*32273 Zaterdag 34 Februari. (A°. 1900 $eze igourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. Feuilleton. Oorlog en Trede. LEIBSCH DAGBLAD. -Ï®US DBKEB CCroBAHT» y f ««i-.. JiV' - Voer Ldtfati pö 8 maanden.- 1.1Ö. Franco per post» -a* 1.40. Afzonderlijke Nommerp 0.05. VI PRIJS DER AJJ VERTEN'J.'iÜNt Van t—6 regels f 1MB. ledore regel meer J 0.17J. Qrootöfe letters naar plaatsruimte Veor het incasseoren truotoD de stad Wordt f 0.06 berekend. Financiëele Kroniek. Wanneer wij den loop der Beurs nagaan, valt het ons op, dat de gebeurtenissen in Zuid-Afrika zeer weinig invloed op de markt gehad hebben. Het succes toch van het Engelsche leger onder Roberts, heigeen Kimberley ontzette en daarna, holaas, den dapperen Cronjé kon omsingelen, heeft, niet uitzondering van een verheffing in Mijn- waardon te Londen, zeer weinig verandering op de fondsenmarkt teweeggebracht. In zekeren zin is het een aangenaam verschijnsel, dat de krijgs verrichtingen de Beurs zoo kalm laten. De geld markt daargelaten, heeft het meerendeel der fondsen niets met die verwikkelingen te maken, doch wij zyn er eenmaal aan gewend, dat de Beurs voor barometer dient van alles, wat er op politiek gebied geschiedt. Deze onverschilligheid der Beur3 maakt ons daarom juist ongerust over het eindlot der Boeren. Het doet ons vermoeden, dat, in geval het verdere verloop voor de Repu blieken noodlottig mooht zijD, noch Europa noch Amerika een reddende hand zal uitateken. Ware ile strijd niet zoo ongelijk wat betreft de hulp bronnen, dan zouden wij aan een voor de Boeren goeden uitslag niet wanhopen, doch wanneer wo bedenken, dat Engeland zich steeds van alle hulpmiddelen zal kunnen voorzien, en daarentegen de Republieken slechts kunnen teren op wat zij nu bezitten, dan slaat ons de schrik om het kart en zouden wij wenschen, dat verwikkelingen in het Oosten mochten uitbreken, om het arrogante en perfide Albion in moeilijkheden te brengen. Met dat al is het voor de fondsenhouders niet onaangenaam, dat de Beurs zoo talmen blijft. Geld is tot dusver nogal gemakkelijk verkrijg baar gebleven, doch niettegenstaande deze rain:ere geldmarkt, liepen de Integralen gevoelig terug. De meeste Europeesche Staatsfondsen waren prijshoudend. Portugeezen waren ge Zocht, voornamelijk voor Franscbe rekening. De Portugeesche minister van financiën heeft zeer veel vertrouwen in den stand van zaken. Hij meent, 1 dat de hetere inzichten, welke de crediteuren van den Staat, thans voor den staat van zaken in Portu gal hebben, geleid hebben tot geringere eischen an dat liet afsluiten van een overeenkomst met de buitenlandsche schuldeischers, hoewel noodig voor een goede regeling, toch niet per só nood zakelijk is. Spanjaarden hieven ook prijshoudend. De plannen tot conversie der binnenlandsche leeniDgen kunnen wij, omdat onze Beurs daarbij 'weinig of geen belang heeft, bier gerust passeeren. Daar de prijs van het witte metaal nog geen faoemenswaardige verbetering heeft ondergaan, konden ook de Mexicanen zich niet veel verbeteren. Met moeite haalden zij eenigen tijd geleden 40 pCt., doch deze inspanning schijnt te groot te zjjn ge dweest, zoodat zij wederom een fractie hebben moeten prijsgeven. Dank zij de regeling, waartoe de Funding Loan heeft geleid, sluit de dienst van Brazilië 'met een overschot, waarvan echter het grootste deel voor den dienst der Funding Loan zal moeten worden aangewend, doch, indien de financiëele regeling niet tot stand ware gekomen, zou de wisselkoers heel waarschijnlijk aanmerkelijk lager Zijn geweest, en een meer of minder groot tekort zijn ontstaan. Hieruit blijkt dus de goede zijde Van het Moratorium en de Schuldregeling, i De mindere aantrekkelijkheid, welke de buiten landsche fondsen voor ons publiek haddon, wekte meerdere belangstelling voor onze eigen fondsen op, waarvan de Tabaksaandeelen en Goudmijnwaarden in de eerste plaat9 profiteerden. Van de Indische Mijnwaarden waren het de Soemalata- en Noord-Celebea aandeelen, welke het meest de aandacht trokken. De Tabaks- markt verkeerde in een zeer willige stemming. Byna alle soorten werden aanmerkelijk hooger verhandeld, voornamelijk de Amstordam-Deli, Amsterdam-Sumatra, Deli-BataviA, Langkat Cul tuur A en Senemhah-aandeelen. De Petroleum- markt was iets minder geanimeerd. In een be schouwing, welke de .Frankfurter Zeitung" over de Rumeensche petroleumindustrie geeft, wordt geen aanlokkelijk beeld gegeven van de toe standen daar on van wat men te verwachten heeft, wanneer men niet bijzonder goed uit de oogen heeft gekeken bij het aangaan van land- contracten en de overneming van concessies in dat koninkrijk. Hoewol de Petroleumindustrie in Rnmenië in de toekomst zeer voordeelig schijnt te zullen worden, zoo blijkt het toch, dat bij het aan de markt brengen van concessies groote zwendelarij aan de orde van den dag is, en Petroleumterreinen verre boven de waarde op vreemde markten, en wel voornamelijk in Holland aan de markt worden gebracht, waaronder er zijn, waarvan het ten slotte blijkt, dat do verkooper al zeer weinig recht heeft gehad, getuige ook het proces, dat de Rumeensche Petroleum-Maatschappij Amsterdam voert, welker teireinen, hoewel bonafide verkregen, ten slotte blijkens een ouder contract aan een ander bleken toe te behooren. Voorwaar een prettige gewaarwording! Het verslag van de Nederlandsch-Indische Petroleum-Maatschappij geeft, dunkt ons, genoeg zaam te kenuen, dat de goede verwachtingen voorloopig nog wel op stal gezet kunnen worden, want tot dusverre heeft men met de boringen geen enkele maal succes gehad. De ingenieur blijft echter de hoop koesteren, dat, zoo de boriDgen maar worden voortgezet, op succes mag gerekend worden. Nu, dit willen wij gaarne geloovon. De vraag zal echter zijn, of het kapitaal van de Maatschappij evenveel weerstandsvermogen zal bezitten als de moed van den ingenieur. De Amerikaansche Spoorivegrnurkt bleef vast, voornamelijk op grond van de steeds vooruitgaande ontvangsten, waarvan voornamelijk Norfolk Wes tern, Southerns, Unions, Ontario's on Nash villes profiteerden. Wanneer de ontvangsten der Norfolk Western zoo gunstig blijven, ziet men de uitkeering van dividend op de Commonsharos binnen een niet al te lang tijdsverloop te gemoet. Overigens valt er op het gebied van de Amerikaanscbe Sporen niet veel te vermelden. Rijnlandsche Bank. llazerswoude. Donderdagavond hield cr. B. Van Meer, van Utrocht, in „Salvatori", alhier, zyn aangekondigde ltzing over „Eenige gedachten over de uitverkiezing." De begaafde spreker oepaalde zijn aandach tig gehoor alLroorst bij de grootheid Gods. GoJ ls oneindig vtrheven boven ons veratand. Maar al kunnen wij Hem niet begrijpen, toch kunnen wij in Hem golooven. Zeer verkeer delijk hebben velen in onzen tijd op het gebied der bijzondere openbaring in Gods Woord den stelregel aangenomen: ik begrijp het niet; dus is het ook niet waar. Niemand zal op natuurkundig gebied zoo spreken en bijv. durven zeggen: ik begrijp de electriciteit niet, dus ze bestaat niet. Een van de waarheden der bijzondere openbaring is „de uitverkiezing." Spr. ging den strijd na, die hierover m Ct 17de eeuw tusschen oe Remonstranten en de Contra Remonstranten is gevoerd, en wees er op, hoe ook in onze dagen velen afkeerig zijn van de uitverkiezing (die spr. liever een waarheid dan een leerstuk noomt), terwijl er weer anderen zijn, die alleen hem voor recht zinnig in den godsdienst erkennen, bij wien het spreken over de uitverkiezing schering en inslag is. Spr. waarschuwde tegen het gevaar, dat ieder loopt, die de uitverkiezing pasklaar wil maken voor hot menscheiyk verstand: dan wordt ze tot een doode formule, een verateenend systeem. Ook merkte hij op, dat io den Heidelbergschen catechismus slechts zeer spaarzamelijk op twee plaatsen over de uitverkiezing wordt gesproken. Voorts kwam spr. op tegen de beschouwing als zou de uitverkiezing iets geheel aparts zijn. God ia in zijn ganscbe wereldbestuur, op elk terrein uitverkiezend, zoowel op het terrein der alge- meene als op dat der bijzondere genade. Spr. nam voor beide terreinen, waarop zich de uitverkiezing openbaart, drie kringen aan: de verkieziog der volken, die der geslachten en óie van personen. Hg trad hierbij in uitvoerige beschouwingen, die hij door onderscheidene voorbeelden trachtte te ver duidelijken. Uitvoerig behandelde spr. „de uitverkiezing ter zaligheid", hierbij wijzende op het treurig misbruik, dat sommigen van de waarheid der uitverkiezing maken. Hü noemde het een jammerlijke poging, om de schuld vaD het „verloren gaan" op God te werpen. De roep stem tot bekeering komt tot allen en niemand heeft het recht om te zeggen: oio uitnoooiging betreft m\j niet. Tegenover „de uitverkiezende genade" staat „onze eigen verantwoorde lijkheid." Ten slotte wees spr. op den grooten troost, dien de waarheid der uitverkiezing voor alle geloovigen bevat. Da vereeniging „Nut en Genoegen" gaf Donderdagavond haar tweede en 1 atste uit voering in cit seizoen. De benedenzaal van Cafó „Rodenburg" was eivol. Nadat de voorzitter, de heer A. H Goldberg, de lotgevallen der Veroanlgiog, sedert de vorige uitvoering, had aangestipt, opende hij met e&n hartelijken welkomstgroet deze bijeen komst. De eerevoorzitter, de heer J. C Van der StijleD, voor deze gelegenheid uit Rot terdam, zjjn tegenwoor i^e woonplaats, hier heen gekomen, bracht ruimschoots zijn deel aan het welslagen van den avond by, terwijl de heoren A. Maul en J. Michaelis, beiden van 's-Gravenhage, de zangstukken met viool en piano zeer verdienstelijk begeleidden. Voorgedragen werden: lo. „O, diel", 2o. „Een nare nacht", 3o. „Fransche chic en Hollaodscbe manieren", 4o „Een ziektegeval" en 5o. „Hagenaar en Amsterdammer". Het blijspel „Groote lui", dat evenals de genoemde stukken vóór de pauze werd opgevoerd, schijnt zware en volhardende studie te ver- eischen; maar werd toch ongedwongen ge speeld. Na de pauze volgden: lo. „Transvaalsche illusion"; 2o. „Drieske de Scharensliep"; 8o. „Ketelmuziek" en 4o. „Vrooiyke kaal koppen". Als toegift verschenen op het tooneel 5 Transvaalsche Boeren in vollen wapendos en met een vierkleur, gedragen door één hunner. Vooral toen zij, beschenen door Bengaalsch licht, hun volksliederen aanhieven, was het effect van dit tableau-vivant zeer groot. De meeste nummers schenen het publiek goed te voldoen. Het is dan ook een feit, dat „Nut en Genoegen", na haar veeljarig bestaan, bij het publiek een „potje breken" mag. Al zitten sommige stukken er wel eens wat losjes in, en al zijn de zaDgers den pianist of omge keerd ie de pianist den zangers soms wat vóór, dat vergeeft men hun gaarne, „want", zegt men: „de tyd van repetitie en stu-ie was te kort pa de gelegenheden om sameD te komon waren schaarsch". Gezellig vra3 de avond in hooge mate en de stemming onder spelers en publiek zoo goed, als men maar wenschen kan. Na afloop van het programma bleven velen nog een poosje na, om als vergoeding voor de inspanning van het spolen en toeschouwen, een paar prettige uren aan de uitvo ring vast te knoopan. Donderdag, 1 Maart a. s., aes avonds to zeven ureD, zullen ia het lokaal van den heer C. L. Bo rs de eerste stappen gedaan wonen tot het vormen van een afdeeling van de vereeniging: „Volksweerbaarheid". De heeren mr. J. Bruyn, burgemeester dezer gemeente, J. D. Van den Akker, J. Koetsier, C. Korte- weg, J. M. Kok, J. Dekker, A. Fortgens, A. H. Goldberg. H. Hortensius, J. V.in der Loo, G. Maaskant, P. Van der Spek, J. W. Timmer mans, J. Vellekoop, J. Ventu en J. Gaar keuken en zoon kunnen nu reecs tls besliste voorstanders worden g noemd. Het zal niet noodig zflo, waar het een al genu-en belang, e;ii daad van vaderlands liefde gelat, allen manlijken ingezetenen toe to roepon: „Komt op ueze vergadering!" Wie zou wegolflven? Elk, oie don leeftijd van 16 jaren heelt lercikt, is welkom. De contributie zal minstens f 0.25 p.^r jaar bo ragen. Katwijk. Het gure woor der lautste dagen is oorzaak, dat gisteren de eer6ta schuit ter kantvisscherjj kon afvaren; bijna alle vaar tuigen zyn door den hoogen vloed tegtn de duinenrfl opgeworpen, zoodat zij eerst afge trokken moeten worden. Voor co lichting 1900 dezer gemeente zijn tegen Maart a. s. opgeroepen 16 lotelingen ten gevolge waarvan nummer 24 tot heden buiten oproeping blijft. Rijnsburg. Nooit hebben wij het kerk gebouw zoo stampvol, zoo dicht bezet gezien als bij do gelegenheid deze week, toen ds. H. Van Druten zijn 25-jarige Evangelie bediening herdacht. Het zal den geachten jubi laris zeker verheugd hebbeD, zoovela ambts broeders en afgevaardigden van kerkelijke corporaties aanwezig te hebben gezien. Nadat door de gemeente Ps. 136 vers 1 was gezongen, gaf ds. v. Druten in een schoons rede naar aanleiding van bot gedeelte van Lucas 22 vers 36: „heeft U ook Iets ontbroken?" een overzicht van zijn 25 jaren werken en streven als predikant in verschillende gemeenten, waarvan de Rijnburgsche gemeente 19 j^ren zijn ten goede gekomen. Met een dankbaar hart kon hij zeggen: „mi) heeft niets ont broken, de Heere was ook voor mU goed, onuitsprekelijk goedl" Ten slotte dankte hty de aanwezige ambts broeders voor hun aanwezigheid en blijken van belangstelling, den secretaris van het Provincial Kerkbestuur, den voorzitter van het Classikaal Bestuur te Leiden, den aan wezigen Ouderling van Linscboten (een zijner voormalige standplaatsen). Kerkeraadsledon en kerkvoog en spr-k by afzonderiyk toe. Namens den Ring- Noordwflk vertolkte ds. A. J. Ruys van Oagstgsest de gelukwenschon aan den jubilaris. Hy sprak van diens plicht- ijverig werken voor zijn gemeente, zijn mede- aröeiden aan het heil der kerk als lid van kerkelijke besturen, zyn groote werkkracht, gebleken uit zyn ia het licht gegeven ge schriften. De secretaris van het Provinciaal Kerk bestuur, ös. A. Loef, te Dordrecht, sprak namen3 deze corporatie, wenschte ook de Ge meente geluk en wees baar op het goede-lat zy in dezen leeraar had ontvangen, maar ook op de grootere verantwoordelijkheid daardoor. De voorzitter van het Classikaal Bestuur te Lei ien, ds. J. Nierstrasz, bracht de geluk- wenschen van dit kerkelijk college over. Ds. v. Druten dankte de verschillende 6pre- kers, zichtbaar innig geroerd. Hierna zong de Gemeente het 7de vers van Ps. 89. By het begin en het einde van deze plechtige herdenkingsbtonde zong de Car. Zangvereeniging „Excelsior" den leeraar een tweetal lijderen toe, uitsluitend voor deze gelegenheid gedicht door haar directeur, den heer K. A. v. Unen. Den vorlgeu avond was door een commissie, wier woordvoerder de heer J. G. Vreesvyk, hoofd der Herv. school, was, den jubilaris te zynen huize een geldelyke feestgave aan geboden, vergezeld van een sierlyk album, waarin door den heer Vreeswyk alle namen der gerers prachtig waren gecalligraphetrd. Ook van het provinciaal kerkbestuur en de Ringbroeders ontving hy stoffelyke hulde blijken, die hem dezen jubiló-dag tot een blijvende herinnering zullen maken. De volgende jongelieden zullen zich a. s. 7 Maart moeten aanmel en te Leiden, ten einde aan hun militioplicht te voldoen: G. Passchier, C. Zandbergen Jz, A. Verhaar, J. v. Klaveren Jz., T. Heemskerk en j. Van der Kwaak. ALFEN. Bevallen: M. Stapper geb. Treur Z. M. Bakker geb. Herskamp Z. Uithol geb. Kranenburg D. B. Zuijdam geb. v. Leeuwen D. M. De Bruin geb. Goes, levenl. D. P. Schouten geb. Van Nood, levenl. Z. Overleden: D. Meijer Z. 8 j. A. C. Oudejaos D. 6 m. A. Veenendaal Z. 5 m. - T. Hogerbrug D. 1 j. Gehuwd: C. Dolman jm. 22 j. en C. J. Van Soest jd. 21 j. AAKLANDERVEEN. Bevallon: L. v. d. Laken geb. Idenburg D. L. Plug geb. Vonk D. A. De Jong geb. v. d. Bosch D. M. K, Bruines geb. De Man Z. Overleden: M. Bos, wed. C. J. Van Hoorn, 82 j. E. Pieterse, echtg. van J. Ouworkerk, 67 j. C. M. Prins D. 2 j. HILLEGOM. Bevallen: B. W. v. d. Schoot gob. Roozen D. N. v. Diggelen geb. Vos Z. —r P. v. d. Loo geb. Brouwer Z. A. v. d. Jagt geb. Paase D. Overleden: H. Jansen 1 m. NIEUWKOOP. Bevallen: G. Lelieveld geb. Hoogerwerf Z. Overleden: L. Koole, echtg. van P.Rijlaars dam, 85 j. Jac. Van Bentum, wedn. van P. Blom, 78 j. J. v. d. Loo, wednr. van E. Berkenstein, eerder van A. Heijne, 74 j. o El) „Ook ook jy," mompelde zy met hleeke lippen. „Ik atetf, Jeanne.... ik bad je zoo lief, zoo lief 1O, Jeanne, zeg my nog eene, dat je my niet meer haat!" Hy strekte de handen uit, en Jeanne bracht die aan de lippen, terwyi haar vader den stervende steunde. „Vaarwel, Victor 1" sprak zy, als in een droom. „Ik haat je niet.... je bent geluk- kiger dan ik „Gelukkigl" hygde de jonge man, „ja.... nu je my vergeven hebt.... Zeg mynvader, hoe ik gestorven benvoor jouvoor het vaderlandvaarwel Hy zakte ineen. Zacht legde De Parmentier hem neer, en zyn vrouw trachtte het bloed te stelpen, terwyl haar man heenging om bulp te halen. Jeanne zag een pooe met omfloereden blik naar den gewonde. Toen verwyderde zy zich langzaam. Haar moeder riep, maar zy lette hierop niet en ging het park in, waar nu Btilte was gevolgd op de razerny van den •trjjd. Na eenige minuten keerde De Parmentier iterug met twee knechts, die hem hielpen Osd zwaar gewonde in de torenkamer te ifcagen. „Waar is Jeanne?" vroeg haar vader. „Ik weet het niet," antwoordde zyn vrouw. „Zy ia weggegaan; waarachynlyk kon zy de treurigheid niet langer aanzien." „We moeten haar toch zoeken I Ze deed zoo vreemd! Het gevecht is nu afgeloopen. De Pruisen bezetten de stad en ook dit hui3. Da onzen trekken haastig naar bet Zuiden terugAl dat bloed is tevergeefs ver goten Waar ging Jeanne heen?" „Het park in." „Naar het park? Waar het gevecht op zyn hevigst was? Henrietta, biyf hier by Victor; ik zal zien, dat ik baar vind." Hy behoefde niet ver te gaan om haar te vinden. Slechts enkele schreden in het park daar lag zy bowegingloos, als ware ze neer gestort, getroffen door een vyandelyken kogel. Haar armen omvatten bet lichaam van een Pruisiechen jagerofffcier; haar gelaat rustte aan zyn borst, die bedenkt was met bet bloed uit meer dan één wonde. XVII. Slot „St.-Agathe" was in een hospitaal herschapen. De etrpd had veel offers gekost. In het park werd een reusachtig graf gedolven voor de doodenin de zalen en kamers lagen de gewonden op ryen, hier de blonde, stoere Duitschers, daar de zwartlokkige zonen van Zuid-Frankryk, thans allen door het lyden voreenigd. De Duitsche militaire artsen werden wakker bijgestaan door geneesheeren en vrywillige verplaegstors uit Chatillon. Ook Jeanne wydde zich aan die taak. Den meesten tyd wydde zy aan de beide officieren, die elk een kamer van de bovenverdieping hadden gekregen. Axel was zwaar verwond door de mitrail- leuze-lading; hy had eenige kogels in de borst en in oen arm gekregen; de dokters gaven hem eerat op, maar het jonge leven bleek meer weerstandsvermogen te bezitten dan zy dachten. Hy lag echter dagen achtereen bewusteloos. Victor bad een bajonetsteek in de borst; ook zyn toestand was gevaarlyk. Jeanne verdeelde haar tyd tusschen deze twee gewonden. Haar vader sloeg baar dikwyis met vorscbenden blik gade; het ver wonderde bem, dat zU zooveel aandacht wydde aan den Duitscher; maar by scheen genoegen te nemen met de opheldering, dat zy dien luitenant Von Simmern in het begin van den oorlog had leeren kennen op „Per- notte." Er was buitendien in deze dagen zooveel te doen, dat er geen tyd overschoot voor intieme gesprekken; de zorg voor de gewonden drong al het andere op den achtergrond. Er was aan kapitein Hoftor getelegra- pheerd, en men verwachtte eiken dag de komst der familie. De arts bad Victor's kamer verlaten, Jeanne aanbevelend goed op den gewonde te letten. „Zyn toestand bevalt my niet," verklaarde de dokter; „by is zoo opgewonden; tracht hem tot kalmte te bewegen, anders kan bet verkeerd loopen." Ofschoon deze woorden gefluisterd werden, had de zieke er toch iets van opgevangen. „Wat zei de dokter?" vroeg hy haaetig. „Moet ik sterven?" „Véór alles kalmte," vermaande Jeanne. „Biyf rustig liggen; spreek niet; tracht zelfs, niet te denken." „Hoe kan ik dat?" zuchtte de gewonde. „Je weet, Jeanne, dat myn gedachten steeds by jou zpn." „Als je nog één woord spreekt, ga ik do kamer uit." „Ik zal kalm zyn, heel kalm. Biyf bierl O, wat ben je goed en lief voor myi" Hy lag onbeweeglyk, het oog gericht op Jeanne, die by bet raam plaats nam en ging lezen of liever: trachtte te lozen. Haar ge dachten echter dwaalden af naar de toekomst. Had zy nog een toekomst? Lag niet haar leven véér baar ale een puinhoop? Acb, wat zou de toekomst anders voor haar zyn dan één grauwe, eentoDige, vreugdelooze dag. Zy gevoelde geen smart of vreugde meer; zy vervulde haar plicht, zonder hoop, zonder vrees. Het was, of alle leven in haar hart was gestorven; zy wandelde over de aarde als een doode. „Jeanne," fluisterde Victor. Zy echrikte op uit haar gepeins. „Heb ik niet gezegd, dat je kalm biyven moet; dat je niet moogt spreken?" „Ik moet spreken, Jeanne; anders stik ik. Je bent zoo goed, zoo vriendeiyk voor my. Zeg my één ding: heb je my gebeel ver geven?" „Ik heb je vergeven; dat weet je immers l" „O, je zegt het enkel om my gerust te stellen." „DwaasheidI Waarom geloof je my niet?", „Ik kan je Blecbts gelooven, als je my een belofte wilt doen." „Welke?" „Myn vrouw te worden, als ik genezen ben 1" „Victor?!" „O, ik wist het wel: je hebt my niet vergeven." Hy wierp zich achterover in do kussens en lag onbeweeglyk, met gesloten oogen. Zy trad nader, vervuld met een innig, diep medelyden, dat sterker werd, toen zU de tranen zag te voorschyn komen van onder zyn gesloten oogledenWaarom zou ze hem die belofte niet doen? Waarom kon ze zyn vrouw Diet worden? Zy maakte daardoor ten minste een mensch gelukkig Den ander, die in gindsche kamer worstelde met den dood, kon zy toch nooit toebehooren nooitin den dood niet, en in het leven Diet. Haar plaats was aan de zyde van dezen man, in het midden van haar bloedverwanten, in baar vaderland, dat die andere bad bestreden. Op eenmaal leek het haar niet eens meer een offer, Victor de hand te reiken; het was veeleer een plicht, dien zjj haar volk, haar vaderland schuldig wael (fferdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 13