N°. 12239 Dinsdag; 16 Januari. A0. 1900 feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Bied. Zuid-Afrikaaosche ïcreeuigiug. Leiden, 16 Jannari. F'eiAilleton. Droeve dagen. IEIDSCH DAGBLAD. PBIJS DEZEB C0UHAJTT» Voor Leidao per 8 maanden, j t j i f >.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nemmer3 0.05. PBLXS DEB ABVEETEKnENt Van 1—6 regels 1.08. Iedere regel meer 0.17J. Groetaro letters naar plaatsruimte -> Voor bot incasseeren buiten 6a sUd wordt f 0.06 berekend. Af deeling Leiden en Omstreken Door den Penningmeester is sinds do laatste opgave ontvangen: Van den Heer E. Mascart membre de t'Institut te Parys. 20 franken /"9.52s van N.N. wezens een weddenschap. 1. door bemiddeling van het Leidsch Dagblad van een kleinen Hendrik z|jn verjaar dag, voor de dappere Eoeren in Transvaal en Oranje-Vrijstaat ƒ0.60 van de uitvoering der Kleermakers- vereeniging,3.20 S «ldo van een weddensch-.p 2.20 Op de fuif van Mien's verjaardag 0.815 onder motto: „Hup zei Kee, 't is je mooder niet"t 1.115 van een dominotafel„2.- Bydragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of aan het Bureel van dit Blad. Ofüoiëele Kenulsg;eving;eii« KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Ontheffing van dsn werkelijken dienstingevolge art, 127lste lidder Millticwet. De Burgemeester der gemeente Leiden herinnert de tot de lichting dezes jaars behooreDdo dienst plichtige lotolingeo, die tusschen 1 en 15 Maart aanstaande ter inlijving bij de Militie bestemd z|jo, doch ingevolge art. 127, lste lid, dor Militie wet, botzij als geestelijke, bedienaar van den godsdienst, zendelingleoraar of broeder-diakoon eener gods- dienstigo vereeniging, betzij als student in de godgeleerdheid of zendeling-kweekeling aan eene inrichting van onderwijs ter opleiding van gees telijke, bedienaar van den godsdienst of zendeling- leeiaar of als tot broedeFdiakoon eener gods dienstige vereeniging opgeleid wordende proef- broeder, of als tot eene binnen bet Rijk gevestigde kloosterinrichting behoorende lïoornsch-katholieke <r bi oeder, vau den werkelijken dienst wenscben q even te worden, zoomede de reeds bij de ^niilie ingelijfde lolelingen, behoorende tot de lichtingen van 1894 tot en met 1899, die op grond van een der vermeldo hoedanigheden opnieuw ontheffing van den werkolijken dienst verlangen te bekomen, hunne verplichting om de daartoe betrekkelijke, door hen eigenhandig geteekende aanviage met hot daarbij behoorende bewijsstuk, bij hem, Burgemeester, in te dienen tusschen den 2Ueten Januari eu den lsten Februari aanslaande. Leiden, 18 Jan. 1900. De Burgemeester voornoomd, F. WAS. Do wettelijke yerzckcring van werklieden tegen do geldolyke gevolgen van ongevallen. V. Daar de premie d6r ongevallen-verzekering komt ten la&te der werkgevers, die dezelve op geenerlei wtjze ten laste hunner werkliejen mogen trenzen, is het lillyk, dat de minst gevaarlijke bedrijven het minst betalen, en omgekeerd. Om die reden worden de door de wet be doelde bedreven verdeeld in gevarenklassen naar evenredigheid van het gevaar, dat zij voor de verzekering opleveren, en daarbij wordt het hoogste gevaar voorgesteld door honderd percent. D9 minder gevaarlijke klassen komen dus in een lagere percentage, eebt-r op zoodanige wijze, dat elke klasse een zeker aantal ge- varenpercenten bovat, dat wil zeggen, dat aan de Bank, die de premie regelt, een zekere speling is toegelaten, en dus de bedrijven, tot dezelfde klasse behoorende, niet steeds dezelfden premie behoeven te betalen. Het spreekt wel vanzelf, dat van twee of meer gelijksoortige ondernemingen, de omstandig heden, waaronder de werklieden arbeiden, niet steeds dezelfde zullen zijn. Na het in werking treden der wet, is ieder werkgever verplicht van het door hem uitge oefende bedrijf ten postkantore aangifte te doen. Deze geschiedt op kosteloos verkrijgbaar te stellen formulieren, en wel in dubbel. De termijn, binnen welken de aangifte moet geschieden, wordt door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid bepaald. Bovendien zijn zoowel de werkgever als de iQ zijn dienst zijnde personen verplicht om aan het bestuur der Bank, schriftelijk of mondeling, de verlangde inlichtingen to geven omtrent zaken en feiten, die de naleving der wet betreffen. Verder is ieder werkgever verplicht om binnen veertien dagen aan het bestuur der Bank kennis te geven van elke verandering in zijn onderneming, wtlke indeeling in een andere gevarenklasse of toekenning van oen hooger of lager percentage van gevaar ten gevolge kan hebben. Ook de werkgever, die het bedrijf staakt, is tot een kennisgeving daarvan verplicht (insgelijks ten postkantore, in dubbel, op gratis te verkrijgen formulieren). De werkgevers moeten het noodige tot uitbetaling der renten enz., zoomede voor de administratiekosten, optrengen. De berekening daarvan geschiedt naar een vast te stellen tarief, en naar het loon, dat in bet tijdvak waarover de betaling der premie loopt, door hun werklieden is verciend. Het loon, dat by denzelfden werkgever voor deczelfden werkman meer heeft bedra gen dan de som, die verkregen wordt docr vermenigvuldiging van vier met het aaütal dagen, waarop de werkman heeft gearbeid, blijft buiten rekenlDg. Feitelijk komt dit hierop neer, en cit is cok een algemeen beginsel der wet, dat het loon niet in aanmerking genomen wordt, voor zoover het meer dan vier gulden per dag bedraagt. Eq wat nu betreft de werklieden in do vroeger door ons genoemde seizoenbedryven en de leerlingen enz., wat als hun dagloon wordt beschouwd hebben wij tevens mede gedeeld. Het bedrag van dat dagloon wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen, waarop in het afgeloopen tijdperk is gearbeid, en zóó verkrijgt men het loon, dat voor de berekening der premie wordt aangenomen. Om tot do berekening der premiën en schadeloosstellingen te kunnen geraken, zijn de werkgevers verder verplicht loonlijsten aan te houden. Formulieren voor die lijsten worden kosteloos verkrijgbaar gesteld. Op welke dag6n de premies moeten worden betaald, wordt coor den Minister van Water staat, Handel en Nijverheid vastgeateli ijv. I Januari, 1 Juli, enz.) Die dag&n zijn ous vervaldagen en binnen vijftien dagen na zoodanige vervaldagen is ieder werkgever verplicht om aan h6t post kantoor de premie te betalen, berekend over het totaal van het loon, dat iQ het afgeloopan tijdvak door zijn werklieden is verdiend of geacht wordt te zijn verdiend. (Dit laatste ziet weer op de werklieden in de seizoenbe- drijven en de leerliDgen, enz.). De „Socióté d'Etbnographie" te Parijs heeft pro'essor G. Schlegei, alhier, benoemd tot „Membre perpétuel", ter vervanging van de door aen dood van Mgr. De Harier, te Leuven, opengevallen plaats, No. 60. Het „Leidsche Volkshuis" had gisteravond weer zijn deuren geopend voor het houden eener voordracht met lichtbeelden, thans op bouwkundig gebied, door den heer W. C. Mulder, architect alhi r, cle het in zijn inleiding een verblijdend feit noemde, dat zich onder de aanwezigen ook dames bevonden, die daardoor toonden van meening te zijn, dat op haar nog een anoere taak rust dan zich alleen met het huishouden bezig te houden, n.l. ook op andere wijze haar kennis te vermeerderen. Wat zijn onderwerpzelf betrof, ging spr. terug tot het slaan van, een blik op overouae tyden, to.n het de gewoonte der onbescbaafden was, dat zij, ciein wildernissen leefoen, uitge holde boomstammen tot woning hadden; zij, die in steenachtige streken verblijf hielden, door op elkaar gestapelde steenon zich een wonir.g vormden; zy, dio in oorden van kldKichtigen grond gevestigd waren, zich bulten van leem maakten, odz. Niettegenstaande er sedert ontzagiyk veel veranderd is en tie behoeften om te wonen geheel andere eischen hebben gesteld, is bet opmerkeiyk, dat er tegenwoordig zelfs in beschaafde landen nog van die primitieve woongelegtnbeden wordt gebruik gemaakt, waartoe spreker o. a. wees op de mani-.r, waarop de polderjongeos zich meestal be helpen, en boe in het Geuldal te Valkenburg, in Limturg, nog bewoonde grot woningen worden aangetroffen, zy het dan ook, dat deze iaatsten gaandeweg van ramen en deuren werden voorzien. Met het stichten van meer gerieflijke ge bouwen traden ook verschillende stylen op den voorgrond, uit de grü'ze ouaheid door de geschiedenis, afbeeldingen of merkwaardige overbiyfselen voor ons niet onbekend gebleven, zooals co Cbineesche, Egyptische, Gotliische, Romeinsche enz waarby later de Renaissance (wedergeboorte) kwam, ciie öf alleen gevolgd wtrJ öf zich met de andere, vooral den Gothi- schen, vereeDigde. Op zeer bevattelijke wyze de 1de spr. daaromtrent een cn ander mede, ook betreffende nog andere zaken over vroeger en tegenwoordig touwmateriaal, dat by het eene land zooveel verschilt van dat by het anaere. Heel öuideiyk werd dit den hoorders, dio voor ongeveer de helft der zaal vulden, ter- wyl het balkon gesloten bleef, bovenden go- maakt door een reeks van op het doek ge brachte voorstellingen van Nederlandsche gebouwen, waaronder insgelyks eenige voor name Leidsche bouwwerken vao vroegeren en den jongsten tyd niet ontcraken. Teveos deed spr. daarby zien, hoe coor restauratie vele dier gebouwen zUn verfraaid geworden, maar andere daarentegen door aangebrachte veranderingen, ook io deze eeuw, verknoeid. Het was een leerryke, populaire voordracht, waaraan groote aandacht geschonken werd en waarvoor aan het einde spr. erkentelijk- heid8betuiging niet werd onthouden. Gedurende de lste helft der maand Januari ztfn aan het postkantoor alhier en de daaronder behoorende hulpkantoren bezorgd de volgende brieven en triefkaarten, welke, door onbekendheid der geaaressserden, niet besteld konden worden: Brieven: W. P. v. d. Lindeo, Alfen aan den Ryn; letters A. Z, Anna Pr03senaar, Amsterdam; H. Coster, Delft; H. J. de Weerd, Deventer; H. Ellasberg, N. Tnirion, S. Zand vliet, W. Van Dam, filiaal Ned. Kiosken letters Q. Z., A. Spoeldsrs, wed. \V. T. G. Nicolai, Baronesse van Hartse, Parkstraat 147, F. L. P. Krtt, M. Maan, C. Klamer, J. H. Passen, 's Gravenhage; Gebr. Scholten, Gennio, Gro ningen; P. H. Sikkema, 's-Hertogenbosch; mej. Smit, Leiden; v. d. Kar, Loosduineo; C. Burkweg, Maarsen; H. A. Versluis, Ncder- bemert; J. Rooze, Nieuwerkerk; mej. Ravelle, mej. T. v. Duuren Adama, S. KouUers, mej. Horstman, M. Perk, J. Jansen, H. de Geus, mej. H. Noordeloos, J. M. A. Sinpoes, mej. H. Noordeloos, v. d. Schilden, Rotterdam; Jac. Jacobs, Stroodorp; Haring, Uitboorn; mej. A. Raverschot, Voorschoten; A. do Rooy, WaodiDgsveen; P. J. Vreeburg, Zoeterwoude; Sanders, Zwammerdam; mevrouw M. M., D. De Borst, niet vermeld. Briaikaarten: G. B. Hooyer, mej. R. Bree- velt, Wed. van Rykam, P. v. d. Stylen, mej. F. Morichard, Amsterdam; M. Brittyn, Dor drecht: K. Van Lutterveld, Eek en Wiel; M. De Jong, P. O. v. d. Berg, W. Verstraaten, 's Gravtnhage; J. Geut, Haarlem; mej. T. Htndriks, Nymegen; G. Straus, H. Elferink, J. Wiesner, M. Steenbeek, mej. G. Loets, wed. A. KocbKeurvorst, W. Maas, Rotterdam; mej. A. Vos, Zevenaar; J. Schuur, Zwolle; J. v. Oostender, niet vermeld. Uit het buitenland terugontvangen brieven: M. A. J. Nlvauds, Antwerpen; J. Ultee, Bremen; J. Hensing, Oldeacurg; Pompon, Paris; J. Blansjaar, (Duitechland) niet ver meld 3 stuks. Briefkaarten: Joh. Scblimbacb,Coinmadme. Boerlage, Genève; madelle L. Schubert, Parys; W. Spitzen, Vise. Uit Ned. Oost-Indlö. Brieven: Djokjakarta, mej. KleineSchulenturg, Soerabaia, J. D. Koning, Leiden. BriefkaartenCheriton, W. C. C. Voen. De Fransche mail, met berichten uit Batavia tot 20 December, is hedenavond ai hier te verwachten. De oud-gouvern6ur-generaal van Ned.- Indiö jhr. Van dtr Wyck zal naar men ver neemt den 20sten dezer voor eenige maanden naar het buitenland vertrekken. Gisteren werd de strafzitting van den Hoogen Raad voor het eerst geleid door oen nieuw benoemden vice-president mr. Van Meer; eke. Het personeel der gemeentelijke water leiding te Amsterdam nam Zaterdag afscheid van den directeur, den he&r Van Hasselt, die tot directeur der gemeentewerken ia benoemd. By monde van d.D onder directeur, deo heer Penning, werd hem een fraai geschenk als aandenken aangeboden. Van H. M. de KoniDgin-Moeder, is, ten behoeve der Heldring-gestichten te Zetten, een gift van f 400 ontvangen. De tweede luit. J. M. C. Van Borsalen, van het 4de reg. inf. te Haarlem, is op zyn verzoek op non-activiteit gesteld sonoor be zwaar van den lande. De tweede luit. J. J. H. Meyer, van het 4de reg. inf. to Gouda, worot 31 oewr ont heven TbD zyn cetacheering by het lste reg. vest.-art. te Utrecht. De Haagsche Sprokkelaar van hot „U. D." schryft: Ik verneem, dat uit Lucarno, waar hy voor herstel van gezondheid vertoeft, nog geen te beste berichten over mr. Kerdyk worden ont vangen. Ten desle zeker, omdat het weer er verre van aangenaam is wolken en altijd wolken gaat het maar zeer langzaam voor uit, en vóór Fe ruari zal hy zskor geen ver lof krygen om z(jn arbeid hier to lande te gaan hervatten. Het hoofdbestuur van do Algemeene Ver eeniging voor Bloembollencultuur deelt in bet „Weekblad voor Bloembollencultuur" moie, dat de commissie voor ar itrage, die benoemd was ter beslechting van bet geschil, bestaande tusschen de Vereeniging od de uitgevers van het „FJorilegium Harlemense" (de beeren Loosjes te Haarlem), in zake de losse bladen van dat plaatwerk, een rapport heeft uitge bracht, waarby de uitgevers van het „Florile- giura Harlemense" in het gelyk werden gesteld. Door den minister van oorlog is be paald, dat de commandanten der regimenten veld-artillerie en van het corps rydende artil lerie bevoegd zyn, voortaan aan allo trompet ters van het corps onder bun bevel, die met de bronzen medaille voor trouwen cieoet ver sierd zyn, door gedrag en y ver een gnoet ver dienen en bovenoien goed geoefena xyo in het blazeD, zoowel van de dieostsignale» van h*t wapen als die van alle andere wapen» by het leger hier te lande, den titulairen graad van wachtmeester te verletnen. De reserve sergeant Scheltema, van bet 4de reg. vest.-art. te 's Gravenhage, heeft het radicaal van vaandrig verworven. Hy io de tweeie by het wapen der vest.-artillerie. Te Nymegen is bericht ontvangen, dat de fuselier C. J. Stork in Atjeh levensgevaar)#* gewond is. Door het hoofdbestuur der Vereeniging tot bevordering van Fabrieks- en Haodworka- nyvorbeid in Nederland is tot de besturen van de gemeenten met meer dan 10,000 8) „Maar wie, wie zal de boodschap overbren gen Wy hebben daartoe een vertrouwd persoon noodig en alle bedienden schynen gevlucht te zyn." „Liat dat aan my over, Madeleine. In het klooster St.-Lazare, dat in de nabyheid van Dyon ligt, zal ik een vertrouwden bode vinden. Da abdi3 van dat klooster heeft aan myn vader verplichting en zal ons zeker byitaan. Onze voornaamste zorg bestaat thans in goede verkleeding en flinke paarden, en daarnaar zullen wy in het slot omzien." Toen Charles zich by deze woorden naar den uitgang wendde, om beneden in de stallen te gaan kyken, trad hy plotstling verschrikt terug voor een gestalte, die, in havelooze kleeding gebuid en met een dierenhuid over de schouders geworpen, in den deurpost leunde. Het zwaite, vlokkige haar zat aaneen gekleefd en op het voorhoofd bemerkte men sporen van bloed. In het onzekerp, flikkerende licht zag de man er meer uit als een spook dan als een mensch. „Wie is dat?" riep Charles, een stap terug wijkende. „Jacques Boau.hónel" kreet Madoloine ontzet. „Ik wist het, dat by hier was," mompelde Jacques Bóauchêne halfluid en schier onbe wust; „ik had er myn kop op verwed. De soldaten waren echter te beschonken, to lui en te dom, om hem te vinden. Hy is hun ontsnapt." Madeleine scheen thans den ganschen samenhang tusschen haar laatste ontmoeting met Jacques Beauchêne en den huidigen over- Tal van het ka&teol door de soldaten te ver moeden. „Jacques Beauchêne," riep zy hem toe, „wat hebben wy u gedaan, dat gy ons ver raden en in ellendo gestort hebt?" „Ha, burgeres, zyt gy ook nog hier?" zei Jacques Beauchêne weder met byzonder ver moeide stem, die klonk alsof de spreker zich zeer zwak gevoelde. „Maarja," voer hy na eenige oogenblikken vooit, „dat laat zich denken. Natuurlyk, waarom ook niet? De graaf - de jonge burgeres ha, ha, natuur lyk! Ik.... ik...." Hy wankelde plotseling en kon zich slechts staande houden door het zware damasten gordyn te grüpon. „Myn hemel, Jacques, gy zyt ziekl" riep Madeleine, terwyi zy moedig en vlug op hem toetrad. „Wat scheelt u, Jacques Beauchêne? vroeg zy nu. Deze groep naar zyn hoofd en streek met de hand over het dikke haar. „Hier, hier brandt het, burgeres Toen b6zag hy zyn hand en scheen eerst nu gewaar te worden, dat zyn haren met bloed waren bedekt. „Ha," mompelde hy verder, „ik weet bet I Burger-kapitein Nadet heeft my slecht be handeld. Nu, wat voorby is, is voorby. Men- schen van myn slag leven toch 6lechter dan de honden dor rukenl" Daarmee schenen den man de krachten geheel te begeven. Zyn knitëa knikten en het bovenlichaam zonk langzaam langs den deurpost voorover en viel in do plooien van den voorhang, die over den grond sleepte. „Wy kunnen hem zoo niet laten liggeD," zei Madeleine tot haar verloofcL; „al heeft hy ons ook verraden, hy is toch een monscb. Wy moeten hem vorbindeD, anders sterft hy hier." Charles ging heen om water to zoeken. Daaraan ontbrak het volstrekt niet, want dat hadden de soldaten niet kunnen gebruiken. Hiermee wisch hy het hoofd van den gewonde en bemerkte toen, dat deze een zwaren sabel houw ontvangen had. Dat was de afbetaling van de tien duizend franken in goud, die Jacques door Pierre Donard beloofd waren en welke hy van den burger-kapitein geëisebt had. Madeleine verbond den gewonde met een doek, dien zy om de schouders gedragen had, en terwyi haar teedoro viDgers nog daarmee bezig waren en zy zich moeite gaf den ge wonde zoo weinig mogelijk pyn te veroor zaken, sloeg doze de oogen op. Een laügo, verbaasde blik viel uit zyn gloeiende oogen op haar schoone gestalte. Vervolgens haalde hy diep adem en staarde nadenkend, zonder een woord te spreken, voor zich uit, „Hoe zijt gy aan die wond gekomen, burger vroeg Madeleine eindelijk, minder uit nieuws gierigheid, dan wel om hem bezig te houden en hem zyn pynen voor een oogenblik te doen vergoten. „Het is goed, burgeres. Het geschiedde terecht. Pierre Donard is een ellondoling. Hy heeft my bedrogen." „Wie is Pierre Donard?" „Plerre Donard? Pierre Donard is een volks vriend. Verder weet ik niets van hem." „E?n volksvriend? Zeg liever: Een volks verrader 1" „Hy zou my meenemen naar Parys." „Wilt gy naar Parys, burger?" „Het is myn innigste wensch." „Wat wilt gy daar, burger?" „Leven en ryk worden." Madeleine wisselde een blik met Charles en voer toen voort: „Eq wanneer wy uw wensch vervullen, zult gy ons dan weer verraden?" „Hoe, burgeres," riep Jacques levendig en zyn oogen glinsterden, „gy gaat naar Parys?" „Dat is wel mogelijk, burger Beauchêne." „Eo wilt ge my meenemen?" „Dat zcu voor ons meer een gevaar dan een voordeel zyn." Er volgden eenige oogenblikken van stilte. Charles overlegde, dat het by den stand van zaken wel aanbeveling verdiende, iemand als Jacques Beaucbêne mede te nemen. Do tyden waren nu eenmaal zóó, dat lieden als Jacques algemeen voor betrouwbaar werden aan gezien. Deze laatste dacht er over na, hoe eigen aardig het toch inGt de vrijheid en de broeder schap gesteld was. In de laatst verloopen uren had hy aan z\jn eigen lichaam onder vonden, dat ddar, waar bij haat en verachting verwachtte, een zorgvuldige en liefderijke verpleging zyn doel werd, en, waar hy op dank en welwillendheid rekende, woBdeD zyn loon waren. Zoo dom was Jacques dan ook niet, of hy bemerkte dit onderscheid zeer goed. Hy had met zyn bloed en met brandende wonden leergeld betaald voor het besef, dat men8cben slechts menschen zyn. Of msn de menschen in burgers en burgeressen of in edel lieden en boerea verdeelde, was byzaak. Hoofd zaak was, dat de menschen met al hun gebreken en ondeugden behept bleven, hoe men ze ook in raDgen en standen verdoolde. Doze erkenning uitte zich by Jacques Beau- chêne terstond hierin, dat zyn gansche woede en haat zich op Piarre Donard richtte, die, naar hy meende, de tien duizend frankoD, welko hem toekwamen, bad opgestoken. En daar by nu geloofde, dat d6zo weder naar Pary» was teruggekeerd, brandde meer dan ooit de wensch in hem, ook dddr heen te gaan om den bedrieger daar te treffen. „Ik weet, burgeres," zeide Jacques Beau- ciêne eindelijk, „dat ik u veel leed heb be rokkend. Eigenlyk was h6t voor n bestemd, burger; maar dat is thans hetzelfde. Breng daarvoor uw dank san Grandsoif, die m# voorhoen mishandeld en geslagen heeft als een hond. Wat wonder, dat ik meer en meereen boodscbe duivel werd, een ezel, die den wagen van Pierre Donard trokl Hoeveel schuld uw vader daaraan droeg, burgeres, maghytham in de gevangenis te Besanqcn overdenken, (TVortU Ptrvolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1