N#. 12298 Maandag 26 Maart. A0. 1900 $eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. iM Zuiü-il'rikaaosche Vereeaigiog. Leiden, 26 Maart. ^■""©uiileton. OM ZIJN GILD. LEIDSCH PBIJS DZEBB COUBAHT» Voor Ldixa per S maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommors PRIJS DER ADVERTENTESBTl Van 1*^6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte Voor het tacasseeren buftoa do et ad wordt 0.05 berekend; Afdeeling Leiden en Omstreken. Ontvangen by den waarnemenden Penning meester: Van dr. H. Hess te Neurenberg 10. Door bemiddeling van hot Leidsch Dagblad: Van oen Transvaalavond met licht beelden, enz. van de gemeente Lei- muiden, van een collecte ƒ11, op brengst entrée's 12.25 te zamen f 23.25 Batig saldo van de uitvoering der Chr. Zang vereen. n Halleluja", te Oegstgeest7.64* Uit „De Gouden Kroon", Paarden- steeg 11, van een gezelligen avond, dato 17 Maart 19006.11 Woensdag-avond gecollecteerd in een gezelschap, grootondeels uit „ver huizers" bestaandet 3.62* Gecollecteerd op een verjaarpartytje teKatwyk1.67 Van oen gezellig avondje by H. Of. L., te Katwijk-aan-Zee 0 1.50 Verloren by een weddenschap met langen Jacques0.10 By dragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Bembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Ter vervulling der vacature van 3de onderwyzeres aan de openbare school der 4de klasse No. 2, ontstaan door de benoeming van mej. Zindel tot onderwyzeres aan de Meisjesschool 1ste klasse, is de volgende voordracht opgemaakt: lo. mej. Jette Van der Laan, adspirant-onderwyzeres aan de school 3de klasse, No. 2; 2o. mej. Marie C. Van Campen, adspirant-onderwyzeres aan de Leer school; en 3o. mej. Eliz. Van der Brug, adspirant-onderwyzeres aan de school 4de klasse, No. 1. Ter vervulling der vacature van 1ste onder wyzeres aan de Meisjesschool 1ste klasse, ontstaan door het ontslag van mej. J. Vlaan deren, wordt den Raad de volgende voor dracht aangeboden: lo. mej. G. D. M. Van't Haaff, 2o. mej. H. Westdyk en 3o. mej. H. Poelman, allen 2de onderwyzeressen aan dio school. Naar aanleiding van het desbetreffend £Chry ven van den inspecteur van het IJkwezen deelen B. en Ws. mede, dat by hen geen bezwaar bestaat het ykkantoor aan de Lam mermarkt wederom voor den tyd van tien jaren onder de bestaande voorwaarden aan het Ryk te verhuren. Zy geven daarom in overweging te besluiten, het ykkantoor met ingang van 1 September 1901 wederom voor den tyd van 10 jaren aan het Ryk te ver huren tegen den huurprys van 300.per jaar en voorts onder de bestaande voor waarden. Onder mededeeling, dat door adressant niet over twee maanden, maar slechts over één maand schoolgeld betaald is, zonder dat de lessen door zyn zoontje werden gevolgd, aangezien dit op 28 Februari j.l. de school heeft verlaten, goven zy in overweging aan den heer W. H. Van der Nat, thans kunst schilder te Amsterdam, restitutie te verleenen van het over de maand Maart betaalde school geld, ten bedrage van 1.33. Aangezien de perceelen Lage Weidepoort Nos. 1, 2 en 3 B. en Ws. wegens de aan klevende gebreken als schadeiyk voor de openbare gezondheid ter bewoning ongeschikt schynen en die gebreken naar het oordeel van B. en Ws. niet voor verbetering vatbaar zyn, geven zy op grond van art. 7 dor Veror dening op de Onbewoonbaarverklaring, onder overlegging van het proces-verbaal, uitge bracht door de in art. 1 bedoelde commissie, en van de daartegen door den eigenaar ingebrachte bezwaren, in overweging een commissie uit den Raad te benoemen, ten einde de zaak te onderzoeken, omtrent haar bevinding verslag uit te brongen en haar conclusie in een concept-raadsbesluit te for muleeren. Voldoende aan de statuten deelt het bestuur van de vereoniging „De Practische Ambachtsschool" den Raad dezer gemeente mede, dat in de algemeene ledenvergadering, ter vervanging van den heer J. Roem, niet herkiesbaar, het volgende dubbeltal is opge maakt: 1ste C. BoDger, 2do H. E. Van der Heide. De Raad wordt uitgenoodigd uit dit dubbeltal een keuze te doen. Naar aanleiding van adressen van den heer P. J. J. Paling, militair apothekersbe diende, overgeplaatst van Zaandam naar het militair hospitaal alhier, berichten B. en Ws., dat de kinderen van adressant wegens vestiging in deze gemeente eerst sedert 1 Maart jl. de lessen aan de Hoogero Burgerschool voor JoDgens en aan de Meisjesschool 2de klasso hebben bygewoond. Zy geven mitsdien in overweging adressant vry te stellen van de betaling van schoolgeld voor zyn zoon Johannes over de beide eerste kwartalen van den loopenden cursus en voor zyn dochtertje Marie Anne over de maanden Januari en Febr. van dit jaar. Tevens geven zy in overweging gunstig te beschikken op het verzoek van den heer K. L. Van Schouwenburg om terugbetaling van schoolgeld over do maanden Januari en Febr. voor zyn pupil M. F. Lamaison, ten bedrage van f 10, aangezien deze leerlinge wegens vestiging in deze gemeente eerst sedert 1 Maart de lessen aan de Meisjesschool 1ste klasso heeft gevolgd. Verder stellen zg voor aan den heer G. F. Alscho, op zyn verzoek, om gezondheids redenen, op de meest eervolle wyze ontslag te verleenen als: lo. Regent van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis en 2o. Regent van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, onder dankjj betuiging voor de uitnemende diensten, ge durende veel jaren belangloos aan de beide stichtingen bewezen. Tegen de in haar handen gestelde reke ning van de Kamer van Koophandel en Fa brieken, dienst 1899, heeft de commissie van financiën geen bezwaar. Zy stelt daarom voor die rekening goed te keuren: in ontvangst ad 475 in uitgaaf ad ƒ449.27 sluitende met een batig slot van ƒ25.73. Dezelfde commissie heeft ook geen beden kingen tegen den ingedienden staat van af- en overschryving van de Stads-Bank-van- Leening, over het dienstjaar 1899, en evenmin tegen den staat van af- en overschrijving van het Gereformeerde Mirme- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, het dienstjaar 1899 betreffende. Ton aanzien van het adres van dr. J. L. Dobberke, houdende verzoek om eervol ont slag als Geneesheer-Directeur van het krank zinnigengesticht „Endegeest" en het daar omtrent uitgebracht advies der Commissie van Beheer bestaat ook by B. en Ws. tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar. Zg geven mitsdien in overweging aan dr. J. L. Dobberke, met ingang van 1 Juni a.s., eervol ontslag te verleenen. By gemeenteraadsbesluit van 4 Januari jl. werd besloten het perceel aan de Breestraat No. 119 aan te koopen, ton einde in hot benedenhuis de Schutterybureelen te vestigen en de bovenverdieping in te richten tot woning van den hoofdinspecteur van politie. Uit den aard der zaak zal het perceel, ten einde aan deze tweeledige bestemming te kunnen beantwoorden, eenige verbouwingen dienen te ondergaan. Zoo zal in het boven huis een keuken moeten worden ingericht, waarmede tevens eenige verbouwing van het nevenliggend vertrek zal moeten gepaard gaan; in het geheele huis zullen gas- en waterleiding moeten worden aangelegd; de bovenwoning zal van het benedenhuis moeten worden afgescheiden, en min of meer belang- rgke herstellingen zullen van een en ander een noodwendig gevolg zijn. De uitgaven, voor dezo verscyiillende werken voreischt, worden door de Commissie van Fabricage geschat op 1200, en zullen kunnen worden gevonden uit den post voor Onvoor ziene Uitgaven, waarop thans nog f 34,732 beschikbaar zyn. Den lsten Mei zal de hoofdinspecteur zyn nieuwe woning kunnen betrekken. Hot komt B. en Ws. biliyk voor, den huurprys daarvan te bepalen op 100 's jaars. Wol zou daarvoor onder normale omstandigheden waarschijniyk een hoogere huur te bedingen zyn, maar nu deze ambtenaar bereid is geheel vrywillig de door hem gekozen woning te verlaten om in het belang van den dienst een andere te betrekken, behoort naar het inzien van B. en Ws. met een eenigszins matige huur genoegen te worden genomen. Om dezelfde reden schynt het hun biliyk aan adressant, die eerst verleden jaar zijn tegenwoordige woning heeft betrokken, een zekere vergoeding te geven voor verhuiskosten. Een bedrag van 150 mag daarvoor voldoende worden geacht en zal eveneens uit de Onvoorziene Uitgaven kunnen wordon ge vonden. Wy ontvingen heden per Fransche mail do Bataviascho bladen van 1 en 2 Maait. Naar aanleiding van een adres van Martin Wolff Co., to Amsterdam, houdende verzoek om vergunning tot het plaatsen en exploiteeren van kiosken op de openbare straat met het doel daarin te verkoopencouranten, reis boeken, zegels, tram- en andere kaarten, kleine schryfbehoeften, enz., alsook voor zoover de gelegenheid aan de kiosken toelaat, het plaatsen van aankondigingen, het aannemen van boodschappen en bestellingen, een en ander op de voorwaarden, geiyk zy de ver gunning te 's-Gravenhage hebben; deelen B. en Ws. den Raad mede, dat by hun college evenmin als by de Commissie van Fabricage tegen de inwilliging van het verzoek bezwaar bestaat. En wat de te heffen recognitie betreft, rekening houdende met hetgeen voor de reeds hier ter stede bestaande drinkkiosken betaald wordt en met het bedrag, dat elders wordt geheven, schynt het B. en Ws. niet onbillyk deze te bepalen op 10 por kiosk per jaar. Zy geven mitsdien in overweging aan adressanten tot wederopzeggens toe ver gunning te verleenen tot het plaatsen van kiosken voor den verkoop van couranten en andere benoodigdheden, voor het plaatsen van aankondigingen en voor het doen van bestel lingen, op de Hoogstraat, de Beestenmarkt, in de Plantage en op het Rapenburg in deze gemeente, de juiste plaats later door B. en Ws. aan te wyzen, tegen betaling van genoemde jaarljjkscho recognitie per kiosk, by vooruitbetaling te voldoen, en met in-acht- neming der door B. en Ws. in het belang der gemeente noodig geachte voorschriften. H.H. M.M. de Koninginnen woonden gisteren te 's-Gravenhage de voormiddag-gods dienstoefening by in do Groote kerk onder het gehoor van ds. Weiter. Ds. L. N. De Jong, predikant der Rom. gemeente te Oude-Wetering, aanvaardt op 1 April a. s. zyn emeritaat. De 1ste luit. E. Franken, van het 8ste reg. inf. te Deventer, heeft eervol ontslag uit den dienst gevraagd. In den ouderdom van 64 jaar overleed in Den Haag de gepens. generaal-majoor der artillerie H. M. Steenberghe. Benoemd is tot gemeente-secretaris te Enschedee de heer C. F. Klaar, commies ter secretarie te Dordrecht, en tot directeur der gasfabriek en drinkwaterleiding, mede te Enschedee, de heer Marcel de Jongh te Amsterdam. Het totaal der thans by de Ned. Zuid- Afrikaanse lie Vereeniging ingeschreven of inge komen giften bedroeg op Zaterdag 24 Maart 1900 ƒ1,110,475.20. Dr. E. Laurillard, te Amsterdam, die gisteren zyn zeventigsten verjaardag vierde, ging den morgen van Zondag voor in de Nieuwe Kerk. Zooals was te verwachten, was een breede schare opgokomen, om den bekenden, geëerden en geliefden predikant, op dezen voor hem zóo gedenk waar digen dag, te hooren. De bijeenkomst werd geopend met het zingen van het 1ste vers van gezang 12, daarna het eerste en zevende vers van psalm 89, waarna de jubilaris den kansel betrad. De heer Laurillard sprak naar aanleiding van psalm 143 vers 5: „Ik gedenk al de dagen van ouds, Ik overleg al uw daden, Ik spreek by mij zeiven van de werken uwer handen." Tot slot van de byeenkomst werd gezongon gezang 16 vers 1, 6 en 10. Hiermede was de plechtigheid afgeloopen; doch nog wachtte den jubilaris een blyk van hulde, want, alvorens het bedehuis te ver laten, zong de gemeente staande het laatste vers van psalm 134: „Dat 'sHebren zegen op u daal". Diep bewogen dankte de heer Laurillard voor dit bewys van sympathie en waardeering. In den loop van den dag stroomde het ten huize van den heer Laurillard gelukwenschen; kaartjes, brieven en telegrammen legio. En velen kwamen hem persooniyk de hand drukken. Ook tal van bloemgeschenken en andere stoffelyke blyken van waardeering werden hem aangeboden. De vele vereonigingen, in wier bestuur do heer Laurillard zitting heeft, lieten zich evenmin onbetuigd. Er had zich een commissie gevormd uit de heeren Baumhauer, Centen, Rendorp, C. v. Tienhoven, ds. Schuller tot Peursum, dr. Ritter, I. A. Voltman en het Ned.-Herv. Kerkgenootschap. Deze commissie kwam den geachten predikant gistermiddag complimenteeren en bood hem namens tal van vrienden en ver eerders in den lande, ook uit Leiden, een fraai geschenk aan met een album, behelzende de namen dergenen, die daartoe hadden bygedragen. Namens die allen werd het woord gevoerd door dr. P. H. Ritter. Vervolgens kwameneen commissie uit de „Sophia-Vereeniging tot bescherming van dieren", waarvan de heer Laurillard eere voorzitter is, een deputatie uit het „Genoot schap tot zedeiyke verbetering van gevan genen", waarvan hy secretaris is, en vertegen woordigers van andere vereenigingen. Maar geen bewys van sympathie zal den heer Laurillard zeker liever zyn geweest d3n dat, hem namens leerlingen van de Vereeni ging Nederlandsch Mettray, by monde van den directeur, den heer Adelink, vereerd, een geschenk, door de leerlingen zeif vervaardigd. De dag van gisteren zal voor don heer Laurillard en zyn familie onvergetelyk blyven. Eerst Vry dagochtend tegen 11 uren werd aan den heer Van Kerkwyk door zyn ge neesheer toestomming verleend zich naar de vergadering van do Tweede Kamer te be geven. Zyn mede afgevaardigde en vriend, de heer Goekoop, leiddo den heer Van Kerkwyk in oen rytuig naar het vergaderlokaal en bracht hem van daar weer na afloop der zitting naar zijn woning terug. Groot was de belangstelling, die de heer Van Kerkwyk van staatslieden, regeenngs- personen, vrionden en bekenden ontving met den vooruitgang van zyn gezondheidstoestand. Biyft deze zooals nu, dan hoopt deze veteraan onder de Kamerleden- ook by do eindstemming over de leerplicht-wet weer op zyn post in do Kamer te zyn. Te 's-Gravenhage is bericht ontvangen van het plotseling overlyden, te Londen, van ridder J. A. Do Souza Correa, buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister van Brazilië by de Hoven van Engeland en Nederland. Hy was eerst sedert 6 September van hot vorige jaar ook bij ons Hof geaccre diteerd. Hare Majesteiten de Koninginnen woon den Zaterdagavond een gedeelte by van do opvoering van „TAfricaine" door het Fransche opera:gezel8chap te 's-Gravenhago, mot mede werking van den Italiaanechen bariton Lunardi. H. H. M. M. verschonen to kwartier vóór negeneü, kort vóór den aanvang van het 2de bedryf, in de Koninklijko loge en verlieten don schouwburg omstreeks halfelf. Het woonhuis van den Oostenryksch Hongaarschon gezant in het Lange Voorhout, te 's-Gravenhage, dat met 1 Mei a. s. door annkoop eigendom wordt van „Pulchri Studio", behoeft corst tegen 1 Augustus d. a. v. door den heer Ocolycsanyi verlaten te worden, daar het genootschap vóór dien datum nog geen gebruik van het perceel zal maken. Aan de algemeene vergadering van aan deelhouders der Zuid-Hollandsche Bloernbollen- kwookory en „Export-Mij." zal wordon voor gesteld, het dividend over 1899 te bepalen op 6 pCt. Do termyn, waarvoor inzendingon van vee uit Nederland ter tentoonstelling te Parys aangenomen worden, is verlengd tot uiterlijk 15 April a. s. Te Amsterdam is overleden de heer W. Van Hasselt, directeur van de Koninklyke raketvaart. De beer Van Hasselt begon zyn loopbaan als zee-officier en diende met onderscheiding, zeer gezien by superieuren en kamoradon. Nadat de Koninklyke Paketvaart-Maat- schappy in 1888 was opgericht, nam do heer Van Hasselt de uitnoodiging van het bestuur aan om op te treden als administrateur in Nederland, terwyi de heer Op Ten Noort naar Indië zou gaan om daar de zaak te-organiseeren. Hy heeft die betrokking tot aan zyn dood vervuld. In den leeftyd van slechts 43 jaar is te Parys overleden de heer H. A. Loder, vroeger chef der Atjeh-Associatie te Kotta Radja. 6) En deze had juist nu weereen zyn er boden hierheen gezonden, en reeds meermalen waren die hier geweest. Vrouw Müller had immers gezegd, dat zij Diot voor het eorst zulk een aanval had gebadl Hoe zou deze rfian, die altyd zulk een angst voor den dood had gehad, daarvan niet diep getroffen zyn? Hy was hot dan ook en zyn ontsteltenis had zooveel overeenkomst met ontstemdheid, dat vrouw Müiler, de gemoeds beweging van haar meester verkeerd uitleg gend, pynlyk getroffen achterbleef. „Hy is toch niets anders dan een oude egoïst," zeide zy vol bitterheid tot zichzelve. „Hy betaalt wel goed, maar hy verlangt er ook veel voor; hy is wel byna altyd vriendeiyk, maar moet men zich daarvoor niet geheel aan hem onderwerpen, elk zyner eigenaardigheden ontzien"? Myn onwel-zyn treft hem immers ook alleen zoo ter wille van hemzelven, want kan ik niet meer alleen voor hem zorgen, dan moet hy zich toch ten laatste aan vreemde gezichten gewennen. En dat zou hy vreeseiyk vindendaarom zyn zorg voor mij, ja, daarom alleen maakt hy zich ongerust." Een schamper lachje speelde om de lippen van de huishoudster en zy begaf zich weer, ofschoon zy zich nog steeds niet goöd ge voelde, aan haar werk. „Hy zal, evenals anders, zyn middagmaal hebben," zeide vrouw Müller hoonend, en zy pookte met zulk een geweld het vuur op, dat het hoog opvlamde. „Ik wil hem zoo lang mogeiyk dienen; hy zal geen reden hebben, om over my ontevreden te zyn, zoolang ik my nog verroeren kan; myn krachten heb ik immers aan hem verkocht I O, Hans, ik moet het immers reeds om uwentwil uithouden, want ik kan je toch nu, nu gy myn onder steuning van noode hebt, niet verlaten 1" Zuchtend hield zy op en begon met het bereiden der spyzen. Maar haar gedachten hielden zich nog steeds met het gedrag van haar meester bozig. Steeds meer en meer werkte zy zich in een bitterheid, waartoe zy zich volkomen gerechtigd hield. „Heb ik hem niet zeventien jaar trouw gediond? Heeft hy niet dikwyis gezegd, dat hy Hans qn my als bloedverwanten beschouwde? En toch verroert hy geen vinger om onze toekomst to verzekeren! En hy zou daarmee immers niemand benadeelen! Hy heeft toch geen mensch op de wereld, die eenige aan spraak op zyn vermogen zou kunnen maken. Maar neen, uit louter lafheid maakt hy geen testament, waarin hy ons in elk geval zou bedenken. Hy wil eeuwig leven, die oude gek, en is nu nog, terwyi een ander er op zyn leeftyd naar zou verlangen, doodbang om te sterven." Zy lachte schamper. Voor een paar dagen was de naaste buurman, een oude, werkzame tuinier, gestorven en veel menschen hadden hem toen de laatste eer bewezen. Ook was er muziek geweest, die onbeschryfiyk treurige, zenuwprikkelende muziek, welke by al het verdriet van hen, die by een pas gesloten graf staan, nog een nieuwe kwelling voegt en die toch byna ieder dapper verdraagt. Eén echter, één was daarvoor by de begrafenis van den tuinman gevlucht en die één was de heer Winkelmann. Toen de eerste tonen van de treurmuziek weerklonken, was hy juist geheel achter in zyn tuin geweest. Plotseling zag do huis houdster hem met byna komische haast op het huis toesnellen en reeds van verre riep hy haar toornig toe: „Hadt gij my dat niet kunnen zeggen? Was het u niet de moeite waard, my dit te besparen Daarop strompelde hy het huis binnen, waar hy spoedig rustiger werd, want zij had reeds alle ramen gesloten, opdat maar geen geluid van buiten naar binnen kon doordringen. Toen zy achter hem zyn kamer binnen trad en zich verontschuldigde en opmerkte, dat zy er geen vermoeden van had gehad, dat hy zich op dat oogenblik in den tuin bevond, en juist om hem te ontzien niets van het sterfgeval had verteld, werd hy bedaarder en liet zich spoedig volkomen door haar kalmeerend gebabbel met het ontzettende dat ten minste andere menschen sterven verzoenen. Aan die scène moest vrouw Müller nu denken en zooals zy toen heimeiyk over deze eigenaardige zwakheid van haar meester had geglimlacht moest zy er nu vol bitter heid luid over lachen. O, die belacheiyke zwakheid kon haar zeer duur te staan komen! De onzinnige menschenschuwheid kostte haar haar gezondheid, want zy kon zichzelve immers nooit ontzien, wyi hy haar niet toestond een helpster te nemen, en zyn onzinnige angst voor den dood benam haar en den haren de kans op een ten minste gedeeltelijk verzekerde toekomst, want de oude heer kon tot geen beschikkingen met betrekking tot zijn overlijden komen. In een hoogst verdrietige stemming bereidde vrouw Müller het maal en toen zy het tot verwondering en geenszins onaangename ver rassing van den ouden heer opdroeg, was-zy degeen, die er het minst van genoot. Zy was gewoon, daar hy het om de be diening reeds veel jaren zoo wenschte, steeds met hem aan één tafel te eten. Dat was natuurlyk ook nu het geval en wyl zy reeds uit het humeur was, deed het haar nu bijzonder onaangenaam aan, dat hy haar steeds tot toetasten noodigde. „Als een huisdier, welks kracht hy nood» zakelyk voor zich noodig heeft, voedert hy my rykeiyk en goed," dacht zy en de beten wilden haar niet door de keel. Om van de angstig onderzoekende blikken van den ouden man af to komen en om zyn opmerkzaamheid van haar af te leiden en ook wel om hem, die haar afkeer nu zoo opwekte, te ergeren, begon zy over de groote verande ringen te sproken, die spoedig in de omgeving van zyn huis zouden plaats grypen. Zoo zy hem werkelyk had willen ergeren, dan was haar doel bereikt; want nu vestigde zy zyn gedachten op de groote onrust, die eerstdaags en wel voor langen tyd in hun bujyt zou heerschen. Een bouwspeculant was namelyk op het, op zichzelf zeer goede, maar voor den heer Winkelmann bijzonder onaangename donkbeeld gekomen, in het afgeloopon voorjaar allen tuingrond rondom het eigendom van den heer Winkelmann op te koopen, om daarop een nieuwe stadswyk te doen verryzen. Nu de herfst was aangebroken en de tuinen byna leeg waren, begonnen hun voormalige eigenaars aanstalten tot vertrekken te maken. Ook den ouden heer had die bouwspeculant voorgesteld, hem zyn eigendom voor een goede som over te doen. De heer Winkelmann had hem echter kortweg en voorgoed afgewezen, en dat was zeer natuurlyk. Wat was den ouden man aan een paar duizend gulden winst gelegen, welke hy by deze zaak had kunnen maken? Het was hem om een stil, behaaglijk hoekje te doen, waarin hy niets van de wereld bemerkte en geen ander gezicht om zich heen behoefde to zien dan dat van zijn goede, trouwe huishoudster. Ja, dat was vrouw Müller, was het zelfs nu, nu een kleine ongesteldheid en een ietwat gejaagde stemming haar iets van de kalmte hadden ontnomon, welke haar anders eigen was en welke de oude heer zoozeer in haar op prys stelde. Toen hy zyn glaasje rooden wyn had uit gedronken, rolde zij zyn leuningstoel zooals altyd voor hot knetterende haardvuur, hielp hem er in, schoof hem een kussen onder het hoofd en onder de voeten, overhandigde hem de met zorg gestopte pyp en vroeg ver volgens, zooals zy het eiken dag precies om twee uren deed, of hy nog iets ver langde vóór zy de schotels on borden ging. wasschen. „Niets, Josefa, niets," antwoordde hy vriendelijk. „De brief aan den dokter is toch op de post gedaan?" Dat was niet het geval, maar vrouw Müller knikte, want de oude heer mocht zich niet ergeren. Hy knikte haar dan ook goedkeurend toe en zeide, nadat hy een haal aan zyn pyp had gedaan: „Pas nu maar goed op je zelve. Gy moet weer gezond worden. Wat zou ik zonder u doen?" Hy zag het bittere lachje niet, dat zich om haar lippen vertoonde en zich verdiepte, terwyi zy haastig de tafel afnam en de kamer verliet. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1