N°. 12360 Maandag 11 Juni. A*. 1900 feze i€ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Kei ZuiiMiïik'iiaiisclie Vereeniging. Leiden, li Juni. Feuilleton. N5ÖQIE VROUWEN. LEIDSCH DA&BLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden.f 1.10. Franco per post1-40. Afzonderlyko Nommors 0.05. PBIJS DER ADVEBTENTIEN: Van X-6 regel3 f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere lettere naar plaateruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Afdeding Leiden en Omstreken. Ontvangen bij don waarnemcnden Penning meester: Door bemiddclu.o ian het Leidsch Dagblad: Gecollecteerd voor de Boeren door zwager Bart op een Koperen feest van A. en C. f 1.85 Gecollecteerd op do Bruiloft van A. en A., nadat de Hagenaars verh*nltVf>n waren„1.09 Yan „Ora et Labors", te Hazers- woudo0.75 Op liet engagementspartytje van A. S. en C. H. gecollecteerd in de hoop dat by de Boeren niet het eerste gewin kattengespin zal zijn 0.63® Gecollecteerd op een jaarfeest voor de Boeren0.675 Gecollecteerd door de Buren opeen Koperen feest van A. en C0.61 van de weddenschap van Jan 0.25 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Officioolo Kennisgeving. KENNISGEVKic. Voorbereidend Militair Onderricht. Do Burgemeester der gemeente Leiden herinnert belanghebbenden aan de navolgende bepalingen van de regeling van het voorbereidend militair onderricht, zooals deze is vastgesteld bh beschik king van den Minister van Oorlog, dd. 1 Juni 1898, Vilde afd., No. 10: .Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt deze regeling het elementair practisch en theore tisch onderwijs in don dienst der Infanterie en der Vesting-Artillerie, dat door officieren en minder kader van het loger wordt gegeven aan jongelie den, buiten den troep, die ztoh tot het ontvangen van dat onderwijs vrywillig aanmelden. Het voorbereidend militair onderricht heeft in het algemoeu ten doel, door locale oefeniDg, die zooveel mogelijk aansjaffing zoekt bij het school onderwijs in de gymnastiek, do bekendheid te bevorderen met de eenvoudigste militaire exerci tiën, terwjjl het tevens leert kennen de algemeene plichten van den soldaat. Dat onderricht strekt bovendien om hen, di9 de verbintenis wensohen aan te gaau als vrij williger voor het Reservekader, in de gelegenheid te stellen zich de voor die verbintenis gevordordo bedrevenheid in de behandeling van hot gowcer eigen te maken en voorts tot opleiding van toe komstige militiepJichtigen, die aanspraak wenschen te verkrijgen op plaatsing bij het corps en in het gainizoeu hunner keuze, of die ziob tijdens hun verblijf onder de waponen wenschen toe te leggen op het erlangen van oen graad. Het voorbereidend militair onderricht vormt een cursus, die loopt over twee achtereenvolgende wintertijdperken, telkens van ongeveer half Ootober tot ultimo Februari en gedurende ten minste 3 uren per week. Het voorbereidend militair onderricht is kosteloos voor de deelnemers en kan worden gevolgd door jongelieden van 16- tot 24-jarigen leeftijd. Het wordt gegeven in plaatsen, waar Infanterie of VostiDg-Artillerie in garnizoen ligt, indien d&ar ten minste 3 adspiramon voor het Reservekader of in het geheel ten minste 10 deelnemers de lessen volgen. De Hoofdofficier van het Reservekader doet jaarliiks in de maand Februari oen onderzoek instellen naar de vorderingen der jongelieden, die aan het voorbei eidend militair onderrioht deelnemen. Aan hen, die voor do militie hobbén geloot en don vorenvormelden 2-jarigen cursus in zijn goheel er, blijkens hot onderzoek, met vrucht hebben doorloopen, wordt uitgereikt een getuigschrift model W. Lotelingen, die op het tijdstip hunner inlijving bij de militie in bot bezit zijn van bet ge tuigschrift model W, komen, behalve dat zij aanspraak kunnen maken op plaatsing bij het corps en in het garnizoen hunner kenze, vóór andere lotelingen hunner lichting in aanmerking voorde opleiding tot een graad, indien het corps, waarbjj zij zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wapen, voor welks dienst zij voorbereidend onderricht genoten en zij ook in andere opzichten voor die opleiding de noodige geschiktheid bezitten." Voorts worden belanghebbenden verwittigd, dat de aanmelding tot deelneming aan bovenbedoeld onderricht moet geschieden vóór 1 Juli a.s. bij den heer Kolonel'Commandant van het 4de regiment Infanterie alhier, en dat zg, die zich nh dien datum aanmelden, vermoedelijk niet meer tot het volgen van dat ouderricht zullen worden toe laten. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 9 Juni 1900. F. WAS. van kiezers voor de Hamer van Koophandel en Fabrieken. De Burgemeester van Leiden; Gezien art. 7 van het Koninklijk besluit van 4 Mei 1896 (Staatsblad No. 76) tot vaststelling van oen algemeen reglement voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken, bepalende dat vóór 16 Juli van het jaar, waarin de gewone verkiezing van leden ©ener Kamer plaats heeft, door Burge meester en Wethouders een voorloopige lgst van kiesgerechtigden moet worden opgemaakt; Noodigt de belanghebbenden, die niet op do laatst vastgestelde kiezerslijst voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze gemeente voor komen, maar aanspraak kunnen maken om op de nienwo kiezerslijst te worden geplaatst, uit, daar van vóór 1 Juli a. a. ter secretarie aangifte te doen, volgens het daarvoor vastgestelde formulier waarvan exemplaren kosteloos verkrijgbaar zijn. Hij herinnert voorts, dat art. 6 van bovengenoemd Koninklijk besluit bepaalt, dat men, om kiezer van leden eener Kamer te zijn, zal moeten voldoon aan de beide volgende vereischten: A. kiezer zijn van leden van den R. meeute, waar de Kamer is gevestigd; B. aldaar bestuurder of medebestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maanden zijn geweest van een bedrijf van Handel of Nijverheid. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 9 Juni 1900. F. WAS. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien do circulaire van den Staatsraad Gouvor- neur van Zuid-Bollaud van den 21s£eh Augustus 1831 (Piovinciaalblad No. 110), Brengen ter algemeene keums, dat Ier voldoening aan liet koninklijk besluitvan den lsteu dier jnaaod Nor 72, de dankdag of godsdienstige viering der overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag, den 17den dezer maand, zal worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 11 Juni 1900. VAN HEYST, Secretaris. Ten aanzien van een desbetreffend ver zoek van den heer P. J. Van Hoeken dcelen B. en Ws. mede, dat sinds de wijziging der Verordening op het Bouwen en Sloopen b(j verordening van den 25sten Januari 1. l.# gebouwen van hout of andore licht brandbare stoffen slechts met vergunning van den Raad mogen worden gemaakt. Aangezien B. en Ws. nu bij onderzoek gebleken, is dat tegen het door adressant ingediende plan voor de inrich ting van een bergplaats voor houtwaren met bovenbouw van hout aan de Havenkade No. 9 geenerlei bezwaar bestaat en dergeiyke inrich tingen bezwaariyk aan haar bestemming kun nen beantwoorden, wanneer zy van andere bouwstoffen wordon vervaardigd, geven zy in overweging aan den heer Van Hoe ken do by art. 3b der Bouwverordening bedoelde vergunning ten aanzien van den bovenbouw van hot perceel Havenkade No. 9 te verleenen. Verder stellen zy voor, om prof. dr. J. Van Leeuwen Jzn. op diens verzoek eervol ontslag te verleenen als curator van het gymnasium onder dankbetuiging voor de door hom als zoodanig bewezen diensten. Sinds don laatsten grooten brand, welke op 25 Maart jl. in doze gemeente heeft plaats gehad, en het spoedig daarop gevolgd onder zoek van de groote stoombrandspuit door den ingenieur van hot stoomwezen, is de nood- zakelykheid van de aanschaffing van nog een tweede groote stoombrandspuit gebleken. Niet alleen toch heeft het grondgebied onzer ge meente in 1896 zoodanige uitbreiding onder gaan, dat het bezit van slechts één groote en één kleine stoombrandspuit niet overmatig kan worden geacht, maar bovendien begint de groote stoomspuit, na 27 jaren te hebben dienst gedaan, gebroken te vertoonon, welke het niet raadzaam maken zich geheel op deze machine te verlaten. Zoo zyn onlangs na afloop van den brand op den Nieuwen Ryn de vlampypen gesprongen, ton gevolge waar van de spuit 21 dagen buiten gebruik moest worden gesteld, terwijl by liot kort daarop ingosteld onderzoek van den ingenieur van het stoomwezen bleek, dat de dikte van do kotelplaat zoodanig is afgenomen, dat do groote spuit by gerogeld gebruik nog slochts eenigen tyd zal kunnen dienst doen on dan zal moeten worden afgekeurd. Onder deze omstandigheden schynt hot B. on Ws. noodzakelyk dat aanstonds tot de aanschaffing van oen nieuwe atoomspuit worde overgegaan, te moor daar het daarvoor be- noodigdo bedrag van f 6300 uit don post voor Onvoorziene Uitgaven zal kunnen worden gekweten en dus geen leoning daarvoor zal bohoevon te worden aangegaan. Die aanschaffing i heeft bovendien nog dit groote voordeel, dat do bestaande groote stoom spuit dan tot reserve-spuit zal kunnen wordon bestemd en als zoodanig waarschijnlijk nog geruimon tyd zal kunnen dienst doen. En zy zal dan niet alleen de nieuwe spuit by het gewone jaarlyksche Onderzoek kunnen ver vangen, maar bovendien zal bij groote branden van de^ drierspuiten to geiyk kunnen worden gebruik, gemaakt. Wat do .soort <-machine betreft, welke zal moetou worden aangosclmft, uit het daar omtrent dooi D£'en Ws. ingesteld onderzoek is gebleken, dat de automobielspuiten voorals nog geon aanbeveling verdienen. De behoefte aan voortdurend en zoor geoefend toezicht, de gevoeligheid van den motor voor kleine storingen, het groote krachtverlies van don motor by de minste ondichtheid der kleppen, in één woord de weinige betrouwbaarheid der automobielspuiten by den tegenwoordigen stand der industrie, zyn even zoo vele bezwaren, waarom vooralsnog van de aanschaffing van een automobielspuit behoort le worden afge zien. Evenmin achten B. en Ws. vervoer door stoomkracht aan te bevelen, omdat met het stoomstoken te veel tyd verloren gaat en ook deze machines een uiterst bekwaam be stuurder behoeven, die in een stad met vry- willige brandweer niet zoo licht kan worden gevonden. Om deze redenen komt B. en Ws. aankoop van een door paardon te vervoeren stoomspuit vooralsnog het meest gewenscht voor. Wat eindeiyk de standplaats van de nieuwe spuit betreft, zoo schynt hun het taplokaal aan de St.-Jacobsgracht, waar ook do tegen woordige groote stoomspuit geplaatst is, daar voor aangewezen. Immers, het bedienend personeel zal dan zyn dageiyksche bozigheden hebben in het aangrenzend lokaal, dus in de onmiddellyke nabyheid, machinist en stoker zyn met de behandeling der machine bekend en het gebouwtje zal slechts een geringe uitbouwing behoeven, waarvan de kosten een bedrag van /"300 niet zullen te boven gaan. Voor de bediening zullen noodig zyn, om by zware branden beide groote spuiten te geiyk te kunnen bedienen, één reserve-machi nist en één reserve-stoker, aan wie oen vaste jaarlyksche belooning zal moeten wordon toe gekend van resp. f 50 en 15 en overigens do gewone belooning voor de by brand be wezen diensten. Eindeiyk merken B. en Ws. nog op, dat behalve de bovengenoemde som van f 6300, wellicht voor nader onderzoek, beproeving en aanschaffing van onderdeelen nog een bedrag van f 200 zal noodig zyn, terwyl die som misschien ten gevolge van de heffing van invoerrecht ook nog eenige verhooging zal ondergaan. Ook deze uitgaven zullen uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog f 32,448 beschikbaar zyn, kunnen worden gevonden. Op grond van een en ander geven B. en Ws. in overweging een bedrag van /"6S00 ter hunner beschikking te stellen voor den aankoop van een nieuwe stoomspuit en uit breiding van het bestaande brandspuithuis aan de St. Jacobsgracht (ongerekend de eventueele heffing van invoerrecht) en tot de vaststelling van den desbetroffenden staat over te gaan. By de Memorie van Antwoord op do gemoentebogrooting voor dit jaar werden door B. en Ws. voorstellen in uitzicht gesteld tor verbetering van de communicatie van het zuid-oostelyk deel onzer gemeente met de binnenstad, o. a. door het leggen van eon vasto rybrug over de Zoetorwoudsche Singel- gracht ter hoogte van de Kraaierstraat en van een brug voor voetgangers ter hoogte van Musis Sacrum". By de daarop gevolgde behandeling dier begrooting in den gemeente raad werd van verschillende zydon betoogd, dat or, afgescheiden van do wenschelykheid eener overbrugging van do Zoetorwoudsche- Sin'golgracht, een meer oogenblikkolyke be hoefte bestond aan een overbrugging van do Wiite-Singolgracht tegenover de Kaiocrslrdat, met welke opmerkingen do voorzitter namens het College van Dagehjksch Bestuur toezenle te zullen rekening houden. Ea spoedig daarop werd een adres van een 115-tal bewoners van don Witten Singel, don Vliet en Vreewijk ingediend, waarby op verschillend© gronden tot het leggen van eon rybrug over de Witte- Singelgracht tegonovor de Kaiserstraat wordt aangedrongen. Uit het dientengevolge door B. en Ws. ingesteld onderzoek kwamen ook zy tot do overtuiging, dat vooralsnog oen meer dade- lyke behoefte bestaat aan een vasto verbin ding met de binnenstad. En het komt B. en Ws. met adrossanten voor, indion de ge meenteraad tot den aanleg van zoodanig communicutiemiddol mocht besluiton, dat die verbinding door een ?$brug moet wordon tot stand gebracht, omdat, ook al mocht voor- loopig door een brug voor voetgangers en handkarren voldoondo in do behoofle kunnen worden voorzien, deze waarschijnlyk toch na verloop van enkele jaren door eon rybrug zou moeten worden vervangen, en dus onnoodigo uitgaven zouden zyn gedaan. Ook de Commissie van Fabricage is blykons haar rapport van oordeel, dat een rybrug tegenover de Kaiserstraat wenscheiyk is. De kosten van zulk een brug met steenbekleeding (welke met het oog op het vry drukke ver voer, dat daar ter plaatse mag kordon ver wacht, noodzakelyk is), worden door haar be groot op -fc f 20,000. Dit bedrag zal door geidleening moeten worden gevonden. De volgende voordracht is opgemaakt voor do benoeming van een 3den onderwyzer aan de school 3de klasse No. 3, ter vervulling van de vacature, ontstaan door de benoeming van den heer J. Huge tot 2den onderwyzer: lo. J. W. Otto, tydeiyk onderwijzer aan die school2o. P. C. G. A. Wykraans, kweekoling aan die school, en 3o. G. H. Nuosink, kweekeling aan de school 3de klasse, No. 2. Ter vervulling van do vacature, ontstaan aan de openbare school der 3de klasse No. 4, ten gevolge van de benoeming van mej. M. F. J. De Vries tot derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 1ste klasse, i3 de volgende voordracht aangeboden: lo. mej. J. W. C. Pander, thans tydelyk werkzaam aan die school; 2o. mej. C. A. Roeper Bosch, tydelyk onderwyzores aan do openbare school 3de kl. No. 1, en 3o. mej. L. A. E. Van Nouhuys, tydelyk onderwyzores aan do school 3de klasse No. 5. Op verzoek van den heer A. E. Van Kempen, lid van het bestuur dor Vereeniging tot Christelyke Ziekenverpleging „het Diaconessen- huis" alhier, vorhinderd de Raadsvergadering van den 17den Mei 11. by te wonen, werd op voorstel van den voorzitter besloten het verzoek van dat bestuur om vergunning tot demping van oen gedeelte sloot langs den Witten Singel vóór het kadastrale porceol Sectio M, No. 1635 en 1636 van do agenda af to voeren. Daags daarna ontvingen B. en Ws. een adres, door den heer W. Fontein namens hot bestuur ingediend, houdende verzoek om don door demping verkregen grond c. q. tot tuin te mog^n inrichten, in stede van dozen to bestraten, waartoe het bestuur by aanneming van het praeadvies van B. en Ws. zou zyn verplicht geworden. Het komt B. en Ws. voor, en zy w(jken in dezen af van hot advies der Commissie van Fabricage, dat tegen inwilliging van dit nader vorzook geen bezwaar bestaat. Wordt al in den laatsten tyd,' ononis do Commissie van Fabricage opmoikr, in den regel aan vergunningen tot demping van slooten zoodanige voorwaarde verbonden, dat do door demping verkregen grond, voor zooverro gemeento-eigendom, tot verbreoding van den openbaren weg kan dienen, dit neemt naar het inzien van B. en Ws. niet weg, dat ieder geval op zichzelf behoort te wordon beschouwd en geenszins als algemeono regel behoort to wordon door gevoerd, wat in do meeste gevallen wenschelyk is. Alleen dan, wanneer óf aanstonds óf botrokkeiyk spoedig van den door demping verkregen grond tot verbreeding van den openbaren weg moet worden gebruik gemaakt, behoort ingebruikgeving uit den aard dor zaak to worden geweigerd, maar waar, als incasu,' aan verbreeding van den singelweg voor het verkeer waarschynlyk in jaren nog geon be hoefte zal ontstaan, kan, dunkt B. en Ws., tegen die ingebruikgeving geen bezwaar bestaan. Te meer, waar het gebruik immer slechts tot woderopzeggens toe wordt verleend en de gemeente, zoodra zy dit noodig acht, do tuintjes kan doen opruimen en weder de volledige beschikking over don grond kan orlangon. En wanneer dan adressanten uit-, drukkeiyk op de aanwezigheid van dit geding gewezen wordt, zullen dezen zich ook nimmer over onbiliykheid kunnen beklagen, wanneer te zyner tyd door de gemeente tot toepassing van dozen maatregel wordt overgegaan. 69) De kloine Frans had de oogen nog vol lachtranen over de buitelingen van de clowns, toen het voornaamste stuk van den avond met zyn oogverblindend kleurenspel en ryk- dom aan boeldon triomfeerend zyn intocht hield. Er heerschte een ademlooze stilte van span ning en bewondering onder het publiek by de tooverachtige lichteffecten, die uit de hoogte op de schilderachtige groepeeringen en schit terende kostumes violen. Ook Greta zat met schitterende oogen tegen de borstwering ge leund en waande zich in een tooverwereld vorplaatst. Doch plotseling, by een verandering van tooneel, weerklonk, den schrilsten wanklank in een luchtige dansmelodie werpend, van de galory de alarmkreet: „Brandt" Reeds in het volgend oogonblik, sneller nog dan boven een grys rookwolkje had kunnen opdwarrelen, bood de ruimte voor het publiek een geheel ander schouwspel aan. Nog zweefde de nagalm van de afgebroken walsmaat in do lucht, toen het gezamonlyke kunstpersoneel, dat eenige honderden personen telde, in haastige vlucht den uitgang der manege, schreeuwend, elkaar verdringend en omverwerpend, trachtte te bereiken, zonder eenige acht op de vermaningen tot kalmte 'van den directeur te slaan. Tevergeefs klonken ook waarschuwingen Qit de ï-yen van het publiek zelf. Enkele vonken, welke van boven neervielen, en een reuk van brand, die zich haastig verspreidde, brachten binnen ettelyke seconden een onbe- schryflijke paniek teweeg. In het oorverdoovend lawaai van de om den voorrang strydende galerybezoekers werden de hulpkreten van hen, die onder den voet kwamen, niet geheel gesmoord. Zy vonden een veelstemmige echo by de stryders der benedonrangen, die, door do herinnering aan vreeseiyke brandongelukken voortgezweept, geheel doof voor alle pogingen tot kalmeering bleven. Het was voornamelijk de herinnering aan den brand in de straat Jean Goujon, te Parijs, welke, ofschoon de brandweer reeds in werking was en ondanks den geringen brand, de menschen voortjoeg. Ieder zocht zoo spoedig mogeiyk het brandend graf te ont vluchten. Als een woeste golf tegen een rotsklip, zoo werd de stroom van vluchtelin gen tegen de uitgangen opgezweept, welke, met lichamen volgepropt, geheel verstopt werden. Een van de eersten, die de vlucht nam, was de architect "Winter. Zyn angstig kjjkend kind van z\jn zitplaats optillen en op den linkerarm nemen, was het werk van een oogenblik. Vervolgens sloeg hy den rechterarm om de schouders van z(jn vrouw. „Voorwaarts l Klem je aan m\J vastt" Hy drong reeds vooruit en Greta stond op het punt hem te volgeD, toen hy nog eens het hoofd omwendde. „Harmsen, red mevrouw Greta P* Het volgende oogenblik verdween hy in de duwende en dringende menschenmassa. Nog een seconde lang stak Hansje's krullekopje boven de menigte uit, toen was er niets meer te onderscheiden in de dwarrelende zee van stof, welke van allo kanten werd opgejaagd, en in den dikken rook, die langzamorkand den circus begon to vullen. Greta, die onwillekeurig vluchten wilde, voelde haar hand plotseling gegrepen en met yzeren geweld vasthouden. „Wy blijven hier," zeide Olaf, bleek, maar vastberaden. „Ziet gy niet, dat die daar als krankzinnigen handelen?" Zy kon zich niet bewegon, zóó 8tevig hield hy haar tegen zich aangedrukt. „Het gevaar is nog niet groot. Ziet gy daar hot gewoel by den uitgang? Dat is het grootste gevaar. „Zal het gebouw afbranden?" fluisterde zy, dezen plotselingen overgang van vreugde in leed diep in haar hart gevoelend. „Ik weet het niet," zeide Olaf, den blik naar boven richtend. „Ik heb nu een andere zorg, de rook wordt te hinderlijk." „Haast u danl" riep Greta smeekend. „Red u l Wacht niet op mydoe, wat alle anderen doenl" „En gy?" vroeg hy kortaf. „Hebt gy geen leven te verliezen?" „Jawell" zeide zy haastig en op haar wangen vertoonde zich een koortsachtige blos. „Maar wat beteekent myn leven by het uwe? Red ui" Olaf voelde zich diep getroffen door den onbewust en heldenmoed der jonge vrouw, die hem wilde gered zien, ai moest zy zelve ook te gronde gaan. Zyn liefde voor haar nam, als het kon, nog toe. „Neen, Greta. Of wy redden ons beider leven, óf wy sterven samen l" 01" riep Greta, zyn hand met kracht drukkend. „Waarom wilt gy om my zulk een groot offer brengen?" „Waarom?" vroeg hy, een blik op haar wer pend, welke haar zenuwen doorgloeide. Met een gevoel van duizeligheid richtte zy zich op. Doch nu tildo Olaf haar plotseling on met onweerstaanbare kracht van den grond op en drukte haar vast in zyn armen. „Moed," fluisterde hy met ontroerde stom. „Nu waag ik het| Wy loopen anders gevaar van te stikken." Hy hield haar als eon kind tegen zyn borst gedrukt. De last, welken hy droeg, scheen hem als een veer zoo licht in vergelyking van den last der gevoelens in zyn binnenste. Hy drong door het dichte gewoel heen en werkte zich langzamerhand naar den uitgang. Zoo, door OlaPs krachtige armen gedragen, vervulde eon onbeschryflyk zalig gevoel van rust en veiligheid Greta's gemoed. Zjj had het begrip van tyd verloren. Uren, meende zy, lagen tusschon het begin der catastrophe on het oogenblik, waarin de koude nachtlucht om haar slapen woei, en toch waron er niet meer dan vyf minuten daar tusschon ver streken. Zy dacht, dat zy zich lichameiyk volkomen wèl gevoelde en toch viel zy, toen Olaf haar op den grond liet neorgiyden, opnieuw tuimelend in zyn armen. „Wat scheelt u?" vroeg hy ontsteld. „Er is geen gevaar meer. Het vuur is reeds go- bluscht." Zy haalde diep adem. Een wonderiyk ge voel van droefheid en vreugde, van weemoed, gepaard met blydschap, vervulde haar gemoed. „Er is geeu rytuig te krygen, al bood men ook goud," zeide Olaf verdrietig. „Wanneer gy aan myn arm wilt probeeren In dit oogenblik klonk eon luide stem boven het lawaai en rumoer uit. „Harmsen l Waar zyt ge? Ik ben hier met een rytuig 1" „Goddank l" zeide Olaf, terwyl hy het bleeko gelaat naast zich met onuitsprekelyke liefde beschouwde. Het hoofd omhoog, mevrouw Greta l Slechts een paar stappen Winter l" riep hy door hot geratel van de wegtrekkende brandweer. „Waar zit gij toch?" Do architect had, nadat hy do zynen in veilighbid liad gebracht, haastig oen vigilante genomen en was teruggekeerd om Greta zyn diensten te bewyzon. Met vreugde zag hy het paar ongedeerd op hem toekomen. „Hier inl Hier inl" riep hy, terwyl hy de jonge vrouw in het rytuig tilde. Irmgard heeft my geducht beknord, dat wy u niet' dadeiyk meegenomen hebben. Maar ik had goon arm meer vry. En hier waren nog twoe krachtige ter uwer beschikking, is het niet, Harmsen? Zyt gy niet wèl, mevrouw Greta?" „Zy is moe en zenuwachtig," bracht Olaf in het midden. „En waarschynlyk ook doornat,' evenals ik." „Slechts een weinig," zeide Greta haastig. „En dankbaar ben ik voor allo goedheid „Irmgard zal opgetogen van vreugde zyn, als zy u gezond weerziet," verzekerde Winter, haar hand drukkend. „Zy zwom in tranen weg „En zorgt, hoop ik, ook voor eon kop warme thee," zeide Olaf vroolijk. Het rytuig hield stil. Beneden aan de trap stond reeds de andors zoo vrooiyke vrouw met tranen in de oogen te wachten. Zy snelde juichend op Grota toe, sloeg de armen om haar hals en kuste haar op wangen, voorhoofd en lippen. Eindeiyk wendde zy zich ook naar Olaf. „Wee ul" riep zy, reeds weer tot schertsen geneigd, „wanneer mevrouw Greta over u te klagen heeft! Dan moogt ge my in acht dagen niet weer onder de oogen komen. Ik zal alles haarfijn te weten komen en u onder handon nemen, zooals ik reeds myn slechten man gedaan heb." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1