woord hun ware ont houden I Op sociëteit „Minerva" werd dit genoeglyke feest nog tot vroeg in den morgen voortgezet onder een „strykje" van het 3de regiment huzaren" (directeur de beer L. M. Van Waas dijk). Ook hier een nieuwe maskerado- marsohl (van den heer J. Edgar). Verschillende gezelschappen, plaatselijke- en dispuut-gezelschappen, verhoogden de vrooiyk- heid door hun aanwezigheid. Dinsdag 19 Juni. Maar grooter dingen moeten wy u thans verhalen, als wy In gedachte den nacht maar overslaan en laten slapen wie slaapt en we ons ineens verplaatsen op den dag der feesten: Dinsdag 19 Juni, den dag der eigen- lyke maskerade. Of was er niet menig jongmei6jeshart, dat klopte vol vreugde, omdat de dag zoo zonnig, 't feest zoo schoon en de menschen allen zoo vrooiyk waren? Zie ,'t Sonnetje steeckt zyn hoofien op** en met B't sonnetje" verschijnen de „hoof- jens" van vele Keve jonge meisjes, die de wanstaltige „schapenhokken"!zullen versieren als rozen en vlaggen een modderschuit. Langs alle huizen verschijnen ze en menschenslan- gen kronkelen zich overal langs lange grach ten en straten. En waar de slang zich ver dikt en wordt tot een grooten klomp, daar is gegons van stemmen en gelach en gezang en waaien de vlaggen vrooiyk over de ontel bare hoofden. Dan vaart plotseling een be weging door de menigte, het gegons wordt luider en de stoet verschijnt: Eerst drie bereden agenten, waarachter de commissaris en de hoofdinspecteur van politie in een rytuig en dan de vroolyke schet terende en tetterende muziek van het 8de reg. huzaren. En zie, reeds eenige klaroenblazers en Beiorsche speerruiters brengen de gemoe deren in groote beweging. We zullen du geen uitgebreide beschryving geven van den stoet, dien iedereen vele malen heeft zien voorbygaan. Slechts willen wjj de aandacht vestigen op enkelen. In de tweede afdeeling: graaf Willem van Oostervant en de Henegouwsche enFranscke ridders en krygskneehten, trof ons al dadolyk 'e graven banierdrager, als mooie figuur en door zyn byzonder mooi kostuum een ge distingeerde verschoning. Dan Willem van Beyeren zelf, een echte ridder, geharnast en gehelmd rydende „inder viande 6care". Ook Jekan de Werchln viel in het oog, hy was éón van de twee geharnaste ridders achter den graaf van Oistervant Ook Gilles de Berlaymont en zyn broeder Jean de Ber- laymont waren zeer sieriyk uitgedost. Yerder noemen wy nog uit die groep: Henry d'Antoing en le seigneur de Cautain, welke laatste in schoonheid van kostuum met Rasse do Montigny wedyverde; de Montigny droeg een groen fluweelen mantel met herme lijn omzoomd en een baret met schoone witte veder; de Cautain had een byzonder mooie Bchakeering van zachtgroen on zachtrood ge kozen voor zyn kleedy. In de derde groep: Hertog Aelbrecht van Beyeren en do Holiandsche en Zeeuwscho edelen vielen in het oog: Henric van Naelde- wyc, die de banier droeg van den hoofd persoon Aelbrocht, bi Goids ghenaden Palentsgrave op ten Rhyn, Hertoghe in Beyeren, Grave van Henegouwen van Hollant ende van Zeelant, ende Heero van Vrieslant Hem volgden zyn schildknapen en pages, alsmede de Burckgrave van Leyden Philips van Wassenaer, die we ook een vermolding óverwaard achten. Ook de Heeren van Egmont, Johan XII van Arckel en Jan van Brederode maakten in hun harnassen een krygshaftig figuur, alhoewel ons de helm-teekenen niet konden bekoren. Pluimen zyn misschien minder heraldisch-juist, doch in ons oog veel statiger en schooner. Vergeten wy ook niet Florys van Haemsbede en Johan van Renesse, de laatste geheel in donker-paars fluweel. Aernt van Hoecelom had ook eon zeer ge distingeerd kostuum, hetgeen ook van Aelbert van Egmont kan gezegd worden. Jan van Bloys opende weer een groepje geharnaste ridders: Everard van Maldeghem, Dire van Wassenaer, Willem van Reymerswale en Aelbert van Rysoirt. Hugo van Heenvliet, Bertelmeer van Raep- horst met zyn zwierigen mantel zyn delaat- sten uit die groep, die ons opvielen, terwyi van do vierde afdeeling Hertog Albert H met de Duitsche edelen en krygskneehten, de Hertog zelf on die here van Wüdenberch een byzondere vermelding waard zyn. Het 2de reg. veld-artillerie te paard sloot den stoet. Op het feestterrein speelde 's middags en 'savonds de Leidsche schutterij onder den heer Joh. Geyp, die een aan het Collegium opgedragen Feestmarsch heeft gecomponeerd. Spaansche dansen en balletmuziek wisselden elkaar af en 'savonds konden wy Schubert, Beethoven, Tschaiskowsky, Liszt en stukken van den dirigent zelf op het programma vinden. Enorm was de volte des avonds, toen slin gers van vetpotges langs Rapenburg en Nieuwen Ryn de oude stad een tooverachtig aanzien gaven. En toen langs de verlichte straten en grachten, waar de rossige weerschijn der tallooze lichtjes inwiegelde, de stoet van ridders en edelknapen zich voortbewoog, bont tusschen de zwarte menschenmassa's, toen de vroolyke muziek en het gejuich en gejoel op de Breestraat tegen de verlichte huizen uiteenspatte en de stille nachtlucht vaneen- gereten werd door het feestgedruisch en uit bundig gejubel, toen leek dit alles ons een schoone droom van kleuren en geluid, een fiere ridderdroom, waarvan wy in onze kinderdagen te lezen plachten, een onbestemd verlangen koesterend naar die oude tyden, die naast zooveel ruwheid ook zooveel be- kooriyks konden plaatsen van ridderlijkheid en dapperheid en poëzie. Maar dat ook onze tyd wordt gewaardeerd, toonden de velen, die 's avonds na hun ridder kostuum voor een meer buigzaam 19de- eeuwsch phantasie-pakje te hebben verwisseld, het feest van den dag in genoegiyk samen- zyn op sociëteit ^Minerva" kwamen uit vieren. Dank zy de goede houding van het publiek4 vielen in den stoet geen ongevallen voor, tenzjj men als zoodanig wil beschouwen, dat in het begin een enkele ridder viel door het breken van een stygbeugel, enz. By den burgemeester, mr. Was, ontving de hertog van Beieren een sieriyke uitnoodi- ging voor de contra-party. Verschillende inge zetenen boden eerewyn aan en eveneens de Senaten van Utrecht, Amsterdam en Delft. Ook bloemen en kransen ontbraken niet. Het restaurant „Neuf" aan de Breestraat onthaalde de ridders op een glaagje bier. Woensdag 20 Juni. IV. De Ridderslag. Zoo geschiedde het dan, dat Philips van Wassenaer, burchgrave van Leyden, here van Wassenaer ende Zuutwljc, van de beyde Catwycken, 't Zant ende van Valkenburch, van Yoirscoten ende Yeur, van Voirburch, van Sa3senheim, van Oistgheest, van Leyderdorp ende van het huys ter Horst ende Pokenpoel by Leyden, krytwairder van den grave van Hollant, ridder, zeer hooge gasten had te ontvangen op zyn Burcht. Niemand minder toch dan Aelbrecht bi Goids ghenaden Palentsgrave opten Ryn, Hertoghe In Boyeren, met zyn ge malin Margriote van Cleve en Willem van Beyeren, bi der ghenaden Goids Grave van Oistervant met diens gemalin, Margriete van Bourgondië zouden dien dag komen, omdat Johan XH van Arckel, knape, tot ridder zou worden geslagen, welke onderscheiding hy zich had waardig gemaakt op den tocht tegen do Friezen in 1396. Hóóg lag de Burcht, uitziende over de stad als een wachter over velen en van uit zyn gekanteelden ommegang waren de kruinen der oude boomen: f Het was In enen sconen daghe .f.'";. dat beide bosch ende haghe met groenen loveren waren bovaen. Trompetten en schalmeien doorklonken hof (en wal do Bidders vloeiden samen op *t daavrend [feestgeschal. Vóórop gingen eenige klaroenblazers en ff's Graven lyfwacht van Hollant" daarop volg den in zyn schoonen gebloemden mantel Philips van Wassenaer, Isabeau de Ghistelles by de hand voerende, en verder Gheryt van Egmont met Jutte van Brederode; Henric van Polanen met Méhaut de HornesBertelmoea van Raep- horst met Oda van Matenesse; le Seigneur de Cautain met Catkérine de Laudhs; Anceaux de Trasignies, Jehan de Jauche, Jacques d'Enghien, Wautier de Colonnes, Aelbert van Egmont en andere ridders en edelen. Nadat zy hun plaatsen by het paviljoen van Philips van Wassenaer hadden ingenomen, verschenen de hooge gasten en hun gevolg: Aelbrecht en Willem van Beyeren met Mar griete van Clor en Margriete van Bourgondië gevolgd door verschillende ridders en edel- vrouwen als Hertog Albert van Beyeren, Bret Mabelia van Wassenaer, Rasse de Montigny met Agnes Floyon dite de Berlaymont, Gilles de Berlaymont met Jacqueline de Gavre en verder Jutte v. Brederode, Barta van Egmont, Gerburga van Arckel, Jossine dite de Dlest, Johanne de Ligue, Badeloch van Duvenvoorde, Hadewy van Raephorst, en de ridders Othon de Lalain, Jean de Berlaymont, Arent van Haemstede met hun pages en do zooge naamde „eedhelpers": t.o geharnaste ridders benevens hun, met dalmatieken bekleede schildknapen. Deze geharnaste ridders zouden elk oen deel der plechtigheid hebben te vol trekken aan don tot ridder te verheffen „knape". Hun schildknapen droegen elk eon rood kussen, waarop een deel der wapenrusting voor Jan van Arkel lag. Eindeiyk komt ook Jan van Arckel zelf binnen, blootshoofds en ongewapend en zich wendende tot den Hertogh, die naast zyn ge malin op een stoel vóór het paviljoen heeft plaats genomen, spreekt hy met krachtige, welluidende stem: „Ghenadigha Here, doet hier nu na den ghelove datti mi hebt gedaan in der Vriesen- land, doe ghl ml der ridderacepe waart gheacht hebUZ Nadat nu Aelbrecht hem heeft vóórgehouden, dat wie de ridderschap wil ontvangen „dor scats begheren", bfi God gehaat is en Jan van Arckel gezworen heeft ten aanhooren van „allen dezen vrouwen ende joncfronen, ridderen ende cnapen" dat hy een vroom (d. i. dapper) ridder zal zyn al zyn leven, zegt hertog Aelbrecht: „8o doet ende ghedenkt der woorden, die ghi hooren Bult" De „eedhelpers" Arent v. Egmont, Jan van Brederode, Jan van Bloys, Jehan de Ligne, van Wildenberg, de Gommignios, van Rysoord en Werchin doen nu den tot ridder te bevorderen „knape" elk een stuk van zyn wapenrusting aan, de sporen, het borstkuras, den halsberg, de armstukken, den gordol, de yzeren hand schoenen en een witten mantel, waar by zy elk iets zeggen, dat zinnebeeldig door die ge deelten van de wapenrusting wordt uitge drukt. Zoo b.v. by den witten gordel„Knape, bo sidi in reinicheden ghebonden. Luxurie hoet God; also doedise, die vore God doetsonde es" en by den witten mantel: „Knape, dit bediet dat ghi al sonder smette suit syn als die witte swane, dat u gheen oncuusheit en besmette ende ghi u pijnt er naar streven moogt in dooghden te levene," waarop Jan van Arckel dan telks antwoordt door iets als: „So salie, na mynre macht" of „Here, so aal ic, ghelicke io vore ende na aireede ghetoghet hebbe". Dan staat Aelbrecht op en Jan van Arckel knielt en ontvangt op de schouders drie slagen met het plat van het zwaard. Daarna houdt Aelbrecht hom nog eens vóór goed zyn plichten als ridder waar te nemen: verraders scouwet syt sober vrouwen ende maegden beide met trouwe dienen en van Maldeghen zet hem nu den helm op het hoofd, terwyi hy nog altyd geknield ligt en maant hem aan: „Ridder, nu en laot u nemmermeer in ghere wys hoverdicht seinen," en wyst hem op zyn nietigheid als raensch. Ook het zwaard kust Jan van Arckel en als Jehan de Ligne hem zegt rechtvaardig te zyn en het onrecht te wreken, zegt hy: Misi di kracht, emmer so te sine". Yan Jehan de Ligne ontvangt hy nu nog zyn wapenschild, terwyi deze hem zegt „nem- mer achterwaert te trekken in „gherechten stride". „Beter es eerlicko doot dan te levene met groter scande." Nu voert Arckol's page een paard aan, dat de nieuwe ridder met een lans gewapend bestygt en weg rydt hy den burcht uit, de wereld in, den etryd tegen onrecht te gemoet, een „kempe van vrouwen ende maegden, weduwen ende wesen." Het geheel vormde een schilderachtig effect de toppermutsen dor edel vrouwen en de veeren op de baretten der ridders en daar tus schen de harnassen der eedhelpers. De gemalin van hertog Aelbrecht: Margaretha, hertoginne van Beleren, was geheel In blauwe zydo met ziiver geborduurd, die van Willem van Oistervant, Marquórite d'Oistervant, in parelgrys met zilver en hermelijn. De Hertog zelf droeg een donkerpaars kostuum en een mantel van rood met goud met hermeiyn af gezet, terwyi de Graaf in zwart met goud gekleed was. Van de overige edelvrouwen vielen nog in 't oog door een zeer mooi toilet: Oda van Matenesse (oranje fluweel), Barta van Egmont, die een kostuum droeg van vieux- bleu met rooden mantel, Badeloch van Duvenvoorde, lichtgeel met zwart en goud,Gerbarga van Arckel (hemels blauw met donkerblauw), terwyi de overige „vrouwen en de maegden" ook allen zeer veel smaak ln haar keuze hadden betoond. in gehoor ontvangen den heer Sima Lozdnitcb, ter overhandiging van zijn geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minis- ter van Zijne Majesteit den Koning van Servië by het Noderlandsche Hof. I Do Italiaansche gezant by het Neder- landscho Hof, baron Galvagna, is gisteren door den minister van buitenlandsche zaken j ten Paleize Soestdyk aan H. M. de Koningin en H. M. de Koningin-Moeder voorgesteld. Het diner, dat de Staten van Utrecht verzocht hebben aan H.H. M.M. de Koninginnen te mogen aanbieden by gelegenheid van het eerste verblijf van H.H. M.M. in de provincie na de inhuldiging, zal plaats hebben Dinsdag den 3den Juli, den dag der opening van de zomervergadering der Staten. Yoor het diner wordt de groote concert zaal van hot Gebouw voor Kunsten en Weten schappen in gereedheid gebracht; als ont vangkamer zal de vergaderzaal der Staten dienen. H.H. M.M. zullen des namiddags in do stad aankomen. Yanwege de Staten zullen het provinciaal, gouvernementsgebouw, het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen en de Malie baan, waarlangs H.H. M.M. de gemeente weder zullen verlaten, des avonds p umi- Do Senatu8 Yeteranorum van het Utrechtsch Studentencorps en de Senatus Iilustrlssimus van het Groningsche Studentencorps (respec tievelijk op Breestraat 109 en Breestraat 19 logeerende) hielden hedenmiddag recepties, de eerste om 4, de laatste om 6 uren, welke vry druk bezocht waren. Om halfzeven heeft in.de Stads-Gehoorzaal het Reünie-diner plaats, dat door de stafmuziok van het 4de reg. infanterie, onder directie van den heer W. Van Erp, wordt opgeluisterd. Leiden, 20 Juni. Voor het akte-examen lager onderwys zyn geslaagd de dames W. J. Eyndhoven, O. J. De Nie en G. Overdiep, allen te Leiden. De Nederlandsche mail wordt morgen ochtend alhier verwacht. Yoor het beroep naar do Ned.-Herv. Gem. te Aarlandorvoon is bedankt door ds. C. J. Warners, pred. te Leersum. Ds. Gangel, pred. by de Goref. Kerk te Voorst, heeft zyn bediening in do Geref. Kerken neergelegd en is uit do Geref. Kerk getreden. De opper-ceremoniemeester maakt bekend, dat het Hof, ingevolge de bevelen vaa Hare Majesteit do Koningin, den lichten rouw heeft aangenomen voor den tyd van acht dagen, ingaande op Woensdag 20 Juni, wegens het overly den van Z. K. H. den Groothertog van Oldenburg. (Sls.-Ct.) De ministers van marine en oorlog hebben aan de Tweede Kamer, uitsluitend ter kennis neming voor de leden, doen toekomen het in oen vroeger kabinetsschryven bedoelde „Algemeen plan van de defensie aan de zee- zyde". H. M. de Koningin heeft op 16 Juni jL neerd worden. Omdat het bezoek hefc karakter draagt van een bezoek aai .e ge meente, heeft H. M. de Koningin den .vensch te kennen gegeven, dat door do ingezetenen niet zal worden geïllumineerd. UD.) Op Maandag 2 Juli zal in het Bronge bouw te Haarlem do 69ste algemeene ver gadering gehouden worden van R.-JL Byz. onderwijzers (hoofden van scholen) in het bisdom Haarlem. Behalve zaken vau huis- j houdeiyken aard verkiezing van bestuurs leden, jaarverslag, rekening en verantwoor ding komen aan de orde de volgende punten: a. In het belang der school is het noodzakeiyk, dat er overeenstemming b«sta tusschen het Bestuur en het hoofd der schooL b. De ouders kunnen op de opvoedende kracht, die van de kath. school dient uit te gaan, een belangrijken invloed uitoefenen: zy kun- nen dien sterken, maar ook verzwakken. Wat valt in het laatste geval daartegen te doen? j Deze punten zullen worden ingeleid resp. door de heeren J. Th. F. Van den Donk, te Voor- borg, en P. H. Krekelberg, te Alkmaar. —Het kiescollege der Ned.-Herv. Gemeen te te Rotterdam heeft het navolgende drietal samengesteld, ter voorziening in de vacature- Astrods. J. Lamm erts van Bueren, te Bunnik, ds. EL J. Rooseboom, te Delft, en ds. G. Posthumus Meyjes, te Dubbeldam. Een veertigtal oerw. heeron geestelijken j te Amsterdam hadden zich eergisteravond vereenigd rondom do lykbaar van den over leden deken van Schagen, den zeereerw. heer A. v. d. Voorden, welke in de met rouw behangen kapel van het O. L. V. Gast- huis geplaatst was. Te acht uren begon de j indrukwekkende plechtigheid der zlelemetten, die geleid werd door den hoogeorw. deken van Amsterdam, mgr. Schweitzer, geassistoerd j door de eerw. kapelaans Speet en Niedfeld. j Gisteroohtend werd in dezelfde kapel een plechtige Requiem door mgr. Schweitzer opgedragen voor de zielerust van den over ledene, waarby assisteerden de eerw. heeren rector Gribbling als diaken en kapelaan v. d. Burgfc als subdiaken, terwfil de eerw. i kapelaans Colla en Hafkensoheidt als cantorea fungeerden. Daarna werd het sloffeiyk overschot van den zeereerw. deken overgo bracht naar het Oentraal-Station, van waar het naar 8chagen werd vervoerd, om daar heden te worden begraven. Geiyk is medegedeeld, zal eerstdaags een der groote oorlogsschepen nit Nederianduch- Indiö, met een landingsdivisie aan boord, naar de Chineesche wateren vertrekken ter bescherming van Nederlandsche onderdanen en belangen. Thans wordt gemold, dat, naar nit inge wonnen inlichtingen ten stelligste is gebleken,' de kosten dezer zonding zullen worden ver evend op do Nederlandsche, niet op de Indische begrooting. Dit Is, zogt het „Hbl.", ongetwijfeld bfliyk maar aangezien vroeger in dcrgeiyke zaken wel eens anders gehandeld Is, verhougt hot ons te mogen constateeren, dat ditmaal goon „financioele snakery" het woord Is tru don heor Fransen van de Putte is gepleegd om de Indische belasting schuldigen te laten betalen voor hetgeen de Nederlandsche belastlngschuldigoa aangaat. De voroeniglng „Vergunning" heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waar- In zy aandringt op verwerping \ran hot aau- J hangige wetsontwerp tot wyziging dor Drank- i wet De vereeniging oppert vooral bezwaron tegen do opheffing van een groot aantal localiteiten met vergunning op 1 Mei 1901, en de daarmede in verband staando bepalingen, en tegen den oisch van verhooging dor ver- gunningsbelastfng by tappen na 10 uron 's avonds on des Zondags. By do behandeling dor loopendo Staats-, begrooting werd Id do Staten-Generaal de hoop1 uitgesproken, dat ook de voorbereiding der verzekering tegen ouderdom en invaliditeit,' tot de aanneming der Ongevallenwet, zonder nieuwe ambtenaarskrachten zou kunnen ge-, schieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1