N* 12273 Zaterdag 34 Februari. A0. 1900 gouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven* Derde Blad. Vaa 80 over het Oorlogstooneel. Feuilleton. Oorlog en Vrede. «BUS DJ Toot tddol pö 8 maande® s Franco per post* Afzonderiyke Nommer» L.OOnBAHXt c PEUS DEB A_DVEBTEKTIKLTI Tau 1-^6 rógels f l.Oö. teder© regel meer f O.I7|. Qrootore ketters naar plaatsruimte -» Voor het mcasseoren buiten de stad wordt f 0.06 berekend. Offioiëole EeDiüsgeTliigeii) Bargomeeetor en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter kennis van de gereohtigden tot het kiezen van leden voor de Hamer van Koophandel en Fdbriekon te Lelden, dat de herstemming tot benoeming van een lid dier Kamer ter vervulling van de vacature, ontstaan ten gevolge van het door den heer W. F. Yerhey van Wgk genomen ontelag, zal plaats hebben in een dor lokalen van het Baad- huls, alhier, op Dinedag den 6den Maart 1900, des namiddags van twee tot vier nren. Bnrgemoestor cn Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 13 Febr. 1900. YAN HEY8T, Secretaris. MtJn voornemen was aanvankelijk om boven dit schrijven bet woord „bemoediging" te plaatsen, want daaraan hebben waarlijk bijna allen, die met belangstelling de gebeurte nissen in Zuid-Afrika volgen, thans wel be hoefte. 't Is opmerkelijk zoo spoedig de meeoingen Tan het meerendeel dor menschen zich wijzi gen, nu de Engelschen eindelijk eeDig voordeel behalen; een succes, dat van Engelsche zijde op de b(j hen gebruikelijke wijze wordt uit- geechetterd. Laat ons nu eeus kalm nagaan hoe de zaken voor de Boeren in den Oranje-Vrijstaat staan. Cronjd heet dan te zijn omsingeld en zijn lager wordt sedert Maandag 't is nu in- tusschen reeds Zaterdag avond geworden door een overmachtige artiUerie<Ytiur j/eteióferd. HU heeft schuiliag gezocht in de Modder- mler luidt liet beffcht verder en werkt dag en nacht om zijn positie te versterken. Met dat schuiling-zoeken in de Modderrivier zal wel bedoeld worden, dat hU in het dal der rivier zijn manschappen tegen het artillerie-vuur tracht te dekken. De Modder rivier toch is, als bijna alle Afrikaansche rivieren, een plateau-stroom, en het dal van zoo'n rivier hier dooga genaamd biedt heelwat dokking aan zoowel tegen artillerie als tegen geweer-vuur. Indien Cronjó nu zUn lager in de kromming Of de bocht der rivier heeft gekozen, dan zün die voordeelen voor den verdediger nog grooter, en daar bU met het terrein bekend is, twijfelen wU er niet aan of by zal wel zulk een voordeelige bastion-stelling hebben ingenomen. Bovendien geeft de nabijheid der rivier het groote voordeel, dat menschen en paarden niet van drinkwater verstoken zyo, daar, zooals bekend is, het water voor de troepen op de vlakte in daarvoor expmseiyk vervaardigde wagens moet worden aangevoerd. Ik kom nu tot het teisteren door artillerie- vuur en het in-brand-scbieten van een paar wagens, waarvan de vlammen het terrein zoodanig moeten hebben verlicht, dat ze „de kanonniers en ook de infanterie in staat stelden een hevig vuur te openen op het Boerenlager, dat tot diep in den nacht werd Yoortgezet." De uitwerking der Engelsche lyddlet-bommen schijnt, volgens de opgedane ervaring, niet groot te zijn: ze versplinteren te veel en laten alleen een onaangename lucht achter by de explosie, en wat nu het bescheten van die brandende wagens betreft, my dunkt, de Boeren zullen wel van de nachtelyke duisternis hebben gebruik gemaakt om zich uit den omtrek van die wagens te verwyderen en zooveel dosnlyk buiten schot te biyven. Wy deden hetzelfde te Atjeb. Om ia het bivouak gedurende den nacht meer ru6t te kunnen genieten, werden er in de nabyheld groote vuren aangelegd, welke door gestrafte kettinggangers moesten worden onderhouden en op die vlammende houtmijten richtte de vyand den ganschen nacht zyn schoten 1 De vraag is nu: „zou Cronjó zóólang stand houden, als hy niet de overtuigiog had, dat do hulp naby was?" Lord Roberts seint wei, dat hy die hulptroepen in alle richtingen heeft uiteengedreven en zelfs 50 man gevao- gennam, maar we weten nu eeumaal, dat, als de Boeren vandaag uit elkander zyn ge dreven, men hen morgen weer om nu de uitdrukking maar eens te bezigen op z'n dak heeft. Daarenboven is de spooriyn van den Vrijstaat nog geheel in de handen der Boeren en kunnen er dus, zoowel van hot Noorden als van het Zuiden en zelfs ook uit Natal, hulptroepen voor Cronjó worden aan gevoerd. Het weigeren van den wapenstilstand voor 24 uren door de Engelschen altijd in de veronderstelling dat die gevraagd is wijst er ook op, dat ze zich niet al te sterk gevoelen en bevreesd zyn voor het keertn van de krygskans, of- wel, wat nog meer waarschijn- lyk is, voor het oplichten hunner transporten en convooien, die ongetwijfeld langs de com- municatie-iyn Jacobsdal Paardebergdrlft, in lange colonnes heen- en weer-ryden. Ten slotte merk ik op, dat uit de heden morgen ontvangen telegrammen van Boeren- zijde schijnt te blyktn, dat voor de Engelschen alles toch niet zóó rooskleurig is als werd voorgesteld. Het Engelsche volk is nu metterdaad het geen Multatuli van het Hollandsche beweerde „verleugenu" en het is bjjna ondoeniyk om uit dit net van onjuistheden, versneden en voor de groote p-rs klaargemaakte telegrammen, de waarheid te vinden. Indien Cronjó's troep zich echter woef over geven, dan „hoeden afl" voor dio dapperen, welke met het geweer in den aanslag en den vinger aan den trekker tot het uiterste heb ben stand gehouden. De waarheid van het woord van den Romeinschen dichter: „Ccelem non animum mutaat, qui trans mare cur- runt" zy veranderen niet van ziel, die over de zee gaan komt dan schitterend uit. By de Modderrivier zien we een herhaling van den 6tryd onzer vaderen tegen het machtige Spanje en met trots wyzen we op onze nauwe verwantschap met de belden in Zuid-Afrika. Leiden, 24 Fetr. 1900. C. J. L. Gemengd Nieuws. Naar Transvaal, oen reis mot hindernissen. In een ingezonden stuk in de „Doesb. Crt." wordt door iemand het vol gende verhaal gegeven van het wedervaren van het 17-jarige jongmensch uit Velp, dat naar Transvaal wilde, maar te Leiden gear resteerd werd. Het verhaal is opgeteekend uit den mond van zyn moeder, mevr. de wed. Backer van Ommeren, te Yelp. Haar zoon Johan wilde absoluut naar Trans vaal. De moeder stemde eindeiyk toe en gaf hem f 100, waaronder f 60 tot het bespreken van een plaats op do „König" (op dëzo f 60 ontvangt men een bewijs en wor^t'dfTbedrag later van den passagiersprys afgetrokken); er bleef alzoo f 40 over voor reiskosten van Amsterdam naar Leiden om afscheid te nemen Yan eenigo vrienden. Nu trok zyn kleeding uniform was het na tuurlijk nog niet ieders attentie; een vilten uniformhoeJ, aan de eene zyde opstaand, daarop een knoop met het borstbeeld van Paul Kruger, een korte mantel of ryjasje, een lede ren rijbroek en hooge kaplaarzen met sporen. De vorige week waren wjj te Arnhem en toen trok enkel zijn hoed en mantel zooveel attentie, dat honderden hem tegenlachten en sommigen elkander toeriepen, ziedaar een TransvaaFscben boer. Johan had te Leiden in een hotel logies besproken en gaat des avonds daarheen; de politie volgt hem en wil hem arresteeren, het geen door den hotelhouder niet wordt toege staan, aangezien hy logies besproken heeft. Deze zeide: „morgen kuht ge tereebt." Den volgenden morgen komt de politie terug, legt de hand op hem en zegt: Jongeheer, wil U met mi) meegaan? O, ja! met alle plezier. Op het politiebureelHoe is je naam? Johan Backer van Ommeren. Waar woon je?Te Velp. Hoe oud ben je? 17 jaar. Wat is je plan? Myn kennissen alhier bezoeken. Is het met mede weten van Uw ouders, dat U hier zijt?Mi)n vadtr is overleden. Weet je moeder het dan? Ja. Wy zullen informeeren. De commissaris telephoneert aan den burge meester alhier en toevallig treft het, dat mevrouw uit is. Na drie dagen komt zy terug en hoort met verbazing van de arrestatie, geeft een gunstige getuigenis en Johan wordt weder in vryheid gesteld. Hy vond hot zeer avontuurlijk, liet zyn eten uit het hotel komen en werd zeer goed bejegend. Er scbynt onder de jongelui in Nederland nogal animo te zijn voor Transvaal. Zyn be wakers deelden hem althans mede, dat by No. 36 was, die door de politie te Leiden aango- houden was geworden. Nu gaat hy heden, Zaterdag, onder geleide van zfjn mama tot Amsterdam, aan boord van het s.s. „Honig1* naar de Transvaal. Ziehier de juiste toedracht der zaak. Men schryft uit Haarlemmermeer: Zy hebben ons in dezen, hier vaak barren, winter getrouw gezelschap gehouden, de bonte kraai en de meeuw, en doen dat Dog. Waren wij aan het ploegen, met drie paarden om door de zware klei heen te komen, dan waren zy onmiddeliyk achter ons en menig aan de oppervlakte gebracht insect werd hun buit. Maar nu zyn ook in groote scharen de kievitten gekomen, en streken zy op onze bouwvelden neer, hier een slak, daar een worm, elders een ander voor onze gewassen schadelijk gedierte oppikkend. Nu leven wy weer op; weldra komt de leeuwerik, dan de ooievaar en inmiddels wordt de groene kleur van het wintergraan al frisscher; we zyn, hopen wy, door het ergste van oen winter heeD. Dan wordt het hier langzamerhand weer mooi. Aan den langen, rechten weg, csie door onzen polder van Heemstede naar Aalsmeer loopt, staat een woning met het opschrift: „Kalo- rama". Dat beteekent: „Schoonzicht"; lach Diet, lez-rr! Als ge daar nu niets dan vlakke, kale bouwvelden ziet, en op korten afstand als gezichteinder den inundatiedyk, dan zoekt ge het scboone tevergeefs; maar kom daar over enkele maanoen, als het graan op de ▼*.lden golit, en lyster en bastaard-nachtegaal bun vrienoeiyk gezang coen booren, dan krygt ge een anderen indruk van ons land. De a r r o n o i s s e m e n 18-r e c h fc ban k te Haarlem heeft veroordeeld; P. Van den Burg, poelier te Nooruwykernout, wegens bedreiging met eenig misdryf, tegen het leven gericht, tot 5 dagen gevangenisstraf; J. Saarloos, koopman te Haarlemmermeer, wegens verduistering, tot 3 wek-.n gevangenisstraf; M. A. De Ruyter, dienetbooe te Haailemmer meer, wegens diefstal, tot twee maanden ge vangenisstraf. In de zaak van de drie stokers, beklaagd wegens geweldpleging en mishan deling in Oct. 11. te Dordrecht ty^ens de werkstaking onder machinisten en stokers aldaar, doch 'door de rechtbank te Dordrecht allen vrygesproken van ae geweldpleging, terwijl twee der beklaagden wegens eenvou dige mishandeling ieder tot 1 maand gevan genisstraf werden veroordeeld, is heden door het Openbaar Ministerie by het Gerechtshof ia Den Haag geëischt bevestiging van het vonnis der rechtbank, met dien verstande evenwel, dat de aan do beide veroordeelden opgelegde straf zal worden verhoogd tot 8 maanden gevangenisstraf. Advocaat mr. Salomonson, uit Dordrecht, verzocht vryspraak voor twoe beklaagden en vermindering van de straf, door de rechtbank aan een hunner opgelegd. Uitspraak 8 Maart. Voorts eisebte het O. M. voornoemd be vestiging van het vonnis der Haagsche recht bank, waarby ©en melkryder te 's Gravenhage tot 1 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens meineed in een civiel gediDg voor bet kanton gerecht te Delft over de vordering van de koopsom van een paard. Men meldt uit Hamburg het ver gaan der volgende schepen gedurende den laatsten storm: De stoomboot „Ebenezer" op de vaart van Grinsby naar Porsgruod, is niet ver van BaufF totaal vernield; vier man der bemanning verdronken. De Duitsche stoom boot ^Mathilde Joost", kapitein Dedon, met een lading kolen van Leith naar Rostock onderweg, werd in zinkenden toestand door de bemanning verlaten; óón matroos verdronk. Het schip „Nor" werd niet ver van Lerwick wrak; het lot der bemanning is onbekend. De stoomboot „Ossian" is op de vaart van Swansea naar Chareote totaal verloren ge» gaan; de bemanning verdronk. Generaal Dowop, bevelhebber van het 10de legercorps in Frankryk, heeft met ingang van 1 Maart den verkoop van alcohol in de kazernes geheel verboden. In het tweede legercorps wordt die alleen verstrekt na de ochtendsoep. De „Giornale dl Sicilia" bevat een brief van den Siciliaanechen rooverhoofd- man Melchiorre Candino, waarin deze mede deelt een Scialabba ter dood gebracht en het lyk verbrand te hebben, dewyi hy Candino's broeder en schoonbroeder, wegens beweer jen diefstal ten nadeele zyns vaoers, vermoord had. „Wee een iegeiyk, die de band slaat aan iemand van myn familie", schryft de bandiet, „Al is by dood en begraven, nog zal Can ino uit het graf stygen om hem te straffen". Voor de plaatsing van zyn brief had hy vyf lira's ingesloten en de redactie der „Gior nale" zou het niet gewaagd hebben zyn ver zoek te weigeren. In Nieu w-York worden nu zelfs de paarden geverfd. Zyn deze door hun on passende kleur voor equipages ongeschikt, dan worden zy chemisch mot de gew nschte kleur binnen eenige minuten ongewerkt. Hoe de reclamegeeet in Amerik» zelfs grafschriften misbruikt is bekend ge noeg. Maar het volgende opschrift voor den ingang van een kerkhof in Pennsylvaniè is, ons althans, nieuw: „Wilt gy hier buiten blyven, drink dan Jones' lagerbier." Te Nancy zou een kanonnier Brétéaux wegens diefstal worden ge.egra- deerd. Zoodra de formule: „G(j zyt onwaardig de wapeüen te dragen", enz. was uitgesproken en een sergeant op den veroordeelde toetrad om hem de knoopen van de uniform te rukken, witrp Brótóaux in woede zyn kepi ter aarde, trok zelf de knoopen af en bracht den sergeant een hevigen vuistslag toe. Terstond gegrepen en weggebracht, zal hy nu nogmaals terecht staan en ongetwyfeld ter dood veroordeeld worden. De 8 t e e n k o 1 e n n o o d doet zich ook in Rusland, met name te Moskou, ge voelen, zoodat daar thans veel residu van petroleum voor verwarming wordt gebruikt en de pryzen daarvan zeer zyn gestegen. Daarom heeft prof. Mondeljew aan een Staats commissie, die met een onderzoek is belast, voorgesteld aan de kolenmyoen, die op ongeveer 220 KM. van de stad verwyderd zyn, uit de kolen gas te bereiden en dit door buizen naa Moskou te leiden, wat ongeveer 18 millioen roebel zal kosten. Dit plan is thans in onder zoek by een sub-commissie. Te Hamburg is eeu lading anthraciet uit Amerika aangekomen, welke voor scheops- gebruik geschikt schynt te zyn en vermovJe- lyk, al3 de vrachten niet sterk ryzen, cuor meer ladingen gevolgd zal worden. 20) Da terugwijkende troepen drongen steeds dichter naar het slot der familie De Parmen- tier. Een deel der vrijwillige ruiterij kwam het hek binnenrennen; men Bprong van de paarden en opende, beschut door den muur, die om het park liep, een heftig vuur op de Pruisen, waardoor voor korton tijd aan de Franscbe infanterie gelegenheid werd gegeven, zich een weinig te herstellen. Victor verscheen plotseling in de kamer, waar do familie was. HU waarschuwde, dat het slot bezet zou worden; men moest dit zoo lang mogelijk behouden, om den terug tocht der Franschen te dekken. ,Ik wilde u verzoeken, oom, en u, dames, een veilige schuilplaats te zoeken. Het slot ie zeer blootgesteld aan het vijandelijk vuur." ,1k dank u, Victor," eprak De Parmentier. „Wy zullen uw raad opvolgen. In den ouden toren zullen wij wel veilig zijn. Kom, vrouw; kom, Jeannel" En by gaf tevens den knechts en meiden verlof, zich in de kelders te gaan verbergeD, wat zy zich geen tweemaal lieten zeggen. Mevrouw De Parmentier greep Jeanne's arm. .Waarheen, mama?" vroeg het meisje, ais uit een droom ontwakend. .Myn Hemel, heb je dan niet gehoord? Wy gaan een schuilplaats zoeken tegen de Pruisische kogels I" „Ik ben niet bang voor de Pruisische kogels." De Parmentier zag haar verwonderd aan. „Kom, Jeanne," eprak Victor, „breng je in veiligheidom mynentwil." Een vluchtig rood kleuïde haar wangen. „Je hebt gelyk, Victor; het zou dwaasheid zyn hier te blyven. Kom, mama, laten wy gaan.... Vaarwel, Victor I Ik boop, dat wy elkaar na het gevecht weerzien I" Zy reikte hem de hand en volgde haar ouders. Victor ging, waar plicht hem riep. In den toren, een overblyfsel van middel- eeuwschen bouw, waa men volkomen veilig. Stil eQ in doffe berusting zat het drietal byeen; door het kleine venetor kon men slechts een deel van het park zien; van het gevecht hoorde men slechts het rumoer, nu nader komend, dan zich schynbaar verwyderend. En Jeanne gevoelde een wild verlangen, om haar werkeloosheid te verlaten, mee te etryden, als een tweede Jeanne d'Arc baar landgenooten ter overwinning te leiden. Voor haar geest rees het beeld van een ander gevecht, dat zy had gezien, niet in den grauwen wintertyd, maar by het gouden licht der Augustuszon, in het lachende dal der Vogeezen. Weer zag zy de jagers, voorwaarts yiend, onder aanvoering van den jongen, slanken officier, met de blauwe oogen, waarin blyde moed en zelfvertrouwen te lezen waren. Doch het heldere tafereel werd omneveld; zy zag nacht en verschrikking em zich heen, de vlammen uitslaande boven de daken van vreedzame woningenen te midden van dien onheilspellenden gloed het bleeks gezicht van den jongen jagerofficier, dood, het starre oog op haar gericht. Zy bedekte haar gelaat met de handen, als wilde zy het schrikbeeld verjagen. Het krygsrumoer kwam nu duideiyk nader. De beer De Parmentier waagde zich op het platform van den toren om uit te kyken, en spoedig keerde by terug mot de tyding: „Een afdeeling Pruisen is om bet slot ge trokken en dringt nu het park in. Er wordt een verwoed gevecht geleverd met een kleine schaar der onzen." Jeanne liet zich niet weerhouden. Zy wilde op het platform zich met eigen oogen over tuigen. En zy zag het moorddadige gevecht, man tegen maD. De Franschen hielden dapper stand; zy zag Victor Holier, wakker vooraan, de zyoen aanvurend. Zóó bad zy hem willen zien. Een nieuwe troep Pruisen drong do nu niet meer bewaakte slotpoort binnen. Jeanne kon een kreet niet onderdrukken; zy leunde op de borstwering en liet het hoofd rusten in de armen. Neen, neen, zy wilde niets meer zienl Ze had hem herkend.... den man, dien zy grenzenlo03 liefhad. Welk noodlot had hem herwaarts gebracht? Was het een straf voor haar misdadige liefde, dat zy nogmaals getuige moest zyn van den kamp tusecben hem en haar land genooten? Acb, ware zy in dien nacht maar gestorven.... in zyn armenl Haar vader, die haar gevolgd was, schreef haar ontroering toe aan den indruk, door het aanschouwen van het gruwelyk gevecht gemaakt. „Wil je niet liever naar beneden gaan?" fluisterde hy. „Het zal gauw gedaan zyn; de onzen moeten het wel opgeven." Jeanne richtte zich op; zy wilde been snellen, om den laatsten stryd mee te strydon, mede te eterven voor het vaderland. Haar vader moest baar met goweld tegenhouden. Haar oogen fonkelden, haar blik was niet van bet gevecht af. Steeds verder werden de Franschen in het park teruggedrongen; steeds meer ïyken bedekten het tot modder getreden sneeuwveld. Jeanne herkende Victorherkende Axell Zy stonden tegenover elkaar; zy waren op het punt de wapens tegen elkaar op to heffendaar drongen anderen er tusscben en de tegenstanders worden weer gescheiden. De Franschen kregen onverwacht ver sterking. Een troep nationale garden sleepten een mitrailleuze aan, en weldra vielen de schoten als hagel tusscben den opeen gedrongen hoop Pruisische jagers. Doch dezen herstelden zich en liepen storm op de rest der verdedigers. Nog eens werd de mitrailleuze afgevuurdeen officier der jagers stortte neer. Hy verdween achter de nader stormende soldaten, die nu de laatste Franschen op de vlucht dreven. Toen Jeanno den officier zag vallen, uitte zy een hartverscheurendon kreet, rukto zich los uit de armen van haar vader en liep de trap af, zóó haastig, dat de heer De Par mentier haar nauwelijks kon volgen. In de torenkamer lag haar moeder op den divan. „Jeaunel" riep zy, toen ze haar dochter zag, „wat is er, kind? Wat zie je er uit 1" „Laat my gaan, mama; ik wil naar buiten l" „In het park? Ben j» waanzinnig? fV vechten nogl" „li- moet naar buitenhy is dood hy is gevallen 1 O, laat myik wil maf hem eterven!" Zy zonk op baar knieön en hief in ver» twyfeling do handen ten hemel. „Kind, wat is er gebeurd?" Haar oudere beyverden zich, om do tot krankzinnig wordens opgewondens te kal- meeren. Een tranenstroom gaf haar oonlga verlichting. Plotseling schrikte zy weer op. „Hoort u niets? Er wordt aan de deut geklopt I" „Je vergist je „Still.... daar ia het weer I Hy roept my 1", Ook de ouders hoorden nu duideiyk een zwak kloppen en de vader opende de deur Op de trap lag een man, bloedend, mof rochelend geluid de woorden uitbrengend; „JeanneJeanneik wil je nog eenmaal zienl" „Victor II" „Ja, ik.... het is voorby.l.. Jeaunel" Zy staarde hem met groote oogon aan. Wordt vervolg A)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 9