N°. 12249 Zaterdag; 27 «Januari. A°. 1900 i§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. Leiden, 27 Januari. F enilleton. Droeve dagen. LEIDSCH DAGBLAD. «BUS DEZER GOUBAHT» Voor MJm pér 8 maanden. I.IÖ. Franco per post.l.iO. éfeonderlUke Nommers 0.05. PRUS DES ADVEETENTLËNr VaD 1—6 regels 1.05. ledore regel meer 0.17J. Groots» letters naar plaatsruimte Voor hei» mcasseeren bui ton óe stad wordt 0.06 berekend. Oflleiëel© Renuisgevlngen. Inscbry ving voor de Rationale llllltlc. Burgemeester en Wettioudera van Leiden herin neren belanghebbenden nogmaals, dat, ingevolge art. 18 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), olleD, die volgens art. 15 dier wet voor de Nationale Militie bebooren te worden inge schreven (zij, die op den lsten Januari hun 19de in ar waren ingetreden en alzoo de geborenen in 881), verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tusscuen den lsten en don Bisten Januari; dat bij onge steldheid, afwezigheid ot ontstentenis van den niilitieplichtige, ziju vader, of, is dezo overleden, zyn moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot bot doen van dio aangifte verplicht is; en dat overtreding van hot aangehaalde ai 1.18, krachtens art. 183 van voormelde wot, wordt gestraft met boete van ten hoogste (100. Voor hen, die verzuimden zich op de door bot Gemeentebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden, wordt mitsdien daartoe alsnog ge legenheid gegeven ter Gemeente-secretarie (Afd. Nationale Militie en Schutterij, kamer No. 9), van des voornuddags halfUen tot des namiddags drie uren, op iederen werkdag tot en met den 31sten Januari aanstaande, op weikon dag het register van inschnjviog, des namiddags te vier uren, voorloopig wordt gesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS; Burgemeester.. 16 Jan. 1900. VAN HEYST, Secretaris. By beschikking van den Minister van Binoenlandeche Zakon is voor het tydvak van heden tot en met 31 Dec. 1900 benoemd tot assistent voor de oorheelkunde aan de Rijks universiteit te Leiden, buiten bezwaar van 'sRyks schatkist, dr. P. Th. L. Kan, privaat docent aan deze universiteit. Bjj de teraardebestelling op „Eik-en Duinen" van Hr Ms. grootmeester J. C E. graaf Van Ljjnden, oud-luitenant-kolonel der cavalerie, werd niet alleen de laatste eer be wezen aan den grootofficier van het Hof en aan den vroegeren wapenbroeder, doch ook aan den door zyn huurders en pachters zeer geachten landheer. Wel een veertigtal pach ters van gronden, touwooeren en bolleoteel ders uit Lisse en omstreken waren naar de Haagsche begraafplaats gekomen. In den stoet bevonden zich de eerste Kamerheer jhr. Van Pabst van BIngerden en do kamerheer jhr. Van Weede, beiden in ambtskostuum en gala rijtuigen, resp. als afge vaardigden van de Koningin en deKoningin- Mooder. Op het kerkhof waren tegenwoordig de heeren: Du Tour vac Bellinchave, Van Harden broek, Sirtema van Groves tins, Clif ford, stalmeester Bentinck, Snouckaert van Schauburg, thesaurier, H. Taets v. Ameron- gen, W. Van Bijlandt, 0. J. v. d. Oudermeu- len, leden van het Civiele Huis; de heeren: Van de Poll, Van den Bosch, Van Tuyll van Serooskerken, Van Tets en Loudon, le:en van het Militaire Huis van de Koningin. Onder de belangstellenden uit het leger werden by de groeve opgemerkt de buiten gewone adjudanten-generaal Holtius, luit. gen. baron Schimmelpenninck v. d. Oye, lil der E rste Kamer, kolonel Siraon, luit.-gen. Bergansius, kol. Van Hoogstraten; voorts de gen.-m.ijoor Römer, inspecteur der cavalerie, met den h?m toegevoegde luit. kol. Smeding; de oud-majoors baron Bentinck en graaf Van der Duyo; kol Bnrmaoia Rengers ent. Zy allen vormden een broeden kring rondom het familiegraf, waarbfi zich nog vele vrienden van den overledene aansloten, o. a. ce bur gemeester van Haarlem, jhr. Boreel; die van Wassenaar, baron Van Zuylen van Nyevelt; baron Michiels Van Verdunnen; de raads adviseur jhr. Six; de Kabinetschef aan Buitenl. Zaken, dr. Loudon; notaris Bodaan, de heer Ge bel e. a. Een schat van kransen, grafkransenpalm takken werden op de zerk nedergelegd. Er werd niet gesproken. Alleen richtte de oudate zoon van graaf Van Lijnden zich tot de vertegenwoordigers der Vorstinnen met verzoek aan QH. MM. den eerbiedigen dank der familie over te brengen voor de afvaar diging der deputatie en zeide hy voorts aan allen dank voor hun belangstellende tegen woordigheid. De tyd voor het opmaken der kiezers- lyst nadert weer. Een ieder die kiezer is dient te zorgen, dat men hem niet van de lyst laat en zy die recht hebben er op te komen hebben te letten op hetgeen gedaan moet worden om hun recht erkend te zion. Men weet, dat krachtens de wet kiezers zyn en ambtshalve op de lyst komen de belastingbetalers, d. w. z. lo zy, die ln de grondbelasting zyn aangeslagen tot een be drag van één gulden (hoofdsom en ryks- opcenten) en 2o, zy, die aangeslagen zyn in een der andere directe belastingen (vermogens belasting, bedryfBDelastiDg en peraooeele be lasting), onverschillig tot welk bedrag. Belastingkiezors loopen evenwel gevaar geschrapt te worden indien zy hun aanslag in een der tovenboooelde belastingen niet vóór den lsten Februari hebben voldaan. Men denke er dus om zyn belasting nog deze maand te betalen. Doet iemand dat eerst in Febr, dan is by zyn kiesrecht nog £iet kwyt, maar, dan moet hy vóór den 3den Maart zyn gequiteerd belastingbiljet vertoonen aan den burgemeester, wil by nog op de lysten komen. Die moeite kan men voorkomen door vóór 1 Febr. te betalen. H. M. de KoDingin-Moeder neemt voor een belangryk bedrag aeel in de verloting van 8chilJeryen, aquarellen enz., door den Haagschen Kunstkling georganiseerd. De Staatscommissie voor de samen smelting dor officierscorpsen van hbt Neder- landsche en Indische leger heeft dez-.r dagen haar vergaderingen te 'b Gravenhage, voort gezet, ten huize van het lid der Commissie in de Zeestraat, den heer Frenkel, die door een beenwond zich moeiiyk van huls kan verplaatsen. Heden, Zaterdag, wordt te Utrecht een zeldzaam feest herdacht, het 425 jarig bestaan van het Gymnasium aldaar. Voor deze gelegenheid wordt van avond in het Hollandsch opgevoerd „Miles Gloriosus" van Plautus, naar de metrische vertaling van mr. J. Dermout, te Scheveningen. De afdeeling Beverwyk aer vereeniging voor Bloembollencultuur heeft met 14 tegen 9 stemmen besloten adbaesle te betuigen aan het besluit van den Ned. Bloemkweekersbond op 15 Jan. 1. L te Haarlem genomen, waarojj de wenschelykheid werd uitgesproken om te komen tot afschaffing van de getruikeiyke, door de kweekers te betalen, 4 pGt toetJ en 1 pCt. potgeld. Pogingen door bet bestuur der afdeeling gedaan, waarin eon lid van het Hoofdbestuur zitting heeft, om dit te voor komen, stuitten af op de noodzaktlykhei J, die door de looen werd gevoeld, om dit ver ouderde, onbillyke gebruik te beëindigen. Bodegraven. Prof. dr. Baviok, van Kampen, zal Woensdag 81 Januari a. a. in de Gerefor meerde kerk alhier een rede houden in het belang van het Christeiyk onaerwjjs. Hendrikus Va® Hulst, landbouwer te Boskoop, heeft by het gemeentebestuur van Bodegraven vergunning aangevraagd tot het verkoopen van sterken drank in het klein in deze gemeente, in het voorste gedeelte van het huis, staande in ce Van Tolstraat, Wyk D. Z. No. 33. Donderdagmiddag moesten in de Wilhel- minastraat, alhier, een brik en een tilbury elkander passeeren. De bestuurders van beide rytuigen schenen niet goed uit te wyken, zoodat er een botsing kwam. Het liep met de brik goed af, maar de strengen van het tuig van het paard, dat voor ae tilbury ge spannen was, braken, waardoor de tilbury vooroverviel en het paard buiten de boomen geraakte; het dier werd echter dadeiyk uoor een voorbyganger gegrepen, zoodat er geen verdere ongelukken gebeurden. Katwyk-aan-Zee. Gisteravond heeft de Chr. Dameszangvereeniglog baar jaarlyksche uitvoering gegeven. Daar de meeste aanwezigen zich nog herinnerden wat bet vorige jaar ge geven was, was er voor dezen avond veel verwachting. En de verwachting werd niet teleurgesteld. De geheele uitvoering is uit stekend van stapel geloopen. Na het zingen van Ps. 33 vs. 2 werd de byeenkomet door ds. Plug met gebed geop nl. Hierna sprak ZEw. een enkel woord tot leiding, er op wyzende waar de zang en vooral de Cbriatelyke zang, ons heen moet voeren. Daarna begon de eigenlyke uitvoering met het*ziogen van „Zondagslied" en „Naar myn Heiland". Mej Z. T. zong, geaccompagneerd door Mej. A. P., een solo: „De heilige Stad". Dat dit nummer in oen smaak viel, bleek uit de plechtige stilte en bet levendig applaus. Om elk nummer afzonderiyk te bespreken, zou ons te voeren. Slechts enkele zullen we aanstippen, en wel de No3. 6 en 15: Sonate van A. J)iaebelli en Husarenritt van Fritz Spindler, oie door Mej. G. zeer verdiensteiyk werden gespeeli. Jammer, dat deze nummers soms door de achteraanzittenden niet te goed konden gehoord worden, doordat achter in de zaal een weinig geschommtl was. No. 9 een solo: „Als rampspoed u zuchten doet", werd mede zeer goed gezongen door Mej. Z. O. Alles te zamen genomen kunnen we gerust zeggen, dat er mooi gezongen is. Vooral ook hat laatste nummer: Het Transvaalsch Volks lied", werd met aandacht gevolgd, en alien waren het zeker eeD8 met d6. Plug, die oo 1 zangvereenlging en haar directeur, den heer P. Kolkert, bart-iyk dankte voor het genot, aan allen geschonken. Hierna sloot aeze do j vergadering met dankzegging, en na het zingen van Gezang 79 vs. 6 glog men huis waarts. Rynsburg. De opbrengst van de verkooping van baggerspecie uit den Rynsburgschen Vliet, is, van perceel 1 door J. Van Dtlft, voor 5; van perceel 2 en 3 door J. Kromhout Dz., voor 13.50; van perceel 4, 5 en 6 door H. Van Klaveren, voor 19; van perceel 7, 8, 9, 10 en 11 door H. Van Egmonvoor ƒ25; van perceel 12, 13, 14, 16, 17, 18, 22, 26 en 27 door Slllevoldt, voor ƒ38; van perceel 15 door H. Bogewoning, voor ƒ7; van perceel 19, 23 en 31 door C. Van Delft Kz voor 32; van perceel 20, 21, 29 en 30 door J. v. d. Putte, voor ƒ26; van p-rceel 24 en 25 door G. v. d. Eykel Az., voor ƒ13; van perceel 28 door A. Koekenbakker, voor 4.50 van perceel 32 coor W. A. Meyboom, voor 20, en van perceel 33 door Fr. Hogervorst, voor 1. Totaal 204. Da wintorcollecte, gehouden ten boboeve der armen door do diaconie der Gereform. Gemeente, beeft opgebracht de som van ƒ243. Rypwetering. Deze week, Dinsdag en Donderdag, gaf de tooneel- eo zangTereeni^iDg „Door oefening beter" alhier in bet cafó „De vergulde Vos" een uitvoering. Opge voerJ werden het drama „Caranza", in 3 bedryven, welk stuk speelt in de Spaanscbe stad Grenada, tusschen 1540 en 1550, en „Incognito", kluchtspel in éón bedryf. Het eerste stuk werd met vuur en gevoel ge speeld, vooral de hoofdpersonen Oaranza, Spaansch edelman, en Jobann de Deo trach ten door hun wel ingestu eerde rollen het der werkeiykbeid nat-y. Ook de kleine Fer nandez, broeder van Velasques, beelt met ware kinderlyke onschuld den hardvochtiger. Caranza om genade voor zyn broeder g< smeekt, en al de overige personen in ait stuk voor komende hebben getoond wel op de hoogte te zyn waar en hoe zy bun woorden e~i handelingen moasten doen uitkomen. Het kluchtspel „Incognito" heeft door z(jn kojdigo en verkeerde opvattingen en teleur stellingen algemeen de lachspieren in bewegirj; gebracht. De beide avonden werden onJer de uitstekende leiding van den heer J. R. Van Grieken, directeur van bet zaDggezelschap, met eenige feestliederen opgeluisterd, en Jot slot volgden nog eenige komische en drama tische voordrachten, waarvan de opvoerders eveneens niet dan met lof zullen hoorei, spreken. Door al het genotene bezield, gevoelde het algemeen geachte hoofd der school op den eersten avond zich gedrongen als tolk der aanwezigen een woord van dank te brengen aan het gezelschap „Door oefeDlng beter", dat op zoo'n gepaste en leerzame wyze het publiek weet bezig te houden, met den wensch dat Dog menigmaal zoo'd onschuldig prettige avoncr den ingezetenen van K$p* Wetering worde verschaft. De 'w o d w.is bet de weleerwaarde kapelaan te deze I laats-, die esn zelfde woord van oank tracht en het publi k voorhield in gepaste hou ing, zoo'n uitvoering waardig, huiswaarts te gaan, waaraan het voldeed, na eerst nog een „lang zullen zy leven" aan het acres van h t zanggezelschap te hebben gezong»n Voorschoten. Lionderdagavond hield de heer J. Bruin wold Riedel, algemeen secretaris van de maatschappij tot Nut van het Algemeen, een propuganda-voordracht. Nu ook in onze afdeeling stemmen opgaan om meer dan lot dusver werkzaam te zyn tot bevordering d r volksbelangen, was de heer Riedel uitge- noodigd over den werkkring van h«-t Nut een I zing te komen bomen. H t publiek er waren in ruime mate uitnoodigingen ook aan niot-lbden verzonden was niet bfizonder talryk. Laten wy de afwezigheid van zoovol nf cie wy er zoo gaarne hadden gezien, op rekening stellen van de ook alhier veel beerscbende ziekten. Do aanwezigen volgden met aandacht de boeiende improvisatie van don begaafden spre ker, oie alles, wat bet Nut gedurende zoovele jaren heeft tot stand gebracht, aan het oog liet voorhygaan en uincigde met een warme opwekking om io onze aagen van ontwakend gemeenschapsgevoel, nu de schotton en sctiot- jes in onze maatschappy hoe langer hoe meer eginnen te v«lli-n, nu het democratisch he-ynsel meer on meer op den voorgrond t edt, co: in kleine afdeeliogen van bet Nut aan de Lew ging tot vernelfing van h t volk in gelaelyken en stoffelyken zin meer te gaan deelnemen. A.m den spreker viel een warm applaus ten oeel. Het tweede deel van den avond was gewijd aan een uitvo ring van de Leiosche wtrk- liedon-zangvereeniging „Kunst na meid", directeur ue beer Fm Rans Azn. wykun..«a niet anders zeggen, dan dat hetgeen ce 2<mg- vereeniging t^n geltoore bracht, in alle opzichten getuigde van degeiyke studie <n van een geschooldheid, die wy in meoscb«n, die zoo weinig vryen tyd hebben dubbel op prijs moeten stellen. ByZonoer ecboon en gevoelvol vraa de uitvoering van het „Wiegeliedje" van Brahms, terwyl het geestige van „O Pepita", van Müller, zonder overdrijving gezongen, volkomen tot zyn recht kwam. Alles op te nemen zou ons te ver voeren. Vermelden wy nog. „Stille", van C. M. Von Weber, en „Een huisje kleen", van J. Worp, welke bei ju nummers o. zeer verdienstelijk werden uitgevoerd. Natuurlijk werd de avond besloten met het volkslied van onze Transvaalscbe helden, waarna een geestdriftig applaus volgde en e n welverdiend woorj van dank aan direc teur en leden den avond besloot. Onder de welgeslaagde Nutsavouden mag zeker ueze in d.e eerste plaats genoemd worden. Woubru£ge. De lysten der Stemgerechtigde Ingelaouen van den Oudeouykscben en den Veender Polder onder deze gemeente voor het jaar 1900, bevatten respectievelijk de 23) „G(j dwaalt, burger Danton," zei ze op ernstigen, kalmen toon tot hem, „wanneer gy denkt, dat Robespierre u Diet aandurft. Ik Virzeker u, dat hy geen lafaard is. Houdt hem, waarvoor ge wilt, maar een lafaard is hy niet." „En wanneer hy het doet, wat dan? Ik b9n even machtig als hy; laat hem slechts komen." De kloeke vrouw zag hem scherp aan. Toen zeide zy op een eigenaardigen toon, die Danton, trots zyn opgewondenheid, trof: „Ik weet niet, burger Danton, in hoever gy reden hebt zekere verklaringen van Robespierre te vreezen, maar wel weet ik, dat Robespierre op de redenaarstribune van een mug een olifant kan maken, en dat by hetgeen gy thans voor bedachtzaamheid houdt, een misdaad kan vinden, die met den dood moet worden gestraft. Laat u daarom overreden de botsing te ont- wyken zoo lang het nog tyd is." „Ook gy meent, dat ik vluchten moet? Voor hem vluchten?" Burgeres Rialmout trad nog meer in den hoek terug en fluisterde nog zachter en geheimzinniger: „Hoor naar my, Danton, want ik bedoel enkel wat goed voor u is. Gy zyt genoeg in myn ïetrekbiogen ingewyd, om te weten of to vermoeden, hoe ik tot den ge vangen burger Etienne De Leuronsac sta. Het kan u daarom niet verwonderen, wanneer ik u zeg, dat ik bereid ben u voor zyn invry- heidstelling de som van honderd duizend franken te geven „Burgeres....!" stoof Danton op. „Wees bedaard, burger Danton, luister tot ik gesproken heb. Honderd duizend franken is een mooie som en gy kunt daarmee overal buiten Frankryks grenzen met uw jonge vrouw een aangenaam leven leiden aan den Ryn of in Piemont, in het schoone Italië, lacht u dat niet toe, burger Danton?" „Neen." „Of vreest gy onrecht te doen? Gy kent toch het proces van burger Etienne De Leu ronsac en moet als man van helder oordeel toegeven, dat het geen onrecht is hem vry te laten, wyi daarmee weer een onrecht wordt goedgemaakt." „Still" viel Danton haar bevelend in de rede. Na eenige oogenblikken voer hg voort, zachter en vriendelyker: „Ik wil niets ge hoord hebben, burgeres Rialmont; dat is alles, wat ik daarop antwoorden kan. Ik wil u uw men8cbeiyk gevoel niet tot een misdaad aanrekenen; maar dit moogt gy niet ver geten, dat, zoolang ik minister van justitie in Frankryk ben, dergelyke onregelmatigheden niet zullen voorkomen. Ik wil u zelfs geen verwyt doen. Gy hebt gedacht, my heden tot zulk een handel meer geneigd te zullen vinden, wyi ik voor een zwaren atryd sta; maar ik wys uw aanbod beslist af, burgeres Rialmont!" De laatste was zichtbaar beangst en teleur gesteld. Zy had er zoo zeker op gerekend onder de huidige omstandigheden met haar aanbod geluk te zullen hebben en nu scheen het, alsof zy haar zaak meer geschaad dan gebaat had. „Zoo heb ik een vyand, waar ik een vriend meende te vinden?" vroeg zy. „Noch het een, noch het ander." „DantOD, herinner u de tranen der weezen; denk er aan, hoe zich Madeleine's oogen blind zillen weenen, wanneer die van haar vader ioj wreed gesloten worden." Danton zag uit de nis, dat burgeres Made leine met zyn jonge vrouw in gesprek was. Zy waren van geiyke grootte en gestalte, zyn vrouw mocht één of twee jaar ouder zyn. „Stel u gerust, burgeres Rialmont. Wat ik tot dusver heb gedaan, zal ik ook iu het vervolg doen. Ik heb tot nu toe de akten van burger Etienne achtergehouden, om te ver hinderen, dat hy voor het revolutionair tribu naal wordt gebracht, wat geiyk staat met zyn veroordeeling ter dood. Zoo lang ik in myn betrekking ben, zal ik verder de akten terug houden. Ik hoop dat tribunaal door ontbinding in zyn bloedige werkzaamheid te stuiten. Daarna zal ik de akten aan het plaatseiyk gerecht overgeven en dit zal vinden, dat burger Etienne De Leuronsac meer onrecht is aangedaan dan by bedreven heeft. Meer kunt gy van my niet verlangen. Begrepen?" Levendig en dankbaar drukte burgeres Rialmont hem de hand. Danton was toch edeler in zyn gevoelens en vrtfer in zyn han delen dan hy schoenen men algemeen geloofde. XIII. Zonder eenig teeken van buitengewone opwinding, koel en nadenkend, verliet Robes pierre Dantons huis. Nog eer hy in zyo woning aankwam, zei daarom zyn vertrouwde, St.-Just: „Het schynt, dat ge aan uw woor denwisseling met Danton geen byzondere beteekenia hecht." „Welke beteekenis zou ik dan hechten aan het feit, dat wy elkaar eindelyk eens gezegd hebben, wat toch vroeger of later gezegd moest worden?" „Nu, ik meen toch, dat uit Dantons op treden tegen u menige les voor de toekomst te trekken is." „Zeker. De oude en toch steeds nieuwe les, dat de wyn snapachtig maakt en den menschen dingen doet zeggen, die beter ge zwegen waren." „Ik meen, dat men Danton in het vervolg meer op de vingers moest zien." „Bal" antwoordde Robespierre verachteiyk en sneed daarmee elk verder gesprek af. Toen by thuiskwam, vond by op zyn tafel een brief, die als volgt luidde: „Burger Robespierre l Richt uw opmerkzaamheid op het salon van Lucretia, waar heftige en machtige vyanden tegen u samenzweren." Uw vereerster en vriendin." Het was een waarschuwing zooals Robes pierre ze by duizenden ontving. De brief zelf kon alzoo Robespierre niet byzonder veront rusten. Dat dit toch geschiedde, moest dan ook zyn oorzaak hebben in de eigenaardige stemming, waarin Robespierre hem ontving. Hy bevond zich alleen in zyn kamer. Langen tyd hield hy den brief in de hand en staarde peinzend door het venster naar de wolken. „Hoe zal myn einde zyn?" mompelde by eindelyk halfluid. „Het einde moet komen; maar hoe zal het zyn?" Geheel door zyn gedachten overmeesterd, liet hy zich moe en zwaar op een stoel val len. Eensklaps word de deur zyner kamer heftig opengeworpen en met alle teukenen van schrik en angat op het gelaat kwam Léonore Duplay binnenstormen. „Helpt Helpt" riep zy, sidderend van aDgst. „Burger Robespierre, wat is er gebeurd? Wat deert u?" Verbaasd richtte Robespierre zich op. „Zyt gy het, Léonore? Wat ia er dan? Wat zou my overkomen zyn?" Als krankzinnig vau angst en in zenuwach tige spanning viel zy op een stoel Deer. „O, gelukkig, gy zyt ongedeerdI Ik meende reeds „Maar wat dan? Wilt gy my zeggeD, wat dit alles te beteekenen heeft? Van waar deze angst?" Het meisje word thans iets rustiger en bedachtzamer. Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 13