Maandag 5 Maart.
A*. 1900
$eze gourant wordt dagelijks, met aitzoadering
van <Zcn- en feestdagen, uitgegeven*
Leiden, 5 Maart.
Een gunsteling der Fortuin.
fP. 12280
LEIDSCH
Ti A HET. A Tl
PRIJS DEZER CQURAHT»
Voor tdhten pisr 8 maanden;
Franco per post
Afzonderlijke Nommer»
i T ».iU'
1.40.
0.05)
PRIJS DER ADVEBTEtmÈZII
Fut ts»é rëgêle t DOS. ledore regel meer f 0.17J. <- Grooter^
letters naar plaatsruimte Voor bet incasseoren button de stad
ITordt Q.06 berekende
Oflloiëele Kennisjoylngeii.
Borgemeoeter en Wetboudera der gemeente Leiden
brengen ter kennis van de gereobtigden tot het
fklezen van leden voor de Kamer v*n Koophandel
'en Fabrieken te Leiden, d&t do herstemming tob
benoeming van een lid dier Kamer ter vervulling
'tsd de vacature, ontstaan ten gevolge van het door
den heer W. F. Verhty van Wijk genomen ontelag,
teal plaste hebben in ccn d-r lokalen van het Raad
shuis, alhier, op Dioedag den 6don Maart 1900, dos
namiddags van twee tot vier nren.
Burgemeeeter en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WAS, Bargomeeetor.
S3 Febi. 1900. VAN HEYST. 8ecretaris.
*- Mejuffrouw B. Van Kampen, hoofd der
Nuts-bewaarachool alhier, ls benoemd tot
Viioofdonaerwyzeres eener bewaarschool te
Haarlem.
Voor bet examen in da nuttige hand
werken zyn toegelaten de dames: D. L,
i Leegstra, A. Godefroy en M. C. Van Kampen,
vanLei lenen D. J. Van Velzen, van Oegstgeest.
De dames Leegstra en Van Velzen zyn
leerlingen van mej. E. C. M. Aeweruonk.
f Aanvangende Woensdag 7 dezer, des
namiddags te één uur, zal by het vierde
regiment infanterie, alhier, examen worden
afgenomen voor de hoogere oaderofflciera-
graden. Hieraan zal worden deelgenomen
'door: twee adspiranten voor den graad van
i adjudant-onderofficier, één adspirant voor
sergeant-majoor, zes adspiianten voor ser
geant, bestemd om te velde zoo noodig de
plaats van een luitenant te vervullen, en
drie adspiranten voor scrgeant-onderwyzer.
•Tegelykertyd zal aan niet minder dan aan
'tiegun en dertig adspiranten het examen voor
sergeant en fourier worden afgenomeD, aan
twee adspiranten bet examen voor korporaal
>gn aan acht korporaals het theoretisch
herexamen voor sergeant.
Op het viertal ter beroeping van een
predikant by de Gereformeerde Kerk te Over
toom komt voor de. J, H. Donoer Jr., te
Hieuwdorp.
Da. W. Breukelaar, te Halfweg, heeft het
'beroep naar de Gereformeerde Kerk A te
Zaandam aangenomen.
H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-
Moeder woonden gistervoormiddag de gods
dienstoefening by in de Nieuwe Kerk te
*s-Gravenhage onder gehoor van ds. Gerretsen.
Da op ruim 87 jarigen leeftyd overleden
luit. ter zee 1ste kl. L. J. Van Heioma was
een bekwaam zee-officier en eerst kort geleden
uit Oost Inoiö teruggekeerd. Hy trad op
17-jarigen leeftyd als adelborst aan het Kon.
Instituut te Willemsoord in dienst, werd 2
Aug. 1882 benoemd tot adelborst late kl.,
16 Oct. 1884 bevorderd tot luit. ter zee 2de
gn 6 April 1895 idem 1ste kl.
Hy was crager van het eereteeken van
helangryke krijgsverrichtingen en van het
onder8cheidingsteeken voor 15-jarigen officiers-
dienst.
Ebn hoogst begaafd staatsburger, mr. G.
Da Vries Az., minister van Staat en Staats
raad in buitengewonen dienst, is Zaterdag-
Dacht op 82 jarigen leeftyd te 's-Gravenhage
overleden.
Hy was de formateur van het ministerie,
dat van 18721874 aan het bewind is ge
weest en waarin o. a. Geertsema en Fransen
van de Putte zitting hadden. Zelf nam hy
daarin de portefeuille van justitie. Als een
der bekwaamste leerlingen van Thorbecke
werd by door dezen staatsman voor het
ministerschap aanbevolen, terwyi by vóór
dien tyd als griffier der Staten van Noord-
Holland was werkzaam geweest. Als minister
van justitie moest hy de treurige ervaring
opdoen, dat zyn met groot talent verdedigde
7de editie van een ontwerp rechterlyke inrich
ting na langdurig debat werd verworpen, wat
intu88cben niet wegnam, dat onder zyn be
stuur zeer druk en met goed gevolg aan het
departement van justitie is gearbeid aan de
partiöele herziening onzer wetboeken.
Na zyn aftreden by den val van bet Kabinet
op de kieswetherzieolng werd mr. De Vries
reeds in 1875 te Amsterdam gekozeo tot lid
der Tweede Kamer ter vervanging van jbr.
mr. Van Reenen. In 1877 verkreeg hy een
zetel in den Raad van State, waar hy j3ren
lang om zyn groote juridischo bekwaamheden
en keoBis,in het by sewer van het Waterstaats
recht zeer werd gewaardeerd.
In 1893 na zyn aftreden verkreeg hy den
titel van Staatsraad in buitengewonen dienst
en in 1898 werd hy tot minister van Staat
benoemd. Aan zyn groote gaven paarde de
overledene een byzonderen eenvoud van
karakter en manieren, waardoor hy in alle
kringen der maatschappy veel vrienden telde.
De begrafenis van mr. De Vries heeft
Woensdag om elf uren van uit het sterfhuis
op „Oud-Eik-eu-Duinen" plaats.
Benoemd is tot buitengewoon opzichter
by de uitvoering der sluis- en havenwerken
te IJmuiden, J. F. H. Pruscken, te Amsterdam.
Namens de Generale Synode zyn thans
door do classis te 'a-Gravenhago alle Gerefor
meerde Kerken in Nederland opgeroepen om
een bidstond te houden met het oog op den
grooten nood, waarin onze stamgenooten in
de beide Zuid-Afrikaaasche Rep u olie ken door
den oorlog verkeren.
Deze bidstond zd door geheel Nederland,
alwaar Geroformeerdo Kerken gevestigd zyn,
gehouden woraen op a. e. Woensdagavond
te 7 uren.
Naar het „Hbl." verneemt, is tot pen
ningmeester-administrateur van den Algemee-
nen Nederlandschea Wielryders-Bonü benoemd
de heer C. A. Sprenger, burgemeester van
Kloetinge.
Door het personeel der zeemacht werd,
gedurende het tydvak van 1 October 1898 tot 1
October 1899, op de voor hen bestemde
spaarbankboekjes ingeschreven 154,781.57,
terwyi een bedrag van ƒ140,927.68 werd
teruggevraagd.
Op 1 October 1898 wae belegd in 1102
spaarbankboekjes 108,350.40 en op 1 Oct.
1899 in 1098 spaarbankboekjes 123,204.29.
In den ouderdom van 75 jaren is te
Hilversum overleden de heer H. Th. Boelen,
vroeger lid van de Cargadoorsfirma „De Vries
en Go." te Amsterdam en in ruimer kring
bekend als schryver en dichter. Hy schreef
verscheidene artikelen Iq „De Gids", „De
Portefeuille" en andere tydschriften, eenige
romans als „Onder de menschen", „Een
parelsnoer" enz., die meest verschenen onder
den pseudoniem N. Donker, en verschillende
tooneelwerken, zoowel oorspronkeiyke als in
verzen vertaalde. In 1883 verscheen van den
heer Boelen een bundel gedichten „Lachen,
lieven, lyden."
Ook nadat de heer Boelen te Hilversum
was gaan wonen, bleef hy belang stellen in
hetgeen op het gebied der letteren en tooneel-
speelkunst te Amsterdam voorviel. Bovenal
was hy bemind als een vrlendeiyk en humaan
mensch.
Hr. Ms. pantserdekschip „Zeeland" onder
bevel van den kapitein ter zee H. F. Kouwen-
berg, is 3 dezer te Willemstad (Curasao) aan
gekomen.
Da luit. kolonel W. Van Lelyveld, van
het 1ste reg. veld-art. te Utrecht, en de kolonel
J. E. H. Qanckar, directeur der normaal-schiet
school, zullen binnenkort den dienst met
pensioen verlaten. NR. Ct.)
De voordracht voor gemeente-ontvanger
te Zandvoort bestaat uit de heeren F. W.
R. Immink, ontvanger te Wateringen; C. C.
Numans, ontvanger en ambtenaar ter secre
tarie te Rhooo.
Het stoomschip „Bromo", van Rotter
dam naar Batavia, is 3 Maart Oitavos gepas
seerd; de „Madura" vertrok 2 Maart van
Tjilatjap naar Am'aterdam; de „Merapl" ver
trok 2 Maart van Padang naar Rotterdam;
de „Oriel", van Newport News naar Rotter
dam, is 3 Maart Scilly gepasseerd; de „Bun-
desrath", van Oost-Afrika naar Vlissingen en
Hamburg, vertrok 3 Maart van Marseille; de
„Prinses Sophie," van Amsterdam naar Bata
via, arriveerde 4 Maart ts Southampton; de
„Rotterdam" vertrok 3 Maart van Nieuw-
York naar Rotterdam; de „Myrmidon" ver
trok 28 Febr. van Batavia naar Amsterdam;
de „Prins Willem II", van Amsterdam naar
Paramaribo, passeerde 3 Maart Ouessant.
Noordwyk. Gedurende de afgeloopen maand
Februari werden aan het telegraafkantoor
alhier behandeld 357 telegrammen, en wel:
verzonden 132, ontvangen 124, opgenomen
en verder geseind 101.
In den loop derzelfdo maand is in de post
spaarbank ingelegd 1751.87, tegen een bedrag
van ƒ3899.79, dat werd terugbetaald. Het
laatst uitgegeven boekje draagt hetnummer805.
UuiLshoom. Alhier zal op Woensdag 7
Maart a. s., des voormiddags te 11 uren, oen
openbare vergadering van den gemeenteraad
worden gehouden.
Voorschoten. A. a. Donderdag 8 Maart,
's nam. te 4 uren, zal voor bewoners van den
Ryndyk in de gemeenteschool aldaar de
gelegenheid bestaan bun kinderen kosteloos
te doen inenten. Trouwboekjes of geboorte-
bewyzen bebooren te worden medegebracht.
Dit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Naasau de districta-commiasaris
van Nickerie, C. Van Drimmelen.
Toegekend de eere medaille der orde van Oranje-
Nassau: in zilver aan den sergeant-opnemerF. W.
H. Hartmann (algemeen stamboek No. 29255), en
in brons aan den korporaal-opnemer F. B. Blom
(algemeen stamboek No. 21610), beiden van het
leger in Nederlandsch-Indiö.
Benoemd bg het wapen der infanterie, bij het
6de regiment, tot kapitein, de eerste luitenant
jhr. L. M. A. Von Schmid, van het regiment
grenadiers en jagers; bij het wapen der artillerie,
ij den staf van het wapen, tot eerste-luitenant-
magazijnmeester, de tweode-luitenant-magazijn-
meester F. D. De Witte, werkzaam by de artillerie-
magazijnen te Amsterdam; bij het late regiment
veld-artillerie, tot eerste luitenant, de tweede
luitenant J. C. J. Kempees, van het corps; bij het
2de regiment veld-artillerie, tot eerste luitenant,
de tweede luitenant W. N. Bakker, van het corps;
bij het 3de regiment vesting-artillerie, tot kapitein,
de eerste luitenant T. W. baron Van Bootzelaer,
van het 3de regiment veld-artilleriebij het corps
pontonniers, tot kapitein, de eerste luitenant P.
G. A. Van der Hoff, van het corps.
Aan den eerste laiten&nt der infanterie M. J.
Doppenberg, thans op non-activiteit, op zijn ver
zoek, mot ingang van 15 Mei 1900, een eervol
ontslag verleend uit den militairen dienst.
Min. beschikkingen. Benoemd tot lid -der
bijzondere commissie voor de groep landbouw ter
wereldtentoonstelling te Parijs jhr. P. J. J. Repelaer,
lid van het hoofdbestuur der üollandsche Maat
schappij van Landbouw te Dubbeldam.
Ia do Lakenhal.
Van al da tentoonstellingen door da Ver-
aeniging „de Laeckenhalle" tot stand gebracht,
is deze in meer daa één opzicht de belang-
rykste.
Het leven stroomt steeds sneller en zelfs
grootere golven ontglippen in een omzien
als verre deining aan het oog. Zoo ia Vincent
Van Gogb en zyn werk langzamerhand naar
den achtergrond geraakt Op beide weler de
aandacht te vestigen, en dan zooais hier, ia
voor de jeugaige Vereeoiging een blyvende
verdienste.
Vóór alles zy gezegd, dat Van Gogh's
8childeryen hier goed tot hun recht komen.
Het sterke licht der kunstzaal is voor dit
plein air werk, —geschilderd in sterker buiten
licht dan ons land heeft,—uitstekend. Alleen
zy opgemerkt, dat men de naar de muurzyde
geplaatste scbilderyen liever niet dan zóó had
moeten exposeeren. Dit werk eischt licht en
afstand en thans worden het caricaturen.
Ook zy gevraagd waarom aan de „Zonne
bloemen" geen betere plaats is gegeven. Van
Qogh zelf hechtte aan dit 6cbildery als uiting
van jubelende kleurenweelde.
Het leven is voor Vincent Van Gogh geen
feest geweest; waar by troost bracht aan
de ïydenden, leed hy met hen en de kunst,
waarin hij troost meende te vinden, werd
hem een voortdurende worsteling. Byna elke
regel zyner brieven getuigt hiervan, aandoen-
ïyke openbaring tevens van een edel karakter.
Vreemd en onbeholpen ïykt alt werk, maar
men bedenke zich tweemaal alvorens te oor
deelen. Want Van Gogh was afkeerig van
routine. Er is in zyn werk geen plekje te
vinden herinnerend aan sleur. Hy wilde geven
wat hy zag, eenvoudig, forsch, buiten allen
iQvloed van scholen of stelsels. En met soms
byna barbaarsche middelen, heeft hy het
onbegrjjpelyk mooie bereikt.
In No. 23, „Park", z|jn kleuren tegen elkaar
gezet en op een manier, waarvan men griezelt,
maar gezien uit het midden der zaal bloeit
in heerlyke kleurenpracht een seriugestruik
op, wiens jeugdige friachheid in onbegröp*»
lyke detailleering wedyvert met den even uit-
voerigen, natuurwaren voorgrond. Ga dichter
by en alles gelykt een chaos. In No. 4,
„Bloeiende Amandeltak", komt Van Gogh,
by eigen kleurengloed, de ongekunstelde be
valligheid der Japansche kunstenaars naby.
En wie heeft het levend wit on rose der
bloeiende boomgaarden, als een stroom van
ongerept, jong geluk, geschilderd zooala Van
Gogb dit deed. Onder het bloeaemwit van een
dier boomgaardon (No. 5) flaweelt het teere
lentegraa verrukkelijk. Maar zie au dichtby
welke kleuren daar tegen elkaar zyn gezet.
Kan men een voller, schooner indruk krygen
van de weelde van het rype, golvende graan,
dan het Landschap (No. 24) dien geeft? En kan
het aanspoelend water, het vochtige zand,
lucht en ruimte, fijner vertolkt woraen aan
in het „Gezicht op de Mlddellandsche Zee"
(No. 17). Hoe mooi doet de lucht van bet
„Herfstlandschap" (No. 19), met vierkante
vegen van weinig opmerkelyke kleur in elkaar
gezet. Ja, Van Gogh is een kunstenaar ge
weest en wie eenmaal onder de bekoring van
zyn werk geraakt, kan er zich niet meer
van losmaken. Deze stukken natuur smelten
saam met onzo herinneringen aan de
natuur zelf.
Voor Vincent Van Gogh was ieder schildery
een stryden, een worsteling met ao materie,
weerbarstig dikwyia en niet te overschryden
grens om de volle heerlijkheid der natuur te
geven, der natuur die altyd rustig, altijd
groot, aan den kunstenaar stools hooger
ei8chen stelde.
Die worsteling, soma vol heftige uitbar
stingen, beeft Vincent Van Gogh's krachten
gesloopt, zyn zien beneveld en hem doen
komen tot een gekunstelde kleurensymboliek,
waarin zyn afgematte geest toch geen be
vrediging kon vindon.
Helaas, arme Vincent 1 Het leven is voor
hem geen feest geweest. v. D.
Cremenwd Nieuws.
Hendrik Vallentgoed zal dea
15den Maart a. s. 25 jaar op „Zomerzorg"
tuinknecht zyn geweest.
De heryk voor de in gebruik syndo
maten en gewichten van ykplichtigen zal
alhier plaats hebben op 6 Maart voor de
bewoners van de Aalmarkt van halfnegen tot
halfelf, voor die van de Korte en Lange
Nieuwstraat van halfelf tot 12 uren, voor aio
van de Hooglandscbe Kerkgracht van hal/twee
tot 3 uren en voor die van de Bakkerstraat
of Pelikaanstraat van 3 tot 4 uren.
De arLöider Van T. is by het
aansluiten van m&teriéel van trein op het
station Rotterdam D. P. tusachen de buffers
bekneld geraakt en zoodanig verwond, dat hy
tydeos de overbrengiog naar bet Ziekenhuis
aldaar is overleden.
Zondagavond omotrooks half-
tien brak te Rotterdam brand uit op een
gemeenschappeiyken zolder van panJ No. 50
aan de Jan-Van Loons-laan ten huize van
zekeren M. Bierling. De brand, die zich ernstig
Sbolneky ontwaakt, uit zyn gepeins. .Wie,
Komierowsky In geen geval I Sla vlug den
kleinen veldweg linke in, al ryden wjj daar
door ook een eind omt"
Kuba deed gelijk hem bevolen was. Na
eenige minuten was het rjjtuig in het boech
de ontmoeting met Komierowsky waa ver
meden.
„Ik ben toch niet in een Btemming, om
thans een gezellig gesprek met den begun
stigden mededinger te voeren," dacht Sboinsky.
„Een verwenaebte positie, waarin ik mü
bevindl In myn geheele leven heb ik mjj
nooit zoo vernederd gevoeld, ofschoon ik bij)
moest ztJn, dat ik van myn schulden bevryd
kan worden. Welk een hart heelt die Vera,
en tochik moet haar gelyk geven: met
haar zou ik ongelukkig zyn geworden; ik
gevoel niets voor haar. Hoe anders is het,
wanneer ik het bekoorlyke gezichtje van
Tania Czarnin zie, haar zilverhelder lachen
boorl Haar zou ik ieder offer kunnen brengen;
met verrukking zou ik de ketenen willen
kussen, die zy my aandeed. Kuba, wat voor
een dag hebben wy vandaag?"
„Donderdag, genadige heer; we hebben van
middag pekelvleesch met erwten gegeten."
„Donderdag? Horgen blyi ik thuis, maar
Zaterdag ryden wy naar Dombrowo. Ge be
hoeft niet uit to spannen, Kuba; het zal
maar een kort bezoek zyn."
„Wat wil de genadige heer nu al weder in
Dombrowo?" gromde de koetsier. „Verleden
week pas zyn wy daar geweest. De dochter
van den graaf ia noch mooi noch ryk, en de
scboone jonge bloedverwante, die by hem
woont, moet straatarm zyndie past niet
voor ons."
Intusschen stond Vera aan het venster en
keek het voortrollende rijtuig na. Wat was
de tyd veranderd, boe geheel anders toch
dacht en voelde zy dan een jaar geleden 1
Een menscbenhart ls een eigenaardig ding.
Langen tyd bad zy 8boinsky diep en innig
liefgehad; hy had er geen vermoeden van;
zy was nooit iets voor hem geweest. Om de
beurt had hy met de knappe meisjes en
vrouwen uit den omtrek gedweept, haar bad
hy steeds als een goede kameraad behandeld,
wier voortreffeiyke eigenschappen men waar
deert. Vera's vriendin, de élégante, wispel
turige vrouw van Komierowsky, was door
Sboinsky het meest gehuldigd. De scboone,
behaagzieke Helenka zag het voor Mn aokere
sport aan, den mannen het hoofd op hol te
brengen; de hulde van den veranderlyken
grondeigenaar van Straezowo bereidde baar
een geheel byzonder genoegen; immers, hy
trok willoos aan baar zegekar. Komierowsky
legde nooit eenig gevoel van jaloersebbeid
aan den dag; het scheen byna, alsof by het
gaarne zag, dat zyn vrouw in gezelschappen
door een zwerm van vereerders omringd was.
Wanneer het echtpaar na zulke partyen dan
naar huis reed, placht Helenka haar donker
hoofdje tegen haar mans schouder te leggen,
hem zoete bynaampjes te geven en hem te
vertellen, welk een genot het voor haar waa
de koDingin van alle feesten te zjjn. „En hoe
hiy ik ben, dat ge niet zoo brommerig zyt
om my de grap te bederven, kan ik jo niet
zeggen, lieve Cesar," voegde zy er gowooniyk
by; van een jaloerscben, doldriftigen Othello
zou ik ook bepaald niet kunnen houden."
Dan drukte Komierowsky de jonge vrouw
aan zyn borst, kusto haar vurig en teeder
en verzekerde, dat hy haar van ganscher
harte het genoegen gunde bewonderd te
worden; dat hy geenszins aanleg voor een
Othello bad.
Toen etierf de verwende vrouw na een
korte ziekte. De treurende weduwnaar, diep
geschokt door het verlies, trok zich uit de
gezelligheid terug en leefde voortaan als een
kluizenaar.
Vera was na den dood barer vriendin meer
malen naar Gors gegaan, om naar Kasimir,
het zoontje der overledene, te zien, die zyn
moeder zoo vroeg verloren had. In den
eersten tyd beantwoordde Komierowsky haar
bezoeken zelden, daarna wae hy veelvuldiger
en ten laatste byna dagelyks op Zerniky
gekomen. Een jaar geleden had by Vera
verzocht, de plaats zyner afgestorven gemalin
te willen bekleeden. Zy verschrok over het
onverwachte aanzoekdat haar vriend allengs-
kens in een warmen vereerder was veranderd,
had zy niet opgemerkt. Het de bedoeling zjjn
trouwe vriendschap te behouden, verzocht zy
om een jaar bedenktyd; zy hoopte, dat zy
in den loop van dat jaar tot de overtuiging
zou komen, dat zy niet voor elkaar pasten.
In deze voorwaarde had Komierowsky toe
gestemd. Maar wat Vera Diet voorzien had,
gebeurdehaar hopelooze neiging voor Sboinsky
werd sl zwakker en zwakker, tot ze ten
laatste geheel verdween. De ernatige man
met de zwaarmoedige oogen, die haar diep
en innig liefhad, bad den levenslustigen, over-
moedigen jongeling uit heur hart verdrongen.
Terwyi Vera het wegrollende rijtuig van
Sboinsky nakeek, tuurde zy teveDS naar
Komierowsky uit; hy zou vandaag immers
komen 1 Het proefjaar was verstreken, het
uur der beslissing naakte.
In de verte doemde een Uchte stip op,
Vera staarde scherper: het was de open,
lichte jachtwagen van Komierowsky met de
appelkleurige schimmels. Haar hart klopte
sneller, een vurige blos overtoog haar gelaat;
zy sloot bet venster en ging de kamer in.
Haar banden vouwden zich, haar lippen
fluisterden: „Almachtige, Gy hebt my meer
dan ryk gezegend, en nu schenkt Ge my ook
het hoogste geluk op aarde: de liefde van
dezen edelen mant"
Do deur werd geopend; de verwachte trad
de kamer binnen. Hy was van middelbare
gestalte, donkerbruin en had een smal, voor
naam gesneden gezicht Langzaam schreed
hy op Vera toe, greep haar hand, bracht
deze aan zyn lippen en kuste ze teeder.
„Vees ven harte welkom," zei bet meisje,
haar plaats op de canapé weer inoemend,
terwijl Komieroweky zich op den stoel neder
zette, waarop zooeven Sbolneky gezeten bad.
.Eindeiyk ls de door u gestelde proeftyd
voorby, Vera. Uyn besluit is hetzelfde ge
bleven, myn liefde voor n slechts nog inniger
geworden," sprak by met zacht trillende
stem, waarin men zyn diepe gemoedsbeweging
bespeuren kon. ,Gy kent elke vezel van myn
hart; gy weet, wat niemand ooit vermoedde:
dat Ik in myn buwelyk door bovenmatige
yverzucht, die ik diep in myn hart wegsloot,
onnoemelyk veel geleden heb. Zelfs aan myn
vrouw verried ik de helsche pijoen niet, die
cy me bereidde, wanneer zy zich met een
stralend glimlachje alle huldigiogen liet wel
gevallen. Zy was schoon en wilde dat telkens,
telkens weer hooren, niet alleen van baar
echtgenoot. Hyn grootste zwakheid heb ik u
bekend, myn overige slechte eigenschappen
behoef ik zeker niet op te tellen. Gy zult ze
wel opgemerkt hebben. Is het mogelijk, dat
ge ondanks al myn gebreken de mijne kunt
worden f
Het schitterende oogen zag Vera tot hem
op. „Ik geloof, dat ik n reeds beminde van
het oogenblik af, toen gs tot my zeldet: „Gy
»yt de eeoige begeerenswaardlge vrouw, die
er voor my bestaat. Zoo ik versmaad word,
biyf ik ongehuwd."
(Wêrdt «wrsigrij