N#. 12298
Maandag 26 Maart.
A0. 1900
$eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
iM Zuiü-il'rikaaosche Vereeaigiog.
Leiden, 26 Maart.
^■""©uiileton.
OM ZIJN GILD.
LEIDSCH
PBIJS DZEBB COUBAHT»
Voor Ldixa per S maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommors
PRIJS DER ADVERTENTESBTl
Van 1*^6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte Voor het tacasseeren buftoa do et ad
wordt 0.05 berekend;
Afdeeling Leiden en Omstreken.
Ontvangen by den waarnemenden Penning
meester:
Van dr. H. Hess te Neurenberg 10.
Door bemiddeling van hot Leidsch Dagblad:
Van oen Transvaalavond met licht
beelden, enz. van de gemeente Lei-
muiden, van een collecte ƒ11, op
brengst entrée's 12.25 te zamen f 23.25
Batig saldo van de uitvoering der
Chr. Zang vereen. n Halleluja", te
Oegstgeest7.64*
Uit „De Gouden Kroon", Paarden-
steeg 11, van een gezelligen avond,
dato 17 Maart 19006.11
Woensdag-avond gecollecteerd in
een gezelschap, grootondeels uit „ver
huizers" bestaandet 3.62*
Gecollecteerd op een verjaarpartytje
teKatwyk1.67
Van oen gezellig avondje by H.
Of. L., te Katwijk-aan-Zee 0 1.50
Verloren by een weddenschap met
langen Jacques0.10
By dragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Bembrandtstraat 19, of
aan het Bureel van dit Blad.
Ter vervulling der vacature van 3de
onderwyzeres aan de openbare school der
4de klasse No. 2, ontstaan door de benoeming
van mej. Zindel tot onderwyzeres aan de
Meisjesschool 1ste klasse, is de volgende
voordracht opgemaakt: lo. mej. Jette Van
der Laan, adspirant-onderwyzeres aan de school
3de klasse, No. 2; 2o. mej. Marie C. Van
Campen, adspirant-onderwyzeres aan de Leer
school; en 3o. mej. Eliz. Van der Brug,
adspirant-onderwyzeres aan de school 4de
klasse, No. 1.
Ter vervulling der vacature van 1ste onder
wyzeres aan de Meisjesschool 1ste klasse,
ontstaan door het ontslag van mej. J. Vlaan
deren, wordt den Raad de volgende voor
dracht aangeboden: lo. mej. G. D. M. Van't
Haaff, 2o. mej. H. Westdyk en 3o. mej. H.
Poelman, allen 2de onderwyzeressen aan dio
school.
Naar aanleiding van het desbetreffend
£Chry ven van den inspecteur van het IJkwezen
deelen B. en Ws. mede, dat by hen geen
bezwaar bestaat het ykkantoor aan de Lam
mermarkt wederom voor den tyd van tien
jaren onder de bestaande voorwaarden aan
het Ryk te verhuren. Zy geven daarom in
overweging te besluiten, het ykkantoor met
ingang van 1 September 1901 wederom voor
den tyd van 10 jaren aan het Ryk te ver
huren tegen den huurprys van 300.per
jaar en voorts onder de bestaande voor
waarden.
Onder mededeeling, dat door adressant
niet over twee maanden, maar slechts over
één maand schoolgeld betaald is, zonder dat
de lessen door zyn zoontje werden gevolgd,
aangezien dit op 28 Februari j.l. de school
heeft verlaten, goven zy in overweging aan
den heer W. H. Van der Nat, thans kunst
schilder te Amsterdam, restitutie te verleenen
van het over de maand Maart betaalde school
geld, ten bedrage van 1.33.
Aangezien de perceelen Lage Weidepoort
Nos. 1, 2 en 3 B. en Ws. wegens de aan
klevende gebreken als schadeiyk voor de
openbare gezondheid ter bewoning ongeschikt
schynen en die gebreken naar het oordeel
van B. en Ws. niet voor verbetering vatbaar
zyn, geven zy op grond van art. 7 dor Veror
dening op de Onbewoonbaarverklaring, onder
overlegging van het proces-verbaal, uitge
bracht door de in art. 1 bedoelde commissie,
en van de daartegen door den eigenaar
ingebrachte bezwaren, in overweging een
commissie uit den Raad te benoemen, ten
einde de zaak te onderzoeken, omtrent haar
bevinding verslag uit te brongen en haar
conclusie in een concept-raadsbesluit te for
muleeren.
Voldoende aan de statuten deelt het
bestuur van de vereoniging „De Practische
Ambachtsschool" den Raad dezer gemeente
mede, dat in de algemeene ledenvergadering,
ter vervanging van den heer J. Roem, niet
herkiesbaar, het volgende dubbeltal is opge
maakt: 1ste C. BoDger, 2do H. E. Van der
Heide. De Raad wordt uitgenoodigd uit dit
dubbeltal een keuze te doen.
Naar aanleiding van adressen van den
heer P. J. J. Paling, militair apothekersbe
diende, overgeplaatst van Zaandam naar het
militair hospitaal alhier, berichten B. en Ws., dat
de kinderen van adressant wegens vestiging in
deze gemeente eerst sedert 1 Maart jl. de lessen
aan de Hoogero Burgerschool voor JoDgens
en aan de Meisjesschool 2de klasso hebben
bygewoond. Zy geven mitsdien in overweging
adressant vry te stellen van de betaling van
schoolgeld voor zyn zoon Johannes over de
beide eerste kwartalen van den loopenden
cursus en voor zyn dochtertje Marie Anne
over de maanden Januari en Febr. van dit jaar.
Tevens geven zy in overweging gunstig te
beschikken op het verzoek van den heer K.
L. Van Schouwenburg om terugbetaling van
schoolgeld over do maanden Januari en Febr.
voor zyn pupil M. F. Lamaison, ten bedrage
van f 10, aangezien deze leerlinge wegens
vestiging in deze gemeente eerst sedert 1
Maart de lessen aan de Meisjesschool 1ste
klasso heeft gevolgd.
Verder stellen zg voor aan den heer G. F.
Alscho, op zyn verzoek, om gezondheids
redenen, op de meest eervolle wyze ontslag
te verleenen als:
lo. Regent van het Heilige Geest of Arme
Wees- en Kinderhuis en 2o. Regent van het
Oude Mannen- en Vrouwenhuis, onder dankjj
betuiging voor de uitnemende diensten, ge
durende veel jaren belangloos aan de beide
stichtingen bewezen.
Tegen de in haar handen gestelde reke
ning van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken, dienst 1899, heeft de commissie van
financiën geen bezwaar.
Zy stelt daarom voor die rekening goed te
keuren: in ontvangst ad 475 in uitgaaf ad
ƒ449.27 sluitende met een batig slot van ƒ25.73.
Dezelfde commissie heeft ook geen beden
kingen tegen den ingedienden staat van af-
en overschryving van de Stads-Bank-van-
Leening, over het dienstjaar 1899, en evenmin
tegen den staat van af- en overschrijving van
het Gereformeerde Mirme- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis, het dienstjaar 1899
betreffende.
Ton aanzien van het adres van dr. J. L.
Dobberke, houdende verzoek om eervol ont
slag als Geneesheer-Directeur van het krank
zinnigengesticht „Endegeest" en het daar
omtrent uitgebracht advies der Commissie
van Beheer bestaat ook by B. en Ws. tegen
inwilliging van het verzoek geen bezwaar.
Zg geven mitsdien in overweging aan dr.
J. L. Dobberke, met ingang van 1 Juni a.s.,
eervol ontslag te verleenen.
By gemeenteraadsbesluit van 4 Januari
jl. werd besloten het perceel aan de Breestraat
No. 119 aan te koopen, ton einde in hot
benedenhuis de Schutterybureelen te vestigen
en de bovenverdieping in te richten tot
woning van den hoofdinspecteur van politie.
Uit den aard der zaak zal het perceel, ten
einde aan deze tweeledige bestemming te
kunnen beantwoorden, eenige verbouwingen
dienen te ondergaan. Zoo zal in het boven
huis een keuken moeten worden ingericht,
waarmede tevens eenige verbouwing van het
nevenliggend vertrek zal moeten gepaard
gaan; in het geheele huis zullen gas- en
waterleiding moeten worden aangelegd; de
bovenwoning zal van het benedenhuis moeten
worden afgescheiden, en min of meer belang-
rgke herstellingen zullen van een en ander
een noodwendig gevolg zijn.
De uitgaven, voor dezo verscyiillende werken
voreischt, worden door de Commissie van
Fabricage geschat op 1200, en zullen kunnen
worden gevonden uit den post voor Onvoor
ziene Uitgaven, waarop thans nog f 34,732
beschikbaar zyn.
Den lsten Mei zal de hoofdinspecteur zyn
nieuwe woning kunnen betrekken. Hot komt
B. en Ws. biliyk voor, den huurprys daarvan
te bepalen op 100 's jaars. Wol zou daarvoor
onder normale omstandigheden waarschijniyk
een hoogere huur te bedingen zyn, maar nu
deze ambtenaar bereid is geheel vrywillig de
door hem gekozen woning te verlaten om
in het belang van den dienst een andere te
betrekken, behoort naar het inzien van B.
en Ws. met een eenigszins matige huur
genoegen te worden genomen.
Om dezelfde reden schynt het hun biliyk
aan adressant, die eerst verleden jaar zijn
tegenwoordige woning heeft betrokken, een
zekere vergoeding te geven voor verhuiskosten.
Een bedrag van 150 mag daarvoor voldoende
worden geacht en zal eveneens uit de
Onvoorziene Uitgaven kunnen wordon ge
vonden.
Wy ontvingen heden per Fransche mail
do Bataviascho bladen van 1 en 2 Maait.
Naar aanleiding van een adres van Martin
Wolff Co., to Amsterdam, houdende verzoek
om vergunning tot het plaatsen en exploiteeren
van kiosken op de openbare straat met het
doel daarin te verkoopencouranten, reis
boeken, zegels, tram- en andere kaarten, kleine
schryfbehoeften, enz., alsook voor zoover de
gelegenheid aan de kiosken toelaat, het
plaatsen van aankondigingen, het aannemen
van boodschappen en bestellingen, een en
ander op de voorwaarden, geiyk zy de ver
gunning te 's-Gravenhage hebben; deelen
B. en Ws. den Raad mede, dat by hun college
evenmin als by de Commissie van Fabricage
tegen de inwilliging van het verzoek bezwaar
bestaat.
En wat de te heffen recognitie betreft,
rekening houdende met hetgeen voor de
reeds hier ter stede bestaande drinkkiosken
betaald wordt en met het bedrag, dat elders
wordt geheven, schynt het B. en Ws. niet
onbillyk deze te bepalen op 10 por kiosk
per jaar.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressanten tot wederopzeggens toe ver
gunning te verleenen tot het plaatsen van
kiosken voor den verkoop van couranten en
andere benoodigdheden, voor het plaatsen van
aankondigingen en voor het doen van bestel
lingen, op de Hoogstraat, de Beestenmarkt,
in de Plantage en op het Rapenburg in deze
gemeente, de juiste plaats later door B. en
Ws. aan te wyzen, tegen betaling van
genoemde jaarljjkscho recognitie per kiosk,
by vooruitbetaling te voldoen, en met in-acht-
neming der door B. en Ws. in het belang der
gemeente noodig geachte voorschriften.
H.H. M.M. de Koninginnen woonden
gisteren te 's-Gravenhage de voormiddag-gods
dienstoefening by in do Groote kerk onder
het gehoor van ds. Weiter.
Ds. L. N. De Jong, predikant der Rom.
gemeente te Oude-Wetering, aanvaardt op
1 April a. s. zyn emeritaat.
De 1ste luit. E. Franken, van het 8ste
reg. inf. te Deventer, heeft eervol ontslag uit
den dienst gevraagd.
In den ouderdom van 64 jaar overleed
in Den Haag de gepens. generaal-majoor der
artillerie H. M. Steenberghe.
Benoemd is tot gemeente-secretaris te
Enschedee de heer C. F. Klaar, commies ter
secretarie te Dordrecht, en tot directeur der
gasfabriek en drinkwaterleiding, mede te
Enschedee, de heer Marcel de Jongh te
Amsterdam.
Het totaal der thans by de Ned. Zuid-
Afrikaanse lie Vereeniging ingeschreven of inge
komen giften bedroeg op Zaterdag 24 Maart
1900 ƒ1,110,475.20.
Dr. E. Laurillard, te Amsterdam, die
gisteren zyn zeventigsten verjaardag vierde,
ging den morgen van Zondag voor in de
Nieuwe Kerk.
Zooals was te verwachten, was een breede
schare opgokomen, om den bekenden, geëerden
en geliefden predikant, op dezen voor hem
zóo gedenk waar digen dag, te hooren.
De bijeenkomst werd geopend met het
zingen van het 1ste vers van gezang 12,
daarna het eerste en zevende vers van
psalm 89, waarna de jubilaris den kansel
betrad.
De heer Laurillard sprak naar aanleiding
van psalm 143 vers 5: „Ik gedenk al de
dagen van ouds, Ik overleg al uw daden,
Ik spreek by mij zeiven van de werken uwer
handen." Tot slot van de byeenkomst werd
gezongon gezang 16 vers 1, 6 en 10.
Hiermede was de plechtigheid afgeloopen;
doch nog wachtte den jubilaris een blyk van
hulde, want, alvorens het bedehuis te ver
laten, zong de gemeente staande het laatste
vers van psalm 134: „Dat 'sHebren zegen
op u daal".
Diep bewogen dankte de heer Laurillard
voor dit bewys van sympathie en waardeering.
In den loop van den dag stroomde het ten
huize van den heer Laurillard gelukwenschen;
kaartjes, brieven en telegrammen legio. En
velen kwamen hem persooniyk de hand
drukken. Ook tal van bloemgeschenken en
andere stoffelyke blyken van waardeering
werden hem aangeboden.
De vele vereonigingen, in wier bestuur do
heer Laurillard zitting heeft, lieten zich
evenmin onbetuigd.
Er had zich een commissie gevormd uit
de heeren Baumhauer, Centen, Rendorp,
C. v. Tienhoven, ds. Schuller tot Peursum,
dr. Ritter, I. A. Voltman en het Ned.-Herv.
Kerkgenootschap.
Deze commissie kwam den geachten
predikant gistermiddag complimenteeren en
bood hem namens tal van vrienden en ver
eerders in den lande, ook uit Leiden, een
fraai geschenk aan met een album, behelzende
de namen dergenen, die daartoe hadden
bygedragen. Namens die allen werd het woord
gevoerd door dr. P. H. Ritter.
Vervolgens kwameneen commissie uit
de „Sophia-Vereeniging tot bescherming van
dieren", waarvan de heer Laurillard eere
voorzitter is, een deputatie uit het „Genoot
schap tot zedeiyke verbetering van gevan
genen", waarvan hy secretaris is, en vertegen
woordigers van andere vereenigingen.
Maar geen bewys van sympathie zal den
heer Laurillard zeker liever zyn geweest d3n
dat, hem namens leerlingen van de Vereeni
ging Nederlandsch Mettray, by monde van den
directeur, den heer Adelink, vereerd, een
geschenk, door de leerlingen zeif vervaardigd.
De dag van gisteren zal voor don heer
Laurillard en zyn familie onvergetelyk blyven.
Eerst Vry dagochtend tegen 11 uren werd
aan den heer Van Kerkwyk door zyn ge
neesheer toestomming verleend zich naar de
vergadering van do Tweede Kamer te be
geven. Zyn mede afgevaardigde en vriend, de
heer Goekoop, leiddo den heer Van Kerkwyk
in oen rytuig naar het vergaderlokaal en
bracht hem van daar weer na afloop der
zitting naar zijn woning terug.
Groot was de belangstelling, die de heer
Van Kerkwyk van staatslieden, regeenngs-
personen, vrionden en bekenden ontving met
den vooruitgang van zyn gezondheidstoestand.
Biyft deze zooals nu, dan hoopt deze
veteraan onder de Kamerleden- ook by do
eindstemming over de leerplicht-wet weer op
zyn post in do Kamer te zyn.
Te 's-Gravenhage is bericht ontvangen
van het plotseling overlyden, te Londen,
van ridder J. A. Do Souza Correa, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister
van Brazilië by de Hoven van Engeland en
Nederland. Hy was eerst sedert 6 September
van hot vorige jaar ook bij ons Hof geaccre
diteerd.
Hare Majesteiten de Koninginnen woon
den Zaterdagavond een gedeelte by van do
opvoering van „TAfricaine" door het Fransche
opera:gezel8chap te 's-Gravenhago, mot mede
werking van den Italiaanechen bariton
Lunardi.
H. H. M. M. verschonen to kwartier vóór
negeneü, kort vóór den aanvang van het 2de
bedryf, in de Koninklijko loge en verlieten
don schouwburg omstreeks halfelf.
Het woonhuis van den Oostenryksch
Hongaarschon gezant in het Lange Voorhout,
te 's-Gravenhage, dat met 1 Mei a. s. door
annkoop eigendom wordt van „Pulchri Studio",
behoeft corst tegen 1 Augustus d. a. v. door
den heer Ocolycsanyi verlaten te worden,
daar het genootschap vóór dien datum nog
geen gebruik van het perceel zal maken.
Aan de algemeene vergadering van aan
deelhouders der Zuid-Hollandsche Bloernbollen-
kwookory en „Export-Mij." zal wordon voor
gesteld, het dividend over 1899 te bepalen
op 6 pCt.
Do termyn, waarvoor inzendingon van
vee uit Nederland ter tentoonstelling te Parys
aangenomen worden, is verlengd tot uiterlijk
15 April a. s.
Te Amsterdam is overleden de heer W.
Van Hasselt, directeur van de Koninklyke
raketvaart.
De beer Van Hasselt begon zyn loopbaan
als zee-officier en diende met onderscheiding,
zeer gezien by superieuren en kamoradon.
Nadat de Koninklyke Paketvaart-Maat-
schappy in 1888 was opgericht, nam do heer
Van Hasselt de uitnoodiging van het bestuur
aan om op te treden als administrateur in
Nederland, terwyi de heer Op Ten Noort naar
Indië zou gaan om daar de zaak te-organiseeren.
Hy heeft die betrokking tot aan zyn dood
vervuld.
In den leeftyd van slechts 43 jaar is te
Parys overleden de heer H. A. Loder, vroeger
chef der Atjeh-Associatie te Kotta Radja.
6)
En deze had juist nu weereen zyn er boden
hierheen gezonden, en reeds meermalen waren
die hier geweest. Vrouw Müller had immers
gezegd, dat zij Diot voor het eorst zulk een
aanval had gebadl
Hoe zou deze rfian, die altyd zulk een angst
voor den dood had gehad, daarvan niet diep
getroffen zyn? Hy was hot dan ook en zyn
ontsteltenis had zooveel overeenkomst met
ontstemdheid, dat vrouw Müiler, de gemoeds
beweging van haar meester verkeerd uitleg
gend, pynlyk getroffen achterbleef.
„Hy is toch niets anders dan een oude
egoïst," zeide zy vol bitterheid tot zichzelve.
„Hy betaalt wel goed, maar hy verlangt er
ook veel voor; hy is wel byna altyd vriendeiyk,
maar moet men zich daarvoor niet geheel aan
hem onderwerpen, elk zyner eigenaardigheden
ontzien"? Myn onwel-zyn treft hem immers
ook alleen zoo ter wille van hemzelven, want
kan ik niet meer alleen voor hem zorgen,
dan moet hy zich toch ten laatste aan vreemde
gezichten gewennen. En dat zou hy vreeseiyk
vindendaarom zyn zorg voor mij, ja, daarom
alleen maakt hy zich ongerust."
Een schamper lachje speelde om de lippen
van de huishoudster en zy begaf zich weer,
ofschoon zy zich nog steeds niet goöd ge
voelde, aan haar werk.
„Hy zal, evenals anders, zyn middagmaal
hebben," zeide vrouw Müller hoonend, en zy
pookte met zulk een geweld het vuur op,
dat het hoog opvlamde. „Ik wil hem zoo lang
mogeiyk dienen; hy zal geen reden hebben,
om over my ontevreden te zyn, zoolang ik
my nog verroeren kan; myn krachten heb ik
immers aan hem verkocht I O, Hans, ik moet
het immers reeds om uwentwil uithouden,
want ik kan je toch nu, nu gy myn onder
steuning van noode hebt, niet verlaten 1"
Zuchtend hield zy op en begon met het
bereiden der spyzen. Maar haar gedachten
hielden zich nog steeds met het gedrag van
haar meester bozig. Steeds meer en meer
werkte zy zich in een bitterheid, waartoe zy
zich volkomen gerechtigd hield.
„Heb ik hem niet zeventien jaar trouw
gediond? Heeft hy niet dikwyis gezegd, dat hy
Hans qn my als bloedverwanten beschouwde?
En toch verroert hy geen vinger om onze
toekomst to verzekeren! En hy zou daarmee
immers niemand benadeelen! Hy heeft toch
geen mensch op de wereld, die eenige aan
spraak op zyn vermogen zou kunnen maken.
Maar neen, uit louter lafheid maakt hy geen
testament, waarin hy ons in elk geval zou
bedenken. Hy wil eeuwig leven, die oude gek,
en is nu nog, terwyi een ander er op zyn
leeftyd naar zou verlangen, doodbang om te
sterven."
Zy lachte schamper. Voor een paar dagen
was de naaste buurman, een oude, werkzame
tuinier, gestorven en veel menschen hadden
hem toen de laatste eer bewezen. Ook was
er muziek geweest, die onbeschryfiyk treurige,
zenuwprikkelende muziek, welke by al het
verdriet van hen, die by een pas gesloten
graf staan, nog een nieuwe kwelling voegt
en die toch byna ieder dapper verdraagt.
Eén echter, één was daarvoor by de
begrafenis van den tuinman gevlucht en die
één was de heer Winkelmann.
Toen de eerste tonen van de treurmuziek
weerklonken, was hy juist geheel achter in
zyn tuin geweest. Plotseling zag do huis
houdster hem met byna komische haast op
het huis toesnellen en reeds van verre riep
hy haar toornig toe:
„Hadt gij my dat niet kunnen zeggen?
Was het u niet de moeite waard, my dit te
besparen
Daarop strompelde hy het huis binnen,
waar hy spoedig rustiger werd, want zij had
reeds alle ramen gesloten, opdat maar geen
geluid van buiten naar binnen kon doordringen.
Toen zy achter hem zyn kamer binnen
trad en zich verontschuldigde en opmerkte,
dat zy er geen vermoeden van had gehad,
dat hy zich op dat oogenblik in den tuin
bevond, en juist om hem te ontzien niets van
het sterfgeval had verteld, werd hy bedaarder
en liet zich spoedig volkomen door haar
kalmeerend gebabbel met het ontzettende
dat ten minste andere menschen sterven
verzoenen.
Aan die scène moest vrouw Müller nu
denken en zooals zy toen heimeiyk over
deze eigenaardige zwakheid van haar meester
had geglimlacht moest zy er nu vol bitter
heid luid over lachen.
O, die belacheiyke zwakheid kon haar zeer
duur te staan komen!
De onzinnige menschenschuwheid kostte
haar haar gezondheid, want zy kon zichzelve
immers nooit ontzien, wyi hy haar niet
toestond een helpster te nemen, en zyn
onzinnige angst voor den dood benam haar
en den haren de kans op een ten minste
gedeeltelijk verzekerde toekomst, want de
oude heer kon tot geen beschikkingen met
betrekking tot zijn overlijden komen.
In een hoogst verdrietige stemming bereidde
vrouw Müller het maal en toen zy het tot
verwondering en geenszins onaangename ver
rassing van den ouden heer opdroeg, was-zy
degeen, die er het minst van genoot.
Zy was gewoon, daar hy het om de be
diening reeds veel jaren zoo wenschte, steeds
met hem aan één tafel te eten. Dat was
natuurlyk ook nu het geval en wyl zy reeds
uit het humeur was, deed het haar nu bijzonder
onaangenaam aan, dat hy haar steeds tot
toetasten noodigde.
„Als een huisdier, welks kracht hy nood»
zakelyk voor zich noodig heeft, voedert hy
my rykeiyk en goed," dacht zy en de beten
wilden haar niet door de keel.
Om van de angstig onderzoekende blikken
van den ouden man af to komen en om zyn
opmerkzaamheid van haar af te leiden en ook
wel om hem, die haar afkeer nu zoo opwekte,
te ergeren, begon zy over de groote verande
ringen te sproken, die spoedig in de omgeving
van zyn huis zouden plaats grypen.
Zoo zy hem werkelyk had willen ergeren,
dan was haar doel bereikt; want nu vestigde
zy zyn gedachten op de groote onrust, die
eerstdaags en wel voor langen tyd in hun
bujyt zou heerschen.
Een bouwspeculant was namelyk op het,
op zichzelf zeer goede, maar voor den heer
Winkelmann bijzonder onaangename donkbeeld
gekomen, in het afgeloopon voorjaar allen
tuingrond rondom het eigendom van den heer
Winkelmann op te koopen, om daarop een
nieuwe stadswyk te doen verryzen.
Nu de herfst was aangebroken en de tuinen
byna leeg waren, begonnen hun voormalige
eigenaars aanstalten tot vertrekken te maken.
Ook den ouden heer had die bouwspeculant
voorgesteld, hem zyn eigendom voor een goede
som over te doen. De heer Winkelmann had
hem echter kortweg en voorgoed afgewezen,
en dat was zeer natuurlyk. Wat was den ouden
man aan een paar duizend gulden winst
gelegen, welke hy by deze zaak had kunnen
maken? Het was hem om een stil, behaaglijk
hoekje te doen, waarin hy niets van de
wereld bemerkte en geen ander gezicht om zich
heen behoefde to zien dan dat van zijn goede,
trouwe huishoudster.
Ja, dat was vrouw Müller, was het zelfs
nu, nu een kleine ongesteldheid en een ietwat
gejaagde stemming haar iets van de kalmte
hadden ontnomon, welke haar anders eigen
was en welke de oude heer zoozeer in haar
op prys stelde.
Toen hy zyn glaasje rooden wyn had uit
gedronken, rolde zij zyn leuningstoel zooals
altyd voor hot knetterende haardvuur, hielp
hem er in, schoof hem een kussen onder het
hoofd en onder de voeten, overhandigde hem
de met zorg gestopte pyp en vroeg ver
volgens, zooals zy het eiken dag precies
om twee uren deed, of hy nog iets ver
langde vóór zy de schotels on borden ging.
wasschen.
„Niets, Josefa, niets," antwoordde hy
vriendelijk. „De brief aan den dokter is toch
op de post gedaan?"
Dat was niet het geval, maar vrouw Müller
knikte, want de oude heer mocht zich niet
ergeren.
Hy knikte haar dan ook goedkeurend toe
en zeide, nadat hy een haal aan zyn pyp
had gedaan:
„Pas nu maar goed op je zelve. Gy moet
weer gezond worden. Wat zou ik zonder
u doen?"
Hy zag het bittere lachje niet, dat zich
om haar lippen vertoonde en zich verdiepte,
terwyi zy haastig de tafel afnam en de
kamer verliet.
Wordt vervolgd.)