*32273
Zaterdag 34 Februari.
(A°. 1900
$eze igourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Feuilleton.
Oorlog en Trede.
LEIBSCH
DAGBLAD.
-Ï®US DBKEB CCroBAHT» y f
««i-.. JiV' -
Voer Ldtfati pö 8 maanden.- 1.1Ö.
Franco per post» -a* 1.40.
Afzonderlijke Nommerp 0.05.
VI
PRIJS DER AJJ VERTEN'J.'iÜNt
Van t—6 regels f 1MB. ledore regel meer J 0.17J. Qrootöfe
letters naar plaatsruimte Veor het incasseoren truotoD de stad
Wordt f 0.06 berekend.
Financiëele Kroniek.
Wanneer wij den loop der Beurs nagaan, valt
het ons op, dat de gebeurtenissen in Zuid-Afrika
zeer weinig invloed op de markt gehad hebben.
Het succes toch van het Engelsche leger onder
Roberts, heigeen Kimberley ontzette en daarna,
holaas, den dapperen Cronjé kon omsingelen, heeft,
niet uitzondering van een verheffing in Mijn-
waardon te Londen, zeer weinig verandering op
de fondsenmarkt teweeggebracht. In zekeren zin
is het een aangenaam verschijnsel, dat de krijgs
verrichtingen de Beurs zoo kalm laten. De geld
markt daargelaten, heeft het meerendeel der
fondsen niets met die verwikkelingen te maken,
doch wij zyn er eenmaal aan gewend, dat de
Beurs voor barometer dient van alles, wat er op
politiek gebied geschiedt. Deze onverschilligheid
der Beur3 maakt ons daarom juist ongerust over
het eindlot der Boeren. Het doet ons vermoeden,
dat, in geval het verdere verloop voor de Repu
blieken noodlottig mooht zijD, noch Europa noch
Amerika een reddende hand zal uitateken. Ware
ile strijd niet zoo ongelijk wat betreft de hulp
bronnen, dan zouden wij aan een voor de Boeren
goeden uitslag niet wanhopen, doch wanneer wo
bedenken, dat Engeland zich steeds van alle
hulpmiddelen zal kunnen voorzien, en daarentegen
de Republieken slechts kunnen teren op wat zij
nu bezitten, dan slaat ons de schrik om het kart
en zouden wij wenschen, dat verwikkelingen in
het Oosten mochten uitbreken, om het arrogante
en perfide Albion in moeilijkheden te brengen.
Met dat al is het voor de fondsenhouders niet
onaangenaam, dat de Beurs zoo talmen blijft.
Geld is tot dusver nogal gemakkelijk verkrijg
baar gebleven, doch niettegenstaande deze rain:ere
geldmarkt, liepen de Integralen gevoelig terug.
De meeste Europeesche Staatsfondsen
waren prijshoudend. Portugeezen waren ge
Zocht, voornamelijk voor Franscbe rekening. De
Portugeesche minister van financiën heeft zeer
veel vertrouwen in den stand van zaken. Hij meent,
1 dat de hetere inzichten, welke de crediteuren van
den Staat, thans voor den staat van zaken in Portu
gal hebben, geleid hebben tot geringere eischen
an dat liet afsluiten van een overeenkomst met
de buitenlandsche schuldeischers, hoewel noodig
voor een goede regeling, toch niet per só nood
zakelijk is.
Spanjaarden hieven ook prijshoudend. De
plannen tot conversie der binnenlandsche
leeniDgen kunnen wij, omdat onze Beurs daarbij
'weinig of geen belang heeft, bier gerust passeeren.
Daar de prijs van het witte metaal nog geen
faoemenswaardige verbetering heeft ondergaan,
konden ook de Mexicanen zich niet veel verbeteren.
Met moeite haalden zij eenigen tijd geleden 40 pCt.,
doch deze inspanning schijnt te groot te zjjn ge
dweest, zoodat zij wederom een fractie hebben
moeten prijsgeven.
Dank zij de regeling, waartoe de Funding
Loan heeft geleid, sluit de dienst van Brazilië
'met een overschot, waarvan echter het grootste
deel voor den dienst der Funding Loan zal moeten
worden aangewend, doch, indien de financiëele
regeling niet tot stand ware gekomen, zou de
wisselkoers heel waarschijnlijk aanmerkelijk lager
Zijn geweest, en een meer of minder groot tekort
zijn ontstaan. Hieruit blijkt dus de goede zijde
Van het Moratorium en de Schuldregeling,
i De mindere aantrekkelijkheid, welke de buiten
landsche fondsen voor ons publiek haddon, wekte
meerdere belangstelling voor onze eigen fondsen
op, waarvan de Tabaksaandeelen en
Goudmijnwaarden in de eerste plaat9
profiteerden. Van de Indische Mijnwaarden waren
het de Soemalata- en Noord-Celebea aandeelen,
welke het meest de aandacht trokken. De Tabaks-
markt verkeerde in een zeer willige stemming.
Byna alle soorten werden aanmerkelijk hooger
verhandeld, voornamelijk de Amstordam-Deli,
Amsterdam-Sumatra, Deli-BataviA, Langkat Cul
tuur A en Senemhah-aandeelen. De Petroleum-
markt was iets minder geanimeerd. In een be
schouwing, welke de .Frankfurter Zeitung" over
de Rumeensche petroleumindustrie geeft, wordt
geen aanlokkelijk beeld gegeven van de toe
standen daar on van wat men te verwachten
heeft, wanneer men niet bijzonder goed uit de
oogen heeft gekeken bij het aangaan van land-
contracten en de overneming van concessies in dat
koninkrijk.
Hoewol de Petroleumindustrie in Rnmenië in
de toekomst zeer voordeelig schijnt te zullen
worden, zoo blijkt het toch, dat bij het aan de
markt brengen van concessies groote zwendelarij
aan de orde van den dag is, en Petroleumterreinen
verre boven de waarde op vreemde markten, en
wel voornamelijk in Holland aan de markt worden
gebracht, waaronder er zijn, waarvan het ten
slotte blijkt, dat do verkooper al zeer weinig recht
heeft gehad, getuige ook het proces, dat de
Rumeensche Petroleum-Maatschappij Amsterdam
voert, welker teireinen, hoewel bonafide verkregen,
ten slotte blijkens een ouder contract aan een
ander bleken toe te behooren. Voorwaar een
prettige gewaarwording!
Het verslag van de Nederlandsch-Indische
Petroleum-Maatschappij geeft, dunkt ons, genoeg
zaam te kenuen, dat de goede verwachtingen
voorloopig nog wel op stal gezet kunnen worden,
want tot dusverre heeft men met de boringen
geen enkele maal succes gehad. De ingenieur
blijft echter de hoop koesteren, dat, zoo de boriDgen
maar worden voortgezet, op succes mag gerekend
worden. Nu, dit willen wij gaarne geloovon. De
vraag zal echter zijn, of het kapitaal van de
Maatschappij evenveel weerstandsvermogen zal
bezitten als de moed van den ingenieur.
De Amerikaansche Spoorivegrnurkt bleef vast,
voornamelijk op grond van de steeds vooruitgaande
ontvangsten, waarvan voornamelijk Norfolk Wes
tern, Southerns, Unions, Ontario's on Nash villes
profiteerden. Wanneer de ontvangsten der Norfolk
Western zoo gunstig blijven, ziet men de uitkeering
van dividend op de Commonsharos binnen een niet
al te lang tijdsverloop te gemoet. Overigens valt
er op het gebied van de Amerikaanscbe Sporen
niet veel te vermelden. Rijnlandsche Bank.
llazerswoude. Donderdagavond hield cr.
B. Van Meer, van Utrocht, in „Salvatori",
alhier, zyn aangekondigde ltzing over „Eenige
gedachten over de uitverkiezing."
De begaafde spreker oepaalde zijn aandach
tig gehoor alLroorst bij de grootheid Gods.
GoJ ls oneindig vtrheven boven ons veratand.
Maar al kunnen wij Hem niet begrijpen, toch
kunnen wij in Hem golooven. Zeer verkeer
delijk hebben velen in onzen tijd op het gebied
der bijzondere openbaring in Gods Woord den
stelregel aangenomen: ik begrijp het niet;
dus is het ook niet waar. Niemand zal op
natuurkundig gebied zoo spreken en bijv.
durven zeggen: ik begrijp de electriciteit niet,
dus ze bestaat niet. Een van de waarheden
der bijzondere openbaring is „de uitverkiezing."
Spr. ging den strijd na, die hierover m Ct
17de eeuw tusschen oe Remonstranten en
de Contra Remonstranten is gevoerd, en wees
er op, hoe ook in onze dagen velen afkeerig
zijn van de uitverkiezing (die spr. liever een
waarheid dan een leerstuk noomt), terwijl er
weer anderen zijn, die alleen hem voor recht
zinnig in den godsdienst erkennen, bij wien
het spreken over de uitverkiezing schering
en inslag is. Spr. waarschuwde tegen het
gevaar, dat ieder loopt, die de uitverkiezing
pasklaar wil maken voor hot menscheiyk
verstand: dan wordt ze tot een doode formule,
een verateenend systeem. Ook merkte hij op,
dat io den Heidelbergschen catechismus slechts
zeer spaarzamelijk op twee plaatsen over
de uitverkiezing wordt gesproken. Voorts
kwam spr. op tegen de beschouwing als zou
de uitverkiezing iets geheel aparts zijn. God
ia in zijn ganscbe wereldbestuur, op elk terrein
uitverkiezend, zoowel op het terrein der alge-
meene als op dat der bijzondere genade. Spr.
nam voor beide terreinen, waarop zich de
uitverkiezing openbaart, drie kringen aan:
de verkieziog der volken, die der geslachten
en óie van personen. Hg trad hierbij in
uitvoerige beschouwingen, die hij door
onderscheidene voorbeelden trachtte te ver
duidelijken.
Uitvoerig behandelde spr. „de uitverkiezing
ter zaligheid", hierbij wijzende op het treurig
misbruik, dat sommigen van de waarheid der
uitverkiezing maken. Hü noemde het een
jammerlijke poging, om de schuld vaD het
„verloren gaan" op God te werpen. De roep
stem tot bekeering komt tot allen en niemand
heeft het recht om te zeggen: oio uitnoooiging
betreft m\j niet. Tegenover „de uitverkiezende
genade" staat „onze eigen verantwoorde
lijkheid."
Ten slotte wees spr. op den grooten troost,
dien de waarheid der uitverkiezing voor alle
geloovigen bevat.
Da vereeniging „Nut en Genoegen" gaf
Donderdagavond haar tweede en 1 atste uit
voering in cit seizoen. De benedenzaal van
Cafó „Rodenburg" was eivol.
Nadat de voorzitter, de heer A. H Goldberg,
de lotgevallen der Veroanlgiog, sedert de
vorige uitvoering, had aangestipt, opende hij
met e&n hartelijken welkomstgroet deze bijeen
komst. De eerevoorzitter, de heer J. C Van
der StijleD, voor deze gelegenheid uit Rot
terdam, zjjn tegenwoor i^e woonplaats, hier
heen gekomen, bracht ruimschoots zijn deel
aan het welslagen van den avond by, terwijl
de heoren A. Maul en J. Michaelis, beiden
van 's-Gravenhage, de zangstukken met viool
en piano zeer verdienstelijk begeleidden.
Voorgedragen werden: lo. „O, diel", 2o.
„Een nare nacht", 3o. „Fransche chic en
Hollaodscbe manieren", 4o „Een ziektegeval"
en 5o. „Hagenaar en Amsterdammer". Het
blijspel „Groote lui", dat evenals de genoemde
stukken vóór de pauze werd opgevoerd,
schijnt zware en volhardende studie te ver-
eischen; maar werd toch ongedwongen ge
speeld.
Na de pauze volgden: lo. „Transvaalsche
illusion"; 2o. „Drieske de Scharensliep";
8o. „Ketelmuziek" en 4o. „Vrooiyke kaal
koppen". Als toegift verschenen op het tooneel
5 Transvaalsche Boeren in vollen wapendos
en met een vierkleur, gedragen door één
hunner. Vooral toen zij, beschenen door
Bengaalsch licht, hun volksliederen aanhieven,
was het effect van dit tableau-vivant zeer
groot.
De meeste nummers schenen het publiek
goed te voldoen. Het is dan ook een feit, dat
„Nut en Genoegen", na haar veeljarig bestaan,
bij het publiek een „potje breken" mag. Al
zitten sommige stukken er wel eens wat losjes
in, en al zijn de zaDgers den pianist of omge
keerd ie de pianist den zangers soms wat vóór,
dat vergeeft men hun gaarne, „want", zegt
men: „de tyd van repetitie en stu-ie was te
kort pa de gelegenheden om sameD te komon
waren schaarsch".
Gezellig vra3 de avond in hooge mate en
de stemming onder spelers en publiek zoo goed,
als men maar wenschen kan. Na afloop van
het programma bleven velen nog een poosje
na, om als vergoeding voor de inspanning
van het spolen en toeschouwen, een paar
prettige uren aan de uitvo ring vast te knoopan.
Donderdag, 1 Maart a. s., aes avonds to
zeven ureD, zullen ia het lokaal van den heer
C. L. Bo rs de eerste stappen gedaan wonen
tot het vormen van een afdeeling van de
vereeniging: „Volksweerbaarheid". De heeren
mr. J. Bruyn, burgemeester dezer gemeente,
J. D. Van den Akker, J. Koetsier, C. Korte-
weg, J. M. Kok, J. Dekker, A. Fortgens, A.
H. Goldberg. H. Hortensius, J. V.in der Loo,
G. Maaskant, P. Van der Spek, J. W. Timmer
mans, J. Vellekoop, J. Ventu en J. Gaar
keuken en zoon kunnen nu reecs tls besliste
voorstanders worden g noemd.
Het zal niet noodig zflo, waar het een
al genu-en belang, e;ii daad van vaderlands
liefde gelat, allen manlijken ingezetenen toe
to roepon: „Komt op ueze vergadering!" Wie
zou wegolflven? Elk, oie don leeftijd van 16
jaren heelt lercikt, is welkom. De contributie
zal minstens f 0.25 p.^r jaar bo ragen.
Katwijk. Het gure woor der lautste dagen
is oorzaak, dat gisteren de eer6ta schuit ter
kantvisscherjj kon afvaren; bijna alle vaar
tuigen zyn door den hoogen vloed tegtn de
duinenrfl opgeworpen, zoodat zij eerst afge
trokken moeten worden.
Voor co lichting 1900 dezer gemeente
zijn tegen Maart a. s. opgeroepen 16 lotelingen
ten gevolge waarvan nummer 24 tot heden
buiten oproeping blijft.
Rijnsburg. Nooit hebben wij het kerk
gebouw zoo stampvol, zoo dicht bezet gezien
als bij do gelegenheid deze week, toen ds.
H. Van Druten zijn 25-jarige Evangelie
bediening herdacht. Het zal den geachten jubi
laris zeker verheugd hebbeD, zoovela ambts
broeders en afgevaardigden van kerkelijke
corporaties aanwezig te hebben gezien.
Nadat door de gemeente Ps. 136 vers 1 was
gezongen, gaf ds. v. Druten in een schoons rede
naar aanleiding van bot gedeelte van Lucas 22
vers 36: „heeft U ook Iets ontbroken?" een
overzicht van zijn 25 jaren werken en streven
als predikant in verschillende gemeenten,
waarvan de Rijnburgsche gemeente 19 j^ren
zijn ten goede gekomen. Met een dankbaar
hart kon hij zeggen: „mi) heeft niets ont
broken, de Heere was ook voor mU goed,
onuitsprekelijk goedl"
Ten slotte dankte hty de aanwezige ambts
broeders voor hun aanwezigheid en blijken
van belangstelling, den secretaris van het
Provincial Kerkbestuur, den voorzitter van
het Classikaal Bestuur te Leiden, den aan
wezigen Ouderling van Linscboten (een zijner
voormalige standplaatsen). Kerkeraadsledon en
kerkvoog en spr-k by afzonderiyk toe.
Namens den Ring- Noordwflk vertolkte ds.
A. J. Ruys van Oagstgsest de gelukwenschon
aan den jubilaris. Hy sprak van diens plicht-
ijverig werken voor zijn gemeente, zijn mede-
aröeiden aan het heil der kerk als lid van
kerkelijke besturen, zyn groote werkkracht,
gebleken uit zyn ia het licht gegeven ge
schriften.
De secretaris van het Provinciaal Kerk
bestuur, ös. A. Loef, te Dordrecht, sprak
namen3 deze corporatie, wenschte ook de Ge
meente geluk en wees baar op het goede-lat
zy in dezen leeraar had ontvangen, maar
ook op de grootere verantwoordelijkheid
daardoor.
De voorzitter van het Classikaal Bestuur
te Lei ien, ds. J. Nierstrasz, bracht de geluk-
wenschen van dit kerkelijk college over.
Ds. v. Druten dankte de verschillende 6pre-
kers, zichtbaar innig geroerd.
Hierna zong de Gemeente het 7de vers
van Ps. 89. By het begin en het einde van
deze plechtige herdenkingsbtonde zong de
Car. Zangvereeniging „Excelsior" den leeraar
een tweetal lijderen toe, uitsluitend voor deze
gelegenheid gedicht door haar directeur, den
heer K. A. v. Unen.
Den vorlgeu avond was door een commissie,
wier woordvoerder de heer J. G. Vreesvyk,
hoofd der Herv. school, was, den jubilaris
te zynen huize een geldelyke feestgave aan
geboden, vergezeld van een sierlyk album,
waarin door den heer Vreeswyk alle namen
der gerers prachtig waren gecalligraphetrd.
Ook van het provinciaal kerkbestuur en de
Ringbroeders ontving hy stoffelyke hulde
blijken, die hem dezen jubiló-dag tot een
blijvende herinnering zullen maken.
De volgende jongelieden zullen zich a. s.
7 Maart moeten aanmel en te Leiden, ten
einde aan hun militioplicht te voldoen: G.
Passchier, C. Zandbergen Jz, A. Verhaar,
J. v. Klaveren Jz., T. Heemskerk en j. Van
der Kwaak.
ALFEN. Bevallen: M. Stapper geb. Treur
Z. M. Bakker geb. Herskamp Z. Uithol
geb. Kranenburg D. B. Zuijdam geb. v. Leeuwen
D. M. De Bruin geb. Goes, levenl. D. P.
Schouten geb. Van Nood, levenl. Z.
Overleden: D. Meijer Z. 8 j. A. C.
Oudejaos D. 6 m. A. Veenendaal Z. 5 m. -
T. Hogerbrug D. 1 j.
Gehuwd: C. Dolman jm. 22 j. en C. J. Van
Soest jd. 21 j.
AAKLANDERVEEN. Bevallon: L. v. d.
Laken geb. Idenburg D. L. Plug geb. Vonk
D. A. De Jong geb. v. d. Bosch D. M. K,
Bruines geb. De Man Z.
Overleden: M. Bos, wed. C. J. Van Hoorn,
82 j. E. Pieterse, echtg. van J. Ouworkerk,
67 j. C. M. Prins D. 2 j.
HILLEGOM. Bevallen: B. W. v. d. Schoot
gob. Roozen D. N. v. Diggelen geb. Vos Z. —r
P. v. d. Loo geb. Brouwer Z. A. v. d. Jagt
geb. Paase D.
Overleden: H. Jansen 1 m.
NIEUWKOOP. Bevallen: G. Lelieveld geb.
Hoogerwerf Z.
Overleden: L. Koole, echtg. van P.Rijlaars
dam, 85 j. Jac. Van Bentum, wedn. van P.
Blom, 78 j. J. v. d. Loo, wednr. van E.
Berkenstein, eerder van A. Heijne, 74 j.
o
El)
„Ook ook jy," mompelde zy met
hleeke lippen.
„Ik atetf, Jeanne.... ik bad je zoo lief,
zoo lief 1O, Jeanne, zeg my nog eene,
dat je my niet meer haat!"
Hy strekte de handen uit, en Jeanne bracht
die aan de lippen, terwyi haar vader den
stervende steunde.
„Vaarwel, Victor 1" sprak zy, als in een
droom. „Ik haat je niet.... je bent geluk-
kiger dan ik
„Gelukkigl" hygde de jonge man, „ja....
nu je my vergeven hebt.... Zeg mynvader,
hoe ik gestorven benvoor jouvoor
het vaderlandvaarwel
Hy zakte ineen. Zacht legde De Parmentier
hem neer, en zyn vrouw trachtte het bloed
te stelpen, terwyl haar man heenging om bulp
te halen.
Jeanne zag een pooe met omfloereden blik
naar den gewonde. Toen verwyderde zy zich
langzaam. Haar moeder riep, maar zy lette
hierop niet en ging het park in, waar nu
Btilte was gevolgd op de razerny van den
•trjjd.
Na eenige minuten keerde De Parmentier
iterug met twee knechts, die hem hielpen
Osd zwaar gewonde in de torenkamer te
ifcagen.
„Waar is Jeanne?" vroeg haar vader.
„Ik weet het niet," antwoordde zyn vrouw.
„Zy ia weggegaan; waarachynlyk kon zy de
treurigheid niet langer aanzien."
„We moeten haar toch zoeken I Ze deed
zoo vreemd! Het gevecht is nu afgeloopen.
De Pruisen bezetten de stad en ook dit hui3.
Da onzen trekken haastig naar bet Zuiden
terugAl dat bloed is tevergeefs ver
goten Waar ging Jeanne heen?"
„Het park in."
„Naar het park? Waar het gevecht op zyn
hevigst was? Henrietta, biyf hier by Victor;
ik zal zien, dat ik baar vind."
Hy behoefde niet ver te gaan om haar te
vinden. Slechts enkele schreden in het park
daar lag zy bowegingloos, als ware ze neer
gestort, getroffen door een vyandelyken kogel.
Haar armen omvatten bet lichaam van een
Pruisiechen jagerofffcier; haar gelaat rustte
aan zyn borst, die bedenkt was met bet bloed
uit meer dan één wonde.
XVII.
Slot „St.-Agathe" was in een hospitaal
herschapen. De etrpd had veel offers gekost.
In het park werd een reusachtig graf gedolven
voor de doodenin de zalen en kamers lagen
de gewonden op ryen, hier de blonde, stoere
Duitschers, daar de zwartlokkige zonen van
Zuid-Frankryk, thans allen door het lyden
voreenigd.
De Duitsche militaire artsen werden wakker
bijgestaan door geneesheeren en vrywillige
verplaegstors uit Chatillon. Ook Jeanne wydde
zich aan die taak. Den meesten tyd wydde
zy aan de beide officieren, die elk een kamer
van de bovenverdieping hadden gekregen.
Axel was zwaar verwond door de mitrail-
leuze-lading; hy had eenige kogels in de borst
en in oen arm gekregen; de dokters gaven hem
eerat op, maar het jonge leven bleek meer
weerstandsvermogen te bezitten dan zy
dachten. Hy lag echter dagen achtereen
bewusteloos.
Victor bad een bajonetsteek in de borst;
ook zyn toestand was gevaarlyk.
Jeanne verdeelde haar tyd tusschen deze
twee gewonden. Haar vader sloeg baar
dikwyis met vorscbenden blik gade; het ver
wonderde bem, dat zU zooveel aandacht
wydde aan den Duitscher; maar by scheen
genoegen te nemen met de opheldering, dat
zy dien luitenant Von Simmern in het begin
van den oorlog had leeren kennen op „Per-
notte." Er was buitendien in deze dagen
zooveel te doen, dat er geen tyd overschoot
voor intieme gesprekken; de zorg voor de
gewonden drong al het andere op den
achtergrond.
Er was aan kapitein Hoftor getelegra-
pheerd, en men verwachtte eiken dag de
komst der familie.
De arts bad Victor's kamer verlaten, Jeanne
aanbevelend goed op den gewonde te letten.
„Zyn toestand bevalt my niet," verklaarde
de dokter; „by is zoo opgewonden; tracht
hem tot kalmte te bewegen, anders kan bet
verkeerd loopen."
Ofschoon deze woorden gefluisterd werden,
had de zieke er toch iets van opgevangen.
„Wat zei de dokter?" vroeg hy haaetig.
„Moet ik sterven?"
„Véór alles kalmte," vermaande Jeanne.
„Biyf rustig liggen; spreek niet; tracht zelfs,
niet te denken."
„Hoe kan ik dat?" zuchtte de gewonde.
„Je weet, Jeanne, dat myn gedachten steeds
by jou zpn."
„Als je nog één woord spreekt, ga ik do
kamer uit."
„Ik zal kalm zyn, heel kalm. Biyf bierl
O, wat ben je goed en lief voor myi"
Hy lag onbeweeglyk, het oog gericht op
Jeanne, die by bet raam plaats nam en ging
lezen of liever: trachtte te lozen. Haar ge
dachten echter dwaalden af naar de toekomst.
Had zy nog een toekomst? Lag niet haar
leven véér baar ale een puinhoop? Acb, wat
zou de toekomst anders voor haar zyn dan
één grauwe, eentoDige, vreugdelooze dag. Zy
gevoelde geen smart of vreugde meer; zy
vervulde haar plicht, zonder hoop, zonder
vrees. Het was, of alle leven in haar hart
was gestorven; zy wandelde over de aarde
als een doode.
„Jeanne," fluisterde Victor.
Zy echrikte op uit haar gepeins.
„Heb ik niet gezegd, dat je kalm biyven
moet; dat je niet moogt spreken?"
„Ik moet spreken, Jeanne; anders stik ik.
Je bent zoo goed, zoo vriendeiyk voor my.
Zeg my één ding: heb je my gebeel ver
geven?"
„Ik heb je vergeven; dat weet je immers l"
„O, je zegt het enkel om my gerust te
stellen."
„DwaasheidI Waarom geloof je my niet?",
„Ik kan je Blecbts gelooven, als je my
een belofte wilt doen."
„Welke?"
„Myn vrouw te worden, als ik genezen ben 1"
„Victor?!"
„O, ik wist het wel: je hebt my niet
vergeven."
Hy wierp zich achterover in do kussens
en lag onbeweeglyk, met gesloten oogen.
Zy trad nader, vervuld met een innig,
diep medelyden, dat sterker werd, toen zU
de tranen zag te voorschyn komen van
onder zyn gesloten oogledenWaarom
zou ze hem die belofte niet doen? Waarom
kon ze zyn vrouw Diet worden? Zy maakte
daardoor ten minste een mensch gelukkig
Den ander, die in gindsche kamer worstelde
met den dood, kon zy toch nooit toebehooren
nooitin den dood niet, en in het leven
Diet. Haar plaats was aan de zyde van dezen
man, in het midden van haar bloedverwanten,
in baar vaderland, dat die andere bad
bestreden. Op eenmaal leek het haar niet
eens meer een offer, Victor de hand te
reiken; het was veeleer een plicht, dien zjj
haar volk, haar vaderland schuldig wael
(fferdt vervolgd.)