N°. 12360
Maandag 11 Juni.
A*. 1900
feze i€ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Kei ZuiiMiïik'iiaiisclie Vereeniging.
Leiden, li Juni.
Feuilleton.
N5ÖQIE VROUWEN.
LEIDSCH
DA&BLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden.f 1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlyko Nommors 0.05.
PBIJS DER ADVEBTENTIEN:
Van X-6 regel3 f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
lettere naar plaateruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Afdeding Leiden en Omstreken.
Ontvangen bij don waarnemcnden Penning
meester:
Door bemiddclu.o ian het Leidsch Dagblad:
Gecollecteerd voor de Boeren door zwager
Bart op een Koperen feest van A. en C. f 1.85
Gecollecteerd op do Bruiloft van A.
en A., nadat de Hagenaars verh*nltVf>n
waren„1.09
Yan „Ora et Labors", te Hazers-
woudo0.75
Op liet engagementspartytje van A.
S. en C. H. gecollecteerd in de hoop
dat by de Boeren niet het eerste
gewin kattengespin zal zijn 0.63®
Gecollecteerd op een jaarfeest voor
de Boeren0.675
Gecollecteerd door de Buren opeen
Koperen feest van A. en C0.61
van de weddenschap van Jan 0.25
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel van dit Blad.
Officioolo Kennisgeving.
KENNISGEVKic.
Voorbereidend Militair Onderricht.
Do Burgemeester der gemeente Leiden herinnert
belanghebbenden aan de navolgende bepalingen
van de regeling van het voorbereidend militair
onderricht, zooals deze is vastgesteld bh beschik
king van den Minister van Oorlog, dd. 1 Juni
1898, Vilde afd., No. 10:
.Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt
deze regeling het elementair practisch en theore
tisch onderwijs in don dienst der Infanterie en
der Vesting-Artillerie, dat door officieren en minder
kader van het loger wordt gegeven aan jongelie
den, buiten den troep, die ztoh tot het ontvangen
van dat onderwijs vrywillig aanmelden.
Het voorbereidend militair onderricht heeft in
het algemoeu ten doel, door locale oefeniDg, die
zooveel mogelijk aansjaffing zoekt bij het school
onderwijs in de gymnastiek, do bekendheid te
bevorderen met de eenvoudigste militaire exerci
tiën, terwjjl het tevens leert kennen de algemeene
plichten van den soldaat.
Dat onderricht strekt bovendien om hen, di9
de verbintenis wensohen aan te gaau als vrij
williger voor het Reservekader, in de gelegenheid
te stellen zich de voor die verbintenis gevordordo
bedrevenheid in de behandeling van hot gowcer
eigen te maken en voorts tot opleiding van toe
komstige militiepJichtigen, die aanspraak wenschen
te verkrijgen op plaatsing bij het corps en in het
gainizoeu hunner keuze, of die ziob tijdens hun
verblijf onder de waponen wenschen toe te leggen
op het erlangen van oen graad.
Het voorbereidend militair onderricht vormt
een cursus, die loopt over twee achtereenvolgende
wintertijdperken, telkens van ongeveer half Ootober
tot ultimo Februari en gedurende ten minste 3
uren per week.
Het voorbereidend militair onderricht is kosteloos
voor de deelnemers en kan worden gevolgd door
jongelieden van 16- tot 24-jarigen leeftijd. Het
wordt gegeven in plaatsen, waar Infanterie of
VostiDg-Artillerie in garnizoen ligt, indien d&ar
ten minste 3 adspiramon voor het Reservekader
of in het geheel ten minste 10 deelnemers de
lessen volgen.
De Hoofdofficier van het Reservekader doet
jaarliiks in de maand Februari oen onderzoek
instellen naar de vorderingen der jongelieden,
die aan het voorbei eidend militair onderrioht
deelnemen.
Aan hen, die voor do militie hobbén geloot en
don vorenvormelden 2-jarigen cursus in zijn goheel
er, blijkens hot onderzoek, met vrucht hebben
doorloopen, wordt uitgereikt een getuigschrift
model W.
Lotelingen, die op het tijdstip hunner inlijving
bij de militie in bot bezit zijn van bet ge
tuigschrift model W, komen, behalve dat zij
aanspraak kunnen maken op plaatsing bij het corps
en in het garnizoen hunner kenze, vóór andere
lotelingen hunner lichting in aanmerking voorde
opleiding tot een graad, indien het corps, waarbjj
zij zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wapen,
voor welks dienst zij voorbereidend onderricht
genoten en zij ook in andere opzichten voor die
opleiding de noodige geschiktheid bezitten."
Voorts worden belanghebbenden verwittigd, dat
de aanmelding tot deelneming aan bovenbedoeld
onderricht moet geschieden vóór 1 Juli a.s.
bij den heer Kolonel'Commandant van het 4de
regiment Infanterie alhier, en dat zg, die zich nh
dien datum aanmelden, vermoedelijk niet meer tot
het volgen van dat ouderricht zullen worden toe
laten.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
9 Juni 1900. F. WAS.
van kiezers voor de
Hamer van Koophandel
en Fabrieken.
De Burgemeester van Leiden;
Gezien art. 7 van het Koninklijk besluit van 4
Mei 1896 (Staatsblad No. 76) tot vaststelling van
oen algemeen reglement voor de Kamers van
Koophandel en Fabrieken, bepalende dat vóór 16
Juli van het jaar, waarin de gewone verkiezing
van leden ©ener Kamer plaats heeft, door Burge
meester en Wethouders een voorloopige lgst van
kiesgerechtigden moet worden opgemaakt;
Noodigt de belanghebbenden, die niet op do
laatst vastgestelde kiezerslijst voor de Kamer van
Koophandel en Fabrieken in deze gemeente voor
komen, maar aanspraak kunnen maken om op de
nienwo kiezerslijst te worden geplaatst, uit, daar
van vóór 1 Juli a. a. ter secretarie aangifte
te doen, volgens het daarvoor vastgestelde formulier
waarvan exemplaren kosteloos verkrijgbaar zijn.
Hij herinnert voorts, dat art. 6 van bovengenoemd
Koninklijk besluit bepaalt, dat men, om kiezer
van leden eener Kamer te zijn, zal moeten voldoon
aan de beide volgende vereischten:
A. kiezer zijn van leden van den R.
meeute, waar de Kamer is gevestigd;
B. aldaar bestuurder of medebestuurder zijn en
gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende
maanden zijn geweest van een bedrijf van Handel
of Nijverheid.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
9 Juni 1900. F. WAS.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien do circulaire van den Staatsraad Gouvor-
neur van Zuid-Bollaud van den 21s£eh Augustus
1831 (Piovinciaalblad No. 110),
Brengen ter algemeene keums, dat Ier voldoening
aan liet koninklijk besluitvan den lsteu dier
jnaaod Nor 72, de dankdag of godsdienstige viering
der overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag,
den 17den dezer maand, zal worden gehouden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
11 Juni 1900. VAN HEYST, Secretaris.
Ten aanzien van een desbetreffend ver
zoek van den heer P. J. Van Hoeken dcelen
B. en Ws. mede, dat sinds de wijziging der
Verordening op het Bouwen en Sloopen b(j
verordening van den 25sten Januari 1. l.#
gebouwen van hout of andore licht brandbare
stoffen slechts met vergunning van den Raad
mogen worden gemaakt. Aangezien B. en Ws.
nu bij onderzoek gebleken, is dat tegen het
door adressant ingediende plan voor de inrich
ting van een bergplaats voor houtwaren met
bovenbouw van hout aan de Havenkade No. 9
geenerlei bezwaar bestaat en dergeiyke inrich
tingen bezwaariyk aan haar bestemming kun
nen beantwoorden, wanneer zy van andere
bouwstoffen wordon vervaardigd, geven
zy in overweging aan den heer Van Hoe
ken do by art. 3b der Bouwverordening
bedoelde vergunning ten aanzien van den
bovenbouw van hot perceel Havenkade No. 9
te verleenen.
Verder stellen zy voor, om prof. dr. J. Van
Leeuwen Jzn. op diens verzoek eervol ontslag
te verleenen als curator van het gymnasium
onder dankbetuiging voor de door hom als
zoodanig bewezen diensten.
Sinds don laatsten grooten brand, welke
op 25 Maart jl. in doze gemeente heeft plaats
gehad, en het spoedig daarop gevolgd onder
zoek van de groote stoombrandspuit door den
ingenieur van hot stoomwezen, is de nood-
zakelykheid van de aanschaffing van nog een
tweede groote stoombrandspuit gebleken. Niet
alleen toch heeft het grondgebied onzer ge
meente in 1896 zoodanige uitbreiding onder
gaan, dat het bezit van slechts één groote
en één kleine stoombrandspuit niet overmatig
kan worden geacht, maar bovendien begint
de groote stoomspuit, na 27 jaren te hebben
dienst gedaan, gebroken te vertoonon, welke
het niet raadzaam maken zich geheel op deze
machine te verlaten. Zoo zyn onlangs na
afloop van den brand op den Nieuwen Ryn
de vlampypen gesprongen, ton gevolge waar
van de spuit 21 dagen buiten gebruik moest
worden gesteld, terwijl by liot kort daarop
ingosteld onderzoek van den ingenieur van
het stoomwezen bleek, dat de dikte van do
kotelplaat zoodanig is afgenomen, dat do
groote spuit by gerogeld gebruik nog slochts
eenigen tyd zal kunnen dienst doen on dan
zal moeten worden afgekeurd.
Onder deze omstandigheden schynt hot B.
on Ws. noodzakelyk dat aanstonds tot de
aanschaffing van oen nieuwe atoomspuit worde
overgegaan, te moor daar het daarvoor be-
noodigdo bedrag van f 6300 uit don post voor
Onvoorziene Uitgaven zal kunnen worden
gekweten en dus geen leoning daarvoor zal
bohoevon te worden aangegaan.
Die aanschaffing i heeft bovendien nog dit
groote voordeel, dat do bestaande groote stoom
spuit dan tot reserve-spuit zal kunnen wordon
bestemd en als zoodanig waarschijnlijk nog
geruimon tyd zal kunnen dienst doen. En zy
zal dan niet alleen de nieuwe spuit by het
gewone jaarlyksche Onderzoek kunnen ver
vangen, maar bovendien zal bij groote branden
van de^ drierspuiten to geiyk kunnen worden
gebruik, gemaakt.
Wat do .soort <-machine betreft, welke
zal moetou worden aangosclmft, uit het daar
omtrent dooi D£'en Ws. ingesteld onderzoek
is gebleken, dat de automobielspuiten voorals
nog geon aanbeveling verdienen. De behoefte
aan voortdurend en zoor geoefend toezicht,
de gevoeligheid van den motor voor kleine
storingen, het groote krachtverlies van don
motor by de minste ondichtheid der kleppen,
in één woord de weinige betrouwbaarheid der
automobielspuiten by den tegenwoordigen stand
der industrie, zyn even zoo vele bezwaren,
waarom vooralsnog van de aanschaffing van
een automobielspuit behoort le worden afge
zien.
Evenmin achten B. en Ws. vervoer door
stoomkracht aan te bevelen, omdat met het
stoomstoken te veel tyd verloren gaat en
ook deze machines een uiterst bekwaam be
stuurder behoeven, die in een stad met vry-
willige brandweer niet zoo licht kan worden
gevonden.
Om deze redenen komt B. en Ws. aankoop
van een door paardon te vervoeren stoomspuit
vooralsnog het meest gewenscht voor.
Wat eindeiyk de standplaats van de nieuwe
spuit betreft, zoo schynt hun het taplokaal
aan de St.-Jacobsgracht, waar ook do tegen
woordige groote stoomspuit geplaatst is, daar
voor aangewezen. Immers, het bedienend
personeel zal dan zyn dageiyksche bozigheden
hebben in het aangrenzend lokaal, dus in de
onmiddellyke nabyheid, machinist en stoker
zyn met de behandeling der machine bekend
en het gebouwtje zal slechts een geringe
uitbouwing behoeven, waarvan de kosten een
bedrag van /"300 niet zullen te boven gaan.
Voor de bediening zullen noodig zyn, om
by zware branden beide groote spuiten te
geiyk te kunnen bedienen, één reserve-machi
nist en één reserve-stoker, aan wie oen vaste
jaarlyksche belooning zal moeten wordon toe
gekend van resp. f 50 en 15 en overigens
do gewone belooning voor de by brand be
wezen diensten.
Eindeiyk merken B. en Ws. nog op, dat
behalve de bovengenoemde som van f 6300,
wellicht voor nader onderzoek, beproeving en
aanschaffing van onderdeelen nog een bedrag
van f 200 zal noodig zyn, terwyl die som
misschien ten gevolge van de heffing van
invoerrecht ook nog eenige verhooging zal
ondergaan.
Ook deze uitgaven zullen uit den post voor
Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog
f 32,448 beschikbaar zyn, kunnen worden
gevonden.
Op grond van een en ander geven B. en
Ws. in overweging een bedrag van /"6S00
ter hunner beschikking te stellen voor den
aankoop van een nieuwe stoomspuit en uit
breiding van het bestaande brandspuithuis aan
de St. Jacobsgracht (ongerekend de eventueele
heffing van invoerrecht) en tot de vaststelling
van den desbetroffenden staat over te gaan.
By de Memorie van Antwoord op do
gemoentebogrooting voor dit jaar werden door
B. en Ws. voorstellen in uitzicht gesteld tor
verbetering van de communicatie van het
zuid-oostelyk deel onzer gemeente met de
binnenstad, o. a. door het leggen van eon
vasto rybrug over de Zoetorwoudsche Singel-
gracht ter hoogte van de Kraaierstraat en
van een brug voor voetgangers ter hoogte
van Musis Sacrum". By de daarop gevolgde
behandeling dier begrooting in den gemeente
raad werd van verschillende zydon betoogd,
dat or, afgescheiden van do wenschelykheid
eener overbrugging van do Zoetorwoudsche-
Sin'golgracht, een meer oogenblikkolyke be
hoefte bestond aan een overbrugging van do
Wiite-Singolgracht tegenover de Kaiocrslrdat,
met welke opmerkingen do voorzitter namens
het College van Dagehjksch Bestuur toezenle
te zullen rekening houden. Ea spoedig daarop
werd een adres van een 115-tal bewoners
van don Witten Singel, don Vliet en Vreewijk
ingediend, waarby op verschillend© gronden
tot het leggen van eon rybrug over de Witte-
Singelgracht tegonovor de Kaiserstraat wordt
aangedrongen.
Uit het dientengevolge door B. en Ws.
ingesteld onderzoek kwamen ook zy tot do
overtuiging, dat vooralsnog oen meer dade-
lyke behoefte bestaat aan een vasto verbin
ding met de binnenstad. En het komt B. en
Ws. met adrossanten voor, indion de ge
meenteraad tot den aanleg van zoodanig
communicutiemiddol mocht besluiton, dat die
verbinding door een ?$brug moet wordon tot
stand gebracht, omdat, ook al mocht voor-
loopig door een brug voor voetgangers en
handkarren voldoondo in do behoofle kunnen
worden voorzien, deze waarschijnlyk toch na
verloop van enkele jaren door eon rybrug zou
moeten worden vervangen, en dus onnoodigo
uitgaven zouden zyn gedaan.
Ook de Commissie van Fabricage is blykons
haar rapport van oordeel, dat een rybrug
tegenover de Kaiserstraat wenscheiyk is. De
kosten van zulk een brug met steenbekleeding
(welke met het oog op het vry drukke ver
voer, dat daar ter plaatse mag kordon ver
wacht, noodzakelyk is), worden door haar be
groot op -fc f 20,000. Dit bedrag zal door
geidleening moeten worden gevonden.
De volgende voordracht is opgemaakt
voor do benoeming van een 3den onderwyzer
aan de school 3de klasse No. 3, ter vervulling
van de vacature, ontstaan door de benoeming
van den heer J. Huge tot 2den onderwyzer:
lo. J. W. Otto, tydeiyk onderwijzer aan die
school2o. P. C. G. A. Wykraans, kweekoling
aan die school, en 3o. G. H. Nuosink,
kweekeling aan de school 3de klasse, No. 2.
Ter vervulling van do vacature, ontstaan
aan de openbare school der 3de klasse No. 4,
ten gevolge van de benoeming van mej. M.
F. J. De Vries tot derde onderwijzeres aan
de Meisjesschool 1ste klasse, i3 de volgende
voordracht aangeboden: lo. mej. J. W. C.
Pander, thans tydelyk werkzaam aan die
school; 2o. mej. C. A. Roeper Bosch, tydelyk
onderwyzores aan do openbare school 3de kl.
No. 1, en 3o. mej. L. A. E. Van Nouhuys,
tydelyk onderwyzores aan do school 3de
klasse No. 5.
Op verzoek van den heer A. E. Van
Kempen, lid van het bestuur dor Vereeniging tot
Christelyke Ziekenverpleging „het Diaconessen-
huis" alhier, vorhinderd de Raadsvergadering
van den 17den Mei 11. by te wonen, werd
op voorstel van den voorzitter besloten het
verzoek van dat bestuur om vergunning tot
demping van oen gedeelte sloot langs den
Witten Singel vóór het kadastrale porceol
Sectio M, No. 1635 en 1636 van do agenda
af to voeren.
Daags daarna ontvingen B. en Ws. een
adres, door den heer W. Fontein namens hot
bestuur ingediend, houdende verzoek om don
door demping verkregen grond c. q. tot tuin
te mog^n inrichten, in stede van dozen to
bestraten, waartoe het bestuur by aanneming
van het praeadvies van B. en Ws. zou zyn
verplicht geworden. Het komt B. en Ws.
voor, en zy w(jken in dezen af van hot
advies der Commissie van Fabricage, dat
tegen inwilliging van dit nader vorzook geen
bezwaar bestaat. Wordt al in den laatsten
tyd,' ononis do Commissie van Fabricage
opmoikr, in den regel aan vergunningen tot
demping van slooten zoodanige voorwaarde
verbonden, dat do door demping verkregen
grond, voor zooverro gemeento-eigendom, tot
verbreoding van den openbaren weg kan
dienen, dit neemt naar het inzien van B. en
Ws. niet weg, dat ieder geval op zichzelf
behoort te wordon beschouwd en geenszins
als algemeono regel behoort to wordon door
gevoerd, wat in do meeste gevallen wenschelyk
is. Alleen dan, wanneer óf aanstonds óf
botrokkeiyk spoedig van den door demping
verkregen grond tot verbreeding van den
openbaren weg moet worden gebruik gemaakt,
behoort ingebruikgeving uit den aard dor zaak
to worden geweigerd, maar waar, als incasu,'
aan verbreeding van den singelweg voor het
verkeer waarschynlyk in jaren nog geon be
hoefte zal ontstaan, kan, dunkt B. en Ws., tegen
die ingebruikgeving geen bezwaar bestaan.
Te meer, waar het gebruik immer slechts
tot woderopzeggens toe wordt verleend en
de gemeente, zoodra zy dit noodig acht, do
tuintjes kan doen opruimen en weder de
volledige beschikking over don grond kan
orlangon. En wanneer dan adressanten uit-,
drukkeiyk op de aanwezigheid van dit geding
gewezen wordt, zullen dezen zich ook nimmer
over onbiliykheid kunnen beklagen, wanneer
te zyner tyd door de gemeente tot toepassing
van dozen maatregel wordt overgegaan.
69)
De kloine Frans had de oogen nog vol
lachtranen over de buitelingen van de clowns,
toen het voornaamste stuk van den avond
met zyn oogverblindend kleurenspel en ryk-
dom aan boeldon triomfeerend zyn intocht
hield.
Er heerschte een ademlooze stilte van span
ning en bewondering onder het publiek by de
tooverachtige lichteffecten, die uit de hoogte
op de schilderachtige groepeeringen en schit
terende kostumes violen. Ook Greta zat met
schitterende oogen tegen de borstwering ge
leund en waande zich in een tooverwereld
vorplaatst.
Doch plotseling, by een verandering van
tooneel, weerklonk, den schrilsten wanklank in
een luchtige dansmelodie werpend, van de
galory de alarmkreet: „Brandt"
Reeds in het volgend oogonblik, sneller nog
dan boven een grys rookwolkje had kunnen
opdwarrelen, bood de ruimte voor het publiek
een geheel ander schouwspel aan.
Nog zweefde de nagalm van de afgebroken
walsmaat in do lucht, toen het gezamonlyke
kunstpersoneel, dat eenige honderden personen
telde, in haastige vlucht den uitgang der
manege, schreeuwend, elkaar verdringend en
omverwerpend, trachtte te bereiken, zonder
eenige acht op de vermaningen tot kalmte
'van den directeur te slaan.
Tevergeefs klonken ook waarschuwingen
Qit de ï-yen van het publiek zelf. Enkele
vonken, welke van boven neervielen, en een
reuk van brand, die zich haastig verspreidde,
brachten binnen ettelyke seconden een onbe-
schryflijke paniek teweeg.
In het oorverdoovend lawaai van de om den
voorrang strydende galerybezoekers werden
de hulpkreten van hen, die onder den voet
kwamen, niet geheel gesmoord. Zy vonden
een veelstemmige echo by de stryders der
benedonrangen, die, door do herinnering aan
vreeseiyke brandongelukken voortgezweept,
geheel doof voor alle pogingen tot kalmeering
bleven.
Het was voornamelijk de herinnering aan
den brand in de straat Jean Goujon, te Parijs,
welke, ofschoon de brandweer reeds in
werking was en ondanks den geringen brand,
de menschen voortjoeg. Ieder zocht zoo
spoedig mogeiyk het brandend graf te ont
vluchten. Als een woeste golf tegen een
rotsklip, zoo werd de stroom van vluchtelin
gen tegen de uitgangen opgezweept, welke,
met lichamen volgepropt, geheel verstopt
werden.
Een van de eersten, die de vlucht nam,
was de architect "Winter. Zyn angstig kjjkend
kind van z\jn zitplaats optillen en op den
linkerarm nemen, was het werk van een
oogenblik. Vervolgens sloeg hy den rechterarm
om de schouders van z(jn vrouw.
„Voorwaarts l Klem je aan m\J vastt"
Hy drong reeds vooruit en Greta stond op
het punt hem te volgeD, toen hy nog eens
het hoofd omwendde.
„Harmsen, red mevrouw Greta P*
Het volgende oogenblik verdween hy in de
duwende en dringende menschenmassa. Nog
een seconde lang stak Hansje's krullekopje
boven de menigte uit, toen was er niets meer
te onderscheiden in de dwarrelende zee van
stof, welke van allo kanten werd opgejaagd,
en in den dikken rook, die langzamorkand
den circus begon to vullen.
Greta, die onwillekeurig vluchten wilde,
voelde haar hand plotseling gegrepen en met
yzeren geweld vasthouden.
„Wy blijven hier," zeide Olaf, bleek, maar
vastberaden. „Ziet gy niet, dat die daar als
krankzinnigen handelen?"
Zy kon zich niet bewegon, zóó 8tevig hield
hy haar tegen zich aangedrukt.
„Het gevaar is nog niet groot. Ziet gy daar
hot gewoel by den uitgang? Dat is het grootste
gevaar.
„Zal het gebouw afbranden?" fluisterde zy,
dezen plotselingen overgang van vreugde in
leed diep in haar hart gevoelend.
„Ik weet het niet," zeide Olaf, den blik
naar boven richtend. „Ik heb nu een andere
zorg, de rook wordt te hinderlijk."
„Haast u danl" riep Greta smeekend. „Red
u l Wacht niet op mydoe, wat alle anderen
doenl"
„En gy?" vroeg hy kortaf. „Hebt gy geen
leven te verliezen?"
„Jawell" zeide zy haastig en op haar
wangen vertoonde zich een koortsachtige blos.
„Maar wat beteekent myn leven by het uwe?
Red ui"
Olaf voelde zich diep getroffen door den
onbewust en heldenmoed der jonge vrouw, die
hem wilde gered zien, ai moest zy zelve ook
te gronde gaan. Zyn liefde voor haar nam,
als het kon, nog toe. „Neen, Greta. Of wy
redden ons beider leven, óf wy sterven samen l"
01" riep Greta, zyn hand met kracht
drukkend. „Waarom wilt gy om my zulk
een groot offer brengen?"
„Waarom?" vroeg hy, een blik op haar wer
pend, welke haar zenuwen doorgloeide. Met
een gevoel van duizeligheid richtte zy zich op.
Doch nu tildo Olaf haar plotseling on met
onweerstaanbare kracht van den grond op en
drukte haar vast in zyn armen. „Moed,"
fluisterde hy met ontroerde stom. „Nu waag
ik het| Wy loopen anders gevaar van te
stikken."
Hy hield haar als eon kind tegen zyn borst
gedrukt. De last, welken hy droeg, scheen
hem als een veer zoo licht in vergelyking
van den last der gevoelens in zyn binnenste.
Hy drong door het dichte gewoel heen en
werkte zich langzamerhand naar den uitgang.
Zoo, door OlaPs krachtige armen gedragen,
vervulde eon onbeschryflyk zalig gevoel van
rust en veiligheid Greta's gemoed. Zjj had
het begrip van tyd verloren. Uren, meende
zy, lagen tusschon het begin der catastrophe
on het oogenblik, waarin de koude nachtlucht
om haar slapen woei, en toch waron er niet
meer dan vyf minuten daar tusschon ver
streken. Zy dacht, dat zy zich lichameiyk
volkomen wèl gevoelde en toch viel zy, toen
Olaf haar op den grond liet neorgiyden,
opnieuw tuimelend in zyn armen.
„Wat scheelt u?" vroeg hy ontsteld. „Er
is geen gevaar meer. Het vuur is reeds go-
bluscht."
Zy haalde diep adem. Een wonderiyk ge
voel van droefheid en vreugde, van weemoed,
gepaard met blydschap, vervulde haar gemoed.
„Er is geeu rytuig te krygen, al bood men
ook goud," zeide Olaf verdrietig. „Wanneer
gy aan myn arm wilt probeeren
In dit oogenblik klonk eon luide stem boven
het lawaai en rumoer uit. „Harmsen l Waar
zyt ge? Ik ben hier met een rytuig 1"
„Goddank l" zeide Olaf, terwyl hy het bleeko
gelaat naast zich met onuitsprekelyke liefde
beschouwde. Het hoofd omhoog, mevrouw
Greta l Slechts een paar stappen Winter l"
riep hy door hot geratel van de wegtrekkende
brandweer. „Waar zit gij toch?"
Do architect had, nadat hy do zynen in
veilighbid liad gebracht, haastig oen vigilante
genomen en was teruggekeerd om Greta zyn
diensten te bewyzon. Met vreugde zag hy het
paar ongedeerd op hem toekomen.
„Hier inl Hier inl" riep hy, terwyl hy de
jonge vrouw in het rytuig tilde. Irmgard
heeft my geducht beknord, dat wy u niet'
dadeiyk meegenomen hebben. Maar ik had
goon arm meer vry. En hier waren nog twoe
krachtige ter uwer beschikking, is het niet,
Harmsen? Zyt gy niet wèl, mevrouw Greta?"
„Zy is moe en zenuwachtig," bracht Olaf
in het midden. „En waarschynlyk ook doornat,'
evenals ik."
„Slechts een weinig," zeide Greta haastig.
„En dankbaar ben ik voor allo goedheid
„Irmgard zal opgetogen van vreugde zyn,
als zy u gezond weerziet," verzekerde
Winter, haar hand drukkend. „Zy zwom in
tranen weg
„En zorgt, hoop ik, ook voor eon kop
warme thee," zeide Olaf vroolijk.
Het rytuig hield stil.
Beneden aan de trap stond reeds de andors
zoo vrooiyke vrouw met tranen in de oogen
te wachten. Zy snelde juichend op Grota toe,
sloeg de armen om haar hals en kuste haar
op wangen, voorhoofd en lippen. Eindeiyk
wendde zy zich ook naar Olaf.
„Wee ul" riep zy, reeds weer tot schertsen
geneigd, „wanneer mevrouw Greta over u te
klagen heeft! Dan moogt ge my in acht dagen
niet weer onder de oogen komen. Ik zal alles
haarfijn te weten komen en u onder handon
nemen, zooals ik reeds myn slechten man
gedaan heb."
Wordt vervolgd.)