N°. 12318
"Vrijdag 20 April.
A*. 1900
Leiden, 20 April.
feuilleton.
DE STIEFMOEDER.
IDSCH
DA&BLAD.
PBJJS DEZEB QOTJBAZlTi
Voor Leidca per maanden 9 HO.
Franco por post o -» L.40-
Afeon.det.iyk0 Nomioer? 0,05>
geze jouraat wordt dagelijks, met 0itzondering
zan (Zon- eu feestdagen, uitgegeven*
FfiUS DEE AEVEETEHTIKH»
Vsb 1^# regels t 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. örootera
tellers naar plaatsruimt* Voor bet (acasseerea twJtOD ia stad
wordt f 0.06 berekenfl»
Offieicolo Kenuisgeviug.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gelot op art. 81 der Kieswet
Brengt ter algomeona kennis, dat de vo zoeken
om verbetering vau de kiezerslijst voor don dionst
1000/1901 met de bewgeatakken op de Secretarie
dezer gemeente ter inzage z(jn nedergologd en in
afdcbrifc, tegoc betaling der koate», verkrijgbaar
gesteld.
Leidon, De Burgemeester voornoemd,
19 April 1900. F. WA8.
DRANKWET.
Burgemeester oa WetVoudero van Leiden breDgen
tor algemeeue kccnia, dat door HENDBIK BBEIJER
alhier irooaaobtig, een verzoekschrift is ingediend
om vergunning voor des kleinhandel iu eterken
drank in het perceel Mindenm&korsateeg No. 10.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
19 April 1900. VAN HEY8T, BocreUrla.
Na tot stand gekomen wederztfdsche
overeenstemming zullen, al is „Zomerzorg"
sedert verleden jaar in andere handen overge
gaan, de concerten aldaar der stafmuziek
van het 4de reg. infanterie, by voldoende
inteekening, dezen zomer weder doorgaan.
Aan die voldoende inteekening zal zeker
ook tlians niet getwijfeld behoeven te worden.
Immers, hot genot, dat deze concerten vorige
seizoenen aanboden, en de inderdaad geringe
prijs, waarvoor de inteekening wordt openge
steld, zyn er genoegzame waarborgen voor,
dat de Leidenaars zullen toonen, dat zy iets
goeds weten op prijs te stellen.
's Rijks Ethnographisch Museum, alhier,
heeft ten geschenke ontvangen van den heer
J. Mulder, te Amsterdam, geïnventariseerd
als serie 1204:
drie beschreven en vijf onbeschreven lontar-
bladeren, afkomstig van Java.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
In de maanden Mei en Augustus a. s.
•>j1 eiken Zaterdag van 12 7 uren 's namid
dags en gedurende de maanden Juni en Juli
a. s. eiken Zaterdag van 12 8 uren's namid
dags gelegenheid voor het onderricht in het
schijfschieten worden gegeven.
Die gelegenheid voor Leiden en omliggende
gemeenten is op de rijksschietbanen te Kat
wijk- aan-Zee.
Aan dit onderricht kan zooals reeds be
kend is worden deelgenomen door: kader-
reservisten en miliciens met groot verlof,
manlijke ingezetenen van 16 24 jaar, die in
het leger gediend hebben, en manlijke inge
zetenen van den leeftijd als voren, die niet
in het leger hebben gediend, doch met gun-
stigen uitslag hebben deelgenomen aan het
locaal militair onderricht.
Met de leiding van bedoelde oefeningen
wordt belast de kapitein OBreen van het 4de
regiment infanterie.
Door den minister van oorlog i6 bepaald,
dat de schietoefeningen met de geweren, by
de corpsen van het leger in gebruik, voortaan
steeds zullen plaats hebben zonder bajonet
op het wapen. Hiorvan is echter uitgezonderd
het snelvuur, dat met de bajonet op het go-
weer zal moeten worden verricht.
Naar het „Hbld." verneemt, hoeft de
directeur-generaal der posterijen en telegraph ie
besloten, met ingang van 1 Januari a. s.
het postvervoer tussc.hen Amsterdam en Leiden,
hetwelk nu met paard en rytuig geschiedt, per
automobiel te doen uitvoeren.
H. M. de Koningin heeft den heer
Myatovitsch by zyn aftroden als buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister voor Servië,
aan ons Hof, benoemd tot ridder-grootkruis
der orde van Oranje-Nassau.
In den gemeenteraad van 's-Gravenhage
werd gisteren aangenomen een voorstel om
voortaan van ieder schoolgaand kind een
schoolgeld te heffen, ter tegemoetkoming in
de kosten van het lager onderwys, die voor
rekening der gemeente blyven.
Dat schoolgeld bedraagt op de scholen 2de
klasse 10 centen per week, op die der 1ste
kl. 20 centen per week. Wie deze bedragen
niet kunnen betalen, worden slechts voor een
gedeelte aan de heffing onderworpen, terwyl
van onvermogenden geen schoolgeld wordt
geheven. De beoordeeling of en welk school
geld betaald moet worden en de controle op
de schoolgeldlysten, zal worden opgedragen
aan een ter secretarie te vestigen bureau.
De gemeenteraad heeft tevens besloten
onder bepaalde voorwaarden ook toehoorders
tot het gymnasium toe te laten.
By de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wyziging van grens tusschen
de gemeenten 's-Gravenhage en Ryswyk.
De strekking daarvan is, dat van Ryswyk
naar 's-Gravenhage zal overgaan het gebied,
dat begrensd wordt door de Korte Laak, de
Laak of Molenvliet, den Trekvliet, het toevoer-
water van het stoomgemaal van den Noord
polder, de Broeksloot en de Stryp. Dat gebied
heeft een oppervlakte van 2.490.173 hectaren
en telt 23 ingezetenen, waaronder 1 kiezer.
In de memorie van toelichting wordt ge
wezen op den aanleg, vanwege's-Qravenhage,
der Laakhaven, welke het ontstaan van een
handelsbeweging ten gevolge zal hebben,
waardoor het te verwachten is, dat steeds
meerderen, die daarbij een bestaan hopeD te
vinden, zich op het aangrenzend terrein, d. i.
op Ryswyksch gebied, zullen vestigen. Die
gewettigde verwachting wordt gestaafd door
feiten, o. a. is zelfs een plan tot het bouwen
van een stadswyk aldaar van 800 huizen
ontworpen. De bewoners van het aangeduide
gebied zullen in 's-Gravenhage hun middel
van bestaan vinden, zoodat het biliyk schynt
deze bevolking een deel dier gemeente te
doen uitmaken.
Betoogd wordt vo >rts door de Regeering,
dat bestendiging van den tegenwoordigeri
toestand Ryswyk's financiën sterk zoude doen
achteruitgaan en dat ondanks offers van
Ryswyk veel zou worden verzuimd, dat gedaan
had moeten worden.
De Regeering merkt op, dat men van de
zyde van 's-Gravenhage tegen het aanvankelyk
beperkte plan van Gedeputeerde Staten het
financiëele argument krachtig heeft doen
hooren, of en hoeveel de lasten de lusten
zullen overtreffen is thans evenwel niet met
zekerheid uit te maken, maar de Regeering
acht het biliyk, dat 's-Gravenhage zelf alle
kosten van haar groei drage.
Op de vraag, die de Regeering zich gesteld
heeft, of het wellicht wenschelyk ware met
deze grenswyziging te wachten tot een be
sluit zou kunnen worden genomen aangaande
het eigen plan van 's-Gravenhage, is het
antwoord, in overeenstemming met het advies
van Ged. Staten, ontkennend.
Het voorgedragen ontwerp vindt in Ryswyk
onverdeelde instemming.
De overgang van grondgebied wordt voor
gesteld met 1 Januari 1901.
De audiëntie van den minister van
marine werd heden o. a. bygewoond door den
schout-by-nacht P. Zegers Yeockens, benoemd
directeur en commandant der marine te
Amsterdam, en den tot schout-by-nacht bevor
derden kapt. ter zee W. J. P. Waning, benoemd
directeur en commandant der marine te
Hellevoetsluis.
Hedenmiddag kwamen in de residentie
aan de vorst en de vorstin van Bentheim.
Zy zullen tot morgen aldaar verblyven als
gasten van de Koninginnen en logeeren ten
paleize. t
Te 11 u. 10 min. per Holl. Spoor ver
trekken de Koninginnen Dinsdag a. s. met
gevolg naar Amsterdam en komen aldaar aan
te 12 u. 18 m.
—Dezer dagen overleed te Terborg de schout-
by-nacht W. B. F. Escher, laatsteiyk directeur
en commandant der marine te Amsterdam,
in welke betrekking hy den lsten Mei 1883
werd gepensionneerd. De overledene was,
evenals zyn klasgenoot Yandevelde die
drie dagen vóór hem stierf in 1836 en 1840
resp. adelborst te Medemblik en adelborst
lste kl. geworden, en gedurende zestig jaren
hebben hun namen, onmiddeliyk op elkander
volgende, in het promotieboekje geprfikt.
Beiden deden ook met hetzelfde schip hun
eerste zeereis aan boord van Zr. Ms. brik
.Zwaluw", by het eskader van den schout-by-
nacht-titulair P. Arriëns.
De Japan8che keizeriyke prins Kan-in,
die Zaterdag in Den Haag wordt verwacht,
zal vergezeld zyn van een vorsteiyken ver
want. Zy zullen met gevolg in den laten
namiddag aankomen en hun intrek nemen in
het hotel „Den Ouden Doelen", waar ver
schillende vertrekken voor hen worden inge
richt.
Door de commissie van bystand over
het beheer der gasfabriek te Deventer is aan
den Raad het voorstel gedaan, ten gevolge der
hooge steenkolenpryzen, den pry 8 van het gas
met l1/, ct. te verhoogen en te brengen op
7 cents.
Na den dood van luitenant Nix is het
Nederlandsch-Indische leger by de strydende
Boeren slechts door één attaché, luitenant
Asselbergs, vertegenwoordigd, terwyl het
Nederlandsche leger Is vertegenwoordigd door
een kapitein en een luitenant. Indien wy
goed ingelicht zyn, bestaat het voornomen
de open gevallen plaat-s weder te doen ver
vullen door een anderen officier van het Indische
leger. Reeds moeten zich sollicitanten aange
meld hebben. (N. v. d. D.)
Het stoomschip „Prins Willem I" ver
trok 17 April van Paramaribo naar Amster
dam; de „Prins Willem III" arriveerde 18
April van Amsterdam te Paramaribo; de
„Prins Willem Y", van Paramaribo naar Am
sterdam, is 19 April Ouessant gepasseerdde
„Baii", van Batavia mar Amsterdam, pas
seerde 19 April Wight; de „Spaarndam" ver
trok 19 April van Rotterdam naar Nieuw-
York; de „Malang", van Rotterdam naar
Batavia, passeerde 18 April Sagres; de
„Teviotdale" (Holland-Amerika-iyn) arriveerde
19 April van Newport News te Rotterdam;
de „Sindoro", van Rotterdam naar Java, ver
trok 19 April van Marseille.
Alfen. Door de vereeniging „Gemeente
belang" is een adres gezonden aan de Pro
vinciale Staten van Zuid-Holland om de sub
sidie-aanvrage te steunen der Hollandsche
Etectri8che Spoorweg-Maatschappy te Amster
dam tot aanleg van de tramverbinding Amster
dam—Alfen en Leiden—Haarlemmermeer
Sloten, als zynde van groot belang voor deze
gemeente, hooge- en lage zydo, wat betreft
de verbinding van de gemeenten Nieuwveen,
Zevenhoven, Nieuwkoop en Aarlanderveen
met het station Alfen der iy n Leiden Woerden.
Hazerswoude. De schietvereoniging „E.
M. M." besloot met algemeone stommen, aan
mevrouw de douairière W. Yisser van Hazers
woude het Beschermvrouwschap op te dragen.
Deze heeft zich die benoeming laten wel
gevallen.
De vergadering van de „Yereenigingtot
Werkverschaffing", die gisteravond gehouden
werd, was weinig talryk en by absentie van
den voorzitter werd het presidium waar
genomen door den vice-voorzitter, den heer
J. Gaarkeuken. Uit het verslag van den
penningmeester, den heer J. Dekker, bleek,
dat aan contributie was geïnd 316.75; aan
verkoop van baggerstalen en andere baten
was ontvangen 429.35; zoodat de totale
ontvangst bedroeg 746.10. Aan arbeidsloonen
was uitbetaald 429.325 en aan verschillende
uitgaven 128.58s, te zamen ƒ557.91. Het
batig saldo bedraagt ƒ188.19. De heeren H.
P. Straathof? en M. C. De Bruyn hebben de
rekening nagezien en betuigden hun dank
voor het getrouw beheer.
Hillegom. Het 10-jarig dochtertje van den
arbeider T. Scheepmaker, alhier, heeft Dinsdag-
voormiddag om 10 uren de ouderlyke woning
verlaten om, mot goedvinden van haar moeder,
met andere kinderen van haar leeftyd te gaan
wandelen naar het onder de gemeente Noord-
wykerhout gelegen zeeduin, maar is tot heden
niet in de woning harer ouders teruggekeerd.
De ouders, hoewel zeer ongerust, verkeeren
evenwel in de hoop, dat hun kind by haar
grootmoeder te Noordwykerhout is aangeland.
Zekerheid daaromtrent hadden de ouders nog
niet bekomen.
Leiderdorp. Tot secretaris van hot college
van notabelen der Ned.-Herv. gemeente alhier
is benoemd de heer N. J. Yan Yoorthuisen.
Gemeenteraad van Lolden.
Yan de 22 punten der agenda gaf alleen
het 18de, verzoek van den hoer J. v. d. Stok,
om het perceel Donkersteeg No. 4 by herbouw
hooger te mogen optrekken dan krachtens de
verordening op het bouwen en sloopen ge
oorloofd is, aanleiding tot discussie. Zooals
we reeds gisteren mededeelden, had de heer
v. d. Stok in een tweede adres verzocht, be
doeld perceel te mogen optrekken tot eon
hoogte van 9.90 M.
De heer Kerstens vroeg, of B. en Ws. in
betrekking tot dit tweede adres hun afwyzend
praeadvies op het eerste handhaven.
De Voorzitter antwoordde, dat B. en Ws.
geen argumenten hebben gevonden, om op
dat advies terug te komen. Zy willen de
tegenwoordige hoogte van 9.15 M., doch geen
meerdere toostaan. Wy willen zeide spr.
ons aan onze verordening houden; anders
kan ze wel worden verscheurd. De Donker
steeg is zeer nauw en het hooge bouwen,
dat deze steeg donkerder maakt, geeft aan
leiding tot klachten.
De heer Kerstens meende, dat er wel aan>
leiding bestaat, om het verzoek van den heer
J. v. d. Stok, zooals het nu was ingediend,
toe te staan. Hy wees op de behoefte aan
meer ruimte voor de berging van adressants
koopwaren en op diens groote gezin, benevens
inwonend personeel. Het verzoek is geen ge
volg van een zucht naar luxe. Voorts beriep
spr. zich op art. 11 litt. b der genoemde ver
ordening (betreffende het verleenen van ont
heffing), dat er is om onbillykheden en hard
heden zooveel mogelyk weg te nemen, en
wees hy er op, dat de heer v. d. Stok zich,
wat de hoogte der verdiepingen aangaat, be
perkt heeft tot het volstrekt noodige. Ook
vestigde hy nog de aandacht op de hoogte
d t belendende perceelen.
De Voorzitter wil den toestand in de
Donkersteeg niet nog ongelukkiger maken en
geloofde, dat de heer Kerstens geen goede
explicatie gaf aan art. 11, dat ziet op hoogst
exceptioneele gevallen. Zulk een geval ls,
naar sprekers inzion, door den heer v. d. Stok
niet aangetoond.
De heer Fockema Andre® deelde de mee
ning van den Voorzitter en bestreed de
argumenten van den heer Kerstensbehoefte
aan ruimte is z. i. geen motief, om van de
verordening af te wyken.
De heer De Lange vroeg wat de reden kan
zyn, dat requestrant geweigerd wordt zyn
huis even hoog te bouwen als de twee aan
grenzende perceelen en waarom de by do
verordening voorgeschreven hoogte wel met
2.37 en niet met 3.12 M. mag worden over
schreden.
De Voorzitter antwoordde, dat B. en Ws.
de billykheid hebben betracht en de uiterste
welwillendheid betoond, die hun de genoemde
verordening toestaat, doch er ten slotte een
grens is.
De heer A. J. Van Hoeken verklaarde zich
eveneens op verschillende gronden voor het
verzoek van don heer v. d. Stok en beriep
zich op de verhooging, die indertijd voor den
herbouw van het perceel van den heer Bary
was toegestaan, van welke verhooging de
overbewoner, volgens diens getuigenis, geen
last ondervindt.
De Voorzitter waarschuwde er ernstig tegen,
om vandaag dit besluit te nemen en een vol
gende vergadering een, dat met het eerste in
stryd] is. Hy herinnerde hierby aan de weige
ring van een verzoek van den heer J. v. d. Os,
betreffende den herbouw van een perceel aan
de St.-Jorissteeg.
De heer A. J. v. Hoeken merkte op, dat
beide gevallen niet geiyk zyn. De heer v. d. Os
wilde zyn gebouw hooger optrekken dan alle
andere in die steeg en een hooger bouwen
dan de verordening voorschryft, was niet
noodig, wat voor het perceel van den heer
v. d. Stok wel het geval is.
Nadat de heer Juta nog een opmerking in
het midden had gebracht, werd het praeadvies
van B. en Ws. in stemming gebracht en aan
genomen.
Gemeenteraad Tan Hazerswoude*
Voorzitter de heer J. Bruyn. Alle leden
tegenwoordig.
De voorzitter opent de yjrgadering met do
mededeeling, dat B. en Ws. hebben gemeend,
nog een paar maanden te moeten wachten met
het doen rooien en vervangen der onooglyke
knolstoven aan den Gemeeneweg en motiveert
dat uitstel. De Raad kan zich daarmee vor
eenigen. Daarna lezing en goedkeuring der
notulen.
lo. Ingekomen stukken «yn: een missive
van de aftredenden en een van den benoemde
Commissaris der Koningineen missive, waar
uit biykt, dat de ryksbydrage voor de onder-
wyskosten 1400 heeft bedragen en een ter
goedkeuring en terugzending van de kohieren
van den hoofdelyken omslag, dienst 1900.
Betreffende de gehouden volkstelling wordt
gerapporteerd, dat in de gemeente zyn 743
bewoonde en 27 onbewoonde huizen, 32 on
bewoonde gebouwen, benevens 3 bewoonde
schepeD en dat zyn uitgereikt 1712 blauwe,
1719 witte, 70 oranje en 68 rose kaarten.
Eindelyk wordt nog gelezen het procesverbaal
l van de kasopneming by de gemeente-ontvanger.
i)
Ik scheen een onderhoud tusschen hen
beiden gestoord te hebben, maar hy was
klaarblykelyk veel te opgewonden om myn
aanwezigheid op te merken, want hy ging
voort, terwyl ik my op eenigon afstand van
hem nederzette: „En u kan my verder niets
aangaande haar mededeelen?"
„Ik kan u dit mededeelen, dat zy is wat
zy altyd wasuwer onwaardig," zei mevrouw
Aveland scherp. „Somtijds twyfel ik er aan,
of wy een druppel van hetzelfde bloed in
ónze aderen hebben, wanneer ik zie, dat gy
nog steeds naar haar blyft verlangen."
Toen keerde zy zich vastberaden van het
onderwerp af en riep my naast zich.
„Myn neef is in een weinig belovend huis
gekomen, om zich te vermaken, juffrouw
Elman," begon zy. „Wy moeten allen ons
best doen om hem zoo min mogelyk onder
scheid te doen vinden tusschen dit Hallom-
HaH on het andere, waar ik hem welkom
placht te heeten."
Eon booze uitdrukking van haat en nfjd
vertoonde zich op het gelaat der oude dame,
toen zy deze woorden sprak, en hy bespeurde
bet even goed als ik, want by riep uit: „Het
ls uw eigen schuld, tante, dat ge my thans
niet in het andere Hallom-Hall verwelkomt.
Zrj zou nooit verlangd hebben, dat gy heen-
gfngt!"
„Had ik haar gast kunnen zyn iu het huis,
yaar ik meesteres geweest was?" riep zy
ïartstochteiyk. „Kon de laaghartige onrecht
vaardigheid van haars vaders testament my
doen vergoten, dat zy de kinderen van myn
zoon van hun geboorterecht beroofde?"
Zy verliet styf en deftig de kamer, terwyl
zy haar neéf al deze vragen toewierp, en
zoodra de echo van de dichtslaande deur was
weggestorven, wendde hy zich tot my en
zeide: „Uit de manier, waarop myn tante in
uw tegenwoordigheid sprak, maak ik op, dat
gy met onze ellendige familiegeschiedenis
bekend zyt?"
„Geenszins," antwoordde ik ^haastig. „Ik
weet, dat mevrouw Aveland een dochter heeft,
met wie zy niet bevriend is."
„Een stiefdochter, beter gezegd. Toen myn
tante met den heer Aveland van Hallom-Hal,
in Yorkshire, trouwde, had zy één zoon,
en hy één dochter, ieder uit een vroeger
huwelyk. Haar zoon was weduwnaar. Deze
meisjes, die u als jonge Avolands kent, zyn
zyn kinderen, want hy nam den naam Ave
land aan, om zyn moeder te behagen. Zy
dacht, dat dit hem baten zou om de bezit
tingen op hem te doen overgaan in geval
zy geen zoon kreeg uit haar tweede huwelyk.
De oude heer Aveland echter werd tegen den
jongen man ingenomen, en niet zonder reden,
en vermaakte het landgoed aan zyn dochter.
Zy.Hy hield op en zyn gelaat bloosde
voor een oogenblik, maar werd oogenblikke-
lyk weer even bleek als te voren, toen hy
vervolgde: „Zy was een der beminiykste
schepselen, die ooit door de zon beschenen
werden, en de zoon van haar stiefmoeder
werd op haar verliefd. Myn tante begunstigde
die hefde en was woedend, toen zy verworpen
werd. Mejuffrouw Aveland had haar hart
elders verpand."
Een schok voer my door de leden, toen hy
de laatste woorden sprak. En toch, waarom
zou de zekerheid, dat Walter Goulding zelf
degene was, wien de onbekende schoonheid
heur hart geschonken had, my zoo troffen?
Ik kon myn eigen vraag niet beantwoorden.
Ik kon slechts gevoelen, dat ik hevig ont
roerde.
„Het naarste in de geheele geschiedenis is,"
ging hy op zeer gedrukten toon voort, „dat
mejuffrouw Aveland verdwenen is. Toen haars
vaders testament geopend werd en het bleek,
dat zy de bozitting gekregen had en myn
tante het huisraad, haastte zich de vertoornde
oude dame met haar goed te vertrekken, en
wees zy alle verdere gemeenschap met haar
stiefdochter van de hand, en sinds dien tyd
is elk spoor van de laatste verdwenen. Ik
bon op Hallom-Hall geweest en heb het ge
sloten gevondenaan een handelsagent is
opgedragen de renten te ontvangen voor
mejuffrouw Aveland, maar waar zy is, weet
hy niet. Al, wat hy weet, is, dat zy het geld,
dat op de Bank geplaatst was, toen haar
vader stierf, niet in ontvangst heeft genomen,
evenmin datgene, wat hem na dien tyd ter
hand is gesteld. Gedurende langen tyd zond
hy op haar bevel ieder kwartaal tweehonderd
pond aan myn tante. Doch mevrouw Aveland
is te weten gekomen, dat zy die zendingen
aan de edelmoedigheid van haar stiefdochter
te danken had en niet aan die van wyien
haar echtgenoot, en sinds dien weigert zy
nog een penning aan te nemen. Het is een
ellendige geschiedenis."
„Een ellendige geschiedenis," sprak ik hem
werktuigiyk na.
En toen dreef de eene of andere onbedwing
bare beweegreden my aan te vragen: „Bestaat
er eenig portret van deze schoonheid, die de
menschen betooverd heeft aan haar te denken,
ofschoon zy niat aanwezig ia?"
„Ik heb haar ééns geschilderd," antwoordde
hy op kalmen toon.
„Gy? Zyt gy dan een kunstenaar, mynheer
Goulding?"
„Ik doe myn best het te worden; my den
schoonsten titel te verwerven, die man of
vrouw kan worden toegekend," sprak hy.
„Ja, ik heb haar ééns geschilderd, en Des-
sanges heeft haar geschilderd, maar ik zal
wel niet behoeven te zoggen, dat hier geen
afbeelding van haar te vinden is."
„Wat zou ik gaarne haar portret willen
zient" vervolgde ik als in het voorbygaan.
„Mocht gy haar goed ïyden, of koost gy uw
tantes zyde in deze zaak?"
„Myn tantes zyde?" riep hy uit, terwyl hy
van zyn stoel opsprong. „Mejuffrouw Elman,
myn tante is voor my niet zoo'n liefhebbende
vriendin geweest, dat ik behoef te aarzelen
tegenover een vreemdeling over haar te spre
ken. Myn tantes zyde was die van onrecht
vaardigheid en baatzucht; maar myn party
kiezen deed de arme Kate meer kwaad dan
goed."
„Werd mejuffrouw Aveland Kate genoemd
vroeg ik, gevoelende, dat het onderwerp een
pyniyke bekooriykheid voor my had, hoewel
het deze vreemde menschen betrof.
Er was geen enkel woord gesproken, dat
my rechtstreeks verleiden kon tot de onder
stelling, dat de jonge man tegenover my en
de verdwenen Kate meer voor elkander ge
weest waren dan gewone menschen. Er was
geenerlei rechtatreeksche bevestiging van dien
aard geuit, en toch achtte ik my overtuigd,
dat het wèl gebeurd was. En ik voelde er
evenveel leed over als zekerheid.
Daar lag een betooverende aantrekkelijkheid
voor my in dien vreemdeling. Liefde op het
eerste gezicht wordt als onwaarschyniyk be
spot en zeer vaak betwist als onwaar; maar
ik denk dikwyis, dat het de meest ware, de
beste, de minst zelfzuchtige is van alle liefde.
Wanneer een plotselinge hartstocht opkomt,
is hy ten minste belangloos, hoe onverstandig
hy ook mogo zyn. Degene, voor wien hy
wordt opgevat, kan hem in alle opzichten
onwaardig zyn; maar dit feit ontneemt niets
aan de waarde en de zuiverheid van den harts
tocht. De weloverwogen, zorgvuldig gekweekte
hefde moge tot een meer heilige, zekerder
vereeniging leiden, maar zy doet nooit het
hart trillen van woeste vreugde, de wang
nooit verbleoken met de hartstochteiyke bleek
heid, dio van smachtend gevoel getuigt. Een
dag, in zulke aandoeningen doorgebracht, staal
gelyk met een jaar van kalme tevredenheid,
die alleen de behoedzaam minnende hoopt to
mogen kennen.
Ik beminde dien man, van het eerste oogen
blik onzer ontmoeting af, met een innigheid,
die myzelve nieuwe bronaderen in myn natuur
openbaarde. Het was niet zyn knappe ge
stalte of zyn sieriyke toespraak, die my bui
ten myzelve brachten en my tot zyn eigen
dom maakten zyn uitsluitend eigendom
voor altyd sinds dat oogenblik. Het was niet,
dat hy edelmoedig, rechtgeaard, rechtschapen,
een waardig gentleman, een echt kunstenaar
was. Hy was dat alles, maar ik wist het nog
niet, en toch beminde ik hem in een oog*
wenk, zonder reden, zonder oorzaak, zonder
Bedenken en zonder den minsten twyfeL
(Sei eefeq