•i
Maandag April.
r. woo
$eze gourant wordt dagelijks^ met uitzondering
too (Zon- en (feestdagen, uitgegeven*
Jed. Znid-Afrikaansche Verccniging.
I
Feuilleton.
OM ZIJN GELD.
jr. 12310
1EIDSCH
DA&BLAD
V
•PB1JS ÖZZEB GCEOBAJÏT»
tree» CaWan per 6 mflandoa;
Franco per poet- - -
Afanprinriyke Nomnierp
1 fft-
fe*0.
a 0,05?
PRIJS DER 8JU VERTEN Tl KWt
Van Iwé regels t 1.08. Iedere regel meer 0.17). örootere,
letters naar plaatsruimte e Voor het inrW6flreti hUitSD de Stad
tfprdt A 0.05 berekend.
Afdeding Leiden en Omstreken.
Kbntvangen by don toaamemenden Penning
meester:
■Door bemiddeling van de firma
Herfst Se Helder van een buiten-
Jandschen handelsvriendf 20.—
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad
Gecollecteerd op de bruiloft van
Johannes en Annaf 2.77
Van het verjaardagsfuifje van Marie,
omdat Hendrik en Bram zulke
leelyke gezichten trokken by hun
voordrachten1.26
«Gecollecteerd op den aannemings
avond van Donderdag by den heer
J. Kok2.05
1 'Van het onderwyzend personeel en
de leerlingen der openbare school in
het dorp te Hazerswoude, omdat het
schoolexamen zoo prettig en de
pry zen zoo mooi waren3.13®
agezameld door Johan onder een
kprek over'een Boerenlager0 1.36
Overschot van B., voor do Boeren 1.—
Op een groenpartytjo van Ida en
Hendrik voor de dappere Boeren. 0.92
Op H.'s. verjaardag, in Jan's hoed 0.60
{'Opgehaald op een gezelligen avond
by een spelletje„0.70
Hulde aan de Brusselsche jongens 0.315
ktOpgehaald voor de dappere Boeren
in Maria's hoed„0.15
r.Door kleinen Frans opgehaald op
de receptie van Ida en Hendrik 1.87'
Gecollecteerd op het engagements-
partytje van Tryn en Bram, omdat
Cato zoo mooi kan voordragen 1.36
De Engelschen trokken uit om de Boeren
[te beschieten.
Maar kregen zoo'n slaag, dat zy een convooi
[en 7 kanonnen achterlieten.
W. Wf 0.72s
Bydragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel van dit Blad.
Leiden, 9 April.
Zooals uit achterstaande advertentie biykt,
is het Directiebureau van 's Ryks Ethnogra-
phisch Museum verplaatst van de Hoogewoerd
108 naar het vroeger door prof. Scholten
1 bewoonde en door het Ryk aangekochte perceel
Rapenburg 67.
Daarmede is, dank den steun der Regeering,
1 de eerste stap gedaan op den weg, die tot
s een betere èn voor het publiek èn voor de
wetenschap meer doelmatige inrichting van
het Museum zal leiden. Wij wenschen van
harte, dat de steun der Regeering ook in het
vervolg niet moge ontbreken, en dat zich
daarby moge voegen die van allen, die belang
Stellen in het wedervaren van deze schoone
Rijksinstelling.
Hedenmiddag ontvingen wy per Neder-
JBlandsche mail de Bataviasche bladen van 10
tot en met 13 Maart.
- De Fransche mail met berichten uit
r Indië wordt morgen hier verwacht,
c Het aan H. M. de Koningin gerichte
verzoekschrift tot instelling eener leerstoel
in de wysbegeerte aan de Polytechnische School
te Delft, is door ruim 240 ingeschrevenen
aan die instelling geteekend.
Te Ginneken zal op het aldaar bestaande
Krugersplein, tegenover het hotel Rustoord,
een borstbeeld van Paul Kruger geplaatst
worden.
Op den 27sten April, des namiddags te
12 uren, zal door het voorloopig bestuur der
Stichting Oranje-Nassauoord te 's-Gravenhage
worden aanbesteedhet bouwen van een
sanatorium. Aanwyzing op het terrein zal
plaats hebben Dinsdag 17 April des namid
dag te één uur. Inlichtingen worden gegeven
aan het Bureau van den ingenieur-architect
Roelof Kuipers, Ceintuurbaan 181, Amsterdam.
Het bestek met 12 teekeningen is tegen
betaling van 10 verkrygbaar aan het
bureau van den ingenieur-architect. De
inlevering der biljetten moet plaats hebben
Noordeinde 140 te 's-Gravenhage.
Te 's-Gravenhage is van Brussel aan
gekomen baron De Beek Trüs, zaakgelastigde
van den Koning van Zweden en Noorwegen
by het Nederlandsche Hof.
H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-
Moeder woonden gisteren de godsdienstoefening
by in de Willemskerk onder gehoor van ds.
Cramer.
Naar „Het Vad." verneemt, is in Den
Haag het bericht ontvangen, dat luit. Assel-
berg, militair attaché by het Boerenleger, te
Kaapstad is aangekomen. Hy vergezelde zyn
gewonden collega, luit. Nix, daarheen.
Bg het vernemen van het overlyden van
den commandant-generaal Joubert heeft H. M.
de Koningin een brief van rouwbeklag aan
mevrouw de weduwe Joubert geschreven.
-De intendant van het Huis van H. M.
de Koningin-Moeder verzoekt het volgende
te berichten:
De dames, die gedurende het aanstaand
verbiyf van Hare Majesteiten in de hoofdstad
aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder haar
opwachting wenschen te maken, worden uit-
genoodigd dit verlangen voor den 18den April
a. s. schrifteiyk ter kennis te brengen van
mevrouw de douairière Insinger geboren Van
Loon, Dame du Palais van Hare Majesteit te
Amsterdam.
De heeren, die by Hare Majesteit ter
audiëntie wenschen te worden toegelaten,
worden verzocht zich vóór genoemden datum
schriftelijk te wenden tot jhr. G. J. Van Tets,
te 's Gravenhage, kamerheer van H. M. de
Koningin, dienstdoende by H. M,de Koningin-
Moeder.
Aan belanghebbenden zal tydig worden
bericht, wanneer zy de eer zulten hebben
door Hare Majesteit te worden ontvangen.
De Eerste Kamer wordt overstelpt mot
adressen, verzoekende de Ongevallenwet niet
goed te keuren. Daarnaast is thans een
vlugschrift verschenen van mr. A. J. Driessen,
lid der firma Lippmann Kracht, te 's-Gra
venhage, die tot de conclusie komt, dat het
wetsontwerp niet alleen een centralistisch,
bureaucratisch en autocratisch stelsel ver
tegenwoordigt, maar ook hoogst gebrekkig is
te noemen. Een technische zaak moet z. i.
aan technische eischen getoetst worden en
niet van politieke redenen afhankelyk gesteld
worden.
De industriëelen eischen, dat de verzeke
ring zoo goedkoop mogeiyk gemaakt worde,
en zy zyn overtuigd, dat dit desideratum niet
door den Staat, doch 'slechts door het par
ticulier initiatief zal verkregen worden.
Do schryver verwacht, dat de Eerste Kamer
dit wetsontwerp zal afstemmen, te meer
daar de Tweede Kamer zich voor een niet
gering deel door politieke beweegredenen
heeft laten leiden.
H. M. de Koningin bezocht Zaterdag het
Roomsch-Katholiek Ziekenhuis aan het West-
einde te 's-Gravenhage. H. M. werd rondgeleid
door den geneesheer dr. Mastboom, de moeder
overste en den rector. H. M. gaf bloemen aan
de zieken. In de kapel zongen de zusters Haar
het Dominus Salve toe.
De Voorzitter van de Tweede Kamer
heeft zich heden voor eenige weken naar het
buitenland begeven.
In Den Haag is tot stand gekomen een
Ned. Adelfonds, met het doel aansluiting te
bevorderen van de leden van den Ned. adel
tot bevestiging en versterking van zyn plaats
in de maatschappy en tot steun van zyn
hulpbehoevende leden; daarvoor zal o. a.
een fonds ten bate van de ongehuwde of
in weduwstaat verkeerende hulpbehoevende
vrouwelyke leden van den adel worden op
gericht.
In het bestuur hebben zitting mr. M. W.
baron Du Tour van Bellinchave, voorzitter;
C. W. graaf Van Limburg Stirum, jhr. J. Hora
Siccama van de Harkstede, jhr. D. Rutgers
van Rosenburg en dr. W. C. A. baron Van
Vredenburch.
By de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche
Vereeniging is tot heden ingekomen een
bedrag van f 1,135,759.41 '/s.
Op de eerste audiëntie, die de nieuwbe
noemde Commissaris der Koningin in Zuid-
Holland, mr. J. G. Patyn, Zaterdag verleende,
hebben een aantal burgemeesters in deze pro
vincie hun opwachting gemaakt.
Naai* het „Hbl." verneemt, heeft H. M. de
Koningin-Moeder wederom een blyk van belang
stelling gegeven in de Vereeniging voor
Zeelieden voor elke nationaliteit, door f 300
te storten in de kas voor het Hospitaalschip.
Naar het „Hbl." vernoemt, worden voor
directeur-generaal der My. tot Expl. van
Staatsspoorwegen voorgedragen de heeren:
mr. J. E. Sprenger van Eyk en G. A. A.
Middelberg.
In de „Staatscourant" van 5 Dec. des
vorigen jaars was opgenomen het bericht, dat
de fuselier Cornelis Jansen in Atjeh gesneu
veld was. Zyn vader, wonende te Nymegen,
wendde zich in Maart tot den minister van
kolonién met de klacht, dat hy het over
lyden van zyn zoon eerst uit de dagbladen
te weten gekomen was.
Uit een schryven, namens don minister,
is nu gebleken, dat aan het departement een
telegram den 23sten November was ontvan
gen, waarin de dood werd medegedeeld; dat
dionzelfden dag werd opgemaakt en ter ver
zending afgegeven het navolgende regeerings-
telegram: „Burgemeester Nymegen. Wil
omzichtig mededeelen aan C. Jansen, Vleesch-
houwerstraat 15, fuselier Cornelis Jansen
gesneuveld in Atjeh", en dat, in het vertrou
wen, dat de familieleden van den gesneuvelde
toen bekend zouden zyn met het door hen
geleden verlies, in de „Staatscourant" van 5
December het sneuvelen werd gepubüceerd.
In Februari jl. werd met leedwezen door
mededeelingen van derden by het departe
ment van koloniën ontwaard, dat de ouders
van den gesneuvelde diens dood, niettegen
staande de door dit departement genomen
voorzorg, eerst na de publiceering hebben
vernomen.
Een ter zake vanwege dit departement
ingesteld onderzoek heeft aan het licht ge
bracht, dat het op 23 November opgemaakte
regeeringstelegram wèl de afdeeling „Militaire
Zaken" heeft verlaten, doch door nalatigheid
te 's-Gravenhage zyn bestemming niet heeft
bereikt.
Het gebeurde heeft aanleiding gegeven tot
de vaststelling van nieuwe instruction, waar
door een herhaling wordt voorkomen.
Zaterdagmorgen had op de Weesinrichting
te Neerbosch de plechtige begrafenis plaats
van mevr. Yan 't LindenhoutSipman, de
echtgenoote van den directeur.
Het stoffelyk overschot was overgebracht
naar de kapel, waar zich de familie en vrien
den vereenigden met allen, groot en klein,
die in de Weesinrichting thuis behooren. Hier
zong het zangkoor eenige liederen, o. a. een
Graflied van den hoofdonderwyzer, den heer
B. v. d. Schuur, en voerden ds. Mouiyn en
ds. Pynacker Hordyk het woord, terwyi de
heer Joh. Van 't Lindenhout diep bewogen
dank zegde.
Na afloop dezer plechtigheid werd de kist,
waarop fraaie bloemen prykten - o. a. ver
schillende kransen van de weezen - door
het personeel gedragen naar de eigen be
graafplaats van de Weesinrichting, om daar
ter aarde te worden besteld. Aan de geopende
groeve spraken nog de heeren Jacob Yan 't
Lindenhout en Jacobs, de nieuwbenoemde
adjunct-directeur, en zong het zangkoor een
laatston afscheidsgroet.
Uit Nymegen en van elders waren veel
vrienden der stichting opgekomen om mevrouw
Van 't Lindenhout de laatste eer te bewyzen.
- Het stoomschip „Anchises" (Stv.-My.
Nederland), van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 7 April to Port-Said; de „Bundes-
rath", van Hamburg en Antwerpen naar Oost-
Afrika, vertrok 6 April van Lissabon; de
„Koningin-Regentes", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 8 April Gibraltar; de
„Prinses Amalia" van Batavia naar Amster
dam, vertrok 6 April van Padang; de „Solo",
van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 7
April te Port-Said; de „Admiral", van Oost-
Afrika naar Ylissingen en Hamburg, arri
veerde 6 April te Lissabon; do „Amsterdam",
van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde
8 April Lizard; de „Drumelzier" (Holland-
Amerika-iyn), van Amsternam naar Newport
News, passeerdo 8 April Lizard; de „Burge
meester Den Tex", van Batavia naar Amster
dam, arriveerde 8 April te Suez; de „Madura",
van Batavia naar Amsterdam, passeerdo 8
April Dungeness; de Oengaran", van Rotter
dam naar Java, passeerdo 7 April Kaap del
Armi; de „Priam", van Amsterdam on Liver
pool naar Java, arriveerde 6 April te Singa
pore; de „Prinses Sophie", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 8 April te Padang;
de „Rotterdam" vertrok 7 April van Nieuw-
York naar Rotterdam; do „Sindoro" vertrok
7 April van Rotterdam naar Batavia.
Bodegraven. Vrijdagavond heeft de rede-
rykerskamer „H. K. Poot", alhier, baar derde
en laatste uitvoering gegeven in dit seizoen.
In afwyking van den gewonen regel om alleen
voor de kunstlievende leden op te treden,
.was deze uitvoering ook, tegen betaling van
entrée, door veel niet-leden bezocht. 'tWare
te wenschen, dat „Poot" dit meermalen deed;
het is weder gebloken, dat zoovelen graag
eens een uitvoering van de rederykerskamer
bywonen, maar door de hoogo contributio
teruggehouden worden, zich als kunstlievend
lid aan te melden. Do uitvoering mag zeer
goed geslaagd heeten, vooral wat betreft het
opvoeren van het tooneelspel „Thuis gebleven"
en de revue „Borefs Klondyke". Uitbundig
was de by val, dien dit laatste stukje verwierf
van het talryke publiek.
De afdeeling „Bodegraven en Omstreken"
van de Holl. Maatschappij van Landbouw zal
naar de tentoonstelling te Parys inzenden
kazen van verschillend gewicht van de soort,
die de kaashandelaren Franschjes noemen.
Leiderdorp. J. Zwetsloot, tolgaarder aan
den tol op den Hoogmadeschenweg, heeft,
met het oog op zyn hoogen leeftyd, ontslag
aangevraagd.
Naar men met zekerheid verneemt, zal
binnen deze gemeente weder een industriëele
onderneming worden gevestigd.
Door een combinatie is aan de Zyl, naby
Spanjaardsbrug, een groot terrein aangekocht,
ten einde daarop een grofsmèdery, enz. te
stichten.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten: Benoemd tot griffier bij
het kantongerecht te Groningen, mr. W. M. Van
Haaften, thans griffier bij bet kantongerecht te
Sliedrecht.
De eerste luilenant J. A. WesthofF, van het
4de regiment infanterie, in zijn rang overgeplaatst
bij bet regiment grenadiers en jagers.
De met verlof in Europa aanwezige officier van
gezondheid 2de kl. van het leger in Nedevlandsch-
Indiö N. Ypes, ter zake van lichaamsgebreken,
met ingang op 1 Mei, eervol uit den militairen
dienst ontslageD, met toekenning van pensioen.
Min. beschikkingen. De heer H. Van Doornum,
te Amsterdam, met ingang van 16 April, benoemd
tot eersten klerk bij bet Departement van Koloniën
(koloniaal etablissement te Amsterdam); metiDgang
van 1 Juli, benoemd tot tweeden klerk bij zijn
Departement, W. De Boer, te Rijnsbarg.
Met ingang van 1 September, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend aan G. Kam, als amanuensis
aan de Rijks hoogere burgerschool te Alkmaar.
De minister van oorlog verleend a. s. Don- 1
derdag goen audiëntie. 1
Gemengd Nieuwi»
Vrijdagnacht is ingebroken in
de Burgerschool voor meisjes aan de Atjeh-
straat te 's-Gravenhage.
De dief of dieven schynen zich toegang te
hebben verschaft allereerst door overklimming
van oen muur achter het schoolgebouw in den
tuin, en daarna door een privaatraampje in
het gymnastieklokaal. Zy hebben op even
brutale als baldadige wyze huisgehouden en
biykbaar geruimen tyd in de verschillende
lokalen vertoefd. Hot gaslicht bleek aange
stoken te zyn geweest; de gasmeterkraan
was geopend en lucifers werden op den grond
gevonden. Vooral in de bovenlokalen hebben
do inbrekers hun misdadig bedryf uitgeoefend.
Daar worden de kasten geopend en sleutels
weggeworpen; ook enkele sloten verbroken.
Eenige sloutels zyn teruggevonden. Van school-
behoeften wordt tot dusver nog niets vermist.
Wel is alles doorsnuffeldde handwerkdoozen
van de leerlingen werden geopend gevonden
en de inhoud er van, evenals verschillende
andere voorwerpen, over den grond verspreid
alles w9rd Zaterdagochtend in de grootste wan
orde aangetroffen. Daarom is ook op dien dag
in de bovenlokalen (voor de oudere leerlingen)
geen school gehouden. Beneden zyn slechts
in één lokaal sporen van inbraak ontdekt.
In do spreekkamer van het hoofd der school
was een lessenaar opengebroken en daaruit
wordt eenig geld (ongeveer elf gulden) ver
mist, zynde spaarpenningen van schoolgaande
kinderen.
Er is veel schade aangericht door vernieling.
Gistermiddag stortten te 's-Graven
hage op het asphalt in de Veenestraat, waardoor
het Koninklyk rytuig zelden rydt, de paarden
voor hot rytuig, waarin de Koningin en do
Koningin-Moeder waren gezeten. De Vorstinnen
stapten uit en vertoefden tien minuten in
het magazijn der firma Van Leeuwen, terwyi
de paarden op de been geholpen werden.
Daarop reden zy in hetzelfde rytuig terug
naar het paleis onder het gejuich van het
publiek. De wachtmeester van het 2de reg.
SS)
„Een beroerte,** zeide dokter Kleiber en
▼oegde er by:
„Die zal wel met den dood eindigen. Op
zulk een hoogen leeftyd komt iemand zoo'n
zwaren aanval niet weer te boven. Maar
wanneer al hot leven geweken zal zyn, is
niet mot zekerheid te zeggen. In elk geval
kan ik hem de eerste hulp vorleenen. Terwijl
ik by hem ben, kunt gy dokter Caserti halen.
Hy woont in de Kerkstraat No. 21. Maar haast
u, want ik moet, zooals gy weet, weg."
Zoo sprak de dokter terwyl hy met behulp
van myn moeder den zieke in een gemakkelyke
houding legde en zyn kleeren losmaakte.
Ik reeds in de gang, toen myn moeder
my nakwam. Zy liep naar de pomp om water.
„Haast je, en kom niet zonder dokter
terug I" riep zy my toe en ik snelde natuurlyk
zoo haastig ik kon naar de Kerkstraat.
Dokter Caserti was niet thuis, maar werd
elk oogenblik terugverwacht. Ik scheurde een
blad uit myn notitieboek, schreef ons adres
daarop en drukte het dienstmeisje op het
hart, het den dokter dadelyk by zyn terug
komst te geven en hem te verzoeken
onverwyid te komen, daar het een ernstig
geval betrof.
Daarop ging ik heen. Geen rytuig was er
te zien en dus moest ik te voet hettamolyk
1 verre eind afleggen. Door de Damstraat gaande,
zag ik het bordje van een dokter.
Ik belde «an tot Ms aan. Maar ook deze
Men mMl dat
voor dien nacht niet op hem te rekenen viel,
daar hy juist by een ernstige zieke was
geroepen, by een vrouw, die een operatie
moest ondergaan. Ik liep verder. Nat van
zweet kwam ik thuis. Dokter Kleiber had
intusschen den ouden heer ader-gelaten. Win-
kelmann haalde zwaar adem. Hy was nog
steeds blauwrood in het gezicht. Myn moeder
zat geheel ontdaan in een hoek. Kleiber hield
het horloge in de eene hand; met de andere
voelde hy' den pols van den zieke.
„Deze toestand kan nog urenlang duren,"
zeide hy juist toen ik de kamer binnentrad.
Toen hy my bemerkte, wierp hy my' een
vragenden blik toe. Ik las een pynlyk ongeduld
in zyn oogen.
„Welnu?" vroeg hy haastig, toen ik niet
dadelyk iets zeide.
„Dokter Caserti komt dadelijk," zeide ik.
Ik was erg met don man in zyn angst en
bittere onrust begaan. Ik wilde het niet op
my nemen, dat hy don trein miste.
Hy haalde dan ook zeer verruimd adem,
toen hy myn niet geheel juist antwoord hoorde,
gaf my het recept, dat hy tydens myn afwe
zigheid had geschreven, en zeide:
„Aan een herstel valt niet te denken. De
arme man is godeeltelyk verlamd. Zooals ge
zegd, hy kan nog uren, ja dagen lang leven,
maar hulp baat hem, wanneer er geen
wonder gebeurt, niet meer. Laat Caserti dit
recept zien. Uw moeder moet zich nu ook
door hem laten onderzoeken, want, zooals
gy ziet, moet ik over twintig minuten aan
het station zyn.
Zoo sprekend, had Kleiber zyn jas aan
getrokken, hoed, reistaschje en parapluie
genomen, knikte den ouden heer, die daarvan
echter niets vermoedde, vriendelyk-weemoedig
tee, groette needer en my ea verliet de
kamer. Men kon het hem aanzien, welk een
haast hy had om weg te komen.
„Het is dus zeker, dat Caserti spoedig
komt?" vroeg hy op de trap nog eens.
„Geheel zeker," antwoordde ik zeer beslist.
Hy zou ton minste ten opzichte van dit geval
gerust zyn. En hy was gerust.
De dood van oen reeds zoo ouden man kon
hem, den geneesheer, niet byzonder aandoen,
en daar hy al het mogelyk© voor hem had
gedaan en bovendien meende, dat zyn plaats
vervanger reeds onderweg was, had hy by
het verlaten van het huis zeker één gedachte,
nl. zoo spoedig mogelyk het station te
bereiken.
Zyn laatste woord was: „Gy schryft my
natuurlyk. Myn adres is: „Dokter Kleiber
ten huizo van den officier van gezondheid
Tolpen."
Ik beloofde hem te schryven. Hy liep
haastig, by na in een draf, weg. Ik keerde
weer naar de ziekenkamer terug.
„Wanneer de andere dokter nu maar spoedig
komt, ik heb zoo'n angstig gevoel."
Met deze woorden ontving myn moeder my.
Ook ik was niet op myn gemak," ging
Hans Müller verder. „Wanneer Caserti nu
eens niet kwam? Niet bytyds kwam?
Die gedachte mocht ik myn moeder niet
laten merken. Ik troostte haar en wy ver
pleegden den ouden heer volgens Kleiber's
aanwyzingen. Ondertusschen wachtten wy vol
ongeduld op de komst van Caserti. Om negen
uren vyf minuten had Kleiber het huis ver
laten en juist twee uren later stierf de oude
heer. Hy was een oogenblik by bewustzyn
gekomen en trachtte te spreken. Hy heeft
ons bepaald herkend, de sprekende uitdruk
king van zyn oogen beweos dat, en hy heeft
om ook nog iete, dat hy zeker van groot
gewicht vond, willen zeggen. Hy had zyn
tong echter niet meer tot zyn dienst.
„Neemt," meende ik uit de geluiden, die hy
voortbracht, te verstaan, maar wat hy met
dit woord heeft willen te kennen geven,
konden wy niet vatten. Een nieuwe stroom
bloed steeg naar zyn hersenen, daarop vertrok
zyn gelaat en viel zyn hoofd achterover. Zyn
hart had opgehouden te kloppendaarvan
overtuigde ik my. En steeds, steeds wachtten
wy nog op Caserti. Hot werd twee uren in
den morgen. De dokter was er nog niet. Het
lijk was reeds yskoud.
Nu is alles uit; nu zullen wy spoedig
bedelaars zyn. Wie zal my met myn ziek
lichaam nog in dienst nemenEn jouw salaris
is immers niet eens voor jou en vrouw en
kind voldoende. O, had hy niet voor ons
kunnen zorgen! Hy zou daarmee immers
niemand benadeeld hobben Hoe dikwyls
heeft hy my niet gezegd, dat hy geen bloed
verwant meer op de wereld bezat."
Zoo jammerde myn moeder, niet vermoe
dend welke gedachten zy daarmee by my
verwekte.
Snel was het denkbeeld by my opgekomen,
dat volstrekt niet alles behoefde uit te zyn;
dat wy, daar de doode ons niet meer kon
helpen, onszelven moesten helpen.
Wie behoefde te weten, dat de oude heer
dood was? Kleiber wilde immers in geen
geval terugkeeren en slechts hy was te
duchtenAnders betrad toch geen vreemdeling
het huis. En zoo ik myn moeder had kun
nen misleiden hoeveel gemakkelijker kon
ik dan niet voorbygangors misleiden! Een
beetje blanketsel, zyn muts, zyn kamerjapon
en de oude heer kon zich af en toe nog
voor het raam vertoonen. Wij <*&ter, wy
waren: zyiv.erfgenamen.
Langzaam, heel langzaam, stelde ik myn
moeder het plan voor, dat ik met een gloeiend
hoofd had verzonnen.
Hoe ik er haar toe overhaalde, dat te
beschryven, bespaart gy my zeker wel, myn
heer. Wat doet een moeder niet voor haar
kind? De myne offerde haar zuiver geweten,
haar gemoedsrust voor my op, voor my, die
zonder de verzonnen hulp met de mynen te
gronde moest gaan.
Het heeft echter veel moeite gekost om de
arme ziekelyke en dus niet juist veerkrachtige
vrouw voor myn plan te winnen; toen zy
echter besloten was met my te doen, wat ik;
in dien nacht als ons eenig heil beschouwde,
waren er nog slechts een paar woorden
noodig om hot over de wyze van uitvoering
van ons voornemen eens te worden.
Achter in den tuin is een door pynboomea
gevormd rondeau, hetwelk aan alle kanten
»dor het oog verborgen is. Daar begroeven
wy den ouden lieer.
Vroeg in den morgen begaf ik my nog
eens naar dokter Caserti. Ik moest toch weten
waarom hy niet gekomen was of dat hy
mogelyk nog wilde komen.
Dat was niet het geval. Op de trap kwam
my een dienstmeisje tegen, hetzelfde meisje,
hetwelk ik den vorigen avond het adres gaf.
Zy ontstelde, toen z(j my zag, en strekto
vervolgens smeekend de handon naar my uit.
„Om 's Hemelswil, ga niet naar boven,
mynheer, maak ray niet ongelukkig," fluis
terde zy my bleek van angst toe en tastte
daarbij in den zak van haar japon.
Ik wist oogenblikkeiyk wat er gebeurd of
liever, wat er niet gebeurd was.
(Wordt vervolgd