Maandag 5 Maart. A*. 1900 $eze gourant wordt dagelijks, met aitzoadering van <Zcn- en feestdagen, uitgegeven* Leiden, 5 Maart. Een gunsteling der Fortuin. fP. 12280 LEIDSCH Ti A HET. A Tl PRIJS DEZER CQURAHT» Voor tdhten pisr 8 maanden; Franco per post Afzonderlijke Nommer» i T ».iU' 1.40. 0.05) PRIJS DER ADVEBTEtmÈZII Fut ts»é rëgêle t DOS. ledore regel meer f 0.17J. <- Grooter^ letters naar plaatsruimte Voor bet incasseoren button de stad ITordt Q.06 berekende Oflloiëele Kennisjoylngeii. Borgemeoeter en Wetboudera der gemeente Leiden brengen ter kennis van de gereobtigden tot het fklezen van leden voor de Kamer v*n Koophandel 'en Fabrieken te Leiden, d&t do herstemming tob benoeming van een lid dier Kamer ter vervulling 'tsd de vacature, ontstaan ten gevolge van het door den heer W. F. Verhty van Wijk genomen ontelag, teal plaste hebben in ccn d-r lokalen van het Raad shuis, alhier, op Dioedag den 6don Maart 1900, dos namiddags van twee tot vier nren. Burgemeeeter en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Bargomeeetor. S3 Febi. 1900. VAN HEYST. 8ecretaris. *- Mejuffrouw B. Van Kampen, hoofd der Nuts-bewaarachool alhier, ls benoemd tot Viioofdonaerwyzeres eener bewaarschool te Haarlem. Voor bet examen in da nuttige hand werken zyn toegelaten de dames: D. L, i Leegstra, A. Godefroy en M. C. Van Kampen, vanLei lenen D. J. Van Velzen, van Oegstgeest. De dames Leegstra en Van Velzen zyn leerlingen van mej. E. C. M. Aeweruonk. f Aanvangende Woensdag 7 dezer, des namiddags te één uur, zal by het vierde regiment infanterie, alhier, examen worden afgenomen voor de hoogere oaderofflciera- graden. Hieraan zal worden deelgenomen 'door: twee adspiranten voor den graad van i adjudant-onderofficier, één adspirant voor sergeant-majoor, zes adspiianten voor ser geant, bestemd om te velde zoo noodig de plaats van een luitenant te vervullen, en drie adspiranten voor scrgeant-onderwyzer. •Tegelykertyd zal aan niet minder dan aan 'tiegun en dertig adspiranten het examen voor sergeant en fourier worden afgenomeD, aan twee adspiranten bet examen voor korporaal >gn aan acht korporaals het theoretisch herexamen voor sergeant. Op het viertal ter beroeping van een predikant by de Gereformeerde Kerk te Over toom komt voor de. J, H. Donoer Jr., te Hieuwdorp. Da. W. Breukelaar, te Halfweg, heeft het 'beroep naar de Gereformeerde Kerk A te Zaandam aangenomen. H.H. M.M. de Koningin en de Koningin- Moeder woonden gistervoormiddag de gods dienstoefening by in de Nieuwe Kerk te *s-Gravenhage onder gehoor van ds. Gerretsen. Da op ruim 87 jarigen leeftyd overleden luit. ter zee 1ste kl. L. J. Van Heioma was een bekwaam zee-officier en eerst kort geleden uit Oost Inoiö teruggekeerd. Hy trad op 17-jarigen leeftyd als adelborst aan het Kon. Instituut te Willemsoord in dienst, werd 2 Aug. 1882 benoemd tot adelborst late kl., 16 Oct. 1884 bevorderd tot luit. ter zee 2de gn 6 April 1895 idem 1ste kl. Hy was crager van het eereteeken van helangryke krijgsverrichtingen en van het onder8cheidingsteeken voor 15-jarigen officiers- dienst. Ebn hoogst begaafd staatsburger, mr. G. Da Vries Az., minister van Staat en Staats raad in buitengewonen dienst, is Zaterdag- Dacht op 82 jarigen leeftyd te 's-Gravenhage overleden. Hy was de formateur van het ministerie, dat van 18721874 aan het bewind is ge weest en waarin o. a. Geertsema en Fransen van de Putte zitting hadden. Zelf nam hy daarin de portefeuille van justitie. Als een der bekwaamste leerlingen van Thorbecke werd by door dezen staatsman voor het ministerschap aanbevolen, terwyi by vóór dien tyd als griffier der Staten van Noord- Holland was werkzaam geweest. Als minister van justitie moest hy de treurige ervaring opdoen, dat zyn met groot talent verdedigde 7de editie van een ontwerp rechterlyke inrich ting na langdurig debat werd verworpen, wat intu88cben niet wegnam, dat onder zyn be stuur zeer druk en met goed gevolg aan het departement van justitie is gearbeid aan de partiöele herziening onzer wetboeken. Na zyn aftreden by den val van bet Kabinet op de kieswetherzieolng werd mr. De Vries reeds in 1875 te Amsterdam gekozeo tot lid der Tweede Kamer ter vervanging van jbr. mr. Van Reenen. In 1877 verkreeg hy een zetel in den Raad van State, waar hy j3ren lang om zyn groote juridischo bekwaamheden en keoBis,in het by sewer van het Waterstaats recht zeer werd gewaardeerd. In 1893 na zyn aftreden verkreeg hy den titel van Staatsraad in buitengewonen dienst en in 1898 werd hy tot minister van Staat benoemd. Aan zyn groote gaven paarde de overledene een byzonderen eenvoud van karakter en manieren, waardoor hy in alle kringen der maatschappy veel vrienden telde. De begrafenis van mr. De Vries heeft Woensdag om elf uren van uit het sterfhuis op „Oud-Eik-eu-Duinen" plaats. Benoemd is tot buitengewoon opzichter by de uitvoering der sluis- en havenwerken te IJmuiden, J. F. H. Pruscken, te Amsterdam. Namens de Generale Synode zyn thans door do classis te 'a-Gravenhago alle Gerefor meerde Kerken in Nederland opgeroepen om een bidstond te houden met het oog op den grooten nood, waarin onze stamgenooten in de beide Zuid-Afrikaaasche Rep u olie ken door den oorlog verkeren. Deze bidstond zd door geheel Nederland, alwaar Geroformeerdo Kerken gevestigd zyn, gehouden woraen op a. e. Woensdagavond te 7 uren. Naar het „Hbl." verneemt, is tot pen ningmeester-administrateur van den Algemee- nen Nederlandschea Wielryders-Bonü benoemd de heer C. A. Sprenger, burgemeester van Kloetinge. Door het personeel der zeemacht werd, gedurende het tydvak van 1 October 1898 tot 1 October 1899, op de voor hen bestemde spaarbankboekjes ingeschreven 154,781.57, terwyi een bedrag van ƒ140,927.68 werd teruggevraagd. Op 1 October 1898 wae belegd in 1102 spaarbankboekjes 108,350.40 en op 1 Oct. 1899 in 1098 spaarbankboekjes 123,204.29. In den ouderdom van 75 jaren is te Hilversum overleden de heer H. Th. Boelen, vroeger lid van de Cargadoorsfirma „De Vries en Go." te Amsterdam en in ruimer kring bekend als schryver en dichter. Hy schreef verscheidene artikelen Iq „De Gids", „De Portefeuille" en andere tydschriften, eenige romans als „Onder de menschen", „Een parelsnoer" enz., die meest verschenen onder den pseudoniem N. Donker, en verschillende tooneelwerken, zoowel oorspronkeiyke als in verzen vertaalde. In 1883 verscheen van den heer Boelen een bundel gedichten „Lachen, lieven, lyden." Ook nadat de heer Boelen te Hilversum was gaan wonen, bleef hy belang stellen in hetgeen op het gebied der letteren en tooneel- speelkunst te Amsterdam voorviel. Bovenal was hy bemind als een vrlendeiyk en humaan mensch. Hr. Ms. pantserdekschip „Zeeland" onder bevel van den kapitein ter zee H. F. Kouwen- berg, is 3 dezer te Willemstad (Curasao) aan gekomen. Da luit. kolonel W. Van Lelyveld, van het 1ste reg. veld-art. te Utrecht, en de kolonel J. E. H. Qanckar, directeur der normaal-schiet school, zullen binnenkort den dienst met pensioen verlaten. NR. Ct.) De voordracht voor gemeente-ontvanger te Zandvoort bestaat uit de heeren F. W. R. Immink, ontvanger te Wateringen; C. C. Numans, ontvanger en ambtenaar ter secre tarie te Rhooo. Het stoomschip „Bromo", van Rotter dam naar Batavia, is 3 Maart Oitavos gepas seerd; de „Madura" vertrok 2 Maart van Tjilatjap naar Am'aterdam; de „Merapl" ver trok 2 Maart van Padang naar Rotterdam; de „Oriel", van Newport News naar Rotter dam, is 3 Maart Scilly gepasseerd; de „Bun- desrath", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 3 Maart van Marseille; de „Prinses Sophie," van Amsterdam naar Bata via, arriveerde 4 Maart ts Southampton; de „Rotterdam" vertrok 3 Maart van Nieuw- York naar Rotterdam; de „Myrmidon" ver trok 28 Febr. van Batavia naar Amsterdam; de „Prins Willem II", van Amsterdam naar Paramaribo, passeerde 3 Maart Ouessant. Noordwyk. Gedurende de afgeloopen maand Februari werden aan het telegraafkantoor alhier behandeld 357 telegrammen, en wel: verzonden 132, ontvangen 124, opgenomen en verder geseind 101. In den loop derzelfdo maand is in de post spaarbank ingelegd 1751.87, tegen een bedrag van ƒ3899.79, dat werd terugbetaald. Het laatst uitgegeven boekje draagt hetnummer805. UuiLshoom. Alhier zal op Woensdag 7 Maart a. s., des voormiddags te 11 uren, oen openbare vergadering van den gemeenteraad worden gehouden. Voorschoten. A. a. Donderdag 8 Maart, 's nam. te 4 uren, zal voor bewoners van den Ryndyk in de gemeenteschool aldaar de gelegenheid bestaan bun kinderen kosteloos te doen inenten. Trouwboekjes of geboorte- bewyzen bebooren te worden medegebracht. Dit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Naasau de districta-commiasaris van Nickerie, C. Van Drimmelen. Toegekend de eere medaille der orde van Oranje- Nassau: in zilver aan den sergeant-opnemerF. W. H. Hartmann (algemeen stamboek No. 29255), en in brons aan den korporaal-opnemer F. B. Blom (algemeen stamboek No. 21610), beiden van het leger in Nederlandsch-Indiö. Benoemd bg het wapen der infanterie, bij het 6de regiment, tot kapitein, de eerste luitenant jhr. L. M. A. Von Schmid, van het regiment grenadiers en jagers; bij het wapen der artillerie, ij den staf van het wapen, tot eerste-luitenant- magazijnmeester, de tweode-luitenant-magazijn- meester F. D. De Witte, werkzaam by de artillerie- magazijnen te Amsterdam; bij het late regiment veld-artillerie, tot eerste luitenant, de tweede luitenant J. C. J. Kempees, van het corps; bij het 2de regiment veld-artillerie, tot eerste luitenant, de tweede luitenant W. N. Bakker, van het corps; bij het 3de regiment vesting-artillerie, tot kapitein, de eerste luitenant T. W. baron Van Bootzelaer, van het 3de regiment veld-artilleriebij het corps pontonniers, tot kapitein, de eerste luitenant P. G. A. Van der Hoff, van het corps. Aan den eerste laiten&nt der infanterie M. J. Doppenberg, thans op non-activiteit, op zijn ver zoek, mot ingang van 15 Mei 1900, een eervol ontslag verleend uit den militairen dienst. Min. beschikkingen. Benoemd tot lid -der bijzondere commissie voor de groep landbouw ter wereldtentoonstelling te Parijs jhr. P. J. J. Repelaer, lid van het hoofdbestuur der üollandsche Maat schappij van Landbouw te Dubbeldam. Ia do Lakenhal. Van al da tentoonstellingen door da Ver- aeniging „de Laeckenhalle" tot stand gebracht, is deze in meer daa één opzicht de belang- rykste. Het leven stroomt steeds sneller en zelfs grootere golven ontglippen in een omzien als verre deining aan het oog. Zoo ia Vincent Van Gogb en zyn werk langzamerhand naar den achtergrond geraakt Op beide weler de aandacht te vestigen, en dan zooais hier, ia voor de jeugaige Vereeoiging een blyvende verdienste. Vóór alles zy gezegd, dat Van Gogh's 8childeryen hier goed tot hun recht komen. Het sterke licht der kunstzaal is voor dit plein air werk, —geschilderd in sterker buiten licht dan ons land heeft,—uitstekend. Alleen zy opgemerkt, dat men de naar de muurzyde geplaatste scbilderyen liever niet dan zóó had moeten exposeeren. Dit werk eischt licht en afstand en thans worden het caricaturen. Ook zy gevraagd waarom aan de „Zonne bloemen" geen betere plaats is gegeven. Van Qogh zelf hechtte aan dit 6cbildery als uiting van jubelende kleurenweelde. Het leven is voor Vincent Van Gogh geen feest geweest; waar by troost bracht aan de ïydenden, leed hy met hen en de kunst, waarin hij troost meende te vinden, werd hem een voortdurende worsteling. Byna elke regel zyner brieven getuigt hiervan, aandoen- ïyke openbaring tevens van een edel karakter. Vreemd en onbeholpen ïykt alt werk, maar men bedenke zich tweemaal alvorens te oor deelen. Want Van Gogh was afkeerig van routine. Er is in zyn werk geen plekje te vinden herinnerend aan sleur. Hy wilde geven wat hy zag, eenvoudig, forsch, buiten allen iQvloed van scholen of stelsels. En met soms byna barbaarsche middelen, heeft hy het onbegrjjpelyk mooie bereikt. In No. 23, „Park", z|jn kleuren tegen elkaar gezet en op een manier, waarvan men griezelt, maar gezien uit het midden der zaal bloeit in heerlyke kleurenpracht een seriugestruik op, wiens jeugdige friachheid in onbegröp*» lyke detailleering wedyvert met den even uit- voerigen, natuurwaren voorgrond. Ga dichter by en alles gelykt een chaos. In No. 4, „Bloeiende Amandeltak", komt Van Gogh, by eigen kleurengloed, de ongekunstelde be valligheid der Japansche kunstenaars naby. En wie heeft het levend wit on rose der bloeiende boomgaarden, als een stroom van ongerept, jong geluk, geschilderd zooala Van Gogb dit deed. Onder het bloeaemwit van een dier boomgaardon (No. 5) flaweelt het teere lentegraa verrukkelijk. Maar zie au dichtby welke kleuren daar tegen elkaar zyn gezet. Kan men een voller, schooner indruk krygen van de weelde van het rype, golvende graan, dan het Landschap (No. 24) dien geeft? En kan het aanspoelend water, het vochtige zand, lucht en ruimte, fijner vertolkt woraen aan in het „Gezicht op de Mlddellandsche Zee" (No. 17). Hoe mooi doet de lucht van bet „Herfstlandschap" (No. 19), met vierkante vegen van weinig opmerkelyke kleur in elkaar gezet. Ja, Van Gogh is een kunstenaar ge weest en wie eenmaal onder de bekoring van zyn werk geraakt, kan er zich niet meer van losmaken. Deze stukken natuur smelten saam met onzo herinneringen aan de natuur zelf. Voor Vincent Van Gogh was ieder schildery een stryden, een worsteling met ao materie, weerbarstig dikwyia en niet te overschryden grens om de volle heerlijkheid der natuur te geven, der natuur die altyd rustig, altijd groot, aan den kunstenaar stools hooger ei8chen stelde. Die worsteling, soma vol heftige uitbar stingen, beeft Vincent Van Gogh's krachten gesloopt, zyn zien beneveld en hem doen komen tot een gekunstelde kleurensymboliek, waarin zyn afgematte geest toch geen be vrediging kon vindon. Helaas, arme Vincent 1 Het leven is voor hem geen feest geweest. v. D. Cremenwd Nieuws. Hendrik Vallentgoed zal dea 15den Maart a. s. 25 jaar op „Zomerzorg" tuinknecht zyn geweest. De heryk voor de in gebruik syndo maten en gewichten van ykplichtigen zal alhier plaats hebben op 6 Maart voor de bewoners van de Aalmarkt van halfnegen tot halfelf, voor die van de Korte en Lange Nieuwstraat van halfelf tot 12 uren, voor aio van de Hooglandscbe Kerkgracht van hal/twee tot 3 uren en voor die van de Bakkerstraat of Pelikaanstraat van 3 tot 4 uren. De arLöider Van T. is by het aansluiten van m&teriéel van trein op het station Rotterdam D. P. tusachen de buffers bekneld geraakt en zoodanig verwond, dat hy tydeos de overbrengiog naar bet Ziekenhuis aldaar is overleden. Zondagavond omotrooks half- tien brak te Rotterdam brand uit op een gemeenschappeiyken zolder van panJ No. 50 aan de Jan-Van Loons-laan ten huize van zekeren M. Bierling. De brand, die zich ernstig Sbolneky ontwaakt, uit zyn gepeins. .Wie, Komierowsky In geen geval I Sla vlug den kleinen veldweg linke in, al ryden wjj daar door ook een eind omt" Kuba deed gelijk hem bevolen was. Na eenige minuten was het rjjtuig in het boech de ontmoeting met Komierowsky waa ver meden. „Ik ben toch niet in een Btemming, om thans een gezellig gesprek met den begun stigden mededinger te voeren," dacht Sboinsky. „Een verwenaebte positie, waarin ik mü bevindl In myn geheele leven heb ik mjj nooit zoo vernederd gevoeld, ofschoon ik bij) moest ztJn, dat ik van myn schulden bevryd kan worden. Welk een hart heelt die Vera, en tochik moet haar gelyk geven: met haar zou ik ongelukkig zyn geworden; ik gevoel niets voor haar. Hoe anders is het, wanneer ik het bekoorlyke gezichtje van Tania Czarnin zie, haar zilverhelder lachen boorl Haar zou ik ieder offer kunnen brengen; met verrukking zou ik de ketenen willen kussen, die zy my aandeed. Kuba, wat voor een dag hebben wy vandaag?" „Donderdag, genadige heer; we hebben van middag pekelvleesch met erwten gegeten." „Donderdag? Horgen blyi ik thuis, maar Zaterdag ryden wy naar Dombrowo. Ge be hoeft niet uit to spannen, Kuba; het zal maar een kort bezoek zyn." „Wat wil de genadige heer nu al weder in Dombrowo?" gromde de koetsier. „Verleden week pas zyn wy daar geweest. De dochter van den graaf ia noch mooi noch ryk, en de scboone jonge bloedverwante, die by hem woont, moet straatarm zyndie past niet voor ons." Intusschen stond Vera aan het venster en keek het voortrollende rijtuig na. Wat was de tyd veranderd, boe geheel anders toch dacht en voelde zy dan een jaar geleden 1 Een menscbenhart ls een eigenaardig ding. Langen tyd bad zy 8boinsky diep en innig liefgehad; hy had er geen vermoeden van; zy was nooit iets voor hem geweest. Om de beurt had hy met de knappe meisjes en vrouwen uit den omtrek gedweept, haar bad hy steeds als een goede kameraad behandeld, wier voortreffeiyke eigenschappen men waar deert. Vera's vriendin, de élégante, wispel turige vrouw van Komierowsky, was door Sboinsky het meest gehuldigd. De scboone, behaagzieke Helenka zag het voor Mn aokere sport aan, den mannen het hoofd op hol te brengen; de hulde van den veranderlyken grondeigenaar van Straezowo bereidde baar een geheel byzonder genoegen; immers, hy trok willoos aan baar zegekar. Komierowsky legde nooit eenig gevoel van jaloersebbeid aan den dag; het scheen byna, alsof by het gaarne zag, dat zyn vrouw in gezelschappen door een zwerm van vereerders omringd was. Wanneer het echtpaar na zulke partyen dan naar huis reed, placht Helenka haar donker hoofdje tegen haar mans schouder te leggen, hem zoete bynaampjes te geven en hem te vertellen, welk een genot het voor haar waa de koDingin van alle feesten te zjjn. „En hoe hiy ik ben, dat ge niet zoo brommerig zyt om my de grap te bederven, kan ik jo niet zeggen, lieve Cesar," voegde zy er gowooniyk by; van een jaloerscben, doldriftigen Othello zou ik ook bepaald niet kunnen houden." Dan drukte Komierowsky de jonge vrouw aan zyn borst, kusto haar vurig en teeder en verzekerde, dat hy haar van ganscher harte het genoegen gunde bewonderd te worden; dat hy geenszins aanleg voor een Othello bad. Toen etierf de verwende vrouw na een korte ziekte. De treurende weduwnaar, diep geschokt door het verlies, trok zich uit de gezelligheid terug en leefde voortaan als een kluizenaar. Vera was na den dood barer vriendin meer malen naar Gors gegaan, om naar Kasimir, het zoontje der overledene, te zien, die zyn moeder zoo vroeg verloren had. In den eersten tyd beantwoordde Komierowsky haar bezoeken zelden, daarna wae hy veelvuldiger en ten laatste byna dagelyks op Zerniky gekomen. Een jaar geleden had by Vera verzocht, de plaats zyner afgestorven gemalin te willen bekleeden. Zy verschrok over het onverwachte aanzoekdat haar vriend allengs- kens in een warmen vereerder was veranderd, had zy niet opgemerkt. Het de bedoeling zjjn trouwe vriendschap te behouden, verzocht zy om een jaar bedenktyd; zy hoopte, dat zy in den loop van dat jaar tot de overtuiging zou komen, dat zy niet voor elkaar pasten. In deze voorwaarde had Komierowsky toe gestemd. Maar wat Vera Diet voorzien had, gebeurdehaar hopelooze neiging voor Sboinsky werd sl zwakker en zwakker, tot ze ten laatste geheel verdween. De ernatige man met de zwaarmoedige oogen, die haar diep en innig liefhad, bad den levenslustigen, over- moedigen jongeling uit heur hart verdrongen. Terwyi Vera het wegrollende rijtuig van Sboinsky nakeek, tuurde zy teveDS naar Komierowsky uit; hy zou vandaag immers komen 1 Het proefjaar was verstreken, het uur der beslissing naakte. In de verte doemde een Uchte stip op, Vera staarde scherper: het was de open, lichte jachtwagen van Komierowsky met de appelkleurige schimmels. Haar hart klopte sneller, een vurige blos overtoog haar gelaat; zy sloot bet venster en ging de kamer in. Haar banden vouwden zich, haar lippen fluisterden: „Almachtige, Gy hebt my meer dan ryk gezegend, en nu schenkt Ge my ook het hoogste geluk op aarde: de liefde van dezen edelen mant" Do deur werd geopend; de verwachte trad de kamer binnen. Hy was van middelbare gestalte, donkerbruin en had een smal, voor naam gesneden gezicht Langzaam schreed hy op Vera toe, greep haar hand, bracht deze aan zyn lippen en kuste ze teeder. „Vees ven harte welkom," zei bet meisje, haar plaats op de canapé weer inoemend, terwijl Komieroweky zich op den stoel neder zette, waarop zooeven Sbolneky gezeten bad. .Eindeiyk ls de door u gestelde proeftyd voorby, Vera. Uyn besluit is hetzelfde ge bleven, myn liefde voor n slechts nog inniger geworden," sprak by met zacht trillende stem, waarin men zyn diepe gemoedsbeweging bespeuren kon. ,Gy kent elke vezel van myn hart; gy weet, wat niemand ooit vermoedde: dat Ik in myn buwelyk door bovenmatige yverzucht, die ik diep in myn hart wegsloot, onnoemelyk veel geleden heb. Zelfs aan myn vrouw verried ik de helsche pijoen niet, die cy me bereidde, wanneer zy zich met een stralend glimlachje alle huldigiogen liet wel gevallen. Zy was schoon en wilde dat telkens, telkens weer hooren, niet alleen van baar echtgenoot. Hyn grootste zwakheid heb ik u bekend, myn overige slechte eigenschappen behoef ik zeker niet op te tellen. Gy zult ze wel opgemerkt hebben. Is het mogelijk, dat ge ondanks al myn gebreken de mijne kunt worden f Het schitterende oogen zag Vera tot hem op. „Ik geloof, dat ik n reeds beminde van het oogenblik af, toen gs tot my zeldet: „Gy »yt de eeoige begeerenswaardlge vrouw, die er voor my bestaat. Zoo ik versmaad word, biyf ik ongehuwd." (Wêrdt «wrsigrij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1