N0.12P59 Donderdag 8 Februari. A°. 1900 <§eze gouiant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Nod. Zuid-Afrikaansclie ïereeniging. Feuilleton. Een wonderlijke geschiedenis. LEIDSCH DA&BLAD. PKIJS DEZKB COTBAHT» Voor Loldan pet maanden. Franco pet post Afzonderlijke Nommert K 1.10. 1.40. 0.05 PRUS DHR ADVKRTENTIËHl Va?» 1—6 regels 1.06. ledore regel mee* 0.17}. Grootar* letters naar plaatsruimte Voer het tncasseeren btötCD de Stad wordt ƒ0.06 berekend. Afdceling Leiden en Omstreken. Door den Penningmeester is sinds de laatste opgave ontvangen: yan een Duitsche firma l 11.76 yan Oddio yoor de Boertjes. 0.26 door bemiddeling van het Leidsch Dagblad: r gecollecteerd op "Willemina's verjaardag, ,6 Februari 1900ƒ0.495 gecollecteerd op bet zilveren feest yan Oom Cor,2.41' Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Leiden, 8 Februari. - H. M. do Koningin vereenlgt boden non tafel: Luitenant-generaal baron Schimmel- penninck van der Oye, en Mevrouw; mr. L. Ruysaenaers, buitengewoon gezant en gevol machtigd minister, en Mevrouw; baron De Smeth van Alpben en Mevrouw; C. baron Van Heeckeren van Keil, benoemd gezant van H. M. te Stockholm. - Men meldt uit Den Haag van gister avond Het Diligontia-concert bracht voor Mengel berg een aangename verrassing. HU trad op als solist in het vyfde pianoconcert van Beethoven, dat zonder zyn leiding werd uit gevoerd, terwijl alleen de concertmeester, Spoor, van z\jn plaats gezeten de inzetten aangaf. Toen het tweede gedeelte, de pastorale van Beethoven, was geöindigd, liet H. M. de Koningin, die met Haar Moeder nagenoeg het gebecle concert bijwoonde, Mengelberg ont bieden door den adjudant en sprak hem toe om hem geluk te wenschen met zyn leiding en met zyn verdiensten als solist Ook de Koningin Moeder voegde hieraan •enige vriendelijke woorden toe. Dit is de eerste maal, 4at de Koningin in haar loge een artist toespreekt. Na het heen gaan der Vorstinnen werd Mengelberg, die reeds krans en bloemtuil had ontvangen, terug geroepen door het publiek, dat met levendige toejuichingen zin instemming ts kennen gaf met het eerbetoon, don dirigent en solist be wezen. Ia een gist rmiddag te Amsterdam gehouden bijeenkomst, in het Hotel Kras- napolaky, werd besloten tot oprichting van «en handelsvereniging voor Zuid-Afrika, ten doel hebbende het stichten van een centraal handelsdepot en -museum, speciaal voor Hollandsche artikelen en ter bevordering der Nederlandsche nyverheid. Tot leden van het comité werden benoemd tot voorzitter de heer M. S. De Vries, N. Heerengracht 111, ts Amsterdam; tot secre taris penningmeester de heer Y. H. Haag te Leiden, en verder de heeren F. Gunnink Bzn. te Kampen, A. J. Aussems te Kuilenburg eu J. J. Van Koolbergen te Leidon. De bevolkiag der gemeente Amsterdam bedroeg op 31 December 1899 523,743 zielen (249,482 mannen en 274,261 vrouwen). Uit een 60-tal sollicitanten is tot adjunct commies aan de secretarie der gemeente Utrecht benoemd mr. H. T. A. Verhoef, vroeger volontair ter secretarie to Leiderdorp. By het „Nederlandsch Zuid Afrikaans^u Fonds tot daadwerkeiyken steun", Keizers gracht 268, te Amsterdam, is in December •n Januari 11. 5096 33 ingekomen. Door bemiddeling van het Fonds vertrokken tot heden per verschillende, zoo Fransch* als Duitsche, gelegenheden 20 personen, volgens de provinciën verdeeld als volgt: Friesland 2, Overysöl 1, Gelderland 5, Utrecht 1, Noord- Holland 6, Zuid-Holland 3, Zeeland 1, Lim burg 1. Verder werd in Z.-Afrika een hulpkas gevormd ten dienste van den vertegenwoor diger van het Foods in dat werelddeel. Geregelde toevloeiing van giften is echter noodzakelijk, daar de uitzending van personen daarmede natuurlijk verband mott houden. De van het 4de regiment infanterie aan de Hoogere Krijgsschool gedetacheerde offi cieren zullen van 1 Mei tot 29 September a.8. worden gedetachoerd als achter hun namen staat vermeid: late luitenant W. F. Waldeck en J. M. SluiJs by het 1ste regiment veldartillerie te Amersfoort, N. J. Kooiman en C. J. A. Kruyt by het 2de regiment veld artillerie te '8 Gravenhage en W. Petter by het 2de regiment huzaren te Venloo. Officieel is bericht onlvargen uit Pre toria, dat van de tweede ambulance van het Roode Kruis (dr. Koster) allen gezond zyn. Het hospitaal is ingericht te Harriamith en e&n veldhospitaal tusscben Tugela en Lady- smith. Ook de aanvullingsambulance van dr. Van Ryckevorsel is aangekomen. Baron Jules d'Anethan, gezantschaps- raad van België, is uit Brussel in het Hotel „den Ouden Doelen" te 'i-Gravenhage aan gekomen. De bevolking van 's Gravenhago bedroeg op 31 December j.l. 93,304 mannen en 112,024 vrouweD, te zamea 205,328 zielen. De deelneming by de begrafenis van den bisschop van Roermond, mgr. Boerman», was gisteren algemeen. In de straten, waar langs de lykstoet zich naar de Kathedraal begaf, warea aan de huizen do vlaggen half stok geheschen; allo corporaties der stad namen deel aan den indrukwekkeoden stoet: studenten van colleges en broederschappen, muziekverenigingen en harmonie, reguliere en seculiere geestelijken ten getale van 250; het kapittel en deputaties van andere bis- commen. DaarbjJ voegden zich de burge meester en de leden van den gemeenteraad; de commandant en officieren der d.d. scbuttery en van het garnizoen; een deputatie van de geboortestad vau den overleoene (Venloo) en verscheidene katholieke verenigingen. De stoet werd om halftien precies naby de Kathedraal opgesteld en trok door de Neer straat naar de Paredlsstxaat, tot voor het bisschoppelijk paleis, waar de aartsbisschop van Utrecht en het kapittel der kathedrale kerk achter het ïyk in den stoet traden. Daarna vervolgde de stoet zyn weg langs het Munsterplein, door de Munsterstraat, de Jezuïetenstraat, de Swalmerstraat, langs de Markt naar de Kathedraal. De kerk was in diepen rouw gehold en met deelnemende geloovigen dicht bezet. De ïykdienst werd opgedragen door mgr. H. Van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht; mgr. Drebmans was met de boogeerw. kanunniken van het bisdom tegonwoordlg. Na afloop der plechtigheid i klom nu ue r Corten, deken en plebsan, den kansel en schetste in treffende taal den overledene, volgens zyn spreuk „Trouw in Geloof", als man van geloof, Ijverig priester en zelfop offerend bisschop, en in z(jn geduldig iyden door het geloof. Na afloop van den ïykdienst stelde de stoet, die werd geschat op 1500 personen, zich opnieuw samen naby de Katbeoraal en op de Markt, van waar by trok door de Neerstraat tot aan de Kappellerpoort. Langs den weg van en naar de Kathedraal waren de ont stoken gaslantaarns met rouwfloers omhuld. Aan de poort verlieten de autoriteiten en corporatiën den stoet en werd het lyk door de geest-lykheid en familieleden ter begraaf plaats gevolgd, waar het lyk van den hoog- vereerden overledene werd bijgezet in de gralkapel van Roermonds bisschoppen, naast zijn ODvergetelUken voorganger, mgr. Paradis. Het stoomschip „Mal ng" rtrok 7 Febr. van Bata-ia naar Rotterdam; de „Soem- bawa," van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 7 Febr. te Port-Saidde „Soenda," van Batavia naar Amsterdam, passeeru* 7 h\ r. Ouessant. Hazerswoude. Din dagmorgen had de vrouw van den water molenaar P. v. G. haar zoontje een portemonnee met 10.53 mee- i egev->rtf o-<i nt g<-ld raar den graanhande ls te brengen; o b toen de jongen op de bt-tlemda plaats was gekomen, vond by de poitemoonaie niet meer in zfin zak. Hoe mieder eu kind ook zochten, het geld werd n et teruggevonden Den ganschen dag bleven ze over bun ver lies tobben en ze durfden het niet eens aan den zieken vader mededeelen. Maar 'e avonds laat, toen bet heele gezin reeds te bed lag, werd er aan den eenzamen molen op den Gemeeneweg geklopt eu bet geld hun thuis bezorgd. Onze gemeentebode, L. Goldberg, was dien zelfden morgen op zyo ry wiel naar de secre tarie gereden, had het verlorene opgeraapt en by zyn thuiskomst aan moeder de vrouw te bewaren gegeven, om onmiddeliyk daarop met zyn zoon Thfis naar Leiden te peddelun. Toen beiden 's avonds terugkwamen, bad zyn vrouw reeds van een der kinderen vernomen, wie de eigenaars van het geld waren. Het was den man niet te veel moeite, nu voor de derde maal deu weg op te gaan en de portemonnaio aan de molenaarsvrouw terug te bezorgen. Dat de eeriyke vinder zich ruimschoots beloond achtte, toen by de blydschap der vrouw zag, en dat hy, zoowel ale de be woners van den molen, met aangename ge dachten insliepen, behoeft geen betoog. Leiderdorp. Ten kantore van den secretaris van den Munnikenpolder ligt ter leziDg de lyst der stemgerechtigde ingelanden, bevat tende 15 namen. Het aantal stemmen, dat kan worden uit gebracht, bedraagt 176. Oude-Wetering. Dinsdag-avond had in het lokaal van den neer P. J. B. Coz|jn, alhier, de aangekon igde lichtbeelden vertoo- mng plaats. Juist was die dag van 6 Feoruari een herinnering aan den bloedigon slag, dien de Kaffers in 1838 op de Boeren deden en waarby duizenden Kaffers werden go^oou. Da lichtbeelden kwamen zeer juist uit en deden zeer goed aan de toeschouwers zien, hoe of de werkelijkheid in Transvaal is, en wat de Boeren daar geleden hebben. Vooral wanneer tante en oom Paul te voorschijn kwamen, werd er oorverdoovend geapplau disseerd. Den heer Kerkhoven, van Oudshoorn, mag zeker ook hier geen woord van lof ont houden worden, want alle lichtbeelden waren juist naar het leven getroffen. Niet minder komt een woord van lof toe aan den heer G. J. B. Bontje, hoofd eener school te Oude-Wetering, die, evenals hy reeds elders deed, by elk lichtbeeld daarvan de ge schiedenis op een voor het publiek zeer pak kende wyze uiteenzette; en de levendigheid daarvan den toeschouwers zoo deed zitn, dat men zich zelfs in Transvaal zou wanen. Dj spreker werd met groote aandacht gevolgd. Aan het slot werden onze Vorstinnen ver toond; toen werd het Wilhelmus, oude toon zetting, door allen staande gezongen met ootbloot hoofd. Er heerschte groote geestdrift. Roelof-Arendsveen. In het Zuiitinde had in den morgen van 7 dezer een ongeval plaats, dat boven verwachting nog goed is afgeloopen. Een wielrijder uit het naburige Leimuiden tuimelde by het afrydeu eener brug van zyn wieier, en kwam kopj* ouder midden in de daar diepe Veenwetsring terecht Door inmiddels geboden hulp werden fiets en beryder op het droge gebracht, waarna de gastvrije O. H. hem van droge kliederen voorzag, en hem alzoo in staat stelde weder naar L. terug te keeren. Zoetcrwoude. Het aantal alhier verrichte vaccinatiën in 1899 bedroeg 25. Hiervan waren 23 kosteloos. Daarvan aan personen beneden het jaar 1, aan personen van 13 jaren 9, aan personen van 3 6 jaren 13, aan per sonen boven de zes jaren 2. Gedurende het afgeloopen jaar werden alhier aangevraagd: 1 jachtakte, 11 groots viscbakt-n en 23 kleine viscbakten. Zootenueor. Naar men verneemt, is aan M. Noppe tegen 1 Mei a. s. eervol ontslag verleend ah veldwachter dezer gemeente. Zoetermeer-Zegwaard. Gepassetrdo week werd onder de godsdienstoefening in de Nsd.- Herv. kerk ten behoeve van de armen dezer gemeente by de gewone collecte een extra gilt van 25 ontvangen. De uitkeering van het R|jk in een vierde gedeelte der jaarwedden van Burgemeester en Secretaris bedraagt voor Zegwaard 312 50 en voor Zoetermeer 287.50. Dit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Met ingang van 1 Mei 1900, aan W. J. Van Erpers Roy aards, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Wormerveer. Toestemming verleend aan W. Paling Lz., secre taris der gemeenten Waarder, liarwoutswaarder en Rietveld, om tot 1 Januari 1905 te Woerden te blijven wonen; C. L. W. Van lJsendijk, burge meester en secretaris der gemeente Zwaag, om tot 1 Augustus 1900 te Weesp te blijven wonen. Nalatenschappen. Do „Sts.-Ct." bevat een staat van nalatenschap pen, berustende bij de weeskamers te Batavia, Bemarang, Soerabaia, Padang en Makasser, die door do daarop rechthebbenden kunnen worden opgevraagd en ontvangen bij bot departement van koloniën. De namen der erflaters en het bedrag hunner nalatenscbappen zijn: J. A. Madel, gegageerd cavalerist, ƒ16.1*"»'; J. A. Steenborgb, stationschef, ƒ11.585; W. Vos, gej» hosp.-schrijver, 6.13; li. G. O. Wiesemaon, geg sergeant, f 152.57C. H. Puttrich, geëmployeerde ƒ105.141; O. Korn, geg. sergeaat-majoor, ƒ11.58) F. W. Greetf, geg. Korp. hosp.-bediende, f 29.87; R. Hromadka, geg. sergeant, /9.715; J. De Jongh geg. sergeant, ƒ8.065; Oh. C. Merer, 60.9 It F. Scnott, ehemiker, f 116.985; W. F. Zandhuy/en geg. fuselier, ƒ1.225; H. B. Damm, geg fuselier, 'zO.Ol; W. H. Hilleo, betaaln*rester Atjebscho stoomtram, 1182.ÖÓ; J. W. Bauach, klerk, ƒ472.425; B. Van der Mey, geëmployeerde, f 118.09. University Extension. II. Gisteravond zou prof. dr. K. Martin do vorming van mineralen en gesteenten door do chemisch» en mechanische werking van het water nagaan Van den regen, die op de aarde noervalt dringt een groot gedeelte in den bodem dooi en geeft hier aanleiding tot talrijke verande ringen en nieuwe vormingen van mineralen; de druipsteenen in onderaardsche Uoleu, do amandelen in vulkanische gesteenten en de ertsgangen kunnen als voorbeeld dieneD. Aan zienlijke massa's gesteenten worden ook dooi bet onderaardsche water opgelost (gips en kalk steen) en gedeeltelijk komt dit water weer in de rainoralo bronuen te voorschijn. Vooral do boete bronnen, die o. a. kalk- en kiezelsinters afzetten, zyn in dit opzicht van belang (geysirs). De onderaardsche holten, door oplossing van bet gesteente ontstaan, geven niet zelden aan leiding tot instortingen en daarmede in ver band staande aardbevingen. Aan den anderen kant kan het volame van hoi gesteente door opname van water belaDgrijk worden vergroot, zooals bjj de verandering van anhydrlet in gips, en kunnen ook hierdoor stoornissen in het ge bergte teweeg worden gebracht. Het ontstaan der bronnen zou spreker hier slechts kort aanstippen; hg maakte er o. a. opmerkzaam op, hoe in scheuren van het kalk- gebergte groote watermassa's spoedig kunnen wegzinken, ten einde naderhand aan de bron vorming deel te nemen. Opgeheven koraal- kalken zuigen het water als een spons op en houden het lang vast, om het later weer lang zaam in de bronnen te doen afvloeien, hetgeen voor de waierrerzorgiDg van menig klein eiland van groot belang is (West-Indie). Een gedeelte van het Donauwater komt in de Aach weer voor den dag en vloeit dus door den Rgn af, na in kalksteenen van bet Juragebergte een langen onderaardschen weg te hebben afgelegd. Het water, dat direct aan de oppervlakte afvloeit of uit do bronnen te voorschgn komt, vormt nu langs meehamschen weg uieuwe afzettingen, vooral in den benedenloop der riviereD. Door de vorming van sorpeutinen en verandering der stroombedding i9 het te ver klaren, hoe een enkele rivier alluviale vor mingen van groote uitgestrektheid kan leveren do alluviale kuststrooken van menig gedeelte der Noderlaudscho Koloniën leveren hiervoor tal van leerqjke voorbeelden. Deze alluviale vormingen zijn dikwerf rijk aan edele mineralen („Seifeogebirge"), die door wasschen der losse gronden kunnen gewoDnenworden(goud,di*raaul, platina etc.) Een groot gedeelte van het door de rivieren getransporteerde materiaal vindt echter zjjn weg tot den oceaan (aestuaricn dor rivieren) en neemt alsdan deel aan de vorming van marine-sedimenten (gelaagde gesteenten), dio de overblijfselen der zeebewonende orga nismen insluiten en als versteoningen uit de Slot) Intu88cben gingen de jaren voorby. Met harden arbeid en voel rottingslagen had Wang niet alleen de schade hersteld, maar ook zijn iokomsten verdubbeld en nieuwe landeryeu bfigekocht, die by deed ontginnen on beplanten. Het werk was inspannend en een voortdurend toezicht noodzakeiyk. Daar het land bovendien in een aangename streek gelegen was, dacht Wang er over, zyn geliefde moeder te laten overkomen, toen hy op zekeren dag een brief ontving van den volgenden inhoud: „Mfiu zoon! Een oom van uw vader, dien wy geen van beiden kennen, is gestorven en heeft ons een ontzagiyk vermogen Dagelaten haast u, alles, wat gy daarginds bezit, tot eiken pry's te verkoopenverdeel de opbrengst aan de armen, want Boeddha ziet gaarne, dat de rijke aalmoezen geeft, en kom dan weer by my wonen in de hoofdstad van bet ryk, waar niemand ons voortaan in overvloed van bezittingen zal overtreffen Hierop volgde nog de uitdrukking harer vreugde, dat zy hem spoedig hoopte weder te zien, en dankbetuigingen aan den Hemel voor zooveel onverwacht geluk. De brenger dezer boodschap gaf hem alle gewenschte inlichtingen; het was een oude huisknecht, die Wang in zyn jonge jaren verzorgd had en die van vreugde weende, toen hy zyn dierbaren meester mocht wederzien. Wang liet dus onmiddeliyk zyn goederen in het openbaar verkoopen, stond ze voor lagen prya af, verdoelde de som onder de behoeftigen, tot de laatste sapeke toe, en begaf zich op een prachtige jonk, die h\j had uitgerust, te water naar Peking. Denzelfden dag nu had zyn moeder eveneens een brief ontvangeD, die aldus luidde: ,Myn moeder! Ik groet u. Ik heb een zeer groot vermogen verworven; haast u, al, wat wy in uw woonplaats bezitten, tot eiken prys te verkoopen; verdeel de opbrengst onder de armen, want Boeddha ziet gaarne, dat de ryke aalmoezen geeft, en kom my dan opzoeken. In kalmte en vrede zullen wy hier gelukkige dagen slyten." By het lezen van dezen brief voelde de edele vrouw haar hart van vreugde opspringen; zy kende sinds lang den dienaar, die hem haar bracht. Het was de ïyfknecht van haar soon; en zy werd niet moede hem te laten vertellen, hem naar byzonderheden teviagon. Zy verkocht alles, strooide het geld onder de armen uit, hun verzoekende, in haar naam en dien van haar zoon God te zegenen, en vertrok. Sedert acht dagen reeds was Wang op reis. Bohaaglyk aan den voorsteven van zyn boot op kussens uitgestrekt, met de hand onder de kin, verdreef hy den tyd met de wilge- takken, die boven zyn hoofd hingen, door zyn andere hand te laten glyden. Het was by het aanbrekon van den dag. Een lichte mist omsluierde de voorzijde der bergen, wier toppen door de eerste zonnestralen gekust werden. En de hemel, de zon, de wolken, de bergen, de afhangende wilgen, dat alles weer spiegelde zich in het heldere, doorschijnende water, waarin do riemen der roeiers het schier onhoorbare gedruisch maakten van een stuk zyde, dat men scheurt. Nu en dan vlogen troepen meeuwen uit het riet op, een regen van veeren achterlatende. En Wang peinsde over het meer dan ge lukkig lot, dat hem voortaan wachtte. Geen voortdurend toezicht meer, geen lastige zorgen, geen overhaast opstaan op dit vroege ochtend uur, wanneer het zoo zoet is zich aan zyn droomen over te geven; zyn leven zou even vreedzaam vlieten als de rivier, waarover hy zich voortbewoog. Hy zou een groot park hebben met gouden klokjes aan zyn kiosken en vogelkooien, schuddend en schitterend van zeldzame vogels. Uit opalen bekers zou by geurigen wyn, drinken, bezaaid met kroon- bladen van den amandelboom; hy zou bane- tongen en bulten van dromedarissen eten. En hy verdiepte zich in dit zoet gepeins, terwyi hy in de verte een sloep zag naderen. Die sloep kwam allengs dichterby. Weldra lag zy naast de zyne, eu by slaakte een luiden kreet. „Moeder 1" Een andere kreet antwoordde: „Mynzoonl" De roeiers hielden stil, men legde zich boord aan boord, en toen de eerste uitroepen bedaard waren, begonnen de verklaringen, beidt n meenende, dat de ander zich ten koste van hem of haar wilde vermaken. „Lees dien brief, moeder l" „En zie hier den uweD, myn zoonl" En toen de beide brieven waren openge vouwen, bevoad ieder, dat hy slechts een stuk wit papier in de haöd hield. WaDg en zyn moeder keken elkander aan; het begon vreemd te worden. „Wie zegt gy, myn zoon, dat hom over handigd heeft?" „Lie-oe." „Hy ia niet van my weg geweest.", „En aan u?" „Tcheng." „Hy heeft my geen oogenblik verlaten." Een vage schrik maakte zich van hen meester. De twee dienaren zwoeren, dat zy niets begrepen van al wat men hun zeide. Op dit oogenblik klonk een schaterlach door de lucht en iedereen zag twee apen zwemmend den oever nadereD, aan land springen en buitelend wegsnellen. Eén bunnor had een boek in de hand, dat Wang dadelyk herkende. Twee pakken kleeren, geiyk aan die der twoe dienaren, lagen opeens op den bodem van iedere boot Toen begon Wang te schreien als een kind; vervolgens deed hy een akelig gelach hooron. Hy begon, onder het zingen van onsamenhangende woorden, als een waan zinnige to dansen. Van kommer en hartzeer verteerd, ging zyn moeder weldra aan land ter plaatse, waar de zeven bloemen ontluiken, en gedurig zag men de armen gek over wegen en straten ronddolen. Hy liep op banden en voeten, met kleins sprongen, evenals een aap; bywyien stond by stil, ging zitten, wreef zich den neus mek de vingers en maakte een beweging en gebaren, alsof by aandachtig in een boek las; daarna bracht hy eensklaps de hand aan een zyner oogeD, terwyi hy een pyniyken kreet slaakte, en hervatte zyn loop. Des nachts sliep hy in oude, afgedankte kalkovens. Op een keer verdween hy, en niemand hoeft sodert dien tyd over hem aoeron spreken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1