r. 12365 Saterdag XC Juni. A', 1900 <Sezs (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad, Feuilleton. Opofferende liefde. PRIJS DEZER COURAÏTTi Yoor Leidon per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommors f 1.10. 1.40 J 0.05. PRIJS DER ADVERTENTLËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootore letters naar plaatsruimte. Voof het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgoving. De Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien art. 85 der verordening op de Straat politie (afd. II van de Politie op liet rijden), Bepaalt: dat op Dinsdag den 19den Juni a. 8., ter gelegenheid van den GEHOSTUHEERDEN OPTOCHT, te houden door leden van het Leidsch Studenten-Corps, geen rijtuigen, voertuigen of paarden zullen mogen stilstaan langs den weg terwijl de optocht voorbij trekt, en dat be- stuurder8 van rijtuigen, paarden of voertuigen (rijwielen hieronder begrepen) niet in tegen- overgestelde richting zullen mogen doorrijden, maar zich naar elders moeten verwijderen; dat in den avond van dien dag, v a n 7 uren tot middernacht, het rijden met rijtuigen, paarden en voertuigen (rijwielen aan de hand hieronder begrepen) is ver boden in het geheele gedeelte der gemeente, dat dpor sluitboomen afgesloten is. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 15 Juni 1900. F. WAS. De Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien de art. 80 en 85 der verordening op de Straatpolitie (afd. II van de Politie op het rijden), Bepaalt t dat bij gelegenheid der feesten in het gebouw op het Van-der-Werf-park, op Maandag den 18den Juni e.k. en volgende dagen dier week, tot het brengen van bezoekers aan den ingang in de Kaamsteeg gereden moet worden uit de richting van de Gareiunarkt en dat, na het uitlaten van bezoekers, do bestuurders van voertuigen moeten wegrijden in de richting van de Doezastraat; dat by het afhalen van bezoekers aan voor meld gebouw de bestuurders van voertuigen moeten komen uit de richting van de J>oeza- ntrant en wegrijden naar de zijde van de Garenmarkt dat gedurende die week by feesten in boven vermeld gebouw het rijden met voertuigen is verboden op het Sieensolmur tusschen de Groencbrng en de Nleuwstceg van ,de8 avonds 7 uren tot éón uur na midder- i nacht. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 18 Juni 1900. F. WAS. De Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien art. 80 en S5 der verordening op de Straatpolitie (afd. II der politie op het rijden), Bepaalt: dat ter gelegenheid van den Ridderslag op „Den Burcht", op Woensdag den 20sten en Vrijdag den 22sten Juni a. s. des namiddags 'tusschen l'/2 en 4'/, uur, het rijden ver boden is in de Burgstceg en in de Nieuwst ra at tusschen Den Burcht en de Hooglandsche kerk, uitgezonderd tot het brengen en afhalen van bezoekers aan Den Burcht. Bij het brengen van de bezoekers moeten de rijtuigen komen uit de richting van den Nieuwen Rijn en, na het afzetten der bezoekers, wegrijden naar de zijde van de Hooglandsche kerk, terwijl by het afhalen de rytuigen moeten komen van de zyde dier kerk en wegryden door de Burgsteeg. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 16 Jun' 1900. F. WAS. Fiuftncléelo Kroniek» Als men nagaat, dat do Beurs van dag tot dag flauwer en zwakker wordt, vraagt men zich af, wat het dan wel in den komkommer- of vacantie- tijd moet worden, welke zoo zoetjes aan nadert. De lusteloozo stemming heeracht feitelijk aan alle beurzen en geen wonder. Do oorlog in Zuid- Afrika, die, niettegenstaande de Engelsche wapenen thaDS op succes kunnen bogen, nog verre van geëindigd is, doet zich thans allerwegen gelden in de logische gevolgen van een langgerekten kost baren krijg. Zondeiling genoeg is het niet het schitterende gele mineraal, goud genaamd, het welk schaarsch is, doch wel zijn zwarte natuur genoot, de kool. Steeukool is duur, zeer duur, on dit doet zich op een dusdanige wijze in de groot industrie en bij de Spoorweg-Maatschappijen ge voelen, dat daaraan voor een groot gedeelte de teruggaande en flauwe koersen der Industriëele waarden en Spoorweg .Shares zijn te wijten. De hooge prijzen van steenkool en ijzer zijn de onmiddellijke oorzaak van de inkrimping van Scheepsbouw en Spoorwegwerken, waardoor ver volgens verschillende fabrieken op het gebied der ijzer-industrie tot tydelyko sluiting zijn over gegaan. De onlusten in China brengen ook niet weinig bij, om de onzekerheid der markt te ver- hoogen, en moge het al waar zijn, dat de mogend heden eendracutig samenwerken, het schijnt ons toe, dat de toestand in bet Ilenielsche Rijk van dien aard is, dat zich plotseling gebeurtenissen kunnen voordoen, welke aan dat samenwerken een spoedig einde zouden kunnen maken. De opstand der Boxers kan onberekenbare gevolgen hebben. Bet geld bleef tor Beurze op ongeveer hetzelfde niveau, variëerende tusschen ol/«- en 4 pUten zoo ging het ook onzen Nederlandschen Staatsfondsen, integralen en 3 obligatiën waren strikt genomen zelis nog een fractie lager. Naar mou zegt, zal op do inschrijvingen, welke op do nieuwe 4 Amster- damsche Leening plaats vinden, 4U pUt. worden toegewezen. lu Oostenrijksche papier- en zilverreDte vond nogal handel plaais, hoewol ook hier tegen lager koersen. Russische Staats- en Spoorwegfondson waren natuurlijk mede aangeboden, want het ligt voor de hand, dat bij verwikkelingen in China, Rus land een eerste viool speelt en al moge Rusland ook staatkundig opgewassen zijn tegen welke groote macht ook, toch zou Rusland, wanneer het te veel wilde winnen, wel eens in finanoieele moeilijk heden kunnen geraken, vooral wanneer do beurzen van Europa voor haar gesloten zouden blijven, want dat Rusland den een of anderen tijd weder zal moeten leenen, is buiten kijf. Het groote Russische Rijk verkeert nog in zijn ontwikkelingsperiode. Nog langen tijd zullen jaar lijks honderden millioenen roebels moeten worden nitgegoven voor spoorwegen en andeie werken, welke de uitgestrekte rijke streken tot ontwikke ling moeten brengen. Daarvoor heeft Rusland Europa noodig. Doch ook in Amerika tracht het een markt te vinden voor zjjn toekomstige lee- ningen. Rusland is namelijk bezig, te Nieuw-York een Russisch-Amenkaansche Bank op to richton. Spaansche buitenlandscbe schuld bleef ia na volging van Parijs iets williger. Het groote succes der nieuwe biuuenlandsche leening was daar wel de oorzaak van. Ook spreekt men van een nieuwe buitoulandscbo leening, welke de minister van financiën van plan zon zijn nit te geven ten be hoeve van de Valutaregeling, welke loening dan als onderpand de bergwerken van Almaden zoude krijgen. Dit gerucht komt ons echter zeer on waarschijnlijk voor, daar toch zoowel de regeering als de Cortes zich zeer tegen het aangaan van een nienwe buiteniandsche leening hebben gekant. De Mijnbouwaandeelen trokken de opmerkzaam heid door een algemeone daling. De reden daarvoor is niet recht duidelijk, want de berichten en jaarverslagen zijn niet algemeen ongunstig te noemen. Het jaarverslag van de Ned.-Ind. Mijnb.-Mij. kan zolfs zeer gunstig ge noemd worden en wanneer de directie in staat zal zijn, haar thans opgevatte plannen uit te voeren, zal het ons niet verwonderen, of deze Maatschappij zal eerlang tot de dividendbetalende gaan behooren. De laatste berichten, dd. 30 Mei door de directie van de Noord-Celebes Mynbouw- Maatschappij ontvangen, zijn, dat een derde ader is gesneden, welke een gehalte bevatte van 13 gram goud en 19 gram zilver per ton, terwijl de ÏDgeniear tevens berichtte, dat een andere tunnel op zh 50 meter diepte oen ader sneed, welke op het snijpunt een gehalte aanwees van 2 Engelsche onsen goud per ton, hetgeen toch geen ongunstige dingen zijn. Doch, en hier zal wellicht een reden in te vindon zijn, men is ongerust, dat de Chinee- scbe koelies wegens de gebeurtenissen iu hun vaderland wellicht zullen gaan repatrieeren, en dan staat gebrek aan werkkrachten voor do deur, en helpt het niets, al is er nog zooveel goud in den grond, indien het niet naar boven gebracht en verwerkt kan worden. Laat ons dus voor de aandeelhouders der Mijn- bouwmaatschappijen hopen, dat de Chineezen wei nig of geen vaderlandsliefde aan den dag zullen leggen. De maatschappij Kwandang Soemalata moest in liaar jaarverslag erkennen geen succes gehad te hebben met haAr exploratie, doch, zooals de directie mededeelde, was de Maatschappij finan cieel in staat, do exploratie voort te zetten en hoopte en vertrouwde zij op beter kansen. De Tabaksmarkt had mede eeo onaangenaam tintje. Geen wonder, er is veel, slechte en goed- koope tabak, drie factoren, welke niet anders kunnen uitwerken dan flauwe koersen. Van de petroleumaandeelen waren het de Moeara Enim, die zich een weinig konden verheffen; de overige bleven ongeveer op vorige koersen. De Delispoor is van plan 1300 nieuwe aandeolen a ƒ1000 uit te geven. Uit do circulaire, welke de Maatschappij verkrijgbaar heeft gesteld, blijkt, dat de bezitters van twee oude aaudeelen recht heb ben op één nieuw aandeel tegen den koers van 125 procent. De directie is gemachtigd om die aandeelen, waarvan geen gebruik gemaakt wordt, door de oude aandeelhouders, in overleg met commissarissen, te realiaeercn. Het eerste dividend bewijs geeft recht op het volle aandeel in de winst over 1900. In aandeelen Warschau-"VVeenen vond levendige handel plaats. Claims golden f 57. Na dit jaar hebben oude en nieuwe aandeelen gelijke rechten. Over dit jaar deolon de nieuwe aandeelen slechts in de hellt van de winst. De Amerikaansche Spoorwegmarkt verkeerde ontegenzeggelijk in een gedrukte stemming. De ongunstige geruchten omtrent den oogst, welke door de aanhoudende droogte zooveel zou geleden hebben, moet dienst doen om de markt nog meer te ontstemmen. Men kan echter vrijwel aannemen, dat deze geruchten op zijn minst genomen over dreven zijn en ook voorbarig. President Hill van de Great-Northern echter, raadt tot voorzichtigheid aan, omdat men onzeker schijnt te zijn, wat den oogst betreft, en omdat, en dit is een factor van beteeknnis, er dit jaar presidentsverkiezing is. Hoewel de toestand der meeste spoorwegen kern gezond is, gelooven wy, dat president Hill het bij bet rechte eind heeft, als hij tot voorzichtigheid aanmaant, want niet altijd kunnen de ontvangsten vooruitgaande blyven. Do dunrte van kool en ijzer werken mede de exploitatiekosten te ver- hoogen, 6lechte oogst kan het vorvoer zeer schaden en de presidentsverkiezing brengt alle politieke hartstochten in beweging. Ilijnlandsche Bank, Gemengd Nieuw», De zaak-Hogerhuia. Het „Comité van Gerechtigheid" te 's-Gravenhage, aan hetwelk de regeling was opgedragen tot het houden van een landelijke betooging ais protest tegen de beslissing van den Hoogen Raad in zake de afwyzing van het verzoek der broeders Hogerhuis om revisie van het arrest van het Hof te Leeuwarden, heeft, na tevergeefs by herhaling pogingen te hebben aangewendeen geschikte localiteit voor dat doel te verkrygen, besloten tot het houden van een openlucht- meeting op Zondag 1 Juli 1900 op een terrein aan de Walburgstraat achter het station van den Hollandschen Spoorweg. Uit Amoide schryft men dat onder Langerak tydens het onweer van Woensdag alle hennep door den hagel is vernield. Qnder de gemeente "Wylrózyn gisteren 13 arbeiderswoningen afgebrand. Te Aalst, by Yalkenswaard, is iemand door den bliksem gedood. Op de Zuiderzee, by Enkhuizen, werd een visscher door den bliksem getroffen, waardoor hy geheel stom en lam geslagen werd. De ongelukkige is te Enkhuizen binnengebracht. Gisteravond omstreeks halfacht is by het station Baarn de landbouwer F., door een sneltrein overreden. De ongelukkige werd vreeseiyk verminkt en was onmiddellyk dood. Te Sloten (N.-H.) is door den kerkvoogd der Ned.-Herv. Gemeente by do justitie een klacht ingediend tegen den pre dikant wegens laster. Te Middelburg zocht men dezer dagen overal naar een spoorloos verdwenen tweejarig kind, tot men het to middernacht vond.... in het ouderiyk huis, onder de bed stede, slapende met poes in de armpjes. Dezer dagen waren ouders te Mechelen hun ongelukkig verdronken zoontje van acht jaren gaan begraven. Thuiskomende vonden zy het vierjarig broertje, dood dat over den weg loopende door een zwaren vracht wagen was overreden. Te Rozendaal (N.-B.) is gisternacht het paneel der deur van den goudsmid Dirksen op 6 plaatsen uitgezaagd. De bewoners werden nog tydig wakker, zoodat niet gestolen kon worden. Daarna is door de inbrekers een bezoek gebracht aan het café van den heer Roovers op den Nispenschon weg en wisten de dieven de lade te lichten, waarin gelukkig maai* een kleine som was geborgen. De daders zyn onbekend. Zyn eigen zoon doodgeschoten. De op de markt te Rawitsch wonende hand schoenen-fabrikant Wilhelm Junker heeft na herhaald en heftig optreden zyn jongsten, 18-jarigen zoon in hevige drift doodgeschoten. De verslagene heeft zyn ouders, ondanks zyn jeugd, reeds veel verdriet berokkend, wat den ouden man ten slotte tot vertwyfeling moet hebben gebracht, in welken toestand hy toen de daad volvoerde. Of de vader, die zich on middellyk daarna uit eigen beweging in handen van de justitie gesteld heeft, in noodweer van het vuurwapen gebruik gemaakt heeft of den ondeugenden zoon met opzet doodde, moot het gerechteiyk onderzoek uitmaken. In een straat van Londen is een jong meisje verbrand voor de oogen van honderden ontzette toeschouwers. Evaus Place was met wandelaars gevuld, toen plotseling de ongelukkige Gertrude Milcox, van het hoofd tot de voeten in vlammen staande, uit een van de huizen stortte en op de straat te pletter viel. Verscheidene moedige mannen scheurden haar de brandende kleederen van het iyf en doofden de vlammen met hun jassen uit, maar de hulp kwam te laat. De dood was reeds gevolgd. De brandweer drong het hu is binnen, waaruit Gertrude was gekomen, en vond daar nog twee verkoolde menschen, een oude vrouw en eon jongen man. De drie hadden domino gespeeld, de lamp was van do tafel gestooten en ontploft. Daardoor was het onheil ontstaan. Te Chicago zijn tweeling-broeders aangehouden, van wie één goederen uit een trein gestolen heeft. Daar zy als twee druppels water op elkaar geiyken, beiden hardnekkig on ik :nen en geen enkele ge tuige durft bezw ren, welke van de twee de schuldige is, zal men hen wel weer dienen los te laten. Twee leerlingen der P c - c h-" nischo School te Zurich, 20 en 2 oud, beiden Zwitsers, zyn Zondag van ci r» 7 ort-1 schenstock, in het kanton Glarus, nee.-..stort.' Hun kameraden, ongerust geworden, gingen, uit om lion te zoeken en hebben eerst Woens-', dag hun lyken gevonden. Het hooft to P a r y s hevig ge onweerd, geregend on gehageld. Uit Beauvais, Nancy, Bar le-Duc, enz. komen dorgeiyke berichten. Ta Beauvais en Bar zyn twee landbouwers van 19 en 20 j.mr door den bliksem gedood. Tusschen Longovillo en Bar-le-Duc werden drie arbeidende spoorweg werkers getroffen één was terstond dood, de twee anderen werden in bedenkelyken slaat naar het hospitaal gebracht. Ten noorden van Belfort Is de oogst door hagelslag verwoest. Op de Kama, oen zy rivier van de Wolga, zyn 55 menschen en 12 paarden met een boot gezonken en allen omgekomen. De Italiaansche ex-afgevaardigde Defelice, dio als vluchteling in Zwitserland vertoeft, publiceert in het blad „Secoio" van Milaan een gesprek met Alfred Dreyfus, met wien hy reeds in Carpentras kennis maakte. Dreyfus toonde zich terughoudend over de zaak, die van een zuivere rechts-quaestie tot een politiek vraagstuk was geworden. Wat hom persoonlijk betrof, zag hy gaarne van een rehabilitatie af om den vrede van Frankryk niet te verstoren, maar hy moest aan zyn' kinderen en aan do eer van zyn familie denken. Overigens had hy vertrouwen in de ridder-/; ïyke ziel van Frankryk. Van Tomps wist hy slechts, wat de couranten vertelden. Tomps! ging naar Madrid, om Richard Cue: •- m zien,' die jaren geleden door kolonol J- en majoor Lauth in Bazel werd opgezocht, uefolice vroeg hierop naar den Oostenrykschon ex-offi cier Przyborowsky, die Czernusky naar Rennos vergezelde. Dreyfus antwoorddeDe waarheid is, dat, wanneer iemand PrzyborowBky had betaald, deze zou hebben gesprokeDmaar daar hy geen sou ontving, vervallen allo valsche beschuldigingen. Over zijn beweerde reizen ondervraagd, zeide Dreyfus: Ik heb de villa Turettini nooit verlaten; ik was noch in Londen, noch in Parys. Ten slotte ver klaarde Dreyfus: Ik ben biyde met de uit sluiting uit het leger, want zoo kan ik aan de rehabilitatie denken. Maar vooreerst denk ik niet aan de hervatting van de revisionis tische campagne, dio slechts de politici interes seert. Ik heb het tegenovergestelde belang, nl. dat allo agitatio mynentwege den triomf van de waarheid verzekero. Dan zal ik in zuiver wettelyke vormen het rovisie-verzook verniouwon met bewyzen, dio niet politiek zyn. Defelice sluit zyn verslag mot de ver- zokoring, dat Dreyfus er goed uitziot. S) Ik moot er my toe dwingen om over deze treurige zaak uit te weiden. Eenigo documenten, inlichtingen bevattend aangaande do inrichting en de bewapening van het Franscho leger, benevens de plattegrond van eenige vestingen aan de grenzen, waren in het bezit van het Duitsche ministerie van oorlog. Al sedert lang had men in Frankryk bemerkt, dat, als er een besluit genomen was, men er in Duitschland dadelyk van op de Loogte was, en er werd dan ook alles in het werk gesteld om den dader op het spoor te komen. In het Fransche ministerie van oorlog en in het kwartier van den generalen staf was een wantrouwende geest ontstaan, die zyn nadeeligen invloed terdege liet gelden. Een ieder wantrouwde zyn kameraader was maar heel weinig voor noodig om iemand te doen verdenken. Toen dus gedurende een tydelyke afwezig heid van kapitein d'Auriac een scherp huis onderzoek werd ingesteld het is nooit uitgekomen wie daartoe bevel had gegeven on men de plattegronden van die vestingen I en do afschriften van die documenten vond, was men overtuigd. d'Auriac werd opgesloten in do „Conciergerie" en nu het publiek ge- rustgesteld was doordat men den zondenbok had gevonden, ademde men weer vryer. De verrader was ontdekt; hy behoefde nog slechts voroordeeld te worden. Hoe myn I geliefde Rohan dat afschuwelyke verhoor en [dê daarop volgendo yeroordeeling verdragen heeft, weet ik niet. Het maakte my diep rampzalig, mij, die zoo van zyn onschuld overtuigd was! Ernstig kalm stond hy hen te woord en herhaalde steeds, dat hy van de heele zaak niets afwist. De bewysstukken waren met veel moeite by elkaar gehaald, maar men vond ze voldoende en hy werd tot degradatie, het verlies van al zyn burgerrechten en tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Pas na de uitspraak van het vonnis kreeg ik verlof hem te bezoeken. Hot bezoek duurde maar een paar minuten, de cipier was er by tegenwoordig; hot was in zyn cel in de „Conciergerie." Hy zat in een houding, dio van diepe verslagenheid getuigde, op een stoel zyn armen hield hy over elkaar geslagen, zyn hoofd hing voorover op zyn borst. Toen ik binnengelaten werd en hy my zag, sprong hy op en verwelkomde my met die vrien- delyke, opgewekte uitdrukking in zyn oogen, die ik zoozeer bewonderde. „Mariel" zei hy en de toon van zyn stem deed aan een gebed denken, „kom je dan eindelyk?" „Lieveling l" bracht ik er snikkende uit, „ze wilden my niet laten gaan. Maar met myn gedachten ben ik voortdurend by je geweest. Iedere beleediging, jou aangedaan, heeft my gewond." „En vertrouw je me nu nog?" „Ben ik dan niet tot je gekomen, Rohan? Wat je lot ook moge zyn, ik hoop, dat ik het met je zal kunnen deelen. Ik weet wel, dat jy nooit tot zoo iets in staat zoudt zyn geweest." „Nu zal ik myn lot beter kunnen dragen," zei hy. „Het was anders al heel moeilyk te dragen, maar het ergste van alles was de vrees, dat jy „Dat heb je toch niet lammen vreeaen," zei ik. „Soms twyfelde ik zelfs aan God," ant woordde hy. Toen boog hij zich voorover on drukte een kus op myn lippen; het was de eerste kus, dien hy mij gaf. Gedurende het korte gesprek, dat my was toegestaan, trachtte ik van hem te weten te komen of hy ook vermoeden kon aan wien wy dat ongeluk hadden te danken, maar voor zoover hy zelf wi6t, had liy geen vyanden en ook geen vermoedens. Al te gauw herinnerde de cipier er ons aan, dat do tyd verstreken was. „Ga nu heen, lieveling," zei Rohan, „en bid voor ons, dat dit misverstand opgehelderd worde. De goede God behoede je! Vaarwel, vaarwel 1" En na een laatsten afscheidskus ging ik de wereld weer in. Er verliepen maanden voordat Rohan's vonnis bekrachtigd werd twee afschuwelyke woorden vormden zyn noodlot en zyn graf schrift Nieuw-Caledoniö. Gedurende dien afschuwelyken tyd kon ik geen verlof krygen om hem nog eens te zien, maar ik liet my in het geheel niet over hem uit. Hy hield standvastig vol, dat hy onschuldig was aan de dingen, waarvan men hem beschuldigde, en verdroeg alle vernederingen met een kalme waardigheid, die zelfs op zyn aanklagers indruk maakte. Het eenige nieuws van hem, dat tot my door drong, dankte ik aan myn neef, Charles De la Valière. Arme jongen, hy had mij zoo innig lief, maar ik beantwoordde zyn liefde niet! Hy was by de balie en was dus in de gelegenheid my van het een en ander op de hoogte te houden. Het was wel hard voor hem van my te moeten hooren, dat het eenige middel om een klein stukje van myn hart te veroveren, daarin bestond, dat hy my nieuws bracht van hem, die er aileenheergcher ia was. Maar hy was een La Valière en dus ridderlijk genoeg om my te helpen waar ik kon. Zy, dio Rohan het best kenden, zyn wapenbroeders, weigerden beslist om aan z(jn schuld te gelooven. Maar geloof heeft in rechtzaken evenveel invloed als een zeepbel. Wat wy ook probeerden, en we deden het met hart en ziel het hielp niets. Het was een doolhof van knoeieryen. Steeds stuitten wy weer op de verklaring, dat er schuldbewyzen waren gevonden in de woning van d'Auriac, en wy konden or met geen mogelykhoid achter komen hoe ze daar gekomen waren. Neef Charles ik wil dien edelen jongen man hier nog eens gedenken deed wat hy kon, ofschoon hy wist, dat hy zyn hoop vernietigde, indien zyn pogingen mot een goeden uitslag bekroond werden. Hy had d'Auriac niet zoo goed gekend, maar hy had vertrouwen in hem om mynentwil en hy werkte voor hem alsof het voor my was, alsof myn leven er van afhing. Alles was echter tevergeefs en de dag brak aan, waarop Rohan d'Auriac als een misdadigor zyn geboortegrond voor altyd moest verlaten. Toon voelde ik voor het eerst, dat wy gescheiden waren. Toen de Fransche hemel zich nog boven onze hoofdon welfde on ik wist waar hy was, kon ik me hem toch altyd voor den geest halen, dien armen Rohan, zooals hy daar zat in zyn kale, witte cel. En zoo nu en dan kreeg ik toen ook wel eens eenig levensteeken van hem. Maar nu we gescheiden waren door de halve wereld en door den grooten Oceaan, was het my alsof myn hart zou breken. Geen nieuws in de bladen omtrent Nieuw-Caledoniö ont snapte my en de weinige boeken, die over Nieuw-Caledoniö geschreven waren, bestu deerde ik met veel ernst en volharding. Op een middag zat ik op myn kamer voer het raam to kijken naar de file rytcigen, die naar het Bosch reden, toor. myn kamonior „Le petit Journal" binnenbracht on naast my ncor- legdo. Ik had my aangewend om allo» te lezen, uit vrees van iets over hot hoofd te zien. Do courant inkykende, word myn aan dacht getrokken door het volgendo bericht: Het transportschip „Espórance" ligt goroed om uit to zeilen in do havon van Toulon on vertrekt de volgende maand naar Niouw- Caledonié met vyftig vrouwolyko voroordeolden aan boord. Ik las het bericht driemaal over; do onuit gesproken liarto'wensch deod my ineens een besluie nemen; ik zag don my aangewezen weg voor my. Hot was alsof een komeet zich plotseling con weg had gebaand door de nevelen en recht op my aankwam. Haar schitterende baan was do wog, dion ik moest volgen. Ik verlangde naar Rohan met myn goheelo ziel. Ik verlangde naar zyn gozicht, naar zyn stem, naar zyn handdruk, en dit verlangen was soms zoo sterk, dat ik er ziek van werd en in bed van pyn lag to kreunen. Jk wildo naar hem toegaan; ik wilde aan boord van de „Espórance" vertrekken, hot kon mij niet scholen in welke betrekking. Ik wilde er gaarno alles voor opofferoncomfort, stand, vermogen. Ik wilde hem opzoeken, denman, die mij meer waard was dan myn leven; ik wilde, voor zoover het in myn macht lag, hem troosten en steunen. Bevend van opwin ding liep ik in myn kamer heen en weer. Ik bedacht allo mogelijke middelen en manieron om mijn plan to kunnon volvoeren en myn hart voogdo or glinsterond-goudon weefsels van hoop by. rf (Wordt vcrvolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 9