If. 12343
Zaterdag 19 Mei.
A*. 1900
<§eze <€oarant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
PERSOVERZICHT.
JPemlleton.
MOOIE VROUWEN.
LEIDSCH
DA&BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. ..11.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
ïaus DEK ADVEBTETJ TIEN
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17 j. Qrootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.06 berekend.
Gemeentelijk Slachthuis te Leiden.
In z\jn rapport omtrent de oprichting alhier
van een openbaar gemeentelijk slachthuis zegt
de tegenwoordige directeur der gemeente
werken, de heer G. H. Broekman, dat voor
de algemeene inrichting van het
'hoofdgebouw tot grondslag is genomen het
door de heeren De Jong (den inspecteur der
vee- en vleeschkeuring) en Paul (den vorigen
gemeente-architect) aangegeven plan met
koolhuis.
In Duitschland, waar in het tijdsverloop
van de laatste 20 jaren 750 steden van abat
toirs voorzien werden en alzoo een uitgebreide
ervaring op dat gebied verkregen is, wordt
geen nieuw abattoir gebouwd anders dan
met koelhuis.
Ook elders hier te lande is men tot het
zelfde besluit gekomen als o. a. te Roermond,
Utrecht* Groningen, Nijmegen en Maastricht,
waar de abattoirs alle van koelhuizen zijn
of worden voorzien.
Behalve, dat het hygiënisch van zooveel
aanbelang is, blijken ook de ontvangsten,
voortvloeiende uit verhuring der cellon en
verkoop van ijs, de uitgaven wegens rente
van stichtingskosten en amortisatie dikwerf
geheel te dekken.
Bovendien kan een abattoir door toevoeging
van een koelhuis een veel grootere, nagenoeg
de dubbele bevolking bedienen en naar aan
leiding daarvan zijn dan ook in het belang
der kosten de afmetingen van de slachthallen,
b|j het oorspronkelijk ontwerp van don ambts
voorganger van den heer Broekman aange
nomen, eenigermate gereduceerd.
Meerdere toelichting zou achterwege kun
nen blijven, ware het niet, dat de tegenwoor
dige directeur der gemeentewerken meende
in zg'n rapport nog te moeten releveoren den
tegenstand, dien juist het koelhuis schijnt te
ontmoeten by de slagers. Als men nagaat,
dat deze juist daardoor vrijgemaakt worden
van de thans bestaande verplichting om by
feestdagen en in het algemeen bij achtereen
volgende dagen van veelvuldig vleeschgebruik,
op één dag een grooten voorraad te slachten,
dat zjj de gelegenheid vinden tot export
buitenstads en alzoo aan hun bedrijf uitbrei
ding te geven, dat de slager wordt losge
maakt van vaste slachttijden, die verband
houden tusschen consumptie en bedrijf, dat
hij volle zekerheid heeft onder de ongunstigste
omstandigheden van atmosferische gesteldheid
zijn clienteele naar oisch te kunnen bedienen,
dan moet men tot het besluit komen, dat
slechts onbekendheid met de groote voordeelen
van het koelhuis, aanleiding tot bedoelden
tegenstand kan geven.
Geen twijfel ïydt het of later zal, evenals
zich dit door de ervaring elders bevestigd
heeft, zoodanige tegenstand plaats maken
voor instemming en waardeering, zoodra zij
kennis zullen hebben gemaakt met en party
getrokken van de voordeelen, welke het koel
huisstelsel aanbiedt, uit een hygiënisch oog
punt aan de clienteele, uit een commerciëel
oogpunt aan hen, die het slagersbedryf uit
oefenen.
Overigens zyn in het hoofdgebouw opge
nomen
de slachthal voor groot en klein vee;
de slachthal voor varkens, bestaande uit
brooiruimte en afslachtruimte
de stallingen voor varkens;
de darmwasschery met mestlokaal en
het machinelokaal met ketelhuis en toe-
behooren, bestemd tot verschaffing van heet
water voor het slagersbedryf, voor koel- en
drooghouding van de lucht in het koelhuis,
voor ysbereiding en voor electrische verlichting.
Het gebouw is zoodanig ontworpen, dat
het later gevoegiyk uitbreiding toelaat.
Yoorts zyn om dit hoofdgebouw ontworpen:
de stallen voor groot en klein vee;
de slachtplaats en stal voor paarden;
de slachtplaats en stal voor ziek vee en de
sterilisator
een en ander aangoduid op het situatioplan.
In den afvoer van den afval en de
meststoffen is voorzien door een gebouw voor
mestschuiten, hetwelk drie schuiten kan be
vatten en door een kanaaltje van voldoende
afmetingen in verbinding is gebracht met de
Maresingelgracht. Een daartoe noodig brug
getje op de kruising met den Singelweg ver-
krygt een wydte van 4 Meter.
Het mestgebouw is ontworpen in de on-
middeliyke nabyheid van het mestlokaal,
grenzende aan de darmwasschery in het hoofd
gebouw en daarmede door een spoortje in
verbinding gebracht, hetwelk de gelegenheid
geeft om do in dat mestlokaal te verzamelen
afvalstoffen op eenvoudige wijze over to
brengen naar het eigeniyke mestgebouw en
de daarin aanwezige schuiten.
Het ligt in de bedoeling do schuiten te
voorzien van tot afsluiting bestemde kleppen
en den afval te verpachten.
By gesloten water zal in de tydelyde op
berging van den afval voorzien worden door
een overdekten mestput van voldoende af
metingen.
Tegenwoordig wordt by de verschillende
slachteryen het afvalwater on zelfs oen
deel van de vaste afvalstoffen in de stads
grachten geloosd of gebracht en zulks zonder
eenige voorafgaande klaring.
Yoor zoover de vaste stoffen aangaat, is
in dien nadeoligen toestand voorzien door
den hierboven beschreven afvoer per schuit;
voor wat het afvalwater betreft, wordt die
toestand opgeheven door het maken van een
klaarbassin, waar het afvalwater, zoo door
bezinking als door chemische werking geklaard
wordt, alvorens loozing te vinden. Bovendien
zal die loozing plaats vinden in de Haarlemmor-
vaart, alzoo zonder de stadsgrachten aan te
doen of te verontreinigen.
Later, wanneer het plan tot rioleering van
Leiden zal zyn tot stand gekomen, zal ook
dio nog biyvende, zy het ook geringe veront
reiniging geheel kunnen vervallen door dat
afvalwater dan slechts mechanisch gerei
nigd onmiddeliyk door de riolen naar
buiten te voeren.
Ten einde de aldus verkregen belangryke
verbetering nader te doen uitkomen, wordt
in het rapport nog vermeld, dat het gereinigd
afvalwater van het abattoir gelijk gesteld kan
worden met het gewoon rioolwater, en beide
ongeveer tienmaal minder zuurstof ter oxydatie
behoeven dan het afvalwater zooals dit thans,
ongereinigd, in de stadsgrachten geloosd wordt
en alzoo de verontreiniging geacht kan worden
tot '/io to zUn gereduceerd, nog buiten Toke
ning latende de vaste afvalstoffen en den af
voer buiten de stad.
De ingang van het abattoir is ontworpen
op den hoek van den Maresingel en van de
Pasteurstraat, waardoor de kortste, tevens
meest ruime toegang verkregen wordt van
de veemarkt en het centrum der stad.
Rechts van den ingang bevindt zich de
woning van den directeur, links het admini
stratiegebouw; beide met een verdieping.
De benedenverdieping van het administratie
gebouw is bestemd voor verschillende kan
toren, kouringslokaai, laboratorium en wacht
lokaal voor commiezen; de bovenverdieping
voor woning van keurmeesters en portier.
Tegen den westelyken afscheidingsmuur
zyn nog ontwonen de stallingen voor slagers-
paarden met wagenremiso en de woningen
van machinist en stoker.
De totale stichtingskosten zyn, gelyk ge
meld, geraamd ten bedrage van f 400,000,
te weten:
Fundeerings- en afwateringswerken,
terreinophooging, bestrating en
afsluitingf 90,000
Hoofdgebouw98,000
Stallen voor groot en klein vee 12,000
Slachtplaats met stal voor paarden 7,500
Slachtplaats met stal voor ziek vee 4,000
Machinerieën en inrichting 90,000
Mestgebouw, schuiten, kanaal en
brug12,200
Spoorbaan mot voelading 3,500
Klaarbassin3,000
Sterilisator3,000
Stalling voor slagerspaarden met
wagenremise3,300
Administratiogebouw met woning
voor keurmeesters en portier 35,000
Directeurswoning10,000
Woning voor machinist en stoker. 7,000
Onvoorzien21,500
Totaal f 400^00
Biykens het Rapport van den heer De
Jong, waarin ook do rentabiliteit uitvoerig
wordt uiteengezet, mag men aannemen, dat
de slachtloonen, enz. zoodanig te stellen zyn,
dat de jaariyksche uitgaven met inbegrip van
ronte en amortisatio godekt worden. De onder
vinding leert dan ook, zegt de heer Broekman,
dat dit geschieden kan, zonder dat de vleesch-
pryzen daardoor stygen. Men zal zich dus de
vele voordeelen, verbonden aan een abattoir,
kunnen verschaffen, zonder de ingezetenen
met een overwegenden geldelyken last te
bezwaren.
Voor het opmaken der plans en der uit
voering wordt een tydvak van twee jaren
noodig geoordeeld.
Zoodra de Raad tot de stichting zal hebben
besloten en dienovereenkomstig een krediet
verleent tot het opmaken van plans en be
stekken, zal met deze voorbereidende werk
zaamheden een begin gemaakt kunnen worden.
Het schynt den directeur der gemeente
werken van belang, nadat tot de stichting
besloten zal zyn, gezamonlyk met den heer
inspecteur der vee- en vleeschkeuring eenige
bestaande of in aanbouw zynde abattoirs te
gaan bezichtigen, ten einde de hier te stichten
inrichting in al haar onderdeelen volledig iri
overeenstemming to brengen met hetgeen
elders door de ervaring is geleerd.
Alfon. De opheffing der Rykstollen geeft
in deze gemeente aanleiding tot een eigen
aardige byzonderheid. Aan Gouwsluis alhier
geven 2 ophaalbruggen toegang tot de Gouwe
de groote brug, aan het Ryk behoorende, is
tolvry; de andere, de kleine, behoort aan de
provincie, en heft 10 ets. voor elke doorvaart.
Aan welke nu sedert 1 Mei de schippers do
voorkeur geven, zal ieder begrypen.
Naai- aanleiding van het Voorloopig Verslag
der Eerste Kamer over de Ongevallenwet
nchryft hoi weekblad Patrimonium onder meer
„Patrimonium" doe niet mede aan meetings
om tegenover de Eerste Kamer te agiteeren
tot aanneming eener wet, die onze broeders
landarbeiders achterstelt bij ambachts
lieden
Veel loden volkevertegenwoordigers in de
Tweede Kamor hebben slechts nood
gedrongen voor de Ongevallenwet ge
stemd. Dat kan ook wel gebeuren in de
Eersto Kamer, maar als zy naar eer en ge
weten dit ontwerp verwerpt, het ook doet om
haar socialistisch centraliseorend karakter of
omdat onze landarbeiders er by uitgesloten
zyn, zal o. i. de zaak niet van de baan zyn,
maar licht een betere en meer Nederlandsche
wet volgen.
De Nieuwe Haarlemsche Couranteen Katho
liek blad, is niet ingenomen met het plan om
een R.-K. Kring voor journalisten
op te richten.
Naar aanleiding van hetgeen hierover in de
Katholieke pers, inzonderheid door hot Dagblad
van Noord-Brabant, geschreven ie, geeft de
N. Baarl. Ct. to kennen m het oprichten van
oen R.-K. Journalistenkring niet het minste
nut te zien, te meer nitG, daar steeds m den
bestaanden Ned. Journalistenkring alle leden,
van welke richting ook, geiyke rechten en
waardeering genieten.
Om de byzondere belangen te verdedigen,
welke Katholieke journalisten hebben te behar
tigen, acht het blad" de oprichting van een
nieuwen Kring geheel overbodig.
De Katholieko journalisten genieten in den
bestaanden Kring een waardeering, die dit
Katholiek orgaan door Jarenlange ondervinding
op hoogen prys stelt.
Vooruitganghet orgaan der vooruitstre
vende liberalen, is over het bekende, veelbe
sproken voorstel der „Liberale Unie",
gelyk het thans luidt, wel tevreden, maar
niet geheel voldaan. Zooals de vorm nu luidt,
kan althans op medewerking worden gerekend
by een deel der antirevolutionairen, maar het
had liever gezien, dat die wensch stond niet
in het hervormingsprogram, maar in het
program van urgentie. Nu k a n wel het kies-
rechtvraagstuk gemaakt worden tot den inzet
voor den kiesstryd van 1901, maar de politiek
is een vat vol verrassingen en het geringste
tochtje uit den clericalen hoek kan tot wyzi-
ging leiden.
Het blad blyft intusschen hopen, dat deze
overleggingen zullen leiden tot de zoo ge-
wenschte verbetering: overbrenging van de
regeling van het kiesrecht uit de Grondwet
naar den gewonen wetgever.
De Amhemsche Courantdie van den aan
vang af het optreden van het bestuur der
„Liberale Unie" heeft toegejuicht, verheugt
zich over het nu gedane voorstel, wyi hierdoor
de twyfel geheel is weggenomen, die omtrent
de bedoeling van het bestuur bestond. Het
is nu duideiyk, dat het bestuur uit de Grondwet
alle belemmeringen voor de invoering van het
algemeen kiesrecht voor mannen wenscht te
doen verdwynen, m. a. w., dat de regeling
der kiesbevoegdheid, zoowel voor mannen als
eventueel ook voor vrouwen, geheel worde
overgelaten aan den gewonen wetgever.
De Amhemsche Courant is echter minder
ingenomen met de toevoeging: „zoodra da
politieke omstandigheden dit veroorlooven."
Het ligt voor de hand, dat altyd op da
omstandigheden moet worden gelet en dat
het nu eenmaal niets helpt met het hoofd
tegen een muur te bonzen. Daar in de toe
voeging zal kunnen worden gezien een pogirg
om zich te bepalen tot een louter platonische
beginselverklaring, hoopt het blad, dat da
woorden zullen worden geschrapt, o' wel,
dat men ze zal vervangen door een eenvoudige
verwyzing naar do circulaire van Januari jl.
Eet Vaderland ziet niet in, dat er verdeeld-
heia behoeft te bestaan op de vergadering
der „Liberale Unie" op 2 Juni over het voor
stel van het bestuur.
„By ons zeer zeker dateert de overtuiging
niet van vandaag of gisteren, dat een bevre
digende oplossing slechts kan verkregen wor
den langs den weg van Grondwetsherziening,"
zegt het blad. „Vandaar, dat wy er allen
vrede mee hebben, dat de eerste paragraaf
van het hervormingsprogramma dus wordt
herzien, dat onbewimpeld wordt uitgesproken,
dat het ideaal, kiesrecht los van belastingen,
alleen langs den weg van Grondwetsherzie
ning bereikbaar is. Theoretisch moge de mee
ning verdedigbaar zyn, dat men er ook met
de Destaande Grondwet komen kan, in het
licht van de historie en van de praktyk hebben
wy geleerd aan de mogeiykheid van het'
opnieuw betreden van dien weg te twyfelen."
Eet Vaderland vindt, dat de overweging,
die het bestuur aan zjjn besluit vooraf laas
gaan, een wel wat zonderlingen indruk maakt:
„Moet men een dergeiyk besluit motivee-
ren, dan ligt voor de hand de overweging, dat
de paragraaf van het hervormingsprogramma
verduidelyking behoefde, omdat zy tot tweeër
lei uitlegging aanleiding kon geven of iets
dergeiyks. Maar de overweging, dat invoering
van algemeen kiesrecht voor mannen en de
mogelykheid van toekenning van kiesrecht
aan vrouwen wenschelyk is, is geen behoor»
ïyke inleiding tot de uitspraak, dat Grond wets-
wyziging noodzakeiyk is om een regeling van
de kiesbevoegdheid, los van eiken band met
belastingen, te verkrygen. De vraag, welke
weg moet worden ingeslagen om zeker doel
te bereiken, heeft met de wenscheiykheid
van het doel niet te maken. Wy zouden de
inleidende overweging evenwel kunnen aan
vaarden, ter wille van de ingevoegde woorden
„zoodra de politieke omstandigheden dit ver
oorloven", omdat wy daarin lezen de erken
ning van het bestuur, dat op dit oogeDblik
niet kan worden uitgemaakt of terstond naar
Grondwetsherziening moet worden gestreefd,
dat integendeel deze vraag geheel afhankolyk
moet zyn van de politieke constellatie.
Intusschen is styliatisch de overweging
niet onberlspeiyk gesteld", zoo vervolgt het
blad. „Het besluit zelf eischt Grondwetsher
ziening om invoering van algemeen kiesrecht
voor mannen en toekenning van het kiesrecht
aan vrouwen mogeiyk te maken, dus een
wyziging dor Grondwet, die niet zelve alge
meen stemrecht invoert, maar de gewone wet
zoowel ten aanzien van mannen als vrouwen
geheel vryiaat. De overweging echter spreekt
de wenschelykheid uit van invoering van alge
meen kiesrecht voor mannen en van de moge
lykheid van toekenning van kiesrecht aan
vrouwen. Die wenschelykheid der mogelykheid
is niet fraai, maar aangenomen, dat men die
uitdrukking bezigen mag, dan ryst de vraag,
waarom ook niet voor de invoering van het
algemeen kiesrecht van mannen alleen van
de mogelykheid is gewaagd. Nu heeft het
34)
„Zwygl" riep hy, verpletterd door de waar
heid van deze woorden. „Maak my niet geheel
razend. Stuif eens eenmaal op. Zeg, dat ik
een schurk ben, die je misleidde. Ween, doe
ray verwijten, daarop zou ik kunnen ant
woorden. Dit martelaarsgezicht is het, dat
ons in het ongeluk brengt; beschuldig dat,
my niet. Ik ben slechts de speelbal van een
lot, dat my hoonlachend den pas afsneed, van
een bestaan, dat ik vervloek!"
Zichzelf niet meer meester, stormde hy do
kamer uit.
Den anderen morgen kreeg Klaussen den
volgenden brief van de markiezin.
„Ik heb Berlyn verlaten. Het portret blyft
uw oigendom. Yan morgen af verwacht ik u
vyf dagen lang te Baden-Baden. Zyt gy dan
nog niet tot een besluit gekomen, dan zullen
wij elkaar nimmer weerzien. Ik verwacht je
met verlangen."
„Met verlangen I" Klaussen tuimelde, toen
hy het briefje had gelezen. Het was hem te
moede, alsof een brug, die hy voor begaanbaar
had gehouden, plotseling onder zyn voeten
uiteen kraakte en de afgrond daaronder voor
hem zichtbaar werd.
Yyf dagen I Een hevig kloppen in de
slapen maakte hem een oogenblik onbekwaam
tot denken.
In de andere kamer schreide de kleine.
Dat geluid sneed Klaussen door het hart.
kon bot niet *aoEo«i«a. En by bet ver.
langen dat te ontvluchten, voegde zich een
verterend heimwee naar Ines.
Hij begaf zich naar boven, naar zijn atelier.
Toen hy de gordynen voor de ramen wegtrok,
straalde de gestalte van koningin Esther als
met een tooverslag in al haar glans en
zinbedwelmende schoonheid.
Hy wierp zich daarvóór in een stoel.
Onafgewend bleef zyn blik aan het doek
hangen, terwyi hy zich meer en meer bewust
werd, dat de stryd in zyn binnenste reeds
gestreden en beslist was.
Een onbedwingbaar verlangen drong hem
Olaf Harmsen op te zoeken, ofschoon hy den
lastigen vermaner haatte. Maar niemand
was zoo op de hoogte van de omstandig
heden als hy en dus in staat een juist
oordeel te vellen.
Hy snelde het huis uit. Een warme lente
lucht kwam hem to gemoet, welke door alle
open ramen de huizen binnendrong.
Klaussen drong in koortsachtige haast door
het menschengewoel. Toen een leege vigilante
voorby kwam, wierp hy zich daarin.
Voort ging het door het gekrioel van
menschen en rytuigen, doch ditmaal niet
naar de voorname wyken in westelyke
richting, maar ver weg naar het noorden,
in de fabrieks- en arbeiderswijken. Kolom
men rook uit reusachtige schoorsteenen, een
stampen en dreunen uit de machinelokalen
bewezen Klaussen, dat hy Olaf op de rechte
plaats en ter rechter tyd had opgezocht.
Een loopjongen bracht hem in de werk
plaats. Daar, in een blauwen linnen kiel,
stond Olaf Harmsen tusschen zyn onder
geschikten, zelf een hand uitstekend en
meehelpend, waar hem dat noodzakelijk
toescheen.
By het hoorei noemen vsa zyn naam
keerde hy het hoofd om. „A, gyWat is er?"
„Ik moet met je spreken."
„Hier? En dadelyk? Dat gaat niet. "Wanneer
gy wachten wilt, over een half uur is het
schafttyd."
„Ik word hier waanzinnig," mompelde
Klaussen, zich haastig naar de deur begevend.
„Ik wacht buiten."
En na een tydlang op het binnenplein,
waai- de wind de dichte kolenstof van den
grond in zwarte wolken omhoog deed dwar
relen, gestaan te hebben, klonk eindeiyk
het gillen der stoomfluiten, het signaal voor
de middagpauze.
In dichte drommen drongen de arbeiders
langs Klaussen heen, naar buiten. Een oogen
blik later stond Olaf ook naast hem.
Klaussen voorgaande, trad hy een kamer
binnen, waarin het voornaamste meubel een
waschtafel was. Zonder zich aan het zenuw
achtig ongeduld van zyn vriend te storen,
voltooide hy grondig het reinigingswerk.
Toen eerst vroeg hy, de laatste water
druppels uit zyn baard strykend: „Watvoert
je hierheen?"
„Ik wilde weten, wat je gisteren met zulk
een haast myn atelier deed binnenstormen
Olaf wierp den handdoek weg. „Dat is gauw
gezegd. Over je verhouding tot mevrouw
De Beauromont zyn stichtelyko praatjes in
omloop. Ronduit gezegd, men werpt een smet
op je naam. Al laat ik den nyd van den
ouden Do Beauremont er ook buiten, zoo blyft
er toch nog genoeg over om je te waar
schuwen. Daarom kwam ik."
„Wat zegt men dan van my en mevrouw
De Beauremont? Yoor den dag er meel Wan
neer ik het weet, zal ik er op antwoorden."
Olaf vestigde zyn blikken vast op het bleeke
gelaat van den kunstenaar en aaide qp een
toon van ergernis: „Voor den duivel, Hans,
laat toch eindelijk die dwaasheden eens varen l
Zooveel heeft een mensch van jouw jaren,
die daarby nog plichten heeft, zichzelven toch
wel in de macht, dat hy niet by elk mooi
kopje zyn hoofd verliest. Breng don pot niet
steeds zoo dicht by het vuur, dan zal hy niet
overloopen. Heb ik je niet reeds eenmaal
gezegd, dat de naam van de markiezin, vol
gens burgerlyke begrippen, te wenschen over
laat? In de club te Parys werd verteld, dat
de laatste secretaris van den markies
„Gy liegt 1" viel Klaussen hem in do rede.
„Of gy vertelt de leugen over, gedachteloos."
„Lang niet zoo gedachteloos als gy denkt,"
merkte Olaf scherp op.
Klaussen lachte gedwongen. „Speelt gy
voor zedenproeker en schaamt gy je dan niet,
een weerlooze vrouw to belasteren, wier
geheele vergryp daarin bestaat, dat zy de
bittere ellende door een ryk liuweiyk is
ontvlucht? Dat is bekrompen, kleingeestig
gedacht. Dan is myn gezichtskring ruimer.
Yoor de honderdste maal herhaal ik het en
verzoek je dringend het te onthouden, dat ik
my nooit en nimmer naar je bekrompen
opvattingen kan en zal voegen. Wanneer gy
dat vaststeldet als een feit," zyn stem ver
loor het gedwongene en kreeg een harts-
tochtelyken klank, „dan zoudt gy voor myn
gefolterd hart een vredebrenger kunnen wor
den. Het eeuwig menscheiyke moest gy be
grypen, met oordeelkundige vriendschap myn
open wonde behandelen. Daarom alleen kwam
ik hier."
Olaf kwam, ondanks zichzelf, onder den
invloed van deze woorden. „Menschenkind",
zeide hy, zyn manchetten op de tafel wer
pend. „Het is toch wat te zeggen, zoo'n
overdreven natuur 1 Welke dwaas zou nu
nog olie in het vuur gieten? Want gy
spreekt toch van je liefde voor mevrouw De
Beauremont?"
„Jal Ik heb Ines De Beauremont lief. En
zij bemint my ook. Ik zou een lafaard en
een dwaas moeten zyn, wanneer ik deze
liefde wilde verloochenen, die my een hemel
op aarde belooft."
„Hebt gy geen vrouw en kind?" vroeg
Olaf mot nadruk.
„Neen, een vrouw heb ik nietl" riep
Klaussen, Olafs hand grypend. „Ditlydelyke
wezen, dit dorpsmeisje, voor wien ik mets
kan zyn, hoe zou dat de smarteiyke leegte
hier binnen aanvullen? Aan den knaap en
den jongeling zou ik mij kunnen wyden, den
man myn vertrouwen schenken. Maar wat
doet hot zien van dezen zuigeling my anders
gevoelen dan de keten, waaraan ik my onbe
dacht en voorbarig vastsmeedde?"
„Wanneer je dat iets vroeger was to binnen
geschoten.
„Stil! Ik weet wel, welke schuld ik draag.
Dacht ge, dat deze twee jaren my dat niet
hebben doen inzien? Maar ter wille van een
dwaling behoeft iemand toch niet tot levens
lange gevangenschap veroordeeld te worden?
Ik bid je, gebruik toch je verstand, waarmee
gy anders zoo vlug zyt."
„Ik heb het zeker niet goed begrepen",
bracht Olaf in het midden. „Gy zyt van plan,
nu, kortweg gezegd gy wilt je van je
vrouw laton scheiden om mevrouw De Beaure
mont to huwen, die excentrieke, wereldsche
vrouw? Maar dat gaat my niets aan," viel
hU zichzelven in de rede.
{Wordt wteffdk