N9.12262
Maandas; 13 Februari.
A0. 1900
<f?e2e feousasA wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven
M Zuid-Airikaanscho Verecniging.
Feuilleton.
- - -
PRIJS DEZER GOTKAJHTi
Voor Leirlen por 8 maanden. t.fifc
Franco per post», 1.40*
Afzon clerlyke Nommers d 0.05/
PRUS DEB. AD V j&RTEN TIÜNl
Va» !«»0 régels l.Oö. Iedere regel meer 0.17}. Grooter^
letters naar plaats ruimte Voor het incasseeren buiten de etad
wordt f 0.06 berekend»
Afdeeling Leiden en Omstreken,
Door den Penningmeester is sinds de laatste
opgave ontvangen:
door bemiddeling van het Leidsch Dagblad
Omdat de Fiepera, Fiet, Keesje on
Pleuntje, niet thuis wsren 0.675
Op „een 20-jarig feestje van Jozef
«n Saar van J. B.0.70
Van eTn gez-llig domino spelletje,
omdat Mina zoo'n kiespijn had 0.40
Van -ie domino tafel van Hotel
-Lio i o'Or"4.60
Onbekend 0.08
Bedragen kuanen worden toegezonden aan
aen Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
aan het Bureel van dit Blad.
orüciëele Kenulsgevlngen.
Ba gamceaier en Wathoudois v*n Leiden,
Gceiüu de m inTe v*n de Gedeputeerde St-aten
der provincie Z id- olUrd, d i. 6/V Februari jl.,
jB No. 6S7 (late af'.) O. 8. No. 30/2;
Brengen bij dezo ter algemeone kennis, dat door
een commiesie uit voornoemd ooilege, ter voldoening
aan art. 2ó der Hindern-oi op Znterd&g S M.iart
aaaat., 'a voormiddag» te eif nren, op het Riadhaia
dezor gemeente gelegenheid zal worden gegev n ooi
bezwaren in te brengen tegen de oprichting van
tvroo eioomkoteie, perspompen on verdere inrichiiugen
ten behoeve van het nieuwe Laboratorium voor
organische ch mie, aan de Middelste straat van
Yr.enyk, alhier.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
10 Febr. 1900. VAN HEY8T, Secretaris.
Leiden, 12 Februari.
Blijkens een achterstaande advertentie heeft
het bestuur van „Sempre Crescendo" th >ns,
in plaats van mej. Pregi, geëngageerd: den
heer Arthur Van Eweyk, bariton, uit Berlijn.
Deze jonge zanger, geboortig uit Milwaukee
in den Noord-Aaurikaanscbon Staat "Wiscon
sin, heelt in den Uatsten tija veel van zich
doen sprektn^Reeje in 1898 schreef een der
grootste i-Qitacbe dagbladen (de „Vossische
Zeitung") o. a. over hem: „Zyn stem klonk
verrukkelijk schoon en week, en by legae een
warmte en temperament van voordracht aan
den dag, als nog nimmer te toreo.
Sinds heeft zoowel z|jn stem aan adel en
omvang als zyn voordracht a^n uitdrukking
en voornaamheid belangrijk gewonnen.
Bovendien is sinds Maart 1897 geen zanger
meer als solist op „Sempre" opgetreden. Men
verzuime dus niet dezen talentvollen zanger
(3e „National Zeitung" noemde hem: eender
beste Duitsche oratorium zangers) te gaan
hooren.
De aanbieding der inteekoniyst, geschorst
na de quaestie met Mare. Pregi, zal morgen
worden hervat.
Den gemeenteraad worafc door B. cn
Ws. aangecoden een staat van belasting
schuldigen, voorkomende op het kohier der
plaatselijke directe belasting, dienst 1899, cie
de gemeente hebben verlaten of overleden zijn.
Zy stellen voor afschrijving te verleenen op
de aanslagen tot de bedragen, in dien staat
vermeld.
Tevens leggen zy over een vierde ljjst van
reclames tegen de kohieren der plaatselijke
directe belasting over 1899 (lste en 2de sup
pletoirs kohieren) en stellen zij voor te hand
haven de aanslagen van G. J. Koolemans
Boynen en K. A. Rombach; en te verminde
ren de aanslagen van W. J. M. Borst Pauwels
met f 11.44; J. A. Kwisthout met f 3.79 en
F. Paulides met f 0.81.
T.r vervulling der vacature van 3de
onderwijzeres aan de Openbare Meisjesschool
lste klasse, ontstaan door het mot ingang
van 15 Januari 11. aan mej C. Japikse verleend
eervol ontslag, wofdt den gemeenteraad de
volgende voordracht aangeboden: lo. mej.
G. Zindel, 3de onoerwyzeres aan de lagere
school der 4de klasse No. 2; 2o. mej. M. Da
Vries, 3do onlerwyzerea aan de lagere school
der 3de klasse No. 4; es 3o. mej. M. Klinkert,
tijd-, lijk onderwijzeres aan de Meisjesschool
lste klasse.
Onder overlegging van het verzoek van
den heer F. Van der Kloot, tegen welks
inwilliging bij B. en We. geenerlei bezwaar
bestaat, geren zij in overweging te besluiten
het perceel Lokborststraat 20, met ingang
van 15 Maart a. s., wederom voor den tijd van
één jaar ala kaaspakhuis aan hem te verhuren
voor de som van f 100 per jaar, en voorts
onder de bestaaode voorwaarden.
Zij ge»eo in overweging eveneens gunstig
te beschikken op het verzoek van den heer
Th. B. Van Wettum, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld over het eerste
kwartaal van den loopenden cursus voor zijn
pupil J. Van Konijnenburg, die sinds 8 Jan.
als lec-rling tot de Hoogere Burgerschool voor
Jongens is to-gelaten.
De Commissie van Fiuanción heeft tegen
den in haar handen gesteleen staat van af-
en overschrijving van de dienstdoende Schut
terij, dienst 1899, ^eon beienkiogen.
Teil gevolge van oe ongesteldheid van
dr. D. De Loos werd door B. en Ws. ingevolge
art. 16 der Verordening van 5 Juni 1879
by besluit van 9 November 1899, op voor
dracht van curatoren en met goedkeuring van
don Inspecteur, het onderwijs in de scheikunde
aan het gymnasium tijdelijk opgedragen aan
den heer P. J. Montagne, Ciiem. Doet. alhier,
tegQQ een vergoeding van f 2.50 per lesuur.
Krachtens het derde lid van bovengenoemd
artikel behoelt echter zulk een oporacht,
wanneer zij voor onbepaalden tijd is geschied
en later bljjkt, dat de tijdelijke waarneming
langer dan drie maan jen zal moeten duren,
de bekrachtiging van den Gemeenteraad en
de goedkeuring van den Minister van Binnen-
lanjsch© Zaken.
Aangezien nu de gezondheidstoestand van
dr. De Loos hem niet veroorlooft zijn lessen
te hervatten cn oe termijn van rio maanden,
gedurende welken de heer Montagne mot bet
onderwijs in ce scheikunde is belast, weldra
zal zijn verstreken, geven B. en Ws oen
gemeenteraad in overweging de tijdelijke be
noeming van den heer Mo itagne tot leeraar
in ce scheikunde tegen een vergoeding van
f 2.50 per lesuur met '6 Raads goeokeuring
te bekrachtigen.
Tevens 6tellen zij voor over te gaan tot
vaststelling van een staat van af- en over
schrijving, dienst 1900, ten bedrage van f 75,
ten einde in de kosten der waarneming te
voorzien tot 1 Mei a. e., tegen welken datum
door dr. De Loos eervol ontslag uit zijn
betrekkiDg is aangevraagd.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven
zijn thans nog f 36,312 beschikbaar.
Verder is tydens oe ongesteldheid van dr.
De Loos het onderwijs in de scheikunde am
de Hoogere Burgerschool voor Jongens ten
deele opgedragen aan dr. Klobtie. Toen even
wel bleek, dat dr. De Loos zijn lessen voors
hands niet zou kuDnen horvatten en tevens
er. Klobbie door ongesteldheid verhinderd
werd enkele lessen te geveD, achtte de Com
missie van Toezicht de tijdelijke opdracht
van een gedeelte van het onderwijs in de
scheikunde aan een anderen leeraar nood
zakelijk, omdat de andere bezigheden van dr.
Klobbie dozen beletten meer lesuren aan de
Hoogere Burgerschool op zich te nemen; en
dit te meer, waar uitbreiding van de lessen
1q de scheikunde zou kunnen noodig bljjken
om bet verzuimde in te halen. Dientengevolge
werd op voorstel der Cocamissie en met goed
keuring van oen Minister van Ëionenlandsche
Zaken en van een Inspecteur van het*M. O.,
het onderwijs in oe scheikunde in de 4de
klasse en de leiding van de practische oefe
ningen in de 4de en 5de klasse opgedragen
aan den heer G. M. Rutten, doctorandus in
oe scheikunie, alhier, tegen de gewone be
looning van f 2 50 per lesuur, terwijl hem
later, wanneer oat noodig bljjkt, no,' meer
lesuren zullen kunnen worden opgedragen.
Op grond van het bovenstaande geven B.
en Ws. tevens in overweging huu te machtigen
tot de uitgaven, welke met deze voorziening
in het onderwijs zullen gepaard gaan, terwjjl
zjj te zjjn6r tyd, waoneer de werkelijke uit
gaven zulien vaststaan, een voorstel tot rege
ling dier uitgaven op de be?rootiog van het
loopende dienstjaar zullen iadienen.
Opni uw werd om advies in handen der
commissie van financiën gesteld het coor
den heer A. J. Van Hoeken J Jzn. ingo
oiende voorstel tot wijziging der Verordening
op de heffing van een plaatselijke directe
belasting, waarvan de behandeling in de
gemeenteraadszitting van 1 Dec. 1898 werd
aaogehoudeu.
De laatstelijk gewissel 'e stukken het
verslag van Burg. en Weths. van 28 Dec.
1898 en de nota van den beer Vau Hoeken
van 15 Jan. 1900 zijn door de commissie
met alle aandacht overwogen. Doch daardoor
is geen wijziging gekomen ia het gevovlen,
neergelegd in haar vorige advies van 8
O.to >er 1898.
De commissie bljjft van meening, dat aan het
voorstel v n een heer Van Hoeken, al moge
het in het algemeen wenscheljjk kunnen ge
noemd worden, ernstige bezwaren zjjn ver
bonden, die de aanneming stellig moeten doen
ontraden.
In 'e Raads vergadering van 1 Dec. 1898
werd de wensch uitgesproken, dat de te
nemen proef over ten minste twee jaren
zou loopen. De commissie zou, met de er?*
ring van 1899 voor oogen, meenen, dat daar
toe alle8ziu8 aanleiding bestaat, en hoopt, dat
Burg. en Wetbs. geen bezwaar zullen maken
in 1900 op dezelfde wijze voort te gaan. Zjj
geeft dus in overweging:
lo. B. en Ws. uit ts noodigen, met voort
zetting der in 1899 genomen proef, ook bjj
de behandeling van heit kohier der plaatselijke
directe belasting over 1900, ingeval van
toepassiüg van art. 15 der Verordening, den
belastingschuldige in de gelegenheid te stellen,
schriftelijk zün bezwaren in te brengen en
waoneer daartoe naar hun meening aanleiding
bestaat, den reclamant nog nader mondeling
te hooren;
2o. B. en Ws. uit te noodigen, van den
uitslag dezer proef mededeeliug te doen aan
den Raad;
3o. de behandeling van het voorstel van
den heer Van Honken inmiddels aan te houden.
De rederijkerskamer „West Frisia", van
Hoorn, behaalde in den tooneelwedstrjjd
van „Jacob Cats" gisteravond zeor veel succes.
Na het treurspel „Medea" werden de optre
denden viermaal teruggeroepen. Ook het blij
spel „De koopman in oudheden" vond veel
bjjval. De Schouwburg was uitverkocht.
Naar wjj vernemen, bevat het programma
der Liedertafel „Arioa" 4 nummers lste uit-
voeriog, o. a. „De Visscbers," verplicht koor
bjj het internationaal concours bjj gelegenheid
van de Vau-Dyck-fessten te Antwerpen in
Augustus. 1899. „Quintette", pour piano et
instruments a coroes van Jan Blockx.
„Der Reiter und sein Lieb"was verplicht
koor bjj het concours te Kassei ooder be
scherming van Z. M. den Duitschen Keizer,
en „Transvaal en Nederland", uitgegeven ge
heel ten voordeele van de Boeren in Zuid-
Afrika.
Hare Majesteiten de Koninginnen zijn
voornemens 14 Februari a. 8. het Casinobal
in het „Hotel den Ouuen Doden" te 's-Graven-
bage met Haar tegen wooraigbeid te vor
eeren.
De gezant van Ooatenrjjk Hongarije by
on3 Hof, de heer Ocolyceanyi, gaf Zaterdag
een diner voor hoofden van vreemde missiën
en leden der Hofhouding.
Met 1 Mei zal de gezant zyo tegenwoordige
wooing in het Lange Voorhout verlaten,
vermits met dien datum het Rgatiegebouw
ia eigendom overgaat van het Schilderkundig
Genootschap „Bulcbri Studio", dat het tot
kunst- en byeenkomstzalen laat verbouwen.
Te Assen is overleden jhr. mr. A. W.
Van Holthe tot Echten, oie daar van 1854
tot 1899 als notaris werkzaam wa6. Hy
maakte zich zeer verdiensteiyk ten aanzien
van landontgioning en kanalisatie in de
Drentsche veenstreken.
De gezon Jheiostoestand van den heer M.
Kingma Hzn Staatsraad i. b.g. d., enz., te
Sneek, die sodert eenigen tyd veel te wenschen
overlaat, is thans zoodanig verergerd, dat
het einde elk oogenblik te gemoet kan
worden gezien. Wegens kanker in den slok
darm kan geen voedsel meer genuttigd worden.
Jhr. mr. H. Van Wöede, benoemd
minister resident te Lissabon, zal voor belang
hebbenden aan het Departement van Buiten-
landsche Zaken te spreken zgn op Dinsdag
cn Woensdag 13 en 14 Februari, van dos
voormiddags tien tot des namiddags één uur.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. Gem. te Wagenborgen (toez.) door
ds. G. Van Wyhe, te Voorhout.
H. M. de Koningin en H. M. de Koningin-
Moeder waren gistervoormiddag tegenwoordig
by de godsdienstoefening in de Kloosterkerk
te 's Gravenhage, onder gehoor van ds. Van
Gheel Gilcemeester.
De liederavond van Tilly Koenen en
Ant. Tierie in Den Haag Zaterdagavond werd
bezocht door H.H. M.M. de Koningionen.
Precies te acht uren verschenen H.H. M.M. in
de stampvolle zaal. Het programma bevatte
liederen van Carissini, Brandts Buys, Wein-
gartner, Van Rennes e. a. De Vorstinnen
woonden het concert tot het einde by. Na
het laatste nummer was het succes van dien
aard, dat de concertgevers genoodzaakt waren
een bisnummer te geven: het oude Wilhelmus,
hetwelk een daverend applaus uitlokte.
Nadat de Koninglnnea vertrokken waren,
bleef het applaus zoo lang aanhouden, cat
de concertgevers andermaal op het podium
verschenen 6n nog een bisnummer gaven.
Daar H.H. M.M. particuliere concerten als
deze hoogst zelden met haar tegenwoordig
heid vereeren, kan het bezoek der Vorstionen
als een booge eer voor de concertgevera
worden beschouwd.
Aangezien de zaal geheel uitverkocht was,
zullen Tilly Koenen en Ant. Tierie In Den
Haag waarschyalyk een tweeden avond geven.
Omtrent do uitvoering van Bach's „Dia
H-moll M:sse", gisternamiddag in de Nieuwa
Luthersche Kerk te Amsterdam ooor de zang-
vereeniging der afd. Leiden van de My. tot
Bev. der Toonkunst, toont de „Tel." in het
verslag eerst aan waarom dit werk veel, zeer
veel toewyding vereischt van de uitvoerenden.
Hst leeuwenaandeel is het koor toebedeeld
en met groote toewyding kweet het zich van
zyn taak. Met groote zekerheid en met ge
lukkige intonatie werd byv. de dubbelfuga
bonae voluntatis in het gloria uitgevoerd.
Ook de heer Tyssen en mevr. Haas (alt)
waren zeer gelukkig. Het schip der kerk
was geheel gevuld, zoodat menigeen zich met
een plaats moest vergenoegen waar do tooa-
golven langs kronkelwegen het oor bereikten.
De acustiek kan soms leelyke parten
spelen en bet is niet onmogaiyk, dat ten
gevolge daarvan de zang van mevr. Noordewier,
die overigens met baar krachtige stem een
overweldigenden indruk maakte, nogal een
enkele maal op niet vreedzamen voet met
do uiapasoo verkeerde. Vooral bet „Laudamus
te," waarby de heer Veerman goed in den
styl en met mooien toon den viool solo ver
vulde, leed daar zeer onder.
Ook den anderen solistea worden woorden
van lof geschonken.
De minister van buitealaodsche zaken
geeft 27 dezer in Den Haag wederom een
diner aan leden van het diplomatieke corps
en andere genoodigden.
Oorlog eu Vrede.
2)
De heerlyke omgeving, met de roman
tische dalen en mooie bosschen tusschen
de rotsen en bergen, bood gelegenheid aan
,'tot prachtige wandelingen, en de kapitein kon
er het jachtgeweer lustig laten knallen. De
eenvoudige, met weinig tevreden menschen
bidden op „Cb&teau Pernette," aan den zoom
van het prachtige bosch, een kalm, genoagiyk
leven tot nu plotseling de oorlogsstorm
hm kalme rust kwam verstoren en aan de
idylle met één slag e9n einde maakte.
Mon verwachtte juist binnenkort het bezoek
van Victor, die oen paar weken verlof kreeg,
.en de ouders voedden in stilte hoop, dat dit
ibezoek mocht leiden tot vervulling van hun
wensch: een verbintenis tusschen hun zoon
'©n hun nicht Jeanne.
De heer Parmentier, oorspronkeiyk van
jPfalzburg, bewoonde nu te Ch&tillon, waar
izyn vrouw thuis behoorde, een fraaie villa,
'te midden van uitgestrekte wynborgen. Ook
iom Pfalzburg, waarheen hy elk jaar kwam,
Tjezat hy veel landeryen; hy gold voor een
ryk man.
I Jeanne en haar byna even oude broeder
<Maxime, die ook als officier diende, waren
■zyn eonige kinderen. De graad van bloedver
wantschap tusschen de Hoflers en de Par-
tnentiera was zeer ver; maar Jeanne en
Jo^épLine outmoatton elkaar in hetzelfde
pensionnaat, sloten vriendschap, en dienten
gevolge werden de banden vaster aangeknoopt.
Joanne logeerde sedert eiken zomer een
poos op „Ch&teau Pernetto", waar zy zeer
gaarne was. Ditmaal zou zy voor het eerst
ook neef Victor ontmoeten, en zy was zser
nieuwsgierig naar den jongen officier, die
reeds in -Afrika het Legioen van Eer had
veroverd.
Doch daar barstte de oorlogsstorm los, en
weggevaagd door zyn killen adem werd alle
hoop van de vreedzame familie.
De kapitein vergat spoedig de teleurstelling;
hy werd geheel in beslag genomen door de
gebeurtenissen. Eiken dag, soms twee-, drle-
maleD, ging hy naar Pfalzburg, om van majoor
Tailland, zyn ouden vriend en wapenbroeder,
nieuws te vernemeo, en hy vergezelde den
majoor by de inspectie der vestingwerken,
die in alleryl in staat van verdediging werden
gebracht; hy gaf wenken en raadgevingen
aan de jonge officieren en was overal te
vinden, waar eenige toebereidselen werden
gemaakt. In het café „Róunion", op het markt
plein, verzamelde hy steeds een aantal toe
hoorders om zich heeD, die geestdriftig
luisterden naar zyn verhalen over Frankryks
wapenroem.
In het café „Lebau", waar meerde oudere
officieren kwamen, hield hy krygskundigo
voordrachten, en in het hotel „De Stad Bazel"
soupeerde hy soms met de jongere officieren,
om nieuws van het oorlogsterrein machtig
te worden.
Kortom, er was in die dagen geen mensch
te Pfalzburg, die het zoo druk had als de
kapitein, en de garnizoens-commandant zoowel
als diens adjudant, wien het hoofd omliep,
kregen een schrik, als zy den gepensionneerden
officier zagen aankomen met zyn vragen en
raadgevingen, en zy liepen gaarne een straatje
om, ten einde hem te ontwyken.
Ook dezen morgen onttrok de commandant
zich aan den praatlustigen man door de vlucht,
hem toeroepend:
„Geen oogenblik tyd, kapitein 1 Er is bericht
gekomen, dat er heden een beslissend gevecht
bjj Reichshofen te wachten is I"
Eer do kapitoia nadere byzondorheden kon
vragen, was de commandant al verdwenen.
Slecht gehumeurd stapte HofFor het café
„Róunion" binnen, waar hy een aantal officieren
vond, iu druk gesprek over de ontvangen
depeche, welke meldde, dat sedert den vroegen
morgen in de nabybeid van Worth en Reichs
hofen werd gevochteü. Byzonderheden over
den slag ontbraken nog.
Kapitein Hoffer dacht er niet aan, naar
„Pernette" terug te keeron; hy bleef te
Pfalzburg, en met zyn gedachten was de oud
soldaat by de troepen van Mac Mahon, die
by dit gevecht betrokken moesten zyn. Eu
by die troepen was nu zyn zoon Victor.
O, het zou een dóg van glorio worden voor
het Fransche leger, voor den maarschalk,
voor zyn zoonl Eer de zon, die heeriyk scheen
achter de groene bergen der Vogeozen, ver
dween, zou zy de zegevierende adelaars van
het Fransche leger kussen, en, zooals er
gesproken werd van „de zou van Austerlitz",
zou er in later tyden gesproken worden van
„de zon van Reichshofen".
Uur na uur verliep, zonder dat een tyding
ontvangen werd door den commandant. Tegen
den avond echter liep er een vaag gerucht:
De Franschen hadden oen nederlaag geleden l
Niemand wist, van waar dat gerucht kwam,
noch wie het had verspreid; eerst werd het
gefluisterd, toen zacht gezegd, en eindeiyk
riep men elkander luide toe, dat het leger
van maarschalk Mac Mahon geslagen was.
De menschen keken elkandor verslagen
aan; de officieren snelden naar de kazernes,
de burgers bewogen zich in de straten; er
heerschte een drukkende onzekerheid, een
angstig voorgevoel van naderend ongeluk.
Voor de hoofdwacht was voortdurend een
groote menigte verzameld; ook Hoffer was
daar, en mot toornige gebaren trachtte hy
den menschen aan het verstand te brengen,
dat een nederlaag van het Fransche leger
ondenkbaar was. Doch er werd niet meer naar
hem geluisterd; men staarde naar de ver
lichte vensters van het bureau, waar majoor
Tailland en zyn adjudant aan het werk waren.
Het volk werd ongeduldig, zoodat de schild
wachten moeite haddeD, do opdringenden
terug te houden; er dreigde zelfs een vecht-
party te ontstaan.... Daar ging de deur
openmajoor Tailland en zyn adjudant traden
naar buiten. De oude krygsman stak de hand
op, en dadeiyk werd het stil.
„Ik moet u mededoelon, medeburgers,"
sprak de nnjoor met heldere, vèr klinkende
stem, „dat maarschalk Mac Mahon een slag
verloren heeft. Over de grootte der nederlaag
heb ik zelf nog geen bericht. Ik verzoek u,
da rust te bewareD. Morgen vroeg hoop ik u
nadere byzonderheden te kunnen mededeelen."
„Leve Frankrykl" riep een stem, en
juichend stemde de menigte in met dezen
kreet. Doch Hoffer kon niet meedoen; zyn
braaf, dapper hart was diep getroffen door
eon zoo geheel onverwachte tyding, en hy
vreesde erger nog voor de toekomst. Hy
verliet de stad en wandelde langzaam naar
zyn landeiyk verblyf.
11.
Op „Cb&teau Pernette*' wachtte men den
heer des huizes met ongeduld, daar ook hier
reeds de noodlottige tyding was doorgedrongen.
Tegen den avond begaven de dames zich in
de mooie laan van platanen, „Allóe des
Dames" genoemd, welke het landgoed met
den grooten weg verbond.
Zwygend liepen zy op en neer, telkens
uitkykend naar den kapitein. Eindeiyk de
maan was al op zagen ze hem komeD, da
hooge gestalte gebogen, langzaam, vermoeid
voortwandelend, zwaar leunend op zyn stok.
„Henri, is het waar, heeft de maarschalk
een slag verloren?" vroeg mevrouw Hoffer
zenuwachtig, terwyi de meisjes angstig dea
ouden man aanzageQ.
\Wordt vervolgd.)